7
18 oktober 29 november 2013
Eerste eigen product
4Pico bouwt printer voor vlakke en cilindervormige mallen
AGV’s op Tweede Maasvlakte
Perfect georkestreerde bedrijvigheid bij containeroverslag
Pompen of verzuipen voor de hydrauliek
Call for proposals The 2nd edition of High-Tech Systems is aiming at an international audience, with an explicit focus on international collaboration in high-tech research, development and product engineering. All researchers, industrial professionals and other stakeholders in mechatronics and high-end engineering are invited to submit proposals for presentations. The technical conference will have a strong focus on the following lead themes: The conference session for technical management and decision makers will contain condensed inspiring pitches about additive manufacturing, Industry 4.0, co-development in the Eindhoven-Aachen-Louvain (ELA) triangle, and international business experiences. Apart from this call for proposals the organisation intents to invite companies and high-tech professionals to present industrial cases at the conference. A proposal (in plain English text) should contain: title of the presentation; abstract of the presentation (max. 300 words); name of the presenter, job title, employer; short bio of the presenter (max. 100 words); hi-res portrait picture of the presenter (JPG file, min. 100 kbyte); contact address and (mobile) phone number.
Agro & food Design and modelling Semiconductor equipment System architecture Value engineering Robotics
From your proposal, it should be clear: what the subject of your presentation is and why you think this is relevant for the conference; what you are going to present: an idea, a design, experiences in applying the design, et cetera. The conference language is English. An independent programme committee consisting of experts from academia and industry will be involved in evaluating the submissions. Please send your proposals to Alexander Pil (
[email protected]). Submission deadline is 15 November 2013.
High-Tech Systems, formally known as Hightech Mechatronica, is the result of a successful collaboration of Techwatch (publisher of Mechatronica&Machinebouw and Bits&Chips), the Dutch Society for Precision Engineering, Brainport Industries and the Enterprise Europe Network. High-Tech Systems had over hundred organisations participating in 2013 and is supported by a broad group of industry and government consortia.
7 and 8 May 2014 | Congrescentrum 1931 Brabanthallen ‘s-Hertogenbosch | The Netherlands | www.hightechsystems.eu
COLUMN
Tachtig
W
René Raaijmakers is uitgever van Mechatronica&Machinebouw.
at heeft Brainport Industries? Beter: wat heeft Brainport Industries dat anderen niet hebben? Hoe komt het dat er in Eindhoven een succesvol samenwerkingsverband is opgestaan van maar liefst tachtig hoogwaardige toeleveranciers, terwijl we in Nederland al zo veel clubs hebben? De jaarlijkse bijeenkomst in Eindhoven, afgelopen 1 oktober, beantwoordde die vragen voor een groot deel. Op de High Tech Campus stond een club die niet bij elkaar kwam voor de gezelligheid, maar om zijn problemen op lossen. Bij de start heeft Brainport Industries er bewust voor gekozen om als coöperatie door het leven te gaan, zei medeoprichter Marc Hendrikse van NTS. ‘We moeten het zelf doen. Dat is niet altijd de gemakkelijkste weg, maar het moet wel gebeuren en daarom doen we het ook.’ Het contrast met de T&U Manifestatie van de Nederlandse vereniging van toeleveranciers (Nevat), vorig jaar oktober, was groot. Het Nevatprogramma was vooral informatief en onderhoudend, met voor iedereen een petje om het clubgevoel te versterken. In Hart van Holland in Nijkerk was nauwelijks een vertegenwoordiger uit Eindhoven te bekennen, terwijl veel Brainport-toeleveranciers toch lid zijn van de Nevat-sector System Suppliers. In het zuiden hebben ze het gewoon te druk voor feestjes op werkdagen. Een directeur van een grote systeemleverancier uit het zuiden kwam even in Nijkerk kijken, maar pakte na tien minuten teleurgesteld zijn biezen. Nevat heeft in ieder geval een les geleerd: vorige week hield het zijn manifestatie in Eindhoven. Het bijzondere is dat Brainport Industries na krap drie jaar al in staat is om oplossingen te laten zien. Waar zelfs de OEM’s in het zuiden er amper in slagen om samen hun tekort aan technici op te lossen, daar heeft Brainport Industries de handen ineen geslagen met Spomm om het carrièreperspectief voor technici op mbo-niveau sterk te verbeteren. De geschatte vraag naar mbo-krachten tot 2016 voor de regio Eindhoven, Helmond en Veghel bedraagt maar liefst 3600. Er is intussen veel interesse van jongeren voor mechatronica, maar vooral aan CNC-frezers, lassers en plaatwerkers is een groot gebrek. Het mooie is dat gezamenlijke belangen het nu in Eindhoven winnen. VDL-ETG is bijvoorbeeld nog geen Brainport Industries-lid – met zijn half miljard
euro omzet per jaar is het groter dan de twee grootste Brainport Industries-trekkers Frencken en NTS – maar dopt zijn eigen boontjes. Toch hebben Brainport Industries en Spomm – een vooral door VDL-bedrijven beheerst opleidingscentrum – elkaar gevonden. Dit leverde applaus op van verschillende stakeholders. ‘Voor mij is het een fantastische dag’, zei William Pijnenburg, directeur van AAE en bekend om zijn activisme rond opleidingen. ‘Eindelijk is er duidelijkheid tussen overheid, ondernemingen en opleidingen. We wijzen niet meer naar elkaar, maar geven inhoud. Het werk om al die versnipperde plannen bij elkaar te brengen, is niet voor niets is geweest. Je hebt toch van die gekken nodig die dit doorzetten en realiseren’, zei Pijnenburg, wijzend op Edward Voncken (KMWE), de trekker van Brainport Industries College. Het blijft niet bij opleiden. BI-bedrijven trekken ook samen op in de R&D, waarbij ze in gemeenschap werken aan processen en technologie zoals product life cycle management, IPCspilrendement en additive manufacturing. Het mooiste voorbeeld is waarschijnlijk Addlab, een gemeenschappelijk lab voor 3D-fabricage waarin negen BI-bedrijven investeren. De leden zijn zelfs van plan om bij luchthaven Eindhoven een Brainport Industries Park neer te zetten. Het idee is om samen flexibele ruimtes te maken voor verspannen, productie, assemblage en kantoren. ‘Wij hebben of te veel of te weinig ruimte. Nooit precies genoeg’, vatte Hendrikse het probleem samen. Als je naar de leden kijkt, dan is Brainport Industries een soort Nevat Systems Suppliers Plus. Systeemleveranciers, met ingenieurs- en designbureaus, producenten, enkele softwarehuizen en zelfs een aantal Duitse technologieleveranciers als Lenze en Festo. Hightech betekent business en nieuwe markten. Succes trekt aan. Wie nu naar de Brainport Industries-leden kijkt, kan constateren dat het een volwassen club is met landelijke dekking. De vraag gaat zeker spelen of de bijeenkomsten niet wat centraler moeten worden georganiseerd – maar daar zijn wel een paar risico’s aan verbonden. In ieder geval hoeft Brainport Industries-directeur John Blankendaal voorlopig niet op pad om leden te werven; hij kan zich richten op de inhoud.
Hightech betekent business en nieuwe markten. Succes trekt aan
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
3
7
14
Nieuws
4Pico ontwikkelt mallenprinter in eigen beheer
Zijn kennis over het schrijven van minuscule structuren zet 4Pico nu in voor een printer van vlakke en cilindervormige mallen.
Projectleider ontwikkeling Hittech Contactpersoon: Pieter Kappelhof E
[email protected] T +31 15 2150320
Senior software engineer Metatronics Contactpersoon: Carmen van den Boogaard E
[email protected] T +31 40 7870910
Sr. software engineer / (sr.) software designer PROMEXX Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Software engineer PROMEXX Contactpersoon: Suzanne van Dijck E
[email protected] T +31 40 2676867
Op zoek naar een baan (hbo+) in de hightechindustrie? Bekijk dan het uitgebreide vacatureoverzicht op www.hightechbanen.nl.
Wilt u uw vacatures ook op laten vallen in een van de Hightech Banenadvertenties? Bekijk de mogelijkheden op de website of neem contact op via
[email protected].
4
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 4 @HightechBanen www.hightechbanen.nl
20
Interview
Openheid cruciaal voor Industrie 4.0
‘Wij zien Industrie 4.0 als een mogelijke game changer’, zegt Lucas Wintjes, manager fabrieksautomatisering bij Bosch Rexroth.
INHOUD
24
Thema
Er zit nog genoeg toekomst in hydrauliek
Uit een Feda-groepsdiscussie blijkt dat er nog heel wat te winnen valt in de hydrauliek, onder meer vanwege imagoproblemen.
OPINIE 3 Tachtig – René Raaijmakers 9 Coachen, hoe pak ik dat aan? – Jaco Friedrich 13 Hoge drones vangen veel wind – Heico Sandee 19 Miljoenennota 2014: versobering en nieuwe kansen – Rolf Grouve 23 Visie of realiteit – Dennis Schipper
NIEUWS 8 Kort nieuws 11 Vele wegen naar Rome in 3D 14 4Pico ontwikkelt mallenprinter in eigen beheer
INTERVIEW 20 Openheid cruciaal voor Industrie 4.0
THEMA PNEUMATIEK 24 Er zit nog genoeg toekomst in hydrauliek 30 Hogedrukhydrauliek in synchroon positioneersysteem Holmatro
ACHTERGROND OVER LOGISTIEK 34 Geen havenarbeider meer te zien bij containeroverslag Tweede Maasvlakte
ACHTERGROND OVER EFFICIENCY 39 Aandacht voor lean, simulatie en verbruik verbetert proces
34
Achtergrond
Geen havenarbeider meer te zien bij containeroverslag Tweede Maasvlakte
Op de net aangelegde Tweede Maasvlakte in de Rotterdamse haven worden de meest geavanceerde containerterminals op aarde gebouwd.
FOCUS 42 Welk risico is nog aanvaardbaar? 44 Clinchen zorgt voor goede elektrische geleiding 45 RS Components verspreidt gratis 3D-ontwerptooling 46 Productnieuws
EN VERDER 6 Foto: Pieter Schelte 48 Eventagenda 49 Cursusagenda 53 The High Tech Institute 54 Fedactueel 58 Kompas 59 Colofon
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
5
Nu ligt hij nog op de Daewoo-werf in Zuid-Korea, maar eind volgend jaar moet de Pieter Schelte operationeel zijn. Hij is dan geschikt voor het leggen van zware olie- en gaspijplijnen op de zeebodem en voor het installeren van zogenaamde topsides of bovenbouwconstructies, dat gedeelte van een olie- en gasplatform dat boven water uitsteekt. Een jaar later wordt de Pieter Schelte afgebouwd met een liftsysteem waarmee hij ook de sokkels van de platforms (jackets) kan installeren en verwijderen. De Pieter Schelte wordt maar liefst 382 meter lang en 124 meter breed. Daarmee is de supercatamaran het grootste werkschip ter wereld. Dat formaat geeft het schip de capaciteit om gigantische gevaartes op te tillen of neer te zetten. Hij haalt 48 duizend ton voor topsides en 25 duizend ton voor jackets. De aandrijving en controle van het topside-tilsysteem zijn ontwikkeld is samenwerking met Bosch Rexroth.
6
MECHATRONICA 2
Op dit moment worden boorplatforms op zee uit veel kleine modules opgebouwd waardoor de opbouw- en afbreektijden relatief lang zijn. Als de Pieter Schelte klaar is, kunnen constructiebedrijven de platforms aan wal in elkaar zetten of demonteren. Het megaschip zet ze dan in één hijsbeweging op hun eindplek of tilt hen in hun geheel van hun jacket. Dat is veiliger, goedkoper en milieuvriendelijker. De Pieter Schelte is uitgerust met een mechanisme voor bewegingscompensatie waardoor hij zijn offshorewerkzaamheden kan uitvoeren bij golven van 3,5 meter hoog. Dat is essentieel in zware omstandigheden zoals bijvoorbeeld op de Noordzee. De afstanden tussen de sokkel en de acht hydraulische grijpers die de poten van het platform vasthouden, moeten ondanks de golfslag immers onder controle blijven. Het mechanisme compenseert voor zowel verticale als horizontale bewegingen. Het megaschip is vernoemd naar de Nederlandse offshorepionier Pieter Schelte Heerema (1908 - 1981), die zijn sporen verdiende in het tillen van zware lasten op zee. Niet geheel toevallig is dat de vader van Allseas-eigenaar Edward Heerema.
MECHATRONICA 2
7
KORT NIEUWS
Dienstverlening
Medische systemen
Sigarenboer neemt NTS over
Macawi verder onder Demcon-vleugels
Demcon heeft deze zomer de Eindhovense ontwikkelaar van beademingsapparatuur Macawi overgenomen. Voor het vijfkoppige team is Demcon een stabiele productiepartner voor de lange termijn. Andersom zegt het Enschedese bedrijf via de overname verder te kunnen groeien in de medische markt en zijn ambitie waar te kunnen maken om productie binnen het
Royal Agio Cigars uit Duizel neemt een belang van 50 procent in NTS. Hierdoor stijgt het eigen vermogen van de Eindhovense hightech-dienstverlener en komt er ruimte voor verdere groei. Ad Wintermans, president-commissaris bij Agio, heeft de ambitie uitgesproken dat zijn familiebedrijf op termijn alle NTS-aandelen wil verwerven. De productie van sigaren is zo arbeidsintensief dat Agio al vroeg investeerde in automatisering. De eigen ontwikkelafdeling is inmiddels uitgegroeid tot gespecialiseerde machinebouwer, ook voor externe klanten. Met de overname van NTS wil het bedrijf hier nadrukkelijker op inzetten. AP
Onderwijs
Brabantse industrie start vakschool
bedrijf te halen. Macawi werd in 2010 opgericht door vijf exwerknemers van het Duitse Dräger Medical, nadat dat dat zijn ontwikkelafdeling in Best had gesloten. Met ondersteuning van Sioux ontwikkelden zij de kennis rond ventilatorgebaseerde beademers door. PE
Engineered solutions by Holland Hydraulics
Ongeveer dertig bedrijven uit de regio Eindhoven hebben het initiatief genomen om een bedrijfsvakschool op te richten. Vanaf volgend jaar moet het Brainport Industries College zorgen dat er voldoende leerbanen voor jongeren zijn. Door de recessie kunnen veel bedrijven nu niet voldoende tijd en geld uittrekken voor het opleiden van techniekleerlingen op de werkvloer. Daardoor dreigen er jongeren buiten de boot te vallen omdat ze niet het beroepsonderwijs kunnen kiezen dat ze willen. Het idee is dat alle deelnemers – onder meer Daf, KMWE, NTS, Philips en VDL – geld inleggen zodat de nieuwe vakschool leerwerkcontracten kan aanbieden aan leerlingen die er niet in slagen in het bedrijfsleven een plek te vinden. AP
Pneumatiek
Bosch Rexroth verkoopt pneumatiektak aan investeerder
TESTOPSTELLING PRODUCTIEPERS 15 slagen/min. - 300 bar - 600 Ton Dag en nacht hydraulische kracht! Holland Hydraulics heeft in de wereld van de hydrauliek een goede reputatie en kan door een jarenlange kennis en ervaring élke opdracht tot in de perfectie uitvoeren.
WWW.HOLLAND-HYDRAULICS.NL BINNENHAVENSTRAAT 14 7553 GJ HENGELO F +31 (0)74 - 250 64 13
T +31 (0)74 - 291 78 48
[email protected]
8
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
7536 adv. Bennie Jolink.indd 1
De Duits-Scandinavische investeerder Triton is van plan om de wereldwijde pneumatiekactiviteiten van Bosch Rexroth over te nemen. De contracten hiervoor zijn onlangs getekend. Ingewijden wisten dat Rexroth Pneumatics al langer in de etalage stond. Het Duitse bedrijf behoort met deze divisie niet tot de wereldtop. Bovendien is de aansluiting met de rest van de organisatie beperkt. De afgelopen jaren heeft Bosch zijn pneumatiekactiviteiten met succes gereorganiseerd waardoor de afdeling nu goed presteert. Volgens Bosch was het daarom tijd om de tak apart in de markt te zetten. AP
02-09-13 13:48
OPINIE DE COMMUNICATIETRAINER
Hoe kom ik authentieker over? Een teammedewerker vraagt:
Mijn leidinggevende heeft me gevraagd of ik als ervaren kracht een nieuwe, jonge medewerker wil coachen. Op zich lijkt me dat best leuk, alleen weet ik niet goed hoe ik het moet aanpakken. Ik kan niet de hele dag zijn hand vasthouden, want ik heb ook nog mijn eigen werk. Wacht ik af tot hij met vragen komt of fouten maakt? Graag advies.
De communicatietrainer antwoordt: Jaco Friedrich is softskillstrainer bij The High Tech Institute.
[email protected]
Coachen wil zeggen dat je je pupil naar een hoger plan helpt ontwikkelen. De coach moet daarvoor boven de materie staan waarin hij wil coachen en coachingsvaardigheden hebben. Verder is het belangrijk om goed te beseffen wanneer je de ‘coachpet’ opzet. Met de coachpet op ben je namelijk niet in eerste instantie gericht op het simpelweg oplossen van problemen. Je wilt vooral je coachee leren de problemen op te lossen. Je bent dus gericht op de persoon en niet op het probleem. Jij staat naast hem en begeleidt hem, ook als hij fouten maakt. Daarbij kun je hem natuurlijk best de waarheid zeggen. De essentie is dat je hem steunt. Vervolgens gaat het erom dat je weet waar je met hem naartoe wilt werken. Je wilt je junior collega bijvoorbeeld klaarstomen voor het leiden van complexere projecten binnen de eisen aan budget, tijd en kwaliteit. Met dit doel in je achterhoofd kijk je naar het huidige vaardigheden- en kennisniveau van je coachee. Welke fouten maakt hij nu? Als hij nu zonder begeleiding en op basis van zijn ervaring zou starten met zo’n complexer project, wat zou hij dan verkeerd doen? Je verwacht bijvoorbeeld dat je collega dan met de planning en verdeling van taken vast gaat lopen. Bij zo’n project kan hij niet alles meer zelf uitvoeren, maar
moet hij leren delegeren. Lukt hem dit niet, dan leidt dat tot vertraging, verlies aan kwaliteit en ongewenste kosten – dit laatste levert een sterk argument op naar je chef om de coaching serieus op te pakken. De volgende stap: bepaal welke vaardigheden of kennis je pupil nodig heeft om het gewenste effect te behalen, zoals delegeren. Maak daarna concreet hoe hij deze dingen moet leren. Geef hem dus niet alleen een advies als ‘Ga meer delegeren, speel jezelf vrij’ als hij helemaal niet weet hoe hij dat kan bereiken, maar maak stap voor stap duidelijk welke acties hij concreet moet uitvoeren om succesvol te kunnen delegeren. Dit zul jij als coach helder voor ogen moeten houden. Heb je zijn benodigde kennis en vaardigheden scherp, dan begint het eigenlijke leren. Behalve uit een deel uitleg door jou als coach bestaat een succesvol coachingstraject uit het geleidelijk steeds meer zelf doen door de coachee. Hierbij laat je de moeilijkheidsgraad van de taken oplopen. Je werk als coach bestaat uit het geven van duidelijke feedback die de coachee inzicht geeft in wat hij goed heeft gedaan en met welk positief effect en wat nog niet goed verloopt, met welk negatief effect. Dit laatste zal je junior collega motiveren om te willen weten wat hij kan verbeteren. Jij als coach geeft vervolgens tips waarmee de coachee weer ervaring kan opdoen. Belangrijk is dat je niet te grote stappen neemt zodat je coachee regelmatig succes ervaart. Dit geeft het vertrouwen dat hij nodig heeft voor de volgende stap. Maak het dus gaandeweg uitdagender, vier zijn successen en wees altijd concreet in je feedback en de tips die je geeft ter ondersteuning.
Een coach is gericht op de persoon, niet op het probleem
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
9
How do you keep multilayer mirrors cool, even when blasted by EUV? Join us to find out At ASML we’re solving some fascinating challenges, including those of EUV. That’s why we’ve brought together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and precision engineering - to develop machines that are key to producing cheaper, faster, more energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with an accuracy of a few silicon atoms. So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done. Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue pushing the boundaries of what’s possible.
www.asml.com/careers
/ASML
/company/ASML
NIEUWS
Roadmap 3D printen gepresenteerd
Vele wegen naar Rome in 3D Het lijkt wel of iedereen besmet raakt met het 3D-printvirus. Hoe kunnen Nederlandse bedrijven aanhaken? Een roadmap van Innovatie Zuid geeft slechts beperkt antwoord. Joost Backus
O
p 1 oktober presenteerde Innovatie Zuid de roadmap ‘3D printen’. Het blijft een complex probleem hoe een 3D-printingecosysteem in Nederland aan te jagen en waarop moet worden ingezet. De aanbevelingen van de roadmap zijn gecentreerd rond educatie, technologische ontwikkeling, verdienmodellen en vraagontwikkeling. Het blijft ook in de roadmap een open vraag of er een internationale hotspot voor 3D printing wordt opgesteld en hoe dat nu zal gaan gebeuren. De aanbevelingen geven aan dat de markten waar de competenties in Zuid-Nederland sterk bij aansluiten de machinebouw en de (print)elektronica zijn. Dat komt niet echt als een verrassing. Door de vele onzekerheden is het lastig een keuze te maken voor acties of projecten. Zo bevat de roadmap een enorm overzicht van kansen, mogelijkheden, markten, technologieën, businessmodellen, keuzes en potentiële projecten. Waar nu als speerpunt op moet worden ingezet, dat wordt nog niet geheel duidelijk. Nederland ligt, volgens de roadmap, achter op België en Duitsland. Dat hoeft niet slecht te zijn. Mogelijk kan het gebruikmaken van deze achterstand door in te spelen op de wet van de remmende voorsprong. Inmiddels zijn er ook al flink wat initiatieven opgestart, onder meer bij TNO (Penrose), STW, Sirris, NLR, M2I en Add lab, en staat ideële of financiële ondersteuning gereed bij Brainport Industries, Berenschot, Bom, Liof en anderen. Voorwaarde is wel dat heldere keuzes worden gemaakt welke acties en projecten nu slim zijn. Zoals John Blankendaal van Brainport Industries het aangeeft, is het noodzakelijk de overflow aan initiatieven te stroomlijnen en prioriteiten aan te geven. De markt voor 3D printen bedraagt volgens McKinsey twee miljard euro. De prognose is dat die wereldmarkt in 2025 tot tweehonderd miljard gaat groeien. Daarbij plaatst het consultancybureau direct de kanttekening dat er ‘flinke onzekerheden zijn in de wijze waarop deze technologie in de markt wordt opgepakt’.
3D printing bevindt zich op de top van de hypecyclus, dus de voorspellingen zijn waarschijnlijk te positief.
Harde acties
Er zijn zeker kansen, vele kansen zelfs. Het vergt een andere ontwerpdenkwijze en geeft een nooit eerder vertoonde vormvrijheid in het ontwerp. 3D printen is daarbij duurzaam, materiaal gaat niet verloren door verspanen en er is minder energie nodig dan bij conventionele productieprocessen. Ook zijn er minder hulpstoffen nodig zoals koelvloeistoffen en smeermiddelen. Er zijn echter ook nadelen. Het grootste bezwaar is dat, zoals de roadmap aangeeft, ‘3D printen technologisch voor enkele materialen nog onvolwassen is’. Dat viel ook te beluisteren op de infomarkt die bij de roadmappresentatie werd georganiseerd. Neem Driven Eyewear. Dit Venlose bedrijf zet 3D printing in bij de productie van brilmonturen. Deze monturen worden via een waterstraalprocedé uitgesneden uit (oude) motorkappen van auto’s. Solderen van een metalen brilscharnier is daarbij
moeilijk want dan gaat de autolak en patina van het oppervlak verloren. Driven ontwierp daarom een redelijk eenvoudig 3D geprint scharnier, speciaal passend bij de bril, maar de robuustheid van die kunststof componenten laat veel te wensen over. Metaal printen zou kunnen, maar bij kosten van rond 35 euro voor een scharniertje wordt de bril veel en veel te prijzig, zeker als de marge van wederverkopers wordt meegeteld. Dan gaat het hierbij niet eens om een complex product. Er zijn nog flinke uitdagingen. De roadmap signaleert dit en spreekt over een ‘balansprobleem’ tussen eisen als kostprijs, levertijd, kwaliteit en functionaliteit versus productprestaties zoals sterkte, stijfheid, nauwkeurigheid, oppervlakteruwheid en reproduceerbaarheid. Nederland kan zeker een rol gaan spelen in de 3D-printmarkt maar dan is het wel zaak om heldere en duidelijke keuzes te maken en flink de beurs trekken om tegen wereldspelers een unieke positie te veroveren. Daarvoor dienen wel snelle en harde acties te volgen op de roadmap. Het is de vraag of Nederland daar echt klaar voor is.
e roadmap ‘3D D printen’ van Innovatie Zuid beschrijft vooral kansen, maar benoemt geen speerpunten.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
11
Smarter Embedded Designs, Faster Deployment
De combinatie van de NI LabVIEW systeemontwerpmethode en herconfigureerbare I/O (RIO) hardware helpt kleine ontwerpteams met een brede expertise om veeleisende embedded applicaties te ontwikkelen in kortere tijd. Met behulp van de grafische systeemontwerpmethode kunt u gebruik maken van één geïntegreerd softwareplatform om zowel embedded processors en FPGA’s te programmeren. Hiermee ontwikkelt u sneller applicaties voor toepassingen in de energie, transport, productie of life sciences sectoren.
>> Versnel uw productiviteit. Bezoek ni.com/embedded-platform
0348 433 466 National Instruments Netherlands BV ■ Pompmolenlaan 10 ■ Postbus 124 ■ 3440 ACWoerden ■ Tel +31 348 433 466 ■ Fax +31 348 430 673 Chamber of Commerce ■ # 301 168 13 ■ Utrecht ©2013 National Instruments. Alle rechten voorbehouden. LabVIEW, National Instruments, NI, en ni.com zijn handelsmerken van National Instruments. Andere vermelde producten en firmanamen zijn handelsmerken of handelsnamen van hun respectievelijke bedrijven. 09971
De LabVIEW ontwerpsoftware biedt ultieme flexibiliteit door het programmeren van FPGA, het vereenvoudigt het hergebruik van programmacode, en helpt u programmeren precies op de manier zoals u denkt: grafisch.
