pr;
800 o<9
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
Voorzorg'
pagina 1
Af>l
\
'
.
IT-
BA152
NB
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Inhoud Terugblik
3
Resultaten
6
Budget
7
En nu verder...
8
Managementsamenvatting
10
•
Bijlagen:
beleidslijn 'opvang na schokkende gebeurtenissen' gespreksprotocol: opvang- en nazorggesprek stressreactie na schokkende gebeurtenissen
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 2
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Terugblik Het werk op en langs de (vaar)weg brengt met zich mee dat medewerkers van Rijkswaterstaat regelmatig worden geconfronteerd met schokkende gebeurtenissen, zoals ernstige ongevallen of agressieve reacties van weggebruikers. Een schokkende ervaring ontstaat bij een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de algemene veiligheid ontstaat, waarbij het leven en de gezondheid van personen dan wel grote materiele belangen in ernstige mate bedreigd worden. Het is zowel in het persoonlijk belang van de medewerker als voor het algemeen bedrijfsbelang belangrijk dat traumatische ervaringen goed verwerkt worden. Daarom stelde de werkgroep Traumabestrijding in 1997 een plan van aanpak op om de opvang beter te structureren en in te bedden in de organisatie. Naar aanleiding van het door de werkgroep opgestelde plan van aanpak "traumabestrijding directie Noord-Brabant" stemde het DT in met de uitvoering van dit plan en werd budget beschikbaar gesteld. Het plan van aanpak bevat elementen voor het verzorgen van een goede begeleiding van medewerk(st)ers die een schokkende gebeurtenis hebben meegemaakt.
Doelstelling proj Een (blijvend) goede opvang realiseren voor medewerkers die een schokkende gebeurtenis meemaken/hebben meegemaakt. Het plan van aanpak voorzag in grove lijnen in: • een structuur voor traumabestrijding ontwikkelen dan wel actualiseren van de bestaande structuur; • het geven van voorlichting aan leidinggevenden/opvangers en risicogroepen; • het geven van trainingen aan leidinggevenden/opvangers.
Doelgroep Bij traumabestrijding zijn 2 doelgroepen belangrijk. De medewerkers die op en langs de (vaar)weg het risico lopen een schokkende of agressieve gebeurtenis mee te maken, de zogenaamde risicogroep. En de groep leidinggevenden (directe chef, calamiteitencoordinator dienstkring of projectleider) die verantwoordelijk is voor de opvang en nazorg, de zogenaamde opvanggroep. Daarnaast speelt de opvang thuis vaak ook een belangrijke rol waarbij het thuisfront als voorlichtingsdoelgroep wordt gezien.
Opdrachtgever: Hoofd A l : dhr. L. Batterink (namens DirectieTeam)
Samenstelling projectgn H. Vergouwen, L. Goossens, J. de Vries, R. Donker, S. Driessen, F. Thijs, K. Korebrits,
BedrijfsMaatschappelijk Werker directie Noord-Brabant Bedrijfsarts ( A M G ) DAS Eindhoven DAS Breda Personeel en Organisatie Dienstkring Waterwegen DAS Eindhoven
M . de Putter,
BedrijfsMaatschappelijk Werker directie Zeeland (vervanger H. Vergouwen tijdens ziekte en toehoorder namens directie Zeeland)
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 3
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Ontwikkelde structuur directie Noord-Brabant 'Nazorg is voorzorg' is het centrale thema. Een goede opvang en nazorg voorkomt dat medewerkers in psychische problemen komen en zo niet meer goed kunnen functioneren. De hulpverlening vanuit Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant bestaat uit 3 fasen: de eerste opvang, de nazorg en bewaking. Opvang: • bij schokkende gebeurtenissen wordt de directe chef/calamiteitencoordinator/projectleider ingeschakeld. Deze geeft de eerste opvang aan de medewerker, eventueel samen met andere medewerkers; • de bedrijfsmaatschappelijk medewerker en/of de bedrijfsarts worden zo spoedig mogelijk ingeschakeld. Deze geven zonodig opvang kort na de schokkende gebeurtenis. Dit kan individueel zijn of groepsgewijs; • de bedrijfsmaatschappelijk werker kan desgewenst voor verwijzing naar gespecialiseerde hulp zorgdragen. Nazorg: • door het houden van een aantal nazorggesprekken wordt voorkomen dat mogelijke traumatische ervaringen onverwerkt blijven (Basisstructuur: tweede gesprek na enkele dagen van de schokkende gebeurtenis, derde gesprek na veertien dagen, vierde gesprek na circa 3 maanden ter afronding van de opvanggesprekken). Bewaking • analyse en evaluatie van voorgekomen situaties vindt per afdeling plaats in het Sociaal-Medisch Team (SMT).
