Manifest
Posities en rollen van advies- en ingenieursbureaus in een dynamische markt
3
september 2005
>> Inhoud Voorwoord
>> Voorwoord 5
1. Inleiding
7
2. De huidige kerncompetenties van advies- en ingenieursbureaus
9
De bouwsector in Nederland is al geruime tijd in veran-
dat advies- en ingenieursbureaus tot veel meer in staat
dering. Een voornamelijk regionaal georiënteerde markt
zijn, en dat ze ook die ambitie hebben. Ze beheersen
maakt plaats voor een dynamische ontmoetingsplaats
de steeds complexer wordende beslissingsprocessen en
van vraag en aanbod. Deze is gebaseerd op een grotere,
vergunningenprocedures. Ze passen een diversiteit aan
gedifferentieerde economie, op een bredere cultuur, en
moderne bouworganisatie- en contractvormen toe dank-
op andere, Europese wetgeving. Die wetgeving is gericht
zij hun strategische, beleidsmatige en praktische kennis.
3. Trends, kansen en bedreigingen
11
op transparantie en gelijke kansen voor alle aanbieders.
Vaak volgen ze internationale ontwikkelingen op de voet.
We zien steeds meer vrij verkeer van goederen, kapi-
Advies- en ingenieursbureaus zijn een spil in het nood-
4. Strategische positioneringsopties
13
taal en personen. Grenzen vallen weg, ook cultureel.
zakelijke veranderingsproces in de bouwsector. In deze
Opdrachtgevers bepalen in toenemende mate zelf hun
uitgave manifesteren zij zich met al deze uiteenlopende
inkoopvoorwaarden. Ze maken hun keuzes op basis van
kwaliteiten. Het Manifest brengt hun ambitie expliciet
inhoud, kwaliteit en prijs. Overheidsopdrachtgevers laten
naar buiten - én opent de dialoog erover.
5. Conclusies Interviews interne en externe prominenten
17 18
meer en meer aan de markt over, in nieuwe bouworganisatie- en contractvormen.
Case: Australië, laboratorium voor samenwerkingsvormen
42
De rode draad is: ONRI-leden kunnen in alle fasen van het bouwproces een essentiële rol spelen - en doen dat
Voor advies- en ingenieursbureaus betekent dit dat zij
vaak al. Ze zijn in staat om verschillende rollen ade-
zich moeten bezinnen op hun rol, positie en toekomst-
quaat te vervullen, mits zij niet worden belemmerd door
perspectief. ONRI wil die bezinning mogelijk maken en
verkeerde interpretatie van regels, vermeende belangen-
steunen met dit Manifest. Het is bedoeld als een hulpmid-
verstrengeling en oneigenlijke concurrentie. Kennis - dat
del voor ONRI-leden om positie en strategie te bepalen.
is en blijft hun toegevoegde waarde, hoe het bouwproces
Daarnaast is het Manifest gericht op opdrachtgevers en
ook verandert. Dankzij hun innovatieve vermogen slaan
andere spelers. Het kan hen helpen bij het interpreteren
zij (ook dát verandert niet) de brug tussen vraag naar en
van de veranderingen in de markt. ONRI beseft dat de
aanbod van kennis. Daardoor zijn zij bij uitstek in staat
positiebepaling van de advies- en ingenieursbureaus het
de levenscyclus van bouwprojecten te overzien en die te
beste in dialoog met anderen tot stand komt. Vandaar
optimaliseren. Hun professionaliteit en (gecertificeerde)
dat in deze uitgave interviews zijn opgenomen met ONRI-
kwaliteit garanderen dat zij dit deskundig en betrouwbaar
leden, opdrachtgevers én andere partijen.
doen. Integriteit is daarbij al decennia een onlosmakelijk onderdeel van de cultuur en het beleid van de bureaus.
Advies- en ingenieursbureaus zijn een spil in het noodzakelijke veranderingsproces in de bouwsector
De uitgave - een vervolg op Eerder, anders, sturender
Die integriteit is ook steeds explicieter verankerd in
(2000) - brengt de huidige competenties van de bu-
systemen.
reaus in kaart, gaat in op de ‘vermaatschappelijking’ van de ingenieur en de beeldvorming van de branche. We
ONRI beschouwt het als haar taak de mogelijke rollen en
beschrijven de trends in de branche, met bijbehorende
posities van bureaus duidelijk te maken en de aangeslo-
5
kansen en bedreigingen. Dat leidt tot enkele strategische
ten bureaus uit te nodigen een heldere keuze te maken.
5
positioneringsopties. Om opdrachtgevers en opdracht-
Wij zijn ervan overtuigd dat advies- en ingenieursbureaus
nemers een transparant beeld te bieden van taken en
door die keuze hun toegevoegde waarde eens te meer
verantwoordelijkheden, biedt het Manifest tot slot in de
goed kunnen bewijzen. Niet alleen voor de bouw, maar
losse bijlage een overzicht van hedendaagse contractvor-
vooral voor de eindgebruikers van het bouwproces, de
men en de posities en rollen die advies- en ingenieursbu-
gehele Nederlandse samenleving.
reaus daarin kunnen spelen.
Vanwaar de titel Manifest? Sommige ONRI-leden, maar
Den Haag, september 2005
ook opdrachtgevers, zien ingenieursbureaus nog vaak in de traditionele rol van ontwerper, ingenieur en construc-
Jan Coppes, voorzitter
teur. Uit de analyses en interviews in deze brochure blijkt
Freek Hasselaar, directeur
1. Inleiding
2. De huidige kerncompetenties van adviesen ingenieursbureaus
De traditionele, regionaal georiënteerde bouwmarkt die wij in Nederland kennen, gebaseerd op historisch
Advies- en ingenieursbureaus bieden vanouds diensten aan op het gebied van concepten, onderzoek, ont-
gegroeide normen, waarden en instituties, is aan het verdwijnen. De focus is de komende jaren op Europa
werp, technische uitwerking en implementatie en de begeleiding van de realisatie van het fysieke product.
gericht, waarbij Anglo-Amerikaanse manieren van denken aan invloed winnen. De Europese aanbeste-
Ze ontwerpen en realiseren gebouwen, verkeerswegen, tunnels en waterzuiveringsinstallaties. Continu
dingswetgeving is gebaseerd op transparantie en gelijke kansen. Steeds vaker zullen opdrachtgevers zelf
voegen de bureaus nieuwe vakgebieden aan de bestaande adviesgebieden toe, vaak gebaseerd op diep-
hun inkoopvoorwaarden bepalen.
gaande specialistische kennis.
Ontwikkelingen in de bouwmarkt
andere Europese landen maakt de bouwsector vergelijk-
Deze Europese (en wereldwijde) ontwikkelingen beïnvloe-
bare veranderingen door.
den de manier waarop vragers en aanbieders in de bouw met elkaar zaken doen. Ook in Nederland is dat zo. Kort
Advies- en ingenieursbureaus veranderen ook
samengevat zijn dit de belangrijkste ontwikkelingen:
De rollen en taken van advies- en ingenieursbureaus in
• Internationalisering. De toeleveringsindustrie is
het bouwproces zijn de laatste tien jaar ook veranderd.
grotendeels in internationale handen gekomen, terwijl
De bureaus zijn zowel meer integraal (breed, divers) als
vele internationale investeerders in Nederland zijn
gespecialiseerd geworden. Het traditionele beeld van de
neergestreken. Veel ingenieursbureaus doen tegen-
ingenieur is dan ook veranderd. De ingenieur is - kort
woordig substantieel zaken over de grenzen.
samengevat - vermaatschappelijkt. Dat wil zeggen:
• Europa. Het groeiende belang van interne markt, en
ingenieur en samenleving groeien naar elkaar toe. De
de toenemende gevolgen van de Europese wet- en
samenleving vraagt tegenwoordig om méér dan techniek.
regelgeving.
Van de ingenieur wordt ook verwacht dat hij begrip heeft
• Normering, standaardisering en kwaliteit. Er is
voor politieke en sociaal-economische vraagstukken,
sprake van kwaliteitscertificering volgens internatio-
maatschappelijke problemen en inspraak. Veel ingeni-
nale principes. Technische normen worden in Europees
eursbureaus zijn zich daarvan de laatste decennia bewust
verband gelijkgeschakeld.
geworden. Ze beseffen dat niet alleen specialisatie
• Steeds vaker worden internationaal gebruikelijke bouwprocessen en contractvormen gehanteerd. • Opmars van integrale en onderscheidende aan-
belangrijk is, maar ook een brede, integrale opstelling. Er is dan ook een grote verscheidenheid in rollen en po-
Door het overzicht zijn ingenieursbureaus in staat het project voor de opdrachtgever te optimaliseren
sities aan het ontstaan. Ook versterken de bureaus hun
bieders. Fullservice bedrijven profileren zich met een
ondernemerschap. Ze stellen zich meer proactief op en
Generalisatie en specialisatie
Kennis is de basis
optimale integratie van het bouwproces én de exploi-
komen zelf met initiatieven voor oplossingen van maat-
De traditionele kerncompetenties van de advies- en in-
Maar van welk standpunt men het ook bekijkt: kennis
tatie, en nemen ook de bijbehorende verantwoorde-
schappelijke vraagstukken. Daarnaast zijn ze ook steeds
genieursbureaus zijn verdeeld over verschillende markt-
is de basis voor de huidige kerncompetenties van de
lijkheden op zich.
meer betrokken bij (internationale) overnames en fusies,
segmenten en producten. Bekende segmenten zijn de
advies- en ingenieursbureaus, of ze nu klein, middelgroot
beursnoteringen en dergelijke.
burgerlijke- en utiliteitsbouw, de grond-, weg- en water-
of groot zijn. Het ONRI-bureau wordt altijd ingeschakeld
bouw, de woningbouw, de elektro- en installatietechniek
vanwege zijn kennis van zaken, zijn inventiviteit en cre-
7 7
• Er is sprake van verticale verbetering in het bouw6
proces, door een meer ketengerichte benadering
6
en een geleidelijk verdwijnen van een sectorale
Al deze ontwikkelingen dwingen de advies- en ingeni-
en de telematica. Tegenwoordig is steeds meer sprake
ativiteit, en zijn vermogen om deze kennis toe te passen
marktordening.
eursbureaus tot bezinning. Die bezinning begint bij een
van de opdeling van kerncompetenties in procesaspecten,
in praktische oplossingen. Vaak is het advies- en inge-
Omdat alle partijen in het historisch gegroeide bouwpro-
kritische blik op de huidige kerncompetenties van de
specifieke toepassings- of kennisgebieden of combinaties
nieursbureau ook de enige partij die het overzicht heeft
ces min of meer (al of niet bewust) deel uitmaakten van
bureaus.
hiervan. Bijvoorbeeld risicomanagement, stedenbouw
over het totale project, van ontwerp tot en met onder-
en bouwmanagement, facility management, construc-
houd en beheer (life cycle benadering). Daardoor zijn zij
tieve ingenieursbouw, milieu, water, lucht, energie, afval,
in staat het project voor de opdrachtgever te optimalise-
de oude ordening, verandert deze schoksgewijs. Ook in
...grote verscheidenheid in rollen en posities...
projectmanagement, bouwfysica, geluids- en warmtebe-
ren qua prijs en kwaliteit.
scherming, installatietechniek en installatieplanning.
Steeds meer werken bureaus en de kennisinstellingen
De grotere bureaus hebben zich tot generalisten ontwik-
aan structurele samenwerking en uitwisseling van kennis
keld, de kleinere en middelgrote bureaus zijn vaak meer
- ook internationaal.
gespecialiseerd. Zelfs generalisatie is een specialisatie geworden. Advies- en ingenieursbureaus mogen ‘vanuit de lucht gezien’ allemaal hetzelfde lijken, ze zijn het niet.
3. Trends, kansen en bedreigingen
Kwaliteit en betrouwbaarheid
Integriteit en transparantie
ONRI-leden dragen kwaliteit hoog in het vaandel.
