CE CE Oplossingen voor voor Oplossingen milieu, economie economie milieu, entechnologie technologie en Oude Delft Delft 180 180 Oude 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: 015 2 150 150 tel: 015 2 150 150 fax: 015 2 150 151 fax:e-mail: 015
[email protected] 150 151
e-mail: www.ce.nl
[email protected] website: Besloten Vennootschap website: www.ce.nl KvK 27251086 Besloten Vennootschap KvK 27251086
PPO duurzaamheidsdiscussie CE’s reactie op het commentaar van Solar Oil Systems
Notitie Delft, maart 2006 Opgesteld door:
H.J. (Harry) Croezen en B.E. (Bettina) Kampman.
Reactie CE Solar Oil Systems (SOS) heeft 8 maart jl. een notitie met commentaar op de CEstudie ‘Op (de) weg met pure plantenolie’1 naar een aantal partijen gemaild, waarin wordt geconcludeerd dat: ‘uit de studie van CE verkeerde uitkomsten en conclusies komen, omdat men zich baseert op verouderde teeltwijzen van koolzaad en aannames die niet overeenkomen met de huidige praktijk. Verder ontbreekt een uiteenzetting van de verbeteringen die momenteel voorhanden zijn en die geïntegreerd in een cyclus, PPO nog milieuvriendelijker maken’
Na nauwkeurige bestudering van dit commentaar van Solar Oil Systems komen wij tot de conclusie dat de eindresultaten en conclusies van onze studie niet ondergraven worden door de punten die SOS aandraagt. Om dit te kunnen inzien geeft tabel 1 een reactie op de ingebrachte punten. Voor meer details is een appendix bijgevoegd. Samenvattend stellen wij dat: • het commentaar op kwantitatieve uitgangspunten vaak onterecht is omdat de bekritiseerde uitgangspunten niet door CE zijn gehanteerd of het commentaar mager onderbouwd is; • het commentaar betrekking heeft op aspecten met een beperkte invloed (dieselgebruik teelt, aardgasgebruik drogen2) en niet op de essentiële aspecten (kunstmestgebruik) op de emissie van broeikasgassen. Wat CE betreft is discussie over de in onze studie gehanteerde uitgangspunten en aannames welkom, maar daarvoor is het nodig dat SOS bijvoorbeeld meer referenties opvoert dan enkele individuele gevallen. Voor een bijdrage in een analyse naar de verbeteropties voor de koolzaad – PPO-keten zijn we graag bereid. Het laten zien van de verbeteropties was juist een belangrijke doelstelling van de studie. Het commentaar bevat overigens wel paar interessante gedachten met betrekking tot optimalisatie van de koolzaad – PPO keten en de landbouw in het algemeen: • combinatie van mestvergisting met koolzaadteelt en koolzaadverwerking; • verdergaande integratie van agrarische ketens in Nederland op lokaal en regionaal niveau. Dit zijn interessante gedachten, die ook naar ons idee zeker het onderzoeken waard zijn en aansluiten bij onze aanbevelingen. Het gaat echter voorbij aan de strekking en doelstelling waarvoor de CE-studie is uitgevoerd: inzicht bieden in de economische, technische en milieugerelateerde aspecten van de huidige praktijk van koolzaad teelt, PPO-productie en -gebruik.
1 2
Uitgegeven door SenterNovem, Rapport 2GAVE-05.05, juni 1005. Beide posten vertegenwoordigen 10% - 20% van broeikasgas emissies in de PPO keten.