Voorlichting: Doelgroep: • risicogroep; • thuisfront; • opvanggroep. Doelstelling van de voorlichting is: • het bespreekbaar maken van ervaringen met schokkende gebeurtenissen in het werk; • informatie over en inzicht geven in de verwerkingsprocessen; • informatie geven over de opvangorganisatie van directie Noord-Brabant. De voorlichting bestond uit: • een themasessie ' schokkende ervaringen: 'nazorg is voorzorg' die op 5 november 1997 voor leidinggevenden, projectleiders en calamiteitencoordinatoren dienstkringen is georganiseerd; • het directiebreed informeren door artikelen in de Praatpaal; • het voorlichten van risicogroepen en partners (deelnemende afdelingen: DAS-sen, dienstkring Waterwegen, IVAP en EWD) d.m.v. voorlichtingssessie. Deze sessies zijn ontwikkeld en verzorgd in samenwerking met A M G ; • het verstrekken van een instructiekaart aan de opvang- en risicogroep; • het vertonen van een film met persoonlijke ervaringen bij een aantal afdelingen in aanwezigheid van de bedrijfsmaatschappelijk werker.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 4
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Training: Doelgroep: • opvanggroep. Doelstelling van de training is: • het verstevigen van de opvang en begeleidingsvaardigheden van de opvangers; • het leren zien van signalen die verwijzen naar goed en naar niet goed lopende verwerkingsprocessen. Voor de opvanggroep is een training ontwikkeld en verzorgd in samenwerking met de Arbo Management Groep ( A M G ) . Er is daarnaast een gespreksprotocol ontwikkeld voor het houden van een opvang- en nazorggesprek. Behandeling van dit gespreksprotocol vormt een onderdeel van de training voor de opvanggroep. Tijdens het proces van structuurontwikkeling voorlichting en training heeft de werkgroep een aantal aandachtspunten en beleidsvoorstellen geformuleerd. Deze komen in het laatste hoofdstuk aan de orde.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 5
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Resultaten Voorlichting van de risicogroep en het thuisfront: Iedere medewerker uit de risicogroep was uitgenodigd deel te nemen aan de voorlichtingsbijeenkomsten. In totaal zijn 6 voorlichtingsbijeenkomsten (duur: 1 dagdeel) georganiseerd. Niet alle medewerkers hebben zich ingeschreven voor de voorlichting. Ook de partners van de medewerkers waren uitgenodigd deel te nemen aan de voorlichting. Hier is slechts zeer incidenteel gebruik van gemaakt. O m de realisatie van de doelstelling van de voorlichtingsbijeenkomsten, georganiseerd door A M G , te beoordelen heeft er een schriftelijke evaluatie plaatsgevonden. Samenvattend kan worden gesteld dat de voorlichting positief is gewaardeerd en dat de doelstelling is gerealiseerd. Het meest aangesproken heeft dat de werkgever eindelijk actie heeft ondernomen, dat ervaringen konden worden uitgewisseld, dat de ervaringen bespreekbaar werden gemaakt en dat geluisterd en begrip getoond werd. Minder positieve aspecten waren de negatieve houding van collega's, de theorie en de (aangrijpende) film. Uit de voorlichting kwamen een aantal belangrijke leerpunten naar voren als: • het herkennen van signalen; • het belang van praten over schokkende en agressieve gebeurtenissen; • het belang van luisteren naar iemand; • het belang van aandacht geven aan en tijd nemen voor een collega; • de verschillende manieren van verwerken; • weten wat directie Noord-Brabant geregeld heeft voor opvang en nazorg. De deelnemers waren - met uitzondering van een enkeling - zeer tevreden tot