Politieke Markt Hengelo Behandelvoorstel onderwerp
Jaarstukken, begroting en grondexploitatie Businesspark Twente
zaaknummer
1014672
datum
27 mei 2014
voorzitter
griffiemedewerker
zaal
Domein
tijd / duur
Leo Nijland
S210
Bestuur
19.30 – 20.15 (45 minuten)
……………… Portefeuillehouder
Ten Heuw
doel van de sessie
Oordeelsvorming met besluitvorming in de raad d.d. 11-06-2014. Vanaf 19.00 uur is er op 26 mei in de leeskamer een technisch beraad voor de raadsleden en fractievertegenwoordigers
Belangrijkste beslis/bespreekpunten
Conform artikel 20 en 21 van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) zendt het dagelijks bestuur jaarlijks de jaarstukken, de grondexploitatie en de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten. -T.a.v. de jaarrekening kan de raad, binnen acht weken na ontvangst, schriftelijk eventuele bezwaren kenbaar maken aan het algemeen bestuur. - T.a.v. de ontwerpbegroting kan de raad binnen acht weken na ontvangst van de ontwerpbegroting en de grondexploitatie, schriftelijk hun gevoelen daarover doen blijken. Uiteindelijk stelt het algemeen bestuur van het bedrijventerrein de stukken vast. De raad wordt voorgesteld aan te geven geen bezwaar aan te tekenen tegen de jaarstukken. En aan te geven zich te kunnen vinden in de begroting en de grondexploitatie. Bespreekpunten hierbinnen zijn: - Het Uitgifte tempo van de gronden en de relatie tussen dat tempo en het resultaat van de grondexploitatie / risico analyse; - De informatieverstrekking aan de raad over voorgaande ontwikkelingen - De vergoedingen die betaald worden aan de BV’s van de functionarissen die werkzaam zijn voor het RBT (de PvdA heeft hierover schriftelijke vragen gesteld).
behandeladvies
Fracties wordt gevraagd een oordeel te geven over het voorstel. Voorzitter concludeert na behandeling of het voorstel besluitrijp is, en zo ja hoe? (hamer/bespreekstuk).
spreekrecht publiek
Bij Beeldvorming:
Ja
Bij Oordeelsvorming: Ja
Technische vragen dienen vooraf te worden gesteld.
Nee
Duur: Duur: 5 minuten per inspreker Graag vooraf aanmelden bij
[email protected] of aan het begin van de sessie bij de voorzitter/griffie
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1014672
Vranken, Harrie
RU-REO
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
Jaarstukken, begroting en grondexploitatie XL Businesspark Twente
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
1. Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam RBT schriftelijk te melden dat de raad van de gemeente Hengelo geen bezwaar aantekent tegen de door het Dagelijks Bestuur ter vaststelling ingebrachte jaarstukken 2. Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam RBT schriftelijk te berichten dat de raad van de gemeente Hengelo zich kan vinden in de herziene grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014, de (herziene) begroting 2014, de (voorlopige) begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 - 2018. 3.Kennis te nemen van het rapport van bevindingen van de accountant.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De gemeente Hengelo is deelnemer in het XL Businesspark Twente. Vanuit die deelneming neemt de gemeenteraad een standpunt in over de (financiële) jaarstukken over 2013 en de vooruitzichten voor de komende jaren. De raad heeft besloten hiermee in te stemmen.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1014672
Vranken, Harrie RU-REO Van Steenwijk, Christiaan
PORT. HOUDER
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
Jaarstukken, begroting en grondexploitatie XL Businesspark Twente
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Het Dagelijks Bestuur van het RBT heeft ons college de volgende stukken aangeboden: • Jaarstukken 2013 • Rapport van bevindingen van de accountant • Herziening begroting 2014, begroting 2015 en meerjarenraming 2016 - 2018 • Grondexploitatie per 1-1-2014 en bijbehorende risicoanalyse • Aanbiedingsbrief aan de gemeenteraad Conform de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente dient de raad in de gelegenheid te worden gesteld hier haar gevoelen over kenbaar te maken.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam RBT schriftelijk te melden dat de raad van de gemeente Hengelo geen bezwaar aantekent tegen de door het Dagelijks Bestuur ter vaststelling ingebrachte jaarstukken 2. Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam RBT schriftelijk te berichten dat de raad van de gemeente Hengelo zich kan vinden in de herziene grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014, de (herziene) begroting 2014, de (voorlopige) begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 - 2018. 3. Kennis te nemen van het rapport van bevindingen van de accountant. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
XL Businesspark Twente: korte schets Het regionale bedrijventerrein XL Businesspark Twente ligt in de gemeente Almelo en wordt begrensd door de A35, het Twentekanaal en de “natte doorbraak”.
Het XL Businesspark Twente is op initiatief van de gemeenten Almelo, Borne, Enschede en Hengelo en de provincie Overijssel tot stand gekomen. Xl-park is een duurzaam bedrijventerrein, in hoofdzaak bedoeld voor bedrijven uit de sectoren industrie, transport en distributie met 20 tot 50 arbeidsplaatsen per hectare en een terreinbehoefte vanaf 2 hectare. Het terrein is bruto 172 hectare groot waarvan bijna 122 hectare uitgeefbaar. XL-park, dat direct ontsloten is via de A35, biedt de mogelijkheid om grote ruimtevragers in Twente te houden of naar deze omgeving te halen. Het bestemmingsplan voor XL Businesspark Twente is medio 2006 vastgesteld; voorjaar 2008 is de realisatie definitief van start gegaan. Voor de totstandkoming van het XL-park is op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) een Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) opgericht met als deelnemers de vier gemeenten en de provincie. Het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur van het RBT zijn conform de Gemeenschappelijke Regeling samengesteld uit leden van de colleges van Burgemeester en Wethouders van de betrokken gemeenten en Gedeputeerde Staten. De provincie en de steden nemen ieder voor 23% deel in de exploitatie van het RBT en de gemeente Borne voor 8%. Behandeling jaarstukken, grondexploitatie en begroting XL Business Park in gemeenteraden en provinciale staten In artikel 20 en 21 van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente wordt verwoord dat het dagelijks bestuur jaarlijks de jaarstukken, de grondexploitatie en de begroting toezendt aan provinciale staten van Overijssel en aan de raden van de deelnemende gemeenten, die ten aanzien van de jaarstukken, binnen acht weken na ontvangst schriftelijk bezwaren kenbaar kunnen maken aan het algemeen bestuur. Daarnaast dienen zij binnen acht weken na ontvangst van de begroting en de grondexploitatie, schriftelijk hun gevoelen daarover kenbaar te maken. Via de jaarstukken, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening, legt het Dagelijks Bestuur verantwoording af over de realisatie van de (vorig jaar) vastgestelde beleidsvoornemens (begroting). Hierdoor kan het Algemeen Bestuur beoordelen of het Dagelijks Bestuur in overeenstemming met de in de begroting gestelde kaders heeft geopereerd. Door middel van de grondexploitatie wordt een beeld gegeven van het (begrote) eindresultaat van het XL Businesspark Twente (de terugverdiencapaciteit van de gerealiseerde investeringen). De grondexploitatiebegroting bevat onder andere een raming van nog te realiseren grondaankopen, civieltechnische investeringen, plankosten en rentekosten evenals een begroting van nog te realiseren grondopbrengsten. Het eindresultaat van de grondexploitatie wordt na afsluiting, in overeenstemming met artikel 22 van de gemeenschappelijke regeling, via de daartoe vastgestelde verdeelsleutel over de deelnemende gemeenten en de provincie verdeeld. De begroting wordt grotendeels afgeleid van de grondexploitatie, maar dient niet ter bepaling van het resultaat. De begroting fungeert als financieel en inhoudelijk kader waarbinnen het Dagelijks Bestuur opereert. Daarmee vormt de begroting 2014, de basis voor de jaarverslaglegging over het lopende jaar. Via de meerjarenraming tenslotte, wordt inzage gegeven in lasten en baten op langere termijn.
Jaarstukken 2013 De jaarstukken zijn qua opbouw gebaseerd op het Besluit Begroting en Verantwoording en de Financiële Verordening Regionaal Bedrijventerrein Twente, vastgesteld door het Algemeen Bestuur in augustus 2005. Rapportage vindt plaats op basis van de vier activiteiten (programma’s) waar het RBT zich mee bezig houdt. Het betreft hier bouwgrondproductie (1), parkmanagement (2), erfpacht (3) en de aanleg van de laad- en loskade (4). Dit laatste programma is specifiek ingesteld ten behoeve van de verantwoording jegens de subsidieverstrekker. Bij behandeling van de begroting 2013 werd verwacht dat het geïnvesteerd vermogen zou oplopen met € 2,4 miljoen. In werkelijkheid is de boekwaarde opgelopen met € 3,9 miljoen. De begroting wordt overschreden met in totaal € 1,5 miljoen. Reden hiervoor is dat minder grond is uitgegeven dan werd verwacht, waardoor de grondopbrengsten achterbleven. Tegelijkertijd bleven investeringen achter bij de planning. De jaarrekening is gecontroleerd door Ernst & Young. De accountant geeft in haar rapportage aan voornemens te zijn een goedkeurende verklaring af te geven met betrekking tot de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening, nadat de jaarstukken en grondexploitatie zijn vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Uit de accountantscontrole blijkt dat het jaarverslag en de jaarrekening in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn ingericht en een getrouw beeld geven van de financiële positie van het RBT. In de jaarrekening wordt aandacht besteed aan de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Deze wet is met ingang van 1 januari 2013 van toepassing en stelt normen aan de hoogte van de bezoldigingen in de (semi)publieke sector. Twee functionarissen (waaronder de directeur) ontvangen meer dan de norm, bij omrekening naar een (theoretische) full time betrekking. De met de BV’s van de betreffende functionarissen aangegane contracten, met een looptijd van 1-1-2009 t/m 31-12-2015, zijn aangegaan op basis van een Europese aanbestedings-procedure. De accountant heeft vastgesteld dat de contracten vallen binnen het overgangsrecht van de WNT. Hierbij wordt overigens aangetekend dat de vergoeding die aan de BV’s wordt betaald een all-in uurtarief is, dat mede dient ter dekking van de bedrijfskosten van deze BV’s. Grondexploitatie en bijbehorende risicoanalyse De grondexploitatie per 1 januari 2013 sloot op een tekort van € 11,3 miljoen (netto contant per 1 januari 2013). Op prijspeil 1 januari 2014 is dat 11,7 miljoen. De grondexploitatie per 1 januari 2014 sluit op een tekort van € 15,0 miljoen en verslechtert daarom met € 3,3 miljoen. De verslechtering hangt op hoofdlijnen samen met een investering in de blusleiding en een ophoging van het plankostenbudget. Tegelijkertijd zijn subsidies ontvangen, voor aanleg van de ontsluitingsweg (Ontwikkelagenda van Netwerkstad Twente) en de laad- en loskade (Agenda van Twente van Regio Twente). Door de aanleg van een blusleiding wordt de laad- en loskade en het natte bedrijventerrein ontsloten op de blusvoorziening die is aangebracht in tranche één. Dit draagt bij aan de aantrekkelijkheid van het XL Businesspark als logistieke hotspot. Juist logistieke bedrijven hebben baat bij een gezamenlijke blusvoorziening, omdat op deze wijze grote logistieke hallen zonder de belemmering van scheidingswanden kunnen worden gebruikt. Vorig jaar heeft het Dagelijks Bestuur de raad geïnformeerd over het feit dat de plankostenraming niet langer voldoende is. Dit gebaseerd op een normatieve plankostenscan, waaruit bleek dat het budget voor planontwikkeling met € 4,5 miljoen opgehoogd zou moeten worden. Sindsdien zijn maatregelen genomen om de kosten te beheersen. Het DB heeft opdracht gegeven om op korte termijn een gedetailleerd onderzoek naar het plankostenbudget uit te voeren. Omdat de grondexploitatie ook nu een reëel beeld moet geven van het resultaat, is het budget opgehoogd met € 2,0 miljoen. Dit is gebaseerd op een nacalculatie van gerealiseerde plankosten, in relatie tot de investeringen. Het is nog steeds nodig om een nauwkeurige raming uit te werken, op basis waarvan het plankostenbudget definitief kan worden vastgesteld. Daarbij wordt ook de wijze van invulling van het projectbureau vanaf 1 januari 2016 betrokken (detachering, inleen of dienstverband). De grondexploitatie is qua uitgiftetempo gebaseerd op onderzoek van Ecorys (2012). Hieruit bleek dat het reëel is dat na aanleg van een laad- en loskade en bij vestiging van een containerterminal, jaarlijks 6 hectare bedrijventerrein wordt uitgegeven. Ook uit het onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan de Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad (2013), komt deze verwachting naar voren. De afgelopen jaren zijn de acquisitie-inspanningen, met de oprichting van de Port of Twente (speciaal gericht op de logistieke
sector), fors verhoogd. Op korte termijn lijken de vooruitzichten, ondanks de moeilijke marktomstandigheden, goed. Toch maakt het DB zich zorgen over het afzettempo. Mede als gevolg van de economische recessie, is het uitgiftetempo tot op heden niet gehaald (uitzondering hierop vormt het jaar 2011, waarin Timberland zich vestigde). Gemiddeld is slechts 2,7 hectare per jaar uitgegeven. Omdat een vertraging van gronduitgifte een forse impact heeft op het resultaat van de grondexploitatie, zal binnen twee jaar opnieuw een marktonderzoek worden uitgevoerd. Herziening begroting 2014, begroting 2015 en meerjarenraming 2016 – 2018 De (programma) begroting vormt het financieel en inhoudelijk kader waarbinnen het Dagelijks Bestuur kan opereren. Daarmee is de nu voorliggende begroting over 2013, de basis voor jaarverslaglegging over het lopende kalenderjaar (2013). De begroting is, evenals de jaarrekening, opgebouwd uit de vijf activiteiten (programma’s), waar het RBT zich mee bezig houdt. Het betreft hier bouwgrondproductie (1), parkmanagement (2), erfpacht (3) en laad- en loskade (4) De grondexploitatiebegroting (met op dit moment een looptijd tot en met 2031) biedt een weergave van het eindresultaat van het XL Businesspark (programma 1, bouwgrondproductie). De nu voorliggende begroting, die hieruit grotendeels wordt afgeleid, dient niet ter bepaling van het resultaat, maar fungeert als budgetkader waarbinnen het Dagelijks Bestuur kan opereren. De begroting voor 2015 komt gelijktijdig aan bod. Deze begroting geldt als voorlopig financieel kader. Bij actualisatie van de grondexploitatie (per 1-1-2015) wordt de begroting 2015 op basis van voortschrijdend inzicht herzien en nader uitgewerkt. Hetzelfde geldt voor de meerjarenraming (2016 - 2018), die jaarlijks ter vaststelling wordt aangeboden aan het Algemeen Bestuur. De laad- en loskade wordt medio 2014 opgeleverd. Direct aansluitend op de realisatie van de laad- en loskade wordt de ontsluitende infrastructuur aangelegd, zodra en voor zover wordt beschikt over de benodigde gronden. Onderdeel hiervan is de aanleg van een blusringleiding, waarmee het natte bedrijventerrein (o.a. Eurol) wordt ontsloten op het centrale pompgebouw in tranche één. Voor het jaar 2014 lijken de vooruitzichten, ondanks de moeilijke marktomstandigheden, goed. Er is een ontwikkelingsovereenkomst met Eurol getekend voor de uitgifte van totaal 4 ha. (3,2 ha in 2014 en 0,8 ha over 5 jaar) en de C.T.T. huurt 3 hectare voor de exploitatie van een containerterminal en het beheer van een bulk-overslagkade. Per saldo lijkt daarmee de uitgifteprognose van marktonderzoeker Ecorys (6 ha. per jaar) voor 2014 gehaald. Daarnaast worden, in samenwerking met Port of Twente, gesprekken gevoerd met grote logistieke dienstverleners, voor vestiging in 2014 en/of 2015. Door het DB van de gemeenschappelijke regeling XL Business Park wordt de gemeenteraad gevraagd zijn mening kenbaar te maken over de door het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam RBT vastgestelde jaarstukken 2013 en de gemeenteraad wordt gevraagd aan het Algemeen Bestuur van het RBT (schriftelijk) zijn gevoelen kenbaar te maken ten aanzien van de (meerjaren)begroting, grondexploitatie en bijbehorende risicoanalyse. Het college nu stelt voor om 1. Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam RBT schriftelijk te melden dat de raad van de gemeente Hengelo geen bezwaar aantekent tegen de door het Dagelijks Bestuur ter vaststelling ingebrachte jaarstukken; 2. Het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam RBT schriftelijk te berichten dat de raad van de gemeente Hengelo zich kan vinden in de herziene grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014, de (herziene) begroting 2014, de (voorlopige) begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018; 3.Kennis te nemen van het rapport van bevindingen van de accountant.
FINANCIËLE ASPECTEN
De herziene grondexploitatie sluit per 1-1-2014 op een tekort van € 15 miljoen. Ten opzichte van de grondexploitatie per 1-1-2013 is de grondexploitatie verslechtert met € 3,3 miljoen. De gemeente Hengelo staat borg voor een aandeel van 23% van het tekort. Ten behoeve van het tekort heeft de gemeente Hengelo een voorziening getroffen van € 3,5 miljoen. Deze voorziening wordt meegenomen in de door de raad vast te stellen herzieningen van 2014. Voorts is van belang dat in het weerstandsvermogen van de gemeente Hengelo risico’s zijn opgenomen voor de te onderscheiden exploitaties. Voor het RBT is het risico geschat op € 1,9 miljoen.
BIJLAGE(N)
• • • • •
Jaarstukken 2013 Rapport van bevindingen van de accountant Herziening begroting 2014, begroting 2015 en meerjarenraming 2016 - 2018 Grondexploitatie per 1-1-2014 en bijbehorende risicoanalyse Aanbiedingsbrief aan de gemeenteraad
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
BUSINESSPARK Genneenteraad van Hengelo Postbus18 7550 AA Hengelo
TWENTE BEZOEKADRES
EWAIL
INTERNET
DATUM
02-04-2014
BETREFT Jaarstukken, begroting en grondexploitatie
Projectbureau Wierdensestraat 25B Postbus 67 7600 AB Almelo 0546 85 18 88 0546 85 19 12
[email protected] www.xlpark.nl
KENMERK U I T 1 4 . 0 0 0 6 3 UW KENMERK
Geachte raad, Overeenkomstig de artikelen 20 en 21 van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bedrijventerrein Twente ontvangt u hierbij: 1. De jaarstukken van het RBT over 2013 2. De grondexploitatie van het XL Businesspark per 1-1-2014 en bijbehorende rislcoanalyse 3. De (herziene) begroting voor 2014 en 2015 en de meerjarenraming 2016-2018 van het RBT De accountant heeft de jaarrekening over 2013 gecontroleerd. Het verslag van bevindingen van de accountant is bijgevoegd. Doel van de documenten Via de jaarstukken, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening, legt ons bestuur verantwoording af over de realisatie van de (vorig jaar) vastgestelde beleidsvoornemens (begroting 2013). Hierdoor kan het Algemeen Bestuur beoordelen of ons bestuur in overeenstemming met de in de begroting gestelde kaders heeft geopereerd. Door middel van de grondexploitatie wordt een beeld gegeven van het (begrote) eindresultaat van het XL Businesspark Twente (de terugverdiencapaciteit van de gerealiseerde investeringen). De begroting dient niet ter bepaling van het resultaat, maar fungeert als financieel en beleidsmatig kader waarbinnen ons bestuur kan opereren. Daarmee vormt de begroting de basis voor de jaarverslaglegging over het lopende jaar. Hierna wordt, per document, ingegaan op de belangrijkste conclusies en een aantal relevante ontwikkelingen. Jaarstukken 2013 Bij behandeling van de begroting 2013 werd verwacht dat het geinvesteerd vermogen zou oplopen met € 2,4 miljoen. In werkelijkheid is de boekwaarde opgelopen met € 3,9 miljoen. De begroting wordt overschreden met in totaal € 1,5 miljoen. Reden hiervoor is dat minder grond is uitgegeven dan werd verwacht, waardoor de grondopbrengsten achterbleven. Tegelijkertijd bleven investeringen achter bij de planning. De jaarrekening is gecontroleerd door Ernst & Young. De accountant geeft in haar rapportage aan voornemens te zijn een goedkeurende verklaring af te geven met betrekking tot de getrouwheid en de rechtmatigheid van de jaarrekening, nadat de jaarstukken en grondexploitatie zijn vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Uit de accountantscontrole blijkt dat het jaarverslag en de jaarrekening in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn ingericht en een getrouw beeld geven van de financiele positie van het RBT. In de jaarrekening wordt aandacht besteed aan de Wet normering bezoldlging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Deze wet is met ingang van 1 januari 2013 van toepassing en stelt normen aan de hoogte van de bezoldigingen in de (semi)publieke sector. Twee functionarissen (waaronder de directeur) ontvangen meer dan de norm, bij omrekening naar een (theoretische) full time betrekking. De met de BV's van de betreffende functionarissen aangegane contracten, met een looptljd van 1-1-2009 t / m 31-12-2015, zijn aangegaan op basis van een Europese aanbestedings-
XL Businesspark Twente is een project van het Openbaar Lichaam RBT
;«l BUSINESSPARK TWENTE
procedure. De accountant heeft vastgesteld dat de contracten vallen binnen het overgangsrecht van de WNT. Overigens tekenen wij hierbij aan dat de vergoeding die aan de BV's wordt betaald een all-inn uurtarief is, dat mede dient ter dekking van de bedrijfskosten van deze BV's. Begroting De laad- en loskade wordt medio 2014 opgeleverd. Direct aansluitend op de realisatie van de laad- en loskade wordt de ontsluitende infrastructuur aangelegd, zodra en voor zover wordt beschikt over de benodigde gronden. Onderdeel hiervan is de aanleg van een blusringleiding, waarmee het natte bedrijventerrein (o.a. Eurol) wordt ontsloten op de centrale pompgebouw in tranche een. Voor het jaar 2014 lijken de vooruitzichten, ondanks de moeilijke marktomstandigheden, goed. Er is een ontwikkelingsovereenkomst met Eurol getekend voor de uitgifte van totaal 4 ha. (3,2 ha in 2014 en 0,8 ha over 5 jaar) en de C.T.T. huurt 3 hectare voor de exploitatie van een containerterminal en het beheer van een bulk-overslagkade. Per saldo lijkt daarmee de uitgifteprognose van marktonderzoeker Ecorys (6 ha. per jaar) voor 2014 gehaald. Daarnaast worden, in samenwerking met Port of Twente, gesprekken gevoerd met grote logistieke dienstverleners, voor vestiging in 2014 en/of 2015. Grondexploitatie De grondexploitatie per 1 januari 2013 sloot op een tekort van € 11,3 miljoen (netto contant per 1 januari 2013). Op prijspeil 1 januari 2014 is dat 11,7 miljoen. De grondexploitatie per 1 januari 2014 sluit op een tekort van € 15,0 miljoen en verslechtert derhalve met € 3,3 miljoen. De verslechtering hangt op hoofdlijnen samen met een investering in de blusleiding en een ophoging van het plankostenbudget. Tegelijkertijd zijn subsidies ontvangen, voor aanleg van de ontsluitingsweg (Ontwikkelagenda van Netwerkstad Twente) en de laad- en loskade (Agenda van Twente van Regio Twente). Door de aanleg van een blusleiding wordt de laad- en loskade en het natte bedrijventerrein ontsloten op de blusvoorziening die is aangebracht in tranche een. Dit was een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor Eurol en draagt er toe bij dat de aantrekkelijkheid van het XL Businesspark als logistieke hotspot wordt vergroot. Juist logistieke bedrijven hebben baat bij een gezamenlijke blusvoorziening, omdat op deze wijze grote logistieke hallen zonder de belemmering van scheidingswanden kunnen worden gebruikt. Vorig jaar hebben wij u geVnformeerd over het feit dat de plankostenraming niet langer voldoende is. Dit gebaseerd op een normatieve plankostenscan, waaruit bleek dat het budget voor planontwikkeling met € 4,5 miljoen opgehoogd zou moeten worden. Sindsdien zijn maatregelen genomen om de kosten te beheersen. Wij hebben opdracht gegeven om op korte termijn een gedetailleerd onderzoek naar het plankostenbudget uit te voeren. Omdat de grondexploitatie ook nu een reeel beeld moet geven van het resultaat, hebben wij het budget opgehoogd met € 2,0 miljoen. Dit is gebaseerd op een nacalculatie van gerealiseerde plankosten, in relatie tot de investeringen. Het is nog steeds nodig om een nauwkeurige raming uit te werken, op basis waarvan het plankostenbudget definitief kan worden vastgesteld. Daarbij zullen wij ook de wijze van invulling van het projectbureau vanaf 1 januari 2016 betrekken (detachering, inleen of dienstverband). Risicoanalyse De grondexploitatie is qua uitgiftetempo gebaseerd op onderzoek van Ecorys (2012). Hieruit bleek dat het reeel is dat na aanleg van een laad- en loskade en bij vestiging van een containerterminal, jaarlijks 6 hectare bedrijventerrein wordt uitgegeven. Ook uit het onderzoek dat ten grondslag heeft gelegen aan de Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad (2013), komt deze verwachting naar voren. De afgelopen jaren zijn de acquisitie-inspanningen, met de oprichting van de Port of Twente (speciaal gericht op de logistieke sector), fors verhoogd. Op korte termijn lijken de vooruitzichten, ondanks de moeilijke marktomstandigheden, goed. Desalniettemin maken wij ons zorgen over het afzettempo. Mede als gevolg van de economische recessie, is het uitgiftetempo tot op heden niet gehaald (uitzondering hierop vormt het jaar 2011, waarin Timberland zich vestigde). Gemiddeld is slechts 2,7 hectare per jaar uitgegeven. Omdat een vertraging van gronduitgifte een forse impact heeft op het resultaat van de grondexploitatie, zullen wij binnen twee jaar opnieuw een marktonderzoek laten uitvoeren. Voorstel aan het Algemeen Bestuur Wij stellen het Algemeen Bestuur voor om in haar vergadering van 23 juni 2014, bijgevoegde jaarstukken, grondexploitatie en begroting vast te stellen. Wij stellen u door middel van deze brief in de gelegenheid om (binnen acht weken) uw bezwaren met betrekking tot de jaarstukken in te dienen
XL Businesspark Twente is een project van het Openbaar Lichaam RBT
;ft BUSINESSPARK TWENTE
bij het Algemeen Bestuur (artikel 21 gemeenschappelijke regeling). Daarnaast vragen wij u, overeenkomstig artikel 20 van de gemeenschappelijke regeling, uw gevoelen met betrekking tot de begroting bij ons bestuur kenbaar te maken. Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben geTnformeerd. Een afschrift van deze brief hebben wij gestuurd aan het college van burgemeester en wethouders/gedeputeerde staten. Met vriendelijke groet, Dagelijks Bestuur van het RegionaaJ^BerJfijventerreirt Twente, retaris,
f)
(
'.M. Bolhaar
voorzitter,
E.J. van Marie
Bijiagen Jaarstukken 2013 Jaarverslag Jaarrekening Verslag van bevindingen Grondexploitatie per 1-1-2014 Toellchting op de grondexploitatie per 1-1-2014 Risicoanalyse per 1-1-2014 Begroting Herzlene begroting 2014 Begroting 2015 Meerjarenbegroting (2016 - 2018)
XL Businesspark Twente is een project van het Openbaar Lichaam RBT
XL Businesspark Twente Jaarstukken 2013 -
jaarverslag
-
jaarrekening
Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) 24 maart 2014
Voorwoord van de directie Uit onderzoek van Ecorys bleek dat, na aanleg van een laad- en loskade en bij vestiging van een containerterminal, jaarlijks 6 hectare bedrijventerrein wordt uitgegeven. De laad- en loskade en de containerterminal worden op dit moment gerealiseerd. De minister van Infrastructuur en Milieu, mevrouw Schultz van Haegen, heeft op 18 november jl. de starthandeling verricht. Tegelijkertijd is een huurovereenkomst ondertekend met C.T.T., die zal investeren in containeroverslagfaciliteiten en is met Eurol een ontwikkelovereenkomst gesloten. De belangstelling vanuit het bedrijfsleven trekt de laatste tijd aan. De bouw van de laad- en loskade speelt daarbij, zoals mocht worden verwacht op basis van het onderzoek van Ecorys, een belangrijke rol. Voor wat betreft 2014 is de gronduitgifte verzekerd, door de overeenkomsten die zijn gesloten met Eurol en C.T.T. Samen met Port of Twente worden gesprekken gevoerd met verschillende bedrijven. Logistieke bedrijven vormen daarbij een steeds belangrijkere doelgroep.