OPINIE
Hoge drones vangen veel wind
O Heico Sandee is technisch manager bij Alten Mechatronics en programmamanager Robotics aan de TUE.
nlangs heeft het Duitse Definetz bekendgemaakt dat het een drone aan het ontwikkelen is om automatisch een defibrillator naar slachtoffers van een hartaanval te vliegen. De Defikopter kan 70 km/u vliegen en houdt dit ongeveer tien kilometer vol. Ongehinderd door druk verkeer is de drone sneller dan een ambulance en daarmee in staat levens te redden. Een week later verscheen een nieuwsbericht dat een Amerikaanse tiener is gedood door een modelhelikopter. De jongen was een ervaren dronebestuurder, maar door een onbekende oorzaak botste zijn eigen drone tegen zijn hoofd. Hij overleed ter plaatse. Een drone is een onbemand luchtvaartuig. Ze worden veelal op afstand bestuurd, maar steeds meer hebben ze autonome functionaliteit. Wereldwijd gaan er jaarlijks meer dan vijfduizend over de toonbank voor militaire toepassingen, waarmee ze binnen de professionele servicerobots het best verkopen. Doordat de technologie goedkoper en toegankelijker wordt, zien we drones nu ook verschijnen in de consumentenmarkt. Ze worden ingezet voor luchtopnames in de journalistiek, in de agro voor inspectie of door politie en brandweer ter bevordering van de veiligheid. Start-ups beginnen zelfs te denken aan distributiedoeleinden, tot en met de lokale shoarmakoerier aan toe. Ook in Nederland gebruikt de politie veelvuldig drones bij het opsporen van drugslabs en zet defensie met grote regelmaat onbemande Ravens in bij missies. De belangrijkste technologie die dit mogelijk maakt, omvat: batterijen die voldoende energie bieden voor vluchttijden tot zo’n twintig minuten, payloads tot vijf kilo, regelaars voor automatisch vliegen en landen op gps, goedkope materialen waarmee al voor zesduizend euro een geavanceerde hexacopter aan te schaffen is. Het internet loopt dan ook over van dronewebshops, opensourcegemeenschappen en berichten over nieuwe start-ups die hiervan gebruikmaken. Er wordt echter verrassend weinig gesproken over regulatie omtrent veiligheid, verantwoordelijkheid en privacy. Start-ups denken hier te vaak zeer makkelijk over of staan er helemaal niet bij stil. Terwijl dit toch al decennialang de reden is
dat modelvliegen enkel op specifieke velden door geoefende piloten is toegestaan. Voor het vliegen van drones, bijvoorbeeld voor particuliere luchtfotografie, heerst nu een soort gedoogbeleid in Nederland, maar achter de schermen wordt hard gewerkt aan regelgeving. In landen als Amerika waar streng wordt gecontroleerd, zien we om die reden ook minder drone-initiatieven. In de meeste landen geldt momenteel dat drones worden toegestaan als ze worden bestuurd door een gecertificeerde piloot en meerdere weken van tevoren clearance is aangevraagd, met opgave van goede redenen om het luchtruim in te gaan. Zoals uit het tweede nieuwsbericht blijkt, is het zelfs onder naleving van strenge regelgeving nog altijd mogelijk dat het fout gaat. Dit is ook zo in het autoverkeer of bijvoorbeeld in de bemande luchtvaart. Daar is de mens nog altijd niet uit de loop, omdat de technologie nog niet voldoende in de borging van veiligheid voorziet. Bij drones zal dit ook nog de komende jaren het geval blijven. Net als in de bemande luchtvaart en het autoverkeer neemt autonomie toe maar heeft de mens uiteindelijk de touwtjes in handen. Voor onbemande luchtvaart waarbij geen direct zicht op de drone is, is een videofeed noodzakelijk. Dit heeft directe implicaties voor de privacy en dat is precies waar een stuk technologie nog voor lijkt te ontbreken. Technologie om de gebruiker op afstand van voldoende informatie te voorzien om in te kunnen grijpen in de autonome navigatie, zonder dat dit privacygevoelige aspecten bevat. In Nederland liggen er voldoende kansen om voorop te lopen in de ontwikkeling van drones. Het is daarbij van groot belang dat de regelgeving de ruimte laat voor autonome functionaliteit, bijvoorbeeld om de introductie van de defibrillatorapplicatie mogelijk te maken. Een strenge regulering is onontkombaar maar we moeten wel rekening houden met start-ups die in drones hun businesscase zien.
Er wordt verrassend weinig gesproken over regulatie
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
13
NIEUWS
4Pico ontwikkelt mallenprinter in eigen beheer De naam 4Pico zal niet direct bij iedereen een belletje doen rinkelen. Dat is jammer want het kleine ingenieursbureau heeft al een aantal fraaie hightechmachines op zijn palmares staan. De opgebouwde kennis over het schrijven van minuscule structuren zet 4Pico nu in voor eigen product: een printer van vlakke en cilindervormige mallen. Alexander Pil
‘H
et is nog een proto-prototype’, waarschuwt Jacco Houter, medeoprichter van ingenieursbureau 4Pico uit Sint-Oedenrode. De machine waar hij naast staat, ziet er echter helemaal niet uit als een proefproject. Het grootste deel tenminste. ‘We hebben onze nieuwe oplossing inderdaad gebaseerd op de kennis die we in het verleden hebben opgedaan bij de ontwikkeling van een machine om dvd-masters te produceren.’ Niet alleen de kennis is hergebruikt, ook veel stukken hardware zijn uit het oude systeem geschroefd. Ze vormen de basis voor de module waar de 4Pico-ingenieurs op dit moment aan werken: een printer voor kleine structuren tot driehonderd nanometer. Vanaf de oprichting in 2004 sleutelde 4Pico jarenlang aan zijn dvd-masteringmachine. Eerst als onderdeel van het Zweedse M2 Engineering, sinds 2008 onder eigen naam. ‘We zijn daarom heel goed in het schrijven van kleine structuurtjes’, aldus Houter ‘De dvd-masteringbusiness is geen vetpot meer, dus zijn we op zoek gegaan naar een markt waar we onze kennis ook konden inzetten.’ 4Pico kwam al snel uit bij de productie van mallen voor onder meer de zonnecelindustrie. Versantvoort: ‘Je moet dan bijvoorbeeld denken aan een struc-
14
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
tuur die het zonlicht goed invangt en niet meer laat ontsnappen. Zo kunnen zonnecelfabrikanten de efficiëntie van hun producten verhogen.’ Voor de productie van degelijke gestructureerde platen kloppen gebruikers aan bij partijen als VDL en Roth & Rau. ‘Die kunnen dat prima, maar ze hebben wel een mal nodig’, weet Houter. ‘De kwaliteit daarvan is erg belangrijk omdat je elk foutje direct terugvindt in het eindproduct. Je kunt zo’n mal maken met bijvoorbeeld elektronenbundels of door te etsen, maar dat zijn allemaal behoorlijk kostbare processen. Voor een mal van twintig bij twintig centimeter betaal je makkelijk tienduizenden euro’s. En die moeten bedrijven vaak snel afschrijven omdat ze na een jaar alweer overstappen op het volgende product.’ 4Pico zag een kans voor zichzelf. De afgelopen maanden werkte 4Pico aan de technologie om de structuurtjes direct te kunnen schrijven op een substraat. Hoewel er in Sint-Oedenrode nog geen afgeronde machine staat, laten de eerste tests zien dat de ingenieurs op de goede weg zijn. ‘We halen al een hoge nauwkeurigheid en zijn ook heel snel’, meldt Houter. Snelheid lijkt niet direct essentieel omdat je de mallen niet aan de lopende band hoeft te maken. ‘Als je met elektronenbun-
dels een mal produceert, ben je echter dagen tot weken zoet. Als je die dan bij een – meestal – Duitse specialist moet bestellen, kijk je aan tegen flinke doorlooptijden. Met onze machine ben je straks in een uur of zes klaar. Dat maakt je ook flexibeler. Mocht je de structuur toch net even iets anders willen, is er geen man over boord; een paar uur later heb je het aangepast. Het idee is dat fabrikanten en onderzoekscentra met ons systeem straks hun eigen mallen kunnen maken.’ Samen met een partner heeft 4Pico een aanvraag ingediend voor Mit-subsidie. ‘Als we die krijgen toegewezen – en het ziet er goed uit – kunnen we veertig procent van de ontwikkelkosten terugkrijgen tot een maximum van 150 duizend euro’, aldus Houter. ‘Voor een klein clubje zoals wij – we zijn met zes man – is dat een zeer welkome stimulans om de vaart erin te houden.’
Elektronische link
Hoe werkt het systeem? De basis van de schrijftechnologie is hetzelfde als in 4Pico’s oude masteringsysteem. Houter: ‘Het gaat om het belichten van een lak met een laser. In onze dvd-masterschrijver konden we al putjes van driehonderd nanometer schieten. Die optiek inclusief de hele aansturing hebben we zo overgenomen in dit nieuwe systeem.’
4Pico ontwikkelt een mallenprinter die details van zo’n driehonderd nanometer kan afdrukken. Onder meer zonnecelfabrikanten en sensorleveranciers hebben al interesse getoond in de technologie.
De belichtingskop zit op een platform dat in één richting kan bewegen. Het substraat ligt op een stage die loodrecht daarop heen en weer schuift. ‘De moeilijkheid zit hem in het synchroniseren van de laser met de positie’, weet Houter. ‘Wanneer is de kop op welke plaats en wanneer zet ik dan de laser aan? We werken met een diodelaser die binnen een paar nanoseconden is opgestart, dus daar hoeven we geen rekening te houden met vertraging. Verder gebruiken we een soft-PLC met Twincat van Beckhoff. Die is uitgerust met een nauwkeurige klok die onze setpoints genereert. Daarmee voeden we de servodrive die de taak heeft om de fout in de aansturing van de lineaire geleiders minimaal te houden.’ Om de putjes van driehonderd nanometer niet schots en scheef op het substraat te printen, is een precisie van ongeveer twintig nanometer nodig in de positionering. Dat vergt wat slimme engineering. Houter: ‘Om te beginnen, gaat de temperatuur een rol spelen. Daarom hebben we dit prototype opgebouwd in de bestaande kast van ons dvd-masteringsysteem. Die heeft een eigen temperatuurcontrole, dus dat is een voldoende geconditioneerde omgeving. Het tweede, moeilijkere punt is de trillingsdemping. Daar konden we niet te-
rugvallen op eerdere oplossingen. De dvd’s draaien rond en we printen daar in een spiraal. De translatiebewegingen zijn superlangzaam. Maar nu werken met een constructie waarbij de stage met het substraat op en neer vliegt onder de belichtingskop.’ ‘Het gaat om versnellingen van ongeveer 2g’, vult mechatronicaspecialist Jan Aarts aan. ‘Als je daar niet voor compenseert, begint de hele boel natuurlijk gigantisch te trillen, zeker als je in de buurt komt van de resonantiefrequentie van de ophanging. We hebben dat opgelost door
de bovenkant van de geleider met het substraat via een spriet te verbinden met het machineframe. Bij de schokbewegingen kan hij zich dus afzetten tegen de vaste wereld. Het afgedempte plateau waar het hele systeem op staat, heeft daar geen last van. Het is ontkoppeld.’ Dat is handig, maar het plateau was natuurlijk niet voor niets gedempt opgehangen; je wilt immers geen trillingen uit de omgeving laten doorwerken op je printproces. Door een deel van de opstelling te verbinden met het machineframe
E en grote uitdaging bij de xy-printer is dat het platform met het substraat (links) schokken in het systeem introduceert. De beweging is daarom ontkoppeld van het gedempte plateau met de opstelling: het substraatplatform zet zich direct af tegen het machineframe.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
15
ONTMOET ONS TEAM! Rockwell Automation heeft Routeco, een toonaangevende distributeur in industriële automatisering en controle producten, als distributeur voor de Nederlandse markt gekozen. De samenwerking is opgezet om een betere dienstverlening te bieden aan de klanten van Rockwell Automation in Nederland. Routeco opereert vanuit zijn nieuwe vestiging in Best.
Aanbod van Routeco: • Uitgebreide voorraad • Diepgaande productkennis • Verbeterde logistiek • Toegewijd account management team • Grootste Rockwell Automation distributeur in Europa
Neem voor meer informatie contact op met uw Sales Team Tel 0499 801 801 Email
[email protected]
Routeco B.V. De Maas 22B, 5684 PL, Best, Netherlands Tel 0499 801 801 Email
[email protected] Fax 0499 327 128 Web www.routeco.nl Routeco/NL/2013/09
NIEUWS
oor bedrijven die V werken met een roll-to-roll- of rollto-sheet-proces sleutelt 4Pico aan een oplossing die direct op cilinders kan printen.
gooi je de deur wijd open. ‘Dat klopt, dat is een gevaar’, zegt Aarts. ‘Tussen het frame en de geleider hebben we daarom een rubbertje gezet. Dat filtert alle trillingen boven de 40 Hz eruit. De rest van de potentiële verstoring lossen we elektronisch op. Kijk, we gebruiken lineaire motoren met een luchtlager. Er is dus geen fysiek contact tussen de onderkant en de bovenkant, dus er is ook geen mecha nische overbrenging. Maar er is wel een elektronische link. Als de spoelen langs de magneetbaan trillen, ontstaat er immers een kleine spanning. Daarvoor hebben we een stroomregeling ontwikkeld met een bandbreedte van 2,5 kilohertz. Dat wil zeggen dat we alle trillingen onder de 2,5 kilohertz elektronisch kunnen opvangen terwijl de regeling te maken krijgt met trillingen van hooguit 40 hertz. We hebben dus een flinke veiligheidsmarge ingebouwd.’ Ook de geleider van de belichtingskop is op dezelfde manier aan de vaste wereld gekoppeld. De dempingseisen zijn daar echter veel minder strikt. In vergelijking met het substraatplatform beweegt de kop immers een stuk rustiger. Geen rare schokken maar een soepele translatie van de ene naar de andere kant van het substraat.
Aardappelvorm
Parallel aan de xy-stage werkt 4Pico aan een systeem dat de structuren direct op een rol kan printen. Handig voor bedrijven die werken met een roll-to-roll- of roll-to-sheet-proces. Er zijn al wel oplossingen voor dit probleem, maar die komen erop neer dat een vlakke mal om een cilinder wordt gebogen. Dat betekent dat je rekening moet houden met vervormingen van je patroon en er zit onherroepelijk een naad in de structuur. Voor een groot deel zijn de uitdagingen van deze cilinderprinter hetzelfde als bij de xy-oplossing: de belichtingskop is identiek, de ophanging van het plateau is gekopieerd. ‘In de basis is het zelfs iets makkelijker’, vertelt Aarts. ‘Omdat de rol draait, heb je niet te kampen met allerlei storende versnellingen zoals bij de
xy-stage. Hoge snelheden heb je zonder moeite te pakken. De moeilijkheid zit in de encoder. Als een putje precies naast het putje moet komen dat je een rondje geleden hebt gezet, moet die encoder heel strak staan. Op dit moment lukt dat nog niet helemaal zoals we dat willen. We zitten op een nauwkeurigheid van ongeveer tweehonderd nanometer. Dat moet naar twintig nanometer.’ Aarts is ervan overtuigd dat het 4Pico lukt om die precisie te halen. ‘We werken nu met een off-the-shelf encoder van Heidenhain. Daar blijkt net iets te veel ruis op te zitten. We hebben een testje gedaan door een rechte lijn te printen. Wat bleek? Het putje kwam soms honderd nanometer te vroeg, soms honderd nanometer te laat. We dachten dat we de encoder prima zouden kunnen gebruiken als klok om alle bitjes uit te poorten, maar dat lukt dus niet. We overleggen nu met Heidenhain of het een andere encoder kan leveren, of misschien moeten we naar een andere leverancier. Dat zoeken we nu uit.’ Een tweede verbeterpunt is de rondloopnauwkeurigheid van de rol aanpakken. 4Pico had vooraf gedacht dat die nauwkeurigheid niet zo veel invloed zou hebben. De encoder zou immers heel charmant compenseren voor een slinger in de snelheid. ‘Ook daar is nog genoeg winst te halen’, stelt Aarts. Ook lastig aan de cilinderprinter is de cilinder zelf. Aarts: ‘In de belichtingskop zit een sterk lensje. De afstand tot de rol moet dus heel stabiel blijven, anders ploinkt het systeem uit focus. De glazen rollen die we op dit moment gebruiken, zijn niet egaal genoeg. Er zit bij wijze van spreken een aardappelvorm in. We praten
al met verschillende partijen en er zijn zeker mogelijkheden om betere substraten te krijgen. Sowieso moeten we uiteindelijk niet op glas printen – dat is te kwetsbaar. Het zal eerder bijvoorbeeld op nikkel moeten worden.’
Versnellen
Een marktonderzoek is de eerste belangrijke taak voor 4Pico. ‘We kunnen wel wachten tot we alles hier intern hebben uitgewerkt en er een mooie kast om het systeem zit’, betoogt Houter, ‘maar dan blijkt dat de klanten het toch net even anders hadden willen hebben en we daar niet meer op kunnen inspelen. Daarom overleggen we nu al uitgebreid met onze potentiële afnemers. Wat zijn hun wensen en eisen? Hoe hoog moet de nauwkeurigheid zijn? Willen ze het op een rol of op een vlakke plaat? Wat is er voor hen interessant?’ Aarts vult aan: ‘Het is meer dan de moeite waard om te kijken wat er loskomt. Wellicht komen er gerichte aanvragen zodat we voor een klant een specifiek systeem kunnen bouwen. Of misschien moeten we naar een generiek platform dat voor twintig partijen interessant is.’ Houter weer: ‘Ik denk dat de basis goed is, maar de uitvoering zal per klant misschien verschillen. Met dit prototype kunnen we laten zien dat het werkt. En nog beter: we kunnen de eerste samples uitsturen en echt aan de wereld tonen wat we kunnen.’ Houter is enigszins verbaasd over hoeveel partijen al interesse hebben getoond in de technologie. ‘Uit de wereld van hologrammen, sensoren, zonnecellen en microfluidics, het is heel divers’, zegt hij. ‘Nu is het zaak om te versnellen.’
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
17
Electronics
Thermal design and cooling of electronics workshop To prevent expensive redesigns and a delayed market introduction, thermal management needs to be part of the design process right from the start. This course introduces thermal design and cooling of electronic components, modules and systems from an industrial point of view. This view is relevant for many applications, such as semiconductors, power electronics and, recently, lighting through the accelerated introduction of LEDs. Two very experienced lecturers teach the participants to solve the thermal problems they encounter during all levels of the product creation process. Real-life cases obtained from the participants themselves and prepared by the lecturers are used to demonstrate the application of the course principles during the final day. Course code: CoE Location: Eindhoven Course price: 1,650 euros excl. VAT Duration: 3 days Dates: 6th - 8th November 2013
Electronics
Electronics for non-electronic engineers The aim of this comprehensive course for non-electronic engineers is to gain insight, practical knowledge and skills in analog and digital electronics, essential for working in projects with electronic engineers, and to learn how to handle electrical measurements and equipment and simple usage of analog and digital simulators. The course is intended for engineers with a technical bachelor or master, working in research, development and/or engineering. This course contains three modules for which can be enrolled individually. Module 1 focuses on basic electronics and circuit theory, module 2 on basic analog electronics and, module 3 on basic digital electronics. Module 2 is best taken after completion of module 1, module 3 is more self-contained. Course code: ENE-BSc Location: Eindhoven Course price: 5,995 euros excl. VAT Duration: 43 sessions (30 evenings, 13 afternoons) Dates: commences on 7th of January 2014
Electronics
EMC course for mechanical engineers After this course, the participant will have basic knowledge of EMC and EMC problems, will understand the EMC requirements to be fulfilled by the mechanical construction, and will be able to communicate with an electronic engineer on these EMC requirements. Furthermore, the participant will learn about state-of-the-art EMC mechanical design techniques to let electronic products pass the EMC compliance test first time, thereby eliminating costly lastminute changes, and too late market introductions. The course is intented for mechanical (and electronic) designers, architects, project leaders and quality engineers with a BSc/ MSc in electronics, mechanics or physics. Course code: EMC-ME Location: Eindhoven Course price: 600 euros excl. VAT Duration: 1 day Dates: 5th February 2014
www.hightechinstitute.nl
OPINIE Miljoenennota 2014: versobering en nieuwe kansen
E
Rolf Grouve is managing director van subsidieadviesbureau Innovation Connect.
en voorzichtig positieve boodschap was het vorige week: de visie van Den Haag op het herstel van de economie, verpakt in de troonrede op Prinsjesdag. Wanneer we de miljoenennota erbij pakken, blijkt de politiek het mes te zetten in flink wat fiscale regelingen voor ondernemers. Zo wordt er de komende jaren onder meer 275 euro miljoen gekort op fiscale innovatieregelingen. Er is echter ook plek voor nieuwe regelingen zoals de Subsidieregeling Praktijkleren en het actieplan Gezond Bedrijf. Er is nog veel onduidelijk over de exacte invulling van de bezuinigingen, maar op het eerste gezicht moet vooral de betrekkelijk nieuwe regeling Research Development Aftrek (RDA) het ontgelden. Het budget van de RDA wordt in 2014 met 138 miljoen euro teruggebracht. Verder gaat er een flinke hap uit de EIA-pot (energie-investeringsaftrek): dertig miljoen euro. En ook op de fiscale milieuregelingen MIA (milieu-investeringsaftrek) en Vamil (willekeurige afschrijving milieu-investeringen) wordt vanaf volgend jaar structureel tien miljoen euro gekort. Een deel van het bezuinigde RDA-budget, zo’n zestig miljoen euro, wordt gebruikt om de WBSO op te stuwen. Zo wordt de eerste loonschijf van de populaire innovatiesubsidie verlengd van 200 naar 250 duizend euro. Omdat vooral het mkb kan profiteren van de schijfverlenging, hoopt het kabinet hiermee het mkb meer mogelijkheden te geven om door te groeien. Het aftrekpercentage van de loonsom wordt wel verlaagd van 38 naar 35 procent, maar uit een recente WBSO-evaluatie van Economische Zaken is gebleken dat de effectiviteit van hogere percentages beperkt is. De praktijk wijst uit dat veel ondernemers voor relatief kleine bedragen gebruikmaken van de fiscale aftrekregelingen EIA en MIA/Vamil. Dit brengt veel administratieve kosten met zich mee. Daarom heeft het ministerie van Financiën geadviseerd om het drempelbedrag van de regelingen te verhogen naar 2500 euro. Dit zou moeten leiden tot minder aanvragen, dus eigenlijk tot nog een bezuiniging. De Wet Vermindering Afdracht Onderwijs staat al jaren ter discussie. De wet is oorspronkelijk bedoeld om werkgevers te ondersteunen in de kosten die worden gemaakt bij het begeleiden van werknemers met een leerwerkplek. In de praktijk is er veel misbruik gemaakt van de regeling, zodat de kosten en het effect van de WVA Onderwijs niet meer tot elkaar in verhouding staan. Den Haag heeft dan ook aangekondigd de wet vanaf 1 januari 2014 af te schaffen en te vervangen door een meer doelgerichte en beter beheersbare regeling, de Subsidieregeling Praktijkleren.
Naast alle aangekondigde bezuinigingen wordt er ook geld vrijgemaakt voor nieuwe subsidieprogramma’s, zoals het actieplan Gezond Bedrijf. Vanuit dit plan komt financiële ondersteuning voor projecten die erop gericht zijn om de gezondheid van werknemers te bevorderen zodat zij vitaal en productief werkzaam kunnen blijven tot de pensioenleeftijd. Het actieplan richt zich vooral op het mkb. Speerpunten zijn het beperken van psychische en fysieke overbelasting, het bevorderen van zelfredzaamheid en het stimuleren van een gezonde leefstijl. Buiten de oprichting van het actieplan Gezond Bedrijf krijgt ook het programma Arbo2020/zelfregulering een extra budget van anderhalf miljoen euro voor het ontwikkelen of implementeren van instrumenten op het gebied van gezond en veilig werken. Er wordt in het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid hard gewerkt aan een plan om de ouderenwerkloosheid terug te dringen. Een van de zaken die al in de miljoenennota is aangekondigd, is de komst van een nieuwe subsidieregeling voor 55-plussers. Ze kunnen via de werkgever of op eigen aanvraag scholingsvouchers krijgen of een intermediair inschakelen wanneer zij op zoek zijn naar werk. Voor de uitvoering van deze regeling is vanaf dit jaar tot 2016 zo’n 28 miljoen euro uitgetrokken. De bovengenoemde bezuinigingen en nieuwe subsidieregelingen zijn de meest opvallende uit een reeks aanpassingen en veranderingen die uit de miljoenennota naar voren komen. Daarnaast heeft Economische Zaken onderstreept dat voor de grotere en meer omvangrijke innovatietrajecten het Topsectorenbeleid verder zal worden uitgerold. En daarbij zullen de beschikbare subsidieregelingen nauw worden afgestemd op de Europese doelen uit het nieuwe internationale programma Horizon 2020, dat volgend jaar van start gaat. Goed nieuws binnen deze grote programma’s is er voor ambitieuze ondernemers. Er komt binnen het Topsectorenbeleid namelijk meer geld beschikbaar voor startende ondernemingen. Zo zullen onder meer de mogelijkheden worden verruimd om innovatieve ondernemers aan Nederland te binden door het uitgeven van een speciaal visum voor internationale start-ups. Samengevat bevat de miljoenennota dus nog veel bezuinigingen, maar er staan ook nieuwe kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven tegenover. Hoe de balans gaat uitslaan, is natuurlijk nog even koffiedik kijken. Toch sluit ik me graag aan bij de tendens van de troonrede: voorzichtig positief.
Naast alle bezuinigingen is er ook geld voor nieuwe subsidieprogramma’s
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
19
INTERVIEW
Openheid cruciaal voor Industrie 4.0 Begin november organiseert Bosch Rexroth een conferentie over Industrie 4.0. Het bedrijf nodigde Mechatronica&Machinebouw uit voor een voorgesprek over de nieuwste trend in productie-automatisering. ‘We zien Industrie 4.0 als een mogelijke game changer.’ Alexander Pil
I
ndustrie 4.0, vooral in Duitsland is het een term waar je tegenwoordig mee wordt doodgegooid. Het verwijst naar de vierde industriële revolutie waar we middenin zitten, als we de adepten van het concept mogen geloven. Het is vergelijkbaar met het internet der dingen maar dan in het productieproces en in de hele distributieketen. De overgang naar intelligente fabrieken waar alles met elkaar communiceert: het lege potje vertelt aan de vulmachine wat hij wil en het CNC-station laat weten wanneer zijn frees aan vervanging toe is. Alles online, alles gekoppeld, alles gedeeld. ‘Wij zien Industrie 4.0 als een mogelijke game changer’, zegt Lucas Wintjes, manager fabrieksautomatisering bij Bosch Rexroth. ‘Ik zit midden in het hart van de Duitse industrie en ik zie dat er een totaal nieuwe denkwijze aan het ontstaan is. De Duitse regering is ook ontzettend geïnteresseerd en pusht het omdat ze voelt dat Duitsland – en misschien zelfs Europa – hier zijn voordeel mee kan doen. Europa is een mature economie waar de stormachtige groei uit is maar waarvan je wel mag verwachten dat ze technologisch gezien de toon blijft aangeven. We zijn in Europa duidelijk minder geschikt voor massaproductie.’ Zaken die veel beter bij het volwassen Europa passen, zijn mass customisation en co-creation, aldus Wintjes. ‘Maßgeschneidert, zoals de Duitsers dat noemen. Een product op maat maken zodat het precies past bij de wensen van de klant. Daarvoor moet je de industrie anders inrichten. Het product dat en masse wordt gemaakt, is niet meer leidend; de opdracht is leidend. Hoe richt je je productie in zodat je dat voor elkaar krijgt? Dat is waar Industrie 4.0 om draait: een universele fabriek die is bedoeld voor kleinere volumes en zo flexibel is dat zij veel verschillende producten kan afleveren. Het idee daarbij is ook om de producten gezamenlijk te creëren waarbij iedereen zich specialiseert en via internet met zijn partners zorgt voor afstemming.’
