POSITIONPAPERS Rondetafelgesp rek op maandag 29 september 2014 over Roma, Sinti en Woonwagenbewoners
Blok 1
—
10.00-11.00 uur: Belangenorganisaties
Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland (mn’. Achterbergh) Landelijk Roma Platform Nederland (mw. Jovanovic) EI Vereniging van Sinti Slachtoffers Nederland (dhr. Rosenberg) EI Stichting Olungodrom (mw. B. Steinbach) Vertegenwoordiger Friese Roma (namens Mirosch, dhr. Kallenkoot) .
Blok 2
—
11.10-12.10 uur: Overheid en welzijn
EI Dhr. F. Backhuijs (burgemeester gemeente Nieuwegein) EI Dhr. E.M.C. Faassen (wethouder gemeente Capelle aan den IJssel) EI Mw. A. Veneman (Politie Gelderland Midden) Dhr. P. Paisma (Leger des Heils)
Blok 3
—
13.10-14.30 uurNGO’s , experts en wetenschap
Mw. T. de Witte (Defence for Children) Dhr. P. Jorna (consultant Social Inciusion Roma & Sinti Issues) Dhr. K. Rijken (journalist, schrijver van het boek ‘Ronia’) EI Mw. J. Schuyf (Movisie) EI Mw. J. van de Belt (directeur Stimulans Veitlioven) Dhr. W. Hilhorst (Politie Academie) Dhr. H. van Baar (‘Amsterdam Centre for Globalisation Studies)
.
.
ADVIESGROEP VSRWN De Vereniging van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners in Nederland, afgekort VSRWN heeft een adviesgroep in het leven geroepen om de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners nog beter van dienst te kunnen zijn, maar ook om een spreekbuis te vormen met en voor de Landelijke overheid, de Provinciale overheid Overheid en de Gemeentelijke Overheden, Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De adviesgroep bestaat uit de volgende personen:
•
De Heer M. van der Vaart: deze is een succesvol zakenman, tevens bouwkundige op het gebied van prefab woningbouw en woonwagenbouw, waarbij zijn ervaring als caravan importeur van groot nut is. Verder is de de heer van der Vaart goed ingevoerd bij de diverse doelgroepen.
•
De hr. N. Halberstad: eveneens een succesvol zakenman, bouwkundige, vooral op het terrein van woonwagens en de randvoorwaarden die daarbij horen en samen met de hr. v.d. Vaart de motor waarop de vereniging VSRWN draait.
•
Mevr. S. Agterbergh: Mevr. Agterbergh spreekt vier talen, waaronder de specifieke taal van de Sinti en Roma. Zij is tevens als voorzitter het boegbeeld van de vereniging en daarom het belangrijkste aanspeekpunt voor de VSRWN. Zij heeft reeds laten zien, dat zij bijzonder deskundig is bij het opstarten en ontwikkelen van projecten voor de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners.
•
De hr Mr. Ing. A. Klein: Mr. Klein heeft vanwege zijn werkzaamheden als advocaat ruime deskundigheid m.b.t. het begeleiden van en behulpzaam zijn bij de projecten van jonge startende ondernemers.
•
De hr. N.A. Caneel: de hr. Caneel heeft ruime ervaring op HBO niveau m.b.t. maatschappelijk werk, Reintegratie en schuldhulpverlening en dus vooral aanspreekpunt van de leden van de VSRWN. Hij heeft 35 jaren op sociaal en maatschappelijk gebied op gemeentelijk niveau in de woonwagenwereld gewerkt. Waarbij onder anderen ook crisisteam woonwagen zaken.
•
De hr. Mr. J.T.J. van Diepen: Mr. Van Diepen heeft zijn sporen verdiend in de advocatuur en zet zijn activiteiten voort in het juridisch begeleiden van de door de vereniging en haar leden opgezette en op te zetten projecten.
•
De hr. P. Jorna: de hr. Jorna is al jaren volledig ingewerkt in de problematiek die er bestaat tussen de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De overheid en gemeenten. Hij kent eveneens de weg in brussel en staatsburg. De hr. Jorna is zowel nationaal als internationaal een klankbord voor problemen en fungeert daarom mede als mediator tussen de beide doelgroepen.
De adviesgroep wenst zich in te zetten bij het oplossen van alle mogelijke problemen die zich voordoen tussen de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners aan de ene kant en de diverse overheden aan de andere kant. De adviesgroep wil daarbij in alle eerlijkheid en met respect voor beide partijen in dialoog trachten haar capaciteiten in te zetten. En het maatschappelijke draagvlak vergroten. De adviesgroep kan in concreto om. de volgende diensten aanbieden: •
Communicatie tussen de doelgroepen en de diverse overheden. Het vorm geven van beleid met het oog op normalisatie van de betrekkingen tussen de gemeente Sinti, Roma en Woonwagenbewoners.
•
Het beoordelen en waarderen en begeleiden van de voor de individuele leden op te zetten projecten (bedrijven).
•
Fysieke en financiële ondersteuning van de op te zetten projecten en het begeleiden daarvan.
•
Juridische ondersteuning bij alle activiteiten de vereniging en haar leden betreffende.
•
Het opstellen van exploitatie begrotingen
•
Het instellen van sociale wijkteams en het begeleiden daarvan. Met aandacht voor het woon en leefklimaat voor alle betrokkenen.
•
De maatschappelijke ondersteuning van de wijkteams mede met het oog op ontwikkeling van jeugdbeleid op sociaal en cultureel terrein. Verder zal er ook aandacht zijn voor het onderwijs
•
Ondersteuning bij het beheer en onderhoud van de wijken t.b.v. de wijkteams.
•
Het opstellen en begeleiden van meerjaren onderhoudsplanning
•
Het doen van taxaties opstallen, woonwagens e.d.Het bouwen van woonwagens en woningen, volgens de normen van de overheidHet renoveren van woonwagens en het aanleggen van woonwagenkampen
Verder wil de adviesgroep zich richten op het vergroten van de draagkracht en de acceptatie door de Nederlandse bevolking. Door de jaren heen is er veelal niet een goed beeld ontstaan m.b.t. bijvoorbeeld het wonen en de woonbeleving van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Daar wil de adviesgroep zich stevig voor inzetten.
Ook wil de adviesgroep werken aan het handhaven van de diverse woonwagen locaties en daar waar nodig is het uitbreiden van de woonwagen locaties. De doelgroep moet een Vrije keus kunnen maken tussen het verwerven van elke vorm van zelfstandige woonruimte. Het recht op deze keus betekent dat de door diverse gemeenten gehandteerde sterfhuis constructie met betrekkeing tot woonwagenlocaties en woonwagen niet meer het hoofddoel van deze gemeenten mag en moet zijn.
Hoogachtend, Vsrwn De overmaat 26 6831 AH Arnhem E-Mail: vsrwn © hotmail.com
Tel: 0610552438/0617479925/0641515292 Fax:0263230260 Kvk:55083447 Bank Ing: 5160421 Website: www.vsrwn.weebly.com
Voorzitter:
Sabina Achterberg
Penningmeester:
Nino Ha1erstadt
Secretaris:
Algeheel directeur:
Kiman
Meinevan der Vaart
WERKGROEP ALGEMEEN
Vereniging van Sinti, Roma en andere Woonwagenbewoners in Nederland
Aanleiding
De VSRWN heeft een beleidsvisienotitie opgesteld. In deze beleidsvisienotitie staat met welke uitgangspunten de vereniging aan de slag gaat om de maatschappelijke positie van de Sinti en Roma en wagenbewoners in Nederland structureel te verbeteren en hoe zij dit wil doen. De vereniging wil ‘
aandacht voor de inrichting van de woonwagenlocaties, verbetering van de leefomstandigheden op de locaties, aandacht voor woon en leefklimaat op en rond de locaties e.d., en wil verbetering van onderwijsparticipatie van kinderen en jongeren en werkgelegenheid bevorderen. In het visie verhaal staat op welke wijze de VSRWN dit wil doen: ‘De Vereniging wil een verbindende schakel vormen tussen de Sinti en Roma en Woonwagenbewoners onderling en de diverse overheden. Deze opstelling kan alleen maar slagen, als deze voldoende wordt gesteund door haar achterban. Deze steun is er in zeer grote mate, gezien het feit, dat de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zelf de vereniging vormen, Op 22 februari zal het bestuur en de adviesraad van de VSRWN dit stuk vaststellen en vervolgens met de achterban hierover in gesprek gaan. Daarna wordt er een besluit genomen. De vereniging signaleert heden ten dage geen verbetering van de positie van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. En ziet dat deze groep van hen buiten de boot dreigt te vallen, en in een neerwaartse spiraal terecht komt. (3% van het totaal aantal leerplichtige kinderen en jongeren gaat onregelmatig naar school) Ook ziet de vereniging dat het vertrouwen tussen instanties, gemeenten en achterban niet voldoende is om deze neerwaartse spiraal om te buigen. Criminaliteit dreigt een groter probleem te worden. De integratie tussen alle burgers is nog niet voltooid. Wij, de vereniging en ook overheden moeten keihard gaan samenwerken om alle problemen die er zijn gezamenlijk op te lossen. De vereniging heeft het respect en het vertrouwen van het overgrote deel van de achterban. Onze vereniging is gestoeld op eerlijkheid, transparantie, duidelijkheid, gelijke behandeling en openheid en dat weet de achterban. Als onze Vereniging op een woonwagenkamp komt wordt de vereniging met open armen ontvangen. Er wordt met aandacht naar ons geluisterd. Er is eindelijk een vereniging die zij kunnen vertrouwen die voor hun belangen opkomt en de waarheid spreekt. Behalve een groot netwerk in de achterban kent de VSRWN ook een groot netwerk van externen van Europese overheid, de landelijke en lokale overheid, evenals relevante organisaties van onder andere onderwijs, werkgelegenheid, sport en spel. Zo kan de vereniging een bijdrage leveren in het bevorderen van de integratie tussen Burgers, Sinti, Roma en Woonwagenbewoners.
1
Werkgroep algemeen Om de extra aandacht en aanpak die nodig is om de positie te versterken van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners heeft de VSRWN een werkgroep samengesteld van personen, die allen komen uit de achterban van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Deze werkgroepleden hebben een uitstekende staat van dienst ontwikkeld. Zij zullen een positief voorbeeld zijn voor de achterban. En de werkgroepleden zijn goed op de hoogte van de ontwikkelingen in de achterban en hebben kennis van gemeentezaken en andere externen. Zij willen zich inzetten voor de achterban en hen ondersteunen bij allerlei zaken die van belang zijn voor hun positieverbetering. Zij zijn de gewenste verbindende schakel tussen de diverse groepen en partijen. Het draagvlak en bereik bij de achterban zal worden vergroot door het uitvoeren van een landelijke tournee langs Sinti, Roma en woonwagenlocaties en daar waar zich ‘witte vlekken’ voordoen initiatieven stimuleren en contactpersonen werven. De werkgroepleden nemen contact op met al aanwezige locale en regionale contactpersonen. Een aantal werkgroepleden is gevraagd deel te nemen. Het enthousiasme voor deze opzet is zo groot dat enkele mensen zich spontaan hebben aangemeld. Allen zien voor zich de rol die zij hebben om contacten te leggen met de achterban, te signaleren, waar nodig te adviseren en te bemiddelen. Bij grote of ingewikkelde vraagstukken zullen de knelpunten met de adviesgroep en het bestuur besproken worden. Op basis van de aanbevelingen zal met de betrokkenen een advies gegeven worden. De betrokkenen beslissen altijd zelf of zij hiermee aan de slag gaan. Deze werkgroepopstelling past uitstekend bij de overlegstructuur, gebaseerd op de hiërarchie die bestaat binnen de Sinti en Roma leefgemeenschappen; er is een 100% saamhorigheid over de te nemen en genomen besluiten. Doelstelling:
Deze werkgroep zal al of niet gevraagd contact opnemen met alle woonwagenkampen, met contact personen praten, luisteren naar de knelpunten. De werkgroep zal aanbevelingen geven en verslag doen aan bestuur en achterban. Op basis van de informatie zal een advies gegeven worden aan de contactpersonen. Daar waar extra bemiddeling nodig is, zal het werkgroeplid hierin bemiddelen.
2
Samenstelling Werkgroep Algemeen Tato Mirando/Adolf Weiss: Hij is een groot musicus, die veel reisde met zijn muziek. Hij is Koninklijk onderscheiden. Hij is een goede algemene coördinator en spreker. Hij heeft in de Sinti- en Romawereld veel respect opgebouwd. Zij luisteren naar hem. Hij is een verbindende factor, hij weet de Sinti en Roma weer bij elkaar te brengen. Hij heeft de Holocaust meegemaakt, toen hij tussen de 8 enl2 jaar was. Hij heeft met zijn familie op verschillende plaatsen in Nederland ondergedoken gezeten en is daardoor gered. A.M. Roels en l.S. Basily: zijn de vaders van de Basily Boy’s, een muziek groep die regelmatig in Europa optreedt. Ook organiseren zij de Django Reinhardfestivals. En hebben ook bij de Rolling Stones privé opgetreden. Beike Steinbach: Zij heeft een tentoonstelling over de tweede wereldoorlog samengesteld. Zij weet ook veel over deze periode. De tentoonstelling heeft in Westerbork, gemeente Den Haag, Kamp Vught en Amersfoort gestaan. Aan de achterban en op scholen geeft zij voorlichting en lezingen over de tweede wereldoorlog. De tentoonstelling bestaat uit foto’s en teksten en bestaan uit veertig panelen afgewisseld met veel teksten en foto’s. Johan/Raclo Keiman: Hij is algemeen coördinator, zakenman, heeft veel contacten en geniet vertrouwen. Rowena Keiman: Zij is afgestudeerd in de economie aan de hoge vakschool in Wageningen. Tevens is zij ook administratief medewerkster. Nino Halberstad (junior): Hij is trainer, ook groepsleider bij voetbaljongeren en moeilijk opvoedbare jongeren Nino Halberstad (senior): penningmeester, zakenman, bouwkundige woonwagens, kent veel mensen en men vertrouwt hem. Sabina Achterbergh: Zij is voorzitter van de VSRWN, goede spreker en voorlichter. Zij spreekt 4 talen, ook Roma- en Sintitaal. Zij heeft goede contacten met de landelijke overheid en in Brussel. En ze is al jaren actief in de belangenbehartiging voor voldoende en goede woonwagenlocaties. De heer N. Caneel: Hij is maatschappelijk werker. De thema’s waarmee hij gewerkt heeft zijn woonen leefklimaat, individuele gezinsproblematiek, schuldhulpverlening en reïntegratie en woonwagenzaken. Thea van Vulpen: Zij is sociaal-cultureel werkster van beroep. En is in haar dagelijks leven consulent vrijwilligerswerk, die het opbouwen en ontwikkelen van organisaties zoals verenigingen. Ook kent zij projectontwikkeling en fondswerving. Zij is zes jaar voorzitter geweest van de Landelijke Sinti en Roma organisatie
3
Taak werkgroep: De werkgroep wordt ingezet om op de locatie in gesprek te gaan, zowel met de achterban die in woonwagens wonen, maar ook in burgerhuizen. De werkgroep algemeen, de naam zegt het al, pakt alle thema’s op, die van belang zijn voor de achterban. De diversiteit van de werkgroepleden zegt iets over de verschillende thema’s en inzet waar zij mee aan de slag willen. Het gaat om de volgende uit te werken thema’s: jeugdactiviteiten en —voorlichting, onderwijs en educatie, werkgelegenheid, tweede wereld oorlog en herdenken, cultuur, muziek, huisvesting en woonwagenbeleid en sport en spel. De werkgroepleden wil ouders, jongeren en jongvolwassenen bereiken. Vanuit de werkgroep zullen diverse activiteiten ondernomen worden zoals lezingen, congressen, tentoonstellingen, reizen naar concentratiekampen. Om de integratie te bevorderen zullen ook zoveel mogelijk burgers hiervoor uitgenodigd worden mee te doen. Thema uitwerking De werkgroep wil in gesprek met de achterban met de volgende thema’s aan de slag: Onderwijs Doelstelling:
De vereniging wil dat alle kinderen naar school gaan en van daaruit doorstromen naar hoger en beroepsonderwijs. De vereniging schat in, dat zeker 3 % niet naar school gaat. Door de contacten die de werkgroepleden hebben, verwacht de vereniging dat met de hulp van de ouders hun kinderen de kansen krijgen en deze gaan grijpen. Dat ouders ook gaan inzien, hoe belangrijk het is om onderwijs te volgen. Deelname aan de voorschool is een grote drempel. Voorlichting aan ouders geven om de angst van de ouders dat er iets met de kwetsbare kleine kinderen kan gebeuren, weg te nemen, zal meedoen sterk vergroten. Arbeid Doelstelling:
De vereniging wil met eigen mensen jongeren en jonge mensen stimuleren om door middel van arbeidsreïntegratie een baan te vinden of een eigen bedrijf te starten. De VSRWN heeft tevens de beschikking over een team van vaklieden zoals loodgieters, elektriciens, timmerlieden, metselaars en stratenmakers. Zij kunnen jongeren ondersteunen in hun weg naar arbeidsdeelname. Wonen Doelstelling:
De VSRWN is van mening dat mensen vanuit een vrije keuze bepalen of zij in een rijtjeshuis of in een woonwagen willen wonen. De VSRWN pleit er dan ook voor om in goed overleg met de gemeente
4
goede en veilige woonwagenplekken en locaties te houden. De burgers worden toch ook niet met uitster[constructies bedreigd en hoeven zeker niet verplicht in een woonwagen te wonen? Sport en spel Doelstelling:
Een belangrijke stimulering voor de jeugd is deelname aan sport en spel. De vereniging verwacht dat deelname aan onderwijs het beste kan worden aangewakkerd, ook door hun ouders, om kinderen te stimuleren deel te nemen aan sportclubs. De vereniging wil daarvoor faciliteiten creëren, waarbij contacten met diverse sportclubs zullen worden opgezet. Tweede Wereld oorlog en herdenken Doelstelling:
De vereniging wil de herinnering aan de tweede wereld oorlog houden. Zij wil in gesprek met de overlevenden van deze oorlog. Zij vindt dat er veel meer informatie over de verschrikkelijke gebeurtenissen en de gevolgen van de oorlog en de vervolging is, dan nu algemeen wordt aangenomen. Een aantal werkgroepleden zullen door middel van voorlichting de aandacht hierop extra vestigen. Zo wordt recht gedaan aan alle overledenen en overlevenden en kan herdenking volwaardig plaatsvinden. Reizen naar de vernietigingskampen kan zeer goed door de werkgroep worden georganiseerd. De werkgroep zal uitzoeken in welke vernietigingskampen Sinti’s en Roma’s zijn omgekomen; het was niet alleen in Auswitsch. Muziek Doelstelling:
Muziek is een belangrijk onderdeel in de cultuur van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. En wordt van generatie naar generatie overgedragen. Om deze muziek te behouden en te professionaliseren zal ook vanuit de werkgroep extra aandacht gegeven worden. Voorzitter:
Sabina Achterberg
Penningmeester:
Nino I-Ia1,erstadt î
Secretaris:
1etrKiman
1 Algeheel directeur:
-
/
Overmaat 26 6831 AH Arnhem tel 0610552438,0617479925 Fax: 026 323 0260 KvK: 55083447 Bank: 1NG5160421 e-mail: vsrn @hotmail.com website: www.vsrwn.weebly.com
5
Bestuurswerk project
18-6-2014
Doelstelling
Behalve een groot netwerk in de achterban kent de VSRWN ook een groot netwerk van externen van Europese overheid, de landelijke en lokale overheid, evenals relevante organisaties van onder andere onderwijs, werkgelegenheid, sport en spel. Zo kan de vereniging een bijdrage leveren in het bevorderen van de acceptatie en maatschappelijke participatie tussen burgers, Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Aanleiding
De vereniging (VSRWN) maakt reis- en onkosten, omdat de vereniging deelneemt aan conferenties voor Sinti/Roma/Woonwagenbewoners en dan met name de Europese conferenties en voor de binnenlandse reizen voor maatschappelijke problemen en oplossingen voor de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De vereniging wordt ook gevraagd door mensen in het land om hun gemeente te bezoeken en te communiceren. De vereniging heeft geregeld overleg hebben met een Burgemeester. o.a. al gehad in Tiel, Zoetermeer, Amsterdam etc.), Ministers (o.a. Minister Blok) en ministeries, zoals VWS en het bezoeken van vergaderingen in De Tweede Kamer en in Gemeenteraden. De Vereniging bestaat geheel uit vrijwilligers maar deze moeten tijdens zulke bijeenkomsten wel hun dagelijks inkomen missen. De voorzitter Sabina Achterbergh heeft al meerdere malen conferenties en vergaderingen bezocht en ook ingesproken, o.a. in Athene Griekenland en een paar maal in Brussel. De laatste keer was op 4 april 2014 op de “Roma Summit” waar zij heeft ingesproken ten overstaan van Viviane Reding en vele vertegenwoordigers uit verschillende landen. Door financiële tekorten kan de vereniging niet aan alle vergaderingen deelnemen, die toch heel belangrijk zijn voor onze bevolking en daarvoor speciaal georganiseerd worden. Ook wil de vereniging graag dat de Overheid een officiële vertegenwoordiger vanuit de Gemeenschap aanstelt als Nationaal Contactpersoon Sinti/Roma/Woonwagenbewoners. Dit hebben al meerdere landen in de EU gedaan, waaronder Roemenië. Onze voorzitter is hiervoor beschikbaar. Zij is zelf een mix van Sinti en Woonwagenbewoners en heeft Internationaal veel contacten met Roma en verstaat meerdere taaldialecten. Ook is zij ervaren met het inspreken tijdens grote en kleine vergaderingen. Zij heeft onder andere voor de Gemeenschap ingesproken in de Stopera te Amsterdam en tweemaal in het Europees Parlement in Brussel. Deze reizen zijn noodzakelijk om de positie van de groep op Europees niveau te verbeteren, waar het nationaal vaak niet lukt om tot een oplossing te komen, zijn er vanuit Europa wel goede richtlijnen aangesteld. Er wordt ook veel tijd besteed aan het versturen van brieven en emails om te communiceren aangaande problemen en oplossingen met Gemeenten. Werkwijze Het bestuurswerk bestaat uit vrijwilligers, die in het bestuur, een adviesraad of in een werkgroep zitten. De taken zijn hierin zoveel mogelijk verdeeld in het vertegenwoordigen van de vereniging. Het bestuur vertegenwoordigt vooral de landelijke overheid en de EU. De adviesraad geeft het bestuur advies en zal indien gewenst ook de vereniging vertegenwoordigen. De werkgroep -zo nodig gewenst ook met het bestuur en de advies raad- vertegenwoordigt de vereniging vooral bij gemeenten en lokaties. Het bestuurswerk heeft overwegend een ambassadeursfunctie.