Luit Hoogenberg Projectdirecteur
-2-
Inhoudsopgave
pagina
Jaarverslag 1. Inleiding ............................................................................................................................. 4 2. Voorstel aan het Algemeen Bestuur en Ontwerp Besluit ................................................... 5 3. Programmaverantwoording ............................................................................................... 7 3.1 Bouwgrondproductie .................................................................................................... 7 3.1.1 Baten en lasten (inclusief laad- en loskade) ........................................................... 7 3.1.2 Toelichting ............................................................................................................. 8 3.2 Parkmanagement ......................................................................................................... 9 3.2.1 Baten en lasten ...................................................................................................... 9 3.2.2 Toelichting ............................................................................................................10 3.3 Erfpacht.......................................................................................................................10 3.3.1 Baten en lasten .....................................................................................................10 3.3.2 Toelichting ............................................................................................................10 3.4 Laad- en loskade .........................................................................................................10 4. De paragrafen ..................................................................................................................12 4.1 Lokale heffingen ..........................................................................................................12 4.2 Weerstandsvermogen .................................................................................................12 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................................................12 4.4 Financiering.................................................................................................................13 4.4.1 Risicobeheer .........................................................................................................14 4.4.2 Renterisico ............................................................................................................14 4.4.3 Kasbeheer ............................................................................................................14 4.5 Bedrijfsvoering ............................................................................................................15 4.6 Verbonden partijen ......................................................................................................16 4.7 Grondbeleid.................................................................................................................16 4.7.1 Het gevoerde grondbeleid .....................................................................................16 4.7.2 Parkmanagement ..................................................................................................18 4.7.3 Reserves en voorzieningen ...................................................................................19 Jaarrekening 5. De Programmarekening en de toelichting .........................................................................22 6. De balans en de toelichting ..............................................................................................24 6.1 De balans per 31 december ........................................................................................24 6.2 Toelichting op de balans .............................................................................................25 6.3 Niet uit de balans blijkende verplichtingen ...................................................................27 6.4 Passiva .......................................................................................................................28 6.4.1 Langlopende schulden ..........................................................................................28 6.4.2 Kort lopende schulden ..........................................................................................29 Sisa bijlage
-3-
1. Inleiding Voor u liggen de jaarstukken van het Regionaal Bedrijventerrein Twente, waarin wordt teruggeblikt op het jaar 2013. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. De jaarstukken zijn gebaseerd op het Besluit Begroting en Verantwoording en de Financiële Verordening Regionaal Bedrijventerrein Twente, vastgesteld door het Algemeen Bestuur in augustus 2005. De stukken worden in maart 2014 behandeld door het Dagelijks Bestuur en daarna aangeboden aan Provinciale Staten van Overijssel en aan de Raden van de deelnemende gemeenten, die vervolgens (binnen acht weken) hun bezwaren schriftelijk kenbaar kunnen maken bij het Algemeen Bestuur. De jaarstukken worden in juni 2014 ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur. Via de jaarstukken, bestaande uit het jaarverslag en de jaarrekening, legt het Dagelijks Bestuur verantwoording af over de realisatie van de (vorig jaar) vastgestelde beleidsvoornemens (de herziene begroting 2013). Op basis hiervan kan het Algemeen Bestuur beoordelen of het Dagelijks Bestuur in overeenstemming met de in de begroting gestelde kaders heeft geopereerd. De jaarrekening wordt jaarlijks ter controle voorgelegd aan de accountant. Het Algemeen Bestuur stelt de jaarstukken voor 1 juli 2014 vast en neemt daarbij de bezwaren van raden en staten in acht. Hierna zendt het Dagelijks Bestuur de jaarstukken aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De jaarstukken zijn, evenals de begroting, gebaseerd op de activiteiten (programma’s) waar het RBT zich mee bezig houdt. Het betreft hier bouwgrondproductie (1), parkmanagement (2), erfpacht (3) en de aanleg van een laad- en loskade (4). Dit laatste programma (laad- en loskade) is tijdelijk ingesteld ten behoeve van de verantwoording van de subsidie, maar maakt integraal deel uit van de grondexploitatie (programma 1). Het eindresultaat van alle programma’s, wordt verdeeld over de deelnemende gemeenten en de provincie. In paragraaf 4.7.3 van het jaarverslag wordt het resultaat per deelnemer weergegeven.
-4-
2. Voorstel aan het Algemeen Bestuur en Ontwerp Besluit Almelo, 24 maart 2014 Vergadering Algemeen Bestuur d.d. 23 juni 2014 Onderwerp:
Jaarstukken 2013
Wij stellen u hierbij voor: 1. Kennis te nemen van het rapport van bevindingen van de accountant; 2. De jaarstukken 2013 vast te stellen overeenkomstig het ontwerp; 3. Het Dagelijks Bestuur voor het dienstjaar 2013, voor zover het de daarin opgenomen baten en lasten betreft, décharge te verlenen, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden; Overwegingen Hierbij bieden wij u de jaarstukken over 2013 aan, ter besluitvorming. De accountant heeft de jaarrekening gecontroleerd. Het rapport van bevindingen van de accountant treft u bijgaand aan. Met de vaststelling van de jaarstukken 2013 verleent u ons décharge voor het dienstjaar 2013, voor zover het de in het jaarstukken opgenomen baten en lasten betreft. De opzet van het jaarstukken is gebaseerd op de Financiële Verordening van het RBT en het daarin aangegeven Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (B.B.V.). In de verschillenanalyse wordt een vergelijking gemaakt tussen enerzijds de “Jaarstukken 2013” en anderzijds de herziene begroting 2013. Daarmee wordt duidelijk in hoeverre ons bestuur binnen de vastgestelde kaders heeft geopereerd. Het Dagelijks Bestuur,
Secretaris
Voorzitter
-5-
Het Algemeen bestuur van het RBT Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 24 maart 2014 Gelet op artikel 58, lid 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
BESLUIT 1. Kennis te nemen van het rapport van bevindingen van de accountant; 2. Het Jaarstukken 2013 vast te stellen overeenkomstig het ontwerp; 3. Het Dagelijks Bestuur voor het dienstjaar 2013, voor zover het de daarin opgenomen baten en lasten betreft, décharge te verlenen, behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden;
Aldus gedaan door het Algemeen Bestuur in haar openbare vergadering van 23 juni 2014
Secretaris
Voorzitter
-6-
3. Programmaverantwoording In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de activiteiten van het RBT (de programma’s). Per programma wordt een toelichting gegeven op de doelstelling zoals verwoord in de (herziene) begroting voor 2013 en de wijze waarop er naar gestreefd is om het doel te bereiken. 3.1 Bouwgrondproductie Hoofddoel van het Openbaar Lichaam RBT is het voorzien in de behoefte aan bouwrijpe grond met bedrijfsbestemming, toegespitst op grote ruimtevragers. Deze behoefte blijkt uit onderzoek van Ecorys (2012) en komt naar voren in de Bedrijventerreinenvisie Netwerkstad (2013). Om te voorzien in de behoefte, wordt bouwgrond geproduceerd. Het gaat hierbij om de transformatie van agrarische gronden naar bedrijfskavels en openbare ruimte, waartoe de volgende activiteiten worden verricht: -
het verwerven van ruwe bouwgrond
-
het slopen van opstallen en het saneren van de ondergrond
-
bouw- en woonrijp maken (aanleg van civieltechnische voorzieningen)
-
planontwikkeling
-
het tijdelijk beheer van agrarische gronden, opstallen en bouwrijp opgeleverde bouwterreinen
-
verkoop van bouwrijpe grond met bedrijfsbestemming
Om de transformatie tot stand te brengen voert (en voerde) het RBT een actief grondbeleid. Hierop wordt een toelichting gegeven in paragraaf 4.7.1. Voor aanleg van de laad- en loskade is een tijdelijk programma ingesteld (programma 4), ten behoeve van de subsidieverantwoording. Omdat de investering in de kade wel deel uitmaakt van de grondexploitatie en omwille van de navolgbaarheid, zijn de gerealiseerde lasten en baten in dit jaarverslag onder het programma bouwgrondproductie toegelicht. 3.1.1 Baten en lasten (inclusief laad- en loskade) In de tabel op de volgende pagina (tabel 1) wordt een overzicht gegeven van de baten- en lasten die binnen het programma zijn gerealiseerd en de verschillen ten opzichte van de begroting.
-7-
A
B
A-B
begroting
gerealiseerd
verschil
Opbrengsten Opbrengst Handelsverkopen Subsidie kade Inkomsten overig Inkomsten verhoging inflatie Totaal inkomsten
-7.231.310 -2.999.994 -11.459 -89.976 -10.332.739
-2.454.150 -1.879.026 -279.799
-4.777.160 -1.120.968 268.340 -89.976 -5.719.764
Uitgaven Verwerving Sloop Milieuonderzoek & sanering Bouw- en woonrijp maken Laad- en loskade Plankosten en VTU Fonds bovenwijks Overige kosten Rente leningen o/g Kosten verhoging inflatie Totaal uitgaven
4.143.213 71.215 7.639 837.862 2.538.578 832.296 407.889 1.048.257 2.752.062 122.824 12.761.835
876.117 25.937 26.604 621.347 2.218.417 1.037.280 125.000 795.028 2.745.196 8.470.926
3.267.096 45.278 -18.965 216.515 320.161 -204.984 282.889 253.229 6.866 122.824 4.290.909
2.429.096
3.857.951
-1.428.855
Grondexploitatie
Saldo +/-
-4.612.975
Tabel 1: overzicht van baten en lasten (opbrengsten negatief; investeringen positief)
3.1.2 Toelichting Het in de grondexploitatie geïnvesteerd vermogen loopt met € 3,9 miljoen op, terwijl verwacht werd dat de boekwaarde met slechts € 2,4 miljoen zou oplopen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een tegenvallende gronduitgifte. In de begroting was voorzien dat in 2013 zes hectare wordt uitgegeven. In 2013 werd echter slechts twee hectare uitgegeven (aan transportbedrijf Looms). In de begroting was een subsidiebijdrage van € 3 miljoen opgenomen, zijnde het restant van de subsidie in het kader van de regeling Quick Wins binnenvaart. De subsidiebijdrage is wel ontvangen, maar is (in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording) gedeeltelijk als voorschot verantwoord op de balans (en niet als baat). De pachtopbrengsten (overige inkomsten) zijn hoger dan vooraf begroot, dankzij een actief beleid gericht op het genereren van opbrengsten uit nog niet uitgegeven gronden. Niet alleen de grondverkopen, maar ook de investeringen bleven achter op de planning. Eén grondaankoop, die nodig is voor de ontsluitingsweg naar de laad- en loskade, vond nog niet plaats. De civieltechnische werken werden goedkoper uitgevoerd dan vooraf begroot (vanwege aanbestedingsvoordelen). Tegelijkertijd bleef een aantal investeringen achter bij de planning. Dit ook omdat in het kader van de gemeenschappelijke regeling is afgesproken dat het bouw- en woonrijp maken wordt afgestemd op het uitgiftetempo.
-8-
De plankostenbegroting is in 2013 overschreden. Dit hing samen met de voorbereiding van de laad- en loskade. Het Dagelijks Bestuur heeft maatregelen getroffen om een overschrijding van het plankostenbudget in 2014 te voorkomen en daarnaast opdracht gegeven om een plankostenraming uit te werken ten behoeve van de grondexploitatie per 11-2015. 3.2 Parkmanagement In de gemeenschappelijke regeling wordt verwoord dat voor wat betreft het beheer en onderhoud van het regionale bedrijventerrein wordt toegewerkt naar invoering van een zogenaamd ‘bedrijventerreinmanagement’ (artikel 4.20). Op 23 oktober 2008 heeft het Dagelijks Bestuur besloten tot oprichting van het ‘Coöperatief parkmanagement XL Businesspark’ en daarbij de statuten van deze vereniging goedgekeurd. In de statuten van de coöperatie en de sindsdien gesloten erfpachtovereenkomsten is verwoord dat de vereniging de volgende diensten c.q. voorzieningen zal aanbieden. -
het beheer en onderhoud van wegen, waterlopen en groenvoorzieningen
-
de beveiliging van het XL Businesspark Twente
-
een bewegwijzeringsysteem
-
een gezamenlijk afvalmanagement
-
een centrale bluswatervoorziening
-
een glasvezelnet
De voorzieningen worden door het Regionaal Bedrijventerrein Twente aangebracht. Bedrijven betalen een eenmalige vaste bijdrage in de investeringskosten. Hierop wordt een toelichting gegeven in paragraaf 4.7.2. Daarnaast betalen bedrijven jaarlijks een bijdrage voor de jaarlijks terugkomende kosten. Deze bijdrage is vast totdat de begroting van de coöperatieve vereniging parkmanagement is vastgesteld. Met bedrijven is afgesproken dat de begroting per tranche wordt vastgesteld, voor het eerst na uitgifte van 50% van de betreffende tranche. Dan gaat ook de verantwoordelijkheid voor onderhoud en beheer over naar de bedrijven. Het (reguliere) onderhoud van de openbare ruimte komt voor rekening van de gemeente Almelo (zie paragraaf 4.3). Additionele van wensen van bedrijven worden vanuit de begroting van de coöperatieve vereniging gedekt. 3.2.1 Baten en lasten In Tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de voor 2013 begrote baten en lasten en de daadwerkelijk gerealiseerde baten en lasten.
-9-
Parkmanagement Opbrengst parkmanagement Uitgaven (cbv / beveiliging) Saldo +/-
A
B
A-B
begroting
gerealiseerd
verschil
-330.003 308.374
-157.498 165.907
-172.505 142.467
-21.629
8.409
-30.038
Tabel 2: overzicht van baten en lasten (opbrengsten negatief; investeringen positief)
3.2.2 Toelichting In plaats van zes hectare (zoals begroot) is twee hectare uitgegeven. Hierdoor blijven de opbrengsten achter bij de planning. De investeringen, in bijvoorbeeld de uitrol van het cameranet, zijn om die reden ook uitgesteld. Investeringen vinden plaats nadat zich bedrijven vestigen. 3.3 Erfpacht Alle kavels op het XL Businesspark worden in erfpacht (landlease) uitgegeven. Daarmee wordt op lange termijn de deelname aan de “Coöperatieve Vereniging Parkmanagement” gegarandeerd. Ondernemers kunnen er daarbij voor kiezen om jaarlijks een canon te betalen of de erfpachtcanon in één keer af kopen. Tot op heden hebben alle ondernemers gekozen voor afkoop van de canon. Indien ondernemers gebruik maken van de geboden faciliteit om een jaarlijkse canon te betalen, dan worden de grondkosten binnen dit programma geactiveerd. De tot op heden gerealiseerde investering in contractvorming wordt dan gedekt uit de rente/risico opslag op de jaarlijks te betalen erfpachtcanon. Deze is vastgesteld op 1,5%. 3.3.1 Baten en lasten In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de voor 2013 begrote lasten en de daadwerkelijk gerealiseerde lasten. A
B
A-B
begroting
gerealiseerd
verschil
Juridisch advies
27.444
10.825
16.619
Totaal uitgaven
27.444
10.825
16.619
Erfpacht
Tabel 3: overzicht van baten en lasten
3.3.2 Toelichting De gronduitgifte bleef achter bij de prognose. Om die reden is minder geïnvesteerd in het verder uitwerken van de erfpachtcontracten. 3.4 Laad- en loskade Het RBT heeft in 2010 een subsidiebeschikking ontvangen, in het kader van de tijdelijke regeling Quick Wins Binnenvaart. Om te komen tot een adequate subsidieverantwoording
- 10 -
(conform sisa), is een specifiek programma ingesteld waarbinnen de inkomsten en uitgaven met betrekking tot dit project worden geadministreerd. De baten en lasten maken wel integraal deel uit van de grondexploitatie en zijn, omwille van de navolgbaarheid ten opzichte van de begroting, onder paragraaf 3.1 verantwoord. Het ministerie heeft in januari 2014 een wijzigingsbeschikking afgegeven, waarmee de subsidiabele periode tot 31-12-2014 wordt verlengd. Eind 2014 wordt de eindafrekening opgemaakt.
- 11 -
4. De paragrafen Het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat in het jaarverslag in afzonderlijke paragrafen wordt toegelicht in hoeverre is gehandeld in overeenstemming met de beleidslijnen die zijn vastgelegd in de begroting. 4.1 Lokale heffingen Van lokale heffingen is geen sprake. 4.2 Weerstandsvermogen Het RBT beschikt niet over reserves of voorzieningen. Zowel het verlies als eventuele (nu nog niet voorziene) tegenvallers worden gedekt door de deelnemende gemeenten en de provincie. Dit in overeenstemming met de gemeenschappelijke regeling van het RBT. De grondexploitatie sluit per 1 januari 2014 op een tekort van 15 miljoen, netto contant per 11-2014. Voor een nadere toelichting op de verdeling van het (op dit moment) begrote resultaat, wordt verwezen naar paragraaf 4.7.2 en de notitie ´grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014’. Uit de risicoanalyse blijkt (met 80% zekerheid) dat het tekort in een bandbreedte ligt van (netto contant per 1-1-2014) een winst van € 4,4 miljoen en een verlies van € 31,8 miljoen. Deze bandbreedte vormt het ‘risicoprofiel van het RBT’ en wordt jaarlijks door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Uit de analyse blijkt dat er 50% kans is op een gunstiger resultaat en 50% kans is op een negatiever resultaat. Voor een uitgebreide toelichting op de risicoanalyse en de hierin gehanteerde uitgangspunten, wordt verwezen naar de notitie ‘grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014”. Uit de risicoanalyse komt naar voren dat het uitgiftetempo het belangrijkste risico vormt, in combinatie met de rente op lange termijn. Het negatief effect van vertraging wordt voor een deel in balans gehouden door de aanwezige potentie tot het (gefaseerd) doorvoeren van verhogingen van de uitgifteprijs. Deze mogelijkheid bleek uit onderzoek van de Stec Groep. 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen De bestaande (agrarische) openbare wegen, riolering, water en groen zijn door de Gemeente Almelo aan het RBT overgedragen ten behoeve van de transformatie tot bedrijventerrein. Deze openbare ruimte is daarom voor het RBT geen kapitaalgoed. In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat het RBT zich, naast het ontwikkelen van het bedrijvenpark, moet bezighouden met het “exploiteren en beheren” van het bedrijventerrein. In artikel 3.1 van de regeling wordt toegelicht dat onder deze taak alles is
- 12 -
begrepen, “wat in de ruimste zin des woords met de exploitatie en het beheer van het terrein samenhangt”. Het gaat (volgens artikel 3.8) in ieder geval om de feitelijke uitvoering van allerhande beheersmaatregelen in de openbare ruimte, waartoe behoren: de wegen en trottoirs, de groenvoorzieningen en de (ondergrondse) infrastructuur. Het reguliere onderhoud van de openbare ruimte wordt gedekt door de Gemeente Almelo. De additionele kosten, die voortvloeien uit ‘extra wensen’ van ondernemers, worden gedekt vanuit de contributie aan de Coöperatieve Vereniging Parkmanagement. In het kader van de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat het Dagelijks Bestuur jaarlijks en in overleg met de Gemeente Almelo een overzicht vaststelt van onderhoudskosten (artikel 21). De onderhoudsbegroting is uitgewerkt door het Intergemeentelijk Ingenieursbureau en ligt ter controle bij de Gemeente Almelo. Afgesproken is dat de onderhoudsbegroting vanaf 2014 wordt geïntegreerd in de begroting van het RBT. In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de Gemeente Almelo vanaf dan ook jaarlijks inzicht geeft in de inkomsten vanuit de Onroerende Zaak Belasting (OZB). 4.4 Financiering Het beleid op het gebied van treasury is vastgelegd in het treasurystatuut, welke door het Algemeen bestuur is vastgesteld op 27 september 2005. Er is een werkgroep ingesteld, bestaande uit deskundigen op het gebied van Treasury van de deelnemende gemeenten en de provincie. Deze werkgroep adviseert over de aan te trekken leningen en de renterisico’s. Per 31-12-2013 heeft het RBT voor € 76,5 miljoen aan vaste schuld. Daarnaast zijn er twee kredietfaciliteiten (zie paragraaf 4.4.3). Het RBT betaalde in 2013 gemiddeld 3,52% rente. Bank Leningen BNG BNG BNG Rabo BNG Totaal
Bedrag
€ € € € € €
Rente
10.000.000 6.500.000 10.000.000 18.000.000 32.000.000 76.500.000
Krediet faciliteiten (limiet) Rabo € 5.000.000 BNG € 8.500.000 Totaal € 13.500.000
Periode (van - tot)
3,410% 2,750% 2,900% 3,79% tot 5,54% 3,595%
5-nov-09 5-jan-11 28-jul-11 1-feb-07 1-nov-05
5-nov-14 5-jan-15 28-jul-16 1-jan-17 2-nov-20
maand euribor +0,79 maand euribor +0,79
1-apr-09 1-apr-09
1-jan-17 1-jan-17
Tabel 4: geldleningen en kredietfaciliteiten (limiet)
In paragraaf 4.4.2 wordt ingegaan op de langlopende schulden. De kredietfaciliteiten komen in paragraaf 4.4.3 aan de orde.
- 13 -
4.4.1 Risicobeheer Het RBT verleent geen krediet. Derhalve beperkt het risico zich tot het renterisico. 4.4.2 Renterisico In onderstaande tabel (tabel 5) wordt toegelicht in welke mate het RBT voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde risiconorm van 20% (voor gemeenten). Deze norm schrijft voor welk renterisico decentrale overheden mogen aangaan, voor een periode langer dan 1 jaar. Uit de tabel blijkt dat het RBT voldoet aan de wettelijk voorgeschreven norm, omdat het renterisico is afgedekt. a) Renterisico
Werkelijk 2013
Nieuw aangetrokken vaste schuld Betaalde aflossingen Renterisico op vaste schuld
Renterisiconorm
Stand vaste schuld per 1 januari Ministerieel vastgesteld % Renterisiconorm
0 0 0
76.500 20% 15.300
Toets Renterisiconorm Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld
15.300 0
Ruimte(+)/Overschrijding(-)
15.300
Tabel 5: renterisico’s (bedragen x € 1.000)
Om het renterisico te beheersen, is spreiding aangebracht in de looptijden in de lening portefeuille. Daarnaast is een zogenaamd collar contract afgesloten. Dit contract loopt af op 1 januari 2017, met een basisbedrag van € 18 miljoen. Over dit bedrag wordt een minimale rente (floor) en een maximale rente (cap) berekend van respectievelijk 3,0% en 4,75%. Als het rentepercentage in rekening courant (het gemiddelde maand euribor) tussen voornoemde Floor en cap in zit, dan geldt dat tarief voor de rekening courant schuld. Zolang de schuld in rekening courant niet lager is dan € 18 miljoen, is er geen ongedekte positie en dus geen speculatierisico. Volgens het verwachte kasverloop zal de korte schuld tot 1 januari niet dalen beneden deze grens. 4.4.3 Kasbeheer De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel geld decentrale overheden mogen lenen voor een periode van maximaal 1 jaar. De norm is voor gemeenschappelijke regelingen vastgesteld op 8,2% van het begrotingstotaal en heeft als doel de renterisico’s te beperken. Per 31-12-2013 bedraagt het kasgeldlimiet € 1.412.678 (8,2% van het begrotingstotaal, zijnde € 17.227.776).
- 14 -
In onderstaande tabel (tabel 6) wordt de gemiddelde korte financiering getoetst aan het kasgeldlimiet.
bedragen * € 1,000 / kwartaal kw. 1 Vlottende activa Vlottende schuld Totaal netto vlottende middelen Kasgeldlimiet Ruimte
kw. 2
kw. 3
kw.4
256
357
182
1.058
7.736
7.926
7.681
10.629
-7.480
-7.569
-7.499
-9.571
1.413
1.413
1.413
1.413
-6.067
-6.156
-6.086
-8.158
Tabel 6: kasgeldlimiet 2013, per kwartaal
Uit de tabel blijkt dat de kasgeldlimiet in 2013 werd overschreden. Omdat een relatief groot aandeel van de schuld langjarig is gefinancierd, is het risico echter beperkt (zie tabel 7). Desalniettemin is met de werkgroep Treasury afgesproken dat onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheden om een deel van de korte financiering om te zetten naar een lang lopende lening. Begin 2014 wordt een plan van aanpak uitgewerkt, leidend tot een gedeeltelijke consolidatie. Verhouding financiering kort ten opzichte van lang.: Leningen o/g lang Leningen o/g kort Totaal leningen o/g
75.906 93,33% 5.426 6,67% 81.331 100,00%
Tabel 7: verhouding financiering kort ten opzichte van lang (bedragen x € 1.000,-)
4.5 Bedrijfsvoering In de gemeenschappelijke regeling wordt (in hoofdstuk 2 en 3) een uitgebreide beschrijving gegeven van de organisatie van het RBT en de taken en verantwoordelijkheden van het personeel. In aanvulling daarop wordt de administratieve en financiële organisatie beschreven in de financiële verordening, welke is vastgesteld door het Algemeen Bestuur (augustus 2005). Het RBT heeft geen personeel in dienst: werkzaamheden worden verricht door contractanten en ambtenaren van de deelnemende gemeenten. Het RBT huurt kantoorruimte aan de Wierdensestraat 25B te Almelo. Het huurcontract loopt tot 31 januari 2016. De bezetting van het Projectbureau bestaat per 31-12-2013 uit: -
projectdirecteur, Europees aanbesteed
-
casemanager, Europees aanbesteed
-
planeconoom, gedetacheerd door de Gemeente Almelo
- 15 -
-
administrateur, gedetacheerd door de Gemeente Almelo
-
secretaresse, gedetacheerd door de Gemeente Almelo
-
Ingenieursbureau, “in house opdracht” aan de Gemeente Almelo
In de financiële verordening van het RBT wordt verwoord dat het Dagelijks Bestuur zorg draagt voor de interne toetsing op juistheid, volledigheid en tijdigheid van bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen van het RBT. Gezien de omvang van de organisatie (een klein projectbureau) heeft de accountant vastgesteld (zie paragraaf 3.5.4 van de notitie “uitkomsten controle jaarrekening 2010”) dat het niet noodzakelijk is om een invulling te geven aan interne toetsing. Het Algemeen Bestuur van het RBT heeft, overeenkomstig de financiële verordening, een nota Misbruik en Oneigenlijk gebruik vastgesteld, waarin het beleid ter voorkoming van het oneigenlijk gebruik van eigendommen van het RBT wordt geformuleerd. 4.6 Verbonden partijen Volgens het Besluit begroting en verantwoording, is een verbonden partij een privaatrechtelijk of publiekrechtelijke organisatie waarin het overheidslichaam bestuurlijk én een financieel belang heeft. Het Regionaal Bedrijventerrein Twente heeft stemrecht en zeggenschap in de coöperatie ‘Coöperatief Parkmanagement XL Businesspark Twente u.a.” en daarmee een bestuurlijk belang in de coöperatie. Van een financieel belang is echter geen sprake. Het RBT is namelijk niet aansprakelijk als de coöperatie haar verplichtingen niet nakomt. Ook zijn er geen niet verhaalbare bedragen beschikbaar gesteld. Daarmee is de coöperatie geen verbonden partij als bedoeld in het BBV. 4.7 Grondbeleid Grondbeleid is geen doel maar een middel dat wordt ingezet als instrument om andere beleidsdoelen te realiseren. Daarmee heeft grondbeleid een faciliterend karakter. 4.7.1 Het gevoerde grondbeleid Doel van het RBT is het voorzien in behoefte aan bedrijvigheid voor grote ruimtevragers. Deze behoefte blijkt uit onderzoek van Ecorys (2012) en de Herijking Visie Bedrijventerreinen (2013). Het RBT voert (en voerde), om te voorzien in deze behoefte, een actief grondbeleid. Dit houdt in dat agrarische gronden worden aangekocht en bouw- en woonrijp gemaakt, om vervolgens uit te geven aan eindgebruikers. Dankzij dit actieve grondbeleid is per 31-12-2013 circa 80% van de gronden binnen het projectgebied in bezit van het RBT, zoals wordt geïllustreerd in figuur 1.
- 16 -
Figuur 1: eigendomspositie RBT per 31-12-2013 (groen)
T/m 31-12-2013 is circa € 80,9 miljoen geïnvesteerd, in het kader van de grondexploitatie (inclusief laad- en loskade). De investeringen vonden plaats op basis van vreemd vermogen (geleend geld). De grondexploitatiebegroting (zie tabel 8 voor een vereenvoudigde weergave) wordt jaarlijks opgesteld en geactualiseerd, om inzicht te verkrijgen in de economische waarde c.q. de ‘terugverdiencapaciteit’ van deze investeringen.