20
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
Community
Industrie 4.0 klinkt goed, maar er zitten wel een paar haken en ogen aan. Critici zien flink wat beren op de weg. Wintjes begrijpt de scepsis wel: ‘Het is een heel natuurlijke reactie als je moet overstappen op een andere manier van denken. In de historie zijn er meerdere vergelijkbare momenten geweest. Ik ben ervan overtuigd dat we de
‘Industrie 4.0 betekent dat we af moeten van de oude economie waarin je beschermt wat je verkoopt’, aldus manager fabrieksautomatisering Lucas Wintjes bij Bosch Rexroth. ‘We moeten naar open structuren.’
technologische hindernissen kunnen nemen. In het verleden kostte een schijf van een terabyte honderdduizend euro. Nu krijg je hem bij wijze van spreken bij een pak koffie. Als je een vraag op tafel legt, blijkt er altijd wel een oplossing te zijn.’ ‘Industrie 4.0 betekent dat we af moeten van de oude economie waarin je beschermt wat je verkoopt, gebaseerd op het feit dat je iets kunt wat anderen niet beheersen. We moeten naar open structuren’, aldus Wintjes. Is er in de industrie de bereidheid om op die manier met elkaar samen te werken? ‘De eerste reactie van veel mensen is dat ze hun oude verdienmodel willen vasthouden. Het is lastig
om dat van de ene op de andere dag om te gooien. Aan de andere kant weet iedereen dat die afscherming de onderlinge communicatie in de weg staat. Het voordeel dat je hebt van snelle communicatie weegt absoluut op tegen het mogelijke nadeel dat je wat van je eigen kennis verliest. Daar durf ik mijn hele hebben en houden om te verwedden.’ Bosch Rexroth heeft zelf het voortouw genomen. Zijn Open Core Engineering combineert de voorheen gescheiden werelden van PLC’s en IT. Het is een portfolio van open standaarden, softwaretools en producten, gericht op de geïntegreerde industrie. ‘We betrachten maximale openheid’, legt Wintjes de filosofie uit. ‘We gebruiken bijvoorbeeld open standaarden zoals PLC Open en Sercos. Ook hebben we gemeend onze besturingssystemen te moeten openen zodat onze klanten direct in de kern van de processoren kunnen programmeren. Dat lukt inmiddels via heel veel talen via de beschikbare vertalers. De gebruikers kunnen de kennis die ze in de processor stoppen ook afsluiten, als ze dat willen. Aan de andere kant is er natuurlijk ook de mogelijkheid om in online community’s over problemen en oplossingen te discussiëren.’ Tijdens de afgelopen Hannover Messe won Bosch Rexroth de Hermes Award voor zijn Open Core Engineering-pakket.
Flexibiliteit
Zoals gezegd, is Industrie 4.0 vooral in Duitsland een begrip. ‘Ik hoorde er nog niet zo lang geleden voor het eerst over’, geeft Rimas-directeur Mark Verstraten toe. Rimas bouwt machines en productielijnen op basis van Bosch-componenten en eigen ontwikkeling. ‘Ik besefte wel gelijk dat je het kunt vergelijken met duurzaamheid: veel mkb’ers zijn er al mee bezig maar het heeft nog niet dat stempeltje gekregen. Kijk, klanten willen tegenwoordig vooral dat je ze ontzorgt. Zo kun je je onderscheiden in een markt waar je veel meer moet doen om je klant tevreden te houden. Dat houdt onder meer in dat je de kwaliteit van de uit-
< Een universele fabriek voor kleinere volumes en zo flexibel dat zij veel verschillende producten kan afleveren, dat is waar Industrie 4.0 om draait.
eindelijke producten in het buitenland, via internet, moet kunnen meten. Je zult bepaalde zaken aan de lijn moeten toevoegen en je moet een stapje mee met zijn product. Daar heb je een hele infrastructuur voor nodig. Dat doen we al een tijdje. We hebben het alleen nooit onder de paraplu van Industrie 4.0 geschaard terwijl het daar wel precies onder past.’ Edwin Jongedijk, directeur van sys teemintegrator en serviceleverancier ESPS, vult aan: ‘De time-to-market voor machines wordt steeds korter. Waar je vroeger rustig een jaar de tijd had om een machine te ontwikkelen, moet die nu binnen drie maanden in de productielijn zijn geïntegreerd. En vier maanden later wil de klant er alweer een ander product mee maken. We kiezen daarom steeds vaker voor robotarmen. Je kunt dan eenvoudig automatisch een andere gripper inladen en de machine iets anders laten doen. Die flexibiliteit in onze machines, daar zijn we al lang mee bezig zonder dat we dat ‘Industrie 4.0’ noemden.’
Hamer
Industrie 4.0 predikt communicatie naar buiten, naar de fabrieken van toeleveranciers en klanten die aan de andere kant van de wereld kunnen staan. Hoe manage je alle gegevens die daarbij vrijkomen? Wintjes: ‘Een groep Duitse onderzoekers heeft zich daarin verdiept. Die experts zeggen dat er nog genoeg ruimte is met de huidige technologie om al die informatie te verwerken. En dan hebben ze niet eens meegenomen dat er snellere processoren en meer geavanceerde verwerkingsmethodes gaan komen.’ ‘Het is de kunst van het weglaten’, verwoordt Verstraten het. ‘De les die ik heb geleerd, is dat je met minimale informa-
tie de maximale basiskwaliteitsuitspraak moet doen: is er iets aan de hand of niet? Het is niet handig om röntgenfoto’s van zonnecellen vanuit Burkina Faso naar Nederland te mailen om ze hier te beoordelen. Beter kun je dat lokaal oplossen. Soms weet je ook al meer dan je denkt. Bij mijn vorige werkgever Stork hadden we eens een pomp ontworpen maar waren we vergeten een temperatuursensor te integreren. Een slimmerik maakte toen duidelijk dat je die ook niet nodig hebt. We wisten immers de druk en alle materiaaleigenschappen. De temperatuur konden we daar simpelweg uit afleiden. Dat soort intelligentie is nodig om de grote hoeveelheid gegevens onder controle te houden. Niet alles is even interessant of noodzakelijk.’ Een andere potentiële valkuil voor Industrie 4.0 is security. Het is nu al lastig om kwaadwillenden buiten de deur te houden. Is het niet vragen om problemen als je straks alle lijnen naar buiten openzet? ‘De meest directe oplossing is natuurlijk om de internetkabel alleen in de machine te steken als er behoefte is aan ondersteuning maar dat is natuurlijk niet de bedoeling’, glimlacht Verstraten. ‘Ik heb er niet direct een oplossing voor – ben ook geen specialist – maar ik heb de moeilijkheid nog niet zo ervaren. Het gaat over het algemeen toch om data die voor een buitenstaander moeilijk te begrijpen zijn. Dat is vaak al bescherming genoeg. De informatie waar een concurrent echt wat mee kan, gaat over de prijs waarvoor wordt gewerkt en de hoeveelheden die worden geproduceerd. Die moet je dus uit het open communicatieverkeer houden. Maar ja, als er een virus binnenkomt dat alleen is bedoeld om de boel te verzieken, kan de schade wel eens veel groter zijn.’
‘Toen de hamer werd ontwikkeld om een spijker in te slaan, was er ook niemand die waarschuwde dat je er ook iemands hoofd mee kon inslaan’, brengt Wintjes het beeldend. ‘Wat ik bedoel, is dat er soms vervelende bijeffecten ontstaan. Die kun je misschien niet voorkomen maar je kunt er wel over nadenken hoe je ze kunt minimaliseren. Nu de vraag er ligt, ben ik ervan overtuigd dat er oplossingen voor zullen worden bedacht.’
Discussie
Als Belgische en Nederlandse machinebouwers geen energie stoppen in Industrie 4.0, lopen ze straks achter, verwacht Bosch Rexroth. ‘België en Nederland zijn niet zo groot, dus we kunnen niet in alle technologieën stappen’, zegt Wintjes. ‘Het is echter wel van belang dat je in de vaart der volkeren meegaat. Nu bij het vormen van het idee moet je meekijken en meepraten. Anders ben je te laat als straks blijkt dat het goed bij je past.’ Wintjes ziet in Industrie 4.0 kansen voor de Lage Landen. ‘We hebben geen grote thuismarkt en we zijn ook geen lage lonenland. We moeten het dus hebben van slimme technologie, niet van dingen die op het commodity-niveau liggen. Met Industrie 4.0 ontstaan er nieuwe bedrijven, nieuwe software, nieuwe technieken. Het gaat er puur om wie er het eerste is en wie er het beste meteen op nieuwe ontwikkelingen kan inspringen.’ ‘Dat de Duitse overheid er hard en gestructureerd aan trekt, is het beste dat je kunt doen. Er moet discussie komen, bedrijven moeten betrokken raken, open communicatie in community’s. Dan krijg je die versnelling die je nodig hebt en komen er nog sneller oplossingen voor de uitdagingen die er nu nog liggen’, besluit Wintjes.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
21
Reserve your stand now
Rich soil for high tech
7 and 8 May 2014 | Congrescentrum 1931 Brabanthallen, ‘s-Hertogenbosch | The Netherlands | www.hightechsystems.eu
OPINIE
Visie of realiteit
A
Dennis Schipper is CEO van Demcon.
ls iets al vijf jaar aanhoudt, kun je moeilijk spreken van een uitzonderlijke situatie die van voorbijgaande aard zou zijn. Dan is het geen crisis meer, maar de nieuwe realiteit. Ik heb het niet zelf bedacht, maar wilde het u toch niet onthouden. Het schoot me weer te binnen toen ik onlangs op tv de H.J. Schoo-lezing van Mark Rutte voorbij zag komen. Bij die gelegenheid, zo luidde de verwachting in politiek Den Haag, zou onze minister-president eindelijk zijn visie op Nederland neerleggen. Het was van zijn kant de afgelopen tijd zo stil geweest, nu zou hij dan met een groot verhaal komen. Tot teleurstelling van de pratende tv-hoofden en de twitterende goegemeente was het meer een nuchtere boodschap. Want aan een hoogdravende visie heeft de liberaal Rutte een broertje dood. Inderdaad is er sprake van een nieuwe economische werkelijkheid, meldde Rutte: het is gedaan met het Nederland en de welvaart van vijf jaar geleden. We gaan over naar een nieuwe wereldorde en daarin ligt meer verantwoordelijkheid bij de individuele burger. De overheid biedt geen oplossing voor diens probleem, maar kan daarvoor hooguit de randvoorwaarden creëren. Het was een boodschap die mij aansprak. Als ondernemer ben ik wel gewend om zelf mijn problemen op te lossen en ik voel daarin geen enkele belemmering. Neem de innovatiestimulering door de overheid die in onze hightechindustrie zo vaak op de korrel wordt genomen. Het instrumentarium daarvoor is inderdaad sober maar als we geld tekortkomen om in risicovolle innovatie te investeren, dan zoeken we wel andere oplossingen. In Europese middelen bijvoorbeeld of bij business angels. Naar mijn idee is er nog steeds voldoende geld voor dit soort doelen aanwezig, maar misschien hebben we in ons land wel te weinig ondernemers. En die randvoorwaarden dan waarin de overheid zo vaak tekort zou schieten? We zijn dit jaar met ons hoofdkantoor naar een andere gemeente verhuisd en dat betekende dat we in de (lange) periode daaraan voorafgaand veel contacten hadden met diverse gemeenten. Die
relaties heb ik als bestendig en voorspelbaar ervaren. Ja, het ging soms langzaam, maar ze waren wel betrouwbaar. En ja, je moet er zelf veel energie in steken. Kortom: de overheid doet wat ze moet doen en voor de rest moeten we het als ondernemers en burgers zelf oplossen. Neem de talloze panden die inmiddels in veel winkelstraten leegstaan, zo illustreerde Rutte zijn ‘visie’. Burgers vinden dat jammer en schrijven het toe aan de crisis: ‘Toe, overheid, help de winkeliers die het zo moeilijk hebben.’ Maar diezelfde burgers bestellen vervolgens wel hun boeken, cd’s en steeds meer andere artikelen op internet. We leven in een veranderende wereld, waarin we zelf (moeten) meeveranderen. Het heeft geen zin om te wachten tot de economie weer aantrekt of om naar de overheid te kijken. Om die reden ook ben ik als ondernemer niet geïnteresseerd in Prinsjesdag. Wat daar wordt gemeld, heeft nagenoeg geen invloed op mijn bedrijf. Als bijvoorbeeld die innovatiestimulering van zo weinig betekenis is, dan is dat maar zo. Ik kom geen buitenlandse concurrenten tegen die door hun overheid beter worden ‘verwend’. Heb ik dan niets te klagen? Jawel, die nieuwe realiteit zou nog wel wat verder mogen doordringen in bepaalde werelden. En dan denk ik, als privépersoon, aan het voetbal. Het is weer gezellig op de tribune bij mijn club en al die andere clubs, het chagrijn – zie PSV – is weer verdwenen. Wel hebben onze Nederlandse clubs de tering naar de nering gezet. De voetbalgrootmachten, Spanje voorop, helaas nog niet. De Spaanse clubs blijven bakken met geld uitgeven terwijl ze torenhoge schulden hebben. Misschien kan Rutte daar eens een visie op ontwikkelen en die zijn Spaanse collega voorhouden in Brussel.
We moeten het als ondernemers en burgers zelf oplossen
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
23
THEMA HYDRAULIEK
Er zit nog genoeg toekomst in hydrauliek Branchevereniging Feda organiseerde een rondetafelbijeenkomst voor hydrauliekspecialisten. Mechatronica&Machinebouw schoof aan om te horen wat de sterktes en zwaktes van hydrauliek zijn. Er blijkt nog heel wat te winnen, onder meer vanwege imagoproblemen en omdat er in de techniek nog flinke stappen zijn te maken. Verder discussieerden de panelleden over certificering, standaardisatie, onderwijs en waterhydrauliek. Alexander Pil
W
at is het belangrijkste pluspunt van hydrauliek? ‘Kracht’, ant woordt aandrijfconsultant Gerard Elffers direct. ‘Of beter: je kunt in een klein volume veel kracht leveren. Niet alleen in lineaire bewegingen maar ook in lang zaam lopende roterende aandrijvingen.’ Frank Markus, directeur van ingenieurs bureau Hydroton vult aan: ‘Kracht is geen vraag bij hydrauliek, dat is er altijd. Hoe zwaar je het ook wilt hebben, het is altijd mogelijk. Het is ook eenvoudig te bereke nen: druk maal oppervlak. Als je de druk maar hoog genoeg kiest of het oppervlak groot genoeg maakt, kun je de grootste krachten halen.’ Op zoek naar de andere sterktes blijkt al snel dat hydrauliek met een stevig imagoprobleem heeft te kampen. In te genstelling tot wat je als leek wellicht zou verwachten, blijkt hydrauliek wel degelijk nauwkeurig te kunnen positioneren. ‘Men sen die dat niet geloven, moeten we echt even uit de droom helpen’, zegt Elffers, die lange tijd betrokken was bij veel zware aandrijvingen van wat nu Tata Steel is. ‘Via servohydrauliek waarbij je met een elek trische besturing de ventielen regelt, haal je binnen zeer korte tijd makkelijk posi tioneernauwkeurigheden van een tiende millimeter. Met elektronisch aangestuurde hydrauliek zet je een massa van twintig ton zeer nauwkeurig op zijn plek.’ ‘De hydrauliekindustrie kampt daar met een verkeerd imago’, beseft Arjan Coppens, verkoopdirecteur bij Bosch Rexroth en voorzitter van de Feda-sectie Hydraulic Solutions. ‘Natuurlijk wordt de technologie vaak ingezet voor grote, zwa
re systemen in bijvoorbeeld de offshore. Dat betekent echter absoluut niet dat ze onnauwkeurig is. Binnen onze business is dat ook bekend. Het is aan ons om te laten zien dat je bij hydrauliek ook aan nauwkeurigheid moet denken.’ Peter Kok werpt op dat het lastig is klanten ervan te overtuigen dat die pre cisie ook binnen handbereik ligt als er meerdere cilinders in het systeem zitten. ‘Je moet dan zo veel moeite doen om het allemaal gelijk te laten lopen dat ze al snel het bijltje erbij neergooien. Daar zit ook een communicatieprobleem’, aldus de directeur van scheepshydrauliekspe cialist WK Hydraulics. Elffers: ‘Er zijn gewoon oplossingen om cilinders te synchroniseren. Het is een kwestie van meten en terugkoppelen. Meten aan de slaglengte van een hydrau lische cilinder is al dertig jaar standaard techniek. Voor betrekkelijk weinig geld heb je een elektronische besturing waar mee je een resolutie van een honderdste millimeter haalt.’ Markus valt Elffers bij: ‘Wij hebben verschillende oplossingen voor gelijkloop. We hebben een compleet systeem met busconnectie tussen de cilinders zodat we ze onbeperkt kunnen koppelen. De on-board elektronica zorgt voor de synchronisatie.’
Onbekend
Zo’n verbinding tussen cilinders illustreert mooi hoe de buitenwacht soms tegen hy drauliek aankijkt, vindt Coppens. ‘Mensen zien hydrauliek als conventionele techniek die zich niet of nauwelijks ontwikkelt. Ze zijn bang voor de beveiliging, voor versto
ring van de signalen, maar er zijn overal al goede oplossingen voor. In elektrische aandrijvingen zie je heel veel ontwikke lingen, nieuwe servomotoren, nieuwe fre quentieregelaars, veel nadruk op safety. Het lijkt wel of veel meer mensen een elektro motor durven aan te koppelen. Een pro grammaatje heb je tegenwoordig ook zo geschreven, of er is een appje voor.’ ‘Hoe komt dat toch?’, vraagt Kok zich hardop af. ‘Waarom gaan de ontwikke lingen daar harder? In die hydrauliek werken ook slimme jongens. Of zijn die te veel aan het navelstaren en kijken ze minder naar buiten?’ ‘Dat heeft onder meer met scholing te maken’, denkt Bennie Jolink, salesengineer bij Holland Hydraulics. ‘Dat was al toen ik
Hydrauliek moet het doen met twee of drie lesjes nog studeerde voor scheepswerktuigkun dige. We kregen drie jaar lang les in elek trotechniek. Er was ook veel aandacht voor pneumatiek. Maar hydrauliek moest het doen met twee of drie lesjes. Dat was toen al heel beperkt en het is er daarna niet beter op geworden. En onbekend maakt onbemind. Bij sommige mensen komt het idee van hydrauliek niet eens op.’ Coppens weet nog wel een oorzaak: ‘De markt voor elektrische aandrijvingen is veel groter en breder. De zware indus trie, offshore, civiele techniek, die markten zijn simpelweg kleiner en er is minder een serie-effect dan bijvoorbeeld in de
Krachtige, betrouwbare hydrauliek Action-Hydro: hoogwaardige hydrauliek voor alle denkbare toepassingen. Specialist met een schat aan ervaring in hydraulische systemen. Voor situaties waar het draait om betrouwbaarheid en duurzaamheid. Action-Hydro B.V. Kabelstraat 7 1322 AD Almere T: 036-5360204 E:
[email protected] I: www.action-hydro.nl
24
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
< A rjan Coppens (rechts): ‘Enkele grote bedrijven zijn er duidelijk in: ‘Als je straks geen certificaat hebt, kom je het terrein niet meer op.’’
fabrieksautomatisering, waar veel elektri sche aandrijvingen worden gebruikt. Het is dus sneller winstgevend om voor die markt te ontwikkelen.’ Gerard de Ruiter, productmanager bij Hit ma Filtratie, geeft een voorbeeld van inno vatie die duidelijk is gericht op de hydrau liek: ‘Er is veel ontwikkeling op het gebied van filtermedia. Filters heb je nodig om de hydrauliekolie te zuiveren voordat die het systeem in gaat. Omdat er nieuwe, veelal zinkvrije, olietypes op de markt komen die kunnen zorgen voor een statische ontla ding, heeft een aantal filterboeren antista tische filters op de markt gebracht.’
Engeland
Kok werpt een inherente zwakte van hy drauliek op: ‘In de hydrauliek ben je altijd aan het omzetten. Je komt vanuit elek trisch vermogen voor de elektromotor waarmee je de pompen voor de hydrauliek aanstuurt.’ Elffers: ‘Soms heb je aan boord van een schip een constante-druknet maar over het algemeen kun je niet zo maar ergens aftappen. Dus je moet bijna altijd een aggregaat hebben om de olie onder druk te krijgen. Elektriciteit heeft het voor deel dat er overal stopcontacten aanwe zig zijn en je direct aan de slag kunt. Een van de weinige plekken waar dat minder speelt – en waar hydrauliek ook heel dui delijk de eerste keus is – is in mobiele toe passingen zoals vrachtwagens, rupskranen en kiepauto’s maar vooral werktuigen voor grondverzet. Netvoeding is daar niet han dig maar je kunt de pomp wel direct aan de dieselmotor koppelen.’
Een andere zwakte van hydrauliek zijn potentiële lekkages. ‘Grotendeels berust het op vooroordelen, maar we kunnen niet ont kennen dat hydrauliek kan lekken. Die kans bestaat altijd’, geeft Elffers toe. Coppens:
De hydrauliekindustrie kampt met een verkeerd imago’ ‘In bewegende aandrijvingen ontkom je nu eenmaal niet aan slijtage. Wat beweegt, dat slijt. Je moet voorzorgsmaatregelen nemen zodat de olie niet op de verkeerde plek lekt. Veel mensen zeggen dat hydrauliek niet geschikt is voor de voedselindustrie, maar bij Bosch Rexroth vinden we dat niet zo’n punt. We hebben een aantal grote klanten in die markt die bijvoorbeeld gewoon de hamburgers van McDonald’s maken. Er zijn genoeg slimme technologieën om de even
tuele lekkages onder controle te houden.’ ‘Wat ook helpt, is de ontwikkeling van foodgrade oliën en vetten’, vult De Ruiter aan. Volgens Jolink is er wat te halen bij de manier waarop onderhoud wordt gepleegd. ‘Kijk’, zegt hij, ‘als er een elektriciteitskabel blank is geschuurd, wordt hij direct vervan gen. Bij hydrauliek wachten ze tot het echt helemaal kapot barst. Waarom?’ Kok valt hem bij: ‘In de pneumatiek geldt hetzelfde: daar gaat het meeste geld verloren aan lekverliezen. Het boeit niemand dat het sist omdat je er niet van doodgaat.’ ‘Het loopt altijd met een sisser af’, grapt Jolink. ‘Wat dat betreft, lopen we honderd jaar achter op onze elektrische vrienden’, rea liseert Elffers zich. ‘In die markt hebben ze het honderd jaar geleden al duidelijk gemaakt: ‘Denk erom, mensen, elektriciteit is gevaarlijk. Daar mogen alleen gekwalifi ceerde mensen aan sleutelen.’’ Coppens haakt daar direct op in. Na mens de Feda-sectie Hydraulic Solutions is hij in Groot-Brittannië geweest om te
Deelnemers aan het rondetafelgesprek •A rjan Coppens is verkoopdirecteur bij Bosch Rexroth, bestuurslid bij Feda en voorzitter van de Feda-sectie Hydraulic Solutions. •G erard Elffers werkte jarenlang bij Hoogovens (nu Tata Steel). Na zijn pensioen is hij een eenmansbedrijf gestart dat advies geeft over aandrijvingen. • F rank Markus is directeur van Hydroton Engineering, partner voor het ontwerpen, bouwen en in gebruik stellen van hydraulische systemen. •B ennie Jolink werkt als salesengineer bij Holland Hydraulics, een Hengelose specialist in engineering van hydraulische systemen. •P eter Kok is directeur van het Barendrechtse WK Hydraulics, dat zich richt op hydrauliekoplossingen voor de maritieme sector. •G eert de Ruiter is productmanager bij Hitma Filtratie, een onafhankelijke leverancier voor filtratieproducten en -systemen voor onder meer de hydrauliek.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
25
THEMA HYDRAULIEK
kijken hoe ze daar de hydrauliekindustrie aanpakken. ‘Vanuit de markt, vooral vanuit grote bedrijven zoals Akzo, DSM en Tata Steel, hebben we de vraag gekregen om in Nederland te zorgen voor certificering zodat ze alle bedrijven en bedrijfjes die ‘hydrauliek’ op hun busje zetten beter kun nen beoordelen. Uit veiligheidsoogpunt maar ook verzekeringstechnisch. Een ver warmingsmonteur mag alleen een ketel ophangen als hij is gecertificeerd. Is hij dat niet en er gaat wat fout, dan betaalt de verzekering niet uit. Voor elektrische installaties hetzelfde verhaal. Maar in de hydrauliek niet. In Engeland zijn ze daarin een stukje verder. Ze hebben er een certi ficeringstraject opgezet en al achttienhon derd monteurs geschoold. Dat lijkt goed te werken. Het is zelfs al zover dat bedrijven geen opdrachten van de overheid krijgen als ze geen certificering kunnen tonen of hun zaakjes niet op orde hebben.’ Jolink is wel te spreken over het initiatief. ‘Niet direct vanuit mijn eigen bedrijf want ik weet dat mijn mannen nu al heel capabel zijn. Maar voor de buitenwacht is het goed
dat ze aan de hand van zo’n certificaat het kaf van het koren kunnen scheiden.’ De rest van het panel knikt instemmend. Kok steekt wel een waarschuwende vinger op: ‘Ik zie een probleem opdoemen. In het verleden heeft de petrochemische industrie ook een certificering ingevoerd. De principalen – de Shells van deze wereld – stelden die direct
Met elektronisch aangestuurde hydrauliek zet je grote massa’s zeer nauwkeurig op hun plek verplicht, wat iedereen in dezelfde hoek dreef. Zonder dat basiscertificaat kom je er niet meer binnen. In de hydrauliek zijn er misschien ook een paar grote jongens die dit willen, maar het werkt pas echt als het in de breedte wordt gedragen.’ Markus valt hem bij: ‘Ik ben ook voorstander van certificering, maar ik zie dat het op heel
veel plaatsen helemaal niet boeit. Als je bij wijze van spreken een kwartje duurder bent, kiezen ze al voor een ander. Lang niet iedereen wil betalen voor meer kwaliteit.’ Coppens antwoordt: ‘Enkele grote be drijven zijn er heel duidelijk in: ‘Als je straks geen certificaat hebt, kom je het terrein niet meer op.’ De volgende stap is om er bij de politici aandacht voor te krijgen. Om iedereen te verplichten zich te certificeren, dat overstijgt het niveau van een branchevereniging. De Feda of de Cetop, de Europese associatie voor fluid power, zijn niet de instanties om dat soort regelgeving op te leggen. In december is er een Cetop-meeting waar dit punt zeker op de agenda staat.’