Activiteiten -Bijwonen van congressen op Europees niveau -Presentatie geven bij congressen -Vertegenwoordigen bij bijeenkomsten landelijke overheid, politieke partijen, andere relevante organisaties, en provinciale en lokale overheden -Interne overleggen voor afstemming en adviseren. Resultaat De vereniging is bekend en vertrouwd bij overheden en andere belanghebbende partijen Door de ambassadeursfunctie zal er meer wederzijds begrip ontstaan tussen de achterban, overheid en partijen Welke partijen Overheden(Europa, landelijk, provinciaal en lokaal) politieke partijen, maatschappelijk organisaties Looptijd Doorlopend Kosten Waaraan besteden: Bestuurskosten Reizen, overnachtingen, huren Europese bezoeken, Brussel Zxper jaar 8 nachten €800,- Landelijke overheid 6 x4xSO= €1200 Provinciale bezoeken 12x50= €600 Lokale bezoeken 40x50= 2000x2= €4000 Vergaderkosten zoals telefoon, post, internet Vrijwillige rsve rgoed ing, Organisatie en coördinatie kosten
Hoogachtend, VSRWN De Overmaat 26, 6831 AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvK nr.: 55083447 Bank nr: NL7O INGB 0005 160421 Email:
[email protected] Website: www.vsrwnweebly.com -
Scholingsproject
18-6-2014
Doelstelling
De vereniging wil dat alle kinderen naar school gaan en van daaruit doorstromen naar hoger onderwijs. De vereniging schat in dat zeker 3 % niet naar school gaat. Door de contacten die de werkgroepleden van de vereniging hebben, verwacht de vereniging dat deze kinderen en jongeren met de hulp van de ouders de kansen krijgen en aangrijpen om de school afte maken en een opleiding gaan volgen. Het is belangrijk dat ouders inzien dat het van het begin af aan volgen van het onderwijs hun kinderen de beste kansen biedt later passend werk te vinden bij een baas of als zelfstandige. De vereniging wil stimuleren dat ouders hun kinderen al vroeg naar de voorschool sturen. Deelname aan de voorschool is een grote drempel, omdat ouders een grote angst hebben dat er iets met de kwetsbare kleine kinderen kan gebeuren. Voorlichting aan ouders geven over het belang van de voorschool en hen kennis laten maken met deze vorm van onderwijs zal ouders helpen om hun jonge kinderen naar de voorschool te brengen.
Aanleiding
Het is broodnodig dat de vereniging zich inzet in bemiddelen, ondersteunen en stimuleren om school gaan te bevorderen. Het is ons gebleken dat met name de Roma kinderen niet voldoende onderwijs krijgen. De vereniging (VSRWN) vindt dat er met de ouders individueel gesproken dient te worden om hen ervan te doordringen en te overtuigen hoe belangrijk onderwijs is voor de ontwikkeling van het kind, zodat zij als volwaardige mensen in onze maatschappij zich staande kunnen houden en zelf in hun onderhoud kunnen voorzien en niet afhankelijk hoeven te zijn van uitkeringen of criminele activiteiten. De vereniging beseft terdege, dat met name deze kinderen in de huidige tijd alleen met een goede opleiding een fatsoenlijk leven en toekomst kunnen opbouwen. Veel mensen via allerlei stichtingen en organisaties hebben zich met deze problemen bezig gehouden. Steeds blijkt weer dat er onvoldoende inzicht in de positie en problemen is van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. En voelen Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zich niet serieus genomen en wordt het stimuleren naar school niet als betrouwbaar ervaren. Al met al heeft dat de gemeenschap in Nederland al enorm veel geld gekost. De vereniging is ervan overtuigd dat voorlichten in contacten met de gemeenschap via eigen kanalen het meest succesvol is.
De vereniging heeft het vertrouwen van deze groepen, zodat zij ook bereid zijn naar hetgeen de vereniging te vertellen heeft, te luisteren. De vereniging is immers samengesteld uit hun eigen mensen van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners.
Werkwijze
De vereniging (VSRWN) is bezig scholingsprojecten op te starten ten behoeve van de Sinti, Roma en Woonwagenkinderen en wel voor die gezinnen die minderjarige kinderen hebben, maar niet regelmatig naar school gaan. Wij de vereniging (VSRWN) willen daarvoor onze werkgroep en onze intermediairs inzetten. De Vereniging van Sint, Roma en Woonwagenbewoners in Nederland vindt het de hoogste tijd dat Sinti, Roma en Woonwagenbewoners deze scholingsprojecten in eigen beheer, met begeleiding van de deskundigen van de vereniging, uitvoering gaan geven.
Activiteiten
-Per gezin is er een intermediair die samen met hen naar school gaan, kennismaken met die school en samen onderwijs volgen, In een volgende stap gaan meer gezinnen samen ‘school volgen’. -Tijdens schoolavonden, ouderbijeenkomsten geven intermediairs informatie over de geschiedenis van de Sinti, Roma en woonwagenbewoners -Ouders(vaders en moeders apart) krijgen les in scholen
\ Resultaat
Dit project biedt de achterban de mogelijkheid onderwijs te zien als versterking van talenten en vaardigheden. Onderwijs legt een basis om met de opgedane kennis en ervaring een vervolgopleiding te kiezen in zowel praktijk als theorie.
Welke partijen
Scholen, gemeenten, oudercomités, ouders van nu
Looptijd 2014- 2017
Kosten Waaraan besteden Organisatie- reiskosten intermediairs Opleiden intermediairs Materiaal leskosten ouders Huur ruimte Coördinatie kosten
Hoogachtend, VSRWN De Overmaat 26, 6831 AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvK nr.: 55083447 Bank nr: NL7O INGB 0005 160421 Email:
[email protected] Website: www.vsrwn.weebly.com -
Sport en spel project
18-6-2014
Doelstelling Een belangrijke stimulering voor de jeugd is deelname aan sport en spel. De vereniging verwacht dat deelname aan sport het beste kan worden aangewakkerd, ook door en met hun ouders, om kinderen te stimuleren deel te nemen aan sportclubs. De vereniging wil daarvoor faciliteiten creëren. Zo kan de doelgroep samen sporten en contacten met diverse sportclubs zullen worden opgezet. Aanleiding Het is binnen de cultuur van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners niet gebruikelijk om mee te doen aan sportieve activiteiten van burgers. Toch zijn er voorbeelden van voetballers zoals R. van der Vaart die een succesvolle carrière maken in de sportwereld. Bij de woonwagenkampen is er vaak weinig of slechte gelegenheid om te spelen en te sporten. Zowel ouders als hun kinderen zijn nauwelijks bekend met de mogelijkheden van sport. De vereniging vindt het belangrijk dat in de achterban meer vertrouwdheid komt met het plezier en het belang van sporten. En zo ook te komen tot gezondheidsverbetering van de doelgroep. De vereniging is van mening om eerst in eigen kring sport te stimuleren. Zo zijn er voorbeelden van trainers uit de Sinti en Romagroepen voor amateurvoetbal en boksen. Deelnemen in eigen kring en in de samenleving kan goed samen gaan. Zo kunnen vaders en zonen samen en moeder en dochters samen sporten. Werkwijze De vereniging wil een speciale spel en sport commissie opzetten, die voorlichting gaat geven over deze activiteit en contact gaat leggen met sportverenigingen en de sport- en spel activiteiten gaat organiseren. —
Activiteiten Zorgen voor clinics sporten door bekende sporters Organiseren van (lokale of regionale, landelijke toernooien) Coachen en begeleiden van ouders en kinderen Spel aan jonge kinderen en hun ouders bieden in samenwerking met lokale organisaties Dansen aerobics voor moeders en dochters Kennismaken met diverse sporten in de eigen omgeving Resultaat Zowel ouders als hun kinderen hebben plezier in sport en spel. Zij willen actief mee doen met de lokale sportverenigingen. Welke partijen Sportverenigingen(commercieel en amateur), gemeenten, buurtwerk, Jantje Beton Looptijd 2014-2017
Kosten waaraan te besteden Sportleraar, Clinics Ruimtes huren Sportkleding Organisatie- en coördinatie kosten
Hoogachtend, VSRWN De Overmaat 26, 6831 AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvK nr.: 55083447 Bank nr: NL7O INGB 0005 160421 Email:
[email protected] Website: www.vsrwn.weebly. corn -
Werkgelegenheidsproject Doelstelling
De vereniging wil met eigen mensen jongeren en jonge mensen stimuleren een baan te vinden of een eigen bedrijf te starten. De VSRWN heeft de beschikking over een team zakenlieden die hun medewerking willen en gaan geven aan het opzetten van bedrijven. Zij kunnen jongeren ondersteunen in hun weg naar arbeidsdeelname. De vereniging (VSRWN) is van oordeel en overtuigd dat deze projecten veel werkgelegenheid zullen gaan bieden bij Sinti en Roma en dat is heel hard nodig. De vereniging (VSRWN) wil er graag aan werken dat de jongeren een doel hebben in het leven. En dat met subsidie van de overheid en vanuit Brussel werkgelegenheid wordt geschapen, zodat honderden jongeren en ouderen werk zullen hebben. Aanleiding
In de jaren zestig en zeventig in de vorige eeuw, hebben door de ingrijpende en veel te snelle veranderingen in wonen in woonwagens en in kampen, Sinti, Roma en Woonwagenbewoners nauwelijks of geen kansen gehad om alternatieve vormen van werkgelegenheid te ontwikkelingen, die passen bij de eigen werkwijze en kunde. Het wonen en reizen in en met een woonwagen bood veel mensen de gelegenheid hun handel deur-aan-deur te verkopen of diensten aan te bieden. Deze handelswijze werd drastisch ingeperkt door het verbod op reizen en doordat zij gezamenlijk naar grote kampen moesten verhuizen. Werkwijze De vereniging (VSRWN) heeft 4 bedrijven, zoals een camperhandel, vrachtwagenhandel, een stoffeerderij, 2dehandswinkel, opgericht en 2 bedrijven zijn in oprichting. De vereniging (VSRWN) wil dit project in geheel Nederland verder ontwikkelen. Dit wil de vereniging doen door steeds op locatie met jongeren en bedrijven aan de slag te gaan door eigen bedrijfjes op te zetten. De vereniging wil industriegrond aankopen waar starters van bedrijfjes starterhalletjes kunnen huren en daar kunnen werken. Toelichting De volgende beroepen bieden de mogelijkheid tot het opzetten van een eigen bedrijf.
• •
• • • • • • • • •
Het opzetten van gipsyfood eetgelegenheden in de vorm van een restaurantje of een wagen met kookgelegenheid bij markten, festivals en evenementen in geheel Nederland. Aanbieden van muziekscholen met deskundige begeleiding van sinti-en roma muzikanten de leiding zal geschieden van koninklijk zigeunerorkest Tata Mirando en de basily boys en het promoten van zigeunermuziek, waardoor muzikanten kunnen optreden en verdienen. Scholing in fijnslijperij, schoorsteenvegen, tuinen aanleggen en opknappen, weegwerktuigen. Bouwbedrijfjes die schilderwerk bieden, diverse klussen uitvoeren, bouwen, onderhoud en reparaties van chalets en prefab woningen. Textielbedrijfjes, zoals naaiateliers het opzetten van een schoonheidssalon en kapsalon Bedrijfjes met huishoudelijke artikelen, nagelstudio Gereedschapsbedrijfjes Autohandel, garage, APK Camperhandel; koop en verkoop, reparaties, keuringsstations Sloperijen recycle bedrijfjes zoals oud ijzer Staanplaatsen op markten
Tevens gaat de vereniging een groot bouwbedrijf opzetten, die de leefbaarheid van woonwagenkampen kan aanpakken, kampjes kunnen bouwen en eventueel uitbreiden, staanplaatsen kunnen aanleggen, woonwagens en prefab woningen kunnen bouwen, maar ook repareren. De vereniging heeft daarvoor voldoende vaklieden onder anderen, loodgieters, elektriciens, timmerlieden, metselaars en stratenmakers. Ook kan de vereniging dan de onderhoud van de woonwagenkampjes in zijn geheel verzorgen en leefbaar maken in geheel Nederland maar ook eventueel daar buiten. Activiteiten
-Jongeren en hun ouders maken kennis met praktijk en vakgerichte beroepen. Indien wenselijk meisjes en moeders, jongens en vaders aparte kennismakingbijeenkomsten bieden. -Coachen van jongeren die dreigen te ontsporen -Coachen van jongeren in het uitwerken van hun beroepskeuze -Coachen van jongeren bij het opstarten van een eigen bedrijf: waar moet je op letten bij het opzetten van een eigen onderneming. -Cursus ‘werken met cijfers’ -Leren zichzelf te presenteren -Alternatieve vormen van aantoonbare prestaties ontwikkelen zoals bijvoorbeeld voor een groep een presentatie geven over werk en resultaten. Resultaat
Jongeren maken hun beroepskeuze succes vol af Weten ‘Afspraak is afspraak’. Ouders ondersteunen jongeren Honderden jongeren weten hun weg naar werk te vinden Jongeren hebben inzicht in hoe een bedrijf op te zetten, weten waar een bedrijf aan moet voldoen en gaan succesvol aan de slag Welke partijen Lokale Bedrijven, zelfstandigen, gemeenten en scholen Looptijd
2014-2017 Kosten waaraan besteden
Cursussen ondernemen Organisatiekosten Begeleiders van jongeren Cursus ‘presenteren’ Coördinatie kosten Workshops handwerkberoepen Hoogachtend,
Dit alles is door de vereniging te realiseren. Wij hebben grote ondernemers in ons midden die deze zaken kunnen uitvoeren als wij maar het vertrouwen krijgen van de overheid en gemeenten. .
.
.
..
De Overmaat 26, 6831. AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvKnr.: 55083447 Bank nr: NL7O INGB 0005 1604 21 Email:
[email protected] Website: www.vsrwn.weebly.com -
VSRWN
.
Vereniging Sinti, Roma en Woonwagen Bewoners Nederland opgericht: 25-4-2012 De Overmaat 26, 6831 AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvK nr.: 55083447 Bank nr: NL7O INGB 0005 1604 21 Email:
[email protected] Website: www.vsrwn.weebly.com -
Datum: 20-3-2014
Beleidsvisie Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland Vastgesteld dd. 22 februari 2014 ALGEMEEN De Vereniging Sinti Roma en Woonwagenbewoners Nederland(hierna te noemen als VSRWN) wil aandacht voor de inrichting van de woonwagenlocaties, verbetering van de leefomstandigheden op de locaties, aandacht voor woon- en leefklimaat op en rond de locaties, mogelijke uitbreiding van de locaties en wil verbetering van onderwijsparticipatie van kinderen en jongeren en werkgelegenheid bevorderen. Ook gaat de aandacht naar sport en spel, muziek en Tweede Wereldoorlog. De werkzaamheden van de vereniging zijn erop gericht de maatschappelijke positie van de Sinti en Roma en Woonwagenbewoners in Nederland structureel te verbeteren. De Vereniging richt zich zowel op gemeenten als op Sinti en Roma en wagenbewoners zelf om dit doel te bereiken en verder uit te bouwen. De Vereniging wil een verbindende schakel vormen tussen de Sinti en Roma en Woonwagenbewoners in Nederland onderling en tussen de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners in Nederland en de diverse overheden. Deze opstelling kan alleen maar slagen, als deze voldoende wordt gesteund door haar achterban. Deze steun is er in zeer grote mate, gezien het feit, dat de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zelf de vereniging vormen. De Vereniging streeft naar wederzijds acceptatie tussen Sinti, Roma en Wagenbewoners en de Nederlandse bevolking, teneinde de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners in staat te stellen voluit te parliciperen in het proces van maatschappelijke positie verbetering. De vereniging is bereid mee te werken met alle Roma uit Nederland. Deze Roma kunnen ook lid worden. Ook wil de vereniging de Roma extra ondersteunen. De verenging ziet voor zichzelf een initiërende en stimulerende rol weggelegd, om. door haar contacten met maatschappelijke organisaties, en lokale, regionale en landelijke overheid. De Vereniging is zich er terdege van bewust, dat haar doelstellingen alleen dan kans van slagen hebben, als de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners niet alleen meedenken over de bestemming van eventueel door de overheid ter beschikking te stellen middelen, maar ook dat zij zich inzetten uitvoering te geven aan door de Vereniging op te zetten activiteiten, die gericht zijn hun eigen maatschappelijke positie en van hun kinderen te verbeteren.
UITWERKING De vereniging wenst de hierboven genoemde doelstellingen als volgt te realiseren.
1
A. De vereniging is van mening dat alle Sinti, Roma en Woonwagen kinderen, in het bijzonder zolang zij leerplichtig zijn, goed onderwijs krijgen en dat voor hen de mogelijkheden gecreëerd worden voor doorstroming naar hoger onderwijs. De vereniging denkt, dat daarbij ook gestreefd moet worden tot niet alleen deelname aan het VMBO maar ook deelname aan de MBO opleidingen .En daar waar mogelijk doorstromen naar het hoger onderwijs bevorderen. De vereniging wil daarom vanuit haar personele bezetting voorlichting geven op de locaties, waarop het onderwijs probleem manifest is. De vereniging wil door het betrekken van de ouders, dat zij grote verantwoordelijkheid dragen voor het welzijn van hun kinderen, en dat dit door goed onderwijs te volgen kan worden gereaTiseerd. Los van het gegeven dat voor de gewenste integratie, met wederzijds respect en oog voor elkaars waarden en normen, ook onderwijsparticipatie van groot belang is.
B. Een belangrijke stimulering voor de jeugd is deelname aan sport en spel. De vereniging verwacht dat deelname aan onderwijs het beste kan worden.aangewakkerd, ook door hun ouders, om kinderen te stimuleren deel te nemen aan sportclubs. De vereniging wil daarvoor faciliteiten creëren, waarbij contacten met diverse sportclubs zullen worden opgezet.
c. De vereniging realiseert zich, dat bij onvoldoende aan begeleiding van jongeren zij gemakkelijk kunnen ontsporen. De vereniging wil dat voorkomen en zonodig tegengaan. Daarvoor zullen op de locaties intensieve gesprekken gevoerd worden met de ouders. De familie- en groepsstructuur binnen de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners speelt een belangrijke rol. De vereniging is dan ook hoopvol gestemd, dat de ouders meer en meer er van doordrongen raken, dat zij een belangrijke rol spelen bij de begeleiding en opvoeding van de jeugd. Ook wil de vereniging graag congressen gaan organiseren tussen Sinti, Roma, Woonwagenbewoners, woonwagenbewonerjongeren en burgerjongeren “om een betere verstandhouding te kweken en elkaar beter te leren begrijpen. Zodoende kan er meer begrip komen voor elkaars standpunten en is een betere intergratie van Sinti, Roma en Woonwagenjongeren mogelijk. De Sinti, Roma en Woonwagenbewoners ziften momenteel in een neerwaartse spiraal. Daar moeten wij met elkaar keihard aan werken om deze problemen te normaliseren. D. De vereniging wil dat kansen gecreëerd worden voor die ouders die kampen met gebrek aan inkomen. Een groot deel van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners is afhankelijk van een uitkering. Mede hierdoor hebben zij hulp nodig bij het zoeken naar (vast) werk dan wel het opzetten van een eigen bedrijfje. De vereniging heeft daarvoor mogelijkheden en kan daarbij afspraken maken met haar eigen leden, die zelf een eigen bedrijf hebben. De beoordeling en begeleiding gebeurt vanuit de vereniging. Daarvoor zijn capabele personen aanwezig, zoals om. op het gebied van kennis en know how van velerlei ambachten, evenals een accountant, bedrijfsjurist en een gepensioneerd maatschappelijke werker/reïntegratie consulent.
2
E. De vereniging wil projecten opzetten, in overleg en in samenwerking met de plaatselijke overheden en de maatschappelijke organisaties, die zich met Sint en Roma vraagstukken bezighouden, met als doel het wederzijdse respect bevorderen. De Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zelf staan open voor meer integratie. Ook zij wensen het cordon dat door de overheden in de loop van decennia is gecreëerd te slechten. Daarnaast wil de vereniging af van het afstandelijke imago, dat hen door de buitenwereld is opgeplakt. De vereniging kan daarbij werken als een katalysator. Zij kan optreden als spreekbuis voor zowel de diverse overheden als voor de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De vereniging wil, mede om de belangen van haar leden te behartigen, als aanspreekpunt fungeren voor de overheid. De vereniging wil zich daarnaast ook inzetten als bemiddelaar in conflicten met de Sinti. Roma en Woonwagenbewoners met de overheid. De vereniging heeft daarvoor de capaciteit. Zij geniet bovendien het vertrouwen van haar leden. De vereniging is van mening, juist doordat zij voor en door de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners is opgericht, dat zij een grote rol kan spelen bij de verdere integratie van deze Nederlandse bevolkingsgroep. De vereniging wil zich daarvoor sterk maken. De vereniging is van mening, dat in het verleden teveel en te vaak en volstrekt onnodig beslissingen zijn genomen, waarbij de Sinti en Roma veelal niet zijn gehoord, laat staan dat zij een stem in het nemen van de beslissingen hebben gehad. De vele rapporten die over hen en hun functioneren het licht hebben gezien, zijn in de ogen van de Sinti en Roma en Woonwagenbewoners van af den beginne gedoemd te mislukken. Had men de Sinti en Roma wel in het beslissingsproces gekend, zou er aanmerkelijk meer succes zijn geboekt en zou dat de overheid veel geld hebben bespaard. Er is veel geld en moeite besteed, wat niet nodig was geweest. De vereniging wenst dan ook dat zij de kans krijgt om zich er voor ten volle in te zetten, dat toekomstige rapporten uitgegeven worden en, beslissingen e.d. niet zonder haar medewerking worden genomen. Zij is van mening, dat zij voor de overheden een deskundige gesprekspartner is. De vereniging zou heel graag een kantoor willen openen met twee medewerkers, .die dagelijks de onderwerpen rondom Sinti, Roma en Woonwagenbewoners in ontvangst kunnen nemen en in kaart brengen. En vervolgens dossiers kunnen opstellen. Dat daarmee de administratie geordend is. De vereniging wil graag ondersteuning voor kosten die gemaakt worden. Hierbij valt te denken aan: personeelskosten, telefoon kosten, kantoorkosten en dergelijke maar ook administratieve kosten en kosten ter ondersteuning nodig om contacten leggen. En om een stevig netwerk op te bouwen en te blijven onderhouden. De vereniging is voor een overlegstructuur. De vereniging kan daarin een cruciale en soms doorslaggevende rol betekenen. De vereniging stelt zich voor de te ontvangen gelden aan subsidie te besteden in overleg en in samenwerking met ambtenaren van de Minister. De vereniging hanteert daarbij geen restrictief toezicht maar een preventieve controle middels de assistentie van een registeraccountant.
3
ADVIESGROEP VSRWN De Vereniging van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners in Nederland, afgekort VSRWN heeft een adviesgroep in het leven geroepen om de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners nog beter van dienst te kunnen zijn, maar ook om een spreekbuis te vormen met en voor de Landelijke overheid, de Provinciale Overheid en de Gemeentelijke Overheden, Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De adviesgroep bestaat uit de volgende personen: •
De Heer M. van der Vaart: deze is een succesvolle zakenman, tevens bouwkundige op het gebied van prefab woningbouw en woonwagenbouw, waarbij zijn ervaring als caravan importeur van groot nut is. Verder is de de heer van der Vaart goed ingevoerd bij de diverse doelgroepen.