GREX-begroting op EW Boekw aarde per 31-12- 2013 Kosten nominaal 2,50% kostenstijging
80.891.263
2,46% opbrengstenstijging Nog te realiseren opbrengsten
50.082.213
9.616.610
6.433.390 70.850.086
140.912.677 175.157.210
Resultaat op Ew per 31-12-2031 Resultaat op NCW per 1-1-2014
21.106.641 122.430.334
54.689.619
Economische w aarde (O - K) 2031
56.515.603 101.323.693
34.244.533
4,18% Rente (nog te maken)
2014
80.891.263
61.233.477
Nog te maken kosten Opbrengsten nominaal
op NCW
65.914.732 31.273.758 14.976.531
Tabel 8: Resultaat van de grondexploitatie per 1-1-2014
Naar de huidige inzichten resulteert het project in een tekort van € 15 miljoen, netto contant per 1-1-2014. Dit op basis van een berekening van (op netto contante waarde) € 56,5 miljoen aan nog te maken kosten en € 122,4 miljoen aan nog te realiseren opbrengsten. Uitgangspunt in de berekening is een jaarlijkse uitgifte van zes hectare per jaar, 2,5 % kosten- en opbrengstenstijging (2,1% in 2014 en 2015) en gemiddeld 4,18% rente (3,58%
- 17 -
t/m 2015 en daarna 4,25%). De uitgifteprijs is vastgesteld op gemiddeld € 125,- per m2 uitgeefbaar terrein (prijspeil 1-1-2014). Voor een uitgebreide toelichting op de grondexploitatie en de gehanteerde uitgangspunten wordt verwezen naar de notitie “grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014”. In deze notitie is ook een gevoeligheidsanalyse opgenomen, waarmee inzicht wordt gegeven in het effect van bijstelling van de in de berekening gehanteerde rekentechnische uitgangspunten. 4.7.2 Parkmanagement Doel van het RBT is het voorzien in behoefte aan bouwgrond voor bedrijven met een grote ruimtebehoefte. Om te voorzien in deze behoefte produceert het RBT naast bouwgrond ook voorzieningen voor ondernemers. Het gaat bijvoorbeeld om een centrale bluswaterinstallatie, bewegwijzering en camera’s. Deze voorzieningen maken geen deel uit van de grondexploitatie. Investeringen In tranche één is een centrale blusvoorziening gerealiseerd en zijn camera’s (terreinbeveiliging) en bewegwijzering aangebracht. Het RBT heeft hierin per 31-12-2013 (per saldo) € 4,4 miljoen geïnvesteerd (op basis van vreemd vermogen). Het Dagelijks Bestuur heeft in december 2013 ingestemd met de parkmanagementexploitatie, waarmee inzicht wordt verkregen in de economische waarde van de parkmanagementvoorzieningen. De parkmanagementexploitatie is in de (meerjaren)begroting van het RBT geïntegreerd. Uit de berekening blijkt dat het geïnvesteerd vermogen wordt terugverdiend, bij een door ondernemers te betalen vergoeding van € 5,95 per m2 uitgeefbaar terrein. Er is dan sprake van een sluitende exploitatie. Daarbij zijn gelijke uitgangspunten gehanteerd als in de grondexploitatie (gemiddeld 4,18% rente, 2,5% kosten- en opbrengstenstijging (2,1% in 2014 en 2015) en een uitgiftetempo van 6 hectare per jaar). Omdat een bijdrage van € 5,95 per m2 uitgeefbaar terrein marktconform wordt geacht, is een afwaardering op het geïnvesteerd vermogen niet noodzakelijk. Het Dagelijks Bestuur heeft bij instemming met de parkmanagementexploitatie besloten tot aanpassing van de algemene voorwaarden van de blusvoorziening. Dit zodanig dat de aansluiting op de centrale blusvoorziening door de bedrijven wordt bekostigd. Besloten is om een ringleiding aan te leggen voor de aansluiting van bedrijven nabij de laaden loskade, op de centrale bluswatervoorziening in tranche 1. De investeringskosten (€ 3,5 mln.) voor deze blusleiding zijn dermate excessief, dat deze kosten niet marktconform kunnen worden ondergebracht in de reguliere parkmanagementbijdrage die bij de bedrijven in rekening wordt gebracht. Om die reden is er voor gekozen om de aanleg van de blusleiding op te nemen in de grondexploitatie. - 18 -
Onderhoud en beheer De aangebrachte voorzieningen worden door het Regionaal Bedrijventerrein Twente onderhouden. Ondernemers betalen een jaarlijkse bijdrage, ter dekking van de onderhoudskosten. Deze bijdrage staat vast tot het moment waarop de Coöperatieve Vereniging Parkmanagement verantwoordelijk wordt voor het beheer en onderhoud van genoemde voorzieningen. Dit is het geval wanneer 50% van de eerste tranche is uitgegeven. Tot die tijd worden de voorzieningen door het RBT beheerd. Voor dat deel dat nog niet is uitgegeven, komen de kosten van beheer en onderhoud voor rekening van het RBT. Daarmee wordt voorkomen dat bedrijven met aanloopverliezen worden geconfronteerd. Met ingang van 1-1-2014 is een apart programma ingesteld in de jaarrekening, waarbinnen de (jaarlijks terugkerende) lasten en baten worden geadministreerd en verrekend met de deelnemers. Tot en met 31-12-2013 is naar schatting (per saldo) circa € 250.000,uitgegeven aan onderhoud- en beheer. Deze aanloopuitgaven blijven deel uitmaken van het onderhanden werk. 4.7.3 Reserves en voorzieningen Het resultaat van de grondexploitatie en de parkmanagementexploitatie wordt genomen als het project is afgewikkeld. In de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemers van het openbaar lichaam vastgelegd hoe het resultaat wordt verdeeld (artikel 22 en artikel 27). Conform de hierbij vastgestelde verdeelsleutel (de steden en de provincie voor ieders 23% en Borne voor 8%), staan deelnemers garant voor het eindresultaat. Het RBT heeft zelf geen reserves of voorzieningen. Grondexploitatie (programma 1 en 4) In onderstaande tabel (tabel 9) wordt, per deelnemer, het per 1-1-2014 begrote tekort van de grondexploitatie (programma 1 en 4) weergegeven. Resultaat per deelnemer Provincie Overijssel Gemeente Almelo Gemeente Hengelo Gemeente Enschede Gemeente Borne Totaal
NCW 1-1-2014 € 3.444.602 € 3.444.602 € 3.444.602 € 3.444.602 € 1.198.122 € 14.976.531
23% 23% 23% 23% 8% 100%
Eindwaarde 31-12-2031 € 7.192.964 € 7.192.964 € 7.192.964 € 7.192.964 € 2.501.901 € 31.273.757
Tabel 9: begroot resultaat per deelnemer (programma 1 en 4)
Parkmanagementexploitatie (programma 3) In onderstaande tabel (tabel 10) wordt per deelnemer het per 1-1-2014 begrote resultaat van de parkmanagementexploitatie (programma 3) weergegeven. Per saldo is sprake van een sluitende (beperkt winstgevende) exploitatie, uitgaande van een aan ondernemers in rekening te brengen bijdrage van € 5,95 per m2 uitgeefbaar terrein. - 19 -
Resultaat per deelnemer
NCW
Eindwaarde
1-1-2014
31-12-2031
Provincie Overijssel
23%
-€ 926
-€ 1.933
Gemeente Almelo
23%
-€ 926
-€ 1.933
Gemeente Hengelo
23%
-€ 926
-€ 1.933
Gemeente Enschede
23%
-€ 926
-€ 1.933
8%
-€ 322
-€ 672
100%
-€ 4.025
-€ 8.404
Gemeente Borne Totaal
Tabel 10: begroot resultaat per deelnemer (programma 3)
- 20 -
Jaarrekening
- 21 -
5. De Programmarekening en de toelichting In onderstaande tabel wordt een weergave gegeven van de programmarekeningen over 2013. Daarbij wordt (per programma) het saldo van baten en lasten vergeleken met de herziene begroting (saldo). Programmarekeningen over jaar 2013 baten in euro's Programma 1 / Bouwgrondproductie mutatie OHW
Realisatie jaar 2013 lasten saldo in euro's in euro's
-2.733.949 -1.978.926 -4.712.875
4.712.875
-157.498 -8.409 -165.907
165.907
0 -10.825 -10.825
10.825
Programma 4 / Laad- & loskade mutatie OHW
-1.879.026 -1.879.025 -3.758.051
3.758.051
Totaal RBT
-8.647.658
8.647.658
Programma 2 / Parkmanagement mutatie OHW
Programma 3 / Erfpacht mutatie OHW
4.712.875
165.907
10.825
3.758.051
Begroting na wijziging baten lasten in euro's in euro's
1.978.926 -1.978.926 0
-7.332.745 -2.021.231 -9.353.976
9.353.976
8.409 -8.409 0
-330.003 21.629 -308.374
308.374
10.825 -10.825 0
-27.444 -27.444
1.879.025 -1.879.025 0
-2.999.994 -407.865 -3.407.859
3.407.859
0
-13.097.653
Resultaat voor bestemming
0,00
Resultaatbestemming
0,00
Resultaat na bestemming
0,00
saldo in euro's
baten in euro's
afwijking jaar 2013 lasten saldo in euro's in euro's
2.021.231 -2.021.231 0
4.598.796 42.305 4.641.101
-4.641.101 0 -4.641.101
-42.305 42.305 0
-21.629 21.629 0
172.505 -30.038 142.467
-142.467 0 -142.467
30.038 -30.038 0
27.444 -27.444 0
0 16.619 16.619
-16.619 0 -16.619
-16.619 16.619 0
3.407.859
407.865 -407.865 0
1.120.968 -1.471.160 -350.192
350.192 0 350.192
1.471.160 -1.471.160 0
13.097.653
0
4.449.995
-4.449.995
0
9.353.976
308.374
27.444 27.444
Tabel 11: Programmarekeningen over 2013 (begrote en gerealiseerde baten en lasten)
Alle lasten en baten met betrekking tot het onderhanden werk worden ten gunste / ten laste gebracht van de post voorraad onderhanden werk. Per saldo wordt € 3,9 miljoen ten laste van het onderhanden werk geboekt. Dit terwijl verwacht werd dat het onderhanden werk zou oplopen met slechts € 2,4 miljoen. De begroting wordt overschreden met in totaal € 1,5 miljoen. Reden hiervoor is dat minder grond is uitgegeven dan werd verwacht, waardoor de grondopbrengsten achterbleven. Tegelijkertijd bleven de investeringen achter bij de planning. De begrote subsidiebijdrage (programma 4) is wel ontvangen, maar is gedeeltelijk als voorschot verantwoord op de balans (en niet als baat). Wet Normering Topinkomens (WNT) Het normenkader rondom de ‘’Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna :WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De Aanpassingswet WNT is als onderdeel van dit normenkader nog niet formeel aangenomen door de Eerste Kamer. Voor het opmaken van de jaarrekening is in lijn met de mededeling van de minister van BZK d.d. 12 februari 2014, gepubliceerd in de Staatscourant d.d. 18 februari 2014, de Aanpassingswet WNT wel als onderdeel van het normenkader gehanteerd. Op basis hiervan wordt in onderstaande tabel
- 22 -
een overzicht gegeven van topfunctionarissen en overige functionarissen waarvan de bezoldiging boven het WNT-maximum ligt. Functie(s)
Beloning in euro's
Belastbare Werkgeversdeel Datum aanvang Datum einde Omvang Interim onkosten- van voorzieningen dienstverband dienstverband dienstverband vergoeding ten behoeve van in het boekjaar in het boekjaar (in FTE) beloning betaalbaar (indien van (indien van op termijn toepassing) toepassing)
Topfunctionarissen, gewezen topfunctionarissen en toezichthouders Projectdirecteur € 159.075 0 0 L. Hoogenberg (betreft een all-in vergoeding aan uitlenende BV)
n.v.t.
Overige functionarissen van wie de bezoldiging boven het WNT maximum ligt Casemanager € 100.000 0 0 n.v.t. M. Rol (betreft een all-in vergoeding aan uitlenende BV)
Motivering overschrijding norm (indien van toepassing)
n.v.t.
0,5
ja Gebaseerd op > 6 Europese aanbesteding maand in 2008
n.v.t.
0,33
ja Gebaseerd op > 6 Europese aanbesteding maand in 2008
Tabel 12: topfunctionarissen en overige functionarissen van wie de bezoldiging boven het WNT maximum ligt
De projectdirecteur en de casemanager zijn ingehuurd op basis van een Europese aanbestedingsprocedure. Het contract met Hoogenberg Advies B.V., voor de levering van de projectdirecteur (de heer L. Hoogenberg), gaat uit van een all-in uurtarief van € 175,- per uur en een gemiddelde tijdsbesteding van 16 tot 20 uur per week. Het contract met Consultancy Check B.V., voor de levering van de casemanager, gaat uit van een all-in uurtarief van € 160,- per uur en een gemiddelde tijdsbesteding van 12 uur per week. De in de met genoemde B.V.’s gesloten overeenkomsten opgenomen all-in vergoedingen overschrijden de WNT normering (omgerekend naar een theoretische fulltime betrekking), maar vallen binnen het overgangsrecht. Beide overeenkomsten zijn met ingang van 1-1-2009 aangegaan en lopen tot 31-12-2015. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de leden van het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur, per 31-12-2013. Zowel het Dagelijks Bestuur als het Algemeen Bestuur wordt gevormd door politieke ambtsdragers, vanuit de deelnemende gemeenten en de provincie. Deze vervullen hun functie onbezoldigd en hebben geen dienstbetrekking bij het RBT. Bestuurslid mevr. I. Bakker de heer T.W. Rietkerk de heer E.J. van Marle RA de heer J. Andela de heer M.J.R. Kotteman mevr. M. van Hees de heer J. Hatenboer mevr. M. ten Heuw de heer W. Mulder
Deelnemer Provincie Overijssel Provincie Overijssel Gemeente Almelo Gemeente Almelo Gemeente Borne Gemeente Enschede Gemeente Enschede Gemeente Hengelo Gemeente Hengelo
Dagelijks Bestuur / Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur / Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur / Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur / Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur / Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur / Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur
Tabel 13: leden Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur
- 23 -
Bezoldiging € € € € € € € € € -
6. De balans en de toelichting 6.1 De balans per 31 december 2013 2012 in euro's in euro's
Debet Immateriële vaste activa Vooruitbetaalde financieringskosten Langlopende vorderingen Voorschot Coöperatie Parkmanagement Totaal vaste activa
113.129
150.821
27.298 140.427
10.000 160.821
Vlottende activa Onderhanden werk bouwgrondproductie Onderhanden werk Parkmanagement Erfpacht Laad- & loskade
78.318.752 4.364.760 94.806 2.572.512
76.339.827 4.356.350 83.981 1.103.309
sub-totaal onderhanden werken
85.350.830
81.883.467
683.538 306.175 87.139
Te vorderen omzetbelasting Debiteuren Kortlopende vorderingen Vooruit gefactureerd Gemeente Almelo Liquide middelen Totaal vlottende activa
1 86.427.683
45.143 490.240 4.918 0 470 82.424.238
Totaal generaal
86.568.110
82.585.059
75.905.552 351.750 76.257.302
74.891.144 1.544.213 76.435.357
2.786.354 5.425.710 652.357 337.511 1.108.876
333.507 3.449.994 637.129 172.043 1.557.029
Totaal vlottende passiva
10.310.808
6.149.702
Totaal generaal
86.568.110
82.585.059
Credit Vaste passiva Langlopende schulden Overlopende passiva > 1 jaar Totaal vaste passiva Vlottende passiva Crediteuren Bankschuld kort Te betalen rente Overlopende passiva kort Ontvangen voorschotten subsidies
Tabel 14: balans
- 24 -
6.2 Toelichting op de balans Grondslagen voor de waardering De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Alle vermelde bedragen zijn nominaal. Het resultaat wordt genomen nadat het project is afgewikkeld. Immateriële vaste activa Bij de vooruitbetaalde financieringskosten gaat het om de eenmalige kosten voor de cap/Floor overeenkomst met de Rabobank voor de periode 1-1-2007 t/m 1-1-2017. Vanaf 1 april 2007 (start gebruik kredietruimte) wordt maandelijks € 3.141,- onttrokken, ten laste van de rentekosten. Ter afdekking van een deel van het renterisico is een collar contract afgesloten. Dit contract loopt af op 1 januari 2017 met een basisbedrag van € 18 miljoen. Over dit bedrag wordt een minimale rente (Floor) en een maximale rente (cap) berekend van respectievelijk 3,0% en 4,75%. Als het rentepercentage in rekening courant (het gemiddelde maand euribor) tussen voornoemde Floor en cap in zit, dan geldt dat tarief voor de rekening courant schuld. Zolang de schuld in rekening courant niet lager is dan € 18 miljoen, dan is er geen ongedekte positie en geen speculatierisico. Volgens het verwachte kasverloop zal de korte schuld tot 1 januari niet dalen beneden deze grens. Voorraden onderhanden werk Alle lasten en baten met betrekking tot het onderhanden werk worden ten gunste / ten laste geboekt van de post voorraad onderhanden werk. De uiteindelijke resultaten van het project komen ten gunste c.q. ten laste van de deelnemende partijen, naar verhouding van hun deelnemingspercentage (conform artikel 22 en artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling). Het RBT heeft om die reden geen reserves dan wel voorzieningen. Grondexploitatie T/m 31-12-2013 is circa € 80,9 miljoen geïnvesteerd in het kader van de grondexploitatie (inclusief laad- en loskade). Naar de huidige inzichten resulteert het project in een tekort van € 15 miljoen, netto contant per 1-1-2014. Dit op basis van een berekening van (op netto contante waarde) € 56,5 miljoen aan nog te maken kosten en € 122,4 miljoen aan nog te realiseren opbrengsten. Uitgangspunt in de berekening is een jaarlijkse uitgifte van zes hectare per jaar, 2,5 % kosten- en opbrengstenstijging (2,1% in 2014 en 2015) en gemiddeld
- 25 -
4,18% rente (3,58% t/m 2015 en daarna 4,25%). De uitgifteprijs is vastgesteld op gemiddeld € 125,- per m2 uitgeefbaar terrein (prijspeil 1-1-2014). Het resultaat betreft een inschatting, die is ingeven door de nodige risico’s, op basis van de op dit moment (maart 2014) beschikbare informatie, zoals verwerkt in de grondexploitatie per 1-1-2014. Jaarlijks wordt het verwachte exploitatietekort positief of negatief bijgesteld. Het in de berekening gehanteerde uitgiftetempo (jaarlijks 6 hectare) en uitgifteprijs (gemiddeld € 125,- per m2) is gezien de economische omstandigheden en demografische ontwikkelingen onzeker, maar past binnen de door deskundigen aangegeven bandbreedte. Laad- en loskade De minister van verkeer en waterstaat heeft op 12 juli 2010 een subsidie verstrekt in het kader van de tijdelijke regeling quick wins binnenvaart. De ontvangen subsidievoorschotten zijn, na aftrek van het toerekenbare deel aan 2013, geboekt onder de overlopende passiva. Het deel van deze ontvangsten dat betrekking heeft op reeds gedane subsidiabele uitgaven, wordt als opbrengst verwerkt en komt in mindering op het onderhanden werk. In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van subsidiabele uitgaven aan de laad- en loskade (tot en met 2013). Omschrijving: Bouwrente Verwerving van onroerende zaken Studies voor het betrokken project Bouw Voorlichting Vergunningen Vat Totaal
Jaar 2010 2011 2012 173.614 362.370 375.343 341.835 42.233 19.609 71.972
2013 654.414 885.220 76.502 1.683.800 105.701 55.220 297.194 557.682 381.979 447.315 3.758.051
Toegekende subsidiabele investering Ontvangen 1e voorschot Ontvangen 2e voorschot
t/m 2013 1.565.741 1.227.055 210.315 1.683.800 105.701 55.220 297.194 5.145.026 9.000.000 1.840.695 1.840.695 3.681.390
Geboekt t/m 2012 Opbrengst jaar 2013 Voorschot t/m 2013 geboekt Restant voorschot
693.488 1.879.026 3.681.390 -2.572.514 1.108.876
Tabel 15: specificatie uitgaven aan de laad- en loskade (programma 4)
In 2013 is € 3.758.051 uitgegeven in het kader van het havenproject. Vijftig procent hiervan (€ 1.879.026) is ten gunste van het jaarresultaat van 2013 gebracht. Het restant van de ontvangen voorschotten (€ 1.108.876), is als voorschot verantwoord op de balans.
- 26 -
Parkmanagement T/m 31-12-2013 is circa € 4,4 miljoen geïnvesteerd in de realisatie van parkmanagement voorzieningen. Uit de parkmanagementexploitatie blijkt dat het geïnvesteerd vermogen wordt terugverdiend, bij een door ondernemers te betalen vergoeding van € 5,95 per m2 uitgeefbaar terrein (prijspeil 1-1-2014). Deze bijdrage wordt marktconform geacht. In de parkmanagementexploitatie is geen rekening gehouden met toekomstige lasten en baten die samenhangen met onderhoud en beheer van parkmanagementvoorzieningen. 6.3 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Onderstaande tabel omvat de per 31-12-2013 nog maximaal openstaande contractverplichtingen. Het gaat daarbij om het (restant van de) overeenkomsten met contractanten en (het restant van de) opdrachten die op basis van aanbesteding zijn verleend. ultimo 2013 Hoogenberg Advies bv contract 1 jan 2014 t/m 31 december 2015 Consultancy Check bv contract 1 jan 2014 t/m 31 december 2015 Langezaal Infra & Milieu Sloopwerkzaamheden NTP groep de Klerk NTP groep TWW Huurcontract projectbureau t/m 31 januari 2016 zijnde 2275 * 25
ultimo 2012
333.900 203.520 145.500 2.948.320 36.835 56.875
Projectbureau
415.000
Totaal
3.724.950
Tabel 16: niet uit de balans blijkende verplichtingen
- 27 -
415.000
6.4 Passiva 6.4.1 Langlopende schulden Leningen o/g > 1 jaar. a) Lening van de BNG ad. € 32 mln. tegen een vaste rente van 3,595 %. Op 2 november 2020 moet de lening ineens worden afgelost. b) Kredietruimte van de Rabobank ad. € 18 mln., tot 1 januari 2017. De rente bedraagt maximaal 4,75% ( cap) per jaar. c) Vijfjarige lening van de BNG ad. € 10 mln. tegen een vaste rente van 3,41 % Deze lening loopt af op 5 november 2014. d) Per 3 januari 2011 is de kasgeldlening van de BNG ad. € 6,5 mln. omgezet in een 4-jarige lening tegen 2,75%.Deze lening loopt af op 5 januari 2015. e) Vijfjrarige lening van BNG ad. € 10 mln. tegen een vaste rente van 2,9 % ult. 2013
ult. 2012
a)
BNG
32.000.000
32.000.000
b)
Rabobank
17.405.552
16.391.144
c&e
BNG
20.000.000
20.000.000
d)
BNG
6.500.000
6.500.000
Rest Cap/Floor Rabo
0 75.905.552 ult. 2013
74.891.144 ult. 2012
Overlopende passiva > 1 jaar Diversen onbenoemd
0
21.113
0
402.150
75.950
75.950
0
520.000
200.000
200.000
800
325.000
Ingehouden garanties verwervingen Past. Ossestraat 51 Workerlanden 22 Hoeselderdijk Timmerhuis Wolbeslanden 9/9a pachtvrij Wolbeslanden 9/9a Wolbeslanden 11
75.000
Totaal garanties
351.750
1.523.100
351.750
1.544.213
Totaal overlopende passiva > 1 jaar Tabel 17: langlopende schulden
- 28 -
6.4.2 Kort lopende schulden bedragen * € 1
Vlottende passiva ult. 2013 Bankschulden kort: Rabo rekening courant boven € 18 mln. BNG rekening courant Rest Cap/Floor
ult. 2012
5.425.710,00
0 3.449.994
5.425.710
3.449.994
Planeconoom 2e halfjaar Administratie Ernst & Young Keijzer Kantoorkosten Gem Almelo Civ. Techn. 2e halfjaar 2012 Gem Almelo Bestemmingsplan 2e halfjaar 2012 Gem Almelo Groenvoorz. 2e halfjaar 2012 Arcadis advies december 2012 zonnepark Gemeente Almelo programma 4 Bovo Looms Juridisch advies Gem Almelo gecombineerde aanslag 2012 Alarmereing ADA ophogen terrein Energie pacht Overlopende passiva kort
15.000,00 6.000,00 20.000,00 5.000,00 700,00 7.000,00 15.000,00 55.000,00 80.000,00 125.000,00 2.500,00 1.000,00 5.311,00 337.511
45.000 14.080 20.000 3.025
172.043
BNG 32 mln nov/dec BNG 10 mln 4 jr. aug/dec BNG 10 mln. 5 jr.nov/dec BNG 6,5 mln jan/dec Rabo rente Q 4 2012 Rabo rentefloor december 2012 Te betalen rente
191.700,00 120.835,00 56.800,00 178.750,00 104.272,00 652.357
191.700 120.835 56.800 178.750 47.404 41.640 637.129
Bankschulden kort
12.000 19.000 10.000 10.000
11.126 26.825 987
Crediteuren Aqua Sprinklerinstallaties RGS KWS Infra Gemeente Almelo Twentse Weg en Waterbouw NTP Infra Enschede Overigen Crediteuren
70.115 2.316.824 399.412 2.786.350
163.846 333.507
Vooruit ontvangen subsidie Laad- & loskade
1.108.876
1.557.029
Voorschot subsidies
1.108.876
1.557.029
86.574 69.164 13.923
Totaal
6.149.702
Tabel 18: kort lopende schulden
- 29 -
Bijlage: Sisa verantwoording
al al
1-
c
•—
1~
al
4-’
1~
•~ .—
‘0 al •
—
‘t (0
0 ~ fl%~
C 0’ C
C ~
S—
0’
t:
cl)
Cc
4-’
o..s
0.2
al~(DË~ •
-
__
__
-d-.
1-
(fl
al ‘J —— — alt .0 o
cc ‘S:~
00
c0~
~
0-J -j ~0 o
uJ~’O0.’O
~
t
t-
0)
D
T 0’
0’ > 0)
S D
c 0) 0) 1..
.0 0)
c 0)
1— 9 0)
c
t
0.
—
c
O)
.~
:5 0)
f1) t
C-0 i_ 0
0) —
c O’C+~’ ‘G~ 0 0) CL) ‘~c0’°
D0Ct’~c
~‘t..o,.9S DC0~~0) — Ot tn ~t ‘os C ~0 D 00Q) ~ 0 ~i_cC~N
0) t
t 0)0)0 C04’sD 0 0)t~:=~>
.9 0~
00
o~, o, (0~o~>~_
C Q~
—
~
o
~
!wa_~
c-~o ~
~3
flnw ~j~~Nc ~o..yfc~0 c~~€o
~4~:~c%
~Et~c
~ ~ ccc~c~
~
~
._.>
Hf~~ a~>w~
t
~0Sc!.~
~
fijn
c
~
C~o~v~
~
~ftj~ c~fl~
C
~
0)
tO
— ~
C>ct_
~~‘‘0
c ~
——
Offl0~
t’,
c~
N
~ ct D2
0)
t ~
~
C Q0) 1~Z
u~
2:w--~
t-
~ Co,35~t
nH~
‘t~°
~
fl 1JUlI Litli
~
~
&=L.:~tt0 04-’0) ~ ‘.tOtmc
c
E~flEt t)>
Oom
t0c~
~ ~c ~ ~t.2’t2~ o’.ti.~ ~ ~
°~
~ >C
~
~
-c
~ ~ om o, Sm~QtC
u,~t
-CD
<>S~~_oo t .~ o, 0 ct
o,C
—
cr0 t otstaE
t t 0) t C t
> (0
C =
0J .0 C
t
0)
~‘
0)
0 0
t
c 9
— ~
0
.
0~ 0)
t
try~
0 -x o
C
0) ~ ~ 0,0t t’,~~
0--~to~ 0’~~~o0~a) C’0StNfl otro—.
oc
0(0._DO,
c_ ~2Coto,
t
tt~2tL~
~—
D
c
~ t~ t__0 oO~
-~
0
tO) CD
——
3.
S
~ ~
.~
jo
k_c’~J t~ 0~ —
tc CC 00)
t ‘t om
.C_ c 0)
mt >
‘-1>
~
.N~0 D ~t~c
o
~C
t~rØ~~
5~
0)0)Q)
CS~
C~
0~
O’’
0 E~
DL.
.5~ WO f1)0
0)
S?
St
O’nj
(V~
‘0~
tL~
00 c’
:t
t’0 ~O’
~.9
t~ i~: D
.-
Pl
D
—j
C
Jz
~ 0
0.0
—
~
~ —
>
0~
~z
—~
(DS-
~
~ .9~
.~
~0)
~ ~g ~ ~
g.9
C
g5
~ S
~,
0~
c
~
-~
.~
!
~
c al
t
0)
0 N
.—
o
r%J
t
t—
C 0
t
t t 0< (00)
(DL.
>~
~ct >.2~ D~
‘~ft ~J~jJj~j
r0
c (0
0~
-1
d c
0’
0 r’J
c 0) t 1-
(0 (0 1»
c
t (0 > G) 0’ (0
4-.
2
4-,
t) 0) 1-
c G) t 0) D
ci
t 4-,
0) 0’
•0 1-
0) >
0 0) 0) t
0 0 to
c 0 c
(0 (0 D 0) t.
.0
‘4-
c
0) cl) 0~ c 0)
0 t c 0) 0’ c
t
c
c > 0) .0 0)
2 0
c 0) 0’ 0.
0
0~ (0 t,, 1-
0) > 4-,
c
t 0)
0
0)
t t.. 0 0
c
.4-,
(0 cl, .0 0) D
c
(0 > c 0) 0’ (0 1> 0) 0)
z c
4-,
0) > 0)
0
‘4-
c 0) 4-.
t t) 0) 0’
0
2 cl, 0)
4-,
0
4-,
D c (0 (0
c 0 0 t’1 t.
0) 0. 0) 0’ (0
0
.4-, t.
0. 0. ~0 1-
0) N ci
t to 10. 0.
0 4-,
0) t c cl,
4fl
0) 4-4
03
0 (t
— —t
0
C’Jrfl
2,—. 4~f0
~‘Ef0
‘D’D~
0) t~ c ~0’ L_0 fl0’2
t-
4-~Li~-.
4-~— LflÇTJ
to
C Q) 0’
f0tr 4’oçj 000)
C
o2’
t
0’ c
.E
— f1) -c
C
Q\Q-4r~4r~Jcflfl~Lfl — — ~1 — — — —
0) ~6 t— 0
C
—
0) t
C~f0
0’a t C~
0
t-)
c
t-
-a
0)
‘D’D — —
0
t
cC
3
4-,
•x
t-•~
roO’f0 00
—f0 C4-
0’
00)
t)
-~
£c ‘tIP 00 OLD
f0
—
tE
Q5C~o~~0<
intn
>f0Cf0ZWS
m~UD~-LD
0
~
~!~~F--~o —
t
c oEc
~O’
~ X-’~ ;-f0
>~—‘
Ø2~t~ cc
t_
25 ot
L_~~
~)
0 0
(0
> 0’ C
t
C
f0
2
cl) 0’ cl)
>
0) > c 0)
t
19
0’ f1: t
~~~u91fl
C 0
•~4Q)t_ o
~
4-,
f1) t- ~ t 00L-4C
o~
3
~t-
tosWo >~E
0)
0)0)
ct
o CW0)0’ t-os~~
c~t
C f0Cf1) •_Caw0’
0’-~ ~t-
~°~~-‘
z’>~C N wo
CQ)t?~ ~
0)t-t-) Na~
~
rnn~3
+?P4_-a
—r’)m njr’jejr’j
2
o)-~G) (fl0’Nc
g2cEc_ tD 0’0’c E 0)~9~5_ 3cW0J50)
t-t=
oc
W-c ~
N~ Ctfl ~ f0t
G)~o)Q~ -0
C_o
:5 t— 0 f0>~ __f0
t--
0
0J~
—
0f0~4-’
~5E’~~ ~
Cc C 00)
c ~j
-E
~0
(0
C~
t 0’
to)
0)
c~-
f0
.Ctj Uro t-t._
~_
— L-C
ac
f00) t-
t~cy
W_ 4-~
~0t~j
00rc
Zf0V~ ~
2
2o5°
toL~C >w~
—
Nt_
t-De
f1) C
(0 t) f0W~C ~
~
—
C
o?jw
>
t)~
._C0)a
~ ~o 0—t?,
0
f0
0’ tzc ~
CCC
3
C~°~’
Wt_~f0C c~a20’ ~ C 0 -~ .0
x~oo> r~r4~
4’ 0 1~
c 0
nu ‘-Ic 00 (6)
E 0 4-. .—
D
to
c 0~ to 0~
t
t
o c
o o t
c
cl) -o 0)
.0
cl)
o
+..
0 tt L
1-
0) t ~
0’0
a,
cc Cl) L.
100) NL-
00 00 0
L-.c
0)t
0
N
0to
~
0)
o~ 0’Ot
S’~
tfl
cl) 0 W~ç)
L
-~
to0’t t~>
ceci, 0~t n~nw ~ ~
t 0. 0
:~~‘
wit •_~~>
w
.4-’ 0) 0)~5n
2:oc
c
1
—
0)
~
—
f.~o ~ ~ 0 0
i9~0) G)0~ w~t ci, tCto 0)0>
0
to 0~ C ci, 0 i_
toCCb c
t) ~
t —— — .E-c
>0’
1-
cc
t
‘nrc
to.c 0.0
~
o>rUo9~wo,-’
tono) ct.2. >~-o
t°to
c = 0 to0).~ to0’0)
tci)
toD to_
00) to’
0)0) 00
C
Ut0c
WCc~U~t0)ED
c~c.-~ c
>~
~°c>
~
~‘~i ~t
Ew~3c~~o3
~ W~~®to cu,fl~ 0)to’cc ~0 — Cl) — to 0’..0 ~ CDQ) ~
to
10
w
~
—n
0)C0
L-u,t
~to9 E>to 0
L-t4’
c~
tc.C
•—
0)
DQ).~ > c
N
stoc~n~WtE L~>O0Q) °~L-°t Dtofl~w0’L~t~ ~
>0)4.:~0tt&.....!9.
~
00~cé>cc
.—
000 ~>0’
0
Pl
c~> 0toO 0>c ~~‘°
~0D
~L-to
L-0~ ~tQ)
0cD00’~oC.6to
c~a>.t
tC
~
totL-0>. 0)00’ N ~tt 10 0)~ to t., c.c~b c
-~
~
~to~to0’0’ g’~~> at~ >WD0
~ t r o c g~ccu10 c~ toto0.~wo 003W> cco’cc.~.NEw 0c4°~ rQto0q~
~g3o’u,N.~t2
0) ~ ~~Y’s6o :‘c
0t
0’- o~at t o. ~ ~-
to.Sccajcv t ti >~ to 0)0 10ccfl00
0
c
t
0
.~ •~
~
0 -c
4...