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
1
Tabel 1
Overzicht commentaar Solar Oil Systems (SOS) op uitgangspunten
Commentaar van Solar Oil Systems Te lage opbrengst koolzaad 3,3 ton/ha Te hoog vochtgehalte geoogst koolzaad 14% - 18% door CE (fout) 8% - 12% praktijk volgens SOS
Te laag rendement koud persen 77% door CE (fout) 81% praktijk oliemolen Delfzijl Terugdrogen tot veel te laag vochtgehalte
Reactie CE Commentaar is onterecht - uitgangspunt niet gehanteerd. In plaats daarvan heeft CE gehanteerd: • 4 ton/ha gemiddeld – Duitse praktijk (zie bijv. Parkomenko, 2004); • 3 respectievelijk 5 ton/ha voor gevoeligheidsanalyse. Vochtgehalte 14% - 18% is gebaseerd op openbare literatuur van gezaghebbende instituten, bijvoorbeeld: • PPO Lelystad (zie Moens, 2003); • Administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie (ABKL) (zie Lamont, 2005). Ook recente proeven PPO Lelystad geven dergelijk vochtgehalte (zie Van Geel, 2005). Uitgangspunt gebaseerd op openbare literatuur en praktijkgegevens van oliemolens in Duitsland met rendementen van (zie bijvoorbeeld (Widmann, 1998)): 67% - 87%. CE kan zich niet baseren op één geval (Delfzijl). Commentaar is onterecht - uitgangspunt niet gehanteerd. In plaats daarvan conform Duitse praktijk en (Moens, 2003): 8%
0% door CE (fout) 8% praktijk Te hoog aardgasgebruik door te hoog vochtgehalte Commentaar is onterecht - uitgangspunt niet gehanteerd of koolzaad na oogst en te laag vochtgehalte koolzaad overeenkomstig praktijkcijfers. na drogen Te hoog dieselgebruik landbouwwerktuigen Diesel + smeermiddelengebruik van 150 – 130 l/ha conform openbare literatuur van gezaghebbend instituut: PPO Lelystad 150 liter/hectare door CE (fout) (zie (Moens, 2003), (KWIN, 2003)) 100 liter/hectare door akkerbouwer Waalkens Eén bron zoals aangevoerd door Solar Oil Systems lijkt ons niet representatief. Te hoog bestrijdingsmiddelen gebruik Commentaar is onterecht – bestrijdingsmiddelen gebruik niet meegenomen in broeikasgas schatting CE negeert huidige afzet stro Commentaar is onterecht: • Gevoeligheid van uitkomsten analyse voor eventuele afzet stro in gevoeligheidsanalyse ingeschat (zie hoofdstuk 9). • Conform mondelinge informatie van CLM wordt meer dan 2/3 koolzaad stro in Duitsland ondergeploegd. CE gaat voorbij aan behoefte bodem aan organisch CE gaat juist uit van het onderploegen van (koolzaad) stro (zie vorige vezelrijk materiaal: commentaar punt). ‘Door dierlijke mest en stro af te wijzen zoals CE stelt verarmt de grond met alle gevolgen van dien’ CE concludeert ten onrechte dat PPO een Van de in 2004 in een enquête van UFOP benaderde oliemolens in nichemarkt brandstof is. Duitsland leverde meer dan ¾ aan biodieselfabrieken of mengvoederbedrijven (zie Stotz, 2004). Maximaal een kwart levert tbv PPO. CE trekt onjuiste conclusies over voertuigemissies. Commentaar is onterecht – CE trekt bij gebrek aan voldoende en betrouwbare praktijkcijfers juist helemaal geen conclusies over voertuigemissies CE neemt keten van sojaschroot en (door PPO Commentaar is onterecht: vervangen) diesel niet mee. • De dieselketen van oliebron tot en met verkoop aan de pomp is meegenomen; • De sojaketen is verdisconteerd middels economische allocatie Energiegebruik koud persen zou rond de 30 CE kan het commentaar niet plaatsen: kWhe/ton koolzaad bedragen. CE hanteert een Het specifiek voor de oliemolen van SOS in Delfzijl geldende gebruik ligt range van 20 – 90 kWhe/ton. binnen de door ons beschouwde range.
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
2
CE CE
Oplossingen voor Oplossingen voor milieu, economie
milieu, en economie technologie en technologie
Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft tel: 015HH 2 150 2611 Delft150 2 150 tel:fax: 015015 2 150 150151 e-mail:
[email protected] fax: 015 2 150 151 website: www.ce.nl e-mail:
[email protected] Besloten Vennootschap website: KvK www.ce.nl 27251086
Besloten Vennootschap KvK 27251086
PPO duurzaamheidsdiscussie CE’s reactie op het commentaar van Solar Oil Systems
Bijlage
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
3
A
Verdieping van de reactie van CE op commentaar Solar Oil Systems (SOS)
A.1
Commentaar bladzijde 1 reactie SOS Niet representatieve teeltopbrengst Volgens SOS zou in de studie zijn uitgegaan van een niet representatieve opbrengst van 3.300 ton koolzaad per hectare. De kritiek is onterecht: • er is in de studie gerekend met een gemiddelde opbrengst van 4.000 kg/ha; • er is bij wijze van gevoeligheidsanalyse ook een berekening uitgevoerd voor opbrengsten van 3.000 kg/ha en 5.000 kg/ha. De aangehouden gemiddelde en optimale opbrengst is gebaseerd op teeltervaringen in Duitsland waar koolzaadteelt sinds jaar en dag op grote schaal plaatsvindt (zie blz. 18 – 19 CE-rapport). Gangbare opbrengsten zijn 4.000 – 4.500 kg/ha met uitschieters naar 5.000 kg/ha. Er is ook gebruik gemaakt van de resultaten van proefteelten bij PPO Lelystad, van de afgelopen drie jaar waar opbrengsten van 4.500 – 5.500 kg/ha zijn gehaald. Te hoog vochtgehalte CE zou uitgaan van een te hoog vochtgehalte van 16%, terwijl 8% - 12% gangbaar is. Het door CE gehanteerde uitgangspunt is gebaseerd op informatie van PPO Lelystad – het kennisinstituut voor teeltsystemen voor de Nederlandse landbouw – en praktijkervaringen in aan Nederland grenzende Bundesländer in Duitsland. Ook in de recente teeltproeven van PPO Lelystad worden vochtgehalten van 16% gevonden. Overigens wordt in (Moens, 2003) opgemerkt dat bij vochtgehalten zoals genoemd door SOS productverlies tijdens oogst groot is door breuk van de zaadpeulen omdat deze te droog en te bros worden bij lage vochtgehalten.