•
De heer N. Halberstad: eveneens een succesvolle zakenman, bouwkundige, vooral op het terrein van woonwagens en de randvoorwaarden die daarbij horen en samen met de heer v.d. Vaart de motor waarop de vereniging VSRWN draait.
•
Mevrouw. S. Achterbergh: Mevrouw Achterbergh spreekt vier talen, waaronder de specifieke taal van de Sinti en Roma. Zij is tevens als voorzitter het boegbeeld van de vereniging en daarom het belangrijkste aanspreekpunt voor de VSRWN. Zij heeft al laten zien, dat zij bijzonder deskundig is bij het opstarten en ontwikkelen van projecten voor de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners.
•
De heer Mr. Ing. A. Klein: Mr. Klein heeft vanwege zijn werkzaamheden als advocaat ruime deskundigheid m.b.t. het begeleiden van en behulpzaam zijn bij de projecten van jonge startende ondernemers.
•
De heer N.A. Caneel: de heer Caneel heeft ruime ervaring op HBO niveau m.b.t. maatschappelijk werk, Reintegratie en schuldhulpverlening en dus vooral aanspreekpunt van de leden van de VSRWN. Hij heeft 35 jaren op sociaal en maatschappelijk gebied op gemeentelijk niveau in de woonwagenwereld gewerkt. Waarbij onder anderen ook crisisteam woonwagen zaken.
•
De heer Mr. J.T.J. van Diepen: Mr. Van Diepen heeft zijn sporen verdiend in de advocatuur en zet zijn activiteiten voort in het juridisch begeleiden van de door de vereniging en haar leden opgezette en op te zetten projecten.
•
De heer P. Jorna: de heer Jorna is al jaren volledig ingewerkt in de problematiek die er bestaat tussen de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De overheid en gemeenten. Hij kent eveneens de weg in Brussel en Straatsburg. De heer Jorna is
4
zowel nationaal als internationaal een klankbord voor problemen en fungeert daarom mede als mediator tussen de beide doelgroepen. De adviesgroep wenst zich in te zetten bij het oplossen van alle mogelijke problemen die zich voordoen tussen de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners aan de ene kant en de diverse overheden aan de andere kant. De adviesgroep wil daarbij in alle eerlijkheid en met respect voor beide partijen in dialoog trachten haar capaciteiten in te zetten. En het maatschappelijke draagvlak vergroten. De adviesgroeij kan in concreto o.m. de volgende diensten aanbieden: •
Communicatie tussen de doelgroepen en de diverse overheden.
•
Het vorm geven van beleid met het oog op normalisatie van de betrekkingen tussen de gemeente Sinti, Roma en Woonwagenbewoners.
•
Het beoordelen en waarderen en begeleiden van de voor de individuele leden op te zetten projecten (bedrijven).
•
Fysieke en financiële ondersteuning van de op te zetten projecten en het begeleiden daarvan.
•
Juridische ondersteuning bij alle activiteiten de vereniging en haar leden betreffende.
•
Het opstellen van exploitatie begrotingen
•
Het instellen van sociale wijkteams en het begeleiden daarvan. Met aandacht voor het woon en leefklimaat voor alle betrokkenen.
•
De maatschappelijke ondersteuning van de wijkteams mede met het oog op ontwikkeling van jeugdbeleid op sociaal en cultureel terrein. Verder zal er ook aandacht zijn voor het onderwijs
•
Ondersteuning bij het beheer en onderhoud van de wijken t.b.v. de wijkteams.
•
Het opstellen en begeleiden van meerjaren onderhoudsplanning
•
Het doen van taxaties opstallen, woonwagens e.d. Het bouwen van woonwagens en woningen, volgens de normen van de overheid. Het renoveren van woonwagens en het aanleggen van woonwagenkampen
Verder wil de adviesgroep zich richten op het vergroten van de draagkracht en de acceptatie door de Nederlandse bevolking. Door de jaren heen is er veelal niet een goed beeld ontstaan m.b.t. bijvoorbeeld het wonen en de woonbeleving van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Daar wil de adviesgroep zich stevig voor inzetten.
5
Ook wil de adviesgroep werken aan het handhaven van de diverse woonwagen locaties en daar waar nodig is het uitbreiden van de woonwagen locaties. De doelgroep moet een vrije keus kunnen maken tussen het verwerven van elke vorm van zelfstandige woonruimte. Het recht op deze keus betekent dat de door diverse gemeenten gehanteerde sterfhuis constructie met betrekking tot woonwagenlocaties en woonwagen niet meer het hoofddoel van deze gemeenten mag en moet zijn.
6
WERKWIJZE VERENIGING: WERKGROEP ALGEMEEN Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland Aanleiding De VSRWN heeft een beleidsvisienotitie opgesteld. In deze beleidsvisienotitie staat met welke uitgangspunten de vereniging aan de slag gaat om de maatschappelijke positie van de Sinti en Roma en Woonwagenbewoners in Nederland structureel te verbeteren en hoe zij dit wil doen. ‘De vereniging wil aandacht voor de inrichting van de woonwagenlocaties, verbetering van de leefomstandigheden op de locaties, aandacht voor woon en leefklimaat op en rond de locaties ed., uitbreiding van de woonlocaties en wil verbetering van onderwijsparticipatie van kinderen en jongeren en werkgelegenheid bevorderen. In het visie verhaal staat op welke wijze de VSRWN dit wil doen: ‘De Vereniging wil een verbindende schakel vormen tussen de Sinti en Roma en Woonwagenbewoners onderling en de diverse overheden. Deze opstelling kan alleen maar slagen, als deze voldoende wordt gesteund door haar achterban. Deze steun is er in zeer grote mate, gezien het feit, dat de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zelf de vereniging vormen. De vereniging signaleert geen verbetering van de positie van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. En ziet dat deze groep buiten de boot dreigt te vallen, en in een neerwaartse spiraal terecht komt.(3% van het totaal aantal leerplichtige kinderen en jongeren gaat onregelmatig naar school) Ook ziet de vereniging dat het vertrouwen tussen instanties, gemeenten en achterban niet voldoende is om deze neerwaartse spiraal om te buigen. Criminaliteit dreigt een groter probleem te worden. De integratie tussen alle burgers is nog niet voltooid. Wij, de vereniging en ook overheden moeten keihard gaan samenwerken om alle problemen die er zijn gezamenlijk op te lossen. De vereniging heeft het respect en het vertrouwen van het overgrote deel van de achterban. Onze vereniging is gestoeld op eerlijkheid, transparantie, duidelijkheid, gelijke behandeling en openheid en dat weet de achterban. Als onze Vereniging op een woonwagenkamp komt wordt de vereniging met open armen ontvangen. Er wordt met aandacht naar ons geluisterd. Er is eindelijk een vereniging die zij kunnen vertrouwen die voor hun belangen opkomt en de waarheid spreekt. Behalve een groot netwerk in de achterban kent de VSRWN ook een groot netwerk van externen van Europese overheid, de landelijke en lokale overheid, evenals relevante organisaties van onder andere onderwijs, werkgelegenheid, sport en spel. Zo kan de vereniging een bijdrage leveren in het bevorderen van de acceptatie en maatschappelijke participatie tussen Burgers, Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Werkgroep algemeen De extra aandacht en aanpak die nodig is om de positie te versterken van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners heeft de VSRWN een werkgroep samengesteld die allen komen uit de achterban van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Deze werkgroepleden hebben een uitstekende staat van dienst ontwikkeld. Zij zullen een positief voorbeeld zijn voor de achterban. En de werkgroepleden zijn goed op de hoogte van de ontwikkelingen in de achterban en hebben kennis van gemeentezaken en overige externen. Zij willen zich inzeften voor de achterban en hen ondersteunen bij allerlei zaken die van belang zijn voor hun positieverbetering. Zij zijn de gewenste verbindende schakel tussen de diverse groepen en partijen. Het draagvlak en bereik bij de achterban zal worden vergroot door het uitvoeren van een landelijke tournee langs Sinti. Roma en woonwagenlocaties en daar waar zich ‘wiffe vlekken’ voordoen initiatieven stimuleren en contactpersonen werven. De werkgroepleden nemen contact op met al aanwezige locale en regionale contactpersonen.
Een aantal werkgroepleden is gevraagd deel te nemen. Het enthousiasme voor deze opzet is zo groot dat enkele mensen zich spontaan hebben aangemeld. Allen zien voor zich de rol die zij hebben om contacten te leggen met de achterban, te signaleren, waar nodig te adviseren en te bemiddelen. Bij grote of ingewikkelde vraagstukken zullen de knelpunten met
7
de adviesgroep en het bestuur besproken worden. Op basis van de aanbevelingen zal met de betrokkenen een advies gegeven worden. De betrokkenen beslissen altijd zelf of zij hiermee aan de slag gaan. Doelstelling Deze werkgroep zal al of niet gevraagd contact opnemen met alle woonwagenkampen, met contact personen praten, luisteren naar de knelpunten. De werkgroep zal aanbevelingen geven en verslag doen aan het bestuur en de achterban, Op basis van de informatie zal een advies gegeven worden aan de contactpersonen. Daar waar extra bemiddeling nodig is, zal het werkgroeplid hierin bemiddelen. Samenstelling Werkgroep Algemeen Toto Mirando/Adolf Weiss: Hij is een groot musicus, die veel reisde met zijn muziek, Hij is Koninklijke onderscheiden, Hij is een goede algemene coördinator en spreker, Hij heeft in de sinti en romawereld veel respect opgebouwd. Zij luisteren naar hem, Hij is een verbindende factor, hij weet de Sinti en Roma weer bij elkaar te brengen. Hij heeft de Holocaust meegemaakt, toen hij tussen de 8 enl2 jaar was. Hij heeft met zijn familie op verschillende plaatsen in Nederland ondergedoken gezeten en is daardoor gered. A.M. Roels en l.S. Basily: zijn de vaders van de Basily Boy’s, een muziek groep die regelmatig in Europa optreedt. Ook organiseren zij de Django Rein hardfestivals. En hebben ook bij de Rolling Stones privé opgetreden. Beike Steinbach: Zij heeft een tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog samengesteld. Zij weet ook veel over deze periode. De tentoonstelling heeft in Westerbork, gemeente Den Haag, Kamp Vught en Amersfoort gestaan. Aan de achterban en op scholen geeft zij voorlichting en lezingen over de Tweede Wereldoorlog. De tentoonstelling bestaat uit veertig panelen afgewisseld met veel teksten en foto’s. Johan/Raclo Keiman: Hij is algemeen coördinator, zakenman, heeft veel contacten en geniet vertrouwen. Hij is secretaris van de VSRWN. Rowena Keimari: Zij is afgestudeerd in de economie aan de hoge vakschool in Wageningen. Tevens is zij ook administratief medewerkster. Nino Halberstad (junior): Hij is trainer en ook groepsleider bij voetbaljongeren Nino Halberstad (senior):, zakenman, bouwkundige woonwagens, kent veel mensen en men vertrouwt hem. Hij is penningmeester van de VSRWN Sabina Achterbergh: Zij is voorzitter van de VSRWN, goede spreker en voorlichter. Zij spreekt 4 talen, ook Roma- en Sintitaal. Zij heeft goede contacten met de landelijke overheid en in Brussel. En ze is al jaren actief in de belangenbehartiging voor voldoende en goede woonwagenlocaties. Nico Caneel: Hij is maatschappelijk werker. De thema’s waarmee hij gewerkt heeft zijn woonen leefklimaat, individuele gezinsproblematiek, schuldhulpverlening en re’i’ntegratie en woonwagenzaken. Thea van Vulpen: Zij is sociaal-cultureel werkster van beroep. En is in haar dagelijks leven consulent vrijwilligerswerk, en is deskundig in het opbouwen en ontwikkelen van organisaties zoals verenigingen. Ook heeft zij ervaring in projectontwikkeling en fondswerving. Zij is zes jaar voorzitter geweest van de Landelijke Sinti en Roma Organisatie
8
Taak werkgroep: De werkgroep wordt ingezet om op de locatie in gesprek te gaan, zowel met de achterban die in woonwagens wonen, maar ook in burgerhuizen. De werkgroep algemeen, de naam zegt het al, pakt alle thema’s op, die van belang zijn voor de achterban, De diversiteit van de werkgroepleden zegt iets over de verschillende thema’s en inzet waar zij mee aan de slag willen, Het gaat om de volgende uit te werken thema’s: jeugdactiviteiten en -voorlichting, onderwijs en educatie, werkgelegenheid, Tweede Wereld oorlog en herdenken, cultuur, muziek, huisvesting en woonwagenbeleid en sport en spel. De werkgroep leden wil ouders, jongeren en jongvolwassenen bereiken. De werkgroepleden werken met elkaar samen en ondersteunen elkaar om de thema’s aan te pakken en verder te ontwikkelen. Vanuit de werkgroep zullen dan ook diverse activiteiten ondernomen worden zoals lezingen, voorlichting, congressen, tentoonstellingen, reizen naar concentratiekampen, werkgelegenheidsprojecten, volgen van diverse cursussen. Om de integratie te bevorderen zullen alle burgers hiervoor ook uitgenodigd worden mee te doen. Thema uitwerking Onderwijs Doelstelling De vereniging wil dat alle kinderen naar school gaan en van daaruit doorstromen naar hoger onderwijs. De vereniging schat in dat zeker 3 % niet naar school gaat. Door de contacten die de werkgroepleden hebben, verwacht de vereniging dat deze kinderen en jongeren met de hulp van de ouders de kansen krijgen en gaan grijpen om de school af te maken en een opleiding te volgen. Het is belangrijk dat ouders inzien dat het van het begin af aan volgen van het onderwijs hun kinderen de beste kansen biedt later passend werk te vinden bij een baas of als zelfstandige. De vereniging wil stimuleren dat ouders hun kinderen al vroeg naar de voorschool sturen. Deelname aan de voorschool is een grote drempel, omdat ouders een grote angst hebben dat er iets met de kwetsbare kleine kinderen kan gebeuren. Voorlichting aan ouders geven over het belang van de voorschool en hen kennis laten maken met deze vorm van onderwijs zal ouders helpen om hun jonge kinderen naar de voorschool te brengen. Arbeid Doelstelling De vereniging wil met eigen mensen jongeren en jonge mensen stimuleren om door middel van arbeidsreïntegratie een baan te vinden of een eigen bedrijf te starten. De VSRWN heeft tevens de beschikking over een team van vaklieden zoals loodgieters, elektriciens, timmerlieden, metselaars en stratenmakers. Zij kunnen jongeren ondersteunen in hun weg naar arbeidsdeelname. Wonen Doelstelling De VSRWN is van mening dat mensen vanuit een vrije keuze bepalen of zij in een rijtjeshuis of in een woonwagen willen wonen. De VSRWN pleit er dan ook voor om in goed overleg met de gemeente goede en veilige woonwagenplekken en locaties te houden en uit te breiden. De burgers worden toch ook niet met uitsterfconstructies bedreigd en hoeven zeker niet verplicht in een woonwagen te wonen. Sport en spel Doelstelling Een belangrijke stimulering voor de jeugd is deelname aan sport en spel. De vereniging verwacht dat deelname aan onderwijs het beste kan worden aangewakkerd, ook door hun ouders, om kinderen te stimuleren deel te nemen aan sportclubs. De vereniging wil daarvoor faciliteiten creëren, waarbij contacten
9
met diverse sportclubs zullen worden opgezet.
Tweede Wereld Oorlog en herdenken Doelstelling De vereniging wil de herinnering aan de tweede wereld oorlog houden. Zij wil in gesprek met de overlevenden van deze oorlog. Zij vindt dat er veel meer informatie over de verschrikkelijke gebeurtenissen en de gevolgen van de oorlog en de vervolging is, dan nu algemeen wordt aangenomen. Een aantal werkgroepleden zullen door middel van voorlichting de aandacht hierop extra vestigen. Zo wordt recht gedaan aan alle overledenen en overlevenden en kan herdenking volwaardig plaatsvinden. Reizen naar de vernietigingskampen kan zeer goed door de werkgroep worden georganiseerd. De werkgroep zal uitzoeken in welke andere vernietigingskampen. behalve Auschwitz, Sinti en Roma zijn omgekomen. Muziek Doelstelling: Muziek is een belangrijk onderdeel in de cultuur van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. En wordt van generatie naar generatie overgedragen. Om deze muziek te behouden en te professionaliseren zal ook vanuit de werkgroep extra aandacht gegeven worden.
10
VERBETERTRAJECT WOON- EN LEEFKLIMAAt Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Vereniging Sinti, Roma, Woonwagenbewoners Nederland Inleiding: Sinds de oprichting van de Vereniging Sinti Roma Woonwagenbewoners Nederland (hierna te noemen als VSRWN) in 2012 hebben de bestuursleden en de leden van de adviesgroep een aantal keren met elkaar en de achterban gesproken over de toekomst van de genoemde doelgroepen. Ook in de gesprekken met de landelijke en lokale overheid is over de toekomst gesproken. Op diverse terreinen valt er voor de doelgroepen nog veel winst te halen in onder andere verbetering onderwijs, werkgelegenheid, sport, integratie en woon-en leefomstandigheden. Ook de gevolgen van de Tweede Wereld oorlog en herdenken blijft voelbaar en merkbaar.
Op basis van deze thema’s en de wens van de vereniging een verbindende factor te willen zijn, zijn er twee stukken geschreven: Het ene stuk bevat de beleidsvisie, die ingaat op de knelpunten die de achterban als remmend ervaren op integratie en een goede woon- en leefomgeving. En geeft aan welke rol de Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederlanders voor zichzelf ziet als bemiddelaar en deskundige in de Nederlandse maatschappij. Het tweede stuk gaat in op de werkwijze waarop de knelpunten worden aangepakt en geeft de samenstelling weer van deskundige werkgroepleden uit de achterban. Op 22 februari zaten de leden van het bestuur en de adviesraad bij elkaar en hebben behalve dat zij de genoemd stukken hebben vastgesteld een belangrijke stap genomen in de keuze voor een groot thema: ‘Verbetertraject Woon- en leefklimaat’.
Deze leden omschrijven het verbetertraject als volgt: Komen tot een sociaal maatschappelijke acceptatie van onze doelgroepen dat tot uitdrukking komt tot een goed en gezond woon- en leefklimaat, onderwijs en arbeids(re) participatie. En wat zal leiden tot het terugdringen van criminaliteit.
Doelstelling: De vereniging wil de leefbaarheid van de woonwagenlocaties verbeteren. Op sommige locaties is dit zeer noodzakelijk. Door sterk verslechterde woonomstandigheden dreigt schooluitval, gezondheidvermindering, maatschappelijk niet mee doen en ontstaan van criminaliteit. De vereniging wil het overleg en het samenwerken tussen diverse betrokkenen bevorderen door te komen tot gezamenlijke oplossingen en plannen van aanpak. De VSRWN is van mening dat mensen vanuit een Vrije keuze bepalen of zij in een rijtjeshuis of in een woonwagen willen wonen. Met verwijzing naar grondwet artikel 1. pleit de VSRWN er dan ook voor om in overleg met de gemeente goede en veilige woonwagenplekken en locaties te houden.
Artikel 1 Grondwet biedt een belangrijke basis voor de bestrijding van discriminatie. In dit artikel staat namelijk het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod geformuleerd. Het artikel geeft aan dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden (gelijkheidsbeginsel) en dat discriminatie op grond van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook niet is toegestaan (discriminatieverbod). Het gelijkheidsbeginsel en het verbod van discriminatie zijn een van de meest fundamentele beginselen van onze rechtsorde. 1
11
Aanleiding Huisvestingsproblematiek De achterban ervaart en groot huisvestingprobleem door het tekort aan standplaatsen en verslechterde leefomgeving. De invulling van het gemeentelijke woonwagenbeleid wordt door de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners als het ‘uitsterfbeleid’ van gemeenten ervaren. In het verslag van 12-12-2013 waarbij mevrouw van Kooten (directeur van Volkshuisvesting, Welzijn Sport=VWS) en de heer van Rijn (staatssecretaris VWS) aanwezig is, staat het volgende: ‘VWS heeft in de gespreksronde met de achterban de huisvestingsproblematiek regelmatig teruggekregen. Omdat het zo nadrukkelijk als prioriteit wordt aangegeven wordt het als thema erkend. Wel is het van belang dat gemeentelijk beleid, lokale intermediairs en nationale lobby ingezet moeten worden bij de gemeenten’. Korte historie woonwagenbeleid Vanaf 1968 (woonwagenwet, de trekvrijheid van de woonwagenbewoners werd beperkt en er ontstonden 50 grote, regionale centra)werden er grote woonwagenlocaties gebouwd. De woonwagenbewoners mochten niet meebeslissen hoe deze locaties werden gebouwd en ingericht. Er waren een kampbeheerder, kamppolitie een kampschool. Op deze school werd op BLO niveau onderwijs gegeven. Wanneer de kinderen van school afkwamen konden de kinderen veelal niet eens lezen of schrijven. Op de locaties waren ook veelal aanwezig een kampkantine, een kampvoetbalclub, een kerk en een kampwinkel. De woonwagenlocaties lagen vaak volledig afgezonderd ver van de bewoonde wereld. In de jaren 1995/2000 ging men weer over naar kleinere woonwagenlocatie. Dit vond plaats in een officieus woonwagenbeleid. Deze woonwagenwet van 1968 is sinds 1999 afgeschaft. Het uitgangspunt was toen dat iedereen in Nederland wonende burger gelijken rechten gelijke plichten en burgerrechten hebben. ‘De woonvorm van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zijn sinds 1999 een integraal onderdeel van het reguliere volkshuisvestingsbeleid en vallen nu direct onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten en ook meer bij verhuurdercoöperaties. De lijn die men terugziet in de opeenstapeling van het woonwagenbeleid -ook nu nog- geeft Sinti Roma en Woonwagenbewoners blijvend het idee niet gehoord te worden en dat zij geen stem hebben in het woonbeleid van de gemeentes. Het heeft ook gevolgen voor maatschappelijke acceptatie en maatschappelijke participatie als het gaat om het volgen van onderwijs, werkgelegenheid, sport en spel en woon-en leefklimaat. Uit het onderzoeksrapport Monitor ‘Inclusie nulmeting’ 2013 door Movisie in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgevoerd blijkt dat het gemeentelijke woonwagenbeleid leidt tot grote verschillen van goed onderhouden locaties tot slecht onderhoud en het uitgesproken ontmoedigen en opheffen van woonwagenlocaties en wonen en leven in groeps-en/of familie verband. Uit bovenstaande blijkt de grote gevolgen die het woonwagenbeleid heeft op het gevoel van zich niet geaccepteerd voelen en op deelname in onderwijs, werk, maatschappij, cultuur en vrije tijd. Terwijl in artikel 22 van de grondwet staat dat de overheid zorg draagt voor bevordering gezondheid, woongelegenheid, maatschappelijke en culturele ontplooiing en meedoen aan vrijetijdsbesteding,
Internationale afspraken Nederland heeft afspraken ondertekend met andere landen en met de Europese Unie, de Raad van Europa en de Verenigde Naties, waarin erkenning en bescherming van de rechten zijn vastgelegd (zie bijlage ‘Europese afspraken woonwagen’ en aanbevelingen over huisvesting en woonwagenbewoning): op gebied van onder meer het recht op een eigen cultuur, het wonen in een wagen (voldoende standplaatsen), op scholing, werkgelegenheid en tot beschikbaar maken van voldoende standplaatsen. De woonvorm woonwagen is een erkende woonvorm op Europees en Nederlands gebied. In de 77ste Vergadering van de VN commissie staat:
12
Aanbevelingen om uitbanning van rassendiscriminatie onverwijid over te nemen. Al het nodige te doen om gelijke kansen in de toegang tot het onderwijs op alle niveaus, gezondheidszorg, huisvesting en andere openbare voorzieningen te verwezenlijken.