~Ncto
c to
o’-”’
to’00) 3~cn
c 0>to 0 t
‘~
.o°’
SWNc
:.~~co> ~
co)00)
t0~c to~0)
togt~’ — Cl) .C 03 .cto.~
tt~c2
~
tflL-
wDct
0’
~ ~
o’.0L-
II)
o—o~~ tn<
~ttt c L.
>000 0tO’~
.-cOc ~0
-*
•~
OC0>
>E°~-’
CV ?.c o >o>Dro_5o0C
t_~cs.o•~; 0)
~
c 0 0
4-’
0
to to
0.
(0
~~~U~0cootc Q....oto~cuoo~’çw
o.c~ > 0~0’0 c ~
°cct
Et0’~®~10tt~ ~~g~.Ec~two’
,..
~
~
0
0 ~
Q
~~
t°0o
~t>>
n,0~t nt ~ C 0t-—~
C~°®
c ci) ~ 3~o~t
L..’to~ ~
S
~ >tO .ö~c0 0) ~ ~
0cZ
~
.g!_~
~
~ a.c:~
~
m-
~
g t 10
~
ci) ~ ~ 0
~
>
t C0~L ~
(J0.!2~
50~ L. >~ 0L-0)
‘-E
~
10
r
° —
2 0
lx
eN ~0
c 0’
(0 0~
ei)
0’ c
.o
D
> t
0
4-
~g ‘0 t0)
3
4-’ In
0’
.9 —
0)
.~
2
~ ~
ei)
E t..
ei)
0
>
c
ei)
E
> c
.~
ei) ei) ~.
~ ~ t-
D D
In
ei)
4-,
~
0) t
m ei) ei) ~ In ~ D
.~
ei) >
t. 0
~ ~E o
tn
2 ei) 9 =
~0 0’ ei,
<
—
.~)
—
In
ei)
t.
0)
ei) t
W4~
0 0 0)
~
t~ o
• •
* .‘U
1
c (0 >
(0 .9
ei t.0
c
t,
0
0 c
Wei) ~, ei)
—
0
40 S:
t
-
*c ,-40) ,—‘t ~.,,t-
t-
t
0)
ei)
ot — ei) .c 4-
t
‘do ei)
(aPc
c c (‘4 0 c
c 4c
.
.~
t-ru
cc
t 0 W.~ ~
0
0~ (0
“s
—I
—
t c ei)
D
2 c (0 >
tei)
0
—
0. 0. (0 t
ei) —
2 .—
— ei)
t
~ ~W
,°4-~
•..t0
Wt
——
2~ 0’~
t 0
t >
—
t
—o InO (00
0.
c,0 (~
t-In
—
DW
‘.4,0 w~
0<
ei,9
O’ei)
wm 4-c 00) —
0~
o~’ 0— 0’.~3
ei) ~eiJ ~ t>
c~ ‘Dc
ei)
-
t
‘3
.—
—
ei)
> In
ei)
t
.-~ei)
cL_W
—
Ct Wei) — •_ Dt 00 MLfl
>0 ct..
‘0~ ‘CO 0)— ei)
0•—
0•.~
tc
tO W~ O~,
c— tc D~
2
.
t
A
en
to en — .-i \f
/\
.
~0’ ~C
~
cc
—
c
~
~~*_
~ ‘c’0 ~ei)~
~~‘flj0’
t-
criru Z’c 0)00) .~Ot W0L~ 0
~a n ~
ei)
‘-o
0’
.sIn ‘-
.s0
‘~
.s
—
4-
t ei)
0’ 00 ‘-1
0 n.i (0
4.!2.
—
rot roei)
WC tD
WWg
c
c.9& Dcc 0ei—
Ou,~ .b0’._
tJZcl)
~c
—
t al
o
eic
-‘
~
~
~~ei) .&-~2 .
.~
4-0 tei)~~
t
WO
t tct
1
~,
t
&
t). ~ ~
w 4
~ t_
~ Cl)
~ t
~~Dt.
c ‘°‘-t
0)In.~In 0~
~‘
t ei) D~~eiJD t4.~
~Mg~ tE0~~ D wc
~ L
In
ei)~
~ ohj fl.— 4-’c
~ ei)
cc ‘2 0 0) ~ ei) t c ei) ~
c
~‘°“
ei, t
m~oE
ei~oc~’
0) 0’ tt. ~-S~
00 o— >~
~
ei) ~0’
t~ ‘0 ~
.!P,
E
c
~
>tt_ Wei) ~
~C
Cl)
~
0’ei).4-
>ei)~
N
Mc o.cc Oot,
tt2÷~
ei)
D
o~
0 0)’~ ~
~W 0 D~
b0
tc,0 gwt-t, t..
O~X0’
0. In~fl W~
en -~
In
ei)
4..4
“1
4-,
c (0 t cW •
‘1
0’0’ t..
cc
t-
(13
DC) 0) — t0. ei)
Ot.
(0
(0
S
Om
(0
WO)
0
t
OO)3~ 04..’ — >~0)~ ~0r~ =~-..— .
—
C 0) 0 t
0)
t 0) 0’ C
€ .5 > 0)..
Ct >L~
0~.C
~,ç
0 0 0 ~
~ 0)> >0 Lu)
~
—— aJt t~
0~ 05
C0):=’W0 0) 0 >
L
C~° C ‘~ WLfl (0 >L~r~Jt 0 ,-i
.~(V.._oc&
c ~
~
~
cl)
LflC
0)
C
ttnt i_ W0’L.(14)Q) t
0 ~
~t5
.x~a,-oo~ (0L_
•9
ui
—
0. to C
(0
— (0
~-
,~ ,.
4-’ -~
>
0) 1-
~
0’ to
1(0
0 o. 0.
t
OL..XL.U,
C2s-5,..~
~
4..’Q)
~
C
‘~~co
0O)+~L..
tO)—ro
>0) (Ot W 0’D t.~3< t 0) .~ 0 = C 0) o.wt._ L.Wc(fl ~ ~
~
>v,_L_
o>E0)
C0)C
Etto
tOwE
— 0
‘t
(0 0~
—%.
(t) ~
~
~ t
0’
.22 ~j)
.~
~ La) t:
.9 •t
E L o ‘4-. S 0’
.s ~g~0fl 0a~0(0 c~S8 0) ~
>&c~G tt ~ CC ~ 00)~CC
~o’Eo’o
S (1) dL~ ‘0’tWO
N
Wa 00
~
WC
0 ~14) — ~
:r5r-40
U)
°cO€O
U~ Q co C5owo
~
0)0)0)0:5 4_t~aJc
~
t ~ö0CQ)
~ C•~
.~
0~C00~çj o.tcn9 W>w~t 0’Ot L~~CE C
.—
‘5O~~
S OCz ~ (0~~m~ •C~_~%J CL) .~t~wm >C
~~fli
oO)o)olz c ~ ~ ~.. ~ ~5000
~W~.’0(0 ~
~ DnEt>
~
~.~gNC :=‘(O —
S t cl) 0’ .~
t -t
(1)
1! ~‘-~
‘1• 10
S al 10
al
a 2 0) 0 10
.0 a .
.g 4-’
CC 104-’ >al
~fl SC~~ 00C E’5’d g~o >E~ .Ero D ~(00 i_ :~ot al
00”
~.9 ~ CW0 ~ ~0) al~ 10 S~-ru — — ~ ~t ‘~o~ ~> >C og C2.=
Ct 0~L. EtD o~.e al>y, .rW 0) 4-’ C ~ ~0W o°S 000) ~ al~ ~ CDW 00).C ~ o)t0 ~
..al DO) — — tfllO
.•_~
~~-~
WW ~.O
0) t c
~ t., ~ ~ t 0.) ~ b’ .~:Q ~
C.~
C °
.-~ ni
N t ~
t ~ L 0) ~
> 0 C o o 0) c 10
al 9 0) C 10 10 10 C C 0) t S l0 ~0 N t O 0) c > C 0) cn S 0 — D 0) =‘
N .x
C .~
o C (0
t4-’ C o o
c W 4-’ S
“' t — 0 0 .a —
2 o t Z t c N -1-t (0
t 0 X 0) (0 Oal
.g4 t91 — •9N
~>0
tal
— t)
.9
~ft 0(0 al a
00 ~a
c0~;(0 — —
alj a (00 —al ‘Dc
0 >0
(0~~
~tt no
~ ~ 10~C ~~9C ON~ ~•_q) DO’ cal~ (00)— >tO) ‘~ alt O0C tEn ~ ~t..> oroS ~ Oa, :Ql~ ‘0COj 00)2 .9,~
.xC 00)0) .CtC ,C0
~W0) fl4-’0)
10 00)0) al.0 L~04~.
10~ — CV)
——
to —‘
C~ Wal
CC
..~al
tC
tro
.2’ 10>tt >CM_t
•~0~ .~
tal —c V’._
al
~ 0~~W’O)0>r10 4-’al~t10 ~o.~1t; ~ ~ t ° al~t~5 10al ~ t2O~~al ~ ~Dott 10Cal:~ .2’o ‘oj~ _>CLOt Qj~u~C._ 0 ~‘al .C~s COC Wç..j ‘-.~ alal3C~ 9Cv0)oj ~ ~ a ~ t-_10 ~21 10roC~~ 101o’~ Oo(vtn Otot >
wt0E~ alO)~5 a~co!cO~al CWt0C ~
°~t~ > o~ .9n~ 9~C ~
O.~ Eco~ QjtflG) E~o~ ~al ~,00rn cl)
‘DCC . E.2Wal
.CoC~’
——•-~.
0’ ~W10 .0> .>0)C >w=W
~ ~ ~.a 0)
awo—
Dv,
.~H~d’ troa o—ç ØD& alEal CU~ ~ ~ ~
0> t10 Cal 0k—
(1) ~
C—~
~
0(0L~
E0)~
~ > Wt~ ~~-‘ ~ I~W 0)
—
0 ~
.4-v,C ~ 0)C0J >0~ 0— .~n ..~aC 5~g 0) o’ •-0)~ :=~W10 NL~f rncz ,..~0) ~~‘njc’° al .co~ z~t fl3.c 10.C~. (0al0 .0Z0 CIOt ~ 4-’ o~c ~ (0•~ ~ al4-’_ ~ ECS W~5 ~o ~ ~ ~ Wt~0) 3c 0 v, oS
_xo ~ ‘C0~ ~jC ‘0v~C ‘C10 0(0> t~ CflW W~ alWIO
.!ZCn — al~
~o OflJ E~al 010C ~ ._.o) C ‘-.X =‘.S°~ N~t ~10 >~
,~Ow ~cU~
.— ~ a(Oa ~ oE~ — (Ø•~ o...° flal~ ~2C 0 o.~
tfl al c 0) .~._ (0
‘°‘° •~.m 0)0 >t t..
‘t)
c to >
Lfl 10
c
10 0) >~-‘
aCtW.~~
~
>..~ WO)
-s
4-~
-~
c
~
.2
Wtt~
t
:=‘-c
t» ‘.-
t.
-4-’ .c
>CCV0co
>~totDw W>COOEf>
~
ND
to atfl~
c
c~ro
tctts
to0’a)aJCV
~
—
E ~ t — wcww9
c~~CV
cu 0 ~ Ct4-~t)
C0o4-’c
10t0’G)O) >,0ct0,
~
0)
:~.
~ ~
L
~
r~ (4
.
~,
~
1-
0)
cc’ cc
:=“-‘
CV
CV
0)
S
0’
o
—
.
1-
0) t
.
c
N
2
> 0) D 1»
c
t CV
> 9
t
c CV CV CV
C c t» 0~
Dt
.S
E
1_>
—
c
100)
t
0. 0) t
g’
t__
t» -t
0)
~
QO)
>0)
— ~0
.~0) t0’~
L
0) .0 0
0)
0~
n~ at
c
L
‘6’ a
ç~. ~
o
c tot
~
ct
—
~ t»
>
t»
0_)
Qj L (1)
39
~0.
fcc.2.g~
2
~ 0.
—
0
.g~
D
~t
0’t
tE
c
0) t 4-’ t
t»
c
0’
Ot..~ 00 ~
~2f~Ë
tawccw
.9~coco~0
0.
0)
t ~
:.2
0)0)
0
~
c 0) cc’
Oh
~
ct
Ri
~ -—w
~.
(»t
—“
;~
$‘ 00
~
c’ .
>
o
:g
In
.4-.
0
2 t
+:9.~~ >~~>
cEd
!
.:
0)
0)
~& ~
2 ~
~
t.
-~
L
0) .~
.-
13 .0 CV —
t cl,
is to
•°g
03
-~
CV
w
r~i c 0) >t 0’’-
CO)
t
Oao
‘0 t C
0’ t
0~
m -f
0
Ç’.J 4-’
(0
(0 4-. D t
~ ~
-~ 4-’
O
Q 0) t
c
o L. a~ CD
t ~ ‘0 4-’
~
~ 0 L
CD
‘f~ CD CD
t.)
~ 0
o
~ Q~
o
~s.
v-l
CD 0
t
ee)
Gi
c >
(0
ci, Ii, >(0
c (0
ci, N c 0
ei
-t
S
C
~
~
~—X 0
q.
C
j
t-
1-
t
~!CD
t-N~
a~t ~
CC
CD ~
0
~
ji
g-
(0
5’
C
1fl
t ~
WW
C~flt
C
0) II)
0)C tC~
t:~0t~CO rU t t~—•C ~
C W
~
~
gt E
C CDW~-4-. ° c ~•~CQ~CD CE
o.5
—c
to, •3.~C C t t-.9:c, N0)4
~2 c=
0)
-
CcC Q)’CDW .~W0)
-~
CD —
cr’J
Ct0 CD •~
Ld~
—
26ro C ‘~
E~ CD
Eti~ ~W
CD
~
o~2
:~
t-~ED — cl, 0. 2t CDWOLfl ~ ~ t 0~t4-~ 0’ C -~ C ~ 0~ t ~ 0. o~~;>v~no,t O’t-L.~
C.C~ rvt > C ~W_0’’0_W
t ,° o, >CC
°4-’0~cCDCD ~
9w~ct~D
mNo, Cj~
CD t
D
C
c — c C Wcj~tCD
t ~
CCC — CD
C t
0~ CD
~ 0
CD
o
c-e
0’ .0 ‘5 > •ff~ E9~ 0)
cao’
0)
4-tD
Etti)
CD
0’ N
t
CDOt 0
—t
CD~~’ —
~ ~ ~ 0t~,
N
t-
0)t-~
O’~
0)
t-
tCD~ 0. t CD OCC
tLfl iQ~
ctt
tCD~
c~t
~ ~
~g-~ 0)
2 o’ CD> ~ o
a~— ~ S
C
D0’t CC
E’at
S
N~0) t t
0 t j_ 0~ c#~ 0 ~) 0’fl~,..st
>.!!,
rot
4-’ ‘“t
‘~0)
0’
CDt t’
CD
tE
t
c t t- t LfloC0,>oo, 04-’t~ ~x>U~~
0)
o
cl) o’
•~CD0~E~2.2
CD
~0)Ln~CDE~ c~,-1 ,
0~ D 4-’ c ~
Ct0~~qjo O t
Nt-WtO’>t
WECtCDCDCD
UW
0 ~
t t U C D ~
t C c •~ ~ C t~t _2r0 t>clJ0’4~~ t 4-— C
t CD.~ 0.tX
~ tno,t 2~t1S~EE tt-0)C ~ >
WtER
0o,C
ci t
.9 ~ a~ ~W!CDt°~
Wt-4
CD:=’—
Cl) CD
00)— t <
0’ C
S
t
t-
C
—o CD~
C — t=V)
0’..rl>
0~4-’DCDU_
t
~
.0 ~j3
CDC~’.0~
t-0
0) c 0’ 0’~0.
CD
~ -~ .~ CD :~- ‘E °‘ ~ 0
CD ~‘
— tfl~-~ O_tW=. Wat
CDt-a)ttCDC >0~tCD>CDQ)
~ C < 0
CD ~ t t-
=
0)
.-1 tt-CD CDÇ’J — D 0~ CD D_ ~ 4-’-— Woj c CD C W c» LIG) c ‘—~ ~ CD LI Cl) t- t 0) 0. o~ — > — c — W r ~ 0’ WO) tC 00 4-’ 0 t 0) 0 • > ~ 0. t ~ •~ t -~ -~ — o. 0~ -~ &. O’CD o..5 o’ t a~ 0eiCDCtt=tCD~ — ~ CD t- t W ~
C Cl)
a,~t
CD.5 C~ ~ 0
CD
0
0’ t
S ~
—
0~ CD •~
rn.~0_cCD>
ni t t-
EC
>
ei
~ g ~
t (-t)
— 0 — O)
~ — —
~ 0.0. W0C’~OJWCD t W~ t-C
3t
t tto
t-
0CD~tCu,~,
(0 CD ~ D 0 0 0 0 CD (00 ‘‘— CD4-’~ — ~ •~ ~ CD ~ — _ t -~ Eo .~? ci CD0 1- ~ c t~t D CI%-CDOCD t -to W2’2 c E~o — — > E ~ t o. t •~. x t C,..iCL.. 0 °~ ~ t- 0 0 0’ ~ C ~ W~5
(0
t_CD~t>Ct-~.~t-S CD
>
tCtCD
a~~
CD
o — ‘ — CD =0 S>t~.0~~~tCDSC_ >CD4-’ Dt 0 ~ 0 o’.~2t 0.0) ~
•bCD~0~C ~ .2. 0 CD — ~
CD
t-
0
t
~rqCDt>a~S~~ C 0 6 o ~ ~ >
t.—i CD
CD
~
.0
0)>
o
S
t-3CD 0
> •. 0 CDt eo..- C o,~0)t~~0’ ~
——
o
t~t —
1>1 t—. ~ c’O
CDCDW~0SCDCDc
C0t~
t0 t0~ CD 0’t WtCDt~O~0’D5 UCl)i
>~ — t-4-
CD t
c (04-’ >t
CD~ LIX
ta tt
<0’
10
C 0’ ~0
(0’10(0
‘Oc
1003
‘-
t~
0)0)
t Q)0.) >
~
~
.0
a03~ 0) ~
~ Ct ‘0
CC 03W
cv
0) CtO) 0) C
__a) 0)100
C4_~
0030j
03’~~tQ)L— C0~ cW~t~ ~
C’~~
~t~10~’ 0- 0 C :r ~
0)
a, .~ 0’ .— — 1003~-’L-t) 0>.~c~0W ~ 00Wt_~Ct~ -C~~’°tW CoC>~0. Q) 00~03 ~ W&2’t
0 0 L0
—
t cv
.C tc
03>
0)
(0(0 ~ >
0’
14
.~
t
t’— C
So’
00’
0)10 tC ci— >~ 0)0 1fl — C
>
C~ 03. ~C 0)0)
t-’
oO’ ~ 0C
0’’> 0’t ‘-C
~C
t 0) 0’ 0 E L 0) >
l~~> (0 — S~j0)
w,E~, -~
(0t—C 03ro ~>
~,rE. g’z~ ~ t-CO wrot>ro~
wt4E c -‘
t
03a
— .~
NO) N ~0) .~t 03 >~
al0 a’(0 0. 0 Ot, — 0~’ Ct
We Sv,
‘00)
.~ -2 t
10t-’ a~
t-t
o® ct
~W03o~j ~9a~ C~
~ t ~‘
t’-0) c~;C -—>® t~ OW-_
~ ~o
~3C(0 0)~,03t00)t -~gc~t~ a03C0 03,~t~WN oi=03!ja c~.~>t® ~v,—aW w2ooa~ ~
W10~oO> z>~ga03 ~ S~ 0 — 0
‘-‘ ~ ‘~ t ~ 0) ~, ≥-
~‘E~ ~
~ rot tot 50 ‘~•0 ~ 0) t t (0 (0 9~
~ tIO ~
Co,c0)’tL) ~ C(0~tDC WOtt03C >Y’t-rn4-’0 _t,~-_.~-— _~t~cr
~ ~
v,N,~ t— ~H~3 03-—
-C~~0) ~0) S~t
10003 0),~
0 .~ t
~nJCt-w.~ -~ 0) cv —No Ct ~C orot ~ oSw> D
~
— ~— (0 ‘00~O acaCi~a) °~CW~0’
t .~_CC~ -wCCWC> (0WW.~WC t~-’~to ‘-&~2gw O~-~ t E~~o’o2
D~0310 ~ .~ C tfl c’0 0300) Z roc c 100100003 .-‘t •4-’ 1- 0 ~-‘É~’~~ o~0) ~ t C0~0C~÷~ 0 t) C:=’ t- 0) — N > t) °‘t» 0) v,~ -4’’
•0’•C 0~~0 C 03(0 ~•~~0~t°
o~,._on t03t~W ct~tt .=c u,
0.~E0~0
.0
—
t0(00) >100)
.~°‘E÷~ .~G)’-v,5 ~
~
(00)
C Dt_t~~ ~
DO) —
aoaj 00.C tca ‘-100 ~tt (0~0) fl’~0) Lfl 0~X (0 ‘-~ —de E~s.s~> tc5’~.S~
~ ~
DCC 0)~0)
ij.Qm t0~~ ~
—
=2 .~Nd ~ 10~t
O’roc C’0O) 03 C~ ‘ElcO
0) ~t OCD 5w0
03o>
C~•~ ~
~ tW~0~S 03v 0’ >C~i-~~t 03lOW_>_ ~i~~N’0 a, tW~CC~ ~
~~ow°E t~otN-5 tSoci—’to) N0)0303~~
~ o’So ~ ~03o 015> g~,c ~.og2~ ®~0 1001 >03t~~M__
~ tW0t-tO
0) 4-’o’5’ ~C’R Cu~:r t-WW 03t01 ~
Cct03030
0.0) 0’C~-
~ t-
cc~
S 0)c 0) o °~ :=.t~ ~
~ > t ~ c~ 10 >.Jcv8-~m WO) C°.~0)0L~~ -— 5 — t tn (0 tto t_~
~
03t-
e—03~E~ >iI!~~ C 0)
030)tflw_t ~ ~zt0®’5 OWO ~ ~l ~
003=’ C >,~ 010)tCN03 ,~>a C 0) ~t °t~ t~d3 ~
0)>C to.— Ct.~ 03~ ~W0 tnt5
> ~~C~ ~105 10>~ lO~o~
~tm~R~ cot-o’t0, (0t-030310_ t 0’>’ ~ Cwaroo03 Cv 0)10 C t-
t
~
°Sc ~(0O) ~ .c 5 0~03 X_J 0’
030) L. — -— 0303._ tt ~
C 10 0 t,
(0
co
c 0~ ‘0
0) -4-’ t.0’it’D
to) tt_ .flL~0)
ct
0:0 a~)
—
1-_en
c
.—
0)
~CC t
a~c2
o~.9 mc
00)_j
— -c (0~1~
‘0
ot 0
0
c in
0~) 0) — 0
t D 0) > 0)
‘D
c1~ 0) 0)
S 0) t
0) c 0) 0
r..J
c (0 t’
c t w — t 0 0) 1-.
cl) >
c 0 0)
S
— 1fl
0 t D 0)
-~
‘00
t00
•
1—>
—in
o~
— t to, ~
Oc
0> >O~
t’~c c’0
o~p
—
t
Ed 0)
G) 0
11)
D 0~
c
:.t ~
~0— t’-
_~u, 1-~
t
o Cro~c .x:4-~D> ~
S
~0~0 °
wOnLn -
~~(0Lt’
.2.owo 0c~g c
OWNO 00~>
c t(O ‘0 ‘°t~~ > W~N~
0’ t c 0~ r0
0~
CL) 0
c
1.. .4-,
0 ç-)
0)
c
t >
to 0’
c t
0~ c to to S—
to to c c
0) 0’
c 0)
> CLi .0
c to to
c tij
c
cl) 0’ c 0’ 0) 1—
0)
>
0
‘0 4i .~ >< g ‘~ Q)
~ ~‘ ~.J S -4 ~f
0
..—
t WO
S
.-t-
~
W4_
-n
WID tID Wt O~,
~
4Wro Wt-ç, tQJ
~
~
tfl
C0’0 WCa
~ .—_J3 C><0~ W — —a ‘fl -‘ —
~
W
,0m
>c
~ -a.~t
tfl >a
Zxa
tflW Wt-W >O’-~ WWt .~t ~ ~9W •~W~ t
~, o, ru •~E~ —
cum
‘fl10
E~5 ~‘:~°~ L t- —
Oaa , cl) 0
~ S
C W N 0’ W~ -oru W.-.~
Rtt-
~ ~ ,tc-~; —~-o-o
t-
‘4_~W Crovi m~n
ru~:=%
>
.-~ro
EEt t-_
—
WD.~t
ct..9~ Wt’-’ ~W°D t-.
— o
a—
DL~
~
L~nru0 ro ~n ~ wt>t
0— ~
oruv~
t,Oro — 4_j
v~o~étn t~t-n DCWW .5~Ww
0 Oja tro
o,.0 ~
ro~ .0-— OM 0W
E~ -‘
—
w
~o
0’Lfl
~g >‘°
t l~~C
0Et ~
~,t
as tLfl Cl) ~ COG) onj~ r—mg a~W °>o~ .00 =0 c> ~. •~t 0,a o~> LflW
m.c~
Wt ~CW oh-tNQ$j CWVI ~t-~ 0’~W ~-
~-o -~ t
ro3o >~t
t0’W ~.‘__. u, — ~ W
Wa tE roo 26E WW0 2a~ ~ 0’ ‘D~ tfl
0 ‘Da)
~
~Q) t t
~0.O) W W E~ 4-’ C c_,~ WW> >...Ao :“-,, t-5, — cl) -~ tX. ~ ~ WEW — Ot — -x W 14WW t-4t-WV) ~ 0>0 >t0’
5 Cl)
4-,
WW
D tL~ W t’10 ‘— to — ~mo F~.c W
-‘0
C 0r0 ~ ~tf
tWJ~fl g5~~
Cl)
55
W
~ WEED
0~~-a 0~W>>
~ W~-oO
~
CWW
inov. ~0~t-
ni~ (Q04-’
~
36W2 0,W~5
~
-~
>0’ï~ ~wf Li,
~
W~W~
5~a
a3W..~ WN~~W .oWtoW ~ WZ’DW .c10C5 v°’o’i~. WEIOW 0~ro~
~ ‘—0 W~C W ~t~m Z a5v
~ Ot-a -~ WW W-’~ ~ W —a LOWtW.~W 0’Wt ~3a (VWO ~ WLfl 2 ~ a~W WWU~ 01!>~ CWD
V’5~
a~a oW~
3~~5 W-~ WW’D > t4DC a~5
~‘~W EW~
~ ~
5~a ._ o 0>.— ato~ W:r.-’ t-a COW Wa— >ot So~~ o~_ tCW~ (u>w ~Wt ttc M~t~ CVWC CVWW t clOc ro~~ t~ wWn ~ t i_ DWO ‘0GW
~
~tg .c~—* -~LflLfl 2~r~S 0. ~ a ~iPr0 o~a > Wto.S 0>4, WDrO 5ro>( WW ~>•~ ‘°E9 ttnc ~:=W ~t-4.. t,, 0_t,, ma CVW m.-~ t- c t° gÊ~ 0’ m~W 1Eo~ Ma ~
~E
W ~ c’J~5c ~
~ 0 W 5~ t-.o ~‘Wt~~
‘°-x 0 ~ 0~W
Lfl
—
t Cl)
— t,,
c
0’
~2
t~~_= ~, t~530 W~ 40
4-4-’0~ WgW Ô~Ô
~ t W (0 ~
Ct~ ~2’t totS ~ ~ ~ C+’Q) WWfl ~t t W
>D~5f WWO>W O-~v 0>
.9QWW >~>C ~d°5 N.-~ ~_ w5oO ~ DW 01—t-0~ C•~.0W-. 0t-W’D uro~_ W0_at W~ t~~‘0o ~ ~ amo,E ~ tcx ru tfl
~ o~’o W-°~ ~‘t C 0t— t~ ,.,t-rØ5°~g ~ ..~u’EcZ5~ ~ C c~.-fl ‘~
:j~ ~ >5
t’,
0 -x W
(0 ~0
.5W
0
~ O>
0’
.9
.2: c
.-—
4~
N
0)
c
0
cuc
W 4-, Øtfl ~0’ XW
fi —
0
— .9 (0
0..
2) — t 0
c ~c~6
t ®~•5 C.~ t...
~ 2) .—
matE W4-. 4~
do. ctt
—
D
-
~
~f
C -.—‘r .,,
1-
ci~
I_
~0
c (0
~
0’
= L-.(Oq)
t t ~ —
W t) ~ ~t
o’~
L—2)
0. C° cl) C t:=’
«5
t t
t
‘o
.=t
.9
2)t~;~~0. 6 c
~
—
-~.-,cG)
c
~
W
—----L-.
rot —
>~‘D
o06
L..
m
c —
—
L-tt
mm
~N
0C~(0_awtW>~
Q)D0 W~ crocan ~
C
C~C W m W ro W ~ 3~0’w c ~5D&~a00’t~ G)~’ .Xt,.W.~Ct... fl~~0,t0’m~.Wt-~00’ ~ ~ W.~ ~ >~ ~oWttcWw DtL t
ftc~W~
0 W W ~- 4’ °‘ w >E~ ~0EWC~t023C .OtroOO’ W c > 5 t — N —
c
o_t
•~
ctcE~WroW(OWW C 2) ~ .~ cl, 2)
(0 ~c ~ ro
.oD>tW’°
.~
3 0.0
Ec
WW —— C mc tD
0. -~
aS 6W WW
aS
Dc >N
t> Wa ~ W (00’ ‘-0’
cr0 . mr~W ~ c0’— ~ C t W (Out >0’C
.~55 0’C0’
0t>%Jt~(OWWWrv+.. ‘t aE’.E W ~ o.t
~
ccl)
WOWWm02)WWW
> c~> ~rO~ flØ(0 W c — t 0)5
@.~
~
~
—‘-in
c Oi
t
0. 0. 0 0 t.
2)
>
-I ‘t
c 0’ ‘t 0~
0.