tevreden over de voorlichtingsbijeenkomst. Ze vonden de voorlichting een aanrader voor collega's. De aandachtspunten die tijdens de voorlichtingen naar voren kwamen worden in het laatste hoofdstuk besproken. Belangrijkste aandachtspunt hierbij is de cultuur binnen Rijkswaterstaat directie NoordBrabant. Medewerkers hebben angst hun ervaringen te bespreken met de leidinggevenden en er is onvoldoende cultuur/klimaat om zaken aangaande het werk te bespreken. Voorlichting van de opvanggroep: De themasessie met als titel 'nazorg is voorzorg' op 5 november 1997 werd druk bezocht. Aan leidinggevenden werd uitgelegd wat schokkende gebeurtenissen zijn en hoe de ervaringen verwerkt worden. De doelstelling van de themasessie was om aandacht voor het onderwerp te krijgen en draagvlak te genereren. Voorlichting van de risicogroep, het thuisfront, de opvanggroep en overige medewerkers van Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant: In een aantal artikelen in de Praatpaal werd aandacht voor het onderwerp gevraagd en werden de activiteiten van de werkgroep bekendgemaakt zodat iedereen op de hoogte bleef van de diverse ontwikkelingen op het gebied van traumabestrijding. Trainen van de opvanggroep: Alle opvanggroepleden waren uitgenodigd om deel te nemen aan de trainingen. In totaal zijn er 5 trainingen (van elk 3 dagdelen) georganiseerd. Niet alle potentiele opvangers hebben zich opgegeven voor de training al dan niet met opgave van reden. De conclusie van het A M G op basis van de beoordeling van de ingevulde evaluatieformulieren met betrekking tot de realisatie van de doelstelling van de training luidt dat deze is gerealiseerd. De deelnemers zijn met name gefocust geweest op het vergroten van de gespreksvaardigheidscompetentie in relatie tot de kenmerken van een schokkende gebeurtenis. De deelnemers waren tevreden tot zeer tevreden met de training. Slechts een enkele deelnemer sprak zich hier niet eenduidig over uit. De deelnemers vonden de training een aanrader voor collega's.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 6
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Budget O p basis van het plan van aanpak is een budget voor voorlichting en trainingen beschikbaar gesteld van / 100.000,00 gedragen door de hoofdafdelingen Al en IV. O p dit moment is daarvan ca. / 80.000,00 besteed. De resterende gelden kunnen worden benut voor het vervolgtraject. Rapportage omtrent budgetten geschiedt via PPS.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 7
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
En nu verder... O m de nu gerealiseerde effecten van het voorlichtings- en trainingstraject te behouden is het belangrijk dat het tot nu toe gevoerde beleid op het gebied van traumabestrijding verder wordt ontwikkeld en geoperationaliseerd. Voor de risicogroep is het belangrijk dat er binnen directie Noord-Brabant aandacht geschonken wordt aan cultuurelementen die remmend werken op het kunnen bespreken van ervaringen met schokkende en agressieve gebeurtenissen op het werk. De huidige cultuur kan remmend werken op het goed verwerken van deze gebeurtenissen. Duidelijke signalen uit de voorlichtingsbijeenkomsten geven aan dat de betrokkenheid van het management versterkt moet worden. Respect, serieus nemen van ervaringen (en vooral het zich serieus genomen voelen) en een luisterend oor en actief oppakken van signalen over hindernissen in het werk, dragen bij aan het noodzakelijke vertrouwen tussen leiding en medewerkers. Dit vertrouwen is een basale conditie, een