Advies- en ingenieursbureaus opereerden in het verle-
Alle leden zijn gecertificeerd volgens de norm ISO-9001.
den veelal in het verlengde van de (meestal publieke)
Deze certificatie is er niet pour besoin de la cause, maar
opdrachtgever. Om dit goed te kunnen doen, is integri-
Advies- en ingenieursbureaus opereren niet in een statische wereld. Hoe sterk ze ook staan met hun kern-
vloeit voort uit een vraag uit de markt. De opdrachtgever
teit een noodzakelijke kwaliteit. Tegenwoordig opereren
competenties, ze zullen een antwoord moeten vinden op trends en ontwikkelingen. Soms zijn die wereld-
wil kunnen vertrouwen op zijn adviseur. Een ander be-
ONRI-leden in het bouwproces steeds vaker in verschil-
wijd, soms lokaal. Altijd leveren de ontwikkelingen kansen en bedreigingen op.
langrijk aspect is dat de opdrachtgever erop wil kunnen
lende rollen, voor verschillende opdrachtgevers. Ter voor-
vertrouwen dat de adviseur verzekerd is, in de gevallen
koming van belangenconflicten is men dan zeer gebaat
dat het verkeerd mocht gaan. ONRI-leden zijn verplicht
bij transparantie in het gehele bouwproces. Daarom zijn
Wereldwijde trends in de ingenieurswereld
tant, projectmanager én ingenieur tegelijk kan zijn
een beroepsaansprakelijkheidsverzekering te hebben.
en blijven integriteit en transparantie kernwaarden voor
volgens FIDIC
in één project. Kan hij eerst in een procesopzet of
ONRI-leden. Zij zullen geen opeenvolgende rollen in het
De internationale branchevereniging FIDIC heeft wereld-
conceptueel adviseren en verder deelnemen in het
De ingenieur in de maatschappij
proces op zich nemen, indien en voor zover een conflicte-
wijde ontwikkelingen en trends in de advies- en
vervolgtraject? Hoe is oneerlijke concurrentie te voor-
Sinds de jaren tachtig speelt de genoemde vermaat-
rend belang kan ontstaan.
ingenieurswereld geanalyseerd. FIDIC bracht in 2004
komen?
...zelfs generalisatie is een specialisatie...
kort samengevat de volgende ontwikkelingen in beeld: • Nieuwe vormen van aanbesteden.
Hij moet in verschillende fasen in een project gaan
• Veranderd aanbod van diensten.
schakelen tussen verschillende niveaus van risico’s en
• Outsourcing bij overheden.
aansprakelijkheden.
• Verticaal en horizontaal meer tijdelijke en permanente samenwerkingsverbanden, zoals allianties.
Ingenieurs moeten - het werd hierboven al aangegeven - meer dan alleen de techniek beheersen. Bètakennis
reaus treden tegenwoordig ook als mede- en onderaannemer op. Specialisten ontwikkelen zich tot
• Duurzaamheid, vooral praktische oplossingen.
belangrijke spelers.
• Meer aandacht voor de levenscycluskosten van projecten. • Meer aandacht voor risicomanagement.
hebben zij aangevuld met alfa- en gammakennis.
• Er ontstaan meer multidisciplinaire partnerships en lange-termijnverbintenissen met externe partners. • Bureaus werken binnen Europa steeds meer samen (fusies, overnames, allianties) • Specificaties van projecten worden steeds meer op
Ze richten zich steeds meer op maatschappelijke behoef-
Overige internationale trends
ten en algemene vraagstukken. Goede voorbeelden zijn
• Er is geen behoefte aan méér directe wetgeving voor
de thema’s ‘lucht’, ‘veiligheid’ en ‘ruimte en water’. Dat
selectieprocedures en aanbestedingen; wel aan meer
laatste is onder meer van belang gezien de verwachte
uniformiteit en transparantie in de Europese landen.
klimaatverandering en vergaande verstedelijking.
• Traditionele rolpatronen veranderen. Ingenieursbu-
• Schaalvergroting en internationalisering.
• Het belang van technologie en innovatie neemt toe. schappelijking een belangrijke rol in de ingenieurswereld.
• De ingenieur worstelt met de diversiteit in rolpatronen.
• Overheden onderzoeken overal andere contractvor-
functionele output gemaakt. • Toenemende aandacht voor aansprakelijkheid en verzekerbaarheid. • Bij de communicatie in het bouwproces gaat ICT een steeds belangrijker rol spelen.
Advies- en ingenieursbureaus hebben veel kennis in huis
men. Publiek-private samenwerking staat in veel
• Digitale platformen worden steeds belangrijker.
om dit soort maatschappelijke knelpunten op te lossen,
landen hoog op de agenda.
• Het groeiend belang van China en India met hun
maar ze dragen dit nog niet altijd voldoende uit. Een betere maatschappelijke positionering is dan ook gewenst.
• De ingenieur kan altijd een rol spelen geïntegreerde contractvormen. Maar de vraag is of hij altijd consul-
enorme potenties voor engineering. Het gaat hierbij zowel om markt als om concurrentie.
8
Naar verwachting zal de vraag naar hun adviesdiensten
9
8
daardoor toenemen.
9
Toenemende aandacht voor aansprakelijkheid en verzekerbaarheid
Trends in Nederland
• De kleinere invloed van sectorale organisaties
Ook in Nederland zijn belangrijke trends te zien. Deze
• De landelijk sterker wordende anti-kartel- en trustwet-
weerspiegelen voor een groot deel de internationale
geving.
ontwikkelingen. • De overheid laat meer en meer aan de markt over, en doet minder zelf. • Er wordt steeds meer gedacht in opdrachtgever-opdrachtnemer-relaties. • Voor de opdrachtgever is de differentiatie bij de
Kansen Om in deze dynamische markt vol veranderingen goed te kunnen opereren, zal het onderscheidend vermogen van ONRI-leden moeten toenemen. Innovatieve ingenieurs zullen moeten inspelen op de veranderingen. De overheid
opdrachtnemers steeds minder van belang. Hij doet
als opdrachtgever trekt zich verder terug. Het invullen
bij voorkeur zaken met één opdrachtnemer en laat
van de ruimte die daardoor ontstaat, is een uitdaging
het vervolgens aan de marktwerking over hoe deze
voor de ingenieursbureaus. Ook de verschuiving van den-
opdrachtnemer zich organiseert.
ken in termen van de laagste prijs naar een beoordeling
• Overheden worden steeds meer afgerekend op het for-
op prijs/kwaliteit en levenscyclusbenadering biedt volop
muleren van heldere doelstellingen en op de vraag of
kansen. Ingenieursbureaus kunnen hun toegevoegde
ze daaraan voldoen. Overheidsopdrachtgevers zoeken
waarde bewijzen, door in de concipiërende fase het totale
partijen die dat risico willen of kunnen overnemen.
project te optimaliseren. Daardoor krijgt de klant over de
• Voorheen nam de overheidsopdrachtgever vaak zelf (een deel van) het risico voor zijn rekening. Tegen-
De klant krijgt over de gehele levensduur van het project de meest duurzame en voordelige oplossing
gehele levensduur van het project de meest duurzame en voordelige oplossing.
woordig probeert hij zoveel mogelijk risico bij de opdrachtnemer te leggen. Waar overheidsopdrachtgevers
In een kenniseconomie speelt het op het juiste moment
zich nooit voor deze risico’s hoefden te verzekeren,
beschikbaar hebben van de juiste kennis een belangrijke
verlangen ze nu van de opdrachtnemer dat deze zich
rol. Hierbij gaat het niet alleen om technische kennis,
wel verzekert. Dat blijkt niet altijd mogelijk of nuttig.
maar ook om proceskennis, kennis van wet- en regelge-
• Er is ook een weer een beweging in omgekeerde rich-
ving en van risicomanagement. Ingenieursbureaus doen
Groeiende samenwerking tussen bureaus en kennisinstellingen
reaus is dat zij te passief reageren op veranderingen en vasthouden aan traditionele modellen. Dit zou kortzichtig zijn, want er staan duidelijke bedreigingen voor de deur.
Ontwikkeling van strategisch bewustzijn
Alleen al de toenemende juridisering van het bouwproces
Het is moeilijk om scherp in de toekomst te kijken. Om
daagt alle spelers uit. Daarnaast zal steeds meer tech-
toch grip op ontwikkelingen te krijgen, zijn scenario’s
niek een ‘commodity’ worden.
goed bruikbaar. Scenario’s schetsen mogelijke toekom-
Bureaus zien zich geconfronteerd met soms oneerlijke
sten, waarvoor men vervolgens strategieën kan opstel-
concurrentie van overheidsdiensten. Als werk wordt
len. Uit een recente scenario-analyse van ONRI blijkt dat
11
uitgevraagd op functionele eisen, zullen ze hoge aanbie-
twee factoren de verdere ontwikkeling bepalen:
11
dingskosten moeten maken. Ook dreigt afhankelijkheid
• Internationalisering en de mate van integratie van Eu-
van andere beroepsgroepen wanneer men zich te passief
ropa. Of Europa verder integreert, stabiliseert, of weer
opstelt. Het is goed mogelijk dat een groter deel van de
uit elkaar valt, zal de ontwikkelingen sterk bepalen.
markt op den duur wordt gedomineerd door een beperkt ting: men onderzoekt welk risico door wie het beste
ten tot ze vanzelf overgaan.
• De beperking of uitbreiding van de rol van de over-
veel van deze kennis op doordat ze voor veel verschil-
aantal grote spelers.
heid. Aangezien de bouw in Nederland grotendeels
kan worden beheerst en gedragen. Daarop wordt de
lende publieke en private opdrachtgevers werken. Inge-
FIDIC voorziet in internationaal verband min of meer
door de overheid wordt gedomineerd, is méér of juist
verzekering afgestemd.
nieursbureaus opereren in verschillende rollen. Dat biedt
dezelfde bedreigende ontwikkelingen: prijsconcurrentie,
minder overheidsinvloed van grote betekenis.
de klanten voordelen. Hierbij dient uiteraard scherp gelet
tarieferosie, oneerlijke concurrentie door overheidsbu-
te worden op het voorkomen van belangenconflicten.
reaus, een zwak ontwikkeld imago van de ingenieur,
• De hierboven genoemde groeiende samenwerking tussen bureaus en kennisinstellingen. • Meer in het algemeen de gebundelde inspanningen en
concurrentie door management-consultants, juridische
investeringen van de sector gericht op innovatie door
Bedreigingen
adviseurs en bouwbedrijven. De ontwikkelingen zijn dus
middel van BSIK-programma’s en de Regieraad Bouw.
De grootste bedreiging voor de advies- en ingenieursbu-
internationaal vergelijkbaar. En we kunnen niet afwach-
4. Strategische positioneringsopties
of kleinschalige fusies. In dit schema is de stap naar
turnkey is uitgelopen op een uitvraag in de vorm van
voorwaartse integratie (naar de financieel-economische,
PPS-contracten. In de utiliteitsbouw is dit proces al eer-
juridische en programmatische aspecten in de kolom) al
der gestart.
Hoe moet een advies- en ingenieursbureau zich nu - de scenario’s en trends in aanmerking genomen - po-
gezet, maar de voorwaartse integratie naar het realisa-
Voor de ingenieurswereld kan dit betekenen dat de focus
sitioneren? Om de mogelijkheden in kaart te brengen, is het goed te kijken naar de bouwketen (de bouw-
tieproces is nog zeer beperkt.
gedeeltelijk verschuift van de overheid naar de private
proceskolom). Deze keten presenteert de aaneenschakeling van bijdragen aan het bouwproces per speler,
opdrachtgevers. De overheid is dan - deels - niet meer
functie en specialisatie. De bijdragen kunnen - afhankelijk van vele factoren - in een scala van combinaties
De uitbreidende rol van de bouwbedrijven
de betalende en bepalende instantie, maar de financier
of per specialisatie worden geleverd.
Ook bouwbedrijven ontwikkelen zich. De voorwaartse
en de manager die bepaalt welke partijen bij het pro-
en achterwaartse integratie is hier al eerder begonnen,
ces worden betrokken. Dit fenomeen zal overigens niet
doordat aannemers in eigen huis aan projectontwikke-
gaan overheersen. Veel opdrachtgevers zullen nog op de
Positioneringsopties
Technologische kennis (‘content’) Deeloplossing (specialisme) Inspanningsverplichting
Management/organisatie (‘bedrijfskunde’) Resultaatverplichting
bouwkostenbureaus
ingenieursbureaus TNO
projectmanagers
Concipiëren, PvE, ontwerpen
Organiseren, managen, regisseren
consulting engineers bouwmanagers facility managers engineering contractors
Maken, bouwen, installeren
Fabriceren, transporteren, leveren
Gebruiksgereed maken, onderhouden
Keten van bijdragen aan de inrichting en het beheer van de gebouwde en natuurlijke omgeving
Ontwikkelen (verwerven, financieren)
architectenbureaus
traditionele manier blijven aanbesteden. De raadgevend
ver gevorderd: denk aan design & construct. Dit heeft
ingenieur zal echter toch scherp op deze ontwikkeling
geleid tot een afsplitsing van ontwikkelingsafdelingen en
moeten inspelen.
productiebedrijven. Een groot aantal bouwbedrijven heeft
Totaaloplossing (integreren)
Initiatief nemen (investeren, beleggen)
TU’s
ling zijn gaan doen. Met name voorwaartse integratie is
Exploiteren posities participanten
12
De zes belangrijkste criteria/competenties/kernposities
De ontwikkelingen lijken momenteel alle kanten op te
12
in de keten zijn:
gaan. De veranderingen die men wil accepteren, hangen
• Gespecialiseerde kennis versus Integrale oplossing
af van de bewust gekozen strategische posities die men
• Inspanningsverplichting versus Resultaatsverplichting
wil bereiken. Het advies- en ingenieursbureau kan speci-
• Nichespeler versus Generalist
alist blijven, maar ook samenwerkingsverbanden aangaan. Het kan ook generaliseren, andere diensten gaan
De kolom en de posities/competenties
inkopen, of ze juist buiten de deur leggen. De markt zal
In onderstaande afbeelding is de positie van de grotere
hierbij zijn werk doen.
bureaus van de laatste vijfentwintig jaar weergegeven. Het ingenieursbureau vervult deze posities al jaren,
De uitbreidende rol van de ingenieursbureaus
hoewel de individuele bureaus verschillend opereren. De
Onderstaand schema geeft de uitbreidende rol van de
bureaus bestrijken een breed panorama: van nichespeler
advies- en ingenieursbureaus weer. Het bureau kan
tot generalist, in een almaar groeiende diversiteit van
bijvoorbeeld aanpalende werkzaamheden beginnen,
processen en contractvormen.
stap voor stap toevoegingen doen door autonome groei
hiertoe multidisciplinaire concerns gevormd. De verant-
De toegevoegde waarde van de advies-
woording en het risico voor de verkoop liggen vaak nog
en ingenieursbureaus
wel in één hand.