.jco t
W 0’
0 t t ‘t
0) t
~,
~5
o t0~~) t
.2
t)
‘—
c= ‘t 0) > ~
ï~ 5
t
~
w
5
0
0
W
~
Cl)
N
5 ~
‘t
0’ .~
t ~ 5 ~
t,
0 .~ t-
~.
t-
aj t t 0
0 0
> ~
o o. 0’ ~_, 0) 0 t t
o
t ~
0. •~
t-t ~
t
t o
t,
~ — t W
0. t-
2
0 >
‘0
0 0 t t
N
0 t ~0 t~.
to
~
‘t > .~
0
‘to’
‘t
0’
— t
t
0
0
.2
0’ .0 t 0) 0’
.5
t 0 0—
t ‘t t ‘t ‘t t ‘t ‘,_W
o°’
t — in
‘t ‘t t —_0’o
= t-
2)
0)
u,
s — —
02) t o~ — ~o 0 t ~ ‘t — c
&
= t-
0 .0
rot t o —
0J ~ — t
t-
~
t
Eron
~
woccE 0
in
t-
t;
— ‘t 0 ‘.4 t in .—
o~
o
2) t 0’D 0. O t 0’ tt t 0J — t
D ~
>
0.
0
‘-
t t ‘t ‘t >t o’ t ~
z ~ t0’
aj~
t
.0 •_ o,W ~ Cl) ‘t
0)
t ‘tC~
0~ W 0) 0 ‘.4> .0 2) ‘t —t~ t 0 ~ ~
to ~
‘t t 0. D
‘t
0~
t;
0)
S 2)
‘0
-~
in
in
0
o
& 0.
0)
‘0 t
‘t
S ~-
~
~ ‘t 0’
o
0’
D
t
0
= ~
t
2) ~ —
‘t~ ~ t
c
•1-
u~
0
t-
.=‘ ...
S
w
0
0) —
t 0)
t) ‘t
in
> t
~~S2 t
0) 2) t- 0 — t — in ‘t W .~ tc .~ t 0. ‘t t t- :0 t‘tO ‘t ‘t° ‘t Z>>._u0.
0’ ‘t 0’
0)
S
0)
t
4-j
en t
‘0
t ‘t £
0’o’•5
0~
°tf 00 ~o’t~U1t.~2. cl) >
0’ t
t Wq~’t — t t- t > — 2) Ooit tt
o
0
o
t-
t
~ D ~ t t ‘t t
~
(3
d
o
•~
t to t
ci
Z
.13 ~
.~ 0 t
0’ 00F-
~
5.
t ‘t t-
X 2)
0) t t 0
t 0) t t ~ .~ t0) 0’ .0
•
3 ~
.2.
~— E wo .2~otc
~
‘t t ‘t
~ ~ 050
N .~ t-
~
cv
to
‘~
~ ~
—
E ~
> t
t0.~
0’
5
~ ‘t >c 0’
=
t 0 C
.13
0
~g’~t.s .
‘t D ~ ‘t 0’
‘t
>0t-~
o
‘tt > 0~
5
~
t t) •~
‘t~ ~ > ~ 0) 0 0’ 2) t> t
— 0 t .0
0”-’ t ‘t ~
o
c — ~
.2 ,c
.2 t4.. ‘t
o
2.
~ 0)
t
00 0
t ~ ‘t ‘t
.~
x
Cl) — t ~
.0
~
._
cc
t
t t
0 t aO :0 ~ t 0) 0
0
t) 0
~
t ‘t ~ t t’tW~ ‘t ‘t in .0 t, ~ t ~ t 0 t- in 0
S t
E t-
0 > ‘t
0)
~
0
2)
•Ei
t ‘t 0. 0 o t0 0~ t ‘t >
~ ‘t.~g0 5 5 :2
—
~3::HE S
—
o t-
~
‘t >
0.) t 0~
t
—‘tu’t5 0—t ‘to t 0 ~
.—
t 0
‘Otot o>
t
.9 ‘t t
t..
>00
D
0. ~ t
t~
~
0’ ~ t
t
in’j~•tt t
t
1~
0’t t)> in
to t-t ~— ~,~oEr0D00
t-
~
S~’t 5
—
~
‘t
r0._00.~c
in
tc t 0
0.
0) >
N 0
.5 S
t ‘t 0 .~: ~ > ~ t 0 t ‘t S 0) > ~ t D 0. 0. 0’.— 0 0 — 0 t0tWt~~ainin~ t o 0.~ t
~ ‘t ‘t t 0
—
1— 0
c
4-’
0
t
Wo, 00’ c ~t
.c
in’—O
II!
0
~ •~
.2
0 in_
t 2~
-
~
•°roc)-cl) ‘t&0t t-QN.~t
t W
S
S
o 0.)
~ 0’
O
— ~ t
E
‘t > ~_
t
0~ —
‘t
t0 = t
t ‘t
3
•—
~j
i
t
—
2~ .s
t
‘t ct t
> cl) ~ 0’ to 0’ ~ 0’
‘t (1) 0) ‘ttt ttt0 ‘t
t-
2) t 0 < > ~ Lfl t‘t ~ en •~ ~ ‘4 > ‘t (4) 0~ ~ 2) o’~ ‘ii, D ‘tt t to) o ~ ~ :~ t .~ j; — t ——0 — ‘t tin . ‘t t t in t O®tttWo0 t t- 0) t) ‘t t 0’ — = ~ t t- t O — O t ‘t N
.5
o
~
E’
3 ‘E.
&
.9 5
~ c~,
~ •5
~
.
‘t ‘t
R
t
> 0’
•~.
0’
.5 5
~
.~
5 .5
S
0) >Wt-O~ > 0’ ~.0 2)t D 0 ‘t ~ 2) t ‘t t >0.— 0 t — W~ to o 0 u — .~z int-’t&Wt tt WO ii) tO)’ O ~ L~ o 0~ t0 •~ > t t- Cl) > 0 ~ .~ 0 0) in o — 0’ > — — t 0) ~ t ~ 0 t .0 — ~ — N ‘t_ ~ t > ~ ® .0 t r~J o t ,j, ~ t ~ •~ 0 0) ~ .0 ‘t tW~W WD — t o’ ~ t t ~
o t
t
t-.
‘4
0
~ o
t ‘t 0 0)’-~~
€ t; .2
0
~ D ~ t ‘t 0 ‘t tt— 0) ‘t t Nc~~ in ‘tO) ~tD0 t t 0 .X ~
.—
~t~ tg.g~ ~ — 0’ o .4-’
t
tWW
~_
00j t t o t — >
9t
•0
._
0’
t-
.5
= ~
— 0’oj t Of t o t W ~‘ > .0 ‘t Wt t— W — in t t O~ in t .— in 0 ‘t > t1.. 0D >Ot 2) 0 ‘t >( 0~ ~in0t.— ~ ~ ‘t W t) .~ ~in’t~O)O t~ t ‘t t- D 0 = tttt~ cl) in 0’ in t) —
Cl) O — o
o
fl1 0) C >10
1—~~~
10
o~
EO
0)0
CL__
—
0~ 10
.9 0~ Cc) —O
010
o’z
.5o
0)2
WW CC
-~
t ,o0~
t — CIO 0) ro >0
.ÇSD
C
0) t
0) t
0)
—
—
0)
t~rot) o>’ 0
.Cc0)
4-5n0) t
-c ~
w:~b0.0
c°°n
10 10
0) ci
tuWC.~ tVEwt %-.-
ttWQ)
9g~.9
0.
‘54-.~~ wZO —
cO)3C o>t-W 0. 0’ oCgC .xW0~5
W
C
c.-O
t0)~t
C
0> ——
W.c -Cc) 10 10
C rot c
> Cru W._. O’~
-9~ .0 ~.0 ~
0) >
10
E S -~
wO’ tO tfl0.
t Cc)
0)0’
—— 1001 .0(0 0)> tC C 0) C.C
°L.OW ~L.
roC
W.. o~
.~QWO’
0’
c
W>o 0)>~— .cW
cww 000.
~Ct D ci — — ci
tnC
tWO’
0)tC 0’CE CW
o.tL N
0)0’
CNt
0)
•9tn0
t ~ ~
ii;r 10
~C
C~ ~C
C0’Q)10
v~
t)
!~
51095
Ct
~> C ~ci
0)10
~-‘C
0’
C0’ 00)
O.CW fljOt5
0>0)0) ~C~C
OW,~
C~
t C
:=ocb(0
~,0)C.-. C (0 — fl:=>~
~C5t
tfl(04-A
W.C tQ)
0) N 0) t
23 CC 00 00) ~‘
C 0
tfl~
ci
.~
C 0:=’ 0’ C
O~ C ~ O’~_
.,., S-.’
0)
.9~ 4-’
._
0)100) ~tfl ~CC to WO)
C4-’ ~
.ru~
o~ .X
~ .2
~
~ L-
.23o~
wE~
nW~
OCa)0) °‘C Ct 0) :‘ 0 C
-S
0—
~>N_C
0’NCW
~>
.~X ~
~
• W~S W2
0:oO ‘-::.t
&
t-
‘0
0t>0.10
CO’t
10C
t 10 rio 1020’ 10~
~ 0’
cEf
L-CL ®WflC
~ 0
-z s~ 0) ~
~ ,o~S~c
~NU1 0t~
..,
t
L-a’C °40)
,~
G) ~OWwi~
tC> ~ 0~-’
C0~Q) C-~
z
.t ~ — >C ~(00’ 0. 0)
— ~ o O®~C
VIC (00> 10_u,
W
-~ 00 W~C
_E~
N 0) t
>t0)C10 CL-~> 010WCt
—
t 0)0
C (0 >
OflJ
~l’ —— 0w ~ CO~ rt~W >0’j
0’
~
o
0’ ~ ~ 0’ 3c o’c— ~on
~ ‘0
C~ 0)01
t
W~ t~
Ct2 0) ~<
—3.
-~
:=L-~Q~tfl
0’
-— ~
0’ ——
:E~~ C
O)~0W D -~ tflOC OL.I_
c-D>
~
(0 ~
—0’>>
c
0)
0’
0
fi
t-
a,~o~2’ 0) >
~10W ~-no’
~ 01—.x ‘ou’0
CCO’0)
W~
t’
r~,
0) -o
~>~~°-‘
fl0
~o— Ct10
1~co
N ~
o,
>., t
0
O’C
~
c
4-’ w
0. >0-~ O~00L.
C0~ 0.0. S,011M
C —
3
0~
o
fl0)WWO)0) fl3~tt 0) Ct ~uo
0)
:2
Z
0)
t
10
S D
S
0
0)
2
0’ C
— t o 0)
t
t— c 0)
10
-o
0
10
0
— 0
>
er) to c 0’ to
0~
Cc (00) rot ~ L.. ~~10 ~r0 1-
>~ 0)00
~ L..Nc O~c, °t’ tc~ &0~ 04’
L-tE —o C~ 0~w
—
~>0)
—
0’ •_C 0)c~C t ro~ ~ c>~~ oj~i5a v,q,Ct
b01.~c
0).~ te1~
~Nt > to ww
t — to 0)c
~ C>
tm o~
t9~ >0 (0’0~ ‘Oro
cc,
,O~c co N
—.9°’ ZL-~
E° ZN
~
(0
t
cc)
—s
—~
—_
Ca wro
~ 0)tt ~
&~~o (00
0)_
.00) t— c0’ ct wc~E.9 ~
ac0,
~—
0)
~wo’
~ ~
cD’c oct z:’’— (iNG Cc~
04-’ 00)>
rot —
=tw icn roG)
Q)GJN ~t3
C 5g’:~
•Éto~
Dt~
~ ~OtC(0
W.C
~t win 0’C
0)
5°’
C 0, 0) .~E
o’c
.9~ ~0) t
ww
~0’c ~ 50’~ ~.,L.5
.cg
m
~
O~
O0’S ‘-‘> cw3t~c’ ‘-~5Dc~
cv, 0(0
4-’
rUG) >0’ 4-’
cv,
c_ ‘O(O tt
t:~
~w°’
I_0~
.
~
~
~0 ~, ~ t~.5
~
t0.~•—
S a0 ~ a.cz0~to 030) to
~
~ 0) rocjF> v,~Wo C0)0)cL.. Lfl(00)0, ,0w 5~~~cZ
~
~ w0)_
5~LE.
m>S~o~ 0)c>c
0’w~
t 0w0,0)~~:=_
.~>.
~
co,t.0
(0 1fl >coo °‘cDw
t
~
~—
0)t
~
.
t~g9 Stv~—W ,—...c t~0)~L) ~0N~
>o~c wt.~0) acruc
—
0—Oc UttiD ~ w~tc)
tc
c0~
000(0
•~v~
~o Q4~
Stoc
t~ ~D
n0,
OL.ro —o~ 0’ca,
c°~R ~g>.4 cO’0,.—÷i
:=‘.O
twa~ o~t_ w—t
CL->
mwt.~.~c cL-tO>~o>t 0)0)’
lOcOc) 0)c’o~~
s~ 1.. S~ c~ 0):’ro:=’O’c 0) 0~ ~
c .2 ~ 00)
5,0)0)
3~S~ OUO.05 c0i —
to ~
—
1(00) Occ
c_c
0w
,-jro~
t
0
O)c
0v,
—~
~cS
ro>a~.&~
~
~ ç~c0)
NQ~ ~=°•‘9~g~
~ c 0 D÷,c WON
int 2w
00 0)4-’
o.~ c.-.~g ‘-
toto >1.
.0 c~ 0’ —
fl~
~
0’c, .Ct
z
—
0’v,w,..
9~o~W a°a
c
-
ctw ~
~
r~e’t’~ >~c 0)0)0)
~
~~•—
wgto’~
0’ ~ ‘_ 0 c 1~t0o0’.90)C’ t»c0 —(00
!~
0’ ti~.tStD~ ~
0)
tc0’c
0)tro~~Z0’
~0’
0)
t,’ to
~
WOt-0
nL..Loi
~ ~0)CO~(0~t~
wS~Q~c>oo
~
tOE>c.59
•
~,
~
t
~
c
~ ~ .~O’.~tc4-N c~N~t5~~j — 0) E~
cVLSL9
cto—0’~. C0)a
03.9.90
t
s>L->
>wwc
>~Zt0w ~fl>~
0)t 4-’(03
t~c~
~
.~,, t to to ~tv~ N~c
t cc) ~ ro0)W~
~ ~ 0)~Sw0)uoo 0 f~c>t00)0
(0 ~~(0 in w.~
aSCcflc~ ~o(O(O>row
~ t t .o ~ ~
t0)~c~~wt0 o’~ 0) t» t» 0) 0~ctt~ 0) (09
0)0)0 =~>.c
c ~ >~ ‘~ 0)
~0)ot»tc
—
~
.—
~:0)~0’
~tEg0) 0’ Oo oy~3 t>4-O> 5.~c:5~0)
1-
~
totot
~ In
.—
>000) c-’~g,
~,c—v,
~9~c
.~~.~crot:5L~
Ct~5~O toD0)>
o ...
I~.
o>~c0’ .0 ~0)~50) ~ 0)~ S cc0)0)o®t
WO)wtt
0)~cwt»
0)0
913fl tnc ~ ~ ~3St ~
Swtct
n>ro~~
~~Ô>o
~ —~rowc
.0(0t02N W0’c—t..
~ 0) “ t (0 ~ct~
~
~ ~S~E Xm~~
t 0) 0’
c
c o.
:0) t 0)
‘00 t 0 ccnLn
~=1 0) t ~0) 0) D
Znn
‘0
0)
0)
c 0)
1-
C (V >
CV 4-’ 1fl C
--~
0’
0
CV
0’ c
ci
a 0)
C
0) 0~
CV
‘4-
—
0)
—.~
0 C
C 0
cl) N
0)
0)
t
0)
0)
0
C
0)
—
(t)
0.
°-,
.S
0)
t)
.~ .~
D
t
t t
C
C
~‘
.~
0) 0’ .~
~
t
Q) t
t
L 0~ 0~
W
tfl0~
~-.
°,
t
-~
~
S
(t
D
t
t 0)
ci (1) 0~
— C
0)
t
S
—
5
ci
S c
.5 — CV
,t
~
-c
0) .~
—~
-
‘v
.,
:
~ ZN1 ~ C :ci 0.~:
~
CV Ct oc ø.tNrni 0 c ~4t~ ‘0 > —
O~bflcWCVO CO.—t~..r,j
~jS~.5
CV
>~~‘~c
CV (t ~q,5>flru
Dt
0’.~t.— C C CnDE’0
Eoi~.’0
‘~‘D~n~
. .‘-
.~
E>
—
0.0”—
®
t
~ t~ C~50)2
-~
t~Coc; 00’0)t
CV-—
fl’.-OONC v4C>L0)5 o00)~t c.E.~>
0’
19 .0
‘D (t
(fl00’
1-
4-’
D~oj •~ 0’ tzC 0) u,t ~ C (DC>
•-~
000) oct a,~C
c>a
o)ca
.Stt ci ®b~fl .0 0’0~ 0~ Wo_is
~ Lnut =
CV0.—
~—
—
—~
•.<w>E w
~
t?)
—CCe a’VO)’’ 0 ~V t “ C t—— 0 0)
C— CV (DCV 0)—
OJCVC
Sao’
0)
~0)t 0>.~ 00)~
tsda,cO .
,,
o, o.
-
.
~®.o-5tg
b:’. ‘~
.~
>tw~
L.
~
05 o’•~ tjaCCV.,
(0> .55 ~.
°e~
0~
:2
,
t 1—0 0.~c.. D
OC ii.. ~
-
0Co~t >0. t2fl-~o,C
..~ ~..-.-
.~0,t_taw
Cu,
0’
0)
CVO)t)C
Cc..
~ ~
go
—
~
0 (0 t flr~çj> 0)ttnc t.~c’0
>
2’
tr4
c
0
— C -— 0’ W.~Lfla
~
~OCV~ ‘~ c
D ~
~0)0)0) 0. t .0
tt-~~W
~ CV~O~ t~0’>t-0.t t_Ct~Coo
fl
t
of .j’00.0U~O0 .2 ot_ ~ 0’
~C0j~j~a-~ aCt
~
~ +...U0)~CV O
.-~‘0~DW
‘~
atO)k’-
t-
-SEtte °‘(V.CC
t~j~oj~qj0) wt’~~t è
~ .0
~
4.
c.
o,IV,
S~~’~.~’’o
0) D0..~0:_~~fl Ztn~on iis
.
-~-_&.
~
cl
a.C. t-C
0’4V
:L~,
~...
°
C w~j
(t> CO
L
0 1LflJ
c
~ ~
~0
3CV t—
t
0 C
0) .0 0)
t
2 t
t ~.2 t’~ 4-
~
3
Wt-
flC ~ 0)0) t~ .~o
— Ctfi wO’
~
t
4-’
t4-’ o O
0) > ~
q~4’
C 0
q~
>(fl
cl, C 0’~ .2-4--’ -—t
~1_~
::~~
cl)
0)
0)0~ o~
~a
az
0 (no
to
-S
4-0 0’> 0.~
Ct00
CCV
Ot
0.
~ 0’ 0’
g t oj~ ~(D
~
t
IV cj,m 0 t-.~0’ OOCE
t 0
L 4-.
CV
> cl)
.~
o. t?’
C o~ 0)
~
~
.04-
~Z
~0) 0)>
>~
~
~
~
N
~
0’
0)
2 t
0)
t
t—
cl)
0
c 03
a
~0
t
C
cru
t~
‘~
o aj
L.
0>0 > — t
o
0~ t c
~
0’O
oE~ toE
—
fl1 .0
~
C
03
c~t O
D
.9 0 o ~ L.
C 0
D 0
c L. 0 o t 0 o 0. .0 oo~
t —
0
t
0
cc c0C
o .~c
.9
03 — 0 0 — L. 0 0. 0 v, t 4-~ 5 C 4_ c 00 c .0 0 O .0 000
c 0
>~c
.9
CcO u~ o 0’ o c t 0’~4-~
0 t
.~
0 —
.:t: L_
t..
0 t
.~
° >
~jtt~
~
— t
~ c
.0 0 c 0’ 0 — 0 t 0’ 0
0 > 0
~t
0 0’
.b 0 — — 0’~ 0 0 t 20
v’ — 0’ ~cc
~
0
S
t c
c
.9 ~
OcoL_ 0’~
2D
L.000
o
r~ ‘t
— 0 .~ > c 0’ 0 ~ 0 t_C 0OL_o t 0 > ,-~ 0 0 0
N ~ 0’ cr000
‘tO >O~
‘0 —
In C
(di
Qj
o o L.
0. W -4-’
c o o c w
:2 ci -c -x 0)
-~
c
~ t) ‘» ~
c
.~ 0)
t (3)
-~
g
~
a Cl) Lt~
-n 00) ‘-0) C=
0)
‘»0) 50. 0)0
C C
t 0 — 0) C
0.0’ CC
— ‘» C-’
Nt~. Cn 00.
00 00’ c
>‘» C 0) C
(00) ‘»;~t t~C
~‘»
~-c.?
0(0... 0COj >~t q)’»C
~ 0 ~
‘»0
cc (Cc
ts0 CErn 100,rl
5 ~
>CO C(C(”J W4-~
0) S
~M
~(0
(1)Q)
~
— ‘»‘0
O’flC t ~
~oE 1-
.0
C~0) --—t
~ 05
.-~s3 0) ~
‘»Ot
oo’.~ tin’-
—t -C 0 010 (0’t~ c ‘» to 0’ ro~
0’.,c,
~3
‘-
1-
0 0 Dt D
C
—c 0
o)~
~ l0~ >t ~
tt —~ ~t ‘0
c2’ C)4~
~2
c CC) ~2 ‘°~ CC
L0)
®~ — ‘0> 0.0 0.
‘~— ‘4—t
•~0 0) ~ 0)i/~ 0)
—
0
(00)
3 CO) ‘»‘»
,~
E~ ~t
‘~
L~
0’t 9~
cg
0)0
—0)
0’D CD
cc Wt
o’w
_L~.
0.0
0.D C
~ ~
~ ..~0C WoO) ~C-g n~0
0)K~ fl
0.>
—~-0) —>
Q)’»
t 4~~0’
.~ t,
coj0
C 0)
= 50)
0
tfl0) 0) t
CC ~
n~
0)
(Cc ~ne, ~‘‘»
~
w÷. tc c’0
~
:~tt
.g
0
C’— 0) ~‘0)E ‘»0’»
o
0
0)
& —
.0 D 0.
3t’» 2•~~ -CL.)
‘» .20’~. ~C— 0)10 .210 Noj
0) -~
‘»~
~ ~
@‘~t
t~
~c
~
—u
oc~ C~ 0)>
0
& Z..~’—
~0)0
0.
—
00)0 ~
-C
0 1-
e.9~
~ 0
—C t
II >® Cc’
t~ 010
C~— (000) >~fl) ~
m
:~..fl u
~ act 0>’»
2E~ ÷~oj
~a WW
t’ CD o-~ -—
s~
‘-~ Cc
0
.~ — 0)0)
>2 ~
‘-0) ina
No) 00. ...~C
~‘-
a~’» ~tt
>0) t~
t,
~ D
OC ~0= ‘»
-— —
~
(no’»
‘»t o~
c
oijE
®aO’
.~
0’»’»
t~ I._ 4.,
0)
t
0) ~> (0
0~
~ 0.00)
2
2~E
~
—
~
5’
~
~ .0
‘»t
•~
>
c20) ~
‘-cc .050) Cs_
~
C
t-.-’ 50) = 0)
‘»(CC
Q)0)Q)
—~ CC) 0.0
.~as
~ t
0)~~’~D0 o~’’4
~
t
a~.~E°
D~ t
t
-~ :~.
~® a IØND ,0Co. ‘»0— ~Cj3 0’~
<
c to
D’~0~ 0) t C 0. c5 t ‘» 0j~ C’W t 0’...Z S a C’~ lot.
£~ t.(OC
~
oo~
c o~’
~
‘1
Lfl
C 0) t
0)
0
1»
3 0)
0
0)
.4—
0
(0 C
4-’
o
0 In C 10
— (0 C (0
—
—
—
t’,
0~
C 0 0) 0
t ~
~i;
—
c
:E
~,
~.>
~
.~o
—
~
~
WO 00
t
o’.5 zn (cc c ~ .ct’l om wa t~
~c
WO) -~n ~
6-2 t”
~—
oa
E~ 0~ 0~
~
0~ c ~ ~ o’ 0) .0
0’ ~
C
—
C
.e~ t”
0)
.5 c 0) C ~»
t~ O C
-~
>
0) N ® 0’
~ :=‘ N c ~ — ~-‘ 0) 0) — F0 0 o’ ~_ Cl) 0’ c
0)
= ‘0 S t t~ 0) ttfl 0~ .9 — 0 t-0’ 0) .0 0 ; R = c
:9
~ C 0 —
cc ow ~O’ -‘-‘9 — 2~ ot ~ a~-~ 0)
0 t)
0 0 1.. 0.
—
o
-~ t-
t—
0 t) — 0) t c 0) o t cv 0-• —
>L-. ‘°~
0) rot o~c WW .00’
t> E° .~.t o~ o’° OC .o ‘~> 0’+’ tf om o~C tt .. 6 D t0) ~ t. ~
6 .2 ~— O 9-’ t C 00 .~ 0~ _3.9 ~
•t)c
.g~ ~•
D
(0
~ COc ~~ t00)Co —‘-ttnaJWC 0’~ 0) ~0~~c0’
0)
C 0) 0’ ~ f~i~c.9
>ot~~oc’~Z
~
~‘0w~~’ c-t ~N~o,cr~JCwo >WC ot ~—Wt’°~~
m(0
.DD
0)-
ED 04-’
<0 0 4-’
to)
NO)
W~~U~ac~O0’ t(000)m_~0C Otl)4-t -~_ 0) .x’~t in ,~q,-o N’0t)OCC>~ w_00—ø ~~‘~o’orvw
.0+’
c= 00 S~ 00 t 00) 0fl >.-‘ ot
0~
>t
roG)
t-tm
>0 (1) 03fl >n owtcvw>ao _t,0,onWot)C mD~flt-t0’~9j, E~ moj0tc
0 -~D
t-
Wg(0~O ~°floE~o flt~Cto~ ~ t ~ ~c.~006_00 . F0 ~>zw’t0’00~0~ E~c0 t 1~ > ~ tw.~C ro>’0 — 0’tm~wi&’0~~a) jg~~wn~ ccv.c .w~2-~ ~ ~ ~ ro00w-’.—w(~C0 w Ewg~m~ 004-’c 04-’ o~.tmCo
~ fi C ~O) t---0 o~ ~ n0,
-i-’D C4-’ r0t~
0’C0 C00 5u~ 0c
t ,_ 0 C c 0~ t ~ ~>ucc~t~w3t C’0QJ0o0t-~t)c ~ 0’0tfl N o.9 O0)•~ E.c~c~r0mt ~4-’’0Ott-Dt-O tt1~0cc.0_@0 ~ _~ c ~ OCCEOt ~W 0) ~-—~~0et
om >in t.r g~’
-— ~, ._
t) t) tm 0 0o..ro:90’~ t-.’-~w~t “~‘ 0) ~t:=’u, t.C 0) 0 t- o~_ ~ O°fl >00 o~ ~ ~ con > .~‘t -~~~t~-’ c-0 00) ~0 ~tf 9w .-~:=‘C c Cl) c~E5 ~ ~ 05 o t~)~— (0 o’j.: c ocE 0~C (0 0 t~+’50~-—
W0’oj~o~tDt-t~ — cCo.0s.,~cScE~’ ~
OQ) Ot
0~ tn -~;~ t> ~ 0+’ tO) ~r
c ~ ~ F0 0’t-~4-C >.. C~ t~•~D t~4-’~ 0c° 0_> t) ‘-t’, 0”O fit 0’O c 0,0 00 w•~_ t-. ~ tt 0Q)•~c•~ t-~ C5.,..C o,..~O) ~0c t”0) ~wt9C~o, .-~tt<aroo
C> in0~0 OQ~O~c~tn>
tw ~0 D
in -0 .2
~ ~i~-’~c~ t-’~~ cn S•~ C ~C — .0(00)0000) .0>ttttt .0 0 3nJAÂÂÂÂ
0)
0) -t .9’ — (0 S —
0:=’ .c 4-’0~ ~ °w ~c (0(0(00 t0>ro>,cS --t ot TO
(0 0 o In 0’ c 0 0’ o
1~
to
S 0~ (0
0~
4-,
£1) t 0-
0
Ec
0) t 0) 0) t
tnrD -0) C = ~ -
t0 t 0’ WW
zo)
toto
tt
to
aS D
>C to) —
—~ CC Ct 0)’—
to na t ~c2 tfl
‘-t— roo.~c
CCC t 0) W
~‘-t
0) 4-. Wat t’-0 D 0 — ‘oCt t ~-
1-
~0
toto
E>-o ‘—ma) 0t~ >0)
•~~Z
0
0)
•L~1 t ‘0
‘S 0
t 0 0) t 0.)
