Lid van het Verbond Sociale Ondernemingen
Datum: Auteur: Versie: Herkomst: Doel: Bestemming:
4/2/11 Jan Vos drie Dagelijks bestuur CAW Federatie ter discussie en eerste beslissingen CAW overleg
Positionering en financiering van schuldbemiddeling in de CAW's, een cruciaal moment in de verdere strategie 1. Het aantal mensen met overmatige schuldenlasten of risico op overmatige schuldenlast stijgt enorm. Het hebben van schulden is op zich geen probleem. Wie heeft er geen hypothecair krediet voor de aanschaf van een woning of sluit om een of andere reden een krediet af voor de aanschaf van een wagen of een ander product (televisie)? Problematisch wordt het wel als mensen hun schulden structureel niet meer of nog nauwelijks kunnen terug betalen of door hun schulden in de armoede terecht komen. Een aantal cijfers getuigen van een verontrustende stijging van de schuldenproblematiek. Een eerste belangrijke bron is de Nationale Bank. Zo is in België het aantal mensen met één of meerdere betalingsachterstanden in 2010 opgelopen tot 365.374 personen. Er werden in 2009 123.803 nieuwe betalingsachterstanden geregistreerd, wat een stijging was met 8,4 % in vergelijking met 2008. Zeer opmerkelijk is de spectaculaire groei van het aantal toelatingen voor collectieve schuldenregelingen. Collectieve schuldenregelingen zijn een soort individuele faillissement, waarbij mensen na een periode van gecoördineerde terugbetalingen terug schuldenvrij zijn. Dit nieuwe systeem is pas in 2000 gestart en is ondertussen op einde 2010 opgelopen tot 87.125, wat een stijging was van 11,5 % tov 2009; einde 2009 was er t.o.v. 2008 een stijging van 23,3 %. Wij vermelden hier ook nog een aantal indirecte indicatoren voor overmatige schuldenlast. Het aantal huishoudens met leefloon is in Vlaanderen in 2010 gestegen tot 26.665 Pag. 1 van 9
huishoudens (gemiddeld maandelijks), wat een stijging is van 7,3 % t.o.v. 2009 (bron VVSG). In 2009 telden de Vlaamse OCMW’s 12.108 dreigende uithuiszettingen (bron VVSG). Een andere indicatie voor de gestegen schuldenproblematiek is het aantal contracten dat door de energieleveranciers (bron de VREG) wordt opgezegd. Bij elektriciteit is er sprake van een stijging 21,57 %, van 60.026 in 2008 tot 72.978 in 2009. Bij gas gaat het over een stijging 22,15%, 41.521 in 2008 tot 50.721 in 2009. In 2010 werden meer dan 70.000 dossiers(bron VVSG) van de distributienetbeheerder behandeld door de Lokale adviescommissies (LAC’s) van de Vlaamse OCMW’s behandeld. In 2009 hadden de Vlaamse OCMW’s en CAW’s (bron Vlaams Centrum Schuldbemiddeling) samen 62.183 dossiers schuldhulpverlening tov 57.005 in 2007.