Oppassen
De discussie verschuift naar een ander punt waar inmenging vanaf Europees of zelfs wereldniveau gewenst is: standaardi satie. Elffers: ‘Er zijn wel standaarden in de hydrauliek maar er komen er ook steeds bij. Het is net als met die pausen toenter tijd. Op een gegeven moment had je twee
“Eénvoudig online bestellen, groot
assortiment en snelle levering. Hier worden wij vrolijk van!” Foto: Etienne Oldeman
Marcel Koolmees, van der Waay Machinebouw B.V.
Uw totaalleverancier voor alle MRO onderdelen.
088 0666 000 Ma. - Vrij. 08:00-18:00 uur
26
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
> Peter Kok (links): ‘In de pneumatiek gaat het meeste geld verloren aan lekverliezen. Het boeit niemand dat het sist omdat je er niet van doodgaat.’
pausen. Om dat op te lossen, benoemden ze een nieuwe paus. En toen waren er in eens drie. Zo gaat het in de hydrauliek ook vaak. De Iso kan wel een standaard opleg gen, maar als de grote leveranciers er niet achter staan, heb je er gewoon weer een extra standaard bij. Grote bedrijven zoals Tata hanteren vaak hun eigen standaard.’ Bijkomend probleem is dat de koppelin gen van verschillende fabrikanten met een grote sleutel en een beetje geweld vaak toch in elkaar passen. ‘We moeten er zelf voor zorgen dat we onze industrie schonen van dat soort activiteiten want er gebeu ren gewoon ongelukken mee. In de elektro hebben ze dat weer veel beter geregeld; een laagspanningsstekker past niet in een hoogspanningsaansluiting’, aldus Coppens. ‘Als voorzitter van Hydraulic Solutions steek ik daar tijd in. Op Europees niveau, via de Cetop, moeten we in de standaardisatie commissie meer gegevens uitwisselen.’ Opnieuw is het Kok die de andere kant van de medaille belicht: ‘Ik onder steun het van harte, maar ik vind het een halfdood paard. Waarom? Omdat we nog niet eens in staat zijn om over andere ontwikkelingen te praten. We houden alles angstvallig geheim. Neem bijvoorbeeld Walterscheid, een Duitse leverancier van koppelingen. Dat bedrijf heeft technologie ontwikkeld die abso luut beter is dan wat we eerder gebruik ten. Het is alleen helemaal afgedekt met patenten. Dat is hun goed recht natuur lijk, maar het betekent wel dat anderen er niet op kunnen verder bouwen en de ontwikkelingen dus lang niet zo snel gaan als je zou willen.’
‘Ik moet eerlijk zijn: het gaat allemaal vrij langzaam’, geeft Coppens toe, ‘maar ik denk niet dat het verstandig is om de bal bij de overheid te laten liggen. We hebben CE, PED en verschillende Atexstandaarden die over ons zijn uitgerold omdat we onszelf er niet mee bemoeiden. We moeten voorkomen dat de overheid ons straks een hydrauliekstandaard oplegt waar we ons niet in kunnen vinden. Vanuit de branche moeten we via een technische commissie het initiatief nemen om aan de overheid vertellen hoe we het graag zou den willen hebben.’
Minister Kamp
Elffers brengt een bedreiging voor de hydrauliek ter tafel: ‘Veel mensen in de aandrijftechniek hebben de neiging om binnen de schuttinkjes te blijven denken. Dertig jaar geleden zijn er heel slimme pompen ontwikkeld, vol met allerlei hy draulische regelkringetjes. Fantastisch hoor, maar inmiddels zijn de frequentie regelaars zo goedkoop geworden en heb ben ze zo veel kunstjes aan boord, dat het veel simpeler is om het elektronisch op te lossen. Het heeft verschrikkelijk lang geduurd voordat mensen dat beseften.’ Hoe breken we de muren tussen de disciplines af? ‘Nu hijs je me op mijn stokpaard’, glimlacht Elffers. ‘Ik vind dat de aandrijftechniek één discipline is. Hydraulisch, pneumatisch, elektrisch of mechanisch, het is allemaal hetzelfde vak. De analogieën zijn groter dan de verschillen. Een Ward-Leonardregeling uit de elektrische aandrijving is in feite hetzelfde als een secundair geregelde
hydraulische schakeling. Ik vind dat mensen moeten kunnen inzien dat een oplossing van de buurman in wezen het zelfde is maar met een andere basistech niek. Druk maal volumestroom is hetzelf de als elektrische spanning maal stroom en dat is weer hetzelfde als kracht maal snelheid. Als we dat met z’n allen wat beter zouden realiseren, is het veel mak kelijker om over de schutting heen te kijken. Daarom werk ik ook mee aan de cursus ‘Aandrijftechniek van werktuig kundige systemen’ van Mikrocentrum, die deze kennis integraal behandelt.’ Opnieuw wijzen de panelleden naar het onderwijs als het begin van de oplos sing. Elffers: ‘Hydrauliek wordt daar vaak terzijde geschoven. Het lesmateriaal is kostbaar waardoor ze ervoor kiezen om
Hydraulisch, pneumatisch, elektrisch of mechanisch, het is allemaal hetzelfde vak het pneumatisch te doen, of alleen een simulatieprogrammaatje te draaien.’ Kok vult aan: ‘Er is geen focus. Ga eens kijken wat voor proefobjecten er bij ROVC staan. Wil je jongeren warm maken voor hy drauliek, dan moeten ze op een praktijk dag moderne hydraulische technologie zien. Geen installaties van bedrijven die al twintig jaar niet meer bestaan.’ Ligt daar een taak voor de Feda? Cop pens: ‘Feda kan geen spullen en mate rialen leveren maar ze kan het wel be
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
27
THEMA HYDRAULIEK
vorderen. Bijvoorbeeld door scholen en opleidingsinstituten samen te brengen met bedrijven. En de Feda kan bij de over heid aankloppen voor de financiering. Minister Kamp zegt het vaak genoeg: er is een tekort aan technici. Reserveer hier dan maar een subsidiepotje voor.’
Koraalrif
Vorig jaar stond het Hydrauliek Sym posium, georganiseerd door Platform Hydrauliek en Feda, in het teken van wa terhydrauliek. ‘Er wordt veel over gespro ken, maar het wordt nog maar heel weinig toegepast’, weet Markus. ‘Er is veel weer stand tegen. Klanten zijn moeilijk te over tuigen om het te doen en heel makkelijk te overtuigen om het niet te doen. Water smeert niet net als olie. Dat vinden ze raar. En het zou vies worden net als water in een aquarium. Dat klopt ook wel, maar we kunnen die zaken allemaal oplossen.’ Elffers vult aan: ‘Bij Tata werkten we vroeger vrij veel met waterhydrauliek. Het is er nog steeds, maar het wordt min der. De belangrijkste reden om het wel te
28
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
Holland Hydraulics ontwikkelde een powerpack met 24 hydraulische uit gangen voor de aansturing van een messenslijpmachine. De messen zitten in een kooi die onderdeel is van een groter systeem om hout te verspanen. Acht hydraulische uitgangen zijn gereserveerd om die kooi te fixeren als de messen worden geslepen. Acht zijn gekoppeld aan cilinders die de pendelbe weging langs de messen voor hun rekening nemen. De resterende acht zijn verbonden met hydromotoren die zorgen voor het roteren van de slijpstenen. Door de hoge vermogensdichtheid van de hydraulische componenten is het een compacte machine geworden. Met elektromotoren en elektrische line aire actuatoren zou dat niet zijn gelukt.
doen, is brandgevaar. De belangrijkste re den om het niet te doen, zijn snelle rege lingen. Dat gaat bij waterhydrauliek name lijk niet vanzelf. Het is een vak apart. Als je veel van oliehydrauliek weet, wil dat nog niet zeggen dat je ook een waterhydrau
Waterhydrauliek is de beste verzekering die je kunt afsluiten lisch systeem langdurig en betrouwbaar aan de praat kunt houden.’ Markus weer: ‘Er zijn ook meer weinig bedrijven in de wereld die besturingen maken voor waterhydrauliek. Speciale ci linders en pompen zijn niet zo lastig, maar de besturing is dat wel. Water is wat dat betreft een lastig medium. Het is harder en dunner dan olie en geeft problemen bij bepaalde drukken.’ Waarom dan toch al die moeite? ‘Het is de beste verzekering die je kunt afsluiten’, antwoordt Markus. ‘Risico’s rond brandge vaar en milieu zijn er niet. Een voorbeeld: we hebben eens een waterhydraulisch systeem geleverd voor een groot testbas sin. De bouwer had echter een stalen rin getje om zijn rvs-boutjes gelegd voor de cilinderophanging. Daar had hij niet goed over nagedacht natuurlijk want door cor rosie raakte er nu een cilinder los en werd er een slang uit de muur getrokken. Door dat het water was, kostte het de klant vrij wel niets. Maar als het oliehydrauliek was geweest, was hij failliet gegaan.’ Coppens heeft ook een voorbeeld: ‘We hebben het een keer gehad, jaren gele den bij Douwe Egberts. In een oven ston den drie batches klaar in te drogen. Toen werd geconstateerd dat er wat olie lekte uit een cilinder. Gelijk heeft DE de hele batch vernietigd maar ook de batches ervoor en erna. Met waterhydrauliek had den ze hooguit de oven wat langer hoe ven laten aanstaan.’ Markus heeft ervaren dat de onbekend heid de technologie parten speelt: ‘Het is zoeken naar pioniers, naar mensen die hun nek uitsteken. Zelfs bij de overheid zijn ze er huiverig voor. Omdat waterhydrauliek zich nog niet vaak heeft kunnen bewijzen, durven ze er niet aan. Aanbestedingen worden al snel toegewezen aan normale hydrauliek omdat dat iets goedkoper is en het zich al veel vaker heeft bewezen.’ Gaat dat snel veranderen? ‘Nee’, zegt Markus resoluut. Elffers: ‘Dat is ook mijn
antwoord. Toen ik dertig jaar geleden met waterhydrauliek werd geconfron teerd, was het in Duitsland een belang rijk thema. Alle grote apparatenleveran ciers voor de mijnbouw hadden ook een afdeling waterhydrauliek. Die dachten allemaal dat wanneer de mijnbouw zou teruglopen, ze waterhydrauliek naar de industrie konden dragen en een gouden toekomst tegemoet zouden gaan. ‘Over tien jaar is alles waterhydrauliek.’ Ik hoor het al heel lang, maar het blijft een niche. Alleen als er overheidsmaatrege len komen, kan het zich echt ontwikke len. Landen als Australië bijvoorbeeld die erg op hun koraalrif zijn gesteld, zouden het voortouw kunnen nemen.’
Verwend
Markus constateert dat er in de markt steeds meer vraag is naar geïntegreerde systemen: ‘Dus niet alleen een cilinder leveren, maar een intelligente cilinder inclusief besturing. Dat geldt voor de
aandrijvingen. Nu moeten we ineens snel handelen.’ Kok: ‘Er blijft wel een deel van de markt waar hydrauliek onbetwist de eerste keus is. De systemen worden namelijk nog steeds groter. Toen ik vijfentwintig jaar geleden in de hydrauliek voor de scheepsbouw begon, was een pijp met een diameter van 38 mil limeter heel groot. Inmiddels bouwen we aan de lopende band systemen met pijpen van 80 millimeter. De krachten die je daar mee kunt genereren, liggen nog buiten het bereik van elektrische aandrijvingen.’ Zoals gezegd wordt er veel ontwikkeld voor de hydrauliek. ‘Nieuwe materialen en coatings, regelelektronica, bussyste men’, somt Coppens op. ‘Ook komen er nu oplossingen om installaties op af stand uit te lezen. Daar liggen we weer wat achter.’ Markus: ‘De marktvraag was er ook niet. Pas sinds kort krijgen we de vraag om bijvoorbeeld de besturing van gemalen op afstand te kunnen beïnvloe den.’ Kok beaamt dat: ‘We hebben nu pas
Ertsoverslagbedrijf Europoort (EECV) is een van de grootste en modernste overslag bedrijven van massagoed in Europa. Op zijn locatie in de Europoort slaat het op jaarbasis circa dertig miljoen ton ijzererts en kolen over. In februari dit jaar nam EECV zijn zevende bucket wheel reclaimer in gebruik. Deze graafwielmachine heeft de capaciteit om 3500 ton per uur te verzamelen. De aandrijving wordt geregeld door een direct drive-systeem van Bosch Rexroth, aangedreven met een hydraulische motor (Hägglunds MB 1600). Onder meer vanwege de goede beveiliging tegen over belasting en het hoge koppel past de direct drive zeer goed in deze zware omgeving. Foto: Hans Langerak, Bosch Rexroth
hele aandrijftechniek, maar hydrauliek heeft daar een inhaalslag te maken. Pneumatiek is ermee begonnen om com plete units te leveren. Elektra volgde al snel, maar de hydrauliek loopt achter. Hoe dat komt? We zijn een beetje ver wend geweest. Lange tijd waren we de enige oplossing voor zware bewegingen. Niemand anders kon dat. Maar inmiddels worden we bedreigd door elektrische
de eerste opdracht binnengekregen van een grote rederij om zijn systemen vanaf een centrale te kunnen monitoren. De technologie is wat lastiger dan bijvoor beeld in de machinebouw. In fabrieken zitten er volop netwerkaansluitingen en stopcontacten. Op een schip heb je geen normale telefoonverbinding. Dat is een heel andere uitdaging.’ Hydrauliek is toch net even anders, wil hij maar zeggen.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
29
THEMA HYDRAULIEK
Toegepast bij bouw nieuw Brussels metrotraject
Hogedrukhydrauliek in synchroon positioneersysteem Holmatro Voor het nauwkeurig optillen van lange betonnen bakken voor de bouw van een nieuw ondergronds spoortraject in Brussel ontwikkelde Holmatro een modulair hydraulisch synchroon positioneersysteem. Voor het eerst combineert het bedrijf hierin hogedrukhydrauliek met digitale besturingstechniek. De positioneerafwijking bedraagt slechts een millimeter per cilinder, zodat tijdens het heffen en dalen geen ontoelaatbare spanningen in de constructie optreden. Frank Senteur
D
e Schuman-Josaphat-spoortunnel die de Belgische aannemer CEI– De Meyer momenteel in Brussel bouwt, is onderdeel van een nieuwe rechtstreekse spoorverbinding tussen de hoofdstad en luchthaven Zaventem. In het nieuwe tracé worden zesentwintig betonnen spoorbakken met een lengte van negentig meter en een gewicht van vierhonderd ton direct gestort in de tunnelschacht. De betonnen gevaartes moeten na het uitharden worden opgetild om er trillingdempers onder te kunnen plaatsen. De bovenliggende gebouwen ondervinden dan straks geen last van de treinen en metro’s die eronderdoor razen. Dat laatste is belangrijk want het tracé doorkruist het hart van de Europese wijk met tal van bestaande constructies, waaronder het Berlaymont-gebouw (het hoofdkantoor van de Europese Commissie), een andere spoortunnel en diverse historische woningen. Stringente eisen aan onder meer de toegankelijkheid van het gebied maken dat de constructiewerken snel en vlekkeloos moeten verlopen. Aan de andere kant moest Bam-onderdeel CEI-De Meyer de overlast voor de omgeving minimaliseren door gebruik te maken van zeer krap bemeten toegangen tot het ondergrondse werk. Voor de toeleveranciers van betonconstructies en materieel betekende dit een interessante uitdaging omdat ze naar veel compactere oplossingen moesten zoeken. De ingebruikname van de nieuwe tunnel in Brussel is voorzien voor midden 2014. CEI–De Meyer klopte aan bij hydrauliek engineer Holmatro uit Raamsdonksveer om mee te denken over het positioneersys teem. De ontwikkeling van zijn modulaire hydraulische synchrone oplossing kwam daarmee in een stroomversnelling. Voor Holmatro was de opdracht namelijk een signaal om zijn hydraulische systeem zo handzaam en mobiel mogelijk te maken.
30
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
‘Het belangrijkste verschil tussen onze producten en die van andere bekende hydrauliekleveranciers is dat wij ons uitsluitend op compacte hogedrukhydrauliek concentreren’, legt key-accountmanager Diederik Bekkering uit. ‘Daarmee zit je gelijk in een specialistisch segment met veel minder aanbieders dan in bijvoorbeeld de 350 bar-wereld, waar je doorgaans over veel grotere slaglengtes van de hydraulische cilinders praat. Wij hebben het over een druk van 720 bar. Ruim het dubbele dus en dat betekent dat onze gereedschappen veel energiedichter zijn en we er ondanks de compacte afmetingen enorme
krachten mee kunnen genereren. Het is logisch dat dit met name speelt bij de redgereedschappen (zie kader, FS). Bij 350 bar zouden die aanzienlijk groter en zwaarder worden en daarmee niet te hanteren. Ook bij onze industriële gereedschappen passen we hogedrukhydrauliek toe en daarvoor produceren we zelf zowel de cilinders als de pompen, kleppen en kranenblokken. We hebben daarvoor een eigen R&D-afdeling en beschikken over moderne productiefaciliteiten met diverse CNC-machines. Standaard hebben we zo’n honderdvijftig cilinders in het programma en daarnaast bouwen we cilinders op maat.’
Foolproof
I edere hydraulische cilinder wordt geflankeerd door een elektromechanische wegopnemer. Het staaldraadje is aan de last bevestigd en stuurt een roterende opnemer in het kastje aan waarmee de verplaatsing op tienden van millimeters nauwkeurig wordt gemeten.
De vraag van CEI–De Meyer paste in het straatje van Holmatro; het bedrijf was al een tijdje bezig met het verkennen van de mogelijkheden op het vlak van digitaal bestuurde servohydrauliek maar de ontwikkelaars uit Raamsdonksveer waren er nog niet helemaal uit. De vraag uit België betekende echter dat ze even de turbo erop moesten zetten en dus werden de koppen bij elkaar gestoken. Waarom was er zo’n haast bij? Merijn Schippers, projectleider R&D bij Holmatro: ‘Het centrum van Brussel is al erg druk en overbelast, dus ze wilden de bouwoverlast minimaliseren door het project zo snel mogelijk af te ronden. Ze wilden dus ook snel beginnen. Omdat je geen grote constructies door de ingangen kon manoeuvreren, is besloten om de negentig meter lange betonnen bakken ter plaatse te gieten. Om de metrobaan te isoleren, moesten ze vervolgens enkele tientallen centimeters worden opgetild zodat er neopreen dempers onder konden worden gelegd, om de bakken daar vervolgens op te laten rusten. Voor dit tillen en weer laten zakken hadden ze onze apparatuur nodig.’ De bakken zijn vijf meter breed en moeten zowel voor het heen- als teruggaande
> I n de nieuwe Brusselse spoortunnel zal het door Holmatro ontwikkelde systeem in totaal zesentwintig bakken van negentig meter lengte en een gewicht van vierhonderd ton nauwkeurig optillen zodat er dempers onder kunnen worden geplaatst.
spoor worden geïnstalleerd. Schippers: ‘Een aardige klus dus. Omdat wij geen bouwonderneming zijn en geen aspiraties hadden om daar anderhalf jaar lang mensen van ons neer te zetten, wilden we een hefsysteem ontwikkelen dat de klant – na het volgen van een introductiecursus – helemaal zelf kon installeren en bedienen. Dit was overigens ook een wens van CEI– De Meyer, want dan hadden ze na aanschaf gelijk een hefsysteem in huis waarmee ze ook alle toekomstige synchrone hefwerkzaamheden konden uitvoeren.’ Aan Holmatro dus de taak om ervoor te zorgen dat het systeem modulair configureerbaar en foolproof is qua programmering en bediening. ‘Hydraulisch gezien, was een en ander niet zo ingewikkeld’, vindt Schippers. ‘Je rekent gewoon uit wat het gewicht is van de bak. Omdat je weet wat een cilinder kan heffen, kwamen we in dit geval op twaalf hogedrukcilinders uit. Deze worden aangestuurd met zogeheten Quatro-pompunits die zijn voorzien van een eigen PLC. Op de pompunits kunnen maximaal vier cilinders van 720 bar worden aangesloten. Om de exacte verplaat-
Wereldspeler Holmatro
sing te meten en deze terug te koppelen naar de besturing heb je een wegopnemer nodig. Dit is een systeem met een kabeltje geworden dat elke cilinder flankeert. Kortom: tot nu toe niks ingewikkeldst. Een standaard gesloten regelkring in feite.’ Maar dan? Hoe bedien je dit? Hoe programmeer je dit? Hoe bewaak je dit? Hoe beveilig je dit en hoe maak je het systeem universeel toepasbaar? ‘Dat was vooral een besturingstechnische uitdaging. Ook die besturing en de HMI hebben we van a tot z in eigen huis ontwikkeld’, vertelt Schippers.
Wizard
‘De hydraulische hardware van dit synchrone positioneersysteem was niet de grootste uitdaging omdat we al veel hogedrukcilinders in het programma hebben en ook al de nodige complexe en zware hefklussen met onze apparatuur hebben uitgevoerd’, zegt Schippers over het R&D-traject. ‘Het moeilijkst was zoals gezegd het ontwikkelen van de besturing en de HMI. Uitgangspunten daarbij waren onder meer dat we een
Holmatro, opgericht in 1967, is vooral bekend als producent van hydraulische redgereedschappen. Brandweerkorpsen en reddingwerkers over de hele wereld maken gebruik van deze krachtige gereedschappen, zoals scharen en spreiders, waarmee mensen onder meer uit auto’s en gebouwen kunnen worden bevrijd. Hiermee is Holmatro wereldwijd marktleider. Daarnaast heeft de private, puur Nederlandse onderneming een succesvolle industriële divisie die zich vooral toespitst op de ontwikkeling en productie van oplossingen voor het beheerst inzetten van extreme krachten bij (zware) industriële toepassingen. Het productenaanbod omvat onder meer hydraulische cilinders, hefgereedschappen, hydraulische wiggen, industriële kniptools en gieterijgereedschappen. Holmatro heeft naast de verkoop- en productievestigingen in Raamsdonksveer en de VS eigen verkoopvestigingen in Groot-Brittannië, Polen en China en telt wereldwijd zo’n 320 medewerkers.
plug-and-play systeem wilden realiseren en dat vrijwel alle mogelijke hardwarecombinaties mogelijk zouden zijn. Dus vanaf een systeem met een enkele hefcilinder tot en met een systeem met tientallen synchroon bewegende cilinders.’ Als basis van de besturing koos Holmatro voor een Siemens Simatic-HMI met touchscreen. ‘Die hebben we in een slagvaste kunststof koffer gemonteerd met een multipointconnector voor het aansluiten van de pompunits die via een busnetwerk met elkaar in verbinding staan. De druksensoren van elke cilinder en de wegopnemers zijn op de PLC’s van de Quatro-pompunits aangesloten. Omdat de pompunits met een veldbussysteem zijn gekoppeld, hoeft er maar één kabel naar de besturingsunit waarop alle digitale signalen van de pompunits en de druk- en wegopnemers binnenkomen. De software hebben we volledig zelf ontwikkeld met veel aandacht voor veilig heffen. We hebben daarbij een installatiewizard ontworpen zodat iedereen na een korte training het systeem kan configureren, kalibreren, programmeren en controleren.’
Vuurdoop
De gebruiker begint met het hardwaretechnisch opbouwen van de hydrauliek. Dus Quatro-pompen neerzetten, daar de cilinders op aansluiten en de weg- en drukopnemers installeren en aansluiten op de PLC’s van de pompunits. Die componenten worden aan elkaar gekoppeld met een veldbuskabel. Zodra deze kabel in de HMI-unit is gestoken en de installatiewizard is gestart, leidt de computer de gebruiker stap voor stap door de setup van het systeem.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
31
Wie wint de
HTNL Award
2013...
Op 8 oktober maken we de drie genomineerden bekend voor dé prijs voor de beste prestatie in de hightech. Terechte kanshebbers; op www.hightechnl.nl/award kunt u zien waarom. De uiteindelijke winnaar wordt bepaald tijdens het Bits&Chips Embedded Systems event op 7 november. Dan pitchen de genomineerden hun project. Wie komt tot de beste technologische innovatie door bewezen
samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen? Kom ook op 7 november en stem mee.
De HTNL Award wordt mogelijk gemaakt door
THEMA HYDRAULIEK
< D ankzij de hoge druk van 720 bar kunnen de hydraulische cilinders ondanks hun slanke vormgeving enorme krachten overbrengen. Door het aandraaien van de moer op de zuigerstang wordt de cilinder mechanisch geborgd.
Daarbij weet het systeem overigens al hoeveel cilinders en pompunits er op het systeem zijn aangesloten. Die inventarisatie gebeurt automatisch en wordt weergegeven in een menu waarop alle cilinders zijn te zien. Daarna volgt het ‘kalibreren’ van het systeem – ofwel het op nul zetten van alle cilinders door ze een voor een exact tegen de last te zetten – zodanig dat ze allemaal dezelfde tegendruk ondervinden. De wegopnemers worden dan op nul gezet, waarna de operator kan ingeven welke verplaatsing moet worden gerealiseerd en hoe snel dit moet gebeuren. Dat hangt uiteraard af van de soort constructie en eventuele extra veiligheidseisen. ‘In Brussel moeten de bakken vijfentwintig centimeter omhoog, zodat de isolatie ertussen kan worden aangebracht’, legt Bekkering uit. ‘Die afstand kun je in twaalf minuten realiseren, maar om er zeker van te zijn dat het goed gaat, gaat dat vooralsnog in stapjes van 50 mm. Ik denk dat als er eenmaal een aantal bakken is gelift en ze vertrouwen hebben in het systeem, ze wel wat stapjes zullen overslaan.’ Vanuit de HMI wordt de operatie aangestuurd en alles is live op het touchscreen te volgen. Feedback, afkomstig van meerdere sensoren binnen het systeem, wordt direct omgezet in een nauwkeurige aansturing van de Quatro-pompen en kleppen waarmee de aluminium cilinders worden aangestuurd. Indien nodig of gewenst, zijn de mobiele pompunits ook afzonderlijk en handmatig te bedienen. Behalve voor de basisfunctionaliteiten positioneren, uitlijnen, heffen, dalen en wegen is het systeem geschikt voor kanteltoepassingen en kan er behalve met standaard hefcilinders ook worden gewerkt met klimcilinders.