0.j 0’
0 0
-~
t 0.) t t
~ 0)
t t 0 t 0) ~
t
‘S L0 0) (t
S t
0) 0) 0’
t
0) -o -t
0)
.0
c
0 0)
4-~
~
0’ > tO)
5 2 WO)
0 0’
0)
ci’ ft3
3 fl3
(1) CJ,
0 0 CW
_Oc W> 0
WL~
Otn (~3 L~0
0’ t)
-~
~
~
4~ r-~ ~t — — I~ GU WW Wt~ W~>?_\çO w 0—vr
0
t
L-
Wc
WW t t
WO Lc ~W
D~_
WEW
c
0’ ~
cc
0
4-~
>
>
Cfl
L-4~~
~
00 U~_t
0c0’ aW~
~,,ro
s t
c
>
o
— tnW~oc
a o~
W c
OcWW~t — Wtt~ c ‘°t cc t tc rOrO’°a t 0 > > ~ c
~0c >W tc
t L)V W ro WcWt> t=~~0~t
cL~Ot O>cW t- ‘4-.--‘ 0 t
ct
ttcWo’
c> cW _WmWt ~ tEOOCO
Ç’J
r~t
0 D L~ O’tfl W W”-’ mW~cWD
tw~W~ Wfl
0
cWc
D
>.Ec’~j
Wc
CW
WW C WW
Oc W WE t W0~-d
v,W> c 0’ W OW~
Wf0 t W
-—
W
W~
4-~c 0 00> t 1)~ ~
t)
0’
W
t-
O Ot > t t) W~~2 —cc 00)0 c — -~ OWW W ç0Wt — Mc cWrO soro 0 — t t ~0 fort c
~tu~ —
> WWc >tW
,0c~ c ~
t
to
co~ W
-—t t —
WW x S >
XL Businesspark Twente Herziening begroting 2014, begroting 2015 en Meerjarenraming 2016 - 2018
Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) 24 maart 2014
Inhoudsopgave
pagina
Inleiding ............................................................................................................................................ 2 2. Voorstel aan het Algemeen Bestuur en Ontwerp Besluit ............................................................. 4 3. Beleidsbegroting 2014 ................................................................................................................. 6 3.1 Bouwgrondproductie .................................................................................................................. 6 3.2 Parkmanagement ....................................................................................................................... 6 3.3 Erfpacht ...................................................................................................................................... 7 3.4 Laad- en loskade ........................................................................................................................ 7 3.5 Onderhoud en beheer van parkmanagement voorzieningen .................................................... 7 3.6 Onderhoud en beheer van de openbare ruimte ......................................................................... 8 4. De paragrafen .............................................................................................................................. 9 4.1 lokale heffingen .......................................................................................................................... 9 4.2 weerstandsvermogen ................................................................................................................. 9 4.3 onderhoud kapitaalgoederen ..................................................................................................... 9 4.4 financiering ............................................................................................................................... 10 4.5 bedrijfsvoering .......................................................................................................................... 10 4.6 verbonden partijen.................................................................................................................... 11 4.7 grondbeleid............................................................................................................................... 11 5. De financiële begroting .............................................................................................................. 13 5.1 Bouwgrondproductie ................................................................................................................ 13 5.1.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 .................................................................................. 13 5.1.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten .................................................................. 14 5.2 Parkmanagement ..................................................................................................................... 14 5.2.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 .................................................................................. 14 5.2.2. Toelichting op het overzicht van baten en lasten ................................................................. 15 5.3 Erfpacht .................................................................................................................................... 15 5.3.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 .................................................................................. 15 5.3.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten .................................................................. 15 5.4 Laad- en loskade ...................................................................................................................... 16 5.5 Onderhoud en beheer van parkmanagementvoorzieningen ................................................... 16 5.5.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 .................................................................................. 16 5.5.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten .................................................................. 16 5.6 Onderhoud en beheer van de openbare ruimte ....................................................................... 17 5.6.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 .................................................................................. 17 5.6.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten .................................................................. 17 5.7 de financiële positie van het RBT ............................................................................................. 17 6. Begroting 2015 en Meerjarenraming 2016 – 2018 .................................................................... 18 Bijlagen Gedetailleerde meerjarenbegroting per programma
2
1. Inleiding Voor u ligt de (programma)begroting van het Regionaal Bedrijventerrein Twente voor 2014, de (voorlopige) begroting voor 2015 en de meerjarenbegroting 2016 – 2018. De (herziene) begroting voor 2014 fungeert als (beleidsmatig en financieel) kader waarbinnen het Dagelijks Bestuur kan opereren. De begroting van 2015 geldt als voorlopig financieel kader en via de meerjarenbegroting wordt een doorkijk gegeven naar de daarop volgende begrotingsjaren. Deze notitie wordt in maart 2014 behandeld door het Dagelijks Bestuur en in april aangeboden aan Provinciale Staten van Overijssel en aan de Raden van de deelnemende gemeenten. Raden en Staten worden op deze manier in de gelegenheid gesteld hun ‘gevoelen’ kenbaar te maken over de begroting. De begroting wordt, voorzien van de gevoelen van raden en staten, in juni 2014 ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur en voor 1 juli 2014 aangeboden aan het ministerie van Binnenlandse zaken (financieel toezicht). De begroting is opgebouwd uit de activiteiten (programma’s), waar het RBT zich mee bezig houdt. Het betreft hier bouwgrondproductie (1), parkmanagement (2), erfpacht (3), de aanleg van de laad- en loskade (4), beheer van parkmanagementvoorzieningen (5) en het beheer van de openbare ruimte (6). De productie van bouwrijpe grond is de hoofdactiviteit van het RBT. Derhalve is de programmabegroting voor een belangrijk deel gebaseerd op de grondexploitatiebegroting. Programma 5 en 6 (beheer) zijn met ingang van 1-1-2014 ingesteld en nu voor het eerst voorzien van een begroting. De grondexploitatiebegroting (met een looptijd van 18 jaar) geeft inzicht in de terugverdiencapaciteit van de gerealiseerde investeringen (economische waarde) en daarmee het resultaat van het project. De (programma) begroting, die hieruit grotendeels wordt afgeleid, dient niet ter bepaling van het resultaat, maar vormt het financieel en inhoudelijk kader (budgetrecht) waarbinnen het Dagelijks Bestuur kan opereren. Daarmee vormt de nu voorliggende begroting over 2014, de basis voor de jaarverslaglegging over het lopende jaar.
3
2. Voorstel aan het Algemeen Bestuur en Ontwerp Besluit Almelo, 24 maart 2014 Vergadering Algemeen Bestuur d.d. 23 juni 2014 Onderwerp:
Herziene begroting 2014 en begroting 2015
Overwegingen Hierbij bieden wij u aan ter besluitvorming de (herziene) begroting voor 2014 en de (voorlopige) begroting voor 2015. Deze (programma) begroting vormt het financieel en inhoudelijk kader waarbinnen ons bestuur kan opereren. Daarmee vormt de nu voorliggende begroting over 2014, de basis voor de jaarverslaglegging over het lopende jaar (2014). Tevens bieden wij u de meerjarenbegroting aan, waarin een doorkijk wordt gegeven naar de komende begrotingsjaren. Wij stellen u hierbij voor: 1. De herziene begroting 2014 vast te stellen overeenkomstig het ontwerp; 2. De begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018 vast te stellen overeenkomstig het ontwerp; 3. Het programma als beleidsinhoudelijk kader vast te stellen; 4. Het Dagelijks Bestuur voor de begrotingsjaren 2014 en 2015 te machtigen tot uitvoering van het programma, als opgenomen in dit voorstel; 5. Voor de jaren 2014 en 2015 de lasten en baten van het programma – en daarbinnen de geraamde bedragen voor investeringen – als financieel kader vast te stellen; 6. Aan het Dagelijks Bestuur de aankoop en uitgifte van gronden, binnen de kaders van deze begroting, te delegeren; Het Dagelijks Bestuur,
De secretaris
De voorzitter
H.M. Bolhaar
E.J. van Marle
4
Het Algemeen bestuur van het Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 24 maart 2014 Gelet op artikel 58, lid 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen; BESLUIT 1. De herziene begroting 2014 vast te stellen overeenkomstig het ontwerp; 2. De begroting 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018 vast te stellen overeenkomstig het ontwerp; 3. Het programma als beleidsinhoudelijk kader vast te stellen; 4. Het Dagelijks Bestuur voor de begrotingsjaren 2014 en 2015 te machtigen tot uitvoering van het programma, als opgenomen in dit voorstel; 5. Voor de jaren 2014 en 2015 de lasten en baten van het programma – en daarbinnen de geraamde bedragen voor investeringen – als financieel kader vast te stellen; 6. Aan het Dagelijks Bestuur de aankoop van grond en de uitgifte van grond binnen de kaders van deze begroting te delegeren; Aldus gedaan door het Algemeen Bestuur van het RBT in zijn openbare vergadering van 23 juni 2014. Almelo,
Secretaris
Voorzitter
H.M. Bolhaar
E.J. van Marle
5
3. Beleidsbegroting 2014 In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de programma’s. Per programma wordt een toelichting gegeven op de doelstelling en de wijze waarop ernaar gestreefd wordt om het doel te bereiken. 3.1 Bouwgrondproductie Hoofddoel van het Openbaar Lichaam RBT is het voorzien in de behoefte aan bouwrijpe grond met bedrijfsbestemming, toegespitst op grote ruimtevragers. Deze behoefte blijkt uit onderzoek van Ecorys (2012) en kwam naar voren in de Bedrijventerreinenvisie Netwerkstad (2013). Om te voorzien in de behoefte, wordt bouwgrond geproduceerd. Het gaat hierbij om de transformatie van agrarische gronden naar bedrijfskavels en openbare ruimte, waartoe de volgende activiteiten worden verricht: -
het verwerven van ruwe bouwgrond
-
het slopen van opstallen en het saneren van de ondergrond
-
bouw- en woonrijp maken (aanleg van civieltechnische voorzieningen)
-
planontwikkeling
-
het tijdelijk beheer van agrarische gronden, opstallen en bouwrijp opgeleverde bouwterreinen
-
verkoop van bouwrijpe grond met bedrijfsbestemming
Om de transformatie tot stand te brengen voert het RBT een actief grondbeleid. Hierop wordt een toelichting gegeven in paragraaf 4.7.1. 3.2 Parkmanagement Doel van het RBT is het voorzien in de behoefte aan bouwgrond voor bedrijven met een grote ruimtevraag. Om te voorzien in deze behoefte produceert het RBT (naast bouwgrond) ook voorzieningen voor ondernemers. Het gaat bijvoorbeeld om een centrale bluswaterinstallatie, bewegwijzering en camera’s. De basis voor het aanbieden van parkmanagementvoorzieningen vormt de gemeenschappelijke regeling RBT, waarin is verwoord dat voor wat betreft het beheer en onderhoud van het regionale bedrijventerrein wordt toegewerkt naar invoering van een zogenaamd bedrijventerreinenmanagement (artikel 4.20). Op 23 oktober 2008 heeft het Dagelijks Bestuur besloten tot oprichting van het ‘Coöperatief parkmanagement XL Businesspark’ en daarbij de statuten van deze coöperatie goedgekeurd. In de statuten van
6
de coöperatie en de sindsdien gesloten erfpachtovereenkomsten is verwoord dat de vereniging de volgende diensten c.q. voorzieningen zal aanbieden. -
het beheer en onderhoud van wegen, waterlopen en groenvoorzieningen
-
de beveiliging van het XL Businesspark Twente
-
een bewegwijzeringsysteem
-
een gezamenlijk afvalmanagement
-
een centrale bluswatervoorziening
-
een glasvezelnet
De voorzieningen worden door het Regionaal Bedrijventerrein Twente aangebracht. Bedrijven betalen een eenmalige vaste bijdrage in de investeringskosten. 3.3 Erfpacht Alle kavels op het XL Businesspark worden in eeuwigdurende erfpacht (‘landlease’) uitgegeven. Daarmee wordt op lange termijn de deelname aan de “Coöperatieve Vereniging Parkmanagement” gegarandeerd. Ondernemers kunnen er daarbij voor kiezen om jaarlijks een canon te betalen of de erfpachtcanon in één keer af kopen. Bij betaling van een jaarlijkse canon geldt de actuele rente en een rente/risico opslag van 1,5%. 3.4 Laad- en loskade Het RBT heeft in 2010 een subsidiebeschikking ontvangen, in het kader van de tijdelijke regeling Quick Wins Binnenvaart. Om te komen tot een adequate verantwoording jegens de subsidieverstrekker, is er een specifiek programma ingesteld waarbinnen de inkomsten en uitgaven aan de laad- en loskade worden geadministreerd. 3.5 Onderhoud en beheer van parkmanagement voorzieningen In tranche één is een centrale bluswatervoorziening gerealiseerd en zijn camera’s (terreinbeveiliging) en bewegwijzering aangebracht. De aangebrachte voorzieningen worden door het RBT onderhouden, totdat de verantwoordelijkheid voor het onderhoud wordt overgedragen aan de Coöperatieve Vereniging Parkmanagement. Ondernemers betalen een jaarlijkse bijdrage, ter dekking van de jaarlijkse onderhoudskosten. Deze bijdrage is vast tot het moment waarop de Coöperatieve Vereniging Parkmanagement verantwoordelijk wordt voor het beheer en onderhoud van genoemde voorzieningen. Dit is het geval wanneer 50% van de eerste tranche is uitgegeven. Tot die tijd worden de voorzieningen door het RBT beheerd. Voor dat deel dat nog niet is uitgegeven, komen de kosten van beheer en onderhoud voor rekening van het RBT. Daarmee wordt voorkomen dat bedrijven met aanloopverliezen worden geconfronteerd.
7
3.6 Onderhoud en beheer van de openbare ruimte In de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat het RBT zich, naast het ontwikkelen van het bedrijvenpark, moet bezighouden met het “exploiteren en beheren” van het bedrijventerrein. In artikel 3.1 van de regeling wordt toegelicht dat onder deze taak alles is begrepen, “wat in de ruimste zin des woords met de exploitatie en het beheer van het terrein samenhangt”. Het gaat (volgens artikel 3.8) in ieder geval om de feitelijke uitvoering van allerhande beheersmaatregelen in de openbare ruimte, waartoe behoren: de wegen en trottoirs, de groenvoorzieningen en de (ondergrondse) infrastructuur. Het reguliere onderhoud van de openbare ruimte wordt gedekt door de Gemeente Almelo. De additionele kosten, die voortvloeien uit ‘extra wensen’ van ondernemers, worden gedekt vanuit de contributie aan de Coöperatieve Vereniging Parkmanagement. In het kader van de gemeenschappelijke regeling is afgesproken dat het Dagelijks Bestuur jaarlijks en in overleg met de Gemeente Almelo een overzicht vaststelt van onderhoudskosten (artikel 21). Het Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB) heeft een onderhoudsbegroting uitgewerkt, die ter controle voorligt bij de Gemeente Almelo.
8
4. De paragrafen Het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat in afzonderlijke paragrafen de beleidslijnen worden vastgelegd (artikel 9 BBV). In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de voor het RBT relevante paragrafen: het weerstandsvermogen, de financiering, onderhoud, bedrijfsvoering en het grondbeleid. 4.1 lokale heffingen Van lokale heffingen is geen sprake. 4.2 weerstandsvermogen Het RBT beschikt niet over reserves of voorzieningen. Zowel het verlies als eventuele (nu nog niet voorziene) tegenvallers worden gedekt door de deelnemende gemeenten en de provincie. Dit in overeenstemming met de gemeenschappelijke regeling van het RBT. De grondexploitatie sluit per 1 januari 2014 op een tekort van 15 miljoen, netto contant per 11-2014. Voor een nadere toelichting op de verdeling van het (op dit moment) begrote resultaat, wordt verwezen naar paragraaf 4.7.2 en de notitie ´grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014’. Uit de risicoanalyse blijkt (met 80% zekerheid) dat het tekort in een bandbreedte ligt van (netto contant per 1-1-2014) een winst van € 4,4 miljoen en een verlies van € 31,8 miljoen. Deze bandbreedte vormt het ‘risicoprofiel van het RBT’ en wordt jaarlijks door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Uit de analyse blijkt dat er 50% kans is op een gunstiger resultaat en 50% kans is op een negatiever resultaat. Voor een uitgebreide toelichting op de risicoanalyse en de hierin gehanteerde uitgangspunten, wordt verwezen naar de notitie ‘grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014”. Uit de risicoanalyse komt naar voren dat het uitgiftetempo het belangrijkste risico vormt, in combinatie met de rente op lange termijn. Het negatief effect van vertraging wordt voor een belangrijk deel in balans gehouden door de aanwezige potentie tot het (gefaseerd) doorvoeren van verhogingen van de uitgifteprijs. Deze mogelijkheid bleek uit onderzoek van de Stec Groep. 4.3 onderhoud kapitaalgoederen De bestaande (agrarische) openbare wegen, riolering, water en groen zijn door de Gemeente Almelo aan het RBT overgedragen ten behoeve van de transformatie tot bedrijventerrein. Deze openbare ruimte is daarom voor het RBT (nog) geen kapitaalgoed.
9
4.4 financiering De beleidsvoornemens van het treasurybeleid zijn vastgelegd in het treasurystatuut, welke door het Algemeen bestuur is vastgesteld op 27 september 2005. Er is een werkgroep ingesteld, bestaande uit de deskundigen op het gebied van treasury, van de deelnemende gemeenten en de Provincie. Deze werkgroep adviseert over de aan te trekken leningen en het renterisicobeheer en over bijvoorbeeld de in de grondexploitatie te hanteren disconteringsvoet. Overeenkomstig artikel 2 van het treasurystatuut worden de limieten voor geldleningen vastgelegd in de begroting. In tabel 1 wordt een overzicht weergeven van de (limieten op) aangetrokken geldleningen.
Bank leningen
BNG BNG BNG Rabo BNG
Bedrag
Rente
10.000.000,00 6.500.000,00 10.000.000,00 18.000.000,00 32.000.000,00 76.500.000,00
3,4100% 2,7500% 2,9000% 3,79% tot 5,54% 3,5950%
krediet faciliteiten (limiet) Rabo 5.000.000,00 BNH 8.500.000,00 13.500.000,00
maand euribor + 0,79% maand euribor + 0,79%
Periode van:
tot:
5 november 2009 5 november 2014 5 januari 2011 5 januari 2015 28 juli 2011 28 juli 2016 1 februari 2007 1 januari 2017 1 november 2005 2 november 2020
1 april 2009 1 april 2009
1 januari 2017 1 januari 2017
Tabel 1: limieten voor geldleningen
Ter afdekking van een deel van het renterisico is een collar contract afgesloten. Dit contract loopt af op 1 januari 2017 met een basisbedrag van € 18 miljoen. Over dit bedrag wordt een minimale rente (floor) en een maximale rente (cap) berekend van respectievelijk 3,0% en 4,75%. Als het rentepercentage in rekening courant (het gemiddelde maand euribor) tussen voornoemde floor en cap ligt, dan geldt dat tarief voor de rekening courant schuld. Zolang de schuld in rekening courant niet lager is dan € 18 miljoen, dan is er geen ongedekte positie en dus geen speculatierisico. Volgens het verwachte kasverloop zal de korte schuld tot 1 januari niet dalen beneden de grens. Met de werkgroep Treasury is afgesproken dat begin 2014 een plan van aanpak wordt uitgewerkt voor de komende jaren, leidend tot een gedeeltelijke consolidatie. Kortlopende leningen worden dan gedeeltelijk omgezet naar een langlopende financiering. 4.5 bedrijfsvoering In de gemeenschappelijke regeling wordt (in hoofdstuk 2 en 3) een uitgebreide beschrijving gegeven van de organisatie van het RBT en de taken en verantwoordelijkheden van het
10
personeel. In aanvulling daarop wordt de administratieve en financiële organisatie beschreven in de financiële verordening, welke is vastgesteld door het Algemeen Bestuur (augustus 2005). Het RBT heeft geen personeel in dienst: werkzaamheden worden verricht door contractanten en ambtenaren van de deelnemende gemeenten. Het RBT huurt kantoorruimte aan de Wierdensestraat 25B te Almelo. Het huurcontract loopt tot 31 januari 2016. De bezetting van het Projectbureau bestaat per 1-1-2014 uit: -
projectdirecteur, Europees aanbesteed (contract t/m 31-12-2015)
-
casemanager, Europees aanbesteed (contract t/m 31-12-2015)
-
planeconoom, gedetacheerd door de Gemeente Almelo
-
administrateur, gedetacheerd door de Gemeente Almelo
-
secretaresse, gedetacheerd door de Gemeente Almelo
-
Ingenieursbureau, “in house opdracht” aan de Gemeente Almelo
In de financiële verordening van het RBT wordt verwoord dat het Dagelijks Bestuur zorg draagt voor de interne toetsing op juistheid, volledigheid en tijdigheid van bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen van het RBT. Gezien de omvang van de organisatie (een klein projectbureau) heeft de accountant vastgesteld (zie paragraaf 3.5.4 van de notitie “uitkomsten controle jaarrekening 2010”) dat het niet noodzakelijk is om een invulling te geven aan interne toetsing. Het Algemeen Bestuur van het RBT heeft, overeenkomstig de financiële verordening, een nota Misbruik en Oneigenlijk gebruik vastgesteld, waarin het beleid ter voorkoming van het oneigenlijk gebruik van eigendommen van het RBT wordt geformuleerd. 4.6 verbonden partijen Het RBT neemt geen deel in andere rechtsvormen. 4.7 grondbeleid Grondbeleid is geen doel maar een middel dat wordt ingezet als instrument om andere beleidsdoelen te realiseren. Hoofddoel van het RBT is het voorzien in behoefte aan bedrijvigheid voor grote ruimtevragers. Om dit doel te bereiken kunnen in beginsel twee richtingen worden onderscheiden: 1. Een actief grondbeleid (het verwerven en bouwrijp maken van grond, waarbij kostenverhaal plaatsvindt door middel van gronduitgifte) 2. Een faciliterend grondbeleid (waarbij kostenverhaal plaatsvindt d.m.v. het sluiten van exploitatieovereenkomsten).
11
De vraag met welk grondbeleid het doel (voorzien in behoefte aan bedrijfsruimte) het beste gerealiseerd kan worden (actief of faciliteren beleid) is in het verleden (al) beantwoord. Inmiddels is 80% van de gronden in bezit van het RBT, waardoor het feitelijk alleen mogelijk is om het eerder ingezette beleid te continueren. T/m 31-12-2013 is circa € 80,9 miljoen geïnvesteerd, in het kader van de grondexploitatie (inclusief laad- en loskade). De investeringen vonden plaats op basis van vreemd vermogen (geleend geld). De grondexploitatiebegroting (zie tabel 8 voor een vereenvoudigde weergave) wordt jaarlijks opgesteld en geactualiseerd, om inzicht te verkrijgen in de economische waarde c.q. de ‘terugverdiencapaciteit’ van deze investeringen.
GREX-begroting op EW Boekw aarde per 31-12- 2013 Kosten nominaal 2,50% kostenstijging
80.891.263
Opbrengsten nominaal
50.082.213
9.616.610
6.433.390 70.850.086
101.323.693
34.244.533
21.106.641 122.430.334
175.157.210 54.689.619
Economische w aarde (O - K) 2031
Resultaat op Ew per 31-12-2031 Resultaat op NCW per 1-1-2014
56.515.603
140.912.677
4,18% Rente (nog te maken)
2014
80.891.263
61.233.477
Nog te maken kosten
2,46% opbrengstenstijging Nog te realiseren opbrengsten
op NCW
65.914.732 31.273.758 14.976.531
Tabel 2: Resultaat van de grondexploitatie per 1-1-2014
Naar de huidige inzichten resulteert het project in een tekort van € 15 miljoen, netto contant per 1-1-2014. Dit op basis van een berekening van (op netto contante waarde) € 56,5 miljoen aan nog te maken kosten en € 122,4 miljoen aan nog te realiseren opbrengsten. Uitgangspunt in de berekening is een jaarlijkse uitgifte van zes hectare per jaar, 2,5 % kosten- en opbrengstenstijging (2,1% in 2014 en 2015) en gemiddeld 4,18% rente (3,58% t/m 2015 en daarna 4,25%). De uitgifteprijs is vastgesteld op gemiddeld € 125,- per m2 uitgeefbaar terrein (prijspeil 1-1-2014). Voor een uitgebreide toelichting op de grondexploitatie en de gehanteerde uitgangspunten wordt verwezen naar de notitie “grondexploitatie en risicoanalyse per 1-1-2014”.
12
5. De financiële begroting In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de te realiseren doelen in 2014 en de daarmee samenhangende baten en lasten. 5.1 Bouwgrondproductie 5.1.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 In tabel 2 wordt een weergave gegeven van de gerealiseerde baten en lasten (boekwaarde) en de verwachting voor 2014. Dit op basis van de grondexploitatie, waarbij een splitsing is gemaakt in subsidiabele uitgaven (havenproject, programma 4) en niet subsidiabele uitgaven (bouwgrond productie, programma 1). jaarrekening
Omschrijving UITGAVEN Verwerving
245.462
28.814
216.648
187.429
-
432.810
163.074
163.074
-
12.461.914
2.681.242
1.931.888
749.354
2.352.230
2.634.674
-
2.634.674
12.028.075
1.000.000
736.533
263.467
796.130
426.193
426.193
-
Overige uitgaven
3.050.041
840.441
612.936
227.505
-
1.331.848
1.331.848
-
19.761.792
-
-
-
169.924
-
-
-
104.202.103
9.510.363
5.418.714
4.091.648
Ringleiding blusvoorziening Niet verrekenbare BTW
Omschrijving
Boekwaarde
INKOMSTEN
01-jan-14
Bedrijventerrein
(subsidiabel) 187.429
Afdracht aan complex BOVO
Totaal
4
979.355
Laad- en loskade
Boekwaarde rente
1
52.034.271
Milieuonderzoek en sanering
Plankosten en VTU
per programma
2014
01-jan-14
Sloopkosten Bouw- en woonrijp maken
herziening
Boekwaarde
2014
1
4 (subsidiabel)
12.856.262
4.093.333
4.093.333
-
Containerterminal
-
2.828.333
2.828.333
Subsidie EFRO en TIPP
5.964.635
-
-
Subsidie Quick wins
2.572.514
2.020.968
-
2.020.968
Subsidie Ontwikkelagenda van Twente
-
900.000
900.000
-
Subsidie Agenda van Twente
-
700.000
700.000
-
1.917.429
5.000
5.000
-
-
-
-
-
23.310.840
10.547.635
8.526.667
2.020.968
118.146
67.316
50.830
Overige opbrengsten Bestaande objecten Totaal INFLATIECORRECTIE EN BEPALING KASSTROOM Uitgavenstijging Inkomstenstijging Kasstroom Rentetoerekening SALDO INV PER ULTIMO
80.891.263
Tabel 2: Baten en lasten bouwgrondproductie (inclusief laad- en loskade)
13
42.809
34.607
8.202
961.935
3.075.243
- 2.113.308
2.878.840
2.390.281
488.559
82.808.168
82.808.168
5.1.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten In november 2013 is een ontwikkelovereenkomst gesloten met Eurol. Daarnaast is een huurovereenkomst ondertekent met C.T.T., voor een perceel van drie hectare. Door middel van de met Eurol en C.T.T. gesloten overeenkomsten is de gronduitgifte voor 2014 verzekerd. Daarnaast worden, in samenwerking met Port of Twente, gesprekken gevoerd met grote logistieke dienstverleners. De laad- en loskade wordt medio 2014 opgeleverd. Direct aansluitend op de realisatie van de laad- en loskade wordt de ontsluitende infrastructuur aangelegd, zodra en voor zover wordt beschikt over de benodigde gronden. Onderdeel hiervan is de aanleg van een blusringleiding, waarmee het natte bedrijventerrein (o.a. Eurol) wordt ontsloten op de centrale pompgebouw in tranche één. Eind 2014 vindt de subsidieafrekening voor de laad- en loskade plaats (op basis van Sisa). 5.2 Parkmanagement 5.2.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 In december 2013 heeft het Dagelijks Bestuur ingestemd met de parkmanagementexploitatie. In onderstaande tabel wordt een weergave gegeven van de tot op heden gerealiseerde baten en lasten (boekwaarde) en de verwachting voor 2014. Dit op basis van deze parkmanagementexploitatie. jaarrekening
OMSCHRIJVING Uitgaven CBV Beveiliging Bewegwijzering Oprichting cooperatie Totale uitgaven
Boekwaarde
OMSCHRIJVING
2014
01-jan-14 3.899.620
-
563.633
38.500
10.016
7.361
593.547
27.500
5.066.816
73.361
jaarrekening
Inkomsten
herziening
Boekwaarde
herziening
2014
01-jan-14
Deelcanon B
702.056
169.280
Totale inkomsten
702.056
169.280
INFLATIECORRECTIE EN BEPALING KASSTROOM Uitgavenstijging
911
Inkomstenstijging
1.768
Kasstroom
96.776
Rentetoerekening SALDO INV PER ULTIMO
154.541 4.364.760
Tabel 3: Baten en lasten 2014, afgezet tegen de boekwaarde
14
4.422.525
5.2.2. Toelichting op het overzicht van baten en lasten De uitgaven hebben betrekking op het aanbrengen van parkmanagementvoorzieningen. In 2014 wordt terughoudendheid betracht voor wat betreft de aanleg van extra voorzieningen. Er wordt alleen geïnvesteerd in een beperkte uitbreiding van het cameranet, nabij het perceel van Looms. De inkomsten hebben betrekking op de door Eurol te vergoeden eenmalige bijdrage aan het parkmanagement, op basis van de in november 2013 gesloten ontwikkelovereenkomst. 5.3 Erfpacht In november 2013 is met Eurol een ontwikkelingsovereenkomst aangegaan. Het bedrijf opteert voor betaling van een jaarlijkse canon. Eurol zal eind 2014 vier hectare bedrijventerrein afnemen nabij de laad- en loskade. Hiervan wordt 3,2 hectare in 2014 geleverd en wordt 0,8 hectare in bruikleen gegeven (levering en betaling in 2019). Daarnaast is met C.T.T. een huurovereenkomst gesloten. De grondkosten worden, na vestiging van genoemde bedrijven, in het erfpachtprogramma ingebracht. Dit wordt geïllustreerd in onderstaande tabel. In het rekenschema is nog geen rekening gehouden met de in de overeenkomst opgenomen indexering (CPI). jaarrekening
Omschrijving UITGAVEN Oprichting erfpachtbedrijf
herziening
Boekwaarde 01-jan-14
2014
94.806
Inbreng perceel kade en bouwgrond
10.000
-
7.155.000
94.806
7.165.000
Tabel 4: inbreng in erfpachtcomplex
5.3.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 In onderstaande tabel wordt een weergave gegeven van de te verwachten baten en lasten na ingang van de huurperiode / erfpachtperiode. De huur- en erfpachtbetalingen vangen aan vanaf de datum waarop de betreffende bedrijven zich vestigen. Dit is na afronding van de kade (planning: in het laatste kwartaal van 2014). jaarrekening
Erfpachtbedrijf BATEN EN LASTEN
herziening
boekwaarde 01-jan-14
2014
Huren en pachten
-
302.626
Aflossing en rente
-
302.626
-
-
Saldo (baten minus lasten) Tabel 5: Baten en lasten 2014, afgezet tegen de boekwaarde
5.3.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten De rentelasten worden gedekt vanuit de jaarlijkse canon / huurbetalingen. In de rente is een risicovergoeding verdisconteerd. De rente/risico vergoeding voor het perceel kade (C.T.T.) is vastgesteld op 5%. De rente/risico vergoeding voor het perceel bouwgrond is vastgesteld op
15
4,5%. Dit in overeenstemming met de algemene erfpachtvoorwaarden. Bij de berekening van de annuïteit wordt uitgegaan van een aflossing in vijftig jaar. 5.4 Laad- en loskade De begroting voor de laad- en loskade is geïntegreerd in de grondexploitatiebegroting en toegelicht in paragraaf 5.1. Het programma is ingesteld om te komen tot een adequate subsidieverantwoording, die op basis van SiSa (Single Information, Single Audits) plaatsvindt. In 2014 vindt de eindafrekening van de subsidie plaats, waarna dit programma zal worden afgesloten. 5.5 Onderhoud en beheer van parkmanagementvoorzieningen 5.5.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 jaarrekening
OMSCHRIJVING Uitgaven
herziening
Boekwaarde 01-jan-14
2014
Baten Bijdrage ondernemers
-
117.542
Blusvoorziening
-
75.000
Camera's
-
50.000
Bewegwijzering
-
500
VTU
-
5.000
Onderhoud hagen
-
7.500
Onvoorzien en rente
-
13.800
Lasten
Saldo (baten minus lasten)
- 34.258
Tabel 6: Baten en lasten in 2014, afgezet tegen de boekwaarde
5.5.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten Met ingang van 1-1-2014 is een apart programma ingesteld in de jaarrekening, waarbinnen de (jaarlijks terugkerende) lasten en baten worden geadministreerd. De uitgaven zien toe op de exploitatie van de blusvoorziening en de beveiliging in tranche 1. De inkomsten betreffen de jaarlijks door bedrijven te vergoeden bijdrage aan onderhoud en beheer. Voor 2014 wordt een verlieslatend exploitatiesaldo voorzien. Hiervoor zal in dekking moeten worden gevonden. De jaarlijkse uitgaven aan onderhoud en beheer worden, in overeenstemming met het BBV, niet geactiveerd. Voor tranche 3 is nog geen parkmanagementbegroting opgesteld.