Plan van aanpak Fase 1. Op dit moment vinden al gesprekken plaats tussen de vereniging, de gemeenten en de bewoners over de woon- en leefsituatie. Door de gesprekken creëert de vereniging draagvlak bij de achterban mee te doen aan verbeterpunten in de woon- en leefsituatie Fase 2. Het is wenselijk het aantal gesprekken uit te breiden en met meer samenwerkingspartners om de tafel te gaan zitten. Dit blijkt uit het aantal verzoeken wat de vereniging krijgt om mee te denken. Ook wil de vereniging haar aandacht richten op de Romagroepen die vanaf de jaren zeventig in Nederland kwamen wonen. Hiervoor hebben we meer mensen nodig, die we kunnen opleiden en ondersteunen. Ook professionele ondersteuning heeft een belangrijke impuls in de gesprekken, onderhandelingen en aanpak van de woon- en leefsituatie. Fase 3. Vanuit de gesprekken komen aanbevelingen tot het verbeteren van de woon- en leefsituatie van de woonwagenlocaties. Dit kan gaan over wetgeving, woonwagenbeleid, groenvoorziening, inrichten van locaties en woonwagens, en bestemmingsplannen. Op basis van deze aanbevelingen volgt er een verbeterpuntenlijst die ingaat op inzet van gemeenten, bewoners en samenwerken. Fase 4. Goede voorbeelden van gemeenten komen in de publiciteit. De voorbeelden zijn een stimulans voor andere gemeenten ook aan de slag te gaan met een goed woonwagenbeleid. Ondersteuning Om dit traject goed te laten verlopen heeft de vereniging nodig: • een kantoor met kantoorbenodigdheden • twee medewerkers en een coördinator die de onderwerpen in kaart kunnen brengen, in dossiers opstellen en de administratie van dit traject kunnen uitzetten. • ontwikkelen van materialen die vrijwilligers en andere partijen kunnen gebruiken om In de gesprekken uit te delen. • voor de vrijwilligers s een onkostenvergoeding. • professionele ondersteuning voor een goede interne en externe communicatie. Samenwerkingspcirtners: In de overleggen wil de vereniging met de volgende organisaties in gesprek: Lokaal; Gemeente, (welzijn)organisaties, woningbouwverenigingen, plaatselijke politiek, lokale Adviescommissie Wonen (voorheen VAC vrouwenadviescommissie) Provincie Overheid, ruimtelijke ordening Landelijk VNG(Jorritsma), Aedes, Woonbond, Adviescommissie Wonen, Stichting Lezen en Schrijven, Landelijke overheid zoals VWS, Sociale Zaken, Wonen, Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, Huis van de Democratie’, Netwerkdemocratie, landelijke politiek partijen. Europa Europese samenwerking als het gaat om het EU beleid en uitwisselen van woonwagenbeleid voorbeelden uit andere landen.
13
EUROPESE AFSPRAKEN NEDERLAND: IN RELATIE TOT HET WONEN IN EEN WAGEN EN INBRENG VAN BELEID Europese Commissie (26juni 2013): voorstel voor een Aanbeveling van de Raad aan EU lidstaten om sneller en efficiënter uitvoering te geven aan hun nationale strategieën en maatregelen voor de integratie van groepen onder de paraplu van ‘Roma’, en om de twee jaar de progressie hierin te rapporteren, hffp://ec europa .eu/justice/discrimination/files/com_20 1 3_460_en .pdf Opmerkingen: 1, Roma inclusief Sinti en Woonwagenbewoners (‘Travellers’). 2. Bevat een paragraaf over (toegang tot) sociale huisvesting, inclusief (beschikbaarheid van voldoende) standplaatsen voor woonwagens (in Nederland sinds 1993 als woonvorm erkend voor de huisvestingswet). 3, Het kabinet heeff dit EC voorstel met hier en daar amendementen (zonder de strekking teniet te doen), met het parlement besproken (30 augustus, minister Buitenlandse Zaken) en tot goedkeuring besloten (4 december, minister Sociale Zaken), ter adoptie door de Europese Raad op 9december2013. Geannoteerde agenda Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid SBVC) 9 december en Brief minister Sociale Zaken 28 november, pagina 7-8 over de Roma aanbeveling (Fweede Kamer, vergaderjaar 2013-2014, 21 501-31, nr. ))325), hffp://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail .jsp?id=20 1 3D47882&did=20 1 3D47882 Brief minister van Buitenlandse Zaken over nieuwe Europese Commissie voorstellen, waaronder fiche 5 over de Roma aanbeveling hffp://www.rijksoverheid.nl/documenten-en publicaties/publicaties/20 1 3/09/02/fiches-werkgroep-beoordeling-nieuwe- commissie voorstellen-bnc.html -
-
Europese Commissie: Assessment National Strategies Roma Inclusion (NSRI), april 2012 1juni 2013: hffp ://ec .europa .eu/justice/discrimination/files/roma_country_factsheets_201 3/netherlands_e n,pdf Opmerkingen: 1. EC Country factsheet Nederland met plussen en minnen (o.a. betrokkenheid maatschappelijk middenveld inclusief Roma). 2. Fundamentele Rechten Agentschap EU rapportage Roma in Nederland 2012 (FRANET), met name de hoofdstukken over Housing en Active Citizenship http://fra ,europa ,eu/sites/default/files/situation-of-roma-20 12-nl ,pdf 3. Nederland neemt EC advies over voor een Monitoring, zij het enkel in kwalitatief opzicht, gericht op Sinti en Roma (in dit geval: excl, Woonwagenbewoners/Travellers), met daarin zowel de vier EU socio-economische peilers (onderwijs, werk, zorg, huisvesting mcl, woonwagens/standplaatsen), als ook de justitiële kant (discriminatie inter- en intra-groep; criminaliteit; positie vrouwen en kinderen), Rapport bureau Movisie uli 2013), uitgebracht met kamerbrief minister Sociale Zaken i,s,m, Justitie en Onderwijs d.d. 2 december: hffp://www.rijksoverheid .nl/nieuws/20 13/1 2/02/problemen-roma-en-sinti-aanpakken-oplokaal-niveau.html Europese Raad Cuni 2011): adoptie European Framework for National Strategies on the Social Inclusion of Roma communities up to 2020 (na unanieme goedkeuring door de Sociale Raad) hffp://www.eu2O 11 .hu/news/romastrategia-egyontetu-tamogatas-szocialis-tanacsban Opmerking: 1. Nederland adopteert het besluit, maar beperkt zich tot indiening, d,d, 21 december 2011, van een ‘set van algemene maatregelen’, (dus een ‘national strategy light’), gericht op een deel van de totale beoogde populatie (alleen de Roma, dus Sinti noch
14
woonwagenbewoners), met een zwaar accent op criminaliteitsbestrijding (programma Justitie). http://ec .europa .eu/justice/discrimination/files/roma_nl_strategy_en .pdf 2, De nationale conferentie op 27 november 2011, i.o.v. het Rijk met het oog op de Nederlandse inzending voor Brussel (eind december 2011) en via workshops gericht op aanbevelingen op de vier EU domeinen onderwijs, werk, zorg en huisvesting (mcl. woonwagens/standplaatsen) blijkt een farce. Geen enkele verwijzing naar verslag van de organisator, het Nederlands Instituut Sinti en Roma (19-12-2011). Europese Raad (2009): Besluiten over de Inclusion of the Roma (Sociale Raad, 8juni 2009), waaronder de ‘Ten Common Basic Principles’ als richtsnoer bij beleid en projecten (no.) 10: ‘Betrek de Roma actief’): hffp ://www.consilium .europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/lsa/108377 .pdf Raad van Europa: Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) -4e Periodieke Landenmonitor met de kamerbrief van de minister van Sociale Zaken als reactie (18 november 2013) http://raadvaneuropa.nlvertegenwoordiging.org/nieuws/201 3/november/kabinetsreactieecri-rapport-nederland-rassendiscriminatie.html Opmerking: 1. Sinds de tweede periodieke monitor (2002) maken Sinti, Roma en Woonwagenbewoners deel uit van de rapportage via de vaste categorie ‘vulnerable groups’. 2. De aanbevelingen in relatie tot deze groepen (page 48-51) zijn inmiddels vertrouwd: aanbeveling 165 (164) en 167(166), over de (eind)verantwoordelijkheid bij de centrale overheid voor samenhangend beleid tav. en in samenspraak met gemeenschappen, respectievelijk de beschikbaarstelling van voldoende standplaatsen voor zij die in een wagen (willen) wonen. 3. In zijn reactie verwijst de minister (pagina 1) enkel naar de oprichting van een ‘Roma Platform’, dat in werkelijkheid enkel dient voor (11) gemeenten, en in relatie tot de zegenoemde multiprobiematiek bij gezinnen met een Roma achtergrond (de Roma voortkomend uit het Generaal Pardon van 1977: inmiddels uitgegroeid tot pim. 3,000 personen, dus niet de 5.000 Sinti noch de 25.000 Nederlandse woonwagenbewoners). Commissaris Mensenrechten Thomas Hammerberg (februari 2012): in zijn rapport over ‘Human rights of Roma and Travellers in Europe’ keert Nederland veelvuldig terug, waaronder op pagina 195 (het wonen in een wagen in Nederland) en is wordt verwezen naar het hoofdstuk over Travellers (pagina 152 ev) http://www.coe .int/t/commissioner/source/prems/prems79611 _GBR_CouvHumanRightsOfRo ma_WEB.pdf Het Comité van Ministers, tenslotte, heeft alle Aanbevelingen geadopteerd die de Commissie van Experts voor Roma & Travellers (MG-S-ROM) tijdens haar bestaan heeft geformuleerd, waaronder die over Housing (2005) en Encampment / Standplaatsen (2004) hffps://wcd .coe .int/ViewDoc .jsp?id=79722 1 &BackColorlnternet=9999CC&BackColorlntranet= FFBB55&BackColorLogged=FFAC75 Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, tensloffe, heeft inmiddels uitspraken geveld over de rechtmatigheid van het wonen in een wagen en de onrechtmatigheid van publieke autoriteiten om mensen te verwijderen van hun standplaats, zonder alternatieven te bieden, onder verwijzing naar relevante artikelen (inbreuk op familie leven; behuizing). Zie hiervoor ook de artikelen over Europa in de twee meest recente afleveringen van het periodiek Het Wiel, Woonwagennieuws (2013). Opvallend is de uitspraak van de advocaat van gemeente Den Haag, Drooglever Fortuyn (2009), in een zaak tussen woonwagenbewoners en gemeente Den Haag i.v.m. ontruiming van standplaatsen en woonwagenlokatie, waarbij advocaat van bewoners refereert aan Europese aanbevelingen en afspraken: ‘Die zijn tussen lidstaten en gelden dus niet voor gemeenten’.
15
Hoogachtend Bestuur van Vereniging Sinti Roma en Woonwagenbewoners Nederland
Voorzitter:
S ab i na Achterbergh
Penningmeester:
Nino Halberstadt :7
—
/ 7
Secretaris:
Rc,Jt? kuman / t
Algeheel directeur:
Meinevan der Vaart )
—-
——
16
Vereniging Sinti, Roma en Woonwagen Bewoners Nederland opgericht: 25-4-2012 De Overmaat 26, 6831 AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvKnr.:55083447 Bank:ING 4417377 Email:
[email protected] Website: www.vsrwn.tk -
Datum: 30-9-2013
Geachte dames en heren, Wij, Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland(VSRWN) vragen u hulp en steun om het woonwagenbeleid voor Sint, Roma en Woonwagenbewoners zoals nu door gemeenten bepaald en gehanteerd te stoppen. Dit onrecht zoals in Nederland geschied, is een democratie onwaardig. De gemeenten in Nederland hanteren een speciale apartheid beleid met speciale wetten voor Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zoals dat in Zuid Afrika werd toegepast op de zwarte bevolking. De gemeentes in Nederland zijn er op uit om de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners weg te vagen. Er word zelfs een uitsterf constructie toegepast. Ook het afnemen van hun cultuur en leefwijze en hun woonvorm. Dat betekend apartheid en zware discriminatie Dit woonwagenbeleid betekent dat er staanplaatsen worden opgebroken en dat er geen nieuwe staanplaatsen meer worden bijgebouwd. Wij worden dan verplicht in woningen gedwongen. Iedere burger waar dan ook in de Europese gemeenschap is toch immers vrij om te wonen waar hij of zij dat wil? Maar die vrijheid hebben de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners niet. Je kan letterlijk stellen dat zij vervolgd en opgeruimd moeten worden. Wat is er in Nederland aan de hand? Er is in Nederland een platform voor gemeenten opgezet. Daar bespreken de gemeenten hoe zij het beste Sinti, Roma en Woonwagenbewoners kunnen aanpakken en dat wordt dan ook nog gefinancierd door de overheid. De gemeenten weten absoluut niet hoe zij met Sinti, Roma en Woonwagenbewoners moeten omgaan, ook onderzoek bureaus en onderzoeken van de gemeente halen totaal niets uit, omdat zij deze mensen niet kennen en niets van hun leefstiji weten. Maar de gemeenten weten wel hoe zij Sinti, Roma en Woonwagenbewoners moeten demoniseren en discrimineren. Ook in kranten artikelen worden bevolkingsgroepen tegen elkaar opgezet. In de krantenartikelen spreken de gemeente Waalre, Sittard en Tiel shierin hun beleid en bevindingen uit. De vereniging ziet dit als haat zaaien en deze zogenaamde democratische gemeenten hopen hun gang te kunnen gaan in het hanteren van hun beleid. Daarom wil de vereniging u met klem verzoeken om direct in te grijpen bij deze gemeente Tiel, Waalre en Sittard juiste personen hier voor in te schakelen, omdat deze gemeenten op een zeer ernstige manier bezig is mensen rechten te schenden van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Deze gemeenten voeren actief uitsterfbeleid door nieuwe wetten en bepalingen vast te leggen waardoor het voor de woonwagenbewoners onmogelijk is te blijven wonen op het kamp. De uitvoering van de bepalingen vinden plaats door ze te terroriseren, te vervolgen, op te ruimen en vervolgens hen naar woningen te dwingen. Dit kan niet erger en moet direct gestopt worden. Ongelofelijk dat dit in Nederland mogelijk is. In Tiel en in Waalre beleven de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners weer het verleden.
De vereniging VSRWN die kennis heeft over de Sinti, Roma,Woonwagenbewoners en mee kan werken om problemen tussen overheid gemeenten en deze groepen op te lossen, die wordt ten zijde geschoven en wordt zeker niet gefinancierd of gehoord. Tevens wil de vereniging u erop wijzen zoals het in Tiel, Waalre en Sittart gebeurd,vindt plaats in iedere gemeente van Nederland. Dit speciale uitsterfbeleid gehanteerd door Gemeenten en Overheid is speciaal gericht tegen Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. En is tevens speciaal gericht op de totale vernietiging en van de aardbodem wegvagen van hun cultuur, woongemeenschap en hun welzijn. Dat is een totale minachting en schending van mensen rechten en dat allemaal in ons democratisch Nederland. De vereniging VSRWN vertegenwoordigt een grote groep van de SRW. Ons bestuur bestaat uit afgevaardigden van deze groepen. Wij hebben een beleid opgesteld over hoe wij de toekomst zien in Nederland. De vereniging heeft een adviesgroep samengesteld die de vereniging adviseert. 7 Hierbij doen wij ons beleid en de samenstelling van onze adviesgroep bij. Ook de krantenartikelen van Tiel, Waalre en Sittard en de brieven door ons geschreven aan deze gemeenten.
Hoogachtend, Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland Voorzitter:
Sabina Achterberg
Penningmeester:
N i no Ha11erstadt / /
-2’:
Secretaris:
iman /
Algeheel directeur:
//
Méine’’an der Vaart __—-‘)
Muziekproject
18-6-2014
Doelstelling
Muziek is een belangrijk onderdeel in de cultuur van de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. En wordt van generatie op generatie overgedragen. Om deze muziek te behouden en te professionaliseren is het van belang dat huidige muzikanten en muziekgroepen jongeren met muzikale ambities te begeleiden en op te leiden. Aanleiding
In de contacten met de achterban blijkt een grote behoefte bij met name de Sinti en Roma voor muziekonderwijs. Muziek heeft ook alles te maken met de cultuur en de leefstiji van deze groepen. Omdat het onderdeel is van hun cultuur geeft het zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld. Het biedt jongeren kans hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Werkwijze De vereniging (VSRWN) heeft zeer goede muzikale groepen in het midden, zoals de Basily Boys, Basily Gipsy band en de koninklijke onderscheiden Tata Mirando. Zij kunnen jongeren die muzikale ambities hebben, begeleiden en opleiden. De vereniging (VSRWN) wil graag een ieder die dat wil en belangstelling heeft voor deze muziek er bij betrekken. Iedereen kan hier aan mee doen. Activiteiten
-Op middelbare scholen waar Sinti en Roma jongeren zitten geven de muzikanten les en geven informatie over de zigeunermuziek. -Er worden workshops gegeven waarin jongeren muzikale vaardigheden leren, en hoe ze kunnen samenwerken. -Sinti en Roma jongeren bezoeken klassieke- en popconcerten om kennis te maken met andere vormen van muziek. Volgen van workshop klassiek, jazz, popmuziek door een bekende muzikant. Zo leren jongeren welke muziekstijlen er zijn en wat bij ze past. -Jongeren worden voorbereid op te treden tijdens festivals zoals op het Django Reinhardt festival, tijdens de holocaust herdenkingen Jongeren leren les in hoe ze geld kunnen verdienen met muziek. -
Resultaat
Jongeren ontwikkelen zich tot professioneel muzikant. Jongeren weten hoe ze geld kunnen verdienen met muziek. Jongeren kennen verschillende vormen en uitingen van muziek Jongeren kunnen beter samenwerken, zich presenteren en muziekinstrumenten bespelen. Welke partijen Klassieke muziek orkesten, popmuziek, Scholen; conservatorium, lokale muziekscholen, middelbare scholen Zigeunermuzikanten, -groepen Looptijd
Perioden van twee jaar Eerste jaar oriëntatie op mogelijkheden in de muziek en oefenen Tweede jaar voorbereiden op presentaties en optreden
Kosten Waaraan besteden Huren muziekinstrument Ruimte Docenten Reiskosten Coordinatiekosten Organisatiekosten Pr middelen Hoogachtend, VSRWN De Overmaat 26, 6831 AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvK nr.: 55083447 Bank nr: NL70 INGB 0005 1604 21 Email:
[email protected] Website: www.vsrwnweebly.com -
Vereniging Sinti, Roma en Woonwagen Bewoners Nederland opgericht: 25-4-2012 De Overmaat 26, 6831 AH Arnhem Telefoon: 0610552438 of 0617479925 of 0641515292 Fax nr.: 026 3230260 KvK nr.: 55083447 Bank: ING 4417377 Email:
[email protected] Website: www.vsrwn.weehly.com -
Datum: 2-7-2013
Geachte: Dames en Heren, Dit is het beleidsplan van Vereniging Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Nederland Tevens stelt de vereniging zich aan u voor. Wij hebben een voorzitter, vice-voorzitter, penningmeester, secretaris, algeheel directeur, algeheel coördinator, zeven commissarissen, zeven toezichthouders, twaalf meidpunten in geheel Nederland, een adviesgroep en een werkgroep. Wij vertegenwoordigen in onze Vereniging een brede groep Roma’s, Sinti’s en woonwagenbewoners vanuit heel Nederland. De vereniging wordt ondersteund en geadviseerd door juristen en andere betrokken adviseurs op juridisch, sociaal en maatschappelijk gebied. Er zijn zelfs beroemde personen van het Koninklijke Orkest Tata Mirando commissaris en/of leden binnen de vereniging. Daarnaast is binnen de doelgroep bekend dat mevrouw Sabine Achterbergh onze voorzitster is. Zij heeft al in diverse dagbladen en tijdens televisie uitzendingen de doelgroep mogen en kunnen vertegenwoordigen. Ook heeft zij contact gehad met het Europees parlement, inzake Sinti en Roma. Zij heeft zelfs een vergadering georganiseerd en gepresenteerd Voor het Europarlementariër Emine Bozkurt. Tevens is zij de oprichtster van de Bewonerscommissie Woonwagenbelangen Amsterdam en de landelijk werkende actiegroep Woonwagen Bewoners in Actie. Zij is al jarenlang het boegbeeld voor de Roma’s, Sinti’s en de woonwagenbewoners in het algemeen. Wij hebben als een van onze doelstellingen dat het een van onze prioriteiten is dat Sinti, Roma en woonwagen kinderen naar school gaan. En de kans krijgen om van de lagere school door te kunnen doorstromen naar hoger onderwijs. De Vereniging wil hieraan veel aandacht besteden. Hiervoor zullen wij de woonwagenlocaties moeten afgaan en daar waar nodig met de ouders spreken. Wij hopen op deze wijze, mede met hulp van de ouders, te bereiken dat ook de kinderen hun kansen gaan krijgen en gaan grijpen. Dat zij gaan inzien hoe belangrijk het is om onderwijs te volgen. Ook sport en spel moet gestimuleerd worden. Waarbij de keuze vrijheid om zelf te mogen kiezen van belang is. Deelname aan sportactiviteiten is zowel van belang waar het gaat om maatschappelijke participatie als voor de persoonlijke ontwikkeling. Na het volgen van een passende opleiding is het voor hen mogelijk dat zij op een gelijkwaardige wijze kunnen mee doen binnen de arbeids (re-) integratie. Ook biedt het hen mogelijkheden om, eventueel met hulp, een eigen bedrijf op te starten. De vereniging beschikt over de juiste personen om hierin behulpzaam te zijn. Binnen de gelederen is een
gediplomeerd re-integratie consulent als adviseur aanwezig. Menigmaal is ook reeds bewezen dat er binnen de doelgroep geslaagde zakenmensen aanwezig zijn. De Sinti, Roma en wagenbewoners ervaren het als een probleem dat zij het gevoel hebben dat zij door de landelijke, de provinciale en plaatselijke overheden in de steek gelaten te zijn. Zij hebben het gevoel dat er niets voor hen wordt gedaan. Er wordt alleen voor hen besloten. De Vereniging Sinti, Roma en Wagenbewoners wil hierin samen met alle betrokken partijen proberen een positieve verandering te kunnen aanbrengen. Vervolgens wil de vereniging aandacht besteden aan jongeren die dreigen te ontsporen. De Vereniging wil dit onder meer bereiken door met de jongeren en hun ouders te gaan praten. Praten over toekomst verwachtingen, over het krijgen en aanpakken van mogelijkheden. Er zijn helaas meer dan voldoende en aanwijsbare situaties waaruit blijkt dat contacten met justitie, ook als deze zijn uitgezeten, toekomst mogelijkheden in de weg kunnen staan. Goede scholing en begeleiding kan hierop een positieve invloed hebben. En dat maakt een goede participatie zowel sociaal als maatschappelijk mogelijk. Op deze wij ze heb je de mogelijkheid om een geaccepteerd medeburger te worden. Iemand die de kans krijgt en neemt om mee te werken aan de ontwikkeling en opbouw van ons land Ook wil de verenging dit zelfde bewerkstelligen voor de ouderen onder ons die ook met dezelfde problemen te maken gehad hebben en soms nog hebben. Dit kan de vereniging met onze eigen mensen bewerkstelligen. Ook wil de Vereniging haar bijdrage leveren om de leefbaarheid op de woonwagenkampen te verbeteren. Op diverse kampen is dit zelfs noodzakelijk. Deze ongewenste situaties kunnen crimineel gedrag laten ontstaan en in stand houden. De bewoners van de woonwagenlocaties willen net als de bewoners van de Vogelaarswijken de kans krijgen om een beter woon en leefklimaat te ontwikkelen. Hierbij is ook aandacht nodig voor de woonsituaties en zijn meest brede zin. De doelgroep wil graag dat er geluisterd wordt naar en aandacht is voor hun klachten en dat er in overleg met hen iets wordt gedaan aan hun klachten en opmerkingen. De doelgroep wil graag haar kansen grijpen om een geaccepteerde burger te kunnen worden. Maar zij moeten dan wel een kans krijgen. Met behulp van de vereniging en het ministerie moet dat zeker lukken. Dit alles kan natuurlijk niet in een keer gerealiseerd worden. Daar moeten de Vereniging, de diverse overheden gezamenlijk keihard aan werken. Wij moeten met elkaar toch begrijpen dat zoals het nu is absoluut niet verder kan. Het beleid zoals het nu is werkt aan de kant van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners alleen maar totale onwil in de hand. Het vergroot de kans op criminaliteit. Een niet gewilde situatie. Momenteel wordt er incidenteel vastgesteld dat personen onder de Sinti, Roma en Woonwagenwereld zich aan het radicaliseren zijn en dit is voor de vereniging totaal onacceptabel en dit moet het ministerie op zijn minst toch ook aan het denken zetten. Wij kunnen u zeggen dat het voor de Vereniging totaal onacceptabel is zoals Sinti, Roma en woonwagenbewoners door gemeenten en overheid in voorkomende situaties worden behandeld. Zij hebben het gevoel te worden gezien als een bevolkingsgroep waarvoor alles beslist moet worden. Waarin geen samenspraak nodig is. Zo beleven zij dit dan ook.