Op het moment dat de bak in Brussel op de goede hoogte is, worden de borgmoeren op de zuigerstangen van de hydraulische cilinders aangedraaid zodat de cilinders mechanisch zijn vergrendeld. In feite zou dan de druk van het systeem af kunnen omdat dit een volkomen veilige situatie is. Na het aanbrengen van de trillingsisolerende neopreen dempers wordt het systeem weer op druk gebracht en de borgmoeren losgedraaid. Vervolgens zorgt de besturing er door het aansturen van de kleppen voor dat de bak weer heel rustig daalt totdat deze stationair op de dempers ligt. In Brussel worden er in totaal twaalf hefcilinders toegepast met dus ook twaalf wegopnemers en twaalf druksensoren. Op de besturing kunnen echter zestien Quatro-
pompunits met elk vier cilinders worden aangestuurd. Daarmee zijn zeer grote en zeer zware objecten (tot een paar duizend ton) te heffen. ‘Dat hangt er uiteraard ook vanaf welke cilinders je toepast en wat de gewenste hefhoogte is’, benadrukt Bekkering. ‘In ieder geval hebben we hiermee een nieuw digitaal hoofdstuk toegevoegd aan de hogedruktechnologie van Holmatro. Omdat het systeem universeel toepasbaar is en makkelijk te bedienen, is er veel belangstelling voor. Bij het Brusselse project, dat in feite de vuurdoop is van het systeem, zijn we nog geen bugs of andere onvolkomenheden tegengekomen. Alles werkt feilloos zodat niets in de weg staat om dit hydraulische synchrone positioneersys teem breed in de markt te gaan zetten.’
D e HMI beschikt over een touchscreen waarmee het systeem, mede dankzij de installatiewizard, makkelijk kan worden geconfigureerd en geprogrammeerd. Tijdens het gecontroleerd heffen of laten zakken van de last is het procesverloop realtime op het scherm te volgen.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
33
ACHTERGROND OVER LOGISTIEK
Perfect georkestreerde bedrijvigheid
Geen havenarbeider meer te zien bij containeroverslag Tweede Maasvlakte Op de net aangelegde Tweede Maasvlakte in de Rotterdamse haven worden de meest geavanceerde containerterminals op aarde gebouwd. Kranen worden op afstand bestuurd. Elektrische AGV’s met lift verplaatsen zelfstandig containers en verversen zelf hun batterijen als de oude leeg raken. Deze en andere noviteiten zullen de containerafhandeling straks sneller, efficiënter en milieuvriendelijker maken dan ooit tevoren. De bedrijvigheid op het overslagterrein gaat straks 24/7 door, maar mensen zul je er (bijna) niet meer aantreffen. Jan Kees van der Veen
T
wee vrachtwagens voeren een fascinerende pas de deux uit op een geasfalteerde vlakte. Terwijl de een start, stopt, keert en ingewikkelde bochten maakt, komt de ander af en toe met grote snelheid aanstuiven, om vervolgens weer even snel achteruit te rijden – de choreograaf lijkt een onhandige toenaderingspoging te willen uitbeelden. Behalve het gepiep van banden op het asfalt en het suizen van de wind is dit mechanisch
goederentreinen – het houdt maar niet op. Veertig jaar lang mocht Rotterdam zich de grootste haven ter wereld noemen, maar sinds 2004 is de Maasstad voorbijgestreefd door snelgroeiende havens in het Verre Oosten en naar de vijfde plaats gezakt. Als we ons beperken tot containeroverslag is het beeld zelfs nog dramatischer: Rotterdam is nog wel de grootste van Europa, maar staat op de wereldranglijst op plaats elf. De nummer een, Shang-
ls de Tweede Maasvlakte volgend jaar opent, zal het een A komen en gaan zijn van automatisch geleide voertuigen die het containertransport voor hun rekening nemen.
ballet geluidloos. Wie dichterbij komt, ziet dat het geen vrachtwagens zijn. Ze hebben geen cabine, geen bestuurder, geen voor- of achterkant; ze worden door geheimzinnige handen bestuurd. Het zijn automatisch geleide voertuigen (AGV’s), bedoeld voor containervervoer, elk vijftien meter lang, drie meter breed en 34 ton zwaar. Het lijkt alsof ze trainen voor een optreden en dat is ook zo. De première is eind volgend jaar. Alles in de Rotterdamse haven is groot en uitgestrekt, slechts in superlatieven uit te drukken. Wie vanaf de A16 de A15/ N15 neemt naar Europoort, rijdt tientallen kilometers lang door een landschap van portaalkranen, zeeschepen, raffinaderijen, chemische fabrieken, tankopslagparken, elektriciteitscentrales en voortsukkelende
34
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
hai, was in 2012 bijna drie keer zo groot. Maar dat gaat wellicht veranderen. De aanleg van de tweede Maasvlakte in het Europoortgebied is verbazend weinig in het nieuws geweest, als je je realiseert dat het havenbedrijf er een formidabele prestatie heeft geleverd. Vanaf september 2008 tot begin 2013 is 240 miljoen kuub zand in zee gestort, is de kustlijn 3,5 kilometer opgeschoven en is netto duizend hectare nieuw land gecreëerd. Alles keurig volgens planning, terwijl de projectkosten (2,9 miljard euro) 150 miljoen euro onder budget waren. Van het begin af aan was Maasvlakte 2 vooral opgezet om de containeroverslagcapaciteit fors uit te breiden: zeshonderd van de duizend hectare is gereserveerd voor containerterminals. Het Yangtzekanaal en de Amalia-, de Alexia-
en de Arianehaven zijn tot een diepte van twintig meter uitgebaggerd, zodat zelfs de allergrootste containerschepen de terminals kunnen bereiken. Containercapaciteit wordt gemeten in TEU’s: twenty feet equivalent units. Een standaardcontainer van 20 bij 8 bij 8,5 voet is één TEU; een dubbele container, van veertig voet lengte, is twee TEU’s. In 2012 verwerkte de Rotterdamse haven 11,9 miljoen TEU’s. De capaciteit wordt dit en volgend jaar uitgebreid tot zeventien miljoen TEU’s. Daarbovenop komen de terminals van Maasvlakte 2. Er zijn twee splinternieuwe in aanbouw aan de Amaliahaven: RWG (Rotterdam World Gateway) en, ertegenover, APM Terminals. Eind volgend jaar worden ze operationeel. Aan het Yangtzekanaal breidt Euromax, een bestaande terminal van de oude Maasvlakte, ook uit op Maasvlakte 2. De containerverwerking van Maasvlakte 2 begint relatief bescheiden maar kan stapsgewijs groeien tot zeventien miljoen TEU’s in 2033, waarmee de Rotterdamse capaciteit zal zijn verdubbeld.
Betuwelijn
We zijn te gast bij APM Terminals, onderdeel van het Deense AP Møller-Maersk, en zusterbedrijf van rederij Maersk Line, ’s werelds grootste bedrijf in zeetransport van containers. De ontvangst is in een directiekeet; het kantoorgebouw, waar straks driehonderd man komt te werken en waarvan de ruwbouw klaar is, is pas over enkele maanden gereed. In 2012 startte de bouw van de terminal op zestig hectare. In november volgend jaar moet hij operationeel zijn en 2,7 miljoen TEU’s kunnen verwerken. Stapsgewijs zal de terminal groeien tot 167 hectare en 4,5 miljoen TEU’s. Directeur Frank Tazelaar meldt trots dat deze nieuwe terminal de modernste
van APMT zal worden, en waarschijnlijk de modernste ter wereld. Alles draait om triple-S: safety, speed en sustainability. ‘Veiligheid staat bovenaan. Op het overslagterrein wordt al het werk door machines gedaan en zijn mensen verboden; het is er levensgevaarlijk. Dit wordt permanent gecontroleerd. Snelheid: de containerhandel over zee blijft voorlopig onstuimig groeien. De containerschepen worden steeds groter en de terminals moeten efficiënter worden om de enorme containerstroom binnen aanvaardbare tijd te verwerken. Door innovaties zijn we 25 procent sneller dan de vorige generatie terminals en kunnen we in 24 uur vijfduizend containers laden en lossen. Duurzaamheid: deze terminal zal de kleinste ecologische footprint ooit hebben en dan hebben we het over energieverbruik, over uitstoot van CO2 en NOx, over geluid en over lichtoverlast. Alles is meegenomen.’ Duurzaamheid wordt, op een andere manier, ook door het havenbedrijf opgelegd. Nu vindt bijna de helft van de containers zijn weg van terminal naar eindbestemming met vrachtauto’s. Uit milieuoverwegingen, maar ook om het wegennet te ontlasten, is besloten dit te reduceren. De zogenaamde modal split schip/auto/trein, nu 37/49/14 procent, moet in 2033 naar 45/35/20. Deze modal shift is meegenomen in het terminalontwerp. De infrastructurele voorzieningen zoals directe aansluiting op de Betuwelijn en langere, goed geoutilleerde laad- en loskades voor de binnenvaart zijn in de plannen opgenomen en deels al gerealiseerd. William Rengeling, technical integration manager APMT MV2, geeft een overzicht van de innovaties in de APMT-terminal. ‘De grote kranen voor het laden en lossen van
de containerschepen (super key cranes) en van de binnenvaartschepen (barge cranes) zullen op afstand, vanuit een ruimte in het hoofdgebouw, worden bediend door procescontroleoperators; dat is efficiënter. Kraanmachinisten kunnen, omdat de kranen zo snel bewegen, de g-krachten ook niet meer doorstaan. De administratieve afhandeling van de overslag wordt volledig elektronisch, er komt geen papier meer aan te pas. Er komen 26 stacks voor tijdelijke opslag, elk toegewezen aan schip, auto of trein volgens de modal split. Het transport van de kade naar stacks gebeurt met 37 AGV’s die twee noviteiten hebben. Ten eerste rijden ze volledig elektrisch, op batterijen. Ten tweede hebben ze een hefmechanisme waarmee ze de containers zelfstandig op rekken kunnen plaatsen vóór de gewenste stack. Ze hoeven dus niet te wachten tot de stack crane
hun kant uit komt en kunnen meteen de volgende container gaan halen. Deze ontkoppeling geeft een enorme tijdwinst.’
Simultaan laden
AGV’s zijn niet nieuw in de Rotterdamse haven: op de oudere containerterminals rijden honderden diesel-elektrische AGV’s rond. Ze kunnen een veertigvoets container van veertig ton of twee twintigvoets containers van in totaal zestig ton vervoeren, zijn zeer wendbaar door bestuurbare wielen vóór en achter en kunnen een snelheid van zes meter per seconde halen. Leverancier Gottwald in Düsseldorf, onderdeel van Terex Port Solutions, startte zo’n vijf jaar geleden de ontwikkeling van geheel elektrische, batterij-aangedreven AGV’s. In 2011 leverde het bedrijf de eerste exemplaren aan de haven van Hamburg en op Maas-
De AGV’s constateren zelf wanneer hun batterijen aan vervanging toe zijn. Het accublok wordt volautomatisch zijwaarts verwijderd en vervangen door een nieuwe (hier te zien in een testopstelling).
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
35
Workshop Open Core Engineering
Workshop Productiesystemen
Keynote speaker John Blankendaal, Brainport Industries
Bosch Rexroth Engineering Experience Days 2013; Industry 4.0 in praktijkgerichte workshops De vierde industriële revolutie oftewel “Industry 4.0” is op het moment erg actueel. De integratie van de IT-wereld in de automatiseringswereld brengt ongekende mogelijkheden. De Bosch Rexroth Engineering Experience Days 2013 is een evenement op het gebied van Industry 4.0, Open Core Engineering en Productiesystemen. Tijdens deze dagen worden praktijkgerichte workshops gegeven met informatie waar u direct uw voordeel mee kunt doen. En John Blankendaal van Brainport Industries zal als keynote speaker zijn visie geven over Industry 4.0. Kortom een evenement dat u niet mag missen. Pak uw smartphone, scan de QR-code en schrijf u nu kosteloos in voor dit evenement, of ga naar www.boschrexroth.nl/engineeringdays
Bosch Rexroth www.boschrexroth.nl/engineeringdays
ACHTERGROND OVER LOGISTIEK
vlakte 2 gaat Gottwald ze leveren aan zowel de RGW- als de APM-terminal. Zero emission was een belangrijk motief voor de ontwikkeling, maar er waren meer redenen, zegt Terex-directeur Armin Wieschemann. ‘Elektrische aandrijving is technisch eenvoudiger, stiller en minder onderhoudsintensief dan een dieselmotor. Bij stilstand valt de motor stil, er wordt geen energie verbruikt, en hij start instantaan weer op. Maar het belangrijkste motief voor elektrisch aandrijving is simpelweg dat het goedkoper is: bij de huidige brandstofprijzen worden de energiekosten ruim gehalveerd. Bij een vloot van 37 AGV’s kan dat zeshonderdduizend euro per jaar schelen. De initiële investering is hoger dan bij diesel-elektrisch, maar dit betaalt zich zeer snel terug: binnen twee jaar is de cost of ownership al lager.’ Terex koos voor de energieopslag in de e-AGV’s verrassenderwijs voor traditionele loodzuuraccu’s. In vergelijking met andere batterijtypes zoals nikkel-cadmium, NiMH en Li-ion scoren loodzuuraccu’s in bijna alle opzichten (energiedichtheid, geleverd vermogen, aantal laadcycli, oplaadtijd) slechter. Behalve in prijs, en dat gaf hier de doorslag. Verder was een overweging dat loodzuuraccu’s van alle accutypes het best recyclebaar zijn. In iedere AGV zit een blok van negen 80 volt accu’s met een totaalgewicht van 11,5 ton. Op de 34 ton van de AGV en de maximaal zestig ton van de belading is dat acceptabel. In volgeladen toestand is het accublok goed voor 360 kWh; de AGV kan er bij gemiddeld gebruik (circa 15 kW) theoretisch 24 uur op rijden, maar doorgaans wordt de accu na zes tot acht uur weer bijgeladen. Om te zorgen dat de AGV’s 24 uur per dag kunnen blijven rijden, bouwt Terex een Battery Exchange Station (Bes) op het APMT-overslagterrein. Zodra de energie in de accu’s beneden een drempelwaarde is gezakt, rijden de AGV’s er zelfstandig heen. Het accublok wordt volautomatisch zijwaarts verwijderd en vervangen door een nieuwe – het voertuig is binnen vijf minuten weer buiten. In het Bes kunnen twee AGV’s tegelijk worden afgehandeld en kunnen maximaal 72 accublokken, in stellingen opgeslagen, simultaan worden opgeladen. Een rack feeder transporteert de accu’s snel van en naar de juiste locaties in de stellingen. Het opladen van de accu’s duurt ongeveer zeven uur. ‘Je kunt je afvragen waarom we de elektrische AGV’s en automatische batterijwissel niet tien jaar geleden al hebben bedacht’, zegt Wieschemann. ‘De technologie
was toen al beschikbaar, maar de wereld was er nog niet aan toe. We dachten er gewoon niet aan. Nu wel. Elektrisch rijden heeft de toekomst. Overigens heeft de ontwikkeling van het concept nog heel wat hoofdbrekens gekost. Een accupakket van bijna twaalf ton tot op de millimeter nauwkeurig op elektrodes plaatsen is niet eenvoudig, maar we hebben het duizenden keren, in zomer en winter, getest en vastgesteld dat het zeer betrouwbaar werkt.’ Terex wil geen technische details prijsgeven hoe het dit probleem heeft opgelost.
Levensgevaarlijk
AGV’s met hefmechanisme, de zogenaamde Lift-AGV’s, bestaan bij Terex al sinds 2008. In de elektrische AGV’s is deze technologie overgenomen. De lift werkt hydraulisch en het hefbereik is enkele decimeters. Tijdens laden en rijden staat de lift in de laagste stand vanwege de stabiliteit. Pas als de containers op de rekken voor de stacks worden geplaatst, gaan ze omhoog. Het systeem heeft zich de afgelopen jaren als betrouwbaar bewezen. Navigeren doen de AGV’s op een grid van transponders, in het asfalt aangebracht op twee meter afstand van elkaar. Antennes aan de voor- en achterkant van het voertuig meten de positie met een nauwkeurigheid van 25 mm. Voor het binnenrijden in de bufferrekken en in het batterijwisselstation heeft de AGV aan beide zijden vier ultrasoundsensoren, waarmee hij zich tot op millimeters nauwkeurig kan positioneren. De AGV’s worden volledig door een centrale computer aangestuurd en zijn niet voorzien van botssensoren. Het overslagterrein is om die reden verboden gebied: onbekende (bewegende) objecten worden niet waargenomen, het is er levensgevaarlijk. Het terrein is omheind en een fence control system maakt onderdeel uit van het softwarepakket. De veiligheidseisen die aan de software worden gesteld, zijn zeer groot, maar Terex heeft de afgelopen jaren in diverse terminals al een uitstekend trackrecord opgebouwd. De door Terex ontwikkelde technologie zou ook goed bruikbaar zijn op andere (afgesloten) terreinen, zoals vliegvelden of uitgestrekte fabrieksterreinen, maar Wieschemann is daar huiverig voor. ‘Dat is een totaal andere markt, met totaal andere spelers. Voorlopig houden we ons bij havens. Daar hebben we onze naam opgebouwd en daar kunnen we nog jaren mee vooruit.’
Terex Port Solutions heeft een oplossing bedacht om de accupakketten van bijna twaalf ton op de millimeter nauwkeurig te positioneren in hun oplaadstations.
O p het terrein van APM Terminals op de Tweede Maasvlakte worden vanaf november volgend jaar 2,7 miljoen TEU’s verwerkt (een TEU is een standaardcontainer van 20 bij 8 bij 8,5 voet).
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
37
Gold sponsor
Cosponsor
Coffee sponsor
Organiser
Co-organiser
Exhibitors
Co-development Joint efforts of different disciplines and organisations in high-tech product creation
ACAL BFi Nederland Alten PTS Altran ASML Barco Silex Benchmark Electronics CIMSOLUTIONS Core|Vision Dizain-Sync DSP Valley ENTER Embedded Fourtress Green Hills Software The High Tech Institute ICT Automatisering INCAS³ INDES-IDS Klocwork Logic Technology Mithun Training & Consulting MSC Nederland Parasoft Profit Consulting Programming Research pure-systems Redsalt Remedy IT Rohde & Schwarz SIA RAAK FireBee - Fontys Hogeschool ICT, Avans Hogeschool, Saxion, SIVV Sioux Sogeti Nederland Technologiestichting STW Technolution TMC Embedded TOPIC Embedded Systems TU/e Innovation Lab Vector Software Verifysoft Technology Verum Software Technologies Wibu-Systems Wind River wolkabout Yacht Embedded Systems
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS 7 November 2013 • ’s-Hertogenbosch • NL
Keynote by Peter Frans Pauwels Founder TomTom
Navigating the future
www.e mbe d d ed - s ys t em s .nl
ACHTERGROND OVER EFFICIENCY
Aandacht voor lean, simulatie en verbruik verbetert proces De industrie heeft zijn pijlen onverminderd gericht op procesverbetering, kostenreductie, innovatie en duurzaam produceren. Hollander Techniek bood onlangs een helpende hand in de vorm van een seminar met efficiency als leidend thema. Medio oktober kwamen actuele ontwikkelingen aan bod zoals lean, simulatie, energie-efficiency en innovatiesubsidies. In een interview voor Mechatronica&Machinebouw verwoorden de sprekers hun kernboodschap. Pieter van den Brand
‘O
rganiseren zonder verspilling, continu verbeteren gericht op het zo effectief en efficiënt mogelijk creëren van klantwaarde – samen met alle medewerkers van het bedrijf’, vat expert Jacqueline Hofstede van Lean Innovation Network het begrip lean samen. Wat heeft waarde voor de eindgebruiker? Welke processtappen voegen waarde toe? Doe pas iets als de (eind)klant erom vraagt, zodat het nog te maken product al is verkocht en het liefst ook al is betaald. Zet alle processtappen in de juiste volgorde en streef naar perfectie door continu te verbeteren. Bedrijven die deze filosofie doorvoeren in hun organisatie kunnen mooie resultaten tegemoetzien, stelt Hofstede. Op de website van Lean Innovation Network staan testimonials van onder meer een bedrijf dat zijn productiecapaciteit heeft verdubbeld op de helft van het vloeroppervlak (een kostbare uitbreiding bleek niet nodig) en een bedrijf dat zijn levertijd van drie weken naar twee dagen terugbracht. Ongelooflijke resultaten maar allemaal echt waar, zegt Hofstede. ‘Toch kom ik nog steeds bedrijven tegen die dat niet geloven. Lean is veelbelovend, maar de echte doorbraak moet nog steeds komen.’ Volgens Hofstede kampt de uit Japan afkomstige bedrijfsfilosofie met een hardnekkig vooroordeel. ‘Lean zou alleen zijn bedoeld om met minder mensen hetzelfde werk te doen, wat tot botte saneringen zou leiden. Pertinente onzin’, aldus de leanspecialiste die veel verwacht van de verbinding met duurzaamheid: lean & green. ‘Duurzaamheid motiveert mij persoonlijk heel erg. Ik weet dat dit voor meer mensen speelt. Duurzaamheid wordt straks het overkoepelende thema. Lean biedt het gereedschap daar invulling aan te geven.’ Commitment van het topmanagement is essentieel, beschrijft Hofstede een van de drempels. ‘Lean is niet het feestje van de productievloer maar een filosofie die in alle geledingen van de organisatie moet zitten.’ Hofstede noemt het befaamde
voorbeeld van Scania in Zwolle dat lean tot in de haarvaten van de processen heeft doorgevoerd onder het motto ‘Excelleren in assembleren’. ‘Minder bekend is dat juist het hoogste management in thuisbasis Zweden lean heeft omarmd. De monteurs op de werkvloer noemen zij the most important persons want die voegen de waarde toe.’ Dat verklaart ook de veranderende rol die de managers in het bedrijf krijgen, licht Hofstede toe. ‘Lean vereist andere competenties. Managers moeten niet sturen maar coachen.’ Bij apparatenbouwer Nedap Inventi nam de productieleiding het initiatief tot lean. De populariteit van zonne-energie gaf aanleiding het assemblageproces van de Powerrouter, een omvormer voor zonnepanelen, zo gestroomlijnd en efficiënt mogelijk te laten verlopen. Lean dus. Met behulp van de operators is hun werkplek grondig heringericht. ‘We kwamen bij Hollander Techniek voor een pick-to-lightsysteem voor de te assembleren onderdelen, maar het bedrijf wilde het probleem verhelpen en niet alleen een product integreren. Dat heeft goed uitgepakt’, vertelt Herbert Harderwijk, medewerker van het team dat zich richt op het verbeteren van de productieprocessen binnen Nedap Inventi. De lijnmanagers beoogden de
productie op te voeren van 120 naar 150 omvormers per week, maar er kunnen nu wekelijks 250 van deze apparaten worden gemaakt. Voorheen stond een team van vijf operators een volle week te werken om het benodigde aantal omvormers te assembleren. Nu zijn er dat, afhankelijk van de klantvraag, nog maar twee. Harderwijk: ‘Ons hoogste doel is het percentage producten dat meteen de eerste keer door de eindtest komt. We zitten nu rond de 88 procent; het streven is 98 procent.’ Lean is volgens Harderwijk een proces van de lange adem. ‘Er zijn bedrijven die er al na een jaar mee ophouden en zeggen dat het niets oplevert. Dat is een verkeerde focus. Lean is geen kunstje om op korte termijn kosten te reduceren maar een proces van meerdere jaren. Het moet echt tussen de oren zitten. Als je niet in lean gelooft, kom je niet verder.’
Nefit
Steeds meer productiebedrijven maken voor de bouw van fabrieken of de vernieuwing van bestaande proceslijnen gebruik van simulatie. ‘Investeringen in nieuwe proceslijnen vergen vaak miljoenen euro’s’, zegt directeur Jaap Westerink van simulatiespecialist Ergo-Design. ‘Simulatie geeft volop inzicht in hoe het
< Ergo-Design en Hollander Techniek simuleerden de cv-ketelfabriek van Nefit-Bosch wat leidde tot een snellere en efficiëntere productie.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
39
0,01
tot
HLM slag module mm herhalingsnauwkeurigheid
1,15
SRU-mini zwenkeenheid
Nm draaimoment
25 %
MPG-plus
Miniatuur grijper
hogere grijpkracht
Uw geautomatiseerde handlingsysteem. Het is tijd om gebruik te maken van het volledige potentieel van uw machine. www.nl.schunk.com/potentieel-benutten Jens Lehmann, merk ambassadeur van het familiebedrijf SCHUNK
ACHTERGROND OVER EFFICIENCY
productieproces straks in de praktijk gaat functioneren en geeft dus zekerheid of een investering rendeert. Een wezenlijke vraag is of de flow van de verschillende processtappen adequaat is georganiseerd. Bottlenecks komen met simulatie boven water. Je kunt doorlooptijden meten en ook storingen aan procesonderdelen simuleren om daarvan weer te leren, tot op machine- en operatorniveau. De efficiencyverbeteringen voeren we in het simulatiemodel door, dat zo verder wordt geperfectioneerd.’ Ergo-Design werkte samen met Hollander Techniek aan een simulatie voor de fabriek van cv-ketelproducent Nefit-Bosch in Deventer. De vraagstelling daar was hoe met een steeds breder productassortiment de time-to-market te verkorten. Hollander Techniek realiseerde onder meer een datakoppeling tussen de PLC’s van de productiemachines en het door Ergo-Design gebouwde simulatiemodel. De procesparameters uit de dagelijkse praktijk kwamen realtime voor de simulatie beschikbaar, wat interessante informatie voor procesverbeteringen opleverde. Nefit-Bosch kon die direct doorvoeren voor een snellere en efficiëntere productie. Westerink: ‘Bedrijven kunnen een simulatiemodel dagelijks gebruiken als analyse-instrument om sneller en slimmer te produceren, bijvoorbeeld om de productieplanning te toetsen. Stel, je moet een aantal spoedorders wegwerken. Schuiven met productorders is lastig maar met de simulatie kun je het hele fabrieksproces overzien en tijdig anticiperen op het verwerken van verschillende orders.’ De Ergo-Design-directeur zegt nog geen productieproces te zijn tegengekomen dat niet kon worden gemodelleerd. Is het niet kostbaar? ‘Je moet de kosten tegen de baten afzetten’, weet Westerink. ‘We beperken ons tot de essentie van de vraag. We werken met slimme bouwstenen en schieten niet door in een kostbare oplossing. Door de inzet van simulatie kun je bijvoorbeeld het aantal carriers in een transportsys teem reduceren. De prijs van een zo’n carrier ligt vaak hoger dan de kosten voor de simulatie.’ Volgens Westerink verdienen Simulation Based Scheduling-applicaties zich veelal binnen een jaar terug.