16
5.6 Onderhoud en beheer van de openbare ruimte 5.6.1 Overzicht van baten en lasten in 2014 jaarrekening
Inkomstenstijging Kasstroom
herziening
Boekwaarde 01-jan-14
2014
Baten Bijdrage gemeente Almelo
-
100.000
-
100.000
Lasten Onderhoud openbare ruimte Saldo (baten minus lasten)
-
Tabel 7: baten en lasten in 2014, afgezet tegen de boekwaarde
5.6.2 Toelichting op het overzicht van baten en lasten In het kader van de gemeenschappelijke regeling is afgesproken dat het Dagelijks Bestuur jaarlijks en in overleg met de Gemeente Almelo een overzicht vaststelt van onderhoudskosten (artikel 21). De onderhoudsbegroting is uitgewerkt door het Intergemeentelijk Ingenieursbureau en ligt ter controle bij de Gemeente Almelo. Hierop vooruitlopend is een stelpost in de begroting opgenomen van € 100.000,-. 5.7 de financiële positie van het RBT Het resultaat van de grondexploitatie en de parkmanagementexploitatie wordt genomen als het project is afgewikkeld. In de gemeenschappelijke regeling hebben de deelnemers van het openbaar lichaam vastgelegd hoe het resultaat wordt verdeeld (artikel 22 en artikel 27). Conform de hierbij vastgestelde verdeelsleutel (de steden en de provincie voor ieders 23% en Borne voor 8%), staan deelnemers garant voor het eindresultaat. Het RBT heeft zelf geen reserves of voorzieningen. In paragraaf 4.7.3 van het jaarverslag wordt een toelichting gegeven op het resultaat per deelnemer, per 31-12-2013.
17
6. Begroting 2015 en Meerjarenraming 2016 – 2018 De begroting over 2015 wordt gelijktijdig met de begroting 2014 (herziening), ter vaststelling aangeboden aan het Algemeen Bestuur. Dit omdat de begroting in juni wordt behandeld en anders de (theoretische) situatie ontstaat dat er gedurende een half jaar geen financieel kader is waarbinnen het Dagelijks Bestuur kan opereren. De begroting over 2015 fungeert als voorlopig financieel kader. Bij herziening van de grondexploitatie (per 1-1-2015) wordt ook de begroting over 2015 (op basis van voortschrijdend inzicht) herzien (en uitgebreider toegelicht). Ook is, in overeenstemming met artikel 20 van de gemeenschappelijke regeling RBT, een meerjarenbegroting opgesteld voor drie jaren. Door middel van de (voorlopige) begroting voor 2015 en de meerjarenraming, wordt een doorkijk gegeven naar de komende begrotingsjaren. In onderstaande tabel worden de investeringsbegrotingen voor 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018 weergegeven, afgezet tegen de begroting voor 2014.
Investeringsbegrotingen herziening
begroting
2014
2015
2016
2017
2018
Baten
10.590.444
8.584.978
7.292.356
8.035.394
9.391.700
Lasten
12.507.348
13.157.753
12.502.759
8.312.370
13.888.976
Saldo (baten minus lasten)
- 1.916.905
- 4.572.775
- 5.210.403
- 276.976
- 4.497.276
herziening
begroting
2014
2015
2016
2017
2018
Baten
171.048
354.237
376.775
386.194
420.379
Lasten
228.813
279.166
307.567
299.502
176.331
Saldo (baten minus lasten)
- 57.765
75.072
69.208
86.692
244.048
Grondexploitatie
Meerjarenbegroting
programma 1 en 4
Parkmanagementexploitatie
Meerjarenbegroting
programma 3
Tabel 7: investeringsbegrotingen voor 2015 en de meerjarenbegroting 2016 – 2018
Uit de tabel blijkt de boekwaarde van de grondexploitatie de komende jaren oploopt. Het geïnvesteerd vermogen in parkmanagementvoorzieningen loopt in 2014 (beperkt) op, maar neemt daarna geleidelijk af.
18
In onderstaande tabel worden de jaarbegrotingen voor 2015 en de meerjarenraming 2016 – 2018 weergegeven, afgezet tegen de begroting voor 2014.
Jaarbegrotingen Meerjarenbegroting
herziening
begroting
2014
2015
2016
2017
2018
Baten
117.542
126.442
144.242
162.042
179.842
Lasten
151.800
151.800
151.800
151.800
151.800
Saldo (baten minus baten)
- 34.258
- 25.358
- 7.558
10.242
28.042
herziening
begroting
2014
2015
Parkmanagement programma 3
Openbare ruimte
Meerjarenbegroting
2017
2016
2018
programma 3 Baten
100.000
PM
Lasten
100.000
PM
PM
PM
PM
PM
PM
PM
-
-
-
-
-
herziening
begroting
2014
2015
2016
2017
2018
Baten
302.626
460.210
460.210
460.210
460.210
Lasten
302.626
460.210
460.210
460.210
460.210
-
-
-
-
-
Saldo (baten minus baten)
Erfpacht
Meerjarenbegroting
programma 2
Saldo (baten minus baten) Tabel 8: begroting 2015 en meerjarenraming 2016 - 2018
Uit de tabel blijkt dat de exploitatie van parkmanagementvoorzieningen (beperkt) verlieslatend is. Hiervoor zal in dekking moeten worden voorzien: onderhoudskosten worden, in overeenstemming met het BBV, niet geactiveerd. In de bijlagen is een uitgebreidere weergave opgenomen van de begrotingen.
19
Bijlage 1: gedetailleerde begroting programma 1 en 4 Begroting programma 1 en 4 (op basis van de grondexploitatie) jaarrekening
Omschrijving UITGAVEN Verwerving
herziening
Boekwaarde
begroting
Meerjarenbegroting
2014
2015
2016
2017
2018 6.586.920
01-jan-14 52.034.271
245.462
3.399.000
3.399.000
-
Sloopkosten
979.355
187.429
104.129
154.629
31.629
71.629
Milieuonderzoek en sanering
432.810
163.074
8.088
8.088
8.088
156.588
12.461.914
2.681.242
2.681.242
3.537.262
2.909.259
954.660
2.352.230
2.634.674
-
-
-
-
12.028.075
1.000.000
1.000.000
666.667
666.667
666.667
Bouw- en woonrijp maken Laad- en loskade Plankosten en VTU Afdracht aan complex BOVO
796.130
426.193
360.001
360.001
360.001
360.001
3.050.041
840.441
108.287
108.287
108.287
89.899
-
1.331.848
2.134.817
-
-
-
19.761.792
-
-
-
-
-
169.924
-
-
-
-
-
104.202.103
9.510.363
9.795.564
8.233.933
4.083.930
8.886.363
2014
2015
2016
2017
2018
12.856.262
4.093.333
7.433.333
7.009.904
7.500.000
7.344.709
-
2.828.333
- 138.889
- 111.111
- 83.333
- 55.556
Subsidie EFRO en TIPP
5.964.635
-
-
-
-
-
Subsidie Quick wins
2.572.514
2.020.968
-
-
-
-
-
900.000
900.000
Overige uitgaven Ringleiding blusvoorziening Boekwaarde rente Niet verrekenbare BTW Totaal Omschrijving
Boekwaarde
INKOMSTEN
01-jan-14
Bedrijventerrein Containerterminal
Subsidie Ontwikkelagenda van Twente Subsidie Agenda van Twente Overige opbrengsten Bestaande objecten Totaal
-
700.000
150.000
-
-
-
1.917.429
5.000
5.000
5.000
5.000
225.388
-
-
-
-
-
950.000
23.310.840
10.547.635
8.349.444
6.903.793
7.421.667
8.464.541
1.044.373
INFLATIECORRECTIE EN BEPALING KASSTROOM Uitgavenstijging Inkomstenstijging Kasstroom Rentetoerekening SALDO INV PER ULTIMO
80.891.263
118.146
369.620
524.310
368.651
42.809
235.533
388.563
613.728
927.159
961.935
- 1.580.206
- 1.465.887
3.582.814
- 539.037
2.878.840
2.992.569
3.744.516
3.859.790
3.958.239
82.808.168
87.380.943
92.591.346
92.868.322
97.365.597
20
Bijlage 2: gedetailleerde begroting programma 3 Begroting programma 3 (op basis van de parkmanagementexploitatie) jaarrekening
OMSCHRIJVING Uitgaven CBV Beveiliging Bewegwijzering Oprichting cooperatie Totale uitgaven
Boekwaarde
Inkomsten
begroting
2014
Meerjarenbegroting
2015
2016
2017
2018
01-jan-14 3.899.620
-
-
-
-
-
563.633
38.500
106.845
106.845
106.845
6.161
10.016
7.361
13.522
13.522
6.161
593.547
27.500
-
-
-
-
5.066.816
73.361
120.366
120.366
113.006
6.161
jaarrekening
OMSCHRIJVING
herziening
Boekwaarde
herziening
Meerjarenbegroting
begroting
2014
2015
2016
2017
2018
01-jan-14
Deelcanon B
702.056
169.280
343.365
357.000
357.000
379.123
Totale inkomsten
702.056
169.280
343.365
357.000
357.000
379.123
INFLATIECORRECTIE EN BEPALING KASSTROOM Uitgavenstijging Inkomstenstijging Kasstroom Rentetoerekening SALDO INV PER ULTIMO
4.364.760
911
4.542
7.665
10.201
724
1.768
10.873
19.775
29.194
41.256
96.776
229.329
248.744
262.987
413.494
154.541
154.257
179.536
176.295
169.446
4.422.525
4.347.453
4.278.246
4.191.553
3.947.505
21
Bijlage 3: gedetailleerde jaarbegrotingen Jaarbegroting erfpachtbedrijf jaarrekening
Erfpachtbedrijf BATEN EN LASTEN
herziening
begroting
2014
2015
Meerjarenbegroting
boekwaarde 01-jan-14
2016
2017
2018
Huren en pachten
-
302.626
460.210
460.210
460.210
460.210
Aflossing en rente
-
302.626
460.210
460.210
460.210
460.210
-
-
-
-
-
-
Saldo (baten minus lasten)
Jaarbegroting parkmanagement jaarrekening
OMSCHRIJVING Uitgaven
herziening
begroting
2014
2015
Meerjarenbegroting
Boekwaarde 01-jan-14
2016
2017
2018
Baten Bijdrage ondernemers
-
117.542
126.442
144.242
162.042
179.842
Blusvoorziening
-
75.000
75.000
75.000
75.000
75.000
Camera's
-
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
Bewegwijzering
-
500
500
500
500
500
VTU
-
5.000
5.000
5.000
5.000
5.000
Onderhoud hagen
-
7.500
7.500
7.500
7.500
7.500
Onvoorzien en rente
-
13.800
13.800
13.800
13.800
13.800
- 34.258
- 25.358
- 7.558
10.242
28.042
Lasten
Saldo (baten minus lasten)
Jaarbegroting openbare ruimte jaarrekening
Inkomstenstijging Kasstroom
herziening
begroting
Meerjarenbegroting
2014
2015
2016
2017
2018
PM
PM
PM
Boekwaarde 01-jan-14
Baten Bijdrage gemeente Almelo
-
100.000
PM
-
100.000
PM
Lasten Onderhoud openbare ruimte Saldo (baten minus lasten)
-
22
PM -
PM -
PM -
-
XL Businesspark Twente
Grondexploitatie per 1-1-2014 en bijbehorende risicoanalyse
Openbaar Lichaam Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) 24 maart 2014
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding
3
2. Voorstel aan het Algemeen Bestuur
4
3.1 Begroot resultaat per 1-1-2014
7
3.2 Verschillen ten opzichte van de grondexploitatiebegroting per 1-1-2013
8
4. Toelichting op de begroting
10
4.1 Rekenparameters
10
4.2 Kosten
10
4.3 Opbrengsten
11
4.4 Fasering van kosten- en opbrengsten
12
5. Gevoeligheidsanalyse
13
6. Risicoanalyse
14
6.1 Risicobandbreedtes
15
6.2 Risicosimulatie en risicoprofiel
16
Bijlagen 1. Kaart van het exploitatiegebied 2. Grondexploitatie per 1-1-2014 3. Analyse van verschillen t.o.v. grondexploitatie per 1-1-2013 4. Overzicht van geraadpleegde bronnen 5. Bandbreedtes per begrotingspost
2
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
1. Inleiding Voor u ligt de toelichting op de grondexploitatie per 1 januari 2014. De grondexploitatiebegroting vormt de waardering van de in het kader van programma 1 (bouwgrondproductie) en programma 4 (laad- en loskade) van de jaarrekening geadministreerde investeringen (het onderhanden werk). De nu voorliggende notitie wordt in maart 2014 behandeld door het Dagelijks Bestuur, tegelijk met de jaarstukken (over 2013) en de (herziene) begroting (2014 / 2015). De notitie wordt in mei aangeboden aan raden en staten van de deelnemende gemeenten en de provincie. Deze kunnen daarover hun ‘gevoelen’ kenbaar maken aan het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur stelt vervolgens de grondexploitatie, horende de gevoelen van raden en staten, in juni 2014 vast. Hoofdstuk 2 van deze notitie bevat het voorstel aan het Algemeen Bestuur. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste wijzigingen (op hoofdlijnen) beschreven. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens een toelichting gegeven op het resultaat. Daarbij komen de belangrijkste verschillen ten opzichte van de grondexploitatie per 1 januari 2013 aan bod. Hoofdstuk 4 gaat in op de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de grondexploitatiebegroting. In hoofdstuk 5 en 6 komen de resultaten van de uitgevoerde gevoeligheidsanalyse en risicoanalyse aan de orde, waarmee de grondexploitatie in een breder perspectief wordt geplaatst.
3
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
2. Voorstel aan het Algemeen Bestuur Op 24 januari 2013 heeft het Algemeen Bestuur besloten om: 1. In te stemmen met de realisatie van een laad- en loskade; 2. Deze laad- en loskade zodanig te dimensioneren, dat deze ook geschikt is voor containeroverslag; 3. De grondexploitatie qua uitgiftetempo te baseren op het marktonderzoek van Ecorys; 4. Twee hectare te reserveren voor realisatie van een containeroverslagterrein; De laad- en loskade wordt op dit moment gerealiseerd en wordt daarbij geschikt gemaakt voor de overslag van containers. Direct daarna, wanneer alle benodigde gronden pachtvrij zijn, wordt de ontsluitingsweg naar de laad- en loskade aangelegd. Dit ten behoeve van een adequate ontsluiting, toegespitst op logistieke bedrijven. In de berekening is als uitgangspunt gehanteerd dat de hoofdinfrastructuur in 2018 wordt afgerond, na uitgifte van tranche 3a. De vastgestelde grondexploitatie per 1 januari 2013 sloot op een tekort van € 11,3 miljoen (netto contant per 1 januari 2013). Op prijspeil 1 januari 2014 is dat 11,7 miljoen. De grondexploitatie per 1-1-2014 sluit op een tekort van € 15,0 miljoen en verslechtert derhalve met € 3,3 miljoen. Hierna worden de belangrijkste wijzigingen (op hoofdlijnen) toegelicht. Voor een uitgebreider overzicht van verschillen wordt verwezen naar paragraaf 3.2. Subsidies Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft een subsidie ter beschikking gesteld van € 4,5 miljoen. Zowel de aanleg van de laad- en loskade, als deze subsidie, is vanaf 2013 in de grondexploitatie opgenomen. Het afgelopen jaar is een subsidie toegekend door de Regio Twente van € 0,85 miljoen (vanuit de Agenda van Twente) om de laad- en loskade te kunnen dimensioneren voor containeroverslag en een veilige toegang tot het containeroverslagterrein te kunnen realiseren. Daarnaast is door de provincie Overijssel een subsidie voorzien van € 1,8 miljoen (vanuit de Ontwikkelagenda van Twente) voor aanleg van de ontsluitingsweg tussen de containerterminal en de A35. Deze subsidies (in totaal € 2,65 miljoen) zijn in de nu voorliggende grondexploitatie opgenomen. Omdat de investeringen al waren voorzien, heeft dit een positief effect op de grondexploitatie. Bluswatervoorziening Op 18 november 2013 is een ontwikkelovereenkomst gesloten met Eurol. Voor Eurol is het essentieel dat er een centrale bluswatervoorziening wordt aangelegd. Juist logistieke bedrijven hebben baat bij een gezamenlijke blusvoorziening, omdat op deze wijze grote logistieke hallen
4
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
zonder de belemmering van scheidingswanden kunnen worden gebruikt. Om die reden is besloten om ook tranche 3 aan te sluiten op het pompgebouw dat in 2010 is gerealiseerd in tranche 1. De investeringskosten (€ 3,5 mln., gebaseerd op een raming van Deerns) voor de aansluiting van de bedrijven op de blusleiding bij de laad en loskade zijn dermate excessief, dat deze kosten niet marktconform kunnen worden ondergebracht in de reguliere parkmanagementbijdrage die bij de bedrijven in rekening wordt gebracht. Om die reden is besloten om de aanleg van de blusleiding naar de laad- en loskade op te nemen in de grondexploitatie. Plankosten Bij behandeling van de nota grondexploitatiebeleid is er voor gekozen om “de begroting van plankosten en kosten voorbereiding, toezicht en uitvoering, zoals opgenomen in de grondexploitatie 2010, voorlopig als uitgangspunt te blijven nemen voor toekomstige herzieningen”. Vorig jaar hebben wij u geïnformeerd over het feit dat deze raming niet langer voldoende is. Sindsdien zijn maatregelen genomen om de kosten te beheersen, echter deze zullen naar verwachting pas vanaf volgend jaar effect sorteren. Vanaf 2015 is vanuit het eerder bepaalde budget jaarlijks nog € 250.000 per jaar beschikbaar. Om inzicht te krijgen in het benodigde budget vanaf 2015, hebben wij de projectdirecteur opdracht gegeven om een nieuwe plankostenraming uit te werken voor de grondexploitatie per 1-1-2015. Dit ook in het licht van de discussie over het moment waarop de werkzaamheden worden ondergebracht bij één van de deelnemers (‘going concern’). De grondexploitatie moet echter ook op dit moment een reëel beeld geven van het resultaat (Besluit Begroting en Verantwoording). Om die reden hebben wij, vooruitlopend op uitwerking van de plankostenraming, het budget opgehoogd met € 2,0 miljoen. Dit gebaseerd op de werkzaamheden die in ieder geval moeten plaatsvinden en in afwachting van besluitvorming over ‘going concern’. Het is nog steeds nodig om een nauwkeurige raming uit te werken. Na afronding van het onderzoek wordt het plankostenbudget definitief vastgesteld. Uitgiftetempo Uit onderzoek van Ecorys (2012) bleek dat na aanleg van een laad- en loskade en bij vestiging van een containerterminal, jaarlijks 6 hectare bedrijventerrein wordt uitgegeven. Ook uit de Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad (2013) komt deze verwachting naar voren. De laad- en loskade en containerterminal worden op dit moment gerealiseerd. Als gevolg hiervan trekt de belangstelling vanuit het bedrijfsleven merkbaar aan. Voor 2014 is de uitgifte verzekerd, nu met Eurol een ontwikkelovereenkomst (4 hectare, waarvan 3,2 hectare wordt afgenomen in 2014) en met C.T.T. een huurovereenkomst (3 hectare) is gesloten. Daarnaast worden, in samenwerking met Port of Twente, gesprekken gevoerd met grote logistieke dienstverleners, voor vestiging in 2014 en/of 2015. Op korte termijn lijken de vooruitzichten, ondanks de moeilijke marktomstandigheden, goed.
5
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
Desalniettemin maken wij ons zorgen over het afzettempo. Mede als gevolg van de economische recessie, is het uitgiftetempo tot op heden niet gehaald (uitzondering hierop vormt het jaar 2011, waarin Timberland zich vestigde). Gemiddeld is slechts 2,7 hectare per jaar uitgegeven. Wij zullen de gronduitgifte nauwgezet monitoren. Omdat een vertraging van gronduitgifte een forse impact heeft op het resultaat van de grondexploitatie, zullen wij binnen twee jaar opnieuw een marktonderzoek laten uitvoeren. Voorstel aan het Algemeen Bestuur Wij stellen u voor om de grondexploitatie per 1-1-2014 vast te stellen, inclusief het bijbehorende risicoprofiel.
Besluit:
Almelo, 23 juni 2014 De secretaris
De voorzitter
H.M. Bolhaar
E.J. van Marle
6
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
3. Grondexploitatie per 1-1-2014 In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op het resultaat van de geactualiseerde grondexploitatie. 3.1 Begroot resultaat per 1-1-2014 Per 1-1-2013 werd een tekort van € 11,3 miljoen (netto contant per 1-1-2013) begroot. Op prijspeil 1-1-2014 is dit € 11,7 miljoen. De grondexploitatie per 1-1-2014 sluit op € 15 miljoen en verslechtert derhalve met € 3,3 miljoen. De verschillen ten opzichte van de grondexploitatie per 11-2013 worden in paragraaf 3.2 toegelicht. T/m 31-12-2013 is circa 80,9 miljoen geïnvesteerd in de productie van bouwgrond (op basis van vreemd vermogen). De grondexploitatie laat zien dat op deze investeringen circa € 65,9 wordt terug verdiend en derhalve een tekort resteert van € 15 miljoen (netto contant per 1-1-2014). Dit op basis van een begroting van (op netto contante waarde) € 56,5 miljoen aan nog te maken kosten en € 122,4 miljoen aan nog te realiseren opbrengsten. In onderstaande tabel wordt een vereenvoudigde weergave gegeven van de grondexploitatiebegroting. Voor de fasering van kosten- en opbrengsten wordt verwezen naar bijlage 2.
GREX-begroting op EW Boekw aarde per 31-12- 2013
80.891.263
Kosten nominaal 2,50% kostenstijging
50.082.213
9.616.610
6.433.390 70.850.086
2,46% opbrengstenstijging Nog te realiseren opbrengsten
101.323.693
34.244.533
21.106.641 122.430.334
54.689.619
Economische w aarde (O - K) 2031
Resultaat op Ew per 31-12-2031
2014
Resultaat op NCW per 1-1-2014
56.515.603
140.912.677 175.157.210
4,18% Rente (nog te maken)
80.891.263
61.233.477
Nog te maken kosten Opbrengsten nominaal
op NCW
65.914.732 31.273.758 14.976.531
Tabel 1: gecomprimeerde weergave van de grondexploitatiebegroting
7
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
3.2 Verschillen ten opzichte van de grondexploitatiebegroting per 1-1-2013 De belangrijkste wijzigingen zijn als volgt: -
De aanleg van de laad- en loskade blijkt goedkoper dan vooraf geraamd. Het aanbestedingsvoordeel is in de grondexploitatie verwerkt. Daarbij is rekening gehouden met onvoorzien meerwerk.
-
In de grondexploitatie is een budget opgenomen voor aanleg van een ringleiding ten behoeve van de centrale bluswatervoorziening, ter hoogte van € 3,5 miljoen. Dit gebaseerd op een raming van investeringskosten door Deerns Raadgevende Ingenieurs (5 juli 2013).
-
In eerdere grondexploitaties was een budget opgenomen voor ophoging van bedrijfskavels met ophoogzand, als ‘extraatje’ om de uitgifte te bespoedigen. Omdat bedrijven vaak maatwerk willen, is hier niet langer rekening mee gehouden. Bedrijven kunnen wel ophoogzand afnemen uit depot (tegen kostprijs en voor zover beschikbaar).
-
Planoptimalisatie (tranche 3) heeft geleid tot extra uitgeefbaar terrein (1,4 hectare)
-
Er is een subsidie toegekend door de Regio Twente van € 700.000,- (vanuit de Agenda van Twente) om de laad- en loskade te kunnen dimensioneren voor containeroverslag. Omdat deze investeringen waren voorzien in de grondexploitatie (terwijl de subsidie niet was opgenomen), heeft dit een positief effect.
-
Er is door de Regio Twente een subsidie voorzien van € 150.000,- (vanuit de Agenda van Twente of BDU) om een veilige toegang tot het containeroverslagterrein te kunnen realiseren. Omdat deze investeringen waren voorzien in de grondexploitatie (terwijl de subsidie niet was opgenomen), heeft dit een positief effect.
-
Er is door de provincie Overijssel een subsidie voorzien van € 1,8 miljoen (vanuit de Ontwikkelagenda van Twente) voor aanleg van de ontsluitingsweg tussen de containerterminal en de A35. Omdat deze investeringen waren voorzien in de grondexploitatie (terwijl de subsidie niet was opgenomen), heeft dit een positief effect.
-
Het uitgiftetempo is, net als vorig jaar, gebaseerd op marktonderzoek van Ecorys (2012). Dit ook omdat ook uit de Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad (2013) bleek dat deze prognose nog steeds actueel is. De uitgifte van bouwgrond bleef in 2013 echter achter bij de planning. In plaats van 6,0 hectare is 2,0 hectare bouwgrond uitgegeven. Dit had een negatief effect van circa € 1 miljoen, omdat de grondopbrengsten zijn ‘uitgefaseerd’ tot na 2030.
-
Voor wat betreft 2014 is de uitgifte zeker gesteld. In november 2013 zijn twee overeenkomsten gesloten, met Eurol en C.T.T., over een oppervlak van in totaal zeven hectare.
-
Het Dagelijks Bestuur heeft opdracht gegeven om een nauwkeurige plankostenraming uit te werken. Hierop vooruitlopend is het plankostenbudget opgehoogd met € 2 miljoen.
8
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek wordt de plankostenraming in het kader van de grondexploitatie per 1-1-2015 naar boven of beneden bijgesteld. De verschillen per begrotingspost worden in onderstaande tabel cijfermatig weergegeven. Verschillenanalyse grondexploitatie per 1-1-2014 ten opzichte van de grondexploitatie per 1-1-2013 Grex Grex 1-1-2014 1-1-2013 Verschil Verklaring 2014 2013 Eindjaar -----> 2031 2030 1 Looptijd wordt met één jaar verlengd Verwerving Sloopkosten Milieuonderzoek en sanering Ophogen kavels Bouw- en woonrijp maken Laad- en loskade Plankosten en VTU Afdracht aan complex BOVO Overige uitgaven Boekwaarde rente + rente 2013 Niet verrekenbare BTW Totaal
65.664.653 1.528.798 873.796 758.543 35.955.969 4.986.904 19.413.636 7.324.730 8.996.835 19.761.792 169.924 165.435.580
Uitgifte bedrijventerrein (totaal) Containerterminal
144.410.917 2.411.667
Subsidie EFRO en TIPP Subsidie Quick wins Agenda van Twente Ontwikkelagenda Netwerkstad Overige opbrengsten Bestaande objecten Totaal
5.964.635 4.593.482 850.000 1.800.000 2.162.817 2.030.000 164.223.517
Uitgavenstijging Inkomstenstijging
9.616.610 34.244.533
Rente toerekening
54.689.619
Saldo Investeringen op eindwaarde op NCW 1-1-2014
31.273.758 14.976.531
66.031.502 1.581.208 876.456 1.769.934 35.963.561 5.210.969 17.413.636 7.720.577 5.458.317 19.768.658 169.924 161.964.742 143.367.348 1.895.000 5.964.635 4.593.482 1.926.772 2.030.000 159.777.237 10.567.217 35.056.031 48.380.407
- 366.849 - 52.410 - 2.660 - 1.011.391 - 7.592 - 224.065 2.000.000 - 395.847 3.538.518 - 6.866 3.470.838
23.440.546 11.702.400
5.194.660 3.274.131
1.043.569 516.667
Geveltaxatie vs werkelijke taxatie Aanbestedingsvoordeel Aanbestedingsvoordeel Geen ophoging van kavels in tranche 1 Aanbestedingsvoordeel Aanbestedingsvoordeel Ophoging plankostenbudget Geen rekening gehouden met indexering Ringleiding blusvoorziening
Meer uitgeefbaar terrein door planoptimalisatie Aanbestedingsvoordeel
850.000 1.800.000 236.045 4.446.280
Bijdrage vanuit de Regio Twente Conform besluit GS Overijssel Huren en pachten
- 950.607 - 811.498
T.g.v. uitfaseren en bijstellen parameters T.g.v. uitfaseren en bijstellen parameters
6.309.212
T.g.v. uitfaseren en bijstellen parameters
negatief
Tabel 2: overzicht van verschillen ten opzichte van de grondexploitatie per 1-1-2013 (zie bijlage 3 voor een begroting)
9
wis oude grex
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
4. Toelichting op de begroting In dit hoofdstuk wordt een beknopte toelichting gegeven op de uitgangspunten die in de grondexploitatiebegroting worden gehanteerd. In bijlage 4 is een lijst opgenomen met geraadpleegde bronnen. 4.1 Rekenparameters
Op basis van de huidige leningsarrangementen wordt de rente op korte termijn begroot op 3,58% (tot en met 2015). Dit is in overeenstemming met het advies van de werkgroep treasury.
Op basis van de huidige leningsarrangementen wordt de gemiddelde rente op middellange termijn (2016 t/m 2020) begroot op 4,25%. Dit is in overeenstemming met het advies van de werkgroep treasury.
De rente op lange termijn is lastiger in te schatten. Zeker omdat in 2020 een substantieel deel van de huidige leningen moet worden hergefinancierd. Voor alsnog wordt uitgegaan van 4,25%, net als in eerdere grondexploitaties en gelijk aan de rente op middellange termijn. De werkgroep treasury merkt op dat een rentepercentage van 4,25% voor de periode 2015 t/m 2020 reëel is, maar adviseert om in de periode na 2020 uit te gaan van 5%. Hierop wordt ingegaan in de risicoanalyse (hoofdstuk 6).
De kostenstijging is begroot op 2,5%, op basis van de prijsontwikkeling in grond, weg en waterbouw (gemiddeld over de afgelopen twintig jaar).