De bureaus verbreden voortdurend hun spectrum van kernactiviteiten, voor zover dit voordeel voor de klant
De integratie van alle functies
oplevert. In de uitbreiding van de positie in de toege-
De bouwopgave wordt steeds ingewikkelder. In de
voegde-waardeketen ligt het uiteindelijke groeipotentieel
utiliteitsbouw neemt de projectontwikkelaar vaak geen
van de bureaus. Van belang hierbij is échte competentie
lange-termijnrisico meer voor de belegging; allerlei
en kwaliteitsgroei, niet zozeer capaciteitsvergroting in
soorten beleggers en andersoortige afnemers nemen dat
‘commodities’.
risico op een gegeven moment over. In de gww-sector,
De algemene trend is dat grotere bureaus ernaar streven
die vrijwel geheel door de overheid wordt gedomineerd,
om via integraal programma- en/of projectmanagement
en in de utiliteitsbouw voor de overheid begint men nu de
als initiator op te treden. Zodoende kunnen zij extra
volledige integratie van alle functies van de marktpartijen
diensten aanbieden, op basis van facility management,
te vragen.
service- of outsourcingconcepten. Onder het motto ‘al-
In de gww-sector is sinds het midden van de jaren
les in één hand’ beginnen advies- en ingenieursbureaus
tachtig een proces begonnen dat van traditionele con-
ook in toenemende mate een rol te spelen als financieel
tractvormen via raamcontracten, design & construct en
dienstverlener.
Van nichespeler tot generalist, in een almaar groeiende diversiteit van processen en contractvormen
Focus verschuift gedeeltelijk van overheid naar private opdrachtgevers
5. Conclusies Voor welke marktpositie moet een advies- en ingenieursbureau nu kiezen? En welke contractvormen horen daar vervolgens bij? Een antwoord op deze vragen is niet in zijn algemeenheid te geven. Welke vervolgacties noodzakelijk of zinvol zijn, hangt af van de keuze die elk individueel advies- en ingenieursbureau maakt.
In ieder geval is duidelijk: álle bureaus zullen zich op
• Aangesproken willen worden op geleverde resultaten;
hun positie moeten beraden. Wie stil blijft staan, loopt
• Aangaan van de dialoog met de opdrachtgever en
het risico in een deel van de markt slechts als adviseur
andere partijen;
Voor de middelgrote en kleine bureaus liggen de moge-
Bouworganisatie en contracten
áchter de aanbieder te kunnen optreden. Voor sommige
• Openstaan voor de vraagstelling van de klanten;
lijkheden in bijvoorbeeld allianties en samenwerkingsver-
Veranderende rollen leiden tot andere bouworganisatie-
bedrijven kan dit een prima optie zijn, voor andere niet.
• Een heldere focus op de core business;
banden. Daarnaast profileren sommige bureaus zich als
vormen en andere, bijpassende typen contracten. Design
Zij koesteren de ambitie - of zien de noodzaak - om de
• Concurrentie op kwaliteit, prijs en kennis;
gespecialiseerde systeemintegrator.
& construct overeenkomsten zijn momenteel sterk in op-
regie in eigen handen te nemen.
• Een goede balans tussen ervaring en verjonging;
mars. Maar er zijn meer organisatie- en contractvormen
• Ontwikkeling van intrinsieke ethische waarden;
Hoe het ook zij: iedereen zal de vraag moeten beant-
mogelijk. In de bijlage bij deze brochure zijn ze weerge-
• Flexibiliteit om in te spelen op maatschappelijke ver-
woorden: blijf ik alleen opereren, of zoek ik samen-
geven, met beslissingscriteria. Ze vormen een overzicht
Op het gebied van levenscycluskosten kunnen advies- en
werking met andere partijen in het bouwproces? Deze
waaruit opdrachtnemer en opdrachtgever kunnen kiezen
ingenieursbureaus echter een belangrijke rol spelen. Voor
samenwerking kan zowel horizontaal als verticaal in de
bij het vormgeven van hun samenwerkingsrelatie.
dit advieswerk - dat in toenemende mate van essentieel
keten plaatsvinden.
Mocht u de bijlage niet aantreffen, dan kunt u deze
belang is - zijn zij bij uitstek toegerust. De toegevoegde
De positionering kan tot gevolg hebben dat individuele
downloaden vanaf de ONRI-site: www.onri.nl. Zie onder
waarde van de inbreng van het advies- en ingenieurs-
bureaus hun dienstenpakket zullen veranderen. Dat
publicaties het kopje ‘downloads’.
bureau is onomstreden. De kosten van de adviseur als
zullen de bureaus duidelijk moeten aangeven in hun (ex-
onderdeel van de totale investering zijn bijvoorbeeld re-
terne, maar ook interne) communicatie. Altijd moeten de
latief gering (5 tot 15% van de investeringskosten), maar
keuzes en ambities duidelijk zijn, zowel voor opdrachtge-
de invloed van de adviseur op de totale oplossing en de
vers als voor eigen medewerkers. Want een heldere focus
kosten is groot.
is vaak beter dan een te brede profilering.
anderingen; • Internationalisering.
Tenslotte is een betere maatschappelijke positionering van de ingenieur van belang: advies- en ingenieursbu-
Deze brochure draagt bij aan de positionering van de
reaus kunnen hun kennis nog veel meer gebruiken om
bureaus en aan een intensievere dialoog met externe
maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Dit zal hun
stakeholders. Op die manier hoopt ONRI de noodzakelijke
imago versterken, talent aantrekken en uiteindelijk hun
vernieuwing van de bouw mee te stimuleren.
rol in de samenleving vergroten.
Positionering van de bureaus en een intensievere dialoog met externe stakeholders
Advies- en ingenieursbureaus moeten
15
heldere keuzes maken
15
In een sterk dynamische markt vol kansen, uitdagingen en soms ook bedreigingen, is het woord nu aan de advies- en ingenieursbureaus zelf. Zij zullen een duidelijke keuze moeten maken voor: • Marktdominantie in diensten en producten; • Generalisatie of specialisatie; • Leren omgaan met multidisciplinaire samenwerkingsvormen in de aanbodketen; • Transparantie over hun rollen in het dienstverleningsproces; • Accepteren van beheersbare risico’s;
Interviews
ONRI-leden: ir. Bert Roelofs | BM Managers van het bouwproces
18
ir. Luc Schaap | Lichtveld, Buis & Partners
20
ir. Jan Coppes | Witteveen+Bos
22
ir. Rob Hoogenboom MBA | Aronsohn raadgevende ingenieurs
24
ir. Jan Zijlstra | Arcadis
26
ir. Dik Spekkink | Spekkink C+R
28
ir. Jan Andries Boon | HE Adviseurs
30
ir. Jan Reneman | Oranjewoud
32
ir. Frank Sperling | Van Heugten
34
ir. Leo Visser | Royal Haskoning
36
ir. Bertrand van Ee | DHV
38
16
17
16
17
Stakeholders: dr. Jan Hovers | Regieraad Bouw
18
mr. Friso de Zeeuw | Bouwfonds
21
prof. Wim de Ridder | SMO
24
ir. Peter de Weijs | ProRail
28
Wim Ruijgrok | VNO-NCW
31
drs. Guus Hoefsloot | Heijmans
33
ir. Joost Wentink | GeoDelft
36
>> Bert Roelofs, BM Managers van het bouwproces
‘Bureaus krijgen andere, nieuwe rollen. Ze worden manager, organisator. Ze gaan detailkennis outsourcen, of trekken kortcyclisch topkennis aan. Kennis blijft in ieder geval onze kracht. Men zal onderkennen
Advies- en ingenieursbureaus zullen in de bouw en infrastructuur een meer centrale rol gaan spelen dan
dat management, juridische zaken en contracting ook tot die hoogwaardige kennis behoren. Met kennis kunnen
tot nu toe. Ze worden organisator van alle vormen van kennis. Ze ontwikkelen zich tot kennisspecialist of
we altijd meer bereiken dan alleen met risicodragende uitvoering. Kennis kent geen grenzen. Terwijl de uitvoe-
tot veelzijdig kennisconglomeraat, of tot manager van kennis. In ieder geval gaan ze zich concentreren op
hun kerncompetenties en strategische samenwerkingsverbanden zoeken met anderen. Meer bewustwor-
ding van het zich ontwikkelende marktmechanisme is gewenst, vindt Bert Roelofs (BM Managers van het
bouwproces).
Kennis blijft onze kracht
‘Adviseurs en ingenieurs in de bouw en infrastruc-
analyseren en afwegen. Specialisten leveren kwaliteit
tuur zullen niet meer alleen ingeschakeld worden
tegen een optimale prijs. State of the art techniek zal op
(wachtend tot de prospect voorbijkomt). Ze gaan
den duur altijd een commodity worden. Een specialisa-
juist steeds vaker zelf anderen inschakelen.
tie in techniek - zelfs een superspecialisatie - is dat na
rende bouw steeds meer een nationale bedrijfstak wordt,
Dat komt omdat de opdrachtgever, vaak de over-
vier of vijf jaar namelijk niet meer. Bureaus moeten in
is de advies- en ingenieurswereld namelijk internatio-
heid, gaat veranderen. Die opdrachtgever gaat
ieder geval helder zijn in hun focus: ontwikkel je tot een
naal. Integriteit is daarbij uiterst belangrijk. De adviseur
voortaan eerst functioneel bedenken wat
continu innoverende specialist, of ga de rol van generalist
mag in traditionele contractvormen geen commerciële
ze wil. Daar analyseert ze vervolgens een
spelen. Dat is een ander speelveld!’
partij zijn in het vervolgtraject. Je kunt niet twee petten
geëigend proces en een contractvorm bij,
tegelijk dragen zonder je geloofwaardigheid te verliezen.
in plaats van de partijen te zoeken die bij
‘Er wordt méér eigen creativiteit verwacht.
een bepaald, in beton gegoten, contract
Nederland en Duitsland lopen in deze ontwikkeling toch
processen zijn er meer mogelijkheden. Als ze transpa-
wel enigszins achter bij Frankrijk en Engeland.
rant worden gepositioneerd, kunnen ze voor een enorme
In de nieuwe marktverhoudingen wordt meer flexibiliteit
uitbreiding van de activiteiten van onze sector zorgen.’
passen. Dat betekent dat de markt zoals we die tot nu toe kennen, gaat veranderen.’
In de complexere PPS-, DBFMO- en andere geïntegreerde
verwacht. We moeten wat opportunistischer tegenover ‘Bureaus zullen specialisten of
marktveranderingen staan, ons meer instellen op de
generalisten moeten zijn.
Anglo-Amerikaanse manier van zakendoen. De veilige
Generalisten beheersen een breed scala van
positie waarin we in een sector of discipline denken te
processen en contractvormen; ze kunnen risico’s
verkeren, gaat op de helling.’
18
19
18
19
Meer in dialoog met de klant In beweging
achter hun klant: de eindgebruiker.
pen. Geleidelijk trad men echter
uitstekend helpen bij het vinden van
dr. J.C.M. Hovers de doel-
‘De bouwketen is in beweging’, zegt
Diens wensen zullen leidend zijn.’
meer in dialoog met andere partijen,
oplossingen voor maatschappelijke
stelling van de Regieraad Bouw graag samen. De Raad werkt aan het
Hovers. ‘De vragers worden allengs
óók met de klant. Dat kwam de kwa-
problemen. Dat is hun natuurlijke
signaleren en elimineren van knelpunten, probeert wantrouwen weg
professioneler, meer geïnspireerd
Veranderingen
liteit ten goede.’
rol in de keten: de kennis, en niet
te nemen en de professionele verhoudingen tussen opdrachtgevers
door de eindgebruiker. Aanbieders
Hovers komt oorspronkelijk uit de
en opdrachtnemers te bevorderen. Bij dit veranderingsproces spelen
zullen daarop moeten inspelen.
wereld van de machinebouw. Een
Kennis
Dat sommige bureaus zich ook op
advies- en ingenieursbureaus volgens Hovers een belangrijke rol.