Ben & Jerry’s
Energie-efficiency krijgt op dit moment in veel gevallen nog onvoldoende aandacht in de industrie, terwijl er volop kansen zijn, constateert Fons Pennartz, teammanager Energie bij KWA Bedrijfsadviseurs, dat voor zo’n honderdvijftig bedrijven die aan
de Meerjarenafspraken Energiebesparing (MJA’s) deelnemen een energie-efficiencyplan (EEP) opstelde. In zo’n plan stellen de bedrijven maatregelen vast om op hun energiegebruik te besparen. ‘Wat we zien, is dat als een bedrijf uitbreidt of vernieuwt de focus ligt op productkwaliteit of het opvoeren van de productie. Energieefficiency verdwijnt vaak van het netvlies’, aldus Pennartz. ‘Bedrijven gaan meestal niet voor de meest energie-efficiënte vernieuwing. Dat zouden ze wel moeten doen. De investering wordt dan hoger maar in operationele kosten verdient zich dat later terug. Gemiddeld heb je zo’n investering er binnen drie jaar uit.’ Met recommissioning, het doorlichten en opnieuw inregelen van installaties, kunnen bedrijven eveneens snel en efficiënt energie besparen. Pennartz schetst het vooruitzicht van een energierendement van zeven tot vijftien procent. ‘Bedrijven kunnen nog veel energie besparen zonder zelfs te hoeven investeren. De capaciteit van bestaande installaties wordt vaak onvoldoende benut. Uitbreiding of vervanging zijn helemaal nog niet nodig.’ Als voorbeeld noemt hij de inspanningen in de ijsfabriek van Ben & Jerry’s in Hellendoorn om met de bestaande vriestunnel energiewinst te realiseren. Hollander Techniek slaagde erin de data uit de besturing van de koelcompressoren uitleesbaar te maken in de tijd. Crossanalyses van het vermogen en verbruik van de compressoren reikten allerlei verbeterkansen in energie-efficiency aan. ‘Zo slaagde het bedrijf erin de installatie regeltechnisch te finetunen voor een betere energieprestatie. Ben & Jerry’s heeft alleen maar hoeven investeren in de analysesoftware en de uren van de engineers.’ De ijsfabriek realiseerde een besparing van zeven procent op het energieverbruik van de koeling.
Brussel
Om subsidie voor hun innovatieprojecten te krijgen, konden productiebedrijven tot voor kort terecht bij de overheid. Subsidiespecialist Steven Lobregt van Sparkling Projects tempert de verwachtingen. ‘De Innovatievouchers van het ministerie van EZ zijn er niet meer, maar je ziet een comeback van deze vouchers op regionaal niveau.’ Deze vouchers (van vijf- tot tienduizend euro) kunnen bedrijven besteden aan het inhuren van kennis. Verder kunnen productiebedrijven net als andere ondernemingen profiteren van de fiscale regelingen zoals de WBSO, de Milieu- en Energie-investeringsaftrek en de RDA-plus (Research en
Development Aftrek). Lobregt: ‘Voor de verbetering van productieprocessen bestaan geen subsidies, tenzij je als bedrijf tot een van de topsectoren behoort. Voor die sectoren is een compleet programma in het leven geroepen met tal van financieringsmogelijkheden voor R&D.’ Lobregt bespeurt een ontwikkeling van subsidies naar kredieten. ‘De rechttoerechtaan subsidies verdwijnen. Ervoor in de plaats komen revolving-fondsen. Als een bedrijf met succes een innovatie in de markt heeft gezet, moet het de hiervoor ge-
D oordat Hollander Techniek de data van de compressorbesturing uitleesbaar maakte, kon de ijsfabriek van Ben & Jerry’s in Hellendoorn zeven procent besparen op het energieverbruik van de koeling.
kregen bijdrage terugstorten in zo’n fonds.’ Een aantal provincies heeft honderden miljoenen euro’s gestort in dit soort fondsen. De overheid wil innovaties stimuleren die maatschappelijke gewenst zijn, zoals schone energie. ‘Ook wil ze met deze investeringen banen creëren’, legt Lobregt uit. Om kans van slagen op subsidie te hebben, moet een projectvoorstel vooral een hoge aaibaarheidsfactor hebben. ‘Voor bedrijven is het van belang goed uit te leggen wat een technische innovatie behelst. Herkenbare en maatschappelijk georiënteerde onderwerpen zijn een pre.’ Alleen in Brussel ligt nog ouderwets subsidie te wachten. ‘De Europese Commissie heeft tientallen miljarden euro’s beschikbaar voor innovatie in talrijke programma’s’, zegt Lobregt. ‘Vooral projectvoorstellen waarin sprake is van grensoverschrijdende samenwerking maken volop kans. Ook kijkt Brussel sterk naar het midden- en kleinbedrijf. Daar is veel subsidiegeld voor.’ Een projectvoorstel wordt soepel op de inhoud beoordeeld, weet Lobregt, maar de administratieve eisen zijn zwaar. ‘De Europese Commissie huivert ervoor te worden opgelicht.’ Pieter van den Brand is freelance journalist.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
41
FOCUS MACHINEVEILIGHEID
Welk risico is nog aanvaardbaar? Hoe ver moet je gaan met de beveiliging van een machine? Wat is nog acceptabel? Misschien is dit wel de meest gestelde vraag in het vakgebied van de machineveiligheid en gelijk ook de lastigste vraag. Het antwoord verschilt van geval tot geval. Dit is aan de ene kant de kracht van het vakgebied en aan de andere kant juist de moeilijkheid. Cruciaal zijn de hoogte van het risico, de kosten en de werkbaarheid. Martijn Dost
B
Maar ja, wanneer heb je het risico zodanig onder controle gebracht dat het in het aanvaardbare gebied zit? Hoe ver moet je gaan als machinebeveiliger? De Engelsen hebben er een mooie term voor: as low as reasonably practicable (Alarp). Zo laag als praktisch mogelijk is. Klinkt goed, maar wat betekent dit nu in de praktijk? Geen twee risico’s zijn immers hetzelfde en ook al lijken ze op elkaar, de oplossingen kunnen volkomen verschillend zijn. Lastig? In principe betekent dit dat elke oplossing een goede oplossing is, mits er rekening wordt gehouden met een aantal eisen.
Lichtzuilen
Van belang bij het bereiken van een maximale reductie is onder meer de hoogte van het risico. Hoe hoger, hoe harder de ontwerper zich moet inspannen om tot een veilige situatie te komen. Uiteraard bepaalt de stand der techniek de mogelijke oplossingen voor de risico’s waaruit hij kan putten. Sommige risico’s blijven bestaan. Het voeren van onderhoud in een pers brengt altijd risico met zich mee, maar het is wel mogelijk om maatregelen te nemen om het risico te beperken
(standmelding en positionering van een vasthoudsysteem bijvoorbeeld). Een laag risico vraagt niet om een uitgebreide maatregel die flink in de papieren loopt. Het is bijvoorbeeld niet noodzakelijk om het risico op een lichte blauwe plek te verhelpen met een besturingstechnisch ingrijpende wijziging. Aan de andere kant zijn er quick wins die risico’s op een eenvoudige manier wegnemen en een maximale reductie opleveren. Een tandwieloverbrenging kun je bijvoorbeeld vaak eenvoudig en relatief goedkoop voorzien van een vaste afscherming. In het denken rondom machineveiligheid is het altijd van belang dat er wordt gezocht naar manieren om risico’s zo veel mogelijk te elimineren en als dat niet lukt te beperken. Je begint daarbij altijd met de bron. Wanneer er een kernreactor wordt gebruikt waarbij straling vrijkomt, is het misschien een oplossing te kiezen voor een andere aandrijfbron. Natuurlijk gebeurt het regelmatig dat hier geen winst te halen is. Een kettingzaag moet nu eenmaal scherp zijn. Anders verliest hij zijn bestaansrecht. De volgende stap is om collectieve maatregelen te nemen. In eerste instantie gaat het dan om mechanische beveiligin-
C
o
C A ns D be tr s u C A tand c Ds en te el gl u ec ijl r to ag s r o ers o pk G p ra RAT g ch IS e t. n i n le l on t ze !
ij een kettingzaag loopt de gebruiker altijd gevaar op ernstige verwondingen. Ook al is het apparaat uitgerust met een hold-to-run-functie (knop los betekent stoppen van de zaag), sturen we de persoon op training en krijgt hij onder meer een zaagbroek, helm en gezichtsbescherming, er blijft altijd een restrisico over. Dit wordt aanvaard; als je een kettingzaag gebruikt, moet je goed uitkijken. Het risico ligt hoger dan bij een cirkelzaag in een productielijn die volledig kan worden voorzien van hekken en een deur met toegangsbewaking. Wil iemand naar binnen, dan stopt de zaag. Het resterende risico ligt in dat geval in het algemeen geaccepteerde gebied. Een risico kun je definiëren als het product van kans en effect. Worden er geen maatregelen genomen, dan blijven grote risico’s onaanvaardbaar. In feite komt het vak van machineveiligheid erop neer dat je een risico dusdanig moet reduceren dat het in het aanvaardbare gebied komt. Het plaatsen van een goed beschermende tank (sterkte materiaal, brandwerend) is bijvoorbeeld veiliger dan wanneer er alleen voorzien zou worden in een kleine poederblusser.
glijlagers
Kennis
42
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
lineair lagers
Kunde
Kracht
magneetlagers T 070 387 68 00 F 070 386 38 85
E
[email protected] W www.kracht.nl
> N eem geen maatregelen om een brand te kunnen bestrijden met een kleine brandblusser, maar zorg dat er geen brand kan ontstaan door bijvoorbeeld een goed beschermende tank te gebruiken.
Drukpers
Hoe weet iemand nu of de gekozen oplossing de ‘beste’ is? Helaas wordt dat pas bekend op het moment dat de machine aan het einde van de levenscyclus wordt afgedankt. Dan pas weet je of er ongevallen zijn gebeurd tijdens de levensduur, of helemaal niet. In veel gevallen is dat niet alleen afhankelijk van de machine maar ook van de gebruiker. Zijn gedrag bepaalt voor een deel de veiligheid. In eerste instantie zorgt de ontwerper van de machine echter voor de basisveiligheid. Gedrag valt immers onder de derde stap van de reductievolgorde. Denk aan een auto. Die kan van alle toeters en bellen zijn voorzien, maar als de bestuurder besluit om met 140 kilometer per uur door een woonwijk te rijden, waar is dan de veiligheid?
Wanneer onveiligheid wordt weggenomen bij de bron wordt maximale veiligheid bereikt. Maar let op. Met die ingreep introduceer je mogelijk een ander soort gevaar. Dit is overigens bij elke manier van reduceren een reëel punt; dat kan altijd. Stel we willen een drukpers beveiligen omdat gebruikers met hun vingers bekneld kunnen raken. Er is slechts een lage kracht dus de verwondingen zijn licht. Een mogelijke beveiliging is een snel sluitende deur. Het gevolg van die maatregel is echter dat gebruikers die hun vingers op de pers hebben, nu hun vingers breken. Het middel is dan erger dan de kwaal. Alarp houdt in dat het risico op een reële manier wordt weggenomen in verhouding tot kosten (hoeven niet disproportioneel te zijn ten opzichte van het gevaar), werkbaarheid (een slot op een machine maakt de situatie nu eenmaal veilig maar
Hoe hoger het risico, hoe kleiner de sociale acceptatie
gen zoals een vaste afscherming. De tweede stap is het aanbrengen van elektrische maatregelen zoals hekbewakingen (bewegingen schakelen uit op moment van betreden) en tweehandenbedieningen. Lossen die stappen de problemen niet op – of is het risico nog altijd onaanvaardbaar – dan is het tijd voor organisatorische maatregelen. Denk daarbij aan het aanbrengen van signaleringen in de vorm van lichtzuilen, stickers en instructies in de gebruiksaanwijzing. Deze stap is uiteraard afhankelijk van de gebruiker. Het moge duidelijk zijn dat bij een bestaande installatie over het algemeen de tweede stap wordt toegepast en bij een nieuw machineontwerp gelijk de bron moet worden aangepakt. Een risico wegredeneren in de gebruiksaanwijzing is duidelijk niet in de geest van goede machineveiligheid.
kan ook een blokkade vormen) en de hoogte van een risico (een paar waarschuwingen kunnen al volstaan). Veiligheid begint bij de ontwerper. Hij maakt de afweging welke maatregel hij voor welk risico inzet. Elke maatregel is in de basis dus de juiste op het moment dat deze drie facetten tegen elkaar worden afgewogen. Let wel op de eisen bij een nieuwe machine. De Machinerichtlijn stelt voor een aantal facetten vaste eisen op. Belangrijk is dat die eisen worden meegenomen. De richtlijn laat echter genoeg ruimte om te zoeken naar de juiste oplossing voor de situatie. Door de keuze vast te leggen waarbij wordt gestart met de risicoanalyse, ontstaan een gefundeerd besluit en degelijke bewijslast. Martijn Dost is veiligheidsconsultant bij Pilz. Redactie Alexander Pil
Onacceptabel
Geaccepteerd
Aanvaard
< K leine risico’s zijn algemeen aanvaard, maar als de gevaren oplopen, schuift een systeem via het geaccepteerde naar het onacceptabele gebied.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
43
FOCUS VERBINDINGSTECHNIEK
Clinchen zorgt voor goede elektrische geleiding Clinchen is een geschikte verbindingstechnologie voor elektronicacomponenten. Dat wijst onderzoek door de TU Dresden uit. Deze methode waarborgt een langdurig goede elektrische geleiding zonder overmatige warmteontwikkeling. Franc Coenen
D
e eisen die de industrie stelt aan elektrische verbindingen tussen twee materialen worden alsmaar hoger. Niet alleen tellen de mechanische krachten waartegen de verbinding bestand moet zijn, ook de duurzame geleiding van elektrische stroom is een wezenlijke factor. Als de spotgrootte van de twee met elkaar verbonden materialen namelijk te klein is, neemt de stroomgeleiding af. Op de lange termijn kan dit gevolgen hebben voor de levensduur van de verbinding. De Duitse industrie gebruikt de zogenaamde gütefactor om verbindingen materiaalonafhankelijk met elkaar te kunnen vergelijken. De spanningsval is een belangrijke factor hierin. Een gütefactor van 1 staat gelijk aan de geleiding door een homogeen materiaal. Hoe hoger de waarde, hoe slechter de verbinding. Om over een periode van dertig jaar een goede stroomgeleiding te garanderen, moet de factor lager zijn dan 1,5. Het instituut voor Fügetechnik und Montage (FTM) van de TU Dresden doet onderzoek naar goede verbindingstechnieken voor elektronicacomponenten. Volgens onderzoeker Jan Kalich blijkt in de praktijk dat bijvoorbeeld laserlassen niet altijd de meeste geschikte technologie is. ‘Laserlassen heeft weliswaar als voordeel dat je weinig warmte inbrengt, maar je creëert kleine spots die niet voldoende elektrisch geleiden.’ Is het contactoppervlak te klein, dan ontstaat er bij het gebruik van de verbinding warmte. In de ontwikkeling van
Bij een clinchverbinding drukt een stempel het bovenste materiaal vast in het onderste.
44
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
de elektrische auto speelt dit. De accupakketten moeten immers met elkaar worden verbonden. Halveer je de weerstand van de verbinding, dan verminder je de warmteopbouw en voorkom je energieverlies. Daarom hebben de onderzoekers een relatief oude mechanische verbindingstechniek onder de loep genomen: clinchen. Deze methode is zo’n drie decennia geleden door Tox Pressotechnik bedacht en sindsdien door het Duitse familiebedrijf doorontwikkeld in meerdere varianten. Bij een Tox-clinchverbinding wordt het bovenste materiaal met een stempel in het onderste gedrukt. Aan de onderkant zorgt een matrijs ervoor dat de materialen in elkaar verankeren. ‘Het geheim van een clinchverbinding is dat het materiaal wordt diepgetrokken waardoor de oxidelaag wordt opengebroken en het contactoppervlak wordt vergroot. Er ontstaan metallische microcontacten’, legt Kalich uit. Deze zorgen uiteindelijk voor een goede elektrische geleiding bij een beperkte diameter van de verbinding zelf. In het onderzochte werkstuk heeft de feitelijke verbinding een oppervlak van net geen 20 mm2. Het totale contactoppervlak is evenwel een factor vijf hoger: 107,8 mm2 dankzij het ontstaan van metallische microcontacten. De clinchverbinding heeft een gütefactor van 1,3. Kalich verwacht dat door het proces te optimaliseren een waarde van 1,1 haalbaar is, praktisch net zo goed als een homogene verbinding. Een levensduur van dertig jaar mag dan ook geen probleem vormen. Vergelijk je de waarde van een Tox-clinchverbinding met een M4-schroefverbinding, dan scoort deze laatste beduidend slechter. Met een contactoppervlak van 48,59 mm2 geeft deze een waarde van ongeveer 4,6. Kalich: ‘Bij een M4 is het contactoppervlak de helft van een clinchverbinding. Je moet al naar een M8-bout gaan om daarboven uit te komen.’ Een M8-verbinding geeft een contactoppervlak van 138,45 mm2.
oor de beide D materialen te clinchen, ontstaan metallische microcontacten, wat de geleiding ten goede komt.
De Duitse onderzoekers hebben inmiddels tests gedaan met verbindingen van een aluminium- en titaniumlegering die in T4-toestand werd geclincht en daarna tot T6 werd gehard. Zo’n verbinding is onder meer toepasbaar in de aandrijflijn van een elektrische auto of in energieopslagsystemen. Langlopende tests van meer dan duizend uren met 20 tot 120 A stroom laten een positief resultaat zien. Kalich denkt dat het nog beter kan door het aanbrengen van de clinchverbinding te optimaliseren. Je kunt bijvoorbeeld een grotere stempeldiameter gebruiken of tijdens het clinchen de oxidelaag openbreken, wat de geleiding positief beïnvloedt. Een alternatief dat de universiteit nog verder gaat onderzoeken is de Tox Twinpoint-verbinding: twee kleine verbindingspunten die in één bewerking worden gerealiseerd. Deze zijn oorspronkelijk ontwikkeld om verdraaien van de geclinchte delen te voorkomen. Nu bieden ze het voordeel dat je met kleine verbindingspunten een groot contactoppervlak creëert. Tox heeft klanten die de clinchverbinding toepassen voor elektronicacomponenten, juist omwille van het ontbreken van warmte-inbreng en een langdurig goede elektrische geleidbaarheid. Directeur Wolfgang Pfeiffer ziet kansen in de markt, bijvoorbeeld voor het verbinden van plaatmetaal of bimetalen waar lastechnologie op haar grenzen stoot. De weerstand tussen de bimetalen wordt door het clinchen gehalveerd, wat een positief effect heeft op de warmteontwikkeling. Pfeiffer wijst er verder op dat clinchen door de langjarige ervaring een robuust proces is dat zonder voorbehandeling of reiniging in een industriële omgeving kan worden ingezet. Pas als je in een productieomgeving de waarden uit een testomgeving haalt, is de technologie relevant, vindt hij. Franc Coenen is freelance tekstschrijver.
FOCUS SYSTEEMONTWERP
Leveranciers low-end mechanische Cad mogen zich zorgen maken
RS Components verspreidt gratis 3D-ontwerptooling In 2010 lanceerde elektronicadistributeur RS Components gratis tooling voor PCB-ontwerpers. Onlangs gaf het daar vervolg aan via Designspark Mechanical, een gratis modelleeromgeving voor driedimensionale mechanicadesigns. René Raaijmakers
R
S Components brengt een gratis mechanicaontwerpomgeving op de markt. De tools zijn ontwikkeld door Spaceclaim, een aanbieder van 3D-modelleergereedschappen. Leveranciers van geavanceerde tooling hoeven zich weinig zorgen te maken, zeker niet als hun pakketten ook stevige fysische berekeningen aankunnen. Afgaande op de tot nu toe verschenen recensies mogen aanbieders van low-end Cad-tooling zich best eens op het hoofd krabben. ‘Designspark Mechanical is een schot voor de boeg voor de op 3D-desktop-printers gerichte MCadwereld. Ik kan zeggen dat Design spark daar met kop en schouders boven uitsteekt’, schrijft Adam Carlson, mechanical design engineer van Eagle Technologies in een recensie voor EE Times. Met de Designspark-tooling wil RS Components zijn omzet een impuls geven. RS is als high-service distributor gespecialiseerd in elektronicaonderdelen, industriële automatisering, mechanische producten en testapparatuur. Het bedrijf heeft een sterke focus op online, maar bedient alle kanalen. Het geeft nog steeds papieren onderdelengidsen uit en wie RS belt, wordt ook bediend, zelfs bij een enkelstuksbestellingen. Bij RS kun je terecht voor pneumatiek, besturingen en motoren, maar ook voor een schroefje of een connector van een euro. In 2010 begon RS met het gratis weggeven van PCB-tooling om de omzet van elektronicacomponenten een zet te geven. Het introduceerde Designspark, een online community waar elektronica-ingenieurs gebruik kunnen maken van gratis gereedschappen voor het ontwerpen van printplaten. Wie de EDA-gereedschappen wil gebruiken, hoeft slechts zijn naam en contactgegevens af te staan. Met de lancering van Designspark Mechanical hoopt RS op dezelfde manier de omzet van mechanische onderdelen te verhogen. Tijdens een persconferentie in Boedapest wees Martin Keenan, hoofd strategische applicaties bij RS, erop dat wereldwijd slechts 95 procent van de ontwerpers gebruikmaakt van 3D-ontwerptooling. ‘Waarom zouden die mensen van papier en 2D naar 3D gaan?’, vraagt
Keenan zich af. ‘Gewoon, omdat er heel sche 3D-Cad-software. Het gereedschap veel voordelen zijn. Het maakt een snel- reageert op eenvoudige commando’s zoals lere time-to-market mogelijk, het is mak- grijpen en trekken met de muis. Zo kunkelijker om met collega’s over concepten nen ingenieurs met realtime editing en te praten, want 3D is informatiever. Boven- feedback snel vormen veranderen, vullen, dien winnen voorstellen in 3D het vaker. verplaatsen of combineren. De software Het genereert meer business en ons suc- is als een complementaire 3D-tool in het ces is totaal afhankelijk van het succes ontwikkelproces te gebruiken, bijvoorvan klanten. Ook maken we 3D-printing toegankelijker.’ Uit de presentatie van Keenan blijkt dat RS zich met Designspark Mechanical wel degelijk ook richt op de ingenieur die het zwaardere werk doet. ‘De kosten van 3D-Cad-tools zijn hoog’, weet Keenan. ‘Zeker voor kleinere bedrijven. Het onderhoud is duur en het is moeilijk om de tooling aan Designspark Mechanical heeft een online onderdelenbibliotheek te leren. In grote organimet ruim 38 duizend 3D-modellen. saties is het geen barrière, maar de meerderheid gebruikt maar een paar keer per jaar ontwerptools.’ Designspark heeft een online onderdelenbibliotheek met ruim 38 duizend 3D-modellen. RS werkt ook samen met de 3D-contentleverancier Traceparts, die miljoenen modellen in het Designspark-formaat beschikbaar heeft in zijn porRS Components denkt dat er wereldwijd twintig miljoen engineers zijn tal tracepartsonline.net. Zelf die op dit moment geen 3D Cad-gereedschappen gebruiken, maar die direct voordeel zouden hebben van tools als Designspark Mechanical. kan Designspark overweg met vierentwintig formaten. RS schat dat er wereldwijd anderhalf beeld om met een team concepten neer miljoen gebruikers zijn van 3D-Cad-ge- te zetten en erover te discussiëren, samen reedschappen. De leverancier denkt dat met bestaande 3D-Cad-tools. ‘Designspark er wereldwijd twintig miljoen engineers helpt in het vroege stadium van productzijn die op dit moment geen 3D-Cad-ge- ontwerp doordat ruimtelijke veranderinreedschappen gebruiken, maar die direct gen snel zijn in te voeren door teamgevoordeel zouden hebben van tools als De- noten die minder zijn gespecialiseerd in signspark Mechanical. ‘Het helpt ze niet al- 3D-ontwerp maar die wel van invloed leen om creatiever te zijn, maar onze 3D- zijn op het ontwerpproces. Niemand hoeft tooling maakt ook de productontwikkeling meer te wachten op de Cad-afdeling tot een 3D-ontwerp af is’, aldus Keenan. efficiënter’, aldus Keenan. RS Components laat weten dat de 3DDesignspark Mechanical gebruikt de zogenaamde direct modeling-methodologie, ontwerpsoftware in minder dan twee weken die verschilt van traditionele parametri- al vijftigduizend keer is gedownload.