noodzakelijke voorwaarde om de aanpak van het arbeidsrisico 'schokkende en agressieve gebeurtenissen in het werk' te laten slagen. Niet iedere medewerker en leidinggevende heeft deelgenomen aan het voorlichtings- en trainingstraject. Dit betekent dat niet iedereen binnen de directie over hetzelfde referentiekader beschikt. Dit kan lastig zijn voor het oppakken van de gevolgen van schokkende ervaringen. Medewerkers uit de risicogroep en leden van de opvanggroep dienen alsnog aan een voorlichtings- of trainingsbijeenkomst mee te doen. Daarnaast moeten nieuwe medewerkers uit de doelgroep tijdens de introductieperiode bekend gemaakt worden met dit onderwerp en de mogelijkheid worden geboden voor het volgen van voorlichtingsbijeenkomsten respectievelijk trainingen. Verantwoordelijkheden: Traumabestrijding verdient structurele aandacht binnen het Arbobeleid van de directie. Het management van de directie is dan ook verantwoordelijk voor het vervolgtraject van 'omgaan met schokkende ervaringen' om traumabestrijding structureel in de organisatie in te bedden. Een DT-lid of lid van het MT-AI moet verantwoordelijk worden gemaakt voor de voortgang van het traumabestrijdingsproces bij Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant. Het Sociaal-Medisch Team moet verantwoording nemen voor de bewaking van het proces door analyse en evaluatie van voorgekomen situaties per afdeling plaats te laten vinden. De directe chef, calamiteitencoordinator dienstkring of projectleider moet verantwoordelijk zijn voor de eerste opvang en het opvangen van signalen. Hij/zij kan zonodig de bedrijfsmaatschappelijk werker of de bedrijfsarts informeren over situaties zodat verdere individuele hulp op maat kan worden geboden. Vervolg: Het huidige beleid behelst een duidelijke structuur ten behoeve van traumabestrijding en omvatte een eerste voorlichtings- en trainingsronde. Er dient een nieuwe beleidslijn opgesteld te worden waarbij de voortgang van voorlichtingen en trainingen gegarandeerd wordt. De periodieke begeleiding van de opvangers dient hierin een vaste plaats te krijgen. Het creeren van een veilige omgeving waarbinnen het mogelijk is om ervaringen met schokkende en agressieve gebeurtenissen in het werk bespreekbaar en uitwisselbaar te maken staat hierbij voorop. Een te ontwikkelen instructiemap voor leidinggevenden kan hierbij een belangrijke rol spelen. De beleidslijn moet tevens gaan voorzien in kwaliteitsborging van de opvang door het inbouwen van meetpunten en regulier houden van (anonieme) enquetes. Deze beleidslijn en de producten van het traumabestrijdingsproject moeten gei'ntegreerd en geimplementeerd worden in het directiebrede Arbobeleid.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 8
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
De huidige projectgroep beschouwt deze eindrapportage als een startnotitie
voor het vervolgtraject.
Ten behoeve van het vervolgtraject dient een nieuwe werkgroep geformeerd te worden van een evenwichtige opbouw. Onder het voorzitterschap van een bij voorkeur DT-lid of een lid van het M T - A I kan het genereren van draagvlak binnen de gehele organisatie een structureel vervolg krijgen. De • • • • • •
nieuwe projectgroep dient bij voorkeur uit de volgende functionele personen te bestaan: Voorzitter: DT-lid of lid M T - A I ; Bedrijfsmaatschappelijk werker; Bedrijfsarts; Medewerker Personeel en Organisatie; Vertegenwoordiger(s) dienstkringen, EWD en IVAP (bij voorkeur de medewerkers die belast zijn met Arbo); Lid van de OndernemingsRaad.