Zij mogen niet meedenken er word niets aan hen gevraagd er word voor hen en over hen beslist. Alles wat maar ook enigszins interessant voor de Sinti, Roma en woonwagenbewoners is en wordt aangedragen/voorgesteld word direct door de plaatselijke overheden van de hand gewezen. Men heeft onder het motto van zij weten niet wat goed voor hen is, wij weten het beter absoluut geen respect voor deze mensen. Voorbeeld: zij mochten onder anderen niet meebeslissen hoe de grote kampen in de jaren zestig werden gebouwd en ingericht. Dit werden voor de Sinti, Roma en woonwagenbewoners voor hun gevoel complete concentratiekampen. Gecompleteerd met een kampbeheerder, kamppolitie een kampschool. Op deze school werd op BLO niveau onderwijs gegeven. Wanneer de kinderen van school afkwamen konden de kinderen veelal niet eens lezen of schrijven, Op de kampen waren ook veelal aanwezig een kampkantine, een kampvoetbalclub, een kerk en een kampwinkel. De woonwagenkampen lagen volledig afgezonderd ergens in de middel of nowere Hoe hadden deze mensen moeten integreren? Dat werd toch totaal onmogelijk gemaakt. Deze afzondering heeft op de diverse groepen een vernietigende impact gehad. Ook werden zij uit hun eigen vertrouwde (woon)omgeving gerukt Zij konden kiezen om te vertrekken van hun toenmalige standplaatsen, zij kregen 1500 a 2000 gulden aangereikt en wanneer zij dit niet accepteerden, niet meewerkten werden zij onder dwang van de politie naar het grote kamp gesleept. Zo ga je toch niet met mensen om. De vooroordelen vieren bij en door dit beleid hoogtij. Dat deze mensen buiten de maatschappij en de samenleving kwamen te staan hebben zij aan de toenmalige gemeente en regering onder leiding van Marga Klompe te danken. Dit zijn feiten en geen verzinsels. Maar dat ligt achter ons en nu wil de Vereniging zoals in deze brief is beschreven aan de toekomst werken. Daar heeft de vereniging ook het ministerie bij nodig. Wij, de vereniging en het ministerie, moeten keihard gaan samen werken om alle problemen die er zijn gezamenlijk op te lossen. Wij weten dat dit ook mogelijk is. De Vereniging kan en wil dienen als buffer en meedenken tussen de Sinti, Roma, woonwagenbewoners, gemeenten en de overheid. Daarbij heeft de Vereniging het respect en het vertrouwen van het overgrote deel van de Sinti Roma en Woonwagenbewoners omdat zij weten dat de Vereniging geen belofte doet die de Vereniging niet waar kan maken. Onze Vereniging is gestoeld op eerlijkheid, transparantie, duidelijkheid, gelijke behandeling en openheid en dat weten de meeste Sinti, Roma en woonwagenbewoners. Als onze Vereniging ergens in Nederland op een woonwagenkamp komt word de verenging altijd met open armen ontvangen en wordt er met aandacht naar ons geluisterd. Er is eindelijk een Vereniging die zij kunnen vertrouwen, die voor hun belangen op wil komen en de waarheid spreekt Maar niet zoals dat nu door bepaalde mensen is gedaan. Veel beloven en niets geven doet de gek in vreugde leven. Onze vereniging en de betrokken ministeries moeten er voor zorg dragen dat deze mensen gestopt worden met hun beloftes die zij niet waar kunnen maken en hun negatieve activiteiten niet meer kunnen ontplooien. Wat zij doen is haat zaaien tussen twee groepen de Sinti en Roma. Maar ook tussen de diverse doelgroepen.
Nu voor het eerst is de groep Roma, Sinti en Wagenbewoners breed vertegenwoordigde en vertrouwt de groep Sinti, Roma en Woonwagenbewoners het bestuur van onze vereniging. De Vereniging wil zich inzetten om de doelgroep de kans te bieden om op een volwaardige wijze te kunnen participeren, om op een volwaardige manier deel te kunnen nemen aan de maatschappij. In het bestuur van de Vereniging zitten ervaren ondernemers en mensen met ervaring op sociaal en maatschappelijk gebied.. Het bestuur van de Verenging wil dit met al haar inzet overdragen aan de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. In het Europees Parlement zijn verdragen vastgesteld tot erkenning en bescherming van ons volk en dat daar door de landelijke overheden gelden en middelen beschikbaar gesteld dienen te worden. voor de opbouw van ons volk. Voor onder meer scholing, werkgelegenheid en tot beschikbaar maken van voldoende standplaatsen. De vereniging wil projecten opzetten, in overleg en in samenwerking met de plaatselijke overheden en de maatschappelijke organisaties, die zich met de problemen van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners bezighouden. Met als doel het wederzijdse respect bevorderen. De Sinti, Roma en Woonwagenbewoners zelf staan open voor meer integratie. Ook zij wensen het cordon dat door de overheden in de loop van decennia is gecreëerd te slechten. Zij willen af van het afstandelijke imago, dat hen door de buitenwereld is opgeplakt. De vereniging kan daarbij werken als een katalysator. Zij kan optreden als spreekbuis voor zowel de diverse overheden als voor de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De vereniging wil echter met name als aanspreekpunt fungeren voor de overheid. Waarbij contact met de doelgroep zelf niet verwaarloosd wordt. Het gaat uiteindelijk om hen. De vereniging wil zich daarom ook inzetten als bemiddelaar in conflicten tussen de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners en de diverse overheden. De vereniging heeft daarvoor de capaciteit. Zij geniet bovendien het vertrouwen van Sinti, Roma en woonwagenbewoners. De vereniging is van mening, juist doordat zij voor en door de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners is opgericht, dat zij een grote rol kan spelen bij de verdere integratie en acceptatie van deze Nederlandse bevolkingsgroep. De vereniging wil zich daarvoor sterk maken. De vereniging is van mening, dat in het verleden te veel en te vaak en volstrekt onnodig beslissingen zijn genomen, waarbij de Sinti, Roma en Woonwagenbewoners in het geheel niet zijn gehoord, laat staan dat zij een stem in het nemen van de beslissingen hebben gehad. De vele rapporten die over hen en hun functioneren het licht hebben gezien zijn in de ogen van Sinti en Roma van af den beginne gedoemd geweest te mislukken. Had men de Sinti en Roma wel in het beslissingsproces gekend, zou er aanmerkelijk meer succes zijn geboekt en zou dat de overheid veel geld hebben bespaard. Er is veel geld en moeite uitgegeven wat niet nodig was geweest. De vereniging heeft dan ook de wens dat zij de kans krijgt om zich ten volle in te mogen zetten. Dat toekomstige rapporten niet worden opgesteld en beslissingen e.d. niet zonder haar medewerking c.q. betrokkenheid worden genomen. De Vereniging is van mening dat zij voor de overheden, met name die welke vertegenwoordigd zijn in het Platform gemeenten, een deskundige gesprekspartner is.
Ook wil de vereniging u mededelen dat er een team van vaklieden is samengesteld. Onder anderen loodgieters, elektriciens, timmerlieden, metselaars en stratenmakers. Die in geheel Nederland op de woonwagenkampen direct de problemen kunnen oplossen. Daarnaast kunnen wij u mededelen dat wij woonwagens kunnen bouwen en verbouwen ook huur woonwagens. Dit alles kan door ons eigen team gedaan worden. De vereniging bied dit eigen team aan omdat er geen enkel vertrouwen is in het bedrijf Nijbod, een subsidie verslindend bedrijf die geen enkele Sinti, Roma of woonwagenbewoners op een fatsoenlijke manier te woord heeft willen staan. Zij zijn niet aanspreekbaar en plegen ook niet het noodzakelijke onderhoud op de woonwagenkampen van Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. De vereniging heeft de wil dat de werkzaamheden niet meer worden uitgevoerd c.q. gedaan door het bedrijf Nijbod. De vereniging wil dit op een door alle partijen geaccepteerde wijze oplossen. De vereniging hoopt dat u in de boven vermeldde zaken de juiste beslissing zult nemen en de opdrachten aan de Vereniging wilt toekennen. zodat het bedrijf Nijbod niet langer de kans krijgt subsidiegelden over de balk te smijten dat kan beter besteed worden aan werkgelegenheid voor Sinti, Roma en woonwagenbewoners. Geachte Heer/mevrouw, de vereniging wil u dan ook verzoeken de activiteiten van het bedrijf Nijbod te laten staken. Tevens wil de Vereniging u melden dat zij de beschikking heeft over de jaarcijfers van NISR. Zij heeft over deze cijfers van het NISR absoluut geen goed gevoel. Er is o.i. sprake van onwaarschijnljke hoge bedragen. Wij hebben hierover de nodige vraagtekens. Wij vragen ons af of deze jaar verslagen, jaarcijfers bij u ook bekend zijn. De Vereniging vraagt zich af of er voldoende onderzoek is geweest naar de juistheid van de gegeven bedragen. Maar ook naar de inhoudelijke juistheid van de beschreven verrichte projecten zoals beschreven in de jaarverslagen. Is hierna voldoende onderzoek gedaan? En als het nodig blijkt te zijn dat er dan een gerechtelijk onderzoek gaat komen. Ons inziens lijkt dit absoluut noodzakelijk. Wij vragen ons af of de minister c.q. het ministerie die verantwoordelijk is voor een juiste verwerking van ter beschikking gestelde subsidie gelden op de hoogte is van de genoemde bedragen in het jaarverslag. In de volksopinie bestaat er veel criminaliteit op de kampen. Gesproken wordt over “vrijplaatsen”. Het laatste rapport dat in opdracht van de centrale overheid is opgemaakt gedateerd 28 februari 2011 spreekt over 20 woonwagenlocaties, die beschouwd kunnen worden als vrjplaatsen. Terwijl heel Nederland beschouwd kan worden als vrijplaats, omdat er honderden wiet plantages en minimaal 20 tot 25 XTC laboratoriums in beslag worden genomen waar geen enkele woonwagenbewoner bij betrokken is. Kan de Vereniging een rol spelen met betrekking tot de boven geschetste probleem? Zeker, de vereniging geniet het vertrouwen van de doelgroep. De vereniging is er fel op tegen, dat de overheid voornemens is via zgn. “police task forces”, een einde te gaan maken aan deze situatie. Het is voor hen een doembeeld. Een beeld welke alleen maar zal leiden tot meer verzet, tot meer ongewenst gedrag.
Bij vele Sinti, Roma en Woonwagenbewoners staan de verschrikkingen van de Duitse bezetter in WO II, die ook via “Einsatzgruppen” het gemunt hadden, niet alleen op de Joden, maar ook op de Sinti en Roma, nog vers in het geheugen gegrift. Dat moet anders kunnen. De vereniging een overlegstructuur voor en wil zich op deze wijze inzetten. De vereniging kan en wil hierin een cruciale rol betekenen. Wij vragen ons af of er een verklaring is voor het feit dat Gemeenten uit geheel Nederland een gezamenlijk platform hebben opgericht en gezamenlijk hebben besloten met medeweten van onze democratische Nederlandse regering een uitsterf beleid te gaan voeren tegen Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Wat daar op neer komt dat als een Sini, Roma of woonwagenbewoner een staanplaats wil hebben om te wonen hij of zij dan moet wachten tot er iemand dood gaat er word dan op geen enkele manier voor deze Sinti, Roma en woonwagenbewoners een staanplaats gecreëerd. Met andere woorden de Sinti, Roma en woonwagenbewoners hebben geen bestaansrecht en moeten opgeruimd worden. Dat is opzicht zwaar discriminerend en demoniserend en tegen alle ethische regels. Ook worden door deze Gemeenten de burgerrechten van alle Sinti, Roma en woonwagenbewoners met voeten getreden. Wat opzicht een schande voor de Nederlandse democratische rechtstaat is, als het al een democratische rechtstaat genoemd mag worden. Iedereen weet dat de woonwagenwet is afgeschaft en volgends de Nederlandse regering en gemeenten de Sinti, Roma en woonwagenbewoners geljken rechten gelijke plichten en burgerrechten hebben net als iedere Nederlander in Nederland. Na het zich laat aanzien is daar geen sprake van en moeten Sinti, Roma en woonwagenbewoners die naar het onwettige beleid van gemeenten moeten tolereren. Wij Sinti, Roma en woonwagenbewoners vragen ons af of er ook een uitsterf beleid tegen de burgers word gevoerd in Nederland dan worden er voor de Nederlandse burgers ook geen woningen gebouwd dus geen woningen erbij! Is er ook een uitsterf beleid voor woonboten? geen lig plaatsen erbij uitsterfbeleid voor turken Marokkanen Surinamers of wie het ook mogen zijn daar word Nederland wel veel ruimer van. Hebben de bedenkers van het uitsterfbeleid ook aan zichzelf gedacht? Geachte Dames en Heren, Kunt u ons mede delen wat het betekend heeft voor Sinti, Roma en Woonwagenbewoners toen de woonwagenwet is afgeschaft. Dat er door de toemalige regering medegedeeld is dat zowel voor Sinti, Roma en woonwagenbewoners gelijke rechten en plichten werden gesteld, zoals voor de burger het geval was. Die plichten kunnen wij nu wel, maar wat betekend dit nu allemaal? Wij worden nog steeds verjaagd door de overheid en plaatselijke overheden en worden absoluut niet als normale burgers behandeld alles wat zij inbrengen word geweigerd. Maar dan ook met alles worden Sinti, Roma en woonwagenbewoners als oud vuil behandeld. Wij de vereniging vragen u wat zijn dan die rechten? Wat word daar mee bedoeld? Wat betekend bij u rechtsgelijkheid en gelijke behandeling? Kunt u ons dat mededelen. Als u nog vragen heeft over dit artikel of deze brief wil de vereniging u graag tewoord staan.
Het is jammer dat de gemeenten de Sinti, Roma en woonwagenbewoners criminaliseert demoniseert en dat er zogenaamd niets met deze groep valt aan te vangen. Ze liegen erop los om hun gang te kunnen gaan. Daarbij denken zij dat de burger bevolking aan hun kant zal staan met leugens en bedrog en hoe zij de media en televisie bespelen. Schaamte hebben de gemeenten in Nederland in ieder geval niet. Zij maken zich belachelijk met hun zogenaamde angst voor Sinti, Roma en Woonwagenbewoners. Zoveel angst hebben zij niet als men kijkt naar het wanbeleid tegen Sinti, Roma en Woonwagenbewoners die in de slechts mogelijke omstandigheden moeten leven. Er word niets maar dan ook niets voor hen gedaan. Er word voor hen en over hen beslist. Zelfs politiecorpsen en ME werken daar aan mee. Dit beleid doet onze vereniging denken aan vervlogen tijden. Het is onbegrijpelijk dat de Nederlandse overheid een dergelijk uitsterf systeem van de gemeenten toestaat wat gewoon een opruim beleid is en het afnemen van hun burgenrechten en hun cultuur. Een democratische rechtstaat onwaardig. Het is onethisch en ongrondwettelijk en onacceptabel. Dit uitsterf systeem word dan ook niet in de Europese unie toegepast. Het is treurig te moeten constateren dat weer de groepen Sinti, Roma en woonwagenbewoners het kind van de rekening zijn geworden. Het uitsterfbeleid werd al eens eerder toegepast wij weten allemaal wat voor gevolgen dat heeft gehad, het verleden herhaald zich. In principe is het apartheid en zeer zware discriminatie. Wij verzoeken u Geachte: Dames en Heren dit beleid door gemeenten gevoerd daartegen krachtdadig op te treden dit is toch niet van deze tijd. In de ons omringende landen word er immers een uitstekend beleid voor Sinti, Roma en Woonwagenbewoners gevoerd. Daar kunnen de gemeenten in Nederland iets van leren. Hier moet zeer krachtig tegen opgetreden worden en wij hopen op u hulp en steun. Daarbij wil de vereniging u in ieder geval steunen en zullen proberen de Sinti, Roma, Woonwagenbewoners en Gemeenten dichter bij elkaar te brengen. ,
Hoogachtend, De vereniging Sinti, Roma en woonwagenbewoners Nederland
Voorzitter:
Sabina Achterberg
Peimingmeester:
Nino Hal1erstadt
Secretaris:
R ‘iman
Algeheel directeur:
Meine van der Vaart
Position paper van de Roma-organisaties en representanten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal 23 september 2014 Geachte dames en heren, In deze brief vragen wij uw aandacht voor het volgende. Wij, de Roma van ‘77, hebben ons verenigd om samen te werken aan echte kansen en perspectieven voor de Roma-gemeenschap in Nederland. Wij willen hierbij onze visie weergeven en de huidige stand van zaken bespreekbaar maken. De afgelopen jaren hebben wij diverse suggesties gedaan, ideeën ontwikkeld en initiatieven getoond om kansen en perspectieven te creëren zowel voor de jongeren als voor de volwassenen, maar tot heden ten dage is er door de autoriteiten, lokaal en landelijk, nog niets van onze handreikingen aangenomen, met als gevolg dat het beleid jegens Roma nog steeds eenzijdig blijkt te zijn en de aanwezige problemen niet worden opgelost, maar juist verergeren. Hierin willen wij verandering brengen. Er bestaat teveel negatieve beeldvorming waardoor goede voorbeelden, die wij juist willen en kunnen laten zien, niet aan bod komen. De EU heeft Nederland al vaker aanbevelingen en adviezen gedaan en gegeven om, met inspraak en professionele betrokkenheid van de Roma, de situatie te verbeteren, maar wij nemen nog geen zichtbare veranderingen waar. Wat ons zorgen baart is dat wij via beleidsmatige en politieke besluiten al jarenlang worden geconfronteerd met een justitieel beleid op basis van onze etniciteit. Ondanks dat er nu officieel geen doelgroepenbeleid meer bestaat, is er nog steeds een aparte, collectieve “Roma-aanpak” in Nederland die hoofdzakelijk repressief is. Regelmatig merken wij dat er officieus etnisch geregistreerd wordt en dat er dan schattingen worden gemaakt in criminaliteitscijfers die de legitimering lijken te zijn voor het huidige handhavingsbeleid. Etnische registratie is sinds de Tweede Wereldoorlog bij wet verboden, echter schijnt het nog onofficieel plaats te vinden. In het algemeen neemt de overheid neemt de informatie hieromtrent meteen als waarheid aan van degenen die de cijfers “leveren”. Er is geen hoor-wederhoor in deze kwestie, en Roma-organisaties en representanten worden niet geraadpleegd alvorens de besluitvorming. Dit zouden wij graag anders zien. Het drang- en dwangproject “Wisselgeld” geldt als maatstaf en wordt nationaal en internationaal in de EU gepromoot en genoemd als dé best practice van de “aanpak van de Roma-problematiek”. Justitieel beleid wordt hier duidelijk gerelateerd aan etniciteit, hetgeen wettelijk verboden is. Handhaving geldt voor iedereen die strafbare feiten begaat, ongeacht afkomst; het kan dus niet zo zijn dat Nederland als democratische rechtsstaat een apart handhavingsbeleid voert op een etnische groep. Het punt is dat er steeds meer justitiële etnisch-gerelateerde projecten volgen, wellicht onder andere formulering en/of benaming, maar die blijken hetzelfde te impliceren, namelijk handhavingsbeleid op basis van etniciteit. Wij observeren dat de huidige repressieve aanpak het wederzijds wantrouwen alleen maar versterkt, dat er “zorg” wordt genoemd is de justitiële projecten, maar wij zien geen meetbaar resultaat, zoals dat iemand aan een werkplek of een stageplek is gekomen, of dat de toegang tot de gezondheidszorg verbeterd is. Het blijft een wezenlijk vraagteken wat die “zorg” dan precies inhoudt. De projecten “Wisselgeld”, de “MPG-aanpak van Roma” en het idee van een nieuw op te starten “Expertisecentrum op Roma en Sinti” kostten en kosten kapitalen aan dure adviseurs, projectmanagers en nog een aantal functionarissen, maar de uiteindelijke uitkomst is dat de Roma-gemeenschap er totaal niet op vooruit is gegaan of gaat. Wij hebben ook moeite met termen als “Expertisecentrum Roma en Sinti” dat in de planning blijkt volgens diverse berichtgeving; het lijkt alsof de Roma en Sinti als “proefdieren” worden gezien. We kunnen niet anders zeggen dat onze zorgen gegrond zijn en dat wij ons realiseren dat wij, als het erop aankomt, geen protectie hebben. Juist instituties die mensen horen te beschermen, vormen een gemeenschappelijk cordon van partijen die tegen de Roma ageren. Aan de ene kant is er geen status (meer) van nationale minderheid en is het cultureel erfgoed moeilijk te behouden. Aan de andere kant worden initiatieven van de Roma-gemeenschap zelf aangereikt die kunnen bijdragen aan een betere participatie en integratie, maar die worden geblokkeerd. Als argument voor die blokkade worden dan drogredenen genoemd, het zou de “economische crisis” zijn, we zouden een “te kleine groep” vormen of er zouden “andere prioriteiten” zijn.