2. Evolutie in het beleid en de financiering van de sociale schuldbemiddeling Voortbouwend op de federale wet op het consumentenkrediet is Vlaanderen in 1997, op basis van het decreet van 24 juli 1996, gestart met de erkenning van instellingen voor schuldbemiddeling. Concreet betekende dit dat er naast advocaten, deurwaarders en notarissen ook sociale schuldbemiddelaars werden erkend, in de praktijk OCMW’s en CAW’s. Sinds 10/7/2008 is het decreet over de erkenning van de instellingen voor schuldbemiddeling aangepast, zodanig dat deze instellingen ook kunnen gesubsidieerd worden. Momenteel zijn er 22 CAW’s, 305 OCMW’s (van de 308) en 4 OCMW-verenigingen erkend. Tot nu toe voorzag Vlaanderen geen financiering voor de sociale schuldbemiddeling. Voor de correctheid kan vermeld worden dat Vlaanderen wel financiële middelen voorziet voor een Vlaams Centrum Schuldbemiddeling, een gedeelte van de kostprijs van de vorming voor sociale schuldbemiddelaars en enkele preventiecampagnes. Het nieuwe Vlaamse Regeerakkoord opteerde voor een radicale koerswijziging. Wij citeren: “ We willen dat alle mensen met schuldproblematiek toegang hebben tot kwaliteitsvolle schuldbemiddeling. We werken een subsidiesysteem uit voor de diensten schuldbemiddeling, mogelijk via bovenlokale samenwerking”. Nadien werd dit algemeen principe ook verder uitgewerkt in het VAPA (Vlaams ActiePlan Armoedebestrijding, zie fiches 22 en 78 in voortgangsrapport 2010). Wat betreft sectorale regelgeving en financiering zijn de OCMW’s sinds 2005 via het federale Sociaal Energiefonds verplicht een erkende dienst voor schuldbemiddeling op te richten. Via het Sociaal Energiefonds ontvangen de Vlaamse OCMW’s in 2010 samen een totaal bedrag van 17.616.795,36 euro voor de begeleiding mensen met energieschulden, dit is een gemiddelde van 57.197 euro per gemeente, amper genoeg voor de financiering van één maatschappelijk werker. Antwerpen ontvangt als grootste OCMW 431.784,20 euro, een van de kleinste gemeente van Vlaanderen, Spiere Helkijn, ontvangt 21.589,21 euro. Daarnaast kunnen de OCMW’s die zich laten aanstellen als collectieve schuldbemiddelaar ook beroep doen op het fonds collectieve schuldenregeling, dit wel voor zover de arbeidsrechter dit goedkeurt. In de praktijk hebben de OCMW’s in 2009 2.724 (bron VCS) dossiers collectieve schuldenregeling opgenomen. Tenslotte kunnen de OCMW’s ook beroep doen om gemeentelijke financiering. Wat betreft de CAW’s is de schuldbemiddeling in de huidig geldende regelgeving (decreet 19/12/1997, uitvoeringsbesluit 01/01/2004) een bijkomende opdracht en daarenboven de enige bijkomende opdracht waarvoor geen specifieke financiering voorzien is. In het nieuwe decreet op het Algemeen Welzijnswerk (8/5/2009) is er geen sprake meer van bijkomende opdrachten. De memorie van toelichting stelt dat het algemeen onthaal van een CAW moet toegankelijk zijn voor iedereen, met om het even welke vraag. Psychosociale begeleidingen moeten bij prioriteit Pag. 2 van 9
aangeboden worden aan de meest kwetsbare personen en bevolkingsgroepen. Als zodanig is er in de regelgeving geen sprake meer van schuldbemiddeling. In het eindadvies van de ‘Gemengde Commissie Kerntaken Autonoom Algemeen Welzijnswerk’, die het nieuwe decreet op het AWW heeft voorbereid, wordt vermeld dat schuldbemiddeling niet als een zelfstandig aanbod wordt aangeboden, maar enkel in het kader van integrale begeleidingen. Schuldbemiddeling is als zodanig zeker niet voorzien in de programmatie en de enveloppenfinanciering van de CAW’s. De CAW’s rekenen hiervoor op het decreet schuldbemiddeling. Cruciaal is momenteel het onderzoek dat in opdracht van de minister loopt. De bedoeling is (op citaat) “de werking en de organisatie van de erkende instellingen te onderzoeken met het oog op een mogelijke subsidiëring en stimulering van de kwaliteit”. De eindresultaten van dit onderzoek worden verwacht tegen 30 april 2011.