Ook advies- en ingenieursbureaus
sector die in het verleden vergelijk-
Hij is ervan overtuigd dat de bureaus
díe terreinen manifesteren, is Hovers
moeten hun plaats in de keten kri-
bare veranderingen heeft doorge-
die verandering aankunnen. Ze
uiteraard niet ontgaan. ‘De gehele
tisch bekijken. Ze zullen zich vooral
maakt. ‘Eerst zaten al die engineers
hebben namelijk een sterk wapen:
keten oriënteert zich op het geïn-
moeten verdiepen in de consument
alleen maar constructies te ontwer-
kennis. ‘Ze kunnen hun klanten
tegreerd aanbieden van diensten.
Meer effectiviteit, meer winst, meer maatschappelijke waardering voor de bouwsector. Zo vat voorzitter
zozeer de uitvoering of financiering.’
De afstand tussen adviseurs en hun opdrachtgevers is de laatste
jaren toegenomen. De verhoudingen zijn verzakelijkt.
Wie vroeger met een ‘co-producerende’ opdrachtgever aan tafel
‘Het specialistische bureau kan overigens óók meer
échte affiniteit met het onderwerp aan tafel. Er is weinig
gaan doen dan het tot nu toe deed.
discussie, weinig coöperatie. Ja, daarin hebben we nog
De regelgeving wordt complexer, de handhaving stren-
veel te winnen.’
ger. Dat leidt tot gebouwen van hogere kwaliteit, tot meer energiebesparing, tot grotere veiligheid. Maar het
zat, vindt nu vaak een calculerende projectmanager tegenover
heeft ook tot gevolg dat de bouw op slot zit door te veel regels. Specialistische bureaus kunnen zich ontwikkelen
zich. Maar er blijft altijd een markt voor specialistische bureaus,
tot adviseur over ook deze, juridische aspecten. Daar ligt een markt.’
stelt Luc Schaap (Lichtveld, Buis & Partners). ‘Verzakelijking van de verhoudingen heeft een keerzijde. Ik zie de afstand tussen de opdrachtgever en de adviseur groeien. In plaats van een co-producerende opdrachtge-
>> Luc Schaap,
ver zit tegenwoordig vaak een projectmanager zonder
Lichtveld, Buis & Partners
Uiteindelijk zonder
‘Voor een specialistisch bureau is altijd een markt. Bouwakoestiek, om maar een discipline te noemen, is
een typisch specialistisch werkterrein. Die kennis is zo specifiek, daar heb je specialisten voor nodig. In Nederland gedijt deze discipline praktisch alleen binnen
kan niemand de deskundigheid van de specialist
de muren van een niet al te groot adviesbureau. Veel opdrachten worden in deze markt één-op-één verkregen. En dat zal zo blijven.’
20
21
20
21
Wees helder Dat vraagt om andere samenwer-
Positief
schappelijke belangen hoeden en
De ontwikkelaar ontwikkelt, de adviseur adviseert. Die traditionele
en ingenieursbureaus, vanouds des-
kingsvormen. Bureaus zullen echter
Hij ziet de toekomst positief tege-
de leefbaarheid van de samenleving
verhouding heeft de kracht van de eenvoud. Een raadgevend ingeni-
kundige raadgevers, manifesteren
waarborgen.’
eur die zelf plannen op touw zet, zal goed over zijn rol moeten naden-
zich tegenwoordig opvallend vaak
moeten kiezen. Ze kunnen sterker
moet. ‘We willen het verleden zo
worden door zich te concentreren,
snel mogelijk afwikkelen. Daarbij
ken, vindt
bijvoorbeeld op een bepaalde specia-
moet de overheid helpen. De Tweede
van Bouwfonds MAB Ontwikkeling. ‘Die traditionele rol, die is eigenlijk
ideeënleverancier. ‘Zonder over-
lisatie. Of ze zullen slimme, creatieve
Kamer heeft terecht veel aan de
best goed.’
drijven: we worden bestookt met
allianties moeten vormen, want de
kaak gesteld, maar moet nu ook
bouwketen herbergt geen bank.’
een vernieuwingsagenda durven op
Partners
zegt Friso de Zeeuw, ‘al was het
ontwikkeling. Die ideeën beoordelen
te stellen. Naar de toekomst kijken,
‘Als ontwikkelaar betrekken wij per
maar omdat andere partijen veel
we altijd. Soms kan ik meteen zeg-
de bureaucratie te lijf gaan, maat-
definitie anderen bij de planvorming,’
kennis van zaken hebben.’ Advies-
gen dat wij er niets in zien. En soms
mr. Friso de Zeeuw, directeur Nieuwe Markten
als méér dan dat: als participant of
initiatieven. Met name voor gebieds-
>> Jan Coppes, Witteveen+Bos
ketens waarin iedereen een plaats zal hebben gevonden
edge van de advies- en ingenieursbureaus. Zij kunnen én
- van architect tot uitvoerende partij.
moeten kennis sneller toepassen dan anderen. Ze kunnen kennis overal vandaan halen, ook uit het buitenland.’
‘Advies- en ingenieursbureaus gaan nóg meer voor
Het repertoire van de advies- en ingenieursbureaus
wordt breder. In verschillende rollen kunnen zij hun
de klant betekenen.
‘Wie alle rollen speelt, zal transparantie en
Op deze veranderende verhoudingen kunnen wij goed in-
integriteit moeten garanderen.
We gaan nóg meer voor de klant betekenen
opdrachtgevers van dienst zijn. Kennis - en dan met
name het vermogen om overal kennis vandaan te
halen en toe te passen - blijft daarbij hun belangrijk-
ste sterke punt, aldus Jan Coppes (Witteveen+Bos;
voorzitter ONRI).
‘De advies- en ingenieursbureaus
spelen. We kunnen alle rollen vervullen die de opdracht-
Eventuele belangenconflicten moeten goed worden ge-
staan er goed voor.
gever wenst. Eén en hetzelfde bureau zal nu eens voor
regeld en in heldere afspraken vastgelegd. Een adviseur
De cijfers spreken voor zich: de prijs-kwaliteitverhouding
de overheidsopdrachtgever actief zijn (bijvoorbeeld bij
kan, vind ik, in meerdere fasen van een groot pro-
is in orde, de toegevoegde waarde is hoog, de markt-
het opstellen van een Programma van Eisen), dan weer
ject betrokken zijn. De integriteit komt pas in het
werking goed. Er worden redelijke rendementen geboekt
voor een grote aannemer werken, en dan weer actief zijn
geding bij conflicterende belangen: bijvoorbeeld
en er zijn weinig faillissementen. Alle bureaus samen
voor een infrastructuurondernemer die zelf een lumineus
bij aanbestedingsgevoelige kennis waardoor
genereren zo’n 4 miljard euro omzet per jaar. Ze leveren
idee heeft ontwikkeld. Natuurlijk: niet ieder bureau zal
een voorsprong kan ontstaan
daarmee een belangrijke bijdrage aan de economie en de
al die rollen kunnen spelen. Kleinere bureaus zullen zich
of de opdrachtgever een financieel nadeel kan
maatschappij.’
meer en meer tot specialist ontwikkelen.’
hebben. Bureaus kunnen die verantwoordelijkheid aan. Gezonde concurrentie is overigens in
‘Maar voor tevreden achteroverleunen is
‘Er is één overeenkomst tussen al die rollen: kennis
ieders belang. Opdrachtgevers hebben ook een
geen reden.
is de spil waar alles om draait. Overal waar kennis
actieve rol in het zoveel mogelijk voorkomen
De verhoudingen veranderen. De overheidsopdrachtge-
nodig is, kunnen ingenieurs zinvol optreden.
van belangenconflicten, omdat daarmee vol-
ver komt meer op afstand te staan. Er groeien andere
Door globalisering en internet zal kennis meer en meer
doende mededinging wordt opgeroepen.’
samenwerkingsvormen: verticaal in plaats van horizon-
een commodity worden. De echte kunst wordt straks:
taal. Straks zijn er misschien nog maar zes of zeven
kennis slim toepassen, veredelen. Dat is de competitive
22
23
22
23
krijg je een idee aangereikt waar we
Initiatieven
kant bijvoorbeeld uitvoerende bouw-
Verhoudingen
locaties. Die traditionele rol zal altijd
iets mee kunnen.
De verhoudingen moeten echter wel
taken uitbesteden. Hier en daar zie
Iedereen mag toetreden tot een an-
blijven en dat is goed. Wij maken
voorbeelden, zegt hij: ‘Een nieuw
duidelijk blijven, vindt De Zeeuw.
ik dat advies- en ingenieursbureaus
dere markt, vindt De Zeeuw. ‘Dat is
het plan, de bureaus adviseren ons
Wieringerrandmeer. Of: Lingerwaard,
‘De een kan nu eenmaal beter initia-
wat meer willen doen op dat gebied.
alleen maar goed. Maar goede pro-
daarbij.’ Wie zelf risico wil dragen,
een planidee in het kader van Ruim-
tieven nemen dan de ander. Wij kun-
Qua volume vind ik het tot nu toe
fessionele verhoudingen zijn ons ook
mag dat doen, maar moet goed
te voor de rivier, een project dat we
nen dat goed, bijna altijd gericht op
niet bijzonder indrukwekkend; het
veel waard. Wij huren ingenieurs-
nadenken over conflicterende rollen.
samen met Staatsbosbeheer en een
een concrete locatie. Wij dragen ook
speelt nog niet zo’n belangrijke rol.’
bureaus vaak in in hun traditionele
‘Een adviesbureau wil dan soms ook
groot ingenieursbureau doen.’
altijd de risicovolle investeringen. Je
rol van adviseur bij de planvorming,
weer zijn uren betaald hebben. Op
ziet partijen als wij oprukken aan de
bijvoorbeeld bij stedenbouwkundige
zo’n moment denk ik: behoud je rol.
voorkant, terwijl we aan de achter-
plannen of bij de engineering van
Wees helder.’
’Er zijn mooie
>> Rob Hoogenboom,
Er blijft volop ruimte voor de klassieke raadgevend ingenieur, de rechter-
Aronsohn raadgevende ingenieurs
hand van de opdrachtgever. Wat er ook verandert, naar de diensten van het
hooggespecialiseerde nichebureau is altijd vraag, meent Rob Hoogenboom
(Aronsohn raadgevende ingenieurs).
‘De markt is groter en breder geworden, de concurrentie heviger. Ook in vergelijking met twintig jaar geleden is er veel veranderd. Maar de vraag naar zeer specifieke diensten,
Kennis veredelen
tot een concreet product naar zeer gespecialiseerde nichespelers, de rechterhand van de opdrachtgever, die zal altijd blijven.’
‘De manier waarop opdrachtgevers en
‘Nieuwe contractvormen, zoals design and build-
opdrachtnemers elkaar vinden, is in de loop der
contracten en publiek-private samenwerking, kun-
jaren sterk veranderd.
nen ertoe leiden dat advies- en ingenieursbureaus
De oprichter van dit bureau, Arthur Aronsohn, werkte
in toenemende mate voor aannemers gaan werken.
hoofdzakelijk op basis van vertrouwensrelaties met zijn
De voor- en nadelen daarvan moeten goed tegen elkaar
opdrachtgevers. Tegenwoordig zitten er tussenpersonen
worden afgewogen. Wijzelf blijven met overtuiging een
aan tafel, projectmanagers. Het is allemaal wat afstan-
gespecialiseerde nichespeler en zoeken ons werk bij
delijker en zakelijker geworden. Dat heeft zeker goede
voorkeur in situaties waarin onze kwaliteiten volledig
kanten. Maar vroeger was er wel duidelijk meer ruimte
tot hun recht kunnen komen. Wij onderscheiden ons
om tegemoet te komen aan de impliciete behoeften van
door kennis en creativiteit. Elders ontwikkelde kennis
de opdrachtgever.’
veredelen wij tot een concreet product. Bijvoorbeeld op het gebied van onderwaterbeton en hoogbouw. Maar een kenniscentrum zijn we niet. We zijn praktijkmensen, geen hoogleraren.’