Het project Traumabestrijding 'nazorg is voorzorg' van de directie Noord-Brabant kan wellicht voor andere regionale directies als eerste aanzet of hulpmiddel dienen voor het opzetten/uitwerken van traumabestrijding. Het S M T kan het project op regionale bijeenkomsten toelichten. Wellicht kan voor het vervolgtraject dan een beroep gedaan worden op budgetten van de hoofddirectie Rijkswaterstaat betreffende het Arbo en personeelsbeleid. Voor het trainen van nieuwe medewerkers, opvangers die de training nog niet gevolgd hebben en het volgen van een opfriscursus kan worden aangesloten bij de landelijke opleidingen van Verkeer&Waterstaat (opleiding wordt verzorgd door buro voor psychotrauma, opleiding is opgenomen in de opleidingengids en wordt bekostigd door de hoofddirectie). V & W heeft een contract gesloten met het Instituut voor Psychotrauma te Utrecht. Deze trainingen komen ten laste van het budget van de hoofddirectie. H e t Handboek voor O p v a n g na Rampen en Calamiteiten' van het Instituut voor Psychotrauma, het Nationaal Fonds Geestelijke Volksgezondheid en de Nederlandse Vereniging voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg behandelt alle aspecten voor een goede georganiseerde hulpverlening na rampen en calamiteiten. Kaders voor beleidsontwikkeling staan hierin duidelijk aangegeven. In het vervolgtraject kan van dit handboek dankbaar gebruik worden gemaakt. 1
Deze evaluatie Traumabestrijding wordt tevens naar de werkgroep crisisbeheersing en rampenbestrijding van directie Noord-Brabant verzonden ter attentie van de projectleider M . Oosthoek. Wellicht dat zij bij de voortgang van het project deel kan nemen in de projectgroep Traumabestrijding.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 9
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Managementsamenvatting In 1997 is de werkgroep Traumabestrijding 'nazorg is voorzorg' begonnen met het uitvoeren van de acties uit het plan van aanpak. Dit heeft geresulteerd in een goede structuur voor traumabestrijding en een eerste voorlichtings- en trainingsronde voor leidinggevenden/opvangers en medewerkers uit risicogroepen. Dit eerste traject is middels dit evaluatierapport afgerond. O m traumabestrijding een vaste plaats in het Arbobeleid te geven en structureel in de organisatie in te bedden is het noodzakelijk dat een nieuwe projectgroep onder voorzitterschap van een DT-lid of lid MT-AI het tot nu toe gevoerde beleid verder ontwikkelt. In het hoofdstuk 'En nu verder...' worden hiervoor aanbevelingen gedaan. Cultuurverandering is noodzakelijk om een veilige omgeving te creeren voor een goede opvang, het bespreekbaar maken en uitwisselen van schokkende en agressieve gebeurtenissen Van het door Al en IV beschikbare budget resteert ca. / 20.000,00. Dit kan in 1998/1999 besteed worden aan het vervolgtraject (inhuur assistentie van A M G , het maken van middelen zoals instructiemappen voor de leidinggevenden etc.).