3. Toekomst financiering sociale schuldbemiddeling onduidelijk. Minister Van Deurzen heeft reeds vooruitlopend op het onderzoek van de Katholieke Hogeschool Kempen in het Vlaamse Parlement verklaard de OCMW’s niet rechtstreeks te financieren (Zie antwoord op actuele vraag van de heer Kurt De Loor tot de heer Jo Vandeurzen van 13 oktober 2010). Daarnaast is er op een sectoroverleg met de CAW Federatie (17/11/2010) aan de CAW’s ook reeds bekend gemaakt dat er de volgende jaren een structureel budget van 500.000 komt ter financiering van kwaliteit en samenwerking in de schuldbemiddeling. In het vooruitgangsrapport 2010 van het VAPA is er in de fiches 22/78 wel een effectieve financiering van de sociale schuldbemiddeling voorzien, maar te starten vanaf 2013, en zonder dat geen concrete budgetten zijn ingeschreven. Zowel de OCMW’s als de CAW’s hebben in het verleden al hun bezorgdheid geuit over deze evolutie . Het huidige beleid heeft tot gevolg dat het aanbod, de spreiding en de kwaliteit van de sociale schuldbemiddeling in Vlaanderen zeer ongelijk verdeeld zijn. Een kwalitatieve sociale schuldbemiddeling veronderstelt voor heel wat mensen meer dan een goed afbetalingsplan, maar is ook een kwestie van het herstellen van zelfvertrouwen, het overwinnen van schaamtegevoelens, het steunen, motiveren, activeren, van mensen, hen leren inzien door welke waarden en normen zij in de problemen geraken, hen leren budgetteren en dikwijls ook hen leren afspraken na te komen. Het aanbod van de schuldbemiddeling in CAW’s is totaal ondermaats. In de meeste CAW’s heeft men zelfs onvoldoende schuldbemiddelaars om interne cliënten (ambulante integrale begeleidingen, thuislozen, begeleid wonen, gedetineerden) een kwalitatieve schuldbemiddeling aan te bieden. Het aanbod is zelfs dermate klein dat slechts een zeer beperkt aantal CAW’s zijn aanbod extern durft bekend maken. Tegelijkertijd werken CAW’s aan creatieve oplossingen om schuldbemiddeling regionaal te organiseren (bv mobiele schuldbemiddelaars). OCMW’s en CAW’s hopen alvast dat het onderzoek van de KhK zal leiden tot concrete financieringsmodellen en tot het vastleggen van de nodige budgetten.
Pag. 3 van 9
4. Het huidige aanbod financiële hulpverlening 4.1. Het globale aanbod van OCMW en CAW: een verschuiving van sociale schuldbemiddeling naar de advocatuur. Het Vlaams Centrum Schuldbemiddeling geeft via zijn basisregistratie zicht op de evolutie van de financiële hulpverlening in de OCMW’s en CAW’s en vergelijkt die ook met de evolutie van de collectieve schuldenregeling. Zie bijlage en http://www.centrumschuldbemiddeling.be/uploads/documentenbank/5a7d6d193f3945a19ca0b c782196a8c0.pdf Het aanbod van de CAW’s is op het terrein van de schuldhulpverlening in vergelijking met de OCMW’s relatief beperkt, in 2009 3.114 in de CAW’s tov 58.490 in de OCMW’s. Het globale aantal dossiers is in 2009 gestegen tot 62.183. Dit betekent een stijging met 2,3 % ten opzichte van 2008 een stijging met 9,1% ten opzichte van 2007. De CAW’s zijn nauwelijks actief op het terrein van de collectieve schuldenregeling. Het is logisch dat zij zich niet laten aanstellen als collectieve schuldbemiddelaar omdat deze positie (vergelijkbaar met voorlopige bewindvoerder, rapportage aan de arbeidsrechter) niet te verzoenen is met de ‘autonome’ positie van een CAW. Dit is vroeger ook formeel met de CAW’s afgesproken. Minder logisch is het kleine aandeel budgetbegeleidingen of budgetbeheer in combinatie met een derde schuldbemiddelaar (in de praktijk advocaten). Strikt genomen is het aantal schuldbemiddelingen in de sector van de OCMW’s en CAW’s relatief beperkt gestegen in vergelijking met de enorme groei van de collectieve schuldenregeling. In Vlaanderen is het totaal aantal collectieve schuldenregeling in 2009, namelijk 37.274 (in 2010 zelfs al 41889 dossiers), al hoger dan het totaal aantal schuldbemiddelingen door OCMW’s en CAW’s, namelijk 35.539. Er is sprake van een grote verschuiving van sociale schuldbemiddeling naar de advocatuur. Deze aangroei van de CSR heeft vermoedelijk met verschillende zaken te maken. Rond de problematiek van schulden heerst er een groot taboe en veel schaamte. Mensen doen niet op tijd beroep op externen, hebben veel te weinig kennis van alternatieven (bv betalingsfaciliteiten bij de vrederechter…), laten problemen teveel aanslepen en komen dan uiteindelijk terecht bij een collectieve schuldenregeling als de