Wij willen meedenken en participeren in het beleid aangaande de Roma met name op de terreinen van werk, onderwijs, huisvesting en gezondheidszorg. Staatloosheid is ook een aandachtspunt van ons, en vooral het tegengaan van discriminatie. Wij ervaren, naast het (weder) opkomende antisemitisme met name in Nederland en Europa, ook het antiziganisme toeneemt, de haat tegen Roma angstaanjagende vormen aanneemt. Wij kunnen u hiervan tal van voorbeelden noemen, die wij via ons eigen Meldpunt ontvangen, en wij ondernemen ook gepaste actie tegen discriminatoire uitingen. Inzetten op de dialoog is goed en moet ook plaatsvinden. Maar wij willen in samenspraak met beleidsmakers zoeken naar echte kansen en perspectieven en niet langer gebukt gaan onder repressie en handhaving, een beleid wat impliciet steeds weer gerelateerd is aan onze etniciteit. Wij hebben naar ons beste weten de hele kwestie samengevat in deze brief. Zonder wederzijds vertrouwen, respect voor elkaars normen en waarden en gelijkwaardigheid van partners, ook in professionele zin, kan geen enkel initiatief slagen en kan de vicieuze cirkel van achterstelling en systematische discriminatie nooit doorbroken worden. Serieuze consultatie en inspraak van Roma zelf zou consequent moeten worden opgenomen in de beleidspraktijk en niet alleen incidenteel moeten plaatsvinden. Wij willen graag meer van de aanbevelingen van de EU terug zien in het beleid, kortom, over alle aandachtspunten gaan wij graag met u in gesprek. Wij zien uw reactie op ons schrijven graag tegemoet. Namens het Landelijk Roma Platform Nederland, Mw. K. Jovanovic Namens Stichting Roma Capelle, Dhr. L. Lovari Namens Stichting Roma Utrecht, Dhr. A. Nicolic Namens Stichting Nieuwe Toekomst Lelystad, Dhr. M. Djinisov Namens Netwerk Roma Ede-Bennekom-Wageningen, Dhr. D. Nicolowski En meerdere Contactgegevens: Indien u in contact wilt treden met bovengenoemde organisaties kan dat via mw. Kostana Jovanovic,
[email protected] telefoonnummer 06-50652550. ,
Position Paper Mirosch -
Werk: Onder de Roma’s, Sintis en Reizigers zijn relatief Vrij Veel ZZPers, daar zou de overheid eigenlijk alleen maar blij mee moeten zijn. De personen die niet in hun eigen onderhoud kunnen voorzien als zelfstandige, hebben helaas niet de zelfde mogelijkheden als de gemiddelde Nederlander op de arbeidsmarkt. Roma’s, Sinti’s en Reizigers worden nog steeds stelselmatig buitengesloten op de arbeidsmarkt. Het zou wel eens een goed idee kunnen zijn als de overheid in conclaaf ging met werkgevers in NL om die te stimuleren om een verplicht percentage Roma, Sinti en/of reiziger in dienst te nemen.
Onderwij s/Scholing: Dit is een plicht die een ieder eigenlijk als een recht zou moeten omarmen. School uitval is een veel voorkomend probleem bij meerdere groepen, niet specifiek alleen bij cn groep: vooral in het middelbaar onderwijs zie je dit probleem. Als scholen, leerplichtambtenaren enz, gewoon hun werk doen waar ze voor betaald worden en ze voeren hun taken uit, zie ik geen probleem. Voor zover mij bekend; gaan alle kinderen van de betreffende groepen gewoon naar het basis en voortgezet onderwijs, steeds meer voltooien een Mbo of HBO studie. Er zijn zelfs jongeren met universitaire diploma’s. Wat wel een probleem vormt is het feit dat jongeren die zijn afgestudeerd bijna altijd hun afkomst moeten verloochenen om een baan te krijgen of te behouden.
Woonwagen/Standpiaatsenbeleid: De verantwoordelijkheid voor de standplaatsen moet mijn inziens weer bij de overheid komen te liggen nu gebleken is dat veel gemeenten er een uitsterfbeleid op na houden. Gemeenten en woningcorporaties zouden zich dan moeten houden aan vooraf, door de overheid gestelde regelgeving. Peperdure Consultancy Bureaus zoals: NIJBOD, INTEGRA, BEFLEX enz. moeten niet langer de scepter zwaaien op woonwagenlocaties. (scheelt de belastingbetaler heel veel geld) Er moet een normaal contact mogelijk zijn met de woningcorporaties. Het is tenslotte toch op z’n minst gezegd vreemd dat als je bijvoorbeeld: op een woonwagenlocatie in Hoogeveen woont en die standplaats feitelijk huurt van woningcorporatie DOMESTA en je een probleem hebt, zoals een lekkage. Je dan contact moet opnemen met NIJBOD in Eindhoven en je dan via de telefoniste moet vragen of de rayonmanager contact met je wil opnemen. Een telefoonnummer van de rayonmanager kun je niet krijgen. Vaak mag je blij zijn als de rayonmanager binnen een week terug belt. Het toewijzingsbeleid voor standplaatsen zou ook op de schop moeten. Steeds vaker settelen zich nieuwkomers op woonwagenkampen. Die geen Roma, Sinti of reiziger roots hebben, terwijl er al een ontzettend tekort aan standplaatsen is en in de meeste gevallen zijn dat dan ook nog eens mensen die onze toch al niet zo beste reputatie nog meer verslechteren. Tot nu toe heb ik nog nooit een rechtschapen burger (een niet Roma,Sinti of Reiziger) meegemaakt die graag op een woonwagenkamp wilt wonen. Betonblokken plaatsen om een standplaats te blokkeren voor bewoning, is en blijft een soortement van misdaad tegen een van de meest kwetsbare groepen inwoners van NL. (wil de overheid, de nu zo in nood verkerende bouwsector een handje helpen? Er zijn meer dan voldoende standplaatsen te realiseren, want er kunnen minimaal 2000 bij.)
Discriminatie: Discriminatie overkomt veel Romas, Sintis en Reizigers dagelijks. Door overheid en instanties word dit lang niet altijd voldoende onderkent. Vooral nu in economisch minder florissante tijden steekt rechts radicaal denken meer en meer de kop op. Er zijn mij meerdere gevallen bekend van pestgedrag op scholen tegen roma en sinti kinderen, o.a het brengen van de Hitlergroet richting roma kinderen, ook het vernielen van eigendommen zoals auto’s, het Hadden van hakenkruizen op auto’s enz komt voor. Als er een artikel in een krant staat over Roma’s, Sinti’s of reizigers, of het nou een positief of negatief bericht betreft, de reacties die door de lezers geplaatst worden zijn bijna altijd discriminerend. (dat is een heel beangstigend en bedrukkend gevoel als je steeds maar weer leest hoe men eigenlijk op ons neerkijkt). Crininal iteit: Voor zo ver mij bekend hebben we in Nederland onder leiding van I.Opstelten & ETeeven meer dan voldoende mogenlijkheden om conform de nederlandse grondwet. De beschikbare Justitiele en Politionele middelen te gebruiken tegen Roma’s Sinti’s enlof Reizigers, gelijk zoals men die ook zou gebruiken tegen andere Nederlanders. Kortom, Politie en Justitie moeten hun taken uitvoeren! ongeacht afkomst van verdachte(n) en zonder vooroordeelnen zonder de veel te vaak, door Burgermeesters uitgevaardigde noodverordeningen als het om roma’s Sinti’s of Reizigers gaat. integratie: Integratie kan naar mijn mening nooit plaatsvinden als daar geen acceptatie tegenover staat. Zolang overheid en media zich alleen focussen op negatief nieuws, zal de Nederlandse bevolking ons nooit volwaardig accepteren. Positie kinderen! opvoeding: Bijna nergens ter de wereld ziet men een cultuur waar kinderen zo belangrijk zijn als bij; Roma’s, Sinti’s en Reizigers. Normen en waarden staan hoog in het vaandel. Dat het kind opgroeit in een vertrouwde en beschermde omgeving, binnen een familie die altijd voor elkaar klaar staat, voor jong en oud. Dat is mijn inziens pure participatie. Prositute/’lensenhandel: Ik denk dat ik met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid kan stellen, dat dit naar het land der fabelen kan worden verwezen. Dit komt bij de in Nederland wonende Roma’s, Sinti’s en!of Reizigers pertinent niet voor. Gebrekkige hel angenvertegenwoordigi ng: Er is nu wel enige samenwerking, maar dat kan mijn inziens landelijk beter geregeld worden. Er zijn nu veel groepen, die zich met de beste intenties inzetten, maar als de communicatie beter georganiseerd zou zijn, zou dat ten goede komen voor iedereen. o.a Landelijk Roma platvorm Nederland Vereniging van Sinti slachtoffers Nederland Vereniging Sinti Roma en Woonwagenbewoners Nederland Vereniging behoud woonwagencultuur Nederland Verder zijn er door het land verspreid verschillende personen die zich lokaal inzetten voor de doelgroepen. Emancipatie:
Onderwijs is de sleutel tot emancipatie!
Johanna (Annie) Mirosch
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering Directie en Centraal Bureau Postbus 2055, 3500 GB Utrecht
Bezoekadres Afdeling Inlichtingen bij Telefoon Fax Website Datum Onderwerp Pagina
des Hei’s
Zeehaenkade 30 3526 LC Utrecht Directie Directie 088-090 1 000 088-0901799 ljr.legerdesheils.nl 24 september 2014 Position paper LdH 1/2
Leger des Heils (ldH): een korte introductie Het LdH is een organisatie die vanuit christelijke waarden kinderen, jongeren en volwassenen in kwetsbare situaties een nieuw perspectief wil bieden op een zinvol leven in een geaccepteerde positie in de samenleving, nu en in de toekomst. Vanuit deze missie richt het LdH zich van oudsher op (groepen) mensen die gemarginaliseerd zijn en uitgesloten zijn of dreigen te worden van de samenleving. Roma en Sinti worden, als groep al tientallen jaren in belangrijke mate uitgesloten van de Nederlandse (en Europese) samenleving. In de praktijk werken de verschillende disciplines ( zowel vrijwillig als gedwongen kader) van het LdH al jaren lang met Roma en Sinti gezinnen. Vanuit haar missie en praktijkervaring heeft het LdH enkele uitgangspunten en handvatten voor de praktijk geformuleerd die in het werken met mensen met een Roma/Sinti achtergrond leidend zijn.
LdH Uitgangspunten in het werken met Roma en Sinti Inclusie en erbii horen Ieder mens hoort erbij en heeft recht op een volwaardige plek in onze samenleving. Zolang deze erkenning om er te mogen zijn niet gegeven wordt, zal degene die het betreft zich steeds opnieuw melden op een negatieve manier (criminaliteit, ziekte, agressie). Er ontstaat een vicieuze cirkel omdat dit gedrag weer leidt tot verdere uitsluiting. Het LdH wil deze cirkel doorbreken. Niet door de schuldvraag centraal te stellen, maar de mens met zijn historie en behoeften te zien en erkennen. Uniciteit van ieder mens Ieder mens is bijzonder en uniek en verdient een open benadering, zonder vooroordeel of stigmatisering. Steeds opnieuw. De exacte omvang van de totale Roma/ Sinti gemeenschap alsook het aantal multi-problem gezinnen hierbinnen die al of niet met de autoriteiten in aanraking komen, is niet bekend. Ga uit van de zogenaamde 80/20 regel, waarbij een relatief kleine groep door haar gedrag zorgt voor stereotypering en stigmatisering van de hele gemeenschap.
Het Leger des Heils maakt deel uit van The Salvation Army. Stichter: William Booth Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering Directie en Centraal Bureau is onderdeel van de Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Amsterdam ondernr 41208154
Rabobankrekening. IBANNL53RABOO1 57530981
Datum Onderwerp Pagina
8 augustus 2014 brief 2/2
Richten op behoeften Ga in het contact niet alleen uit van het afwijkende gedrag (wat vaak de directe aanleiding is) maar van het besef dat ieder mens een zinvol leven wil leiden en fundamentele behoeften heeft: een veilige plek voor zichzelf en hun naasten; erkenning van hun eigenheid; iets kunnen betekenen voor een ander (de samenleving); dat hun kinderen het beter krijgen dan zijzelf en dat zij ten diepste af willen van wat hen neerdrukt. Duideliikheid over wat kan/mag en niet kan/mag In muli-problem situaties is het van belang te nuanceren en differentiëren. Niet alles kan of moet gelijktijdig aangepakt of opgelost worden. Differentieer in zwaarte van problemen en focus op de kernproblemen om die zo snel mogelijk op te lossen. Dat geeft rust en ruimte voor het vervolg. Maak voor wat betreft gedrag onderscheid in dat wat wel; dat wat binnen bepaalde grenzen en dat wat absoluut niet acceptabel is. Bij dit laatste geldt voor het LdH als ondergrens de Nederlandse wet en de Rechten van het Kind. Ervaringen: what works
Deze uitgangspunten bieden in de dagelijkse praktijk een aantal handvatten die van belang zijn voor (samen) werken met Roma en Sinti gericht op verbetering van de situatie en positie waarin velen van hen leven: Wees vasthoudend Veranderen gaat met kleine stapjes en vallen en opstaan en steeds opnieuw investeren. Om structurele verbeteringen en oplossingen te realiseren is een lange adem (soms in termen van jaren) nodig van alle betrokkenen. Investeer in het opbouwen van krediet binnen de gemeenschap en contacten met vertegenwoordigers van de gemeenschap, zonder de acute problemen uit het oog te verliezen. Leer elkaar kennen Vraag Roma en Sinti om ‘ons’ te Ieren over hun manier van leven door een dialoog op gang te brengen waarbij zij over zichzelf kunnen vertellen. Verdiep je in de (familie) historie en de culturele achtergronden. Geef zelf informatie en kennis over zaken die voor hen van belang zijn. Doe dit op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds vertrouwen, zonder de eigen positie en rol als hulpverlener of toezichthouder uit het oog te verliezen. Bewaak de balans in geven en nemen Onderhandelen is onderdeel van het werk. Hierbij geldt voor het LdH de eerdergenoemde ondergrens als basis. Zaken rondom de rechten en de veiligheid van kinderen zijn niet onderhandelbaar. Interventies om te komen tot verbeteringen in de situatie en gedragsverandering binnen de algemene hulpverlening zijn dat wel. De balans in geven en nemen dient in evenwicht te zijn, waarbij rekening gehouden wordt met de belangen van alle betrokkenen. Geef werkers ruimte voor maatwerk Onderhandelen vraagt een bepaalde mate van handelingsvrijheid van de werkers. Zij moeten, binnen vooraf afgesproken kaders, de mogelijkheid hebben en nemen af te wijken van werkafspraken en beleidsregels om zaken voor elkaar te krijgen. Het uiteindelijk te bereiken doel kan prevaleren boven het vasthouden aan regels en protocollen. Werk met een sluitende integrale aanpak Bouw een (zo vast mogelijk) lokaal of regionaal team met verschillende disciplines dat continuïteit biedt en waarvan de leden affiniteit hebben met de doelgroep, elkaars deskundigheid kennen en erkennen en bereidt zijn samen te werken onder een eenduidige regie (die per gezin of situatie kan verschillen). Realiseer en zorg als betrokken organisaties dat extra ondersteuning (deskundigheid, tijd, middelen) voor deze teams nodig is gezien de aard en intensiteit van het werk.
DEFENCE for
CHILDREN Rondetafelgesprek Roma, Snti en Woonwagenbewoners Commissie SZW, 29 september 2014 Auteur: lara de Witte, projectmedewerker Defence for Children
—
ECPAT Nederland
Defence for Children en ECPAT, internationale organisaties die opkomen voor de rechten van kinderen, vormen in Nederland één organisatie. Defence for Children bevordert kinderrechten in Nederland en daarbuiten op basis van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. ECPAT voert wereldwijd campagne tegen seksuele uitbuiting van kinderen. Mensenhandel: uitbuiting van bedelarij en strafbare activiteiten Sinds november 2013 is in de strafwet het delict mensenhandel uitgebreid met de uitbuiting van bedelarij en strafbare activiteiten. In een aantal Europese landen worden mensenhandelzaken gesignaleerd waarbij minderjarigen gebruikt bij zakkenrollerij, winkeldiefstal, inbraak en bedelen. Hierbij zijn transnationale netwerken actief die kinderen van het ene land naar het andere verplaatsen. In Nederland is meer aandacht nodig voor dit fenomeen. Onderzoek van Defence for Children ECPAT Een tweetal onderzoeken van Defence for Children -
—
ECPAT dit jaar, namelijk onderzoek naar:
1.
Handel/uitbuiting van Roemeense minderjarigen in Nederland met een nadruk op de onbekendere verschijningsvormen van mensenhandel zoals de uitbuiting van bedelarij en criminele activiteiten (Project Protection First), 2. De kwetsbaarheid van Centraal- en Zuidoost-Europese minderjarigen voor uitbuiting in Nederland (Project Mario), hebben aangetoond dat kinderen en jongeren uit Centraal- en Zuidoost-Europa zonder vaste woon- of verblijfplaats en/of zonder feitelijke ouderlijke zorg of gezag (dit blijken vaak de kinderen van Roma etniciteit): • • • • •
kwetsbaar zijn, naar Nederland worden verhandeld en worden uitgebuit in de criminaliteit, niet voldoende worden herkend en beschermd, worden beschouwd als jeugddelinquenten en gestraft, (zonder dat hun identiteit of het ouderlijk gezag is vastgesteld) worden teruggegeven aan de mogelijke uitbuiter door politie, jeugdzorg en de jeugdstrafrechter.
Aanbevelingen Er is in Nederland meer onderzoek nodig naar de aard en omvang van dit fenomeen, en hiertegen moet actiever worden opgetreden. Een ketenaanpak is nodig, waarin alle partners die betrokken zijn bij de bescherming van kinderen en het bestrijden van mensenhandel samenwerken. Rechtshandhavings- en kinderbeschermingsautoriteiten moeten worden getraind en het bewustzijn over dit fenomeen moet worden vergroot, ten behoeve van (h)erkenning, vroegtijdige identificatie, en een verbeterde bescherming erna. Procedures en structuren moeten worden verbeterd. Barrières moeten worden opgeworpen om deze uitbuiting van minderjarigen onmogelijk of onaantrekkelijk te maken. In het nationaal verwijsmechanisme slachtoffers mensenhandel moet de bescherming van minderjarige Oost-Europese slachtoffers van dit type uitbuiting worden opgenomen. Er is speciale aandacht nodig voor minderjarigen zonder vaste woon- of verblijfplaats; de groep die juistbuiten de boot valt. De politie moet de identiteit van de kinderen en volwassen die zich melden vaststellen, gegevens moeten worden geregistreerd en politie teams moeten interdepartementaal, nationaal en internationaal samenwerken om de minderjarige te monitoren en te komen tot een veroordeling van de uitbuiter. Prioriteit en capaciteit voor alle partners is essentieel voor een verbeterde aanpak en bescherming.
van de Vaste Commissie van de Tweede Kamer voor ratle (rderwerDefl.
SZW op het
te nemen. Een en de uitnodiging om aan deze Ronde Tafel deel Initiatief dit voor danken u Ik wil Allereerst geraadpleegd werden uw Kamer mee in 1997, toen organisaties dergelijke zitting maakte Ik voor het eerst In over de afschaffing van de Woonwagenwet (in 1999). tot de de agenda staat, zowel in relatie Bijna 25 jaar ben ik werkzaam op het onderwerp dat vandaag op erde Van die belangrijke geïnventarise mensen in detitel als tot de onderwerpen dle zoal de revue passeerden. werk. Een thema dat alle groepen rubrieken kie%oor deze gelegenheid onderwijs, d.w.z. scholing naar bij vorderingen etcetera. Daar komt aanspreekt, ongeacht de verschillen in achtergronden, samensteilingen, de genodigden zie staan bijvoorbeeld dat ik vandaag geen specifieke onderwijsdeskundigen op de lijst van met het TrimbOS Instituut (2012), OWRS consulenten in het veld of de KPC groep —jaarlijkse monitoring- en aandacht voor de belevingswereld over zaken als onderwijs, werk, relaties. -
in uitspraak tijdens de Public Hearing Om met Zoni Weisz te spreken, ‘onderwijs Is de sleutel tot Integratie’, een Nederlandse samenleving en Nederland voor de Raad van Europa (in 2008). Tevens een kernwaarde in de in het kader van de Europese speerpunt sinds jaar en dag. Het komt tot uiting de Nederlandse inzendingen eigen publieke middelen in Inciusle Strategie van de EU (2011, 2012), Inclusief de gelden dle Nederland uit goede komen. Ook de minister onderwijs investeert, en dle, al dan niet geoormerkt, ook deze Nederlanders ten brieven belangrijke passages aan voor Integratie, In samenspraak met de minister voor Justitie, wijdt in recente in april j.l. waarin het educatie (december 2013, waarin SZW de Inciusle Monitor de Kamer aanbiedt, en en ook in programma ‘Kinderuitbuiting’ wordt geëvalueerd). Er zijn vorderingen in het basis onderwijs in lagere voortgezet onderwijs, Dat geldt alle genoemde groepen eigenlijk, al blijft het vaak steken onderwijsvormen en op startkwaliflcatles. 2), ben ik Anders dan beide ministeries (TK, 32 824, nr. 52, ministers V&i en SZW, aan TK, 3 april 2014, pagina dat er van overtuigd dat bij kinderen en jongvolwassenen wel degelijk ‘intrinsieke motivatie’ aanwezig is, en ook ouders het belang van onderwijs inzien. Ga ook op dit terrein wederzijds constructief om met termen als ‘dialoog’ en ‘participatie’.
Stelling 1: Beleid wordt momenteel gedomineerd door een ‘waarden en culturen’ discussie: ‘Kloof’ tussen deze en andere groepen in de samenleving, kernwaarden onvoldoende ‘verinnerlijkt’, ‘Geslotenheid’ van ‘de cultuur’ en de ‘eigenheid’. Van de 100 gemeenten met Roma en Sinti al dan niet in een wagen, zijn er acht die vroege huwelijken of uithuwelijken een kwestie noemen (drie
menen dat cultuur dé verklarende factor vormt voor schooluitval, zie Trimbos, 2012). Ik bagatelliseer het verschijnsel vroege huwelijken niet. Maar meeste gemnterviewden wijten schooldropout aan een samenspel van factoren, anno nu MultiProblem geheten, met uitzichtloosheid als gevolg. StellIng 2: Ik pleit vöor het vasthouden van de ingezette verbeteringen op gebied van onderwijs (‘handhaven’ en waarderen/ ‘perspectief bieden’, zoals igv Sinti vruchten afwierp). Maar nu met alle
kracht êeri stap verder: investeer in het bruggenwerk van onderwijsconsultenten (nu slechts 3 met Roma werkzaam), klassen assistenten (ook 3, Sinti) en periodieke evidence based monitoring. Voor
het voortgezet onderwijs (t/m 23 jaar!): zoek aansluiting bij de taskforce (Team Sterk) voor stages en leerwerkplaatsen op maat. Maak geboden kansen op maat en toegankelijk voor deze Nederlanders.