24
25
24
25
De bouw moet maatschappelijke ambitie tonen Transitie
ontwerpfout aan de gemeentelijke
menleving die steeds ingewikkelder
plexe speelveld met zijn NGO’s, be-
In de pikorde van de consultants staat de ingenieur (te) laag in aan-
Er dient zich een nieuw perspectief
overheid en politiek werd aange-
is geworden.’
drijven, publiek, media en dergelijke
prof. Wim de Ridder, directeur van de Stichting
aan voor de advies- en ingenieurs-
rekend. Politici werden - terecht of
Maatschappij en Onderneming (SMO). Maar het perspectief is aan het
zien, vindt
wereld, zegt Wim de Ridder. ‘Dat
ten onrechte - aangesproken op een
Breedte
te bedienen, zijn uitgebreide sociale vaardigheden vereist. Ingenieursbu-
veranderen. Nieuwe markten openen zich, er zijn kansen op andere
heeft te maken met de groeiende
probleem waarvan zijzelf inhoudelijk
De toenemende maatschappelijke
reaus hebben die. Sterker nog, ze
rollen. Ingenieurs kunnen een sleutelrol spelen bij de broodnodige
kenniskloof tussen de opdrachtge-
te weinig kennis hadden. Ingenieurs
complexiteit is niet alleen technolo-
móeten die hebben om te kunnen
maatschappelijke herwaardering van de gehele bouwsector.
ver en de opdrachtnemer. Een goed
moeten leren om in deze situaties
gisch. De Ridder: ‘Er komen meer
voortbestaan. Ze moeten dus - wat
voorbeeld: het bekende debacle
politici tegen zichzelf in bescherming
beslissers, meer mensen die mee-
mij betreft - veel meer de pers zoe-
rond de tramtunnel in Den Haag.
te nemen. Aan die bescherming zal
denken en meedoen. Het netwerk
ken, vaker laten zien wat ze doen.’
Kern van die zaak was dat een grove
steeds meer behoefte zijn in de sa-
wordt breder en dieper. Om het com-
‘De markt zal straks nieuwe verhoudingen
Advies- en ingenieursbureaus leggen vanouds met hun deskundigheid de relatie tussen initiatief en uit-
laten zien. voering. De komende jaren zullen zij in toenemende mate andere rollen spelen op de markt van bouw en
Adviesbureaus en aannemers zullen elkaar meer dan vroeger gaan opzoeken. Iedereen zal moeten nadenken
infrastructuur. Toch blijft kennis altijd hun ‘honk’, zegt Jan Zijlstra (Arcadis).
over financiering, risico’s, samenwerking. Ingenieursbureaus zullen andere mensen aantrekken dan vroeger, bijvoorbeeld projectleiders met andere vaardigheden dan die van de raadgevend ingenieur.’
‘Advies- en ingenieursbureaus zijn in de bouw en
concessies weggeven, uitbesteden op functionele eisen;
de gww-sector minder herkenbaar dan de grote
life cycle-management. Contracting engineers zullen op-
‘Wat is en blijft eigenlijk het honk van
architecten en aannemers.
duiken, met consultants in hun directe omgeving.
de ingenieursbureaus?
De ingenieur treedt in deze markt vanouds voornamelijk
Alle partijen zullen in beweging komen.’
Daar is maar één antwoord op: kennis. Dáármee gaan
op als toeleverancier van Rijkswaterstaat en de gemeen-
we op pad. En dat blijft zo. De aannemer heeft zijn capa-
ten. Hij is een niet zo zichtbare tussenschakel, en daarbij
‘Ingenieursbureaus, vooral de grotere, hebben in
citeit, de opdrachtgever het initiatief, de kennisinstituten
van nature ook nog eens een beetje introvert. Dat is de
die markt ongelooflijk veel te bieden.
de kennisontwikkeling, en ingenieursbureaus leggen met
keerzijde van zijn enorme deskundigheid: een zekere
Vooral de grote bureaus kunnen een brede waaier van
hun kennis de relatie tussen initiatief en uitvoering. Wij
bedachtzaamheid en bescheidenheid.’
mogelijkheden ontvouwen. Ze kunnen bijvoorbeeld de
kunnen dromen waarmaken.’
leiding nemen in bouwconsortia en grote projecten. ‘Dat de advies- en ingenieurswereld zich nu
Het risicoprofiel zal daardoor veranderen, maar daarvoor
duidelijk laat zien, heeft een reden.
lopen we niet weg. Kleine bureaus zullen zich nog meer
Want this is our finest hour. De marktordening verandert;
kunnen specialiseren, zich manifesteren met een duide-
de uitvraag met traditionele standaardbestekken en der-
lijke boodschap.’
>> Jan Zijlstra, Arcadis
gelijke zal op den duur verdwijnen. Opdrachtgevers gaan
We ontvouwen een brede waaier van
mogelijkheden
26
27
26
27
Imago
nu eens het fundament leggen voor
van de professionele input moeten
van coach, van kennisleverancier
wordt steeds sterker. Te vaak berei-
genoeg van het primaat van de
De bouwsector moet verder denken
het maatschappelijk debat. De bouw
voorzien.’
is, waarbij de ingenieur zich met
den consultants besluiten dwingend
consultants, terwijl er zo weinig in
dan alleen de techniek, vindt hij.
moet zich publiekelijk - en vooral
betrekking tot de besluitvorming
voor. Ze beslissen daarmee in feite
beweging is dat het publiek afstand
Ook als het gaat om verbetering van
ook plaatselijk - meer laten zien.
Ambities
bescheiden opstelt. Hij mag zich niet
al veel, - te veel. Maar het zijn de
neemt van de politiek.’
het imago. ‘We gaan verkiezingen
Kijk eens wat voor een topprestaties
Bureaus die zich in andere richting
laten gebruiken om de argumenten
politici die de keuzes moeten maken,
tegemoet. De politieke belangstel-
er kunnen worden neergezet bij de
willen ontwikkelen dan die van de
te formuleren voor een politiek wen-
niet de ingenieurs. Ook die ontwik-
ling voor ruimtelijke ontwikkeling
Nieuwe Sleutelprojecten! Als politici
traditionele adviseur, moeten die
selijk besluit, noch mag zijn aanbe-
keling zouden advies- en ingenieurs-
is groot. Ons idee: laat eens zien
in de komende verkiezingsstrijd
ambities wel waarmaken, vindt
veling een besluit bij voorbaat be-
bureaus moeten betrekken bij hun
waar de bouw mee bezig is. Laten
daarmee voor de dag willen komen,
De Ridder. ‘Een belangrijke trend
invloeden. De klacht dat Nederland
bezinning op hun rol. Steeds meer
de bouwers, de ingenieursbureaus
zouden de ingenieursbureaus hun
is dat hun positie steeds meer die
wordt geregeerd door consultants,
mensen in dit land hebben schoon
>> Dik Spekkink, Spekkink C+R De maatschappelijke herkenbaarheid van de ingenieur zal toenemen naarmate hij zich in meer rollen maieder geval zullen grote bureaus andere deskundigen gaan nifesteert: soms als ontwerper, dan weer als adviseur, soms ook als risicodragende partij, vaak in samen-
aantrekken: economen, fiscalisten, sociale wetenschappers. En ze moeten diversificeren. Niet alleen de grote bureaus
werking met anderen. Australië is ons voorland, heeft Dik Spekkink (Spekkink C+R) daar gezien.
overigens moeten dat, maar ook de nicheplayers.’
‘Integriteit is bij deze veranderingen ‘In Australië kunnen we als het ware in onze eigen
land veel actiever aan acquisitie doen dan vroeger. Men is
een belangrijke issue.
toekomst kijken.
- noodgedwongen - veel commerciëler geworden. Ook in
Bureaus kunnen in conflicten terecht komen als ze binnen
Daar worden alle overheidsopdrachten namelijk alleen
Nederland is dat model in opmars. Het zogenoemde Rijn-
één project zowel adviseur van de opdrachtgever als van de
nog als design-and-build-contracten op de markt ge-
landse model met zijn overleg en partnerships gaat eruit.’
aanbieder zijn. Wanneer men commerciële belangen heeft
bracht. Advies- en ingenieursbureaus, die daar lange tijd
in de uitvoering, is de verleiding groot om advies in die
vertrouwenspersoon van de opdrachtgever waren, heb-
‘Dat zullen velen een moeilijke overgang vinden.
bepaalde richting te geven. In Australië worden deze zaken
ben een andere rol aangenomen. Nu eens maken ze een
Het voordeel is dat klanten en eindgebruikers cen-
daarom scherp gescheiden.’
De vraag achter de
vraag begrijpen
Programma van Eisen, dan weer een ontwerp. Soms zijn
traal komen te staan.
‘De maatschappelijke herkenbaarheid van de
ze onderdeel van een consortium, soms zelf de risicodra-
Het gaat er steeds meer om dat bureaus de vraag achter
ingenieur zal hierdoor groeien.
gende partij. In een periode van tien jaar is deze veran-
de vraag begrijpen. Dat vermogen is - eerlijk gezegd - bij
En dat is goed, want nu is die nog te gering voor
dering volledig geaccepteerd. Sommige bureaus nemen
technici vaak nog niet zo heel sterk ontwikkeld. Ze moe-
wat hij waard is. Weinig mensen weten dat
wel zes of zeven posities in. Ze merken inmiddels dat ze
ten er dus meer energie in steken. Want hoe dan ook:
Nederland veel grote, internationaal toonaan-
van design-and-build-opdrachtgevers betere contracten
veel ingenieurswerk zal de komende jaren op een andere
gevende ingenieursbureaus herbergt. Ze zijn
krijgen dan van opdrachtgevers die nog op de klassieke
manier naar de markt worden gebracht. Ook de financie-
stomverbaasd als ze dat horen! Maar deze
wijze te werk gaan, zoals particulieren. De “nieuwe” op-
ring zal veranderen.’
branche is belangrijk, de maatschappelijke
drachtgevers weten dat het maken van een goed ontwerp een prima vorm van risicomanagement is.’
relevantie is hoog. Kijk maar naar wat we ‘Ingenieursbureaus die de leiding in deze verande-
kunnen betekenen bij de gevolgen van de kli-
ringen willen nemen, hebben sterke partners nodig,
maatverandering. Of kijk naar wat er op het
‘De traditionele relatie, compleet met honoraria
zoals banken en beleggers.
gebied van boren in slappe grond is bereikt.
(“erelonen”) en dergelijke, is daarmee voltooid
Het is voorlopig nog even de vraag of de bureaus die
Voor de oplossing van wezenlijke maat-
verleden tijd.
leiding kunnen nemen. Het organiseren van een con-
schappelijke problemen is een advies- en
Sommigen betreuren dat. Bureaus moeten ook in Neder-
sortium is nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd. In
ingenieursbureau een essentiële partij.’
28
29
28
29
Volop kansen ProRail, de organisatie die verantwoordelijk is voor onder andere
Beeld
voldoende toezicht moeten houden.’
genieursbureaus soms zelfs een lei-
komen. En dat is in het belang van
nieuwbouw, onderhoud en beheer van het Nederlandse spoorwegnet,
De Weijs heeft een ‘positief beeld’
Volgens De Weijs zou je de rol- en
dende rol kunnen spelen, denkt De
alle partijen.’ Inmiddels heeft ProRail
staat bekend als een innovatieve opdrachtgever, die graag gebruik
van de Nederlandse advies- en
taakverdeling nog kunnen doortrek-
Weijs. ‘Grote bouwondernemingen
goede ervaringen met design and
maakt van de ideeën en initiatieven van zijn opdrachtnemers. Dat ad-
ingenieurswereld. ‘Als grote op-
ken: ‘Dat traditionele engineers nu
zie je dat al vaker doen, maar ook
construct opgedaan: bij de spoorver-
vies- en ingenieursbureaus zich ontpoppen in andere gedaanten dan
drachtgever vragen wij marktpar-
ook meer uitvoerend gaan opereren,
de adviseurs kunnen dat. Wij moe-
dubbeling tussen Utrecht en Amster-
directeur
tijen al langer om creatief met ons
is een ontwikkeling die in principe
digen dat ook aan. ProRail draagt de
dam (in het bijzonder bijvoorbeeld
Infraprojecten bij ProRail, dan ook wel zitten. ‘Wij vragen de markt
mee te denken, en dat gaat goed.
onze instemming heeft.’
altijd graag om mee te denken.’
Samen over iets nadenken is vaak
de klassieke raadgever, ziet
ir. Peter de Weijs,
vernieuwing van het aanbestedings-
bij het nieuwe aquaduct bij Abcoude)
proces een warm hart toe, omdat we
en bij het project VleuGel, de verbe-
beter dan dat één partij het zelf gaat
Leidende rol
ervan overtuigd zijn dat je zo tot een
tering van de spoorverbinding tussen
verzinnen. Het betekent wel dat wij
In consortia zouden advies- en in-
betere prijs-kwaliteitverhouding kunt
Vleuten en Geldermalsen.
>> Jan Andries Boon, HE Adviseurs
vraag uit de markt. Opdrachtgevers proberen steeds vaker tot integratie van alle ontwerptaken te komen - zeker bij gebouwen met specifieke functies. Binnen de advies-
Er moet genuanceerd worden gedacht over de trend om opdrachten uit te besteden op func-
wereld zullen daarom mogelijk meer allianties ontstaan tussen architectenbureaus en adviesbureaus.
tionele eisen. Niet in alle sectoren leidt dat tot het beste resultaat. Rollen mogen veranderen,
Er zijn natuurlijk ook sectoren waar meer wordt gewerkt
sommige dingen veranderen gewoon niet, aldus Jan Andries Boon (HE Adviseurs).
daardoplossingen. Het ligt voor de hand dat zowel in
met een standaardprogramma en bijbehorende stan-
de architectuur als in de advieswereld een tweedeling
De ingenieur maakt het verschil
ontstaat: aan de ene kant bureaus die zich in eerste instantie richten op de specifieke projecten, aan de andere kant bureaus voor meer standaardmatige sectoren.’