A.2
Commentaar bladzijde 2 reactie SOS Terugdrogen tot 0% vocht CE zou uitgaan van terugbrengen van het vochtgehalte van het koolzaad t.b.v. opslag tot 0% aanhangend vocht. De kritiek is onterecht. CE gaat uit van een vochtgehalte voor opslag van 8% (zie blz. 23, CE-rapport).
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
4
Rendement koud persen CE zou uitgaan van een te laag rendement van 75%, terwijl een rendement van 81% representatief zou zijn. CE kan het commentaar niet plaatsen. Het door CE aangehouden rendement is gebaseerd op praktijkervaringen in de afgelopen jaren in Duitsland en op informatie op de website van Folkecenter, een Deense kennisorganisatie op het gebied van koolzaadverwerking. De geraadpleegde bronnen geven een spreiding in rendement bij praktijkinstallaties van 67% - 87%. Bovendien lijkt een producent van PPO niet gebaad bij een te hoog rendement: De bedrijfsvoering van de pers is gericht op aan de ene kant een maximale isolatie van olie en aan de andere kant een minimalisering van het gehalte aan fosfor en vaste deeltjes in de olie. Vaste deeltjes zijn ongewenst voor de beoogde toepassing als voertuigbrandstof en leiden tot extra olieverlies bij afscheiding. Fosfor komt voor in de olie c.q. het zaad in de vorm van fosforlipiden. De aanwezigheid daarvan in de olie maakt de olie gevoeliger voor oxidatieve afbraak en verhoogt de hydratiseerbaarheid (het vermogen om water op te nemen). Daarnaast is fosfor ook ongewenst voor de toepassing als voertuig brandstof. Het kan afzettingen en verstoppingen in de motor veroorzaken en kan katalysatoren vergiftigen. Voor zover wij kunnen nagaan is er in de CE-studie gebruik gemaakt van een representatief rendement. A.3
Opmerkingen op bladzijde 3 Het rekenvoorbeeld op basis van de zogenaamd door CE gehanteerde uitgangspunten is fout. Wij hebben deze uitgangspunten niet gehanteerd. Energiegebruik voor drogen is voor zover wij kunnen nagaan correct en heeft überhaupt weinig invloed op de totale broeikasgasemissie. Gebruik van energie tijdens oogst is overgenomen uit Kwantitatieve Informatie (KWIN) van PPO Lelystad, algemeen naslagwerk voor rendabiliteit calculaties voor akkerbouw. Ervaringen van één boer zijn volgens ons weinig representatief. Gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen is overgenomen uit KWIN en teelthandleiding koolzaad van PPO Lelystad en is niet verdisconteerd in broeikasgas bepaling. De gevoeligheid van de studieresultaten voor afzet van stro wordt in hoofdstuk 10 besproken. Navraag in Duitsland geeft overigens aan dat 2/3 van het koolzaadschroot daar wordt ondergeploegd.
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
5
A.4
Opmerkingen op bladzijde 4 De opmerking over emissies bij raffinaderijen is suggestief. Het is trouwens ook mogelijk brandstoffen te betrekken van raffinaderijen die geen bunker fuel produceren, zoals Exxon Botlek.