Drs Peter jorna, Consuftancy SoclalInciusjon, Roma & Sinti Issues Staternent Cie. Integratie 29/09/20 14 Pagina 1 -
Proposition Paper Sinti, Roma en Woonwagenbewoners Naam en beroep: Datum, plaats:
Kemal Rijken, journalist en schrijver 29 september 2014, Den Haag
Intro Na een artikel over Roma-gemeenten in Binnenlands Bestuur (2009) heb ik herhaaldelijk over de doelgroep geschreven. Mijn rode draad van werken is ‘met de Roma en niet over hen’. Ik behandel deze mensen als iedere andere bron en merk dat dit over het algemeen gewaardeerd wordt. In 2012 schreef ik het boek Roma dat gaat over de geschiedenis en problematiek van de Nederlandse Sinti en Roma. Sindsdien schrijf ik soms nog over de thema en treed ik naar voren als expert in de media. Achter de schermen heb ik soms contact met gemeenten over de groep en vice versa. Roma en Sinti weten me ook te vinden voor media-advies. Twee soorten gemeenten Met u wil ik focussen op de wisselwerking tussen gemeenten en Roma-gemeenschappen. Door de jaren heen heb ik twee soorten situaties gezien: 1. Gemeenten die werken met harde methoden, en 2. Gemeenten die werken met harde en zachte methoden. Vooral de eerste variant heeft in de laatste jaren de overhand genomen in gemeenteland, waardoor de doelgroep zich veelal miskend en niet serieus genomen voelt. Alleen het toepassen van dwang, dreigementen en harde handhavingvormen werken bij Sinti en Roma niet. Het uit huis plaatsen van kinderen, het onder druk zetten van Roma-gezinnen en het buitensporig hoge aantal politieoptredens zijn hier voorbeelden van. Ik zeg niet dat de Roma lieverdjes zijn en dat handhaven niet zinvol is, maar in mijn optiek kan handhaven ook doorslaan en kan daardoor de balans zoek raken. De doelgroep heeft vanwege haar verleden en sociale omgangsvormen harde en zachte methoden nodig. Deze staan niet los van elkaar. Als politicoloog hanteer ik de term carrots and sticks. Meedenken en coöpereren waar het kan (carrots) en handhaven waar het moet (sticks). Verder is het nodig dat gemeenten grenzen stellen, afspraken met de Roma maken en deze samen nalaven. Alleen mét de Roma kunnen stappen vooruit worden gezet. Intermediairs op gemeenteniveau Sinti en Roma zijn in mijn optiek mensen-mensen die relaties en vertrouwen tussen personen voorop stellen. Een ambtenaar of politieagent kan een bekende vertrouwenspersoon in hun omgeving worden, maar kan ook een tegenstander worden wanneer er geen goede band wordt opgebouwd. Het wordt vaak nog moeilijker als verschillende medewerkers van meerdere instanties zich veelal goed bedoeld met de Roma en Sinti gaan bemoeien. Hierdoor kunnen onoverzichtelijke situaties ontstaan en kunnen tegenkrachten loskomen die voor extra problemen zorgen. Het werken met één vaste ambtenaar per gemeente voor de hele groep, een intermediair, is daarom het beste. Deze kan dan op microniveau een band opbouwen met de gemeenschap. Hiervoor is tijd en geld nodig, maar het is de investering waard. De intermediair kan na verloop van tijd als schakelpunt fungeren tussen de lokale gemeenschap en instanties zoals de gemeente, politie, jeugdzorg en scholen. Een intermediair met een Roma of Sinti-achtergrond is wenselijk vanwege de kennis van de taal (het Romanesh) en omgangsvormen. De Kamer en het kabinet zouden een budget moeten vrijmaken voor het werven, opleiden en inzetten van dergelijke intermediairs. Dit moeten mensen zijn die open staan voor Sinti en Roma, maar die ook grenzen kunnen stellen. Verder moet een intermediair meerdere jaren inzetbaar zijn, zodat een duurzame band met de Roma kan worden opgebouwd. Hierdoor kan er ook meer praktijkkennis worden verzamelend en worden doorgegeven waar nodig. —
—
Dhr. Hilhorst heeft geen position paper aangeleverd maar verwijst naar de publicatie ‘Aanpak multi-problematiek Roma-gezinnen’. Deze is te vinden via: www.vei1iheidshuizen.n1/doc/pub1icaties/aanpak-rnti1ti-probIernatiek-rorna-ezinnen.pdf
Positiepaper ten behoeve van ‘Rondetafelgesprek Roma, Sinti en woonwagenbewoners’ Huub van Baar
1
*
Samenvatting in vijf hoofdpunten
2
N.B. De hoofdpunten worden in de hoofdtekst van de paper verder gemotiveerd.
1. De Nederlandse overheid dient zowel op Rij ksniveau als op gedecentraliseerd lokaal niveau haar bestuursstijl zodanig te heroverwegen dat de actieve participatie van Sinti, Roma en woonwagenbewoners in beleids- én besluitvorming adequater wordt ingebed in politieke en bestuurlijke infrastructuren. Hoewel officieel niet langer sprake is van ‘doelgroepenbeleid’ en nu wordt gesproken van een ‘participatiesamenleving’ geeft de recente beleidsgeschiedenis met betrekking tot Roma, Sinti en woonwagenbewoners blijk van een minimale, tekortschietende facilitering van hun participatie aan beleids- en besluitvorming die hen direct aangaat. De overheid zou zich nadrukkelijker moeten committeren aan de participatiecontext die het EU Roma-kader centraal stelt en die substantieel afwijkt van de huidige beleidslijnen in Nederland. 2. Het Nederlandse beleid ten aanzien van Roma, Sinti en woonwagenbewoners is als we de officiële ‘Nederlandse inbreng ten behoeve van de sociale inclusie van Roma’ (Tweede Kamer 2011) volgen eenzijdig op Roma gericht en daarbinnen weer met name op die groepen bij wie overheden maatschappelijke problemen signaleren. Door de problemen van en met een beperkte groep (vooral rn.b.t. een deel van de Rorna) te extrapoleren naar beleid en beleidsvorming voor de gehele groep dus voor âlle Rorna, Sinti en woonwagenbewoners is het beleid eenzijdig geformuleerd in termen van handhaving rondom met name leerplicht en norm-overschrijdend gedrag. Deze eenzijdige concentratie is niet conform de wijze waarop het EU Roma-kader het begrip ‘Roma’ als een paraplubegrip hanteert voor alle drie de genoemde groepen en ook niet conform de letter en geest van dat kader om een toekomstvisie met de doelgroepen samen en gericht op emancipatie te ontwikkelen. —
—
—
—
3. Door eenzijdige concentratie op bepaalde beleidsthema’s en groepen binnen de betreffende minderheidsgroepen dreigt het Nederlandse beleid ten aanzien van Roma, Sinti en woonwagenbewoners te ciilturaliseren en territorialiseren. Dat wil zeggen dat de aard van de problematiek impliciet of soms ook expliciet in termen van ‘cultuur’ (soms ook leefwijze of zelfs etniciteit) wordt beschouwd en dat bij de beoogde oplossing daarvan eenzijdig wordt gekeken naar de locaties waar maatschappelijke problemen worden gesignaleerd. 1
‘Rondetafelgesprek Roma, Sinti en woonwagenbewoners’, Thorbeckezaal, Tweede Kamer der Staten Generaal, Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag, 29 september 2014. Dr. Huub van Baar Universitair Docent Politieke Theorie aan het [nstitut fûr Politikwissenschaft, Justus Liebig Universitat Giessen, Duitsland Research Fellow aan het Amsterdam Centre for Globalisation Studies E-mail: huuh.van.baar)uva.nl, (ACGS), Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam webpagina: www.huubvanbaar.nl 2 Deze positiepaper zal in het najaar van 2014 in bewerkte vorm verschijnen in een themanummer over Roma en Sinti van het tijdschrift Justitiële Verkenningen, een gezamenlijke uitgave van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (WODC) en Boom Lemma uitgevers. *
—
—
—
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
2
Daardoor dreigt de bredere maatschappelijke context waarin deze problematiek staat uit beeld te raken en de ontzenuwing ervan geen onderdeel te vormen van het beleid. 4. De beleidsconcentratie op m.n. handhaving en ‘probleemgroepen’ neigt ertoe de positie van Roma, Sinti en woonwagenbewoners eenzijdig in termen van veiligheid en veiligheidsproblematiek te formuleren en ook vooral met het oog op veiligheid expertise (bij politie en beleidsmakers) te ontwikkelen. Het Nederlandse beleid ten aanzien van de drie minderheidsgroepen is er sterk bij gebaat die veiligheidscontext te ‘neutraliseren’ door die nauwer te laten aansluiten op andere maatschappelijke thema’s die van belang zijn voor een positieverbetering van de gehele groep. Daartoe behoren ook thema’s die niet in eerste instantie de minderheidsgroepen zelf aangaan, maar juist meerderheidsgroepen. De bestrijding van negatieve beeldvorming en van wat wel ‘antiziganisme’ wordt genoemd, zowel in beleidsvorming als in bredere maatschappelijke zin (onderwijs, media, publieke debat, etc.), zou integraal deel van het beleid dienen te zijn. Daarbij hoort ook rechtsbescherming in de breedste zin van het woord. Voor de verbetering van beleid dient een breder begrip van ‘expertise’ te worden gehanteerd, opdat minderhedenorganisaties en -woordvoerders, Ngo’s, belangenorganisaties, mensenrechtenorganisaties, clvii society en wetenschap integraal een rol kurmen spelen in de betere maatschappelijke verankering van politiek en beleid. 5. Ontwikkel in de lijn van de bovengenoemde punten een toekomstvisie die zich niet alleen richt op de drie minderheidsgroepen met de Nederlandse nationaliteit, maar ook op leden van deze groepen die staatloos zijn en op migranten met een Roma achtergrond (en, veelal, EU burgerschap).
De Nederlandse overheid is internationaal gehouden aan regels die staatloosheid dienen te voorkomen. Een eerste significante stap in die richting zou zich erop kunnen richten de kinderen van staatlozen te nationaliseren, opdat zij niet langer op hun levensjaar de staatloosheid van hun ouder(s) erven. Vooralsnog richt het Nederlandse beleid op migranten uit andere EU lidstaten, en met name op migranten met een Roma-achtergrond, zich hoofdzakelijk en eenzijdig op de veiligheidsbedreiging die van hen uit zou gaan. Conform het EU Roma-kader dienen Nederlandse autoriteiten en overheden zich in de internationale samenwerking en in de bejegening van deze migranten te richten op een aanmerkelijk breder palet van beleidsmaatregelen (rondom huisvesting, onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid, etc.).
Inleiding: Het Nederlandse beleid in de Europese context
Sinds de val van het communisme 25 jaar geleden is er in Europa toenemend aandacht voor de positie van Roma minderheden in Europa. Ook in de wetenschappelijke literatuur en in interdisciplinair onderzoek is sindsdien meer aandacht voor hun positie, met name in Centraal- en Oost-Europa en in West-Europese landen met grote Roma minderheden en significante migrantenpopulaties, zoals Spanje, Italië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Er is echter nauwelijks wetenschappelijke reflectie geweest op de situatie in Nederland en op de relevante beleidsontwikkelingen die hier hebben plaatsgevonden. Zo is er rechtsherstel tot stand gekomen naar aanleiding van de vervolging van Sinti en Roma in de Tweede
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
3
Wereldoorlog; is het Landelijk Platform Roma Gemeenten van de VNG opgericht; is officieel het doeigroepenbeleid afgeschaft en is er een overheidsreactie gekomen op het zogenaamde EU-kader voor Roma dat de Europese Commissie in 2011 lanceerde. In deze bijdrage zal ik, zonder volledigheid na te streven aangaande alle relevante beleidsontwikicelingen, de Nederlandse situatie belichten vanuit het perspectief van wat ik de ‘Europeanisering van de Roma representatie’ noem. Ik zal daarbij eerst ingaan op wat ik daaronder versta en welke kansen en risico’s ermee samengaan om daarna te reflecteren op het Nederlandse Roma-beleid, in het bijzonder door de rol van participatie, veiligheid en beeldvorming daarin aan de orde te stellen. Europeanisering van de representatie van de Roma
Sinds de val van het communisme heeft in toenemende mate een Europeanisering van de representatie en zelf-representatie van de Roma plaatsgevonden. Die Europeanisering heeft verschillende, maar sterk met elkaar interacterende dimensies. In de eerste plaats heeft een verschuiving plaatsgevonden in de sociaalpolitieke en culturele representatie van hun minderhedenstatus. De Roma zijn in de moderne Europese geschiedenis en met name sinds de Verlichting doorgaans voorgesteld als een ‘niet-Europese’ minderheid die, vanwege hun vermeende of verbeelde culturele, linguïstische en diasporische oorsprong in India, veelvuldig als bedreigend, vreemd en inferieur aan de Europese ‘beschaving’ en ‘cultuur’ is voorgesteld (van Baar 201 la). Sinds de val van het communisme zijn de Roma echter in toenemende mate gepresenteerd als een ‘Europese minderheid’, niet alleen door overheden, internationale en Europese organisaties en instituties, maar ook door niet-gouvernementele organisaties, Roma en aan hen gelieerde activistische netwerken, belangenorganisaties, wetenschappers en de media. Karakteristiek voor deze trend is de wijze waarop de Raad van Europa de Roma begin jaren negentig presenteert: A special place al-nong the minorities [of Europe] is reserved for the Gypsies. Living scattered all over Europe, not having a country to call their own, they are a true European minorily, but one that does not fit into the definitions of national or linguistic minorities. As a non-territorial minority, the Gypsies greatly contribute to the cultural diversity of Europe. With central and east European countries now member states, the number of Gypsies living in the area of the Council of Europe has increased drastically. (Raad van Europa 1993, §2-4, mijn cursivering) .
.
Deze positie van de Raad van Europa verbindt de vermeende singulariteit van de positie van de Roma in Europa (‘a special place’) met de specificiteit van die positie (‘does not fit into’), alsook met haar uniciteit (‘a non-territorial minority’) en, tot op zekere hoogte, met haar homogeniteit. Dat met het lidmaatschap van Centraal- en Oost-Europese staten van de Raad van Europa ook het aantal Roma drastisch is toegenomen, zoals het citaat stelt, verduidelijkt dat hier heterogene groepen onder dezelfde noemer worden gebracht. Dit is een tweede dimensie van Europeanisering en heeft betrekking op hoe het begrip ‘Roma’ in het politieke en beleidsmatige debat als een paraplu-begrip gebruikt wordt voor diverse groepen met uiteenlopende sociaaleconomische, regionale, culturele en historische achtergronden. In de wijze waarop de EU het label ‘Roma’ beleidsmatig en politiek hanteert, verwijst het onder meer naar Spaanse Kale of Gitanos, Franse Manouch en Gens dii Voyage, Ierse en Britse Gypsies en Travellers, Nederlandse woonwagenbewoners, Sinti en Roma, Zwitserse Jenish en een groot aantal verschillende Roma-groepen dat vooral in Centraal- en Oost-Europa woont, al dan niet een van de vele dialecten van het Romanes (de taal van Roma) sprekend. Er is geen overkoepelend sociaal, economisch, cultureel of geografisch
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
4
aspect dat al de groepen bindt, hoewel de meeste van deze groepen wel worden gekarakteriseerd door een geschiedenis van marginalisering en discriminatie en, met name in Centraal- en Oost-Europa, door (extreme) armoede. De Europeanisering van de Roma identiteit dient daarom beschouwd te worden als een onderdeel van een complexe geschiedenis van etikettering of ‘labelling’ waarin de vraag naar wie de Roma zijn historisch gezien geen eenduidig antwoord heeft. Het momenteel gangbare antwoord op deze vraag is dat zij ‘de grootste etnische minderheid van Europa’ vormen en in Europa behoren tot de meest gediscrimineerde minderheid met bovendien een significant lagere levensverwachting dan andere Europeanen (van Baar 201 la). Deze laatstgenoemde aspecten hangen samen met een derde Europeaniserings dimensie. Begin jaren negentig sloegen belangengroepen en mensenrechtenorganisaties de noodklok wat betreft de sociaaleconomische en politieke situatie van de Roma in Centraal- en Oost-Europa. Met name institutionele en alledaagse discriminatie, openlijk geweld tegen Roma en een dreigende armoedeval en segregatie door snel toenemende werkloosheid bepaalden de strekking van de publicaties van die organisaties. Vanaf het midden van de jaren negentig hebben deze waarschuwingen, interacterend met de nieuwe uitbreidingspolitiek van de EU, geresulteerd in het ontwerpen en organiseren van grootschalige, Europa-brede projecten en programma’s, die gericht zijn op de ontwikkeling en verbetering van de situatie van de Roma en op het creëren van kansen en fora om hen in de gelegenheid te stellen daaraan zelf structureel bij te dragen. Geen bevolkingsgroep in Europa is na 1989 het ‘onderwerp’ van zo veel inclusie-, integratie-, empowernient-, participatie- en ontwikkelingsprogramma’s geworden als de Roma. Vanwege het EU uitbreidingsbeleid richtte deze ontwikkeling zich aanvankelijk op Centraal- en Oost-Europa, maar gaandeweg zou die, mede onder invloed van transnationaal activisme, op heel Europa betrekking krijgen, door ook de situatie van Roma in West-Europa en van Roma asielzoekers en migranten aldaar aan de orde te stellen. Kansen en risico’s van het Europese project
De Europeanisering van de Roma representatie heeft kansen geboden, maar ook risico’s met zich meegebracht. Zoals gezegd, kan die Europeanisering als een katalysator dienen om de zelfbeschikking en kansen van Roma te vergroten, om hun sociale inclusie, Europese integratie en maatschappelijke participatie te faciliteren, om hun toegang tot het rechtssysteem en openbare voorzieningen als onderwijs, huisvesting, werkgelegenheid en gezondheidszorg te verbeteren en om af te rekenenen met de autoritaire wijze waarop zij met name in voormalig communistische landen werden bejegend. Die Europeanisering heeft ook geleid tot de verbreding, verdieping, versterking en transnationalisering van wat wel de ‘Romani movement’ is genoemd, een heterogene sociale en burgerrechtenbeweging die zich nu in en buiten Europa manifesteert. Het is bovendien de interactie tussen enerzijds deze beweging en anderzijds de formatie van Roma-gerelateerd Europees beleid geweest, die heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van onder meer het huidige EU minderhedenbeleid, het EU antidiscriminatiebeleid, institutionele aandacht voor de Roma Holocaust, nieuwe op Roma toegespitste overlegplatformen en -organen in de institutionele infrastructuur van Europese instanties, alsook aan het door de Europese Commissie (2011) gelanceerde ‘EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van Roma’. In tegenstelling tot wat vaak wordt verondersteld, zijn deze ontwikkelingen niet slechts van bovenaf opgelegd, maar in complexe interactie met lobbygroepen en activisme van de grond gekomen, daarbij niet zelden in een stroomversnelling gebracht door ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen, zoals de uitzetting van Roma migranten uit Italië en Frankrijk.
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
Een van de voornaamste risico’s van de Europeanisering van de Roma representatie is de etnisering en isolatie van het beleid dat zich richt op hun positieverbetering. Met name in Centraal- en Oost-Europa, en mede als gevolg van de druk die de EU op haar kandidaatlidstaten uitvoerde om aandacht aan de situatie van Roma te besteden, hebben zich binnen, tussen of naast ministeries en andere overheidsinstanties organen ontwikkeld die zich in relatieve afzondering van het generieke beleid met Roma-gerelateerde zaken bezighouden. Specifieke beleidsaandacht voor Roma is op zichzelf niet problematisch, maar wel als er onvoldoende communicatie en sociaalpolitieke infrastructuur bestaat tussen zulke organen en de relevante ministeries van bijvoorbeeld onderwijs, sociale zaken en volksgezondheid. Het voornaamste risico is dat, door eenzijdig op Roma als ‘probleemgroep’ de aandacht te vestigen, de bredere sociaaleconomische, politieke en ook historische redenen voor hun huidige positie onderbelicht bijven in beleids(trans)forrnaties en -implementaties. Ook dreigen de maatschappelijke problemen waarmee Roma worden geconfronteerd door die eenzijdige aandacht te worden ‘geculturaliseerd’ en ‘geterritorialiseerd’. Daarmee bedoel ik dat die problemen worden gezien als veroorzaakt door ‘hun cultuur’ en dat beleid zich eenzijdig richt op wijken en dorpen waar veel Roma wonen. In beide gevallen dreigen de bredere maatschappelijke oorzaken voor de achterstelling van veel Roma buiten de beleidsradar te vallen en aan het politieke en publieke debat te worden onttrokken. Een hiermee verbonden risico is wat ik ‘schaalpolitiek’ noem: wanneer politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheden geheel of gedeeltelijk van het ene naar het andere institutionele niveau worden overgeheveld. In het geval van een overheveling naar ‘beneden’ zoals bij decentralisatie of de neoliberalisering en (semi-)privatisering van overheidstaken kan dit leiden tot een vermindering van democratische controle, het ‘afschuiven’ van taken onder het motto de politiek ‘dichter bij de burger’ te brengen, en ook tot onrealistische verwachtingspatronen met betrekking tot de prestaties van de verantwoordelijke actor. Net zo kan een overheveling naar ‘boven’, naar het Europese niveau, ertoe leiden dat, door een al te grote nadruk te leggen op het Europese karakter van de vermeende ‘Roma problematiek’, nationale en lokale overheden verantwoordelijkheden op Europese instanties of andere EU lidstaten afschuiven. In de relatie tussen het op Europees niveau uitgestippelde Roma beleidskader enerzijds, en de politiek en beleidstradities van de lidstaten anderzijds bevindt zich tot slot ook de speelruimte voor die staten om vertaalslagen te maken die zij wenselijk achten maar die significant kunnen afwijken van de (strekking van de) Europese richtlijnen rondom Romabeleid. Ik kom hierop straks terug. —
—
De ambigue verschuiving van doeigroepenbeleid naar ‘participatiesamenleving’
De beleidsontwikkelingen in Nederland die de situatie van Sinti en Roma significant hebben beïnvloed, kunnen deels tegen de achtergrond van bredere Europese worden begrepen, zoals ik in het vervolg zal verduidelijken en daarna ook met de Europeaniseringsdimensies zal verbinden. De totstandkoming van rechtsherstel voor Nederlandse Sinti en Roma van na 1999 past bijvoorbeeld in de Europese trend (Duitsland uitgezonderd) waarin pas sinds de jaren negentig substantieel meer aandacht voor de Roma Holocaust is gekomen en ook herstelbetalingen hebben plaatsgevonden (van Baar 2011a, Polak 2013). Ook de afschaffing van het Nederlandse doelgroepenbeleid strookt met de neoliberalisering van sociaal beleid die in Europa heeft plaatsgevonden en die is samengegaan met decentralisatie, privatisering en een grotere (na)druk op individuele participatie en verantwoordelijkheid van burgers. De afschaffing van dat doelgroepenbeleid is overigens niet in strijd met de voortzetting van een op minderheden gerichte beleidspolitiek, al stelt die nu striktere eisen iets waarvan bijvoorbeeld het project aan de ondersteuning van hun ‘participatie’ ‘Wisselgeld’ voor Roma in Nieuwegein getuigt. Dat de officiële afschaffing van een op —
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
6
etnische, nationale of religieuze minderheden gericht Nederlands overheidsbeleid prima samengaat met een sterke nadruk op niet name de ‘participatie’ van zulke groepen en dus met een versoberde voortzetting van ‘doelgroepenbeleid’ in de praktijk is door verschillende auteurs overtuigend beargumenteerd (zie bijv. Schinkel & Van Houdt 2010). De spanningsverhouding tussen de officiële afschaffing van het doelgroepenbeleid en de introductie van een ‘participatiesamenleving’ speelt in veel van de beleidsdebatten rondom Roma en Sinti een hoofdrol. zij het meestal impliciet. Toen de Roma na lange stilte in 2008 weer onderwerp van een Tweede Kamerdebat werden waarin de VNG ‘Roma gemeenten’ het Rijk om bijstand vroegen voor hun Romabeleid, besloot toenmalig minister Van der Laan (Wonen Werken Integratie) daaraan wél en géén gehoor te geven. Géén, omdat er geen sprake kon zijn van een voortgezet doelgroepenbeleid en omdat gemeenten via decentralisatie middelen toebedeeld hadden gekregen beleid voor hun ingezetenen in goede banen te leiden. Wèl, omdat de rijksoverheid 660.000 Euro beschikbaar stelde om via generiek beleid die gemeenten te steunen om de participatie van ‘hun Roma’ te stimuleren. Het was in dit kader ook niet zo opmerkelijk dat de politieacademie een budget kreeg om expertise op het gebied van Roma te ontwikkelen steun die zou uitmonden in een zogeheten ‘kennisfundament voor professionals’ die met Roma omgaan (Solie e.a. 2013). Ik kom er nog op terug waarom die beleidsstap in de huidige trend past. Overigens betekende ze nauwelijks een trendbreuk met het ‘multiculturele’ doelgroepenbeleid voor Roma van weleer. Politie en justitie hebben ook in het verleden een significante en vaak ambivalente rol in dat beleid gespeeld (zie Mazirel 1987. Willems & Lucassen 1990, van Ooijen 1993). Ook de mandaatverruiming van de ‘Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma’ (SRSR, 2000-09) en haar gelijktijdige naamsverandering in het ‘Nederlands Instituut Sinti en Roma’ (NISR) kan in het licht van de genoemde spanningsverhouding worden gezien. Onder meer Roma en Sinti belangenorganisaties, die substantieel hadden bijgedragen aan de realisatie van rechtsherstel en die hun ondersteuning door de rijksoverheid hadden zien verdwijnen, drongen erop aan nieuwe middelen beschikbaar te stellen die voor zaken als onderwijs, werkgelegenheid en zelforganisatie konden worden ingezet. Dit paste echter niet in de trend van de afbouw van het doelgroepenbeleid, maar klaarblijkelijk wèl in het doorstartplan en de mandaatverbreding dat de SRSR met het NISR kreeg: als semi-onafhankelijk instituut, overigens zonder directe inspraak en medewerking van Sinti en Roma, zou het NISR de nog overgebleven rechtsherstelgelden ook voor andere dan rechtsherstel-gerelateerde doelen —
—
—
mogen inzetten.