‘De moderne wereld zou onmogelijk zijn zonder ingenieurs. Veel van wat wij ontwikkelen, draagt bij aan het comfort van de mens. Neem de auto. Dat is - ook in zijn doorontwikkeling - een prachtig staaltje ingenieurswerk. Toch wordt een auto niet primair als zodanig ervaren.
‘Het is, om maar een voorbeeld te noemen, nog
standhoudingskosten voor onderdelen die om functionele
Men kijkt vooral naar het uiterlijk, naar de combinatie
helemaal niet zo eenvoudig om installatietechniek
redenen eerder vervangen worden dan hun voorspelde
van functionaliteit en uitstraling. De vergelijking met
op prestatie-eisen aan te besteden.
levensduur?’
de utiliteitsbouw gaat aardig op. Er zit ontzettend veel
Het is o zo lastig om bijvoorbeeld de gewenste mate van
techniek (installaties) in moderne gebouwen, maar de
integratie van bouw en installaties in functionele eisen te
‘Architecten, de natuurlijke medespelers van de
installatieadviseur blijft vaak anoniem, omdat men het
vertalen. Binnen het vakgebied installaties is ook beslist
installatieadviseurs, denken zelden in prestaties.
geboden comfort als vanzelfsprekend ervaart en - ten
niet aantoonbaar dat je met aanbestedingen op basis van
Ze denken in producten. Toonaangevende architecten
onrechte! - veronderstelt dat iedere ingenieur bij het
prestatie-eisen een kostenbesparing zou kunnen behalen.
worden niet primair gevraagd omdat ze het programma
ontwerp op basis van een eenduidig programma van ei-
En er zijn ook andere voorbeelden van nieuwe aanbeste-
van eisen zo goed kunnen vertalen, maar vanwege hun ei-
sen tot hetzelfde resultaat zou komen. Terwijl dat laatste
dingsvormen waarbij voor ons vakgebied enige nuance-
genzinnige architectuur, gebaseerd op unieke creativiteit.’
aantoonbaar niet zo is! Eén en hetzelfde programma van
ring op zijn plaats is. Bijvoorbeeld de aanbesteding van
eisen kan tot zeer verschillende oplossingen leiden. Ja,
de totale instandhoudingskosten van installaties over een
‘Eigenlijk zou een bouwproject altijd moeten ont-
lange periode. Onderschatten we daarbij niet de snelheid
staan in nauwe samenwerking tussen architect,
van bepaalde veranderingen, bijvoorbeeld op het gebied
constructeur en installatie-adviseur.
van telematica? En wat doen we met gecontracteerde in-
Daarmee komen we tegemoet aan een veranderende
de ingenieur maakt het verschil.’
30
31
30
31
Vergeet je core business niet Risicoprofiel
staat dit vast: wij maken graag en
Een vernieuwende branche met veel kwaliteit - zoals de advies- en
andere onderneming die zich in een
Bureaus die zich zo willen profile-
dankbaar gebruik van de expertise
ingenieurswereld - kan zich ontwikkelen in nieuwe richtingen, denkt
dynamische markt wil ontplooien,
ren, moeten de moeilijkheid niet
van de bureaus, in verschillende
Wim Ruijgrok (VNO-NCW). De maatschappelijke herkenbaar-
zegt Wim Ruijgrok van VNO-NCW.
onderschatten, vindt De Weijs. ‘Het
rollen, waarbij zowel de nichespeler
heid van de beroepsgroep is echter belangrijk: ‘Vergeet de core business
‘En net als elke andere ondernemer
risicoprofiel verandert. Kan men dat
als het meer risicodragende en op
niet. Voor raadgevend ingenieurs is dat toch, in mijn ogen: kennis.’
zal de ingenieur moeten beoordelen
aan? Dat moet men goed dóórden-
uitvoering gerichte ingenieursbureau
ken. Kleinere bureaus zullen zich ook
volop kansen krijgen.’
of nieuwe activiteiten in zijn porte-
Ondernemers
die commerciële kansen wil en móet
feuille passen, of ze herkenbaar zijn
op hun rol moeten bezinnen. Worden
Een ingenieursbureau is niet alleen
benutten om te kunnen voortbe-
aan te bieden in de markt.’
ze nichespelers? Of gaan ze hun
een verzameling deskundige profes-
staan. ‘Wat dat betreft lijkt het inge-
vleugels ook uitslaan? Voor ProRail
sionals. Het is ook een onderneming
nieursbureau-in-verandering op elke
>> Jan Reneman, Oranjewoud
verbinding tussen A en B vervangt door de vraag: Ik wil
‘Wat er ook verandert, advies- en ingenieursbu-
mobiliteit tussen A en B, gekoppeld aan gebiedsontwikke-
reaus blijven denktanks. Zelfs als ze straks louter
ling. Het initiatief voor zo’n opdracht kan bij verschillende
optreden als bouwmanagers of projectmanage-
partijen liggen, niet per definitie bij de overheid dus.
mentbureaus, moeten ze daarom ingenieurs blijven
Overheden en anderen moeten wel naar gezamenlijke
heten.
ingenieursbureaus blijven denktanks, die excelleren in het verede-
belangen zoeken.’
Het sterke punt van de bureaus is namelijk veredeling
len van data en informatie tot echte kennis. Hun probleemoplossend
‘Bij échte PPS stelt de overheid zich open voor de
en veredelen van data en informatie tot echte kennis en
markt. Men vraagt geen oplossingen, maar crea-
die vervolgens resultaatgericht toepassen. Die creativi-
tieve ideeën.
teit van de bureaus zou de markt nóg veel meer kunnen
Vervolgens leidt dat tot andere consortia dan de bekende
inschakelen. Grote bureaus kunnen die uitdaging aan, of
combinaties van aannemers met hun satellieten. Private
ze ontwikkelen zich momenteel in deze richting.’
Wat er ook verandert (en er moet nogal wat veranderen), advies- en
van informatie: het aanboren en verwerken, assimileren
vermogen kan daarbij ook in andere rollen tot uitdrukking komen
dan tot nu toe, daarvan is Jan Reneman (Oranjewoud) overtuigd.
financiering wordt belangrijk, ontwikkelaars kunnen - en zullen - risicodragend instappen. Ingenieurs gaan zich ‘In de bouw staan we op een keerpunt. De jaren-
anders manifesteren. Ze zullen hun creativiteit en origi-
lange stabiele marktsituatie waarbij de overheid
naliteit demonstreren, bijvoorbeeld door mee te doen in
precies wist wat men van de gww-aannemers
een exploitatiemaatschappij. Deze aanpak leidt ten slotte
wilde, staat op de helling.
ook tot een uitvoeringscontract. Tot nog toe worden
We gaan nu écht veranderen. De overheid zal de markt-
marktpartijen pas vanaf dat moment ingeschakeld.’
partijen anders gaan inschakelen. De bouw zelf moet een andere manier van inschakeling accepteren: breder, integraal. Dat is hard nodig, want goedbeschouwd is de marktwerking in de infrastructuur nauwelijks beter of groter dan tien jaar geleden.’
‘Er wordt in dit kader veel gepraat over publiek-private samenwerking, maar PPS zoals
Denktanks
we dat nu kennen, is in feite een variant van wat we al geruime tijd doen. Design & Build-, Finance & Maintain-contracten spelen zich namelijk alleen in de uitvoeringsfase af. Van echte integraliteit is nog steeds geen sprake. Die krijg je pas wanneer je, bijvoorbeeld, de opdracht Ik wil een weg-
zijn het, denktanks zullen het blijven
32
33
32
33
Op een kruispunt van wegen Kwaliteit
druk van wat de bureaus wereldwijd
moeten nadenken over hun herken-
Ruijgrok is de toegevoegde waarde
‘Heijmans moet in de komende jaren veranderen van een uitvoerend
De kwaliteit van de sector is zo goed
hebben gepresteerd na de tsunami
baarheid in de markt. ‘Weet men het
van de raadgevend ingenieur vooral
bouwbedrijf naar een bouwbedrijf dat meer in het voor- en natraject
dat het (grote) ingenieursbureau
in Azië.’
ingenieursbureau straks nog wel te
de kennisontwikkeling en innovatie.
zit, dat de hele keten van ontwikkeling tot onderhoud afdekt’, zei
herkennen als men zich opstelt als
‘Nieuwe activiteiten liggen idealiter
drs. Guus Hoefsloot, voorzitter van de Raad van Bestuur,
nieuwe rollen aankan, vindt hij. ‘En dan denk ik niet alleen aan andere
Aanbesteding
- bijvoorbeeld - projectontwikkelaar?
in het verlengde van wat men op dát
vorig jaar in een interview. Nu voegt hij daaraan toe: ‘Hoeveel kennis
posities in het aanbestedingsproces,
Bureaus die zich willen profileren bij
Anders gevraagd: hoe wil het ingeni-
gebied doet.’
we ook zelf in huis halen, we zullen ook altijd het ingenieursbureau als
maar bijvoorbeeld ook als leidende
creatieve aanbestedingsmethoden,
eursbureau eigenlijk worden gezien?
speler in de ontwikkelingssamen-
en bijvoorbeeld in andere rollen, al
Verschuivingen kunnen ook leiden
werking of bij de problematiek van
of niet in allianties met andere par-
tot branchevervaging, en daar moet
Onafhankelijk
dat de rol van de onafhankelijke
overstromingen. Ik was onder de in-
tijen, zullen volgens Ruijgrok goed
je je wel van bewust zijn.’ Volgens
Waarmee Hoefsloot meteen aangeeft
raadgevende ingenieur, niet gebon-
onafhankelijke specialist hard nodig hebben.’
>> Frank Sperling, Van Heugten
De klassieke adviseur van de opdrachtgever, onafhankelijk, topkwaliteit leverend op zijn vakgebied, is niet
weg te denken uit de markt. Waarom niet? Omdat er altijd behoefte aan deze specifieke dienstverlening zal
blijven bestaan, stelt Frank Sperling (Van Heugten). bureau het zich kan permitteren om onbeperkt aansprakelijk gesteld te worden.’ ‘De markt voor advies- en ingenieursdiensten
advies wensen. Ook in de bouw zal dat zo blijven. Er zijn
verandert, maar dat is in het verleden wel vaker
dus mogelijkheden te over voor nicheplayers: bekwame,
‘Ik ben van mening dat alle advies- en ingenieurs-
gebeurd.
wendbare, kleinere bureaus die conceptueel kunnen mee-
bureaus in de eerste plaats kennisleveranciers
Ik loop al bijna vijfentwintig jaar mee en ik heb veel
denken en analyseren voor trouble shooting. Van belang
zouden moeten zijn.
veranderingen gezien. Sommige wel meer dan één keer.
daarbij is wel dat opdrachtgevers ondernemer durven te
Intellectuele dienstverlening, dat is onze kerncompeten-
Wat onder meer gebleven is, door alle veranderingen
blijven. Daarmee bedoel ik dat ze hun ondernemingsrisi-
tie. Sommige grote bureaus zijn ook uitvoerend actief,
heen, is: het klassieke type van de raadgevend ingeni-
co’s niet ongenuanceerd op de adviseur moeten afwente-
of ze treden als ontwikkelaar op. Maar ik vind: ken-
eur. De adviseur die zich bewust als rechterhand van
len. Dat zie je nu wel steeds meer gebeuren.’
nis, dat is onze basis. Ik vind het niet zo vreemd dat
de opdrachtgever opstelt. Vaak is dat een nichespeler,
veel adviseurs een beetje terughoudend zijn om zich in
De onafhankelijke is niet weg te
adviseur denken
uitvoering of ontwikkeling te begeven. Er is bij velen nog een zekere aversie tegen de opdrachtgevende rol. Dat heeft ook met integriteit te maken. Kun je beide rollen wel tegelijk spelen?’
‘De ingenieur doet veel voor deze samenleving. Opmerkelijk is dat die samenleving alleen de absolute highlights waarneemt: de Eiffeltoren, de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg.
bijvoorbeeld een deskundige op het gebied van
‘Natuurlijk kan een adviseur méér gaan doen en
‘De samenleving heeft veelal minder oog voor het bulk-
technische installaties, akoestiek of bouwfy-
zullen met name de grotere bureaus meer móeten
werk, dat misschien wel net zo belangrijk is. Techneuten
sica. De adviseur die hoge kwaliteit levert.’
gaan doen.
houden van hun werk, maar ze vergeten nogal eens dat
Wie niet alleen “rechterhand-van” wil zijn, kan zich ont-
werk te verkopen. Architecten slagen daar beter in. Ze
wikkelen. De markt biedt daartoe volop mogelijkheden.
zijn kunstzinniger, extraverter, extravaganter. Ingenieurs
‘Ik ben ervan overtuigd dat die klassieke rol blijft bestaan.