A.5
Opmerkingen op bladzijde 5 en 6 De informatie over het aantal omgebouwde voertuigen in Nederland en het noemen van diverse autofabrikanten voor wier voertuigen of een beperkt deel van het productiepalet een ombouwset bestaat geeft geen inzicht in het totale aandeel op de markt beschikbare voertuigen waarvoor een ombouwset bestaat.
A.6
Opmerkingen op bladzijde 7 CE heeft geen conclusies getrokken inzake voertuigemissies vanwege beperkte beschikbaarheid van informatie. De opmerking dat CE conclusies heeft getrokken op basis van ‘een paar voertuigen’ is dan ook onterecht en suggestief. Het betoog voor een lokaal zelfvoorzienend landbouwsysteem is niet relevant voor een beoordeling c.q. waardering van de CE studie. Doel van de studie was inzicht te verschaffen in de prestaties van PPO als voertuig brandstof vanuit het perspectief van klimaatbeleid.
A.7
Opmerkingen op bladzijde 8 Emissies gerelateerd aan transport van aardolie en dieselproductie zijn in de CEstudie verdisconteerd. Emissies gerelateerd aan eventueel uitgespaarde sojaschroot zijn verdisconteerd door de economische allocatie van de milieubelasting bij koolzaadteelt naar PPO en koolzaad koek. CE heeft voor het elektriciteitgebruik bij koud persen gerekend met een spreiding van 20 – 90 kWhe/ton koolzaad, niet met een gemiddelde verbruik. De oliemolen Delfzijl heeft een elektriciteitgebruik dat binnen dit bereik ligt. De in de CE-studie gegeven range voor productiekosten zijn inclusief inkoop van koolzaad, niet zoals SOS schijnt te hebben begrepen enkel de kosten voor de procesvoering van de oliemolen. Uit de door SOS opgegeven kosten en opbrengsten kan worden geconcludeerd dat de analyse van CE een met de praktijk overeenkomende schatting geeft: 0,63 + 0,30 – 0.,24 ≈ 0,70 €/kg of 0,63 €/liter. Het zou overigens goed zijn wanneer SOS voor de volledigheid en om te voorkomen dat een te rooskleurig beeld ontstaat ook de kosten voor ombouw zou opnemen in haar commentaar. Deze kosten geven een extra kostenpost van € 0,20 - € 0,30 per liter PPO.
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
6
Daarnaast wordt in de globale kostenberekening uitgegaan van inkoop van koolzaad (92% d.s.) tegen een tarief van € 210/ton. Dit is echter de marktprijs voor koolzaad af akker (84% d.s.). Correctie hiervoor zou een kostenpost voor koolzaad inkoop van € 0,70/kg olie geven.
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
7
B
In deze notitie aangehaalde literatuur
Moens, 2003 H.L. Bernelot Moens, J.E. Wolffert Teelt van koolzaad Wageningen : WUR Wageningen : Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, mei 2003 KWIN, 2003 W.A. Dekker Kwantitatieve informatie akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt 2002 3e druk Lelystad : Praktijkonderzoek plant en omgeving business unit AGV, maart 2003. Van Geel, 2005 Willem van Geel en Gerard Borm Proeven koolzaad voor biobrandstof 2005 Verslag veldproeven Ebelsheerd en Vredepeel 2005 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V.; Business-unit Akkerbouw, Groene Ruimte en Vollegrondsgroente; december 2005 Lamont, 2005 Jean-Luc Lamont Yvan Lambrechts Koolzaad, het nieuwe goud? Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; Administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie (ABKL); Afdeling Voorlichting Stotz, 2004 K. Stotz, E. Remmele Dezentrale Ölsaatenverarbeitung in Deutschland, Ergebnisseeiner Befra-gung Technologie- und Förderzentrum in Kompetenzzentrum für Nachwachsende Rohstoffe, Straubing, juli 2004 Kempenaar, 2003 Kempenaar, et al. Gangbare landbouwkundige praktijk en recente ontwikkelingen voor vier akkerbouwgewassen in Nederland Wageningen : Plant Research International, juni 2003 Parkhomenko, 2004 International competitiveness of soybean, rapeseed and palm oil production in major producing regions Landbauforschung Völkenrode FAL agricultural research, 2004
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
8
Widmann, 1998 B. Widmann, H. Kopetz et al (Ed.) Production of vegetable oils in decentral plants and aspects of quality management – investigations on plants in practice to optimise the process University of Munich, Bijdrage aan ‘Biomass for Energy and Industry 10th European Conference’,
4.000.0/PPO duurzaamheidsdiscussie maart 2006
9