Tot slot getuigt ook de wijze waarop de Nederlandse overheid invulling heeft gegeven aan het EU Romakader van de genoemde spanningsverhouding. Nogal krampachtig benadrukken de betrokken ambtenaren en politici dat de zogenaamde ‘Nederlandse inbreng’ inzake dat kader vooral geen Nederlandse ‘nationale Roma-strategie’ mag heten. Ook al regent het de laatste jaren Nederlandse beleidsdocumenten die expliciet betrekking op Roma hebben, officieel bestaat er nu eenmaal geen doelgroepenbeleid meer en dus zeker geen ‘nationale’ strategie. Het Nederlandse beleid langs de ‘participatielat’ gelegd
In de wetenschappelijke literatuur rondom participatie wordt meestal direct of indirect voortgebouwd op de beroemde ‘participatieladder’ van Sherry Arnstein (1969). In de interactie tussen staten en burgers onderscheidde zij verschillende ‘treden’ van participatie, waarin pas hoger op de ladder van daadwerkelijke participatie sprake is. We kunnen haar idee ook vertalen naar de interactie tussen overheid en minderheden. Participatie kan niet eenzijdig van minderheden komen, maar moet mede door de overheid bestuursmatig gefaciliteerd worden. Een autoritaire bestuursstijl blijft hangen op de onderste sporten. De minderheid
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
7
speelt geen rol in besluitvorming of is alleen een toeschouwer die eventueel geïnformeerd wordt over het betreffende minderhedenbeleid. Feitelijk is sprake van non-participatie door buitensluiting. Midden op de ladder is sprake van een consultatieve bestuursstijl waarin de minderheid mag adviseren, aan het eind of in een opener stijl aan het begin van het besluitvormingsproces. Arnstein achtte deze stijl niettemin een vorm van ‘tokenisme’, omdat de besluitvorming in hoge mate buiten de groep om gestalte krijgt. Arnsteins filosofie volgend is van minderhedenparticipatie pas sprake wanneer de overheid een delegerende, samenwerkende of faciliterende bestuursstijl hanteert; pas dan wordt de minderheid in kwestie een medebeslisser, een samenwerkingspartner of zelfs een initiatiefnemer van het minderhedenbeleid. Het EU Roma-kader stuurt sterk aan op een hoog op de ladder gepositioneerde participatievorm en bijbehorende bestuursstijl. De Commissie spreekt over een nationale strategie die ‘wordt ontworpen, geïmplementeerd en gemonitord in nauwe samenwerking en voortdurende dialoog met Roma clvii society, regionale en lokale autoriteiten’ (Europese Commissie, p.9, vertaling HvB). Ook wordt gesteld dat de strategie en haar implementatie en evaluatie moeten voldoen aan de zogenaamde ‘tien gemeenschappelijke basisprincipes’ die het Roma Platform het orgaan dat de Commissie adviseert over Roma-gerelateerde zaken in 2009 heeft opgesteld. Tot die principes behoren onder meer dat civil society actoren erbij worden betrokken en dat de actieve participatie van Roma deel uitmaakt van processen van voor hen relevante besluit- en beleidsvorming. Nadrukkelijk wordt vermeld dat het daarbij niet enkel om consultatie en advies zou moeten gaan, maar om verdergaande betrokkenheid in het beleidsproces. Tot op heden is de Nederlandse aanpak weinig ontvankelijk gebleken voor een dergelijke invulling van participatie. Zo hebben Sinti en Roma geen serieuze inspraak gehad in het voor hen bedoelde NISR, ook niet toen het disfunctioneren ervan en het wanbeleid van de raad van bestuur steeds zichtbaarder en schrijnender werden. Toen het NISR eind 2011 voor het eerst een congres organiseerde waarop Sinti en Roma hun visie en kritiek konden uiten, werd duidelijk dat alleen een grondige bestuursherziening en democratisering van het instituut uitkomst zouden kunnen bieden iets waartoe de aanwezige Sinti en Roma ook opriepen en dat de voorzitter van de raad van bestuur hen ook beloofde. Een valse belofte, zo zou snel blijken, want begin 2012 besloot die raad tot opheffing van het NISR, zonder haar personeel en Sinti en Roma in dat besluit te betrekken. Hoe het zover heeft kunnen komen, is afgezien van deugdelijke onderzoeksjournalistiek (Rijken 2012; Argos 2012) niet uitgezocht. We hebben hier te maken met wat ik ‘schaalpolitiek’ noemde. Door de verruiming van het mandaat van het NISR werden belangrijke overheidstaken en verantwoordelijkheden rondom onderwijs- en werkgelegenheidsprojecten, zelforganisatie en culturele initiatieven deels naar een nieuw georganiseerd instituut overgeheveld, alsook de taak contact met de doelgroepen te onderhouden. Hoewel van begin af aan duidelijk was dat het NISR de expertise noch de bestuurskracht bezat om zijn omvangrijke taken behoorlijk uit te voeren, kon de rijksoverheid zich beperken tot bijsturing indien nodig. Adequate democratische controle op het functioneren van het NISR ontbrak en na opheffing bleek er ook geen volksvertegenwoordiger ter verantwoording te kunnen worden geroepen. Terwijl het NISR schip zonk, ontwierp de rijksoverheid de nationale strategie die het begin 2012 naar Brussel zou sturen. Het NISR zond nog een bericht per flessenpost naar Den Haag en de betrokken ministeries consulteerden verschillende Roma en Sinti, alsmede enkele experts. Ook hier was sprake van een minimale stimulans tot participatie, als het al zo genoemd mag worden. Van de punten die door het NISR, Roma en Sinti en experts werden ingebracht, is weinig tot niets terug te vinden in de tekst van wat de ‘Nederlandse inbreng ten behoeve van de sociale inciusie van Roma’ zou gaan heten (Tweede Kamer 2011). —
—
—
—
—
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
8
De nadruk op rechtshandhaving in het Nederlandse beleid
Die Nederlandse inbreng is om meer redenen markant. Zo heeft de overheid de speelruimte tussen het EU-kader en de lidstatelijke invulling gebruikt om een aantal specifieke, niet onproblematische accenten te leggen. Die inbreng versmalt de doelgroep tot Roma, hoewel niet opgevat zoals het paraplu-begrip van de EU, maar beperkt tot met name die groep van Roma bij wie overheden maatschappelijke problemen signaleren. Sinti en woonwagenbewoners worden in de beleidsagenda van de Nederlandse inbreng niet genoemd en de monitor die adviesbureau Movisie in opdracht van de overheid heeft uitgevoerd heeft betrekking op Roma en, in mindere mate, Sinti, maar niet op woonwagenbewoners, hoewel die drie groepen tot voor kort in de Nederlandse beleidstraditie werden onderscheiden. Hiermee dreigt het Nederlandse beleid te convergeren naar een benadering waarin de Roma eenzijdig als ‘probleemgroep’ worden bezien. Verschillende beleidsstukken en praktijken getuigen van culturalisering en territorialisering. Met regelmaat wordt gerefereerd aan de VNG Roma gemeenten als de locaties bij uitstek waar het beleid gearticuleerd moet worden, ook al woont daar een relatief klein deel van alle Nederlandse Sinti, Roma en woonwagenbewoners. De culturalisering zien we vooral terug in de kabinetsreactie op de ‘Monitor Inclusie Roma’. Die reactie valt met de deur in huis: ‘Sociale inclusie begint met een nadrukkelijke keuze voor een bestaan in Nederland en met het accepteren van de in Nederland heersende normen en waarden’ (SZW 2013: 2). Daarna lezen we: -
Een aanzienlijk deel van de Roma en Sinti heeft de Nederlandse kernwaarden (nog) niet verinnerlijkt. Dit staat een snel inlopen van achterstanden in de weg. De genoemde kloof heeft een cultuur-historische achtergrond, mede door de eigenheid van de gesloten cultuur van de Roma en Sinti. Hier wordt gesuggereerd dat Roma en Sinti weinig loyaal aan Nederland zijn, als al duidelijk is wat hier precies onder de Nederlandse ‘kernwaarden’ en ‘normen’ wordt verstaan. Cultuurhistorische achtergronden worden in hoge mate verantwoordelijk gehouden voor de achterstanden waarmee Roma en Sinti worden geconfronteerd, ook al wijzen zowel de Monitor Inciusie als eerdere monitorverslagen op een aanmerkelijk breder palet van oorzaken achter die achterstanden (Rodrigues & Matelski 2004; Davidovié & Rodrigues 2010). De kabinetsreactie die als reactie van kabinetsleden bij uitstek de politiek achter en politisering van Roma-gerelateerd beleid belichaamt maakt meer betwistbare vertaaislagen. Movisie stelt dat in de monitor die zij nadrukkelijk ‘indicatief’ en ‘niet representatief noemt ‘één situatie van gedwongen prostitutie [werd] genoemd’ en ‘daarnaast enkele signalen binnen[kwamen] van het inzetten van kinderen bij diefstal’ (Movisie 2013, p.l 0, 22, cursivering toegevoegd). Bij monde van de minister (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) maakt het kabinet daarvan: —
—
—
—
Onder een bepaald deel van de Roma en Sinti komt een aantal vormen van criminaliteit relatiefvaak voor. Het gaat dan met name om winkeldiefstal, oplichting, illegale (mensen)handel en gedwongen prostitutie. (SZW 2013, p.2, cursivering toegevoegd)
Ook hier zien we een voor het beleid karakteristieke extrapolatie van een situatie die geldt voor een kleine, maar wellicht hardnekkige groep die problemen veroorzaakt, naar een beleidsformatie die op alle leden van de beleidsdoeigroep betrekking heeft. Met de
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
9
overmatige inzet van het beleid op rechtshandhaving vooral met betrekking tot criminaliteit en leerplicht wijkt het Nederlandse overheidsbeleid ten behoeve van Roma niet structureel af van EU lidstaten als Frankrijk en Italië, die zowel hun nationale Roma minderheden als migranten met een Roma-achtergrond vooral als veiligheidsprobleem benaderen (zie van Baar 2011b, 2014b). —
—
Securitisering: Roma als veiligheidsprobleem?
In de wetenschappelijke literatuur wordt de problematisering van maatschappelijke fenomenen of groepen in termen van veiligheid ‘securitisering’ genoemd een wat onbeholpen vertaling van het Engelse securitization. Migratie, klimaatverandering en de islam zijn voorbeelden van fenomenen die de laatste decennia toenemend aan securitisering onderhevig zijn. In het huidige Europese tij is het eerder regel dan uitzondering om Roma minderheden en migranten te securitiseren (van Baar 2013, 2014a). Hun eenzijdige en overmatige securitisering heeft echter grote maatschappelijke risico’s. In interactie met op handhaving gerichte beleidsmaatregelen en eenzijdige, op veiligheid geconcentreerde kennisverwerving leidt securitisering eerder tot de versterking dan ontkrachting van negatieve beeldvorming en stigmatisering. Ze verslechtert niet alleen de vertrouwensrelatie tussen overheidsinstanties en de doelgroepen, maar leidt ook tot een beleid dat zich vooral ophoudt met symptoombestrij ding in plaats van met het creëren van kansen. Kenmerkend voor deze discutabele trend is de wijze waarop de Nederlandse overheid zich op het Europese podium manifesteert. Zoals gezegd heeft de overheid zich niet gevoegd naar de letter en geest van het EU-kader, maar daaraan op niet onproblematische wijze invulling gegeven. De overheid is een stap verder gegaan door ook, en met een zeker succes, twee punten op de EU beleidsagenda te plaatsen, namelijk ‘uitbuiting Roma-kinderen’ en ‘bestrijding van normoverschrijdend en crimineel gedrag’ (Tweede Kamer 2011, p.2). De inbreng van deze agendapunten is hoewel betwistbaar legitimeerbaar. Discutabel is echter de context waarin de overheid ze plaatst: —
—
—
Er wordt een programma ingezet gericht op de bestrijding van normoverschrijdend en crimineel gedrag en bestrijding van uitbuiting van Roma-kinderen door Roma. De nieuwe instroom van Roma uit andere EU-landen zal daarbij worden betrokken. (ibid., cursivering toegevoegd) Uitbuiting van Roma-kinderen vindt plaats al weten we niet op welke schaal en moet bestreden én onderzocht worden, maar de suggestie dat die uitbuiting alleen door Roma gebeurt en met nieuwe Roma migranten verband houdt is tendentieus. Diezelfde teneur is aanwezig in de kabinetsreactie op de monitor inciusie. Aan het eind daarvan voegt de minister een paragraaf toe over internationale samenwerking. Dubieus genoeg gaat die paragraaf uitsluitend over criminaliteitsbestrijding. Alle grote thema’s waarvan de EU wenst dat de lidstaten er individueel en gezamenlijk op inzetten van huisvesting tot werkgelegenheid, van onderwijs tot gezondheidszorg en van veiligheid tot het recht of vrij personenverkeer lijken aan het einde van deze kabinetsreactie te verdampen. Wat er overblijft is de volgende positionering van het nationale beleid in de internationale, Europese context: —
—
—
—
Roma en Sinti leven gespreid over heel Europa en in relatief grote aantallen in Midden- en Oost-Europa. De problematiek rondom de Roma en Sinti in Nederland krijgt daarmee een grensoverschrjdend karakter. Specifieke aandacht hierbij verdienen criminele netwerken Op internationaal niveau draagt Nederland op vele ...
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
10
manieren bij aan de bestrijding van en inzicht in de georganiseerde criminaliteit (SZW 2013, p.6, cursivering toegevoegd) Zoals ik elders heb betoogd, lijkt hiermee een belangrijke verschuiving te hebben plaatsgevonden: van de Europeanisering van de Roma als een Europese minderheid naar die van hen als, met name, een ‘Europees probleem’ (van Baar 201 ib, 2014a) waarbij de beleidsaandacht eenzijdig uitgaat naar zaken als handhaving en veiligheid en de bredere sociaaleconomische, maatschappelijke en politieke ondergesneeuwd raakt. Conclusie
Bezien in de context van wat ik hierboven duidelijk heb proberen te maken, krijgt de volgende opmerking in de ‘Nederlandse inbreng’ een wat wrange bijklank: Een eerste uitgangspunt is dat integratie niet een verantwoordelijkheid is van de overheid, maar van degenen die zich hier duurzaam vestigen. Een tweede uitgangspunt is dat ‘niet de afkomst, maar de toekomst’ telt. Integratie komt tot stand als men zich daarvoor inzet en ertoe in staat wordt gesteld. (Tweede Kamer 2011, p.2) Verschillende tendensen in het Nederlandse Roma-gerelateerde beleid zoals de dominante bestuurstiji, de betwiste inperking van de doelgroep, de concentratie op rechtshandhaving en de securitisering van Roma getuigen ervan dat integratie en participatie in de eerste plaats bij Roma zelf worden gelegd, maar zonder dat een adequate politieke en beleidsmatige infrastructuur is of wordt aangelegd om die participatie te faciliteren. In de Nederlandse context is een neutralisering van de veiligheidscontext gewenst, ofwel een ‘de-securitisering’, waarin de beleidsmakers samen met Roma, Sinti en woonwagenbewoners een toekomstvisie ontwikkelen die nadrukkelijk inzet op het ontzenuwen van de oorzaken van achterstelling en op een serieuze reflectie op de weeffouten in de Nederlandse beleidsgeschiedenis jegens deze minderheidsgroepen. Het zou de overheid sieren, zeker in een tijd waarin minderheden en migranten het tij vaak tegen zich hebben, als het haar bestuursstijl heroverweegt en participatie explicieter faciliteert. Daartoe is het nodig om de betreffende minderheidsgroepen op zoveel mogelijk bestuursniveaus in de beleids- én besluitvorming te betrekken, alsook actief in te zetten de beeldvorming in bestaande beleidvorming ter discussie te stellen. Dat betekent ook dat het beleid zich niet tot de minderheidsgroepen en het beleid dat hen aangaat kan beperken, zelfs niet als zij niet meer uitsluitend als een ‘probleemgroep’ worden afgeschilderd. Er zal ook substantieel meer aandacht in het beleid moeten komen voor de bestrijding van direct en indirect antiziganisme in de maatschappij, de bureaucratie en de onderwijscontext om die een beeldvormings verandering maatschappelijk adequater en effectiever gestalte te kunnen geven. —
—
Literatuurverwijzingen Argos 2012. ‘Mislukking rechtsherstel Sinti en Roma’, VPRO radio, 29 september. Arnstein, S. 1969. ‘A Ladder of Participation’, Journal of the American Institute ofPlanners (35) 4, p. 2 16-24. van Baar, H. 2011a. The European Roma: Minority Representation, Memory and the Limits of Transnational Governmentality. Dissertatie. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam. van Baar, H. 201 Ib. ‘Europe’s Romaphobia: Problematization, Securitization, Nomadization’, Environment and PlanningD: Society and Space (29) 2, p. 203-12. van Baar, H. 2013. ‘Roma worden weer zigeunerboeven’, Trouw, 26 oktober.
Positiepaper H. van Baar (Universiteit Giessen / Amsterdam)
11
van Baar, H. 2014a. ‘The Emergence of a Reasonable Anti-Gypsyism in Europe’, in T. Agarin (red.), When Stereotype meets Prejudice: Anti:iganism in European Societies, Stuttgart: Ibidem Verlag, p. 27-44. van Baar, H. 2014b. ‘The Perpetual Mobile Machine of Forced Mobility: Europe’s Roma and the Institutionalization of Rootlessness’, in Y. Jansen, J. de Bloois en R. Celikates (red.), The Irregularization of Migration in Contemporarv Europe: Deportation, Detention, Drowning, London: Rowman & Littiefield, te verschijnen. Davidovié, M. en P.R. Rodrigues, 2010. ‘Antiziganisme’, in P.R. Rodrigues en J. van Donselaar (red.). Monitor Racisme & Extremisme. Negende rapportage. Amsterdam: Pallas Publications. p. 153 -79. Europese Commissie 2011, ‘An EU Framework for National Romalntegration Strategies up to 2020’, COM(201 1)173 final. 5 april 2011. Brussel: Europese Commissie. Mazirel. L. 1987. Woomiagenvolk. Amsterdam: Van Gennep. Movisie 2013. Monitor Inclzisie: Nu/meting, Utrecht: Movisie. Tweede Kamer 2011, ‘Nederlandse inbreng ten behoeve van de sociale inclusie van Roma’, 2 1501-20, nr. 599,2010-2011. van Ooijen, D.A.Th. 1993 “Je moet weg, hier komen mensen wonen.’ Woonwagenbeleid in Nederland 1890-1990, Den Haag: SDU. Polak. K. 2013. ‘Teaching about the genocide of the Roma and Sinti during the Holocaust: chances and challenges in Europe today’, hitercultural Education (24) 1/2, p. 79-92. Raad van Europa 1993. ‘Gypsies in Europe’, recommendation 1203, Straatsburg: Raad van Europa. Rijken. K. 2012. Roma, Amsterdam: Bertram en De Leeuw. Rodrigues. P.R. en M. Matelski, 2004. Monitor Racism & The Extreme Right: Roma and Sinti, Amsterdam en Leiden Anne Frank House / Leiden University. Schinkel, W. en F. van Houdt, 2010. ‘The double helix of cultural assimilationism and neo-liberalism: citizenship in contemporary governmentality’, British Journal ofSociologv (61)4, p. 696-715. Solie, H., V. Wijkhuijs, W. Hilhorst, R. van der Wal en N. Kop, 2013. Aanpak multi-problematiek bij gezinnen met een Roma-achtergrond. Een kennisfundament voor professionals, Den Haag: Boom Lemma. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) 2013. ‘Kabinetsreactie Monitor Inciusie (Roma)’, kamerbrief, 2 december. Willems, W. & L. Lucassen, 1990. Ongewenste vreemdelingen. Buitenlandse zigeuners en de Nederlandse overheid: 1969-1989. Den Haag: SDU.