problemen bijna uitzichtloos zijn. Ook het te beperkte aanbod van de sociale schuldbemiddeling is een verklarende factor. De realiteit is dat bijna alle CSR dossiers opgenomen worden door advocaten. Op zich geen probleem, maar voor een aantal mensen is dit wel een probleem, we denken aan mensen die beschikken over beperkte sociale vaardigheden of mensen, waar de financiële problematiek hand in hand gaat met psychische of psychosociale problemen, of waar financiële problemen mede veroorzaakt door allerlei sociale ongelukken (echtscheiding, baanverlies of een langdurige ziekte). De advocatuur heeft niet de tijd, noch de expertise om met deze psycho-sociale problemen om te gaan. In de collectieve schuldenregeling is er dan ook voor dergelijke groepen een groot risico op herval. De sterke samenhang tussen psychisch onwelbevinden en financiële kwetsbaarheid werd recent nog bevestigd in een onderzoek van het Steunpunt WVG, zie hiervoor het decembernummer van Weliswaar. De drastische groei van de collectieve doet ook de vraag rijzen of in de sector voldoende preventief wordt opgetreden. Door gebrek aan aanbod op de eerstelijns schuldbemiddeling stapelen problemen zich op en komen mensen met schulden zo in feite onnodig in een toch wel rigied keurslijf van een collectieve schuldenregeling.
Pag. 4 van 9
4.2. Zeer ongelijk aanbod en diverse aanpak en prioriteiten in de CAW’s In bijlage vindt u het aantal begeleidingen per CAW die geregistreerd werden via Tellus (4 financiële modules) voor 2008. Uit deze tabel blijken zeer grote verschillen in aantallen. Vroeger waren grote verschillen bijna uitsluitend te verklaren door het al niet hebben van een Centrum Maatschappelijk Werk in de fusie, nu hangt het samen met een bewuste prioriteit. Het aantal dossiers collectieve heeft betrekking op twee aspecten: hulp bij het indienen van een aanvraag of het opnemen van een begeleiding, gekoppeld aan een externe collectieve. De cijfers van het VCS geven hier meer duiding, de meerderheid gaat over hulp bij een aanvraag. Als we de cijfers van Tellus combineren met de resultaten uit een interne bevraging op de laatste overleggroep financiële hulpverlening (juni 2010), dan kunnen we hier een aantal globale tendensen formuleren: Schuldbemiddeling komt vooral voor in volgende settings: algemeen ambulante diensten, begeleid wonen, onthaaltehuizen en justitieel welzijnswerk. Alhoewel de CAW’s in vergelijking met de OCMW’s verhoudingsgewijs meer aan budgetbegeleiding doen, blijft ook in de CAW’s het aantal dossiers budgetbeheer groter dan het aantal budgetbegeleidingen. Voor mensen met voldoende intellectuele vaardigheden is budgetbegeleiding meestal effectiever, maar voor de hulpverlener is dit veel arbeidsintensiever en meer belastend. We vrezen dat men ook in de CAW’s af en toe omwille van werkdruk en werkcomfort kiest voor budgetbeheer. De meerderheid van de CAW’s hebben een interne overleggroep om de schuldbemiddeling af te stemmen. De CAW’s hanteren verschillende organisatiemodellen: een afzonderlijke dienst schuldbemiddeling, een integratie van het aspect schuldbemiddeling in de ambulante sociale dienst, een mobiel team dat het aspect schuldbemiddeling behartigt in de teams, de schuldbemiddeling wordt volledig overgelaten aan teams die er mee te maken hebben en tenslotte CAW’s die een mengeling hebben van organisatievormen. Ongeveer de helft van de CAW’s is rechtstreeks toegankelijk voor financiële problemen, maar binnen deze helft legt men nog verschillende accenten: zonder actieve profilering, met actieve profilering naar iedereen, met actieve profilering louter naar achtergestelde groepen. Iets minder dan helft van de CAW’s is niet rechtstreeks toegankelijk, maar spitst zich toe op schuldbemiddeling voor cliënten, die met een andere hulpvraag binnenkomen of laten schuldbemiddeling geheel of gedeeltelijk (de complexe dossiers) over aan de OCMW’s. De keuze voor geen rechtstreekse toegankelijkheid betekent niet dat men geen prioriteit geeft aan schuldbemiddeling. Er zijn zelfs CAW’s die een vrij groot aantal dossiers schuldbemiddeling hebben zonder een rechtstreekse toegankelijkheid. Het werken met mobiele schuldbemiddelaars heeft hier zeker een voorbeeldwaarde ( bv de Kempen, Metropool..). Slechts een zeer beperkt aantal CAW’s beschikken zelf over een volwaardige juridische ondersteuning. Heel wat CAW’s doen voor juridische ondersteuning een beroep op OCMWjuristen.