De opbrengstenstijging is begroot op 2,5%. Dit omdat verwacht wordt dat de prijs van bouwgrond op lange termijn (minimaal) de kostprijsontwikkeling volgt. Uit onderzoek van Stec bleek dat er ruimte is om de reële uitgifteprijs gefaseerd te verhogen naar € 160,- per m2. Op korte termijn (2014 en 2015) wordt de consumentenprijsindex (CPI) gevolgd, omdat deze index als uitgangspunt geldt in de huidige uitgiftecontracten.
4.2 Kosten
De verwervingskosten zijn begroot op basis van taxaties van Roes-Groenlo B.V. Het betreft grotendeels geveltaxaties. In de exploitatie is rekening gehouden met € 16,- als basisprijs voor ruwe bouwgrond. Er wordt blijvend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een verlaging van de basisprijs te (kunnen) effectueren.
De sloopkosten zijn geraamd door het team Vastgoed van de Gemeente Almelo, op basis van een uitwendige opname, rekening houdend met een proportionele aanwezigheid van asbesthoudende materialen. De verwachte sloopkosten in 2014 zijn op basis van aanbestedingsresultaten in de grondexploitatie opgenomen.
De saneringskosten zijn geraamd door het team milieu van de Gemeente Almelo, op basis van archiefonderzoek en het kennisdocument dat is opgesteld door Buro Antares. 10
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
De civieltechnische kosten (bouw- en woonrijp maken) zijn geraamd door het Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB). In de raming van het ingenieursbureau is rekening gehouden met onvoorziene kosten (6%). Uitgangspunt in de raming is de ruimtegebruik kaart die is opgenomen in bijlage 1.
De aanleg van de laad- en loskade is op basis van het aanbestedingsresultaat in de begroting opgenomen, waarbij rekening is gehouden met onvoorzien meerwerk.
De aanleg van de blusringleiding is begroot op basis van een raming van het bureau Deerns.
Bij behandeling van de nota grondexploitatiebeleid is er voor gekozen om “de begroting van plankosten en kosten voorbereiding, toezicht en uitvoering, zoals opgenomen in de grondexploitatie 2010, voorlopig als uitgangspunt te blijven nemen voor toekomstige herzieningen”. Het Dagelijks Bestuur heeft opdracht gegeven aan de projectdirecteur om een plankostenraming uit te werken ten behoeve van de grondexploitatie per 1-1-2015. Vooruitlopend hierop is het plankostenbudget opgehoogd met € 2 miljoen.
De afdracht aan het fonds Bovenwijkse voorzieningen (gemeente Almelo) is begroot op € 6,- per m2 uitgeefbaar terrein, conform de gemeenschappelijke regeling RBT.
Voor onderhoud-, tijdelijk beheer en onroerende zaakbelasting zijn (voor alsnog) stelposten opgenomen.
De kosten die samenhangen met de (voorfinanciering van de) aanleg van het energienet zijn begroot op basis van indicatieve ramingen van Cogas en Enexis. De aanleg van de (voor het rioleringsnet noodzakelijke) persleiding naar de rioolwaterzuivering, is aanbesteed en op basis van de aanbestedingsresultaten in de grondexploitatie verwerkt (waarbij rekening is gehouden met onvoorzien meerwerk).
4.3 Opbrengsten
De grondopbrengsten zijn begroot op gemiddeld € 125,- per m2. Uit onderzoek van de Stec groep (2009), in opdracht van Netwerkstad Twente, bleek dat een gefaseerde verhoging naar € 160,- tot € 180,- per m2 uitgeefbaar terrein realistisch is. De ingezette lijn, om de grondprijzen te verhogen, wordt in de praktijk ook geëffectueerd en is als zodanig in ontwikkelovereenkomsten opgenomen.
Voor aanleg van de laad- en loskade is rekening gehouden met een subsidie van € 4,5 miljoen. Deze subsidie is begroot op basis van de beschikking van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, in het kader van de regeling Quick Wins Binnenvaart. Daarnaast is rekening gehouden met cofinanciering vanuit de Agenda van Twente, ter hoogte van € 850.000,-.
Voor aanleg van de ontsluitingsweg is rekening gehouden met een provinciale subsidie van € 1,8 miljoen, vanuit de Ontwikkelagenda Netwerkstad.
11
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
De opbrengsten uit verkoop of (en/of verhuur) van te handhaven panden zijn getaxeerd door Roes-Groenlo B.V. Hetzelfde geldt voor gronden die zijn aangekocht buiten de grens van het bestemmingsplan en die op termijn worden afgestoten (bijvoorbeeld t.b.v. de doorbraak).
4.4 Fasering van kosten- en opbrengsten
Uitgangspunt is dat alle gronden voor 2018 worden aangekocht. Dit omdat het Dagelijks Bestuur zich bij het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan RBT heeft verplicht om zich in te spannen om alle gronden binnen tien jaar te verwerven.
De laad- en loskade wordt in 2014 afgerond. Direct hierop volgend wordt de toegangsweg gerealiseerd. De overige civieltechnische werkzaamheden worden afgestemd op het uitgiftetempo (conform artikel 14 van de gemeenschappelijke regeling) en zijn (pas) in een later stadium aan de orde. Verwachting is dat de hoofdinfrastructuur in 2018 wordt afgerond.
De grondexploitatiebegroting is gebaseerd op een uitgiftetempo van 6,0 hectare per jaar. Dit in overeenstemming met het advies van Ecorys en in lijn met de Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad. De gronduitgifte in 2014 is zeker gesteld door middel van overeenkomsten met Eurol en C.T.T.
In onderstaande grafiek wordt het uitgiftetempo grafisch weergegeven. Het uitgiftetempo is voor wat betreft 2014 gebaseerd op de overeenkomsten met Eurol en C.T.T.
Figuur 1: uitgiftetempo (m2 bouwgrond per jaar)
In onderstaande grafiek wordt de uitgifte in euro’s weergegeven en afgezet tegen de te realiseren kosten.
Figuur 2: fasering van kosten- en opbrengsten (€ per jaar)
12
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
5. Gevoeligheidsanalyse Het resultaat van de grondexploitatie wordt in belangrijke mate bepaald door de gehanteerde uitgangspunten. Bijvoorbeeld: a. Parameter kosten- en opbrengstenstijging b. Parameter rente c. Eenheidsprijzen bouw- en woonrijp maken d. Eenheidsprijzen grondverwerving e. Uitgifteprijs f.
Uitgiftetempo
5.1 Gevoeligheidsanalyse Een ‘gevoeligheidsanalyse’ geeft inzicht in het effect van bijstelling van de gehanteerde uitgangspunten. De gevoeligheidsanalyse geeft geen inzicht in de kans op afwijking (hierop wordt ingegaan in de risicoanalyse), maar het financieel gevolg van bijstelling van de in de berekening gehanteerde uitgangspunten. Zo ontstaat per uitgangspunt zicht op het effect van verschillende keuzes (waarop vervolgens kan worden gestuurd). In onderstaande grafiek wordt het effect weergegeven van een bijstelling, per in de berekening gehanteerd uitgangspunt.
Figuur 3: gevoeligheidsanalyse grondexploitatie
Uit de analyse blijkt dat vooral een bijstelling van de uitgifteprijs een groot effect heeft op het resultaat. Dit hangt samen met het feit dat veel kosten al zijn gemaakt (een geïnvesteerd vermogen van € 80,9 miljoen), terwijl de opbrengsten (gebaseerd op de verkoop van 1.088.100 m2 bouwgrond) grotendeels nog moeten worden gerealiseerd.
13
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
5.2 Uitgifteprijs De Stec Groep heeft in september 2009 een marktscan uitgevoerd in opdracht van Netwerkstad Twente. Dit om inzicht te verkrijgen in marktconforme grondprijzen in de Netwerkstad. Het adviesbureau concludeert dat op verschillende terreinen in de Netwerkstad ruimte is voor prijsverhoging. Voor wat betreft het XL Businesspark wordt een adviesprijs genoemd van € 160,tot € 180,- per m2 uitgeefbaar terrein (prijspeil 1-1-2010). Dit vanwege de gunstige ligging, het hoge kwaliteitsniveau en de vele voorzieningen (zoals een laad- en losfaciliteit en collectief bluswater). Stec adviseert de regio om de grondprijzen gefaseerd te verhogen. Het Dagelijks Bestuur heeft in maart 2011 besloten om de uitgifteprijs per 1 januari 2013 bij te stellen naar gemiddeld € 125,- per m2. Daarmee werd, in lijn met het advies van Stec, een prijsverhoging met € 15,- per m2 doorgevoerd. In de grondexploitatie wordt uitgegaan van een bijstelling met 2,5% per jaar, omdat verwacht wordt dat de uitgifteprijs op lange termijn minimaal de kostprijsontwikkeling volgt. Indien geen extra verhogingen worden doorgevoerd, wordt de door Stec benoemde ondergrens van € 160,- per m2 (prijspeil 1-1-2010) over tien jaar bereikt. Omdat een snellere verhoging ook mogelijk is, wordt een hogere uitgifteprijs in de risicoanalyse beschouwd als kans. De uitgifteprijs staat veel ter discussie. Dit onder meer omdat verwacht wordt dat met een lagere uitgifteprijs bedrijven over de streep worden getrokken. Uit diverse onderzoeken blijkt echter dat een verhoging van de uitgifteprijs, nagenoeg geen effect heeft op het uitgiftetempo. Dit omdat de grondprijs voor bedrijven zelden een doorslaggevende factor is bij de vestigingsplaatskeuze. Andere factoren, zoals ligging (aan een snelweg), voorzieningen (zoals een laad- en loskade, camera’s of centraal blusgebouw), blijken veel belangrijker. Dit houdt ongetwijfeld verband met het gegeven dat slechts 1% tot 2% van de jaarlijkse investeringen van bedrijven, betrekking heeft op de grondkosten. Omdat de grondkosten een marginaal aandeel vormen in de bedrijfskosten, is de prijselasticiteit van de vraag naar grond gering en zal een verhoging van grondkosten nauwelijks leiden tot vraaguitval. Desalniettemin zal een ondernemer in onderhandelingen altijd inzetten op een zo laag mogelijke uitgifteprijs, simpelweg omdat een ondernemer nooit meer zal willen betalen dan nodig (psychologisch effect). Het is niet waarschijnlijk dat bedrijven de regio zullen verlaten, wanneer een hogere uitgifteprijs wordt gehanteerd. Prijs vormt immers geen doorslaggevende factor. Voor (grote) bedrijven, die van buiten de regio komen, ligt het genuanceerder. Deze bedrijven betrekken – naast de aanwezige kwaliteiten – de investering in grond wel degelijk in hun afweging.
14
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
6. Risicoanalyse Grootschalige gebiedsontwikkelingen (zoals de transformatie van 180 hectare agrarische gebied tot het XL Businesspark) kennen een lange looptijd. Om die reden hebben de in de grondexploitatie opgenomen ramingen (de nog te maken kosten en de nog te realiseren opbrengsten), in een bepaalde mate het karakter van een voorspelling. De boekwaarde (al gemaakte kosten en opbrengsten) ligt vast, terwijl de ramingen beter of slechter kunnen uitvallen dan vooraf begroot. Door middel van een (financiële) risicoanalyse wordt de grondexploitatiebegroting (en daarmee het begrote resultaat) in een breder perspectief geplaatst. 6.1 Risicobandbreedtes Alle afzonderlijke begrotingsposten zijn tegen het licht gehouden, waarbij de kansen en bedreigingen zijn beoordeeld. Dit heeft geleid tot een bandbreedte per begrotingspost, met aan de ene kant de meest optimistische afwijking van de begroting en aan de andere kant de meest pessimistische afwijking van de begroting. De bandbreedte wordt in onderstaand figuur grafisch weergegeven.
Figuur 4: bandbreedte per begrotingspost
15
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
In bijlage 5 wordt een cijfermatige weergave gegeven van de bandbreedtes per begrotingspost. Deze uitgangspunten (de ‘input’) zijn bepalend voor de uitkomst van de risicosimulatie. Uit de bandbreedtes kan het volgende worden geconcludeerd:
De verwervingskosten zijn behoudend geraamd. Ruwe bouwgrond is voor € 16,- in de begroting opgenomen, terwijl binnen de huidige economische omstandigheden een verlaging voor de hand ligt.
De civieltechnische investeringen (sloop, sanering en bouw- en woonrijp maken) zijn behoudend begroot. Uit onderzoek van het Intergemeentelijk Ingenieursbureau (op basis van een analyse van recent aanbestede werken) blijkt dat op korte termijn een aanbestedingsvoordeel van circa 20% kan worden gerealiseerd.
De rentelasten op korte termijn (t/m 2015) en op middellange termijn (t/m 2020) zijn behoudend begroot. De rente op lange termijn lijkt (gerelateerd aan het historisch langjarig gemiddelde van 5%) relatief optimistisch begroot. Anderzijds blijft de rente historisch laag (ook bij een langjarige lening).
De grondopbrengsten zijn behoudend begroot (gemiddeld € 125,- per m2). Uit onderzoek van de Stec groep (2009), in opdracht van Netwerkstad Twente, bleek dat een gefaseerde verhoging naar € 160,- tot € 180,- per m2 uitgeefbaar terrein realistisch is.
Het uitgiftetempo (de fasering van grondopbrengsten) is gebaseerd op onderzoek van Ecorys (jaarlijks 6 hectare). Volgens Ecorys wordt met een uitgifte van jaarlijkse zes hectare een behoedzaam scenario gevolgd. Gerelateerd aan de uitgifte t/m heden is het uitgiftetempo echter optimistisch. In de risicoanalyse is daarom ook rekening gehouden met de mogelijkheid 33% minder wordt uitgegeven (4 hectare per jaar). Met een structurele uitval van vraag is geen rekening gehouden.
Het belangrijkste risico vormt het uitgiftetempo, in combinatie met de rente op lange termijn. Dit risico wordt in balans gehouden door de mogelijkheid om (op termijn) de grondprijs te verhogen.
6.2 Risicosimulatie en risicoprofiel Het risicoprofiel van het project is, op basis van de hiervoor genoemde bandbreedtes, bepaald door middel van het uitvoeren van een risicosimulatie. Daarbij zijn 10.000 willekeurige scenario’s bepaald m.b.v. de Monte Carlo techniek. Door vervolgens deze 10.000 scenario’s te rangschikken van extreem gunstig tot extreem ongunstig, ontstaat er een ‘risicoprofiel’, dat weergegeven kan worden in een zogenaamde kansdichtheid grafiek.
16
Grondexploitatie XL Businesspark (per 1-1-2014)
Figuur 5: Kansdichtheidsgrafiek (risicoprofiel XL Businesspark)
Uit de simulatie kan het volgende worden geconcludeerd:
Met 80% zekerheid kan worden gesteld dat het tekort in een bandbreedte ligt van (netto contant per 1-1-2014) een winst van € 4,4 miljoen (€ 19,4 miljoen positiever) en een verlies van € 31,8 miljoen (€ 16,8 miljoen negatiever). In onderstaand schema wordt de meest optimistische en de meest pessimistische afwijking van de begroting weergegeven. begroot resultaat
15.000.000
-19.400.000
=
-4.400.000
16.800.000
=
31.800.000
Er is 10% kans dat het resultaat negatiever is dan € 31,8 miljoen en 10% kans dat het resultaat positiever is dan € 4,4 miljoen.
Er is 50% kans op een gunstiger resultaat en 50% kans op een negatiever resultaat.
Statistisch en rekenkundig gezien zijn de uitkomsten van de risicosimulatie goed. Desondanks moet niet uit het oog verloren worden dat de betrouwbaarheid van de uitkomst bepaald wordt door de input (= de bandbreedtes). Deze input is en blijft altijd arbitrair, omdat hierover immers verschillend kan worden gedacht. De gehanteerde bandbreedtes zijn weergegeven in bijlage 5.
17
Bijlage 1:
Kaart van het exploitatiegebied
Bijlage 2:
Grondexploitatie XL Businesspark per 1-1-2014
Plan MPG nr Complex nr
Kasstroomschema
% jaarlijkse kostenstijging % rente Omschrijving K UITGAVEN 1 Verwerving 2 Sloopkosten 3 Milieuonderzoek en sanering 5 Ophogen kavels 6 Bouw- en woonrijp maken 7 Laad- en loskade 8 Zonnepark 12 13 14 15 16
Plankosten en VTU Afdracht aan complex BOVO Overige uitgaven Boekwaarde rente Niet verrekenbare BTW Totaal
XL Bussinesspark Twente een project van Openbaar Lichaam RBT n.v.t. regels_verbergen Totaal
Omschrijving INKOMSTEN 21 Bedrijventerrein 22 …. 23 * Containerterminal 24 ….
2014 2,50% 3,58%
4,25%
Eindjaar Opbr. st.% Rc-rente %
2031 2,50% 3,58%
2,50% 3,58% 2014 2014 245.462 187.429 163.074 189.636 2.491.606 2.634.674 -
2,50% 3,58% 2015 2015 3.399.000 104.129 8.088 189.636 2.491.606 -
2,50% 4,25% 2016 2016 3.399.000 154.629 8.088 189.636 3.347.626 -
2,50% 4,25% 2017 2017 31.629 8.088 189.636 2.719.623 -
2,50% 4,25% 2018 2018 6.586.920 71.629 156.588 954.660 -
2,50% 4,25% 2019 2019 8.088 10.043 -
2,50% 4,25% 2020 2020 8.088 461.436 -
2,50% 4,25% 2021 2021 8.088 461.436 -
2,50% 4,25% 2022 2022 8.088 461.436 -
2,50% 4,25% 2023 2023 8.088 461.436 -
2,50% 4,25% 2024 2024 8.088 461.436 -
2,50% 4,25% 2025 2025 8.088 1.989.368 -
2,50% 4,25% 2026 2026 8.088 2.231.850 -
2,50% 4,25% 2027 2027 8.088 2.231.850 -
2,50% 4,25% 2028 2028 8.088 772.613 -
2,50% 4,25% 2029 2029 8.088 772.613 -
2,50% 4,25% 2030 2030 8.088 772.613 -
2,50% 4,25% 2031 2031 400.806 -
65.664.653 1.528.798 873.796 758.543 35.955.969 4.986.904 135.561
Boekwaarde 01-jan-14 52.034.271 979.355 432.810 12.461.914 2.352.230 135.561
nog te realiseren 13.630.382 549.443 440.986 758.543 23.494.055 2.634.674 -
19.278.075 7.324.730 8.996.835 19.761.792 169.924
12.028.075 796.130 3.050.041 19.761.792 169.924
7.250.000 6.528.600 5.946.794 -
1.000.000 426.193 2.172.289 -
1.000.000 360.001 2.243.104 -
666.667 360.001 108.287 -
666.667 360.001 108.287 -
666.667 360.001 89.899 -
250.000 360.001 89.899 -
250.000 360.000 325.942 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 89.899 -
250.000 360.000 -
250.000 342.402 -
165.435.580
104.202.103
61.233.477
9.510.363
9.795.564
8.233.933
4.083.930
8.886.363
718.031
1.405.466
1.169.423
1.169.423
1.169.423
1.169.423
2.697.355
2.939.837
2.939.837
1.480.600
1.480.600
1.390.701
993.208
% jaarlijkse opbrengststijging
O
Startjaar Kosten st.% Rente %
Totaal
2,10%
2,10%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
2,50%
nog te realiseren 131.554.655 2.411.667 -
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
144.410.917 2.411.667 -
Boekwaarde 01-jan-14 12.856.262 -
4.093.333 2.828.333 -
7.433.333 - 138.889 -
7.009.904 - 111.111 -
7.500.000 - 83.333 -
7.344.709 - 55.556 -
8.540.000 - 27.778 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.500.000 -
7.133.375 -
5.964.635 4.593.482 2.650.000 2.162.817 2.030.000
5.964.635 2.572.514 1.917.429 -
2.020.968 2.650.000 245.388 2.030.000
2.020.968 1.600.000 5.000 -
1.050.000 5.000 -
5.000 -
5.000 -
225.388 950.000
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.080.000
-
164.223.517
23.310.840
140.912.677
10.547.635
8.349.444
6.903.793
7.421.667
8.464.541
8.512.222
7.500.000
7.500.000
7.500.000
7.500.000
7.500.000
7.500.000
7.500.000
7.500.000
7.500.000
7.500.000
8.580.000
7.133.375
9.616.610 34.244.533 104.307.124
118.146 42.809 961.935
369.620 235.533 - 1.580.206
524.310 388.563 - 1.465.887
368.651 613.728 3.582.814
1.044.373 927.159 - 539.037
104.447 1.166.058 8.855.802
244.692 1.237.157 7.087.000
237.922 1.455.586 7.548.241
273.106 1.679.476 7.736.947
309.169 1.908.963 7.930.371
346.134 2.144.187 8.128.630
885.775 2.385.291 6.302.161
1.063.034 2.632.424 6.129.553
1.163.106 2.885.734 6.282.792
637.438 3.145.377 8.527.340
690.389 3.411.512 8.740.523
699.449 4.214.839 10.704.689
536.850 3.770.138 9.373.456
54.689.619
2.878.840 82.808.168 103
2.992.569 87.380.943 128
3.744.516 92.591.346 123
3.859.790 92.868.322 135
3.958.239 97.365.597 136
3.951.810 92.461.605 162
3.780.586 89.155.192 146
3.630.365 85.237.316 149
3.459.886 80.960.255 153
3.274.044 76.303.928 157
3.071.981 71.247.279 161
2.895.482 67.840.600 165
2.754.328 64.465.375 169
2.607.658 60.790.241 173
2.404.265 54.667.166 177
2.139.551 48.066.194 182
1.817.706 39.179.211 186
1.468.003 31.273.758
opbr_ov 25 Subsidie EFRO en TIPP 26 * Subsidie Quick wins 27 * Agenda van Twente 28 Overige opbrengsten 29 Bestaande objecten Totaal
INFLATIECORRECTIE EN BEPALING KASSTROOM Uitgavenstijging 9.616.610 Inkomstenstijging 34.244.533 Kasstroom 23.415.861 Rentetoerekening SALDO INV PER ULTIMO CONTANTE WAARDE
54.689.619 31.273.757 80.891.263 14.976.531 negatief
19
Bijlage 3:
Verschillenanalyse ten opzichte van de grondexploitatie per 1-1-2013
Verschillenanalyse grondexploitatie per 1-1-2014 ten opzichte van de grondexploitatie per 1-1-2013 Grex Grex 1-1-2014 1-1-2013 Verschil Verklaring 2014 2013 Eindjaar -----> 2031 2030 1 Looptijd wordt met één jaar verlengd Verwerving Sloopkosten Milieuonderzoek en sanering Ophogen kavels Bouw- en woonrijp maken Laad- en loskade Plankosten en VTU Afdracht aan complex BOVO Overige uitgaven Boekwaarde rente + rente 2013 Niet verrekenbare BTW Totaal
65.664.653 1.528.798 873.796 758.543 35.955.969 4.986.904 19.413.636 7.324.730 8.996.835 19.761.792 169.924 165.435.580
Uitgifte bedrijventerrein (totaal) Containerterminal
144.410.917 2.411.667
Subsidie EFRO en TIPP Subsidie Quick wins Agenda van Twente Ontwikkelagenda Netwerkstad Overige opbrengsten Bestaande objecten Totaal
5.964.635 4.593.482 850.000 1.800.000 2.162.817 2.030.000 164.223.517
Uitgavenstijging Inkomstenstijging
9.616.610 34.244.533
Rente toerekening
54.689.619
Saldo Investeringen op eindwaarde op NCW 1-1-2014
31.273.758 14.976.531
66.031.502 1.581.208 876.456 1.769.934 35.963.561 5.210.969 17.413.636 7.720.577 5.458.317 19.768.658 169.924 161.964.742 143.367.348 1.895.000 5.964.635 4.593.482 1.926.772 2.030.000 159.777.237 10.567.217 35.056.031 48.380.407
- 366.849 - 52.410 - 2.660 - 1.011.391 - 7.592 - 224.065 2.000.000 - 395.847 3.538.518 - 6.866 3.470.838
23.440.546 11.702.400
5.194.660 3.274.131
1.043.569 516.667
Geveltaxatie vs werkelijke taxatie Aanbestedingsvoordeel Aanbestedingsvoordeel Geen ophoging van kavels in tranche 1 Aanbestedingsvoordeel Aanbestedingsvoordeel Ophoging plankostenbudget Geen rekening gehouden met indexering Ringleiding blusvoorziening
Meer uitgeefbaar terrein door planoptimalisatie Aanbestedingsvoordeel
850.000 1.800.000 236.045 4.446.280
Bijdrage vanuit de Regio Twente Conform besluit GS Overijssel Huren en pachten
- 950.607 - 811.498
T.g.v. uitfaseren en bijstellen parameters T.g.v. uitfaseren en bijstellen parameters
6.309.212
T.g.v. uitfaseren en bijstellen parameters
negatief
wis oude grex
Bijlage 4:
Overzicht van geraadpleegde bronnen
-
Roes Groenlo B.V., raming verwervingskosten, 3 november 2010
-
Gemeente Almelo, team Vastgoed, raming van sloopkosten, 30 september 2010
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau, gunningsadvies sloopbestek XL Park 14, 19 december 2013
-
Gemeente Almelo, team BMCH, raming bodemonderzoek en saneringskosten XL Businesspark Twente, 26 september 2011
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB), raming kosten civieltechnische werkzaamheden Tranche 1, bouwrijpfase, 26 september 2011
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB), raming kosten civieltechnische werkzaamheden Tranche 1, woonrijpfase, 26 september 2011
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB), raming kosten ophogen kavels, 18 januari 2012
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB), raming kosten civieltechnische werkzaamheden tranche 2 en 3, per cluster, bouwrijpfase en woonrijpfase, 26 augustus 2011
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB), gunningsadvies bestek XL Park 12, 14 juni 2013
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB), raming kosten inrichting groenzone langs de Doorbraak, 11 april 2011
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau (IIB), memo inzake aanbestedingsvoordelen ten opzichte van de ramingen, 8 november 2012
-
Gunningsadvies laad- en loskade, Witteveen + Bos, 20 december 2013
-
Deerns Raadgevende Ingenieurs, kostenraming tranche 3, investering bluswatervoorziening, 5 juli 2013
-
Enexis, concept offerte aanleg energievoorzieningen in tranche 3a en 3b, 17 oktober 2012
-
G3 advies, uitgangspunten aanbieding Cogas m.b.t. aanleg gasnet tranche 3 XL Businesspark Twente, 27 december 2012
-
Intergemeentelijk Ingenieursbureau, kaart oppervlakte verschillende tranches, 23 oktober 2013
-
Ecorys, marktstudie XL Businesspark Twente, 21 november 2012
-
Herijking Visie Bedrijventerreinen Netwerkstad, 8 november 2013
-
Vestiging bedrijven op het XL Businesspark Twente, vertrouwelijke memo aan het Dagelijks Bestuur, 19 december 2013
-
Stec Groep, Marktscan bedrijventerreinen en grondprijzen netwerkstad, 22 september 2009
-
Stec Groep, Email over actualiteit van eerdere adviezen, 7 februari 2013
-
Roes Groenlo B.V, raming verkoopwaarde te handhaven cultuurhistorische panden, 22 december 2010
-
Ministerie van Infrastructuur en Milieu (vh Verkeer en Waterstaat), subsidiebeschikking in het kader van de tijdelijke regeling Quick Wins binnenvaart, 13 juli 2010
-
Regio Twente, subsidiebeschikking in het kader van de Agenda van Twente, 22 januari 2014
-
Regio Twente, voorstel aan het DB inzake besteding resterende middelen Agenda van Twente, 9 september 2013
-
Statenvoorstel m.b.t. ontwikkelagenda Netwerkstad Twente, d.d. 5 november 2013 en bijbehorend besluit van Provinciale Staten d.d. 11 december 2013.
22
Bijlage 5: risicobandbreedtes per begrotingspost
Risico analyse
XL Bussinesspark Twente kans op begroot bedrag voordoen
INDEXERING + RENTE Kostenstijging 100% 9.617.000 Opbrengstenstijging 100% -34.245.000 Rentekosten 2014 - 2015 100% 5.871.000 Rentekosten 2016 - 2020 100% 19.295.000 Rentekosten 2021 - 2031 100% 29.523.000 Faseringsrisico = afwijking t.o.v. de100% looptijd = 18 jaar 0 Sub-totaal KOSTEN (nog te maken) Verwerving Sloopkosten Milieuonderzoek en sanering Bouw- en woonrijp maken Laad- en loskade Plankosten en VTU Afdracht aan complex BOVO Overige afdrachten
30.061.000 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
13.630.000 549.000 441.000 24.253.000 2.635.000 7.250.000 6.529.000 5.947.000
gewogen bandbreedte
Sub-totaal 61.234.000 OPBRENGSTEN (nog te realiseren) Uitgifte bouwgrond bedrijventerrein100% -131.554.700 Uitgifte containerterminal 100% -2.412.000 … 100% 0 Subsidie laad- en loskade Quick Wins 100% -2.021.000 Subsidie Ontwikkelagenda en Agenda 100% van Twente -2.650.000 Huren en pachten 100% -245.000 Overige opbrengsten 100% -2.030.000 gewogen bandbreedte
TOTAAL
Sub-totaal
Eindresultaat op NCW
gekwanticeerd optimisme / pessimisme
risico-neutraal eindresultaat
Bandbreedte positief negatief
0% 0% 0% 0% 0%
31.273.300
gemiddeld effect t.o.v. de begroting
0% 0% 0% 0% 0%
-2.108.089 -6.623.028 -300.127 -3.170.733 -2.193.273 -3.220.395
2.210.987 6.633.925 33.380 1.241.585 6.479.917 6.440.790
34.300 3.632 -88.916 -643.049 1.428.882 1.610.197
23,0 m ln
-17.615.644
23.040.584
2.345.046
-30% -30% -30% -30% -30% 0% -10% -30%
20% 20% 20% 20% 20% 0% 10% 20%
-4.089.115 -164.833 -132.296 -7.275.779 -790.402 -1.886.019 -652.860 -1.784.038
2.726.076 109.889 88.197 4.850.520 526.935 7.913.981 652.860 1.189.359
-681.519 -27.472 -22.049 -1.212.630 -131.734 2.009.321 0 -297.340
-27%
29% -16.775.342
18.057.816
-363.423
-33.840.450 -241.167 0 -202.097 -265.000 -24.539 -609.000
25.671.750 241.167 0 202.097 265.000 24.539 609.000
-2.722.900 0 0 0 0 0 0 -2.722.900
-17,6 m ln
-16,8 m ln
0% 10% -10% 10% 10% 10% 30% 25%
-140.912.700
Bandbreedte positief negatief
18,1 m ln
0% -10% 10% -10% -10% -10% -30% -19%
-35,2 m ln
27,0 m ln
-35.182.253
27.013.552
-69,6 m ln
68,1 m ln
-69.573.239
68.111.952
14.977.000 -741.000 14.236.000
23
-741.278