Voorstel • Formeer een (nieuwe) projectgroep om de voortgang van het project te bewaken en het opstellen van een beleidslijn waarbij de huidige structuur, voorlichting en training een goede basis vormen; • Implementeer de nieuwe beleidslijn in de organisatie; • Blijf betrokkenen informeren voor het genereren van een zo groot mogelijk draagvlak (DT, M T - A I , OndernemingsRaad, Personeel en Organisatie, SMT en projectgroep Crisisbeheersing en Rampenbestrijding); • Het Sociaal-Medisch Team bewaakt de voortgang van de organisatie van de traumabestrijding door analyse en evaluatie van voorgekomen situaties per afdeling plaats te laten vinden; • Ontwikkel een instructiemap voor leidinggevenden zodat de structuur van opvang en de noodzakelijke opvang- en begeleidingsvaardigheden bekend zijn. Een checklist voor het leren zien van signalen die verwijzen naar goed en naar niet goed lopende verwerkingsprocessen vormt hier een onderdeel van; • Zorg voor een duidelijk referentiekader onder alle betrokkene uit de doelgroepen. Leidinggevenden/opvangers en medewerkers uit de risicogroep die zich nog niet aangemeld hadden dienen alsnog een trainings- of voorlichtingsbijeenkomst te volgen; • Informeer nieuwe medewerkers, bijvoorbeeld tijdens de introductiebijeenkomsten (zowel opvangers als risicogroep); • Sluit aan bij landelijke ontwikkelingen en informeer andere regionale directies over dit project.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 10
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Bijlage 1 Beleidslijn 'opvang na schokkende gebeurtenissen'
1. het management van de directie Noord-Brabant is verantwoordelijk voor het project 'opvang na schokkende gebeurtenissen' 2. een werkgroep verzorgt de voortgang van het project en regelt trainingen en voorlichtingen voor de doelgroepen 3. beleidslijn en producten van het project dienen geintegreerd te worden in het directie-brede Arbobeleid 4. aan de begeleiding van opvangers dient periodiek aandacht te worden besteed 5. het bedrijfsmaatschappelijk werk is beschikbaar voor begeleiding van medewerkers die een schokkende gebeurtenis hebben meegemaakt (na verwijzing door een opvanger/directe chef of collega, dan wel na aanmelding van betrokkene zelf) 6. het medisch sociaal team fungeert als registratiepunt 7. periodiek wordt geevalueerd d.m.v. (anonieme) enquetes
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 11
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Bijlage 2 Gespreksprotocol: opvang- en nazorggesprek Opvanggesprek: 1. Zoek zo spoedig mogelijk contact met de betrokkene 2. Voer een eerste opvanggesprek en maak contact met overig betrokken personeel. Het verhaal laten vertellen, emotioneel steunen, informeren over mogelijke reacties eerste nacht en het regelen van praktische zaken komen hierbij aan de orde. 3. Sluit het opvanggesprek af met afspraken over hernieuwd contact en wie welke informatie moet ontvangen. Handel verder naar bevind van zaken. Eerste nazorggesprek (een dag na de gebeurtenis); 1. Neem de dag na de calamiteit contact op met de betrokkene voor een eerste nazorggesprek (bij voorkeur bij hem/haar thuis). Informeer naar de toestand van de betrokkene. 2. Het werk wordt pas hervat na overleg met de chef. 3. Zorg voor eventuele begeleiding bij de werkhervatting. Vervolg-nazorggesprek (twee of drie weken na de gebeurtenis): Gesprekspunten zijn: toestand van de betrokkene, hoe is de werkhervatting verlopen, afspraken voor vervolggesprek. Twee of drie maanden na de gebeurtenis: Indien signalen die wijzen op een stagnerende verwerking aanwezig zijn, verdient het aanbeveling om de bedrijfsmaatschappelijk werker te consulteren. De mogelijkheid tot consultatie van de bedrijfsmaatschappelijk werker bestaat tijdens de gehele nazorgfase. De bedrijfsmaatschappelijk werker kan daarnaast besluiten tot een specialistisch advies of specialistische begeleiding.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 12
Evaluatie project Traumabestrijding 'Nazorg is Voorzorg'
Bijlage 3 Stressreacties na schokkende gebeurtenissen:
ermee bezig blijven, het niet van je kunnen afzetten herbelevingen nachtmerries ontredderd gevoel vermijden gevoelens afwezigheid herinneringen verlies van interesses vervreemding emotionele dofheid neerslachtigheid inslaap- of doorslaapproblemen verhoogde prikkelbaarheid schuldgevoelens verhoogde waakzaamheid schrikreacties concentratieproblemen lichamelijke problemen vermoeidheid.
Al deze stressreacties dragen een enorm persoonlijk- en bedrijfs- arbeidsrisico bij het werk op en langs de (vaar)weg. Het is zowel in het persoonlijk belang van de medewerker als voor het algemeen bedrijfsbelang belangrijk dat traumatische ervaringen goed verwerkt worden.
Bestand: evaluatie-rapport versie: 1.0 datum:11-10-98 opsteller: projectgroep traumabestrijding
pagina 13