5. Keuzes voor een verdere uitbouw van de schuldbemiddeling in de CAW’s? Op een moment dat duidelijk is dat Vlaanderen wellicht geen uitgebreide financiering voor de schuldbemiddeling zal voorzien, stelt zich de vraag waar de CAW’s met de schuldbemiddeling Pag. 5 van 9
naar toe willen en welke strategie zij hiervoor willen ontwikkelen. Mogelijk kunnen de adviezen (organisatorisch, financieel) van de KHK (Katholieke Hogeschool Kempen) einde april/mei nog verhelderend zijn, veel zal ook afhangen waar de CAW’s zelf met de schuldbemiddeling naar toe willen. Na meer dan 15 jaar schuldbemiddeling zijn enkele zaken niet meer ter discussie: schuldbemiddeling is geen activiteit die je er zo maar even bij neemt, schuldbemiddeling is een specialisatie, met een juridisch-administratieve component en een hulpverlenende component. Schuldbemiddelaars moeten jaarlijks voldoende dossiers behandelen om kwaliteit te kunnen bieden. Bij ‘sociale schuldbemiddeling’ gaat schuldbemiddeling hand in hand met kwalitatieve budgetbegeleiding. Als men de twee aspecten organisatorisch of personeelsmatig scheidt (wat mogelijk zelfs opportuun is) dan moeten de twee processen en dimensies zorgvuldig en met wederzijds respect op mekaar afgestemd zijn om resultaat te boeken. Verder spreken de CAW’s zich best duidelijk uit over hun opdracht en externe profilering op dit terrein. Zonder een collectief en duidelijk standpunt is een coherente belangenbehartiging onmogelijk. Wij zien verschillende mogelijkheden of (?) gradaties:
CAW’s zijn op het vlak van schuldbemiddeling - als beperkt, aanvullend alternatief op het OCMW - rechtstreeks toegankelijk voor mensen met financiële problemen. Het aanbod van een CAW gebeurt echter altijd vanuit een integrale kijk. Als cliënten hun vraag beperken tot het uitwerken van een afbetalingsplan, moet dit ook kunnen.
De tekst ‘Werken aan Verbinding’ spreekt over een ruim toegankelijk (voor iedereen, voor gelijk welke vraag) onthaal en begeleidingen die zich toespitsen op kwetsbare doelgroepen. Wat betekent dit begrip op het terrein van de schuldbemiddeling? Het begrip kwetsbaar is veel ruimer dan het klassieke begrip kansarm (multi-problem, generatie-arm..). Heel dikwijls gaan financiële problemen samen met scheidingen, ziekte, werkloosheid, relationele en psychische problemen (depressie..). Deze piste veronderstelt dat expertise m.b.t. schulden minstens in een back-up concept op onthaal moet beschikbaar zijn en schuldbemiddeling in begeleidingen moet kunnen aangeboden worden als een onderdeel van een ruimere integrale begeleiding. Een integrale begeleiding omschrijven we als een begeleiding die zich tegelijk richt op materiële als immateriële problemen, zich toespitst op de samenhang tussen verschillende levensdomeinen en dat problemen door de mensen zelf ook in hun samenhang worden ervaren en dat die elkaar ook versterken. Binnen deze piste kan nog een onderscheid gemaakt worden tussen rechtstreekse toegankelijkheid (financiële problemen mogen de aanmeldingsvraag zijn) of een beperking tot cliënten die zich met een ruimere problematiek of andere problematiek (thuisloosheid, …) aanmelden. Tegelijkertijd stelt zich ook hier nog de keuze voor een actieve profilering en een passieve profilering.