Méér doen betekent al snel dat je wél risico’s overneemt,
zijn vaak een beetje saaie kerels. Maar let wel: het in-
Dergelijke adviseurs houden bestaansrecht,
en dan wordt ook onmiddellijk de verzekerbaarheid van
genieursvak bestaat deels bij de gratie van die saaiheid,
al zullen ze misschien minder prominent
die risico’s relevant. Over een redelijke balans tussen
want met kunstzinnigheid verander je de fysica niet.’
aanwezig zijn. Er zullen altijd opdrachtgevers
mogelijke winstmarges en aansprakelijkheidsrisico’s
zijn die een tailormade, onafhankelijk
moet goed worden nagedacht. Duidelijk is dat geen enkel
34
35
34
35
den aan welke opdrachtgever of welk
beeld voor gespecialiseerd wegen-
risicodrager, en dus níet onafhanke-
sloot: ‘Men doet dan met ons mee
Kiezen, en duidelijk kiezen
bouw staan mijns inziens op een
belang dan ook, hem lief is. ‘Dat
onderhoud, onafhankelijke kennis
lijk. Een adviesbureau als risicodra-
op basis van eigen risico. Het zijn
Sommige bureaus zullen helemaal
kruispunt van wegen. Ze moeten
onafhankelijk advies is goud waard’,
zullen we altijd blijven inhuren.’
gende partij is ook niet onafhankelijk
over het algemeen arbeidsintensieve
niet kiezen voor deze rol, andere
kiezen, en duidelijk kiezen. Je hebt
meer. Dat betekent dat men over de
trajecten. Hoewel lang niet iedereen
wel. Hoefsloot: ‘Tot zover in orde.
namelijk ook een ander type mensen
rol zeer duidelijk zal moeten zijn.’
er goed mee omgaat, werken we
Het probleem begint wanneer men
nodig: mensen die gewend zijn risi-
wel graag zo samen. Bureaus gaan
ervoor kiest, maar het niet kan
co’s te nemen, mensen die graag zo
zegt hij. ‘De O van ONRI associeer ik met onafhankelijkheid. Veel bureaus
Duidelijk
vervullen die rol op een voortreffe-
Een adviesbureau dat zich in een an-
lijke manier. Vanuit grote deskundig-
dere dan raadgevende rol manifes-
PPS
namelijk tot het uiterste om hun
waarmaken. Dan wordt het gevaar-
werken. De ingenieur is van nature
heid adviseren zij hun klanten. Ons
teert, roept vragen op, vindt Hoef-
In publiek-private samenwerking
creativiteit te laten zien. Wat wil je
lijk. Je moet dus goed nadenken
niet zo. Dat moet men zich ook rea-
ook. Al hebben we sommige ont-
sloot. ‘Je bent onafhankelijk of je
komt Heijmans ze tegen, de bureaus
nog meer?’
voor je eraan begint. Advies- en
liseren.’ Adviesbureaus die duidelijk
werptaken geïncorporeerd, bijvoor-
bent het niet. Als bouwer ben ik de
die in andere rollen opereren. Hoef-
ingenieursbureaus in de Nederlandse
risicodragend willen zijn, zoals Fluor
>> Leo Visser, Royal Haskoning
contracten. Dus als een aannemer, maar dan zonder
fasen van een project en de organisatorische eenheden.
constructiematerieel en –personeel. Een “engineering
Allianties met opdrachtgevers ter uitvoering van het
contractor” heeft innovatie en kostenbeheersing volledig
totale project zijn dan onontkoombaar. Daarbij moet het
in eigen hand. In Nederland is deze trend in ons markt-
advies- en ingenieursbureau, bij voorkeur risicodragend
segment weliswaar bescheiden aanwezig, maar hij zet
deelnemen. Onze branche heeft het vermogen om mee
tief. Het waren de mensen die “de sommetjes” maakten.
(nog) niet echt door.’
te denken in alle gevraagde disciplines, de vraag achter
De rol van het advies- en ingenieursbureau zal verande-
‘Design- en Constructcontracten leveren een sterke
te helpen met hun kennis. Dat kost de bureaus
verbetering van de kostenbeheersing. Of innovatie
geld. Deze continue investering om de kennis
optimaal gestimuleerd wordt, blijft voor mij zeer
up-to-date te houden binnen het advies- en
de vraag.
ingenieursbureau kan alleen door grotere
Innovatie start met het interactief omzetten van de busi-
organisaties gedragen worden. Dit bete-
In het verleden gold onze branche als grijs en niet proac-
de vraag te beantwoorden, de klant wézenlijk
ren. We zullen ons meer ontwikkelen als procesintegrator,
stelt Leo Visser (Royal Haskoning).
De veelzijdigheid van zal belangrijker worden
onze projectmanagers ness case in een conceptueel ontwerp. Essentieel is de
kent overigens niet dat zij ook alle engineering zelf zullen
energiebesparing en het managen van bouwkosten door
moeten uitvoeren.’
een verregaande integratie van activiteiten op het gebied ‘Opdrachtgevers in de bouw en infrastructuur wil-
van bestemmingsplan, milieueffectrapportage, look-and-
‘Waarom zijn we in de bouw nog niet zo ver?
len innovatie en kostenbeheersing stimuleren door
feel van het “gebouw” versus het gebruik. Het ontstane
Door oude rolpatronen in de branche gold deze in het
méér over te laten aan marktpartijen en dat vaker
product zal getoetst moeten worden. We moeten bij-
verleden als grijs, niet proactief, het waren de mensen
op basis van een functionele specificatie.
voorbeeld de totale investering en de implementatietijd
die de “sommetjes” maakten. Maar dat verandert met
Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van De-
benchmarken.
de nieuwe rolpatronen. Als procesintegrator heeft een
sign- en Constructcontracten. Advies- en ingenieursbu-
Vele advies- en ingenieursbureaus zullen partners
advies- en ingenieursbureau ook behoefte aan bijvoor-
reaus hebben meestal niet de financiële sterkte om deze
moeten zoeken om aan deze veranderende vraag naar
beeld juristen, economen en inkopers. Er komen mensen
contracten als opdrachtnemer te accepteren. Ze zullen
integrale kennis tegemoet te komen.’
met andere capaciteiten, die in het integrale proces hun
samenwerkingsverbanden moeten smeden - onder meer
toegevoegde waarde hebben. Het integrale gebruik van
met grote aannemers - om aan deze vorm van aanbeste-
‘Grote ingenieursbureaus kunnen daarbij een uit-
kennismanagement, waardoor benchmarking versterkt
ding te kunnen voldoen. Overigens heeft in de procesin-
stekende partner zijn van de opdrachtgever.
wordt, zal bijdragen aan innovatie en kostenbeheersing.
dustrie, weliswaar een andere markt, de veranderende
Het optimale resultaat wordt mijns inziens behaald als er
Zo bevorderen de recente overnames van Van Heugten
vraag geleid tot “engineering contractors”. Deze ingeni-
zo min mogelijk organisatorische scheidingsvlakken be-
en van BM Managers van het Bouwproces Royal Hasko-
eursbureaus realiseren projecten op basis van vaste-prijs
staan tussen de verschillende disciplines, de verschillende
nings positionering als procesintegrator.’
36
37
36
37
Onafhankelijkheid, dat blijft belangrijk op de Amerikaanse markt, die zijn
Niemand heeft het monopolie op kennis. Alle partijen in de bouw drij-
Kennis onafhankelijk
een onafhankelijke adviseur alleen
over méér onderwerpen, verwacht
duidelijk, vindt Hoefsloot. ‘Kortom:
ven op kennis en kunnen niet zonder - óók de aannemers niet, want
inzetten
maar groeien. Een partij die kritisch
Wentink. ‘Niet meer alleen over
blijf niet in het midden hangen.
zonder kennis is geen goede uitvoering mogelijk. Waar de kennisin-
Kennis is het specifieke sterke punt
kan nadenken en oordelen over
techniek, maar ook over de moge-
Daar bewijs je de sector geen goede
stituten zich toeleggen op de verdieping en ontwikkeling van kennis,
van advies- en ingenieursbureaus,
belangen en risico’s, die is dan goud
lijkheden om een breed maatschap-
dienst mee.’
bedden advies- en ingenieursbureaus die kennis in in de praktijk van
vindt Wentink, maar misschien nog
waard.’
pelijk draagvlak te verwerven voor
de ruimtelijke opgave. Die bijzondere rol is hun op het lijf geschre-
wel meer is dat hun vermogen om
ven, vindt
ir. Joost Wentink, algemeen directeur van on-
derzoeksinsituut GeoDelft.
ingewikkelde bouwopgaven. De
die kennis onafhankelijk in te zetten.
Breder advies
ingenieur trekt zich terug uit de con-
‘Naarmate meer ontwerptaken naar
Als de rol van het advies- en inge-
structieve detaillering, hij komt meer
het uitvoerend bouwbedrijf verschui-
nieursbureau verandert, dan is dat
in het voortraject terecht. Hij denkt
ven, zoals nu, zal de behoefte aan
vooral omdat het gaat adviseren
mee over planologie en landschap-
Beweging in de bouwkolom is goed voor alle betrokken partijen, vindt Bertrand van Ee (DHV). Het dwingt
‘Ook het maatschappelijk profiel van de ingenieur zou beter kunnen.
tot nadenken over de eigen sterke en zwakke punten. Alle partijen zouden echter gebaat zijn bij een beter
We moeten ons nóg sterker op de markt focussen. Interne processen zijn daaraan ondergeschikt. Naar buiten
klimaat voor innovatie en wat meer trots op de eigen (Nederlandse) prestaties.
gericht zijn, dát inspireert tot vernieuwingen. Als branche kunnen we hierin nog veel meer bereiken. Zoiets kun je alleen niet van bovenaf opleggen. Het heeft ook te ma-
‘Er is veel beweging in de bouwkolom. Iedereen
in projecten. Maar daar is nog een lange weg te gaan.
ken met de populariteit van techniek. Toch heeft Neder-
schuift op in opwaartse richting. Bouwers tonen
Voor deze rol is een stevige financiële balans nodig en die
land grote pluspunten. Tegenover de relatief trage en he-
belangstelling voor engineering. Andere partijen
hebben ingenieursbureaus vaak niet.’
laas vaak inconsistente besluitvorming en het “gepolder”
combineren consulting en engineering.
staat veel goeds: openheid, respect voor verschillen, de
Kortom, iedereen focust zich. Dergelijke bewegingen zijn
‘Er zijn veel kansen voor advies- en ingenieurs-
goed. Ze dwingen iedereen na te denken over de eigen
bureaus in een veranderende wereld.
kerncompetenties. Ieder voor zich staat voor de taak
Europa, Azië, de Verenigde Staten, Afrika: het zijn mark-
bereidheid elkaars kennis en verworvenheden te delen.’
competitive te blijven. Voor de advies- en ingenieursbu-
Kansen
reaus zijn er daarbij allerlei kansen, maar ook bedreigingen. Hun kracht ligt bij technologie en kennis. Hij wordt pas goed duidelijk als ze initiatieven koppelen aan de concrete uitvoering. De bureaus kunnen makelaar in kennis zijn voor verschillende partijen.’
‘De advies- en ingenieursbureaus
ten met veel mogelijkheden. Nederlandse ingenieurs kun-
kunnen méér dan waar ze vanouds
nen trots zijn op een hoog kennisniveau en hun goede
goed in waren.
reputatie. Maar de Nederlandse thuismarkt is nogal rom-
In risicodragende projecten en publiek-
melig. De visie en ambitie zouden sterker moeten worden
private samenwerking zijn ze steeds
uitgedragen. Er wordt veel gepraat over innovatie, maar
vaker in verschillende rollen terug te
op dat gebied kunnen we nog veel meer presteren.
vinden. Ze staan aan de kant van de
We dreigen toptalenten aan het buitenland te verliezen.
opdrachtgevende partij, als gedelegeerd
Ik vind ook dat we in Nederland te weinig gezamenlijk
opdrachtgever; of ze staan de opdracht-
trots zijn op wat we doen.’
te over voor de bureaus >> Bertrand van Ee, DHV
gever terzijde als de klassieke, onafhankelijke adviseur. Maar ze staan ook steeds vaker aan de kant van de opdrachtnemer. In toenemende mate zijn ze risicodragend
38
39
38
39
pelijke inrichting, weegt voor zijn
al bouwen, dan graag verantwoord.’
jecten. ‘Daaraan zijn grenzen,’ zegt
begeleiding.’ Hij ziet voor de aloude
opdrachtgever toekomstscenario’s af,
De aanleg van een nieuw Wieringer-
Wentink. ‘Zeker gezien de financiële
onafhankelijke opstelling van de
denkt na hoe je steun kunt krijgen
randmeer, de herinrichting van het
draagkracht van de bureaus. Maar
advies- en ingenieursbureaus goede
Ideeën en concepten
ven, ingenieurs, kennispartijen: het
voor bouwprojecten, met respect
IJsselmeer of de verschillende opties
er zijn ook mogelijkheden. Advies-
kansen, maar dan in een nieuwe
Advies- en ingenieursbureaus leve-
beeld van de sector is ongedifferen-
voor ecologie en landschappelijke
rond kustverdediging zijn goede
bureaus kunnen prima opereren
vorm, op een nieuwe, veranderende
ren sterke ideeën en goede concep-
tieerd. Dat is niet zo erg. We dragen
inrichting.’ Een hoogst actuele taak,
voorbeelden.
als intermediair tussen financiers
markt. ‘Juist in een bouwmarkt met
ten voor uitwerking en inrichting
immers gezamenlijk de verantwoor-
vindt hij: ‘Nederland moet mooier
uitvoering.’