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
45
PRODUCTNIEUWS Systeemontwerp
Update 20-Sim-pakket geschikt voor scripting
Controllab Products heeft 20-Sim versie 4.4 uitgebracht. Gebruikers kunnen de update via scripting aansturen. Scripts draaien in Matlab (commercieel) en Octave (open-source). Een functiebibliotheek die vanuit 20-Sim wordt meegeleverd, maakt het mogelijk vanuit deze omgevingen 20-Sim aan te roepen en te besturen. Door functies te combineren in m -files, kunnen taken worden geautomatiseerd. Met versie 4.4 combineert Controllab de rekenkundige capaciteiten en toolboxen van Matlab of Octave met de simulatiemogelijkheden van 20Sim. Controllab geeft met een paar voorbeelden een idee wat er met de scriptingfeature mogelijk is: parameters inlezen van een Excel-document en deze toepassen in 20-Sim, meervoudige runs in 20-Sim draaien en de resultaten opslaan in spreadsheets, simulatieresultaten met een FFT-algoritme omzetten naar Bode-plots of geautomatiseerd testen of een model aan specificaties voldoet. AP www.20sim.com
Eplan lanceert het Eplan-platform 2.3
Vanaf oktober kunnen de Nederlandse Eplan-klanten met een softwareservicecontract versie 2.3 van het Eplan-platform downloaden. De versie maakt gestandaardiseerde en grotendeels geautomatiseerde engineering mogelijk op basis van een consistente databank. Het platform ondersteunt ook uitgebreid coderingen die voldoen aan nieuwe standaarden zoals EN 81346 en VDMA 66413, een uitwisselingsformaat dat zich op veiligheidswaarden richt. Andere nieuwe functionaliteiten zijn het centraal vastleggen van niet meer actuele onderdelen en een nieuwe zoekfunctie voor systeeminstellingen. Deze functies bevorderen de interdisciplinaire werking en configuratie van het CAE-platform, aldus Eplan. In versie 2.3 beschikt de gebruiker over mogelijkheden om te werken met macro’s en deelschema’s, en hun varianten. Nieuw hierbij is dat hij deze macro’s via een tabelweergave kan bewerken en gedurende het hele engineeringproces kan updaten. De centrale opslag van data voorkomt mogelijke fouten aan de bron. AP www.eplan.nl
het nu over 3G en zelfs 4G (LTE). Ook de draadloze wifitechnologie is intussen al goed ingeburgerd in de industriële sector. Deze constante ontwikkeling van de technologie past echter vaak niet in het doorgaans conservatieve plaatje van de industrie. ‘In de industrie wordt een oplossing pas gevalideerd en geïmplementeerd als er een duurzaamheidgarantie kan worden gegeven van minstens tien jaar’, bevestigt Ewon-CEO Serge Bassem. De Ewon Flexy beantwoordt aan die behoefte omdat hij mee kan evolueren met de communicatietechnologie, aldus Bassem. Met een concept van basismodules en tot vier uitbreidingskaarten biedt Flexy eindgebruikers verschillende mogelijkheden: van een eenvoudige seriële poort, MPI of Profibus naar Ethernet tot de WLan-router met redundantie via 3G-modem. De innovatie zit in de router. Die biedt flexibiliteit op verschillende niveaus. In de eerste plaats Wan-flexibiliteit, die de gebruiker een keuze aan uitbreidingskaarten biedt om verbinding te maken met het internet: Lan, PSTN, wifi, CDMA, 2G, 3G. Ten tweede is er de Field-flexibiliteit, met de keuze voor een basismodule en uitbreidingskaarten om verbinding te maken met apparatuur: switch met vier Ethernet-poorten, seriële RS232/422/485-poorten, MPI/Profibus-poort. AP www.ewon.biz
Besturingen
Eaton stopt softstarter in kleiner jasje
Eaton introduceert de S811+-softstarter voor stroomsterktes van 11 tot 1000 A als een van de kleinste intelligente apparaten in de industriële sector. Het compacte model met geïntegreerde beveiliging tegen overbelasting biedt meer dan alleen de standaard beschermingsfuncties van de meeste op de markt beschikbare softstarters, aldus de leverancier. De beveiligings- en bewakingsfuncties zorgen voor verhoogde beschikbaarheid van het systeem en verbeteren de efficiency
Communicatie
Ewon lanceert flexibele industriële router
Om tegemoet te komen aan de behoefte aan meervoudige verbindingen in de industriële sector en om in te spelen op de constante evolutie van de communicatietechnologie pakt Ewon uit met een innovatie op het gebied van toegang op afstand tot industriële apparatuur en sites. Het Belgische bedrijf lanceert de Flexy, een modulaire en flexibele industriële router met uitbreidingskaarten. De industriële sector ziet zich geconfronteerd met de continue en snelle ontwikkeling van de communicatietechnologie. Waar er twee jaar geleden nog sprake was van 2G (GPRS), hebben we
46
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
in de motoraandrijving. De S811+ biedt een hoger startkoppel en hogere motorstromen in kleinere behuizingen. Deze versies zijn tot 78 procent kleiner zijn dan vergelijkbare producten en de MCC-eenheden zijn tot 63 procent kleiner, heeft Eaton berekend. Dat bespaart ruimte in de schakelkast en verdient zich terug, zowel in nieuwe productie-eenheden als in retrofitprojecten. De S811+-serie is geschikt voor gebruik met of zonder ombouw, in het bijzonder voor motor control centre-applicaties (MCC), pompen, ventilatoren en transportbanden. AP www.eaton.nl
Aandrijftechniek
Absoluutencoder Lika voor revolverkoppen CNC-machines
De Lika MS40 TT is een single-turn absoluutencoder speciaal ontworpen voor het monitoren en aansturen van gereedschapsrevolverkoppen in CNC-draaibanken. De TT is op mechanisch en elektrisch vlak geoptimaliseerd om nog beter tegemoet te komen aan de eisen voor positiefeedback bij het indexeren van de snelste revolverkopbewegingen, vertelt distributeur Tevel. De MS40 TT vormt bovendien een antwoord op de groeiende vraag naar reserveonderdelen voor de dynamische en zeer precieze gereedschapswisselaars van merken als Duplomatic Automation en Baruffaldi. De encoder is beschikbaar in vier domeinen: voor revolverkoppen met 8, 10, 12 of 24 posities. De output van de indexeringspositie is 4 bit of 5 bit binaire code. Voor een extra snelle informatieoverdracht wordt een beroep gedaan op een parallelle output. De MS40 TT is duurzamer en beter geschikt voor industriële omgevingen vergeleken met de meeste van zijn tegenhangers, aldus Tevel. Een kunststof behuizing en een hoge IP66-beschermingsgraad maken hem bestand tegen veeleisende omstandigheden. AP www.lika.it
Instrumentatie
Lichtgewicht grijper Schunk van versterkt composiet
De grootslaggrijper CGH zorgt volgens fabrikant Schunk voor een mijlpaal. Voor het eerst is het bedrijf erin geslaagd een lichtgewicht grijper met C/C-behuizing te standaardiseren. C/C staat voor carbon–carbon, oftewel met koolstofvezel versterkte koolstofvezels. Dat materiaal heeft een ongeveer vier keer zo hoog modulus en ongeveer twee keer zo hoge treksterkte als aluminium. Tegelijkertijd weegt het ongeveer veertig procent minder. De CGH-grijper is het resultaat van moderne simulatiemethodes, intensieve tests en commerciële productieprocessen, vertelt Schunk. Om volledig gebruik te maken van de voordelen van glasvezel-composiettechnologie en tegelijkertijd een hoge stabiliteit van de grijpers te waarborgen, hebben de ingenieurs van Schunk de koolstofvezelstructuur van de grijperbehuizing ontworpen naar de operationele behoeftes. Zo was het mogelijk om een grijper te realiseren die licht is, goed bestand tegen buiging en zeer torsiestijf. Met een gewicht van 11,7 kg beschikt de CGH over een grijpkracht van 2500 N en een variabele slag per vinger van maximaal 160 mm. Hij kan werkstukken tot 12,8 kg dynamisch vastpakken. AP www.schunk.nl
Sensoren
Gereedschapcodering met industriële RFID Balluff
Gereedschapidentificatie met behulp van Balluffs industriële RFID vergroot volgens de fabrikant de efficiency, omdat het ervoor zorgt dat onjuiste gereedschapstoewijzing of het kwijt-
raken van gereedschappen niet langer gebeurt. Alle gereedschapsrelevante gegevens worden contactloos opgeslagen in een gegevensdrager die is geïntegreerd in de gereedschapshouder. Dit betekent dat alle gegevens bij het automatisch la-
den in het systeemgeheugen correct en up-to-date zijn, omdat ze continu worden bijgewerkt als het gereedschap wordt geladen en verwijderd. In moderne productieomgevingen garandeert dit optimaal gereedschapsgebruik en een hoge machinebedrijfstijd, stelt Balluff. De geaccepteerde basis voor gereedschapsidentificatiesys temen is RFID-technologie. De Bis C-identificatiesystemen van Balluff zijn geschikt voor industrieel gebruik en ontworpen voor extreme belastingen, variërend van schokken en trillingen tot elektromagnetische, thermische of chemische effecten. AP www.balluff.nl
Pneumatiek
SMC vergroot aanbod magneetkleppen
SMC Pneumatics heeft onlangs magneetkleppen met twee en drie poorten op de markt gebracht: de VXD- en de VX3-serie. SMC bouwde verder op de beste functies van zijn originele (in)direct bediende magneetklep met twee poorten – de VXDserie (geschikt voor water, olie en lucht) – en lanceerde drie verbeterde modellen: de VXD21, VXD22 en VXD23. Een greep uit de verbeterde prestaties: tot 25 procent lager energieverbruik dankzij de verbeterde magnetische spoelconstructie, een stillere werking en langere levensduur met dank aan de vernieuwde stopaanslag en een betere corrosieweerstand door het hoogwaardigere magnetische roestvrije staal voor de interne onderdelen. Doordat de spoel gemakkelijk te vervangen is en de kleppen over moeren met een schroefdraad beschikken, is het onderhoud eenvoudig. De serie van direct bediende magneetkleppen met drie poorten – de VX3 (geschikt voor water, olie, stoom en lucht) – heeft niet alleen dezelfde functies als de nieuwe kleppen met twee poorten, maar is ook op andere vlakken verbeterd. Zo bestaat er een ventieleilandtype en een model met een speciale constructie voor vacuümtoepassingen. De VX31, VX32 en VX33 zijn te koop met openingen van 1,5, 2,2, 3 en 4 mm en met drie schroefdraadformaten. AP www.smcpneumatics.nl
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
47
AGENDA EVENTS OKTOBER Wind energy and offshore 21 oktober, Delft www.ansys.com Yaskawa Techniek Dagen 22 en 23 oktober, Veldhoven www.yaskawa.nl Comsol Conference 2013 23 - 25 oktober, Rotterdam www.comsol.nl Electric Drives Production Conference and Exhibition 28 - 30 oktober, Neurenberg, Duitsland www.edpc.eu Marine & offshore automation 29 oktober, Rotterdam www.marineoffshoreautomation.nl
Robotica in de zorg 13 november, Eindhoven www.mikrocentrum.nl
Precisiebeurs 2013 3 en 4 december, Veldhoven www.precisiebeurs.nl
Feda-ledenvergadering 14 november, Maarssen www.feda.nl
Cleantech Business Day 11 december, Eindhoven www.feda.nl
Polyflow Conference 14 november, Brussel www.ansys.com
JANUARI 2014
Constructeursdag 19 november, Utrecht www.engineersonline.nl Midest 2013 19 - 22 november, Parijs, Frankrijk www.midest.com
NOVEMBER
Technische Pubquiz 20 november, Delft, Eindhoven en Enschede www.alten.nl/pubquiz
Aquatech 2013 5 - 8 november, Rotterdam www.aquatechtrade.com
Domotica & slim wonen 20 en 21 november, Eindhoven www.beursdomoticaenslimwonen.nl
Europort 5 - 8 november, Rotterdam www.europort.nl
European Robotics Week 2013 25 november - 1 december, verschillende locaties www.eurobotics-project.eu
Bits&Chips 2013
EMBEDDED SYSTEMS Bits&Chips 2013 Embedded Systems 7 november, ’s-Hertogenbosch Info:
[email protected] www.embedded-systems.nl Quick response manufacturing 7 november, Boxtel www.mikrocentrum.nl Life cycle management 12 november, Frankfurt, Duitsland www.lifecycleconference.eu Productronica 2013 12 - 15 november, München, Duitsland www.productronica.com
48
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
21st Annual Robotics Industry Forum 22 - 24 januari, Orlando, Verenigde Staten www.robotics.org
FEBRUARI 2014 Indumation Network Event 18 februari, Leuven www.networkevent.be
MAART 2014 ESEF 2014 Techni-Show 2014 11 - 14 maart. Utrecht www.esef.nl www.technishow.nl Robotica 2014 14 - 16 maart, Milaan, Italië www.roboticaexpo.eu
SPS/IPC/Drives 2013 26 - 28 november, Neurenberg, Duitsland www.mesago.de
MEI 2014
ICT.Open 27 en 28 november, Eindhoven www.ictopen2013.nl
High-Tech Systems 2014 7 en 8 mei, ’s-Hertogenbosch Info:
[email protected] www.hightechsystems.eu
DECEMBER
Automate 2014 20 en 21 mei, Chicago, Verenigde Staten www.theautomationconference.com
Productie Proces Automatisering Dag 3 december, Ede www.productieprocesautomatisering.nl
Na een succesvolle eerste editie van High-Tech Systems zijn de inschrijvingen voor de tweede editie inmiddels geopend. Op 7 en 8 mei 2014 kunt u in 1931 Congrescentrum Brabanthallen kennismaken met mensen en bedrijven die werken aan het ontwikkelen, produceren en vermarkten van complexe systemen. Reserveer nu uw stand. Zorg dat u erbij bent en kom zakendoen in een bruisende, internationale omgeving. www.hightechsystems.eu
AGENDA TRAININGEN Proportionele techniek – analoog/digitaal 23 oktober, Boxtel Pompregelingen en loadsensing Start 11 november, Boxtel Vervolgtraining PLC-techniek Start 18 november, Boxtel Hydraulische systeemtechniek Start 21 november, Boxtel Mechatronica vervolgtraining Start 2 december, Boxtel Axiale plunjerpompen voor mobiele toepassingen Start 9 december, Boxtel Machinerichtlijn 12 december, Boxtel www.boschrexroth.nl Inleiding keramiek 14 november, Geldermalsen www.ceratec.nl Comsol Multiphysics intensive training 4 en 5 november, Zoetermeer 9 en 10 december, Zoetermeer Geometry & meshing 13 november, Zoetermeer Comsol Multiphysics solvers training 25 en 26 november, Zoetermeer Physics builder 11 december, Zoetermeer www.comsol.nl Programmeren volgens IEC 61131-3 Codesys V2.3 Start 23 oktober, Delft Start 11 november, ’s-Hertogenbosch Inleiding in de hydrauliek Start 30 oktober, Delft Elektrisch positioneren Start 31 oktober, Delft Energie-efficiënt ontwerpen van een pneumatische systeem 14 november, Delft Elektrische aandrijvingen 18 november, Delft Elektrisch positioneren 19 november, Delft Industriële bussystemen/netwerken Codesys V2.3 Start 20 november, Delft Meten van persluchtkwaliteit 20 november, Delft Inleiding in de pneumatiek Start 26 november, Zaandam Start 4 december, Delft Mobiele hydrauliek Start 27 november, Delft www.festo.nl
Electromagnetic compatibility – design techniques Start 21 oktober, Eindhoven Iterative learning control Start 4 november, Eindhoven Metrology and calibration of mechatronic systems Start 18 november, Eindhoven Motion control tuning Start 20 november, Eindhoven Mechatronics system design – part 1 Start 27 januari 2014, Eindhoven Thermal effects in mechatronic systems Start 10 maart 2014, Eindhoven Object-oriented analysis and design – fast track Start 11 maart 2014, Eindhoven System architect(ing) Start 17 maart 2014 Eindhoven www.hightechinstitute.nl Matlab and Simulink for control design acceleration 29 en 30 oktober, Eindhoven Matlab fundamentals 5 - 7 november, Eindhoven 3 - 5 december, Eindhoven 10 - 12 december, Mechelen Simulink for system and algorithm modeling 12 en 13 november, Eindhoven Matlab for building graphical user interfaces 18 november, Eindhoven Matlab-based optimization techniques 22 november, Eindhoven Statistical methods in Matlab 26 en 27 november, Eindhoven Matlab programming techniques 10 en 11 december, Eindhoven Matlab for data processing and visualization 16 december, Eindhoven Signal processing with Matlab 17 en 18 december, Eindhoven www.mathworks.nl
Labview core 1 28 - 30 oktober, Woerden 4 - 6 november, Zaventem 2 - 4 december, Woerden Labview core 2 31 oktober en 1 november, Woerden 7 en 8 november, Zaventem 5 en 6 december, Woerden Teststand I – test development 18 - 20 november, Woerden 9 - 11 december, Zaventem Labview daq and signal conditioning 21 en 22 november, Woerden 12 en 13 december, Zaventem Labview core 3 25 - 27 november, Zaventem 16 - 18 december, Woerden Labview performance 28 en 29 november, Zaventem Labwindows CVI 2 10 - 12 december, Zaventem www.ni.com/netherlands
Werken met Iso 13849-1 en IEC 62061 29 - 31 oktober, Vianen Procesflow machineveiligheid 5 november, Vianen Risicobeoordelingen theorie en praktijk 6 november, Vianen Ontwerpen veiligheidsmaatregelen 7 november, Vianen Ontwerpen besturingstechnische veiligheidsmaatregelen 8 november, Vianen Certified machinery safety expert 12 - 15 november, Vianen Robot safety 20 november, Vianen Learnshop bewust afwijken van normen 21 november, Vianen Functionele veiligheid procesindustrie 28 november, Vianen www.pilz.nl
Masterclass machineveiligheid 22 - 25 oktober, Groningen 5 - 8 november, Vianen Safety PLC 24 en 25 oktober, Vianen 26 en 27 november, Vianen
28 October 2013 Eindhoven
Training
Introduction in ultra high and ultra clean vacuum During 4 days, participants will acquire the basic knowledge of how to create, measure and maintain vacuum. Vacuum has properties unknown in our daily surroundings, i.e., there is no standard reference in daily life for people not involved in vacuum technique. Many exercises and calculations will be done during this course, in order to develop the required level of perception and understanding. The course ‘Introduction to ultra high and ultra clean vacuum’ is developed for employees with a BSc/MSc degree who are responsible for any type of constructions in ultra clean vacuum. These employees may be in research and development, (production) engineering and purchase management.
Duration: 4 days in a period of 4 weeks Course price: 1,595 euros excl. VAT
www.hightechinstitute.nl
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
49
Electronics Thermal design and cooling of electronics workshop (CoE) Nanometer CMOS ICs basics (CMOS-Basic) Design of switch-mode power supplies (D-SMPS) Electronics for non-electronic engineers (ENE-BSc) EMC course for mechanical engineers (EMC-ME) Power integrity for product designers (PI-PD) Design of analog electronics - analog IC design (DAE-IC) Signal integrity (SI-WS)
6 - 8 November 2013 (3 days) 25 - 27 November 2013 (3 days) Commences 9 December 2013 (6 days) Commences 7 January 2014 (43 sessions) 5 February 2014 (2 days) 6 and 7 February 2014 (2 days) Commences 25 February 2014 (11 days) Commences 18 March 2014 (3 lessons of 5 hours)
Mechatronics Introduction in ultra high and ultra clean vacuum (UHV1) Iterative learning control (ILC) Metrology and calibration of mechatronic systems (MCMS) Motion control tuning (MCT) Dynamics and modelling (DAM) Design for ultra high and ultra clean vacuum (UHV2) Mechatronics system design - part 1 (Metron1) Advanced mechatronic system design (AMSD) Thermal effects in mechatronic systems (TEMS) Machine vision for mechatronic systems (MVMS) Mechatronics system design - part 2 (Metron2)
Commences 28 October 2013 (4 4 and 5 November 2013 (2 18 and 19 November 2013 (2 Commences 20 November 2013 (6 25 - 27 November 2013 (3 Commences 25 November 2013 (3 27 - 31 January 2014 (5 Commences 5 February 2014 (6 10 and 11 March 2014 (2 20 and 21 March 2014 (2 7 - 11 April 2014(5
days) days) days) days) days) days) days) days) days) days) days)
Software Object-oriented analysis and design - fast track (OOAD) Design of real-time software - workshop (DRTS/WS)
Commences 11 March 2014 (4 days) Expected at the end of 2014 (5 days)
System Level 2: Test designer (STE2) System architect(ing) (Sysarch)
Commences 28 October 2013 (10 sessions) 17 - 21 March 2014 (5 days)
Tools Programming in Labview 2 (Labprog) Labview: introduction in language and programming 1 (Labview) Developing a large Labview application (Labproject)
11 and 12 November 2013 (2 days) To be determined (3 days) To be determined (3 days)
Leadership & Communication The power of perception (POP) Six thinking hats (6-Hats) Lateral thinking (LATH) Networking (NETW) The art of reviewing (TAR) How to deal with the 7 biggest communication challenges in innovation and technology (COMC) Creating business opportunities as a technician (CBO)
All training courses take place in Eindhoven (area)
31 October and 1 November 2013 (2 days) 4 and 5 November 2013 (2 days) 7 and 8 November 2013 (2 days) 8 November 2013 (1 day) 24 - 26 February 2014 (3 days + 1 evening) Commences 10 March 2014 (4 days + 2 evenings) 8 and 9 April 2014 (2 days + 1 evening)
Mechatronics
Motion control tuning Starting with the time domain, the complete basis of control is repeated, placed in a modern framework, validated experimentally and applied to mechanical servo systems. During the course all aspects of ‘motion control’ are covered, including the use of feedforward steering. This course is targeted at engineers that are involved in controlled mechanical servo systems who want to gain more insight into the possibilities and limitations of servo control in an industrial setting. Participants will have a BSc/MSc degree in electrical or mechanical engineering, mechatronics, physics or equivalent practical experience, and some basic understanding of servo control. Course code: MCT Location: Eindhoven Price: 4,495 euros excl. VAT Duration: 6 days in a period of 2 weeks Dates: commences on 20th November 2013
Mechatronics
Dynamics and modelling This is a basic course into the various aspects of machine dynamics that influence the performance of mechatronic precision systems. After the course, the participant will be aware of the risks and impact of machine dynamics on the overall system performance and will be able to judge and optimize concepts for products or equipment using a modelling approach focused on risk reduction and design decisions. The course is intented for designers, design engineers, dynamics specialists, control specialists, project leaders and group leaders who are involved in the multi-disciplinary development of mechatronic precision systems. Prerequisites are college/ university education, with at least two years experience and preferably completion of the course ‘Mechatronics system design’. Course code: DAM Location: Eindhoven Course price: 2,245 euros excl. VAT Duration: 3 consecutive days Dates: 25th - 27th November 2013
Mechatronics
Advanced mechatronic system design Participants will gather during this training physical insights, ways of working, design concepts and lessons learned (in terms of approach and in application-specific technical problems and solutions), which play a role in the development of precision systems. They will be confronted with aspects on different levels, e.g. the global product creation process including interaction with the customer (and the fact that the customer is in fact multiple persons with sometimes different views), technical trade-offs on system level and recent insights/developments on module/ function level. The training is a mix of presentations and exercises in combination with a conceptual design case study of a precision system, typically for lithography or inspection purposes, which will be worked on in teams throughout the course. The training is intented for mechatronic system designers and architects with typically 5 to 10 years experience in the multidisciplinary development of mechatronic precision systems. Course: AMSD Location: Eindhoven Course price: 4,495 euros excl. VAT Duration: 6 days in a period of 2 weeks Dates: commences 5th February 2014
www.hightechinstitute.nl
30 SEPTEMBER T/M 3 OKTOBER
JAARBEURS UTRECHT www.wots.nl
Excelleren in je werk De hightechwereld verandert voortdurend en snel; hightech professionals werken onder hoge druk aan complexe projecten. ‘Even niet opletten en het gaat mis’, weet Jaco Friedrich, trainer en coach sinds 2000 en als partner, cursusleider en trainer verbonden aan The High Tech Institute. ‘Opletten is werken met je bewustzijn. Je bewustzijn heb je dus nodig om te kunnen excelleren onder de omstandigheden die in de hightechindustrie gebruikelijk zijn. Je kunt niet terugvallen op je routines, want voortdurend worden flexibiliteit en creativiteit van je gevraagd. Maar wat is dat, bewustzijn? En hoe krijg je er grip op?’ Friedrich schreef er samen met collegatrainer en coach Gert-Jan van Schaik een boek over: ‘Excelleren in je werk. Het verschil tussen goed en buitengewoon goed.’ Het boek sluit aan bij alle leadership- en communicatietrainingen bij HTI.
Excelleren zien de auteurs als het bewust en daadkrachtig precies doen wat nodig is. Daarbij spelen vijf aspecten een rol: inzicht in de situatie, feitelijke waarneming, daadkracht, een intentie die breder is dan alleen jezelf en bewustzijn. In het boek staan allerlei oefeningen om het bewustzijn gericht en functioneel in het dagelijkse leven te trainen. ‘Oefen je het neutraal en feitelijk waarnemen, dan heb je steeds sneller door wanneer je de situatie gaat inkleuren met je eigen interpretaties’, geeft Friedrich als voorbeeld. ‘Die inkleuring maakt het je vaak moeilijk om op de juiste manier te reageren op gebeurtenissen om je heen. En dan excelleer je dus niet.’ Ook vertellen een aantal senior professionals in het boek hoe zij gebruik maken van hun bewustzijn om beter te presteren. ‘Zij leggen vaak weloverwogen contact met mensen buiten hun dagelijkse netwerk of
sociale leven. Wat ze daarbij leren, gebruiken ze weer in hun werk. Mensen die excelleren hebben ook de gewoonte om zichzelf voortdurend kritisch te evalueren. Zo halen ze het maximale uit iedere situatie.’ Volgens Friedrich vormt het trainen van je bewustzijn een natuurlijke manier om jezelf continu te ontwikkelen en te verbeteren. ‘De kwaliteit van je bewustzijn is bepalend voor de kwaliteit van je handelen als leider en professional. En dat is precies wat professionals willen: excelleren in hun werk.’ Kans maken op een gratis exemplaar van ‘Excelleren in je werk’? Schrijf je dan in voor de HTInieuwsbrief, vóór 1 november 2013. Ga naar www.hightechinstitute.nl en klik op ‘Subscribe for newsletter’.
Uitbreiding EMC-cursuspakket HTI start begin 2014 met twee nieuwe trainingen op het gebied van elektromagnetische compabiliteit (EMC). De cursussen zijn bedoeld voor machinebouwers en productontwikkelaars, en vormen een aanvulling op de bestaande EMC-cursus bij HTI. ‘Elke nieuwe generatie IC-componenten is sneller maar heeft ook een hogere frequentie’, vertelt docent Marcel van Doorn, EMC technology & strategy manager bij Philips. ‘Dat leidt tot toenemende EMC-problemen. De producten stralen meer uit. Daarnaast zijn ze gevoeliger voor storingen uit de omgeving door de lagere voedingsspanning.’ Bovendien ontstaan er functionele problemen onder meer met het signaal en de stroomvoorziening. ‘Door bijvoorbeeld de voeding goed te ontwerpen en speciale layoutmaatregelen te nemen voor de printplaten kun je die functionele problemen voorkomen.’ Bij de nieuwe tweedaagse cursus ‘Power integrity for product designers’ leren deelnemers de balans te vinden tussen functionaliteit en EMC. Op dit terrein bestaan nu nog geen trainingen. Bij de cursus wordt het gloednieuwe simulatiepakket van Mentor Graphics gebruikt. Ook in het laagfrequentgebied ontstaan problemen, met name storingspieken op het spanningsnet door een toenemend aantal zonnecellen en ledlampen. ‘Die pieken kun je door technische maatregelen onderdrukken, maar er komen ook nieuwe technische
Inhuis EMC-editie bij Advanced Electronics Company in Saoedi Arabië
standaarden’, aldus Van Doorn. ‘Voor machinebouwers is het belangrijk om daarvan op de hoogte te zijn. Vandaar dat we voor hen met een speciale EMC-training starten.’