De vorige piste wordt aangehouden maar beperkt zich expliciet tot kansarme groepen (multiproblem, generatiearm, …), voor alle andere groepen wordt beroep gedaan op OCMW’s en advocaten.
CAW’s beperken zich drastisch tot budgetbegeleiding en budgetbeheer en sluiten voor de schuldbemiddeling samenwerkingsakkoorden met OCMW’s en advocaten. De erkenningen als diensten voor schuldbemiddeling worden consequent opgezegd of zelfs wettelijk uitgesloten (schrappen in decreet). Ook dit is geen vrijblijvende piste, maar veronderstelt een prioriteit op budgetbegeleiding en meer belangenbehartiging i.f.v. volwaardige leefgelden en vooral een groter engagement van de CAW’s in de collectieve schuldenregeling. Voor de meest kwetsbare doelgroepen heeft een collectieve schuldenregeling zonder een budgetbegeleiding in feite weinig zin. Pag. 6 van 9
Het dagelijks Bestuur van de Federatie heeft bewust gekozen voor piste twee. Deze piste sluit het meeste aan bij de sectorale hulpverleningsvisie en de eerstelijns rol van de CAW’s. Het DB heeft vanuit deze keuze ook een dringende brief (zie bijlage) verzonden aan de minister en leden van de missie welzijn (meerderheidspartijen). Het Steunpunt is ook lid van de platformgroep ‘decenniumdoelen 2017’. Deze platformgroep overkoepelt de belangrijkste middenveldorganisaties die actief zijn op het vlak van armoedebestrijding. Deze groep heeft op 15 februari een lunchdebat met de fractievoorzitters van het Vlaamse Parlement en de leden van de commissie welzijn. Het Steunpunt zal op dit lunchdebat aanwezig zijn om de problematiek van de thuisloosheid en de schuldbemiddeling aan te kaarten. Hoe duidelijker het standpunt van de federatie, hoe gemakkelijker het Steunpunt hier ook kan naar verwijzen. Het Steunpunt moet hoe langer hoe meer opletten om een belangenbehartigende rol op te nemen.
Pag. 7 van 9
Tabel 1. Basisregistratie Vlaams Centrum Schuldbemiddeling (samenvattend overzicht OCMW – CAW)
Pag. 8 van 9
Tabel 2 : Tellus 2008 – aantal begeleidingen voor de 4 financiële modules Schuldbemiddeling Budgetbegeleiding Collectieve Budgetbeheer schuldenregeling N % N % N % N De Mare 114 6 24 2 3 1 131 Metropool 99 6 50 4 55 25 106 De Terp 51 3 31 2 2 1 9 Welzijnshuis 18 1 11 1 2 1 11 De Kempen 210 12 9 1 0 0 92 Sonar 128 7 161 13 30 13 93 't Verschil 66 4 39 3 6 3 285 Artevelde 0 0 12 1 0 0 1 Visserij 234 13 143 11 40 18 91 Regio Aalst 230 13 230 18 26 12 0 Waasland 52 3 66 5 3 1 76 Zuid Oost-Vlaanderen 80 5 19 1 6 3 118 Archipel 99 6 75 6 5 2 13 Mozaiek 0 0 1 0 0 0 0 Delta 0 0 9 1 0 0 0 Hageland 12 1 24 2 6 3 0 Leuven 9 1 30 2 0 0 72 Regio Vilvoorde 8 0 6 0 6 3 1 De Viersprong 60 3 54 4 10 4 75 De Papaver 45 3 66 5 6 3 55 Piramide 47 3 3 0 4 2 78 Stimulans 144 8 155 12 13 6 299 Middenkust 40 2 26 2 0 0 6 Midden West-Vlaanderen 12 1 41 3 0 0 0 1758 100 1285 100 223 100 1612
Pag. 9 van 9
% 8 7 1 1 6 6 18 0 6 0 5 7 1 0 0 0 4 0 5 3 5 19 0 0 100
Total N 272 310 93 42 311 412 396 13 508 486 197 223 192 1 9 42 111 21 199 172 132 611 72 53 4878
% 6 6 2 1 6 8 8 0 10 10 4 5 4 0 0 1 2 0 4 4 3 13 1 1 100