Nederlander precies weet wie wat doet. Rijkswaterstaat, bouwbedrij-
en aannemers. Financiers hebben
grote veranderingen zal die onafhan-
van de omgeving. Zo vat Wentink
delijkheid voor een goed ontworpen
worden, vinden veel Nederlanders.
Risicodragende partij
altijd behoefte aan onafhankelijke
kelijke rol weer belangrijker worden,
hun bestaansrecht samen. ‘Het is
ruimtelijke omgeving.’
En dat betekent voor veel mensen:
Sommige grote bureaus gaan of wil-
toetsing van de partijen waarmee
verwacht ik. Met name in de vroege
een belangrijke taak. Daarbij is het
niet nog méér bouwen. Of: als we
len risicodragend participeren in pro-
ze in zee gaan, of aan deskundige
planfase, dus niet zozeer tijdens de
niet zo belangrijk of de gemiddelde
Case: Australië, laboratorium voor samenwerkingsvormen
40
41
40
41
>> Australië, laboratorium voor samenwerkingsvormen opdrachtgever én bij hetzelfde project betrokken zijn als
belangrijke drijfveer voor ons. Zo worden ingenieursbu-
opdrachtnemer van de aannemer.
reaus geprikkeld om met concurrerende en innovatieve
In Australië, een immens continent met een relatief kleine bevolking (20 miljoen mensen), heeft de bouw-
Kell is eerlijk genoeg om te zeggen dat het aanvankelijk
oplossingen te komen. Iedereen zet zijn beste beentje
sector de afgelopen tien jaar ingrijpende veranderingen doorgemaakt. Volgens Richard Kell (65), lid van
stroef ging. ‘Er was weinig animo. Aannemers waren af-
voor. Dat is ook in het belang van de klant, want die
het managementteam van advies- en ingenieursbureau Cardno én president van de internationale bran-
wachtend, grepen hun ontwerpverantwoordelijkheid niet.
krijgt een goed idee voorgelegd.’
cheorganisatie FIDIC, is Australië te zien als een laboratorium voor interessante samenwerkingsvormen
Na een paar jaar discussie en irritaties veranderde dat.
tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. Nederland kan iets leren van die experimenten, denkt hij.
De ACA, de Australische branchevereniging van aanne-
Incidenten als leermomenten
mers, stak er veel energie in, zodat de relatie nu sterk is
Kell erkent dat niet alles van een leien dakje gaat. ‘Er zijn
verbeterd. Vandaag de dag werken wij voor aannemers,
soms problemen. Onderlinge rechtszaken en dat sort of
Een decennium geleden opereerden advies- en ingeni-
haar handen er praktisch helemaal vanaf. De betrokken
maar ook andersom. Mijn aanbeveling voor Europa en
stuff. Daar zijn we momenteel over in gesprek. Of course,
eursbureaus in Australië hoofdzakelijk in de klassieke
financier, een relatief kleine bank, is mede dankzij deze
Nederland zou dus allereerst zijn: overwin je vrees en ga
het kan altijd beter. Van incidenten kun je leren. Duide-
rol: als onafhankelijk adviseur van de (overheids)op-
opdracht in tien jaar uitgegroeid tot de op één na groot-
met elkaar in gesprek.’
lijk is dat het contract in een vroeg stadium eerlijk, goed
drachtgever, die vervolgens de uitvoering van het werk
ste private eigenaar van infrastructuur ter wereld.’
op de bouwmarkt aanbesteedde. Anno 2005 komt het leeuwendeel van de Australische infrastructurele werken
Design & Construct is ook in Australië een parapluterm
via design & construct tot stand. En dat tot volle tevre-
boven vele varianten. De opdrachtgever kan alleen de
denheid van de ingenieursbranche, zegt Kell. ‘We hebben
functionele en/of performance-eisen van het project
meer werk, het werk is uitdagender, en het levert ons
formuleren, maar ook een vrij gedetailleerd ontwerpidee
meer winst op. Het was wennen, maar niemand wil terug
op tafel leggen. Allerlei varianten doen inmiddels opgeld,
naar waar we vandaan komen.’
waaronder Build, Own, Operate, Transfer (BOOT), waarmee vooral in de waterbouw successen worden geboekt.
Iedereen zet zijn beste beentje voor
De veranderingen in de Australische bouw komen voort
Kell: ‘Het voordeel voor de opdrachtgever is steeds dat
uit een onderzoek naar frauduleuze praktijken rond de
hij slechts één enkel contract heeft voor het gehele
opdrachtverstrekking van infrastructurele werken. Een
project. Daarin staat bijvoorbeeld dat een weg ook nog
Die dialoog is nodig, want hoewel er veel over wordt
gedefinieerd en redelijk moet zijn. Ieders verantwoor-
onderzoekscommissie, de Giles Royal Commission (enigs-
over tien jaar aan bepaalde eisen moet voldoen. Achter
gesproken, is design & construct in Nederland nog eerder
delijkheden moeten duidelijk zijn.’ Maar voor de FIDIC-
zins vergelijkbaar met de Nederlandse Commissie-Vos)
dat ene contract staat een heel leger andere deskundigen
uitzondering. De markt is zoekend. De tendens is dat
president prevaleren de talloze infrastructuurprojecten
deed de aanbeveling te zoeken naar andere manieren om
opgesteld.’ Vaak heeft de aannemer de leiding over dat
grote (rijks)opdrachtgevers van bureaus duidelijkheid
met goede resultaten. Uit een evaluatie blijkt dat er per
het werk op de markt te brengen. Aannemers en ingeni-
leger. Adviseurs en ingenieurs worden door hem inge-
verlangen over hun opstelling: werkt u nu voor ons of
saldo minder onderlinge geschillen zijn en dat minder
eurs onderschreven die aanbeveling. (Overigens kwamen
huurd. Het omgekeerde, waarbij de ingenieur de aan-
voor de aannemer? Richard Kell: ‘In Australië doen we
tijdverlies optreedt, terwijl de kwaliteit is gestegen. Kell:
in Australië de ingenieurs als de enige partij met schone
voerder is, komt in Australië zelden voor.
daarover niet zo moeilijk. Dit soort keuzes kun je niet
‘Opmerkelijk: Antwerpen heeft het Australische model
opdringen, vinden wij. Bureaus werken bij ons in álle rol-
geadopteerd voor de grootschalige herstelwerken aan de ringweg om de stad. Ja, Europa kijkt naar ons.’
handen uit het onderzoek naar voren.) ‘Daarnaast waren er politieke veranderingen’, zegt Kell. ‘Er was een trend
Standaardwerkwijze
len in álle projecten. Dat je maar in één rol zou kunnen
om het overheidsapparaat te verkleinen en overheids-
Inmiddels is Design & Build de standaardwerkwijze. Kell
acteren, vinden wij achterhaald. Ieder bureau heeft toch
diensten uit te besteden. Bouwbedrijven en ingenieurs-
heeft veel energie gestoken in kennisontwikkeling en
zijn ethisch besef? Dat voorkomt conflicts of interest.’
De toekomst in Australië zal een doorontwikkeling van
42
bureaus zouden meer ruimte moeten krijgen, om meer
het kritisch volgen van de nieuwe werkwijze. In lezin-
Dat Nederlandse ingenieurs soms ook huiverig zijn om in
het huidige model laten zien naar allianties: innovatieve
43
42
efficiency te genereren.’
gen beklemtoont hij - nog steeds - dat initiatiefnemers
design & construct-overeenkomsten op de bagagedrager
samenwerkingsmodellen waarbij de klant nauw bij het
43
(overheidsopdrachtgevers) grondig en serieus te werk
van de aannemer te springen, begrijpt Kell wel, maar ook
bouwproject betrokken is. Kell: ‘Er wordt gewerkt in
Design & Build
moeten gaan. ‘Ze moeten goede uitgangspunten formu-
dit is een gepasseerd station in Australië. ‘It’s no pro-
workshops, teams waarin de aannemer, de ontwerper,
Design & construct (Kell noemt het design & build) bleek
leren voor de aannemende partij, of zich daarbij laten
blem. Sinds we zo werken, doen we betere zaken, maken
de ingenieur, maar ook mensen namens de klant zitten.
uiteindelijk de beste remedie voor vertroebelde ver-
bijstaan door een ervaren adviseur.’ Die zorgvuldigheid
we meer winst. Bouwbedrijven zijn goede opdrachtge-
Binnen de grenzen van budget, milieu, gezondheid, vei-
houdingen, waaronder soms slepende geschillen tussen
is ook voor het ingenieursbureau van belang. Dat vervult
vers. Ze selecteren ons op basis van kwaliteit, niet op
ligheid en kwaliteit moet het team een prestatie neerzet-
opdrachtgevers en opdrachtnemers. Ook was het het
nu verschillende rollen: soms is het onafhankelijk advi-
laagste prijs.’
ten.’ Het alliantiemodel is ontstaan omdat opdrachtgevers
beste alternatief voor de versleten samenwerkingsvor-
seur van de initiatiefnemer, en helpt het bij het opstellen
men, terwijl het ook tegemoet kwam aan uitbestedings-
van de design & construct-uitgangspunten. Soms is het
Hij verduidelijkt: ‘Bij een Australische aanbesteding
de opdracht konden beïnvloeden wanneer na verloop
tendensen bij de Australische overheid. Kell: ‘Neem de
onafhankelijk auditor. En praktisch alle bureaus zijn wel
krijgen ontwerpers altijd hun uren betaald, of de hoofd-
van tijd iets minder goed beviel. Kell: ‘Dat lijkt op een
Sydney Harbour Tunnel. De bouw en exploitatie daarvan
betrokken in een design & construct-verband voor een
aannemer nu geselecteerd wordt of niet. Mocht de
terugkeer naar het klassieke model. Ja, we maken een
is ondergebracht in een Design, Build, Operate & Trans-
aannemer. Sommige rollen sluiten elkaar uit. Zo kan een
aanbieding als beste uit de bus komen, dan krijgt het
cirkelbeweging. Uiteindelijk blijkt dat opdrachtgevers toch
fer-contract. Alles werd uitbesteed, de overheid trok
adviseur niet tegelijk onafhankelijk opereren voor de
ingenieursbureau een bonus. Die succes-bonus is een
weer meer te zeggen willen hebben over het ontwerp.’
vonden dat ze bij design & build moeilijk het verloop van
>> Colofon Deze brochure over de positionering van ONRI-bureaus is voorbereid door de werkgroep Strategie & Positionering van bureaus, onder leiding van Bert Roelofs van BM managers. Hij is tevens de auteur van de bijlage ‘Bouworganisatie en contractvormen’ bij deze brochure.
Datum van uitgave September 2005
Samenstelling van de werkgroep - drs. ing. Ed Antoine (DHV) - mr. Freek Hasselaar (ONRI) - ir. Kees van Hassel (Witteveen+Bos) - ir. Harald Reinderink (BM Managers van het bouwproces) - ir. Bert Roelofs (BM Managers van het bouwproces), voorzitter en rapporteur - ir. Paul Oortwijn (Grontmij) - Carla Vosmaer (Holland Railconsult) - ing. Jan Wagemaker (bureau Wagemaker) - ir. Jan Zijlstra (Arcadis)
Tekstredactie basisdocument en interviews Edwin Lucas/teksten, Utrecht
Eindredactie en coördinatie - ir. Jan Coppes (Witteveen+Bos) - drs. Willem van den Elzen (ONRI) - mr. Freek Hasselaar (ONRI)
Grafisch ontwerp Made of Man, visual identity under construction - Rotterdam
Drukwerk Drukkerij Zeeland
44
ONRI Organisatie van advies- en ingenieursbureaus Postbus 30442 2500 GK Den Haag telefoon 070 31 41 868 telefax
070 31 41 878
e-mail
[email protected]
internet www.onri.nl