De nieuwe eendaagse cursus ‘EMC for mechanical engineers’ brengt machinebouwers op de hoogte van het EMC-vakgebied en brengt hen de taal van de elektrotechnicus bij. ‘Zo kun je effectiever en efficiënter overleggen over technische specificaties.’ Beide cursussen hebben een praktische insteek. ‘We tonen aan de hand van concrete voorbeelden aan dat onze ontwerpregels kloppen en onze adviezen een positief effect hebben op het EMC-gedrag’, vertelt Van Doorn. Hij bezoekt regelmatig internationale conferenties over EMC en is goed op de hoogte van de recente ontwikkelingen. ‘We zien specifieke behoefte aan kennis over EMC ontstaan. De nieuwe cursussen sluiten wat dat betreft perfect aan op de bestaande vijfdaagse EMC-training bij HTI.
Vacuümtrainingen naar doelgroep In 2014 zal de opzet van de vacuümtrainingen onder auspiciën van NEVAC veranderen. De trainingen worden geoptimaliseerd voor de volgende doelgroepen: assemblage, kwaliteitscontrole, onderhoud, basisengineering en engineering met verdieping. De omvang van de trainingen varieert van minimaal 1 dagdeel tot maximaal 8 dagdelen. De voordelen van deze benadering zijn dat de cursist in kortere tijd toegang krijgt tot de kennis die nodig is voor een optimaal functioneren in de hightech omgeving van UCV en UHV met als resultaat een beter product met minder opstartproblemen. Meer gedetailleerde informatie zal binnenkort verschijnen op de website van The High Tech Institute.
www.hightechinstitute.nl
Nieuws
Stageplaatsen te koop Er is een nieuw fenomeen dat de gemoederen de laatste tijd nogal bezighoudt. Stageplaatsen te koop! Maar wie daar nou beter van wordt? We vroegen het verschillende betrokkenen. De situatie lijkt toch heel eenvoudig? Studenten die een technische studie volgen, zouden de stageplekken en afstudeeropdrachten voor het oprapen moeten hebben in deze tijd. Hoe kan het dan zijn dat er bureaus opstaan die denken dat ze hieraan een boterham kunnen verdienen? Of werkt dat andersom, dat een bedrijf moeite heeft om stagiaires te vinden en daarom maar een bureau inschakelt? We spraken hierover met Jos Gunsing, lector Mechatronica aan de Avans Hogeschool. Hij ziet dat studenten al in de schoolbanken worden benaderd door headhunters. ‘Behalve dat ik de bedragen die erin omgaan werkelijk ongepast vind, bestaat het zeer reële risico dat niet op inhoudelijke gronden wordt geselecteerd, maar dat vooral wordt gestuurd op de beloning, zonder dat de student dat in de meeste gevallen weet. En als een docent niet van een dergelijke constructie op de hoogte is, kan hij ook niet inschatten of de opdracht op potentieel oneigenlijke argumenten wordt ingestoken.’ Hans van Wijk van Actemium is bovengemiddeld actief als het gaat om het aanbieden van stage- en afstudeerplaatsen en heeft geen enkele moeite om die gevuld te krijgen. ‘In mijn ogen is dit een absoluut ongewenste ontwikkeling. Het zoeken naar een stageplaats of een afstudeerproject op zich is een onderdeel van het leerproces. En ik begrijp dat de werving redelijk agressief gebeurt, dat er letterlijk in de collegebanken wordt geworven. Studenten denken dat het een gratis service is, maar ik vroeg eens een offerte aan. Voor een derdejaarsstage moesten wij drieduizend euro betalen en voor een afstudeerder zelfs vijfduizend euro. Daar komt nog een fee van tienduizend euro bij als we de student in dienst willen nemen. Voor die student lijkt het misschien een mooie oplossing, tot hij merkt dat er van hem bijvoorbeeld verwacht wordt dat hij productie draait. Er is tenslotte flink voor hem betaald. Maar een stage in deze
opleidingsfase is bedoeld als leerstage en niet als werkstage. Het hele zoektraject is onderdeel van het leren. Het is vooral de naïviteit van de student die dit mogelijk maakt. Het is namelijk helemaal niet moeilijk om een stageplek te vinden, maar dat doen deze bureaus ze wel geloven. In de praktijk liggen de stageplekken voor de meeste technische opleidingen voor het oprapen.’ Op de website van Studentenbureau staat Karin Verouden van Fontys als referentie genoemd. We hebben haar gebeld en uitgelegd dat er wat negatieve geluiden over deze manier van bemiddelen de ronde doen. Karin vertelde dat ze erg en-
wel aan stageplaatsen. Je zou kunnen zeggen dat ik de voorkant van het verhaal prachtig vind, maar dat de achterkant me niet zo bevalt.’ We belden ook met het Studentenbureau dat ons – ietwat schoorvoetend – te woord stond. ‘We zagen een aantal jaren geleden een kloof ontstaan tussen leren en werken. Op sommige gebieden was er een schaarste in studenten, met name in de technische studies. Daar kun je als externe partij iets bieden. Wij helpen de student met trainingen die hem voorbereiden op het werk en tegelijkertijd bemiddelen we voor de werkgever om de juiste kandidaat op de juiste plaats te krijgen. Wij
Avans-lector Jos Gunsing ziet dat headhunters studenten al in de schoolbanken benaderen.
thousiast was over de manier waarop de studenten worden getest en geïnformeerd over het bedrijfsleven, maar toen een student de ‘bijsluiter’ had gelezen, besloot ze om toch negatief te adviseren met betrekking tot de bemiddeling in verband met de fee die bedrijven moeten betalen als ze de student na een stage in dienst nemen. ‘Bij onze opleiding is het zo dat een stageplaats vaak leidt tot een dienstverband. Dan moet een werkgever daar nu ineens een flink bedrag voor op tafel leggen. Ik heb zelf een groot netwerk, dus we komen
doen de selectie voor de opdrachtgever zodat die – in principe – maar één kandidaat hoeft te spreken. Zijn er weinig studenten, dan is dat voor de werkgever een enorme service. De student ontvangt zijn normale stagevergoeding, de fee voor de werkgever hangt af van de schaarste. De genoemde vergoedingen gelden nu zeker niet voor ons bureau, die zijn de laatste jaren drastisch verlaagd. Sterker nog: de fee bij in dienst treden is helemaal vervallen. Maar voor een techniekstudent gelden de hoogste tarieven ja, want die zijn schaars.’
> Korting voor Feda-leden op deelname Cleantech Business Day > Directeur Jörg de le Motte van Bosch Rexroth neemt afscheid, opvolger is
54
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
Waar komen ze vandaan?
A.P. van den Berg Op 30 augustus jongstleden vierde A.P. van den Berg zijn 45-jarige bestaan. Precies op die dag in 1968 zegde de grondlegger en naamgever, wijlen Arie Pieter van den Berg, zijn vaste baan bij de Goudsche Machinefabriek (GMF) in Gouda op om een eigen ingenieursbureau te starten in Heerenveen. Hij was bij GMF al betrokken bij de ontwikkeling van sondeerapparatuur en hij wilde dit onder eigen vlag verder uitbouwen. In relatief korte tijd wist Arie het bedrijf op de kaart te zetten. Met een beursstand of op een congres, waar dan ook in de wereld, wist hij de aandacht te trekken en contacten te leggen. Hij was een echte pionier en zijn creativiteit bleef niet beperkt tot bodemonderzoekapparatuur. Hij zag oplossingen voor een breed scala aan onderwerpen. Arie was niet bij te houden en de enorme variatie in activiteiten binnen A.P. van den Berg vroeg uiteindelijk om enige rem. Ongeveer tien jaar geleden is daarom besloten terug te gaan naar de kern. Terug naar de hoofdactiviteit waar het ingenieursbureau al 45 jaar lang goed in is, namelijk de ontwikkeling van apparatuur voor bodemonderzoek met het sonderen als kloppend hart. Daarnaast werd besloten de hydraulische systemen te concentreren op bewegingswerken voor bruggen
en sluizen. Deze specialistische kennis vloeit voort uit de productie van de sondeerapparatuur; in elk systeem voor bodemonderzoek zijn namelijk hydraulische componenten verwerkt. De start werd gemaakt met bodemonderzoekapparatuur voor landtoepassingen, maar al vanaf de jaren tachtig heeft A.P. van den Berg ook apparatuur beschikbaar voor offshoretoepassingen. Door dit pionieren heeft het bedrijf enorm veel kennis en expertise opgebouwd en is het wereldwijd voorloper in de sondeermarkt. Wat betreft de hydraulische systemen voor bruggen en sluizen werkt A.P. van den Berg mee in grote, meestal complexe projecten. Het raakvlakkenmanagement, oftewel de coördinatie tussen de verschillende disciplines, is van groot belang. A.P. van den Berg heeft inmiddels ruime ervaring in de afstemming met elektro- en besturingpartijen, sluisdeur- en brugdekleveranciers en betonconstructeurs. In deze projecten richt A.P. zich niet alleen op de bouwfase, maar ook op het latere onderhoud. Door de toepassing van hoogwaardige materialen worden hoge onderhoudskosten in een later stadium voorkomen. Opdrachtgevers waarderen zijn kwalitatief hoogstaande apparatuur, expertise over hydraulische bewegingswerken,
In 1968 startte Arie Pieter van den Berg een ingenieursbureau voor de ontwikkeling van bodemonderzoekapparatuur.
goede referenties en betrouwbare service. En het feit dat het bedrijf zelf de gehele installatie produceert en in gebruik stelt. Een recent project betreft het aanpassen van de sluizencomplexen in Belfeld en Sambeek. A.P. van den Berg is een van de partners in dit project en levert en monteert 24 hydraulische installaties (aggregaten, cilinders en verbindend leidingwerk) voor de sluizen. Begin volgend jaar zal het volledige werk worden opgeleverd. De ongebreidelde ontwikkeldrift van Arie vormde de basis voor de hoogwaardige specialisaties. De naam A.P. van den Berg is een begrip geworden en de medewerkers zijn er trots op deze te mogen voeren.
Goed bezig De rubriek waarin MVO-activiteiten van leden voor het voetlicht komen
Apex Dynamics sponsorde de nieuwe PLL-reductoren die als achterwielophanging en eindoverbrenging diende voor de Velox3, de hightech ligfiets die met 133,78 km/u het wereldrecord ‘snelste fietser op aarde’ verbrak. Een topprestatie voor het team en een vermelding in het Guinness Recordboek. Veel bedrijven sponsoren goede doelen of doen op een andere manier iets voor maatschappij of milieu. Wij horen het graag! Na het bekend worden van een ‘Goed bezig’-item in een vorige uitgave riep een Feda-lid: ‘Had ik dat maar geweten, dan had ik ze gesteund!’ Dus, hebt u een ‘Goed bezig’-activiteit in de planning, meld het ons dan. Ook en juist vooraf!
Hydrauliek en Feda Hydrauliek vindt van oudsher zijn thuis bij Feda. Met een eigen sectie binnen de vereniging is er aandacht voor belangenbehartiging, maar wordt er ook gewerkt aan bijvoorbeeld de ontwikkeling van technische leergangen voor het onderwijs. Dit voorjaar nog werd een leergang over proportionaalhydrauliek gepresenteerd tijdens de Mocon. Een volgende is in ontwikkeling. De technologiegroep hydrauliek volgt de marktontwikkelingen op de voet, coördineert het Feda-opleidingsprogramma en promoot het vakgebied richting onderwijs, industrie, vakpers en algemeen publiek.
Ron van den Oetelaar > Wots-projecten zoeken actieve deelnemers > Siemens ondersteunt modernisering Tata Steel Trainingscentrum
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
55
Nieuws
Wots 2014, een update World of Technology & Science, het gezamenlijke evenement van FHI en Feda, wordt enthousiast ontvangen. Alle informatie die we u in deze update geven, geldt op het moment van schrijven, want de beweging komt er nu echt in. Beursprojecten bij beide verenigingen worden uitgekristalliseerd. Concrete gadgets die de bezoekers zelf op de vloer moeten gaan samenstellen, worden uitgekozen. Inschrijvingen worden elke dag genoteerd. En bedrijven worden lid van de vereniging vanwege Wots. Een hartgrondig ‘eindelijk’ viel uw correspondent ten deel.
De exposanten sámen maken dit event. Niet eerder werd er zo veel input aan de exposanten gevraagd, maar niet eerder werd er een dergelijke stap gezet waarbij die input van onschatbare waarde is. Dus wie zich nog niet heeft aangemeld voor deelname aan een project: doe dat! Hier is uw kans! Wist u dat: • Feda tien beursprojecten heeft gedefinieerd? Daaruit wordt in een later stadium een keuze gemaakt. Alles is nu mogelijk. • Feda-leden maar 125 euro per vierkante meter betalen?
• er tegelijkertijd drie andere industriële beurzen plaatsvinden in de Jaarbeurs? Efficiëntie ten top. • op het moment van schrijven ruim veertig deelnemers hebben ingeschreven? En we zijn nog maar net gestart.
Nieuwe leden De afgelopen periode werden de volgende bedrijven lid van Feda. We heten ze van harte welkom en hopen dat ze op 14 november bij de alv aanwezig kunnen zijn om hun mede-Feda-leden te ontmoeten.
Sigma Control uit Barendrecht
Besturingstechniek en totaaloplossingen in industriële automatisering. ‘Waarom wij lid zijn geworden? Vooral nu vanwege de samenwerking met FHI voor de nieuwe beurs. Er wordt gefocust op inhoud en wij helpen daaraan graag mee. Je moet alles, een beurs én een bedrijf, samen tot een succes maken. Binnen ons bedrijf werkt dat ook zo. De verschillende specialisten werken altijd als een team.’
Dani-Tech uit Zoeterwoude
Al meer dan vijfentwintig jaar leverancier in hydraulische en mechanische aandrijftechniek. Met, als nog een van de weinigen, een brede eigen voorraad en een flexibel probleemoplossend vermogen voor klantspecifieke vraagstukken. Én met een eigen gespecialiseerde revisie- en reparatieafdeling voor hydraulische componenten.
IHC Hytop uit Sliedrecht
In deze hydrauliekspecial mogen we een aantal nieuwe leden in dit veld aan u voorstellen. IHC Hytop is specialist in hydraulische systemen, hydraulische powerpacks en elektronische besturingen, voor alle toepassingen in de
bagger- en offshore-industrie. Behalve een specialistische maatwerkuitrusting staat er ook 24/7 een SCC-gecertificeerd serviceteam klaar.
Omec Motors uit Arnhem
Omec is een Chinese fabrikant en wereldwijde distributeur van standaard elektromotoren, onder meer LV, MV, HV en IP23. Het bedrijf is onderdeel van de Peja Group. In samenwerking met partners worden ook specials gebouwd. De strategie van Omec is om partnerovereenkomsten te sluiten met elkaar aanvullende partijen en vanuit die gedachte wordt ook veel onder privaat label geleverd.
In september werd, na onderhoud en retrofits, de jaarlijkse functioneringsafsluiting van de Maeslantkering weer succesvol afgerond. Verschillende Feda-leden zorgen ervoor dat Nederland droge voeten houdt.
> Yokogawa moderniseert grote ondergrondse gasopslagfaciliteiten in Groot-Brittannië <
56
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
COLUMN
Professionalisering
N
Jean-Pierre Mulders is directeur van Hyva International, dat maatwerkvoertuigen levert.
og niet zo heel lang geleden ontstond er een revolutie op het gebied van de gsm. Het aloude piepapparaatje met groen scherm en grote knoppen werd in no time een minicomputer met duizend-en-een mogelijkheden. Velen hebben dit niet zien aankomen maar zien de zogenaamde smartphone nu wel als een primaire levensbehoefte. De hydraulieksector is altijd in beweging, integratie met elektronica is een onstuitbare trend en de bedrijven in de sector zoeken zich suf naar het utopische werknemersbestand dat zowel inzetbaar is aan de hydraulisch-mechanische kant als aan de besturingskant. Opleidingen transformeren in hun eigen tempo en we kennen magere en vette jaren voor wat betreft personeelsaanbod. Maar wat is het onbekende? Wat is die ontwikkeling die wij niet zien aankomen? Is hydrauliek nu die gsm met groen scherm en grote knoppen? Hydrauliek is degelijk, betrouwbaar, schoon en krachtig. Maar zeiden we niet iets dergelijks van die originele gsm, toen die nog zeven dagen meekon voor hij weer aan de lader moest? Het is interessant om op een traditionele markt te zoeken naar vernieuwing. Stilstand is achteruitgang en ondertussen zoeken we ons suf naar nét die techniek die de nieuwe generatie inluidt. Die meer is dan alleen een opwaardering is van het bestaande. Onlangs las ik een bericht dat ik zou willen kwalificeren als een prachtige ontwikkeling. De TU Delft heeft een nieuw concept ontwikkeld voor windenergie. De turbines functioneren daarbij niet meer onafhankelijk, maar wekken gezamenlijk in een veld energie op die centraal wordt omgezet in elektriciteit. Het huidige ontwerp heeft door het hoge gewicht in de top van de windmolen de limiet bereikt. Als de zware tandwielkast niet langer nodig is, wordt veel gewicht bespaard in het ontwerp en kan ook bijvoorbeeld de kolom zelf kleiner worden. In het nieuwe ontwerp zal de rotor rechtstreeks een hydraulische pomp aandrijven die olie onder hoge druk naar beneden stuwt. In de voet van
de windmolen drijft deze hydraulische druk een zeewaterpomp aan die de energie via zeewater door middel van een leidingnet op grote afstand kan vervoeren. Een prachtig voorbeeld hoe hydrauliek wordt ingezet op een vernieuwende en groene manier. Is dit wellicht een nieuwe generatie? De doorbraak? In de snel veranderende markt is het continu schakelen en zoeken naar de toegevoegde waarde en bijdrage aan het gemeenschappelijk debat. Zo kijken we dus in de Feda-sectie Hydraulic Solutions ook naar de nieuwste ontwikkelingen, maar niet alleen op technisch vlak. We proberen het fundament onder de sector te verstevigen met bijvoorbeeld onderwijs. De basisscholen worden voorzien van een lesmethode om de kinderen al vroeg te laten kennismaken met aandrijftechniek. Al op de basisschool ontstaat de basale interesse voor een studierichting, snel gevolgd door de definitieve keuze voor een middelbare school en vakgebied. En ook daar voorziet Feda het onderwijs van vakgerichte leergangen met kennis van de nieuwste technieken. De leden van de sectie Hydraulic Solutions stellen deze boeken zelf samen zodat de leergang perfect aansluit bij de behoeftes van de markt. Maar we moeten verder kijken dan de techniek en de inhoud. De uitstraling van de branche en de eisen van onze klanten zijn ook onderhevig aan verandering. Daarbij stelt de maatschappij ook de eis dat alles in harmonie gebeurt met het welzijn van Moeder Natuur. Hoe kunnen de leden van Feda’s hydraulieksectie hier professioneel op inspelen? En wederom gaan onze voelsprieten uit om te zien of hier een ontwikkeling ligt voor een nieuwe generatie. Professioneel kan bijvoorbeeld betekenen dat Feda een certificeringsprogramma gaat opzetten voor veilig en verantwoord werken met en aan hydraulische installaties. Een toonbeeld van professionaliteit naar de markt zou ik zeggen. Professionalisering, de nieuwe smartphone, over een paar jaar kunnen we niet meer zonder.
Feda gaat een certificeringsprogramma opzetten voor veilig en verantwoord werken met hydrauliek
Agenda
14 november 11 december
Feda-ledenvergadering, Maarssen Cleantech Business Day, Eindhoven
www.feda.nl
Colofon Redactie & tekst: Janet Kooren, Puntnet Tekst en advies – Karin van Reijn, secretariaat Feda – Marcel van Haren, branchemanager Feda Correspondentie en aanleveren nieuws: Secretariaat Feda,
[email protected] Alle artikelen in Fedactueel vallen onder de verantwoordelijkheid van Feda. www.feda.nl
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 4
57
BEDRIJVENKOMPAS Dienstverlening | Distributie | Projectbureau | Toelevering | Tools
Dienstverlening
Alten Mechatronics Beukenlaan 44 5651 CD Eindhoven Tel +31 40 2563080 Linie 544 7325 DZ Apeldoorn Tel +31 55 5486200 Rivium 1e straat 85 2909 LE Capelle aan den IJssel Tel +31 10 4637700
[email protected] www.alten.nl
ENTER BV Science Park 5001 5692 EB Son Tel +31 40 2141020
[email protected] www.enter-group.nl
Nspyre Postbus 85066 3508 AB Utrecht Tel +31 88 8275000 Fax +31 88 8275099
[email protected] www.nspyre.nl
Projectbureau
TMC Group
Technical Software Tel +31 40 2677100 (Zuid-Nederland) Tel +31 88 7468928 (Midden- en NoordNederland) Tel +32 14 848718 (België)
Remote Solutions Tel +31 40 2677100 Electronics Tel +31 40 2677100 Industrial Mathematics Tel +31 40 7516116
Technolution B.V. Zuidelijk Halfrond 1 P.O. Box 2013 2800 BD Gouda Tel +31 182 594000
[email protected] www.technolution.eu
Frencken Europe Hurksestraat 16 5652 AJ Eindhoven Tel +31 40 2507507 Fax +31 40 2507518
[email protected] (algemene informatie)
[email protected] (verkoop) www.frencken.nl
Tools
The MathWorks BV Dr. Holtroplaan 5b 5652 XR Eindhoven Tel +31 40 2156700 Fax +31 40 2156710
[email protected] www.mathworks.nl
58
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
Regio Midden/West Herculesplein 44 3584 AA Utrecht Tel +31 30 8200518
[email protected] www.tmc.nl
Adverteren
Toelevering
Festo BV Schieweg 62 2627 AN Delft Tel +31 15 2518890 Fax +31 15 2518867
[email protected] www.festo.nl
Regio Zuid Flight Forum 107 5657 DC Eindhoven Tel +31 40 2392260
National Instruments Netherlands BV Pompmolenlaan 10 3447 GX Woerden Tel +31 348 433466 Fax +31 348 430673
[email protected] netherlands.ni.com
Ook in het kompas? Het kompas geeft informatie over bedrijven die actief zijn in de markt voor systeem- en machinebouw. Vermelding is op jaarbasis. Voor meer informatie en reserveringen, neem contact op met de afdeling sales,
[email protected].
COLOFON
VOLGENDE KEER IN
Mechatronica&Machinebouw is een onafhankelijk technisch tijdschrift voor mensen die werken in de systeem- en machinebouw. Mechatronica&Machinebouw is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen.
Snelliusstraat 6 – 6533 NV Nijmegen tel +31 24 3503532 – fax +31 24 3503533
[email protected] – www.techwatch.nl Redactie Alexander Pil – hoofdredacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] René Raaijmakers – redacteur tel +31 24 3503065 –
[email protected] Nieke Roos – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Pieter Edelman – redacteur tel +31 24 3503534 –
[email protected] Paul van Gerven – redacteur tel +31 24 3504580 –
[email protected] Joost Backus – sales en opinie tel +31 24 3505028 –
[email protected] Vormgeving Justin López – vormgever tel +31 24 3503532 –
[email protected] Marketing en events Daniëlle Jacobs – marketingmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Kim Huijing – salesmanager tel +31 24 3505195 –
[email protected] Marjolein Vissers – sales- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Simone Straten – marketing- en eventcoördinator tel +31 24 3505544 –
[email protected] Lisette de Vries – financieel medewerker en projecten tel +31 3503532 –
[email protected] Sophie van Koningsbruggen – salesmedewerker tel +31 24 3505195 –
[email protected] Trainingen Ellen Lely – coördinator trainingen tel +31 85 4013600 –
[email protected] Katja Hofman – medewerker trainingen tel +31 85 4013600 –
[email protected] Abonnementenadministratie tel +31 24 3503532 –
[email protected]
Nummer 8 | 29 november | Robotica
Behalve op precisiemachinebouw en automotive zou Nederland zich moeten richten op robotica. Dat vindt in ieder geval mechatronicaveteraan Jan van Eijk, die terecht wijst naar de resultaten van Tech United in diverse Robocup-competities. In deze editie roboticaprojecten bij onder meer Ace, MPS en NTS, en een verhaal over industrieel Ros.
Advertenties Afdeling sales tel +31 24 3505544 –
[email protected] Medewerkers Ann-Kathrin Falkenberg, Teresa Klawitter, Sofie van Ooijen, Imke Okkerman, Leanne Robbertsen, Kitty Stam Columnisten en externe auteurs Pieter van den Brand, Franc Coenen, Martijn Dost, Jaco Friedrich, Rolf Grouve, Heico Sandee, Dennis Schipper, Frank Senteur, Jan Kees van der Veen Uitgever René Raaijmakers tel +31 24 3503065 –
[email protected] ISSN: 2213-8498 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Senefelder Misset, Doetinchem Abonneren Een abonnement op Mechatronica&Machinebouw kost 154 euro op een bedrijfsadres en 99 euro op een privéadres. Vraag een abonnement aan via
[email protected]. Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op www.techwatch.nl. Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem contact op met de afdeling sales,
[email protected], tel +31 24 3505544. Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2013 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Mecha tronica&Machinebouw, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Mechatronica&Machinebouw. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te p laatsen of te bewerken.
Mechatronica&Machinebouw in 2014
Volgend jaar besteedt Mechatronica&Machinebouw aandacht aan deze onderwerpen:
Editie Thema 1 Agro & food 2 Slim verpakken 3 Hightech NL 4 Halfgeleidermachines 5 Industriële automatisering 6 World of motion & drives 7 Ultraprecisie 8 Robotica
Datum 21 februari 21 maart 18 april 23 mei 20 juni 5 september 24 oktober 5 december
Heeft u interessante bijdragen of artikelvoorstellen die passen bij deze thema’s? Neem dan contact op met Alexander Pil (
[email protected], +31 24 3504580). Sluiten de onderwerpen aan bij uw marketingplannen en wilt u informatie over de advertentiemogelijkheden? Dan kunt u terecht bij onze salesafdeling (
[email protected], +31 24 3505544).
Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld. Foto voorpagina Bosch Rexroth
MECHATRONICA&MACHINEBOUW 7
59
Q Find it at
www.mathworks.nl/accelerate datasheet video example trial request
MODEL PHYSICAL SYSTEMS in
Simulink with Simscape™ • Electrical • Mechanical • Hydraulic and more
Use SiMScapE with SiMUlink to model and simulate the plant and controller of an embedded system. Assemble your model with a graphical interface, or import physical models from CAD systems. Use built-in components or create your own with the Simscape language. ® ®
MathWorks Benelux Now hiring for technical and sales positions www.mathworks.nl/contact
©2011 The MathWorks, Inc.