Politie Hollands Midden District Leiden en omstreken Jaarplan 2011
Vastgesteld d.d. [DATUM] Versie 1.1 – 1 december 2010
Woord vooraf Voor u ligt het het eerste (integrale) districtsjaarplan veiligheid voor het jaar 2011 voor het district Leiden en omstreken. Het districtsjaarplan sluit daarbij aan bij de gemeentelijke prioriteiten. Het kent naast een lokale probleemaanpak per gemeente (zie bijlagen) ook problemen die bovenlokale aandacht krijgen. Het gaat hier om onderwerpen en activiteiten die een aanvulling zijn op de lokale probleemaanpak binnen de verschillende gemeente. Deze meerwaarde komt tot uiting door bijvoorbeeld een districtelijk aanpak waarbij ook Team Opsporing een belangrijke rol vervult of door de aard van activiteiten die zich niet goed lenen voor een aanpak op teamniveau. De gezamenlijke (districtelijke) speerpunten voor 2011 zijn huiselijk geweld en overvallen, geweld tegen medewerkers met een publieke taak, woninginbraken, jeugdoverlast en –criminaliteit, drugsoverlast, evenementenbeleid en verkeersveiligheid. In alle gevallen zijn het vraagstukken waar de politie het niet alleen kan en moet oplossen. Met het vaststellen van dit districtsjaarplan verplichten politie en bestuur zich over en weer tot het uitvoeren van de genoemde activiteiten om samen tot een veiliger en leefbaardere Leiden en omstreken te komen. Het Districtscollege stelt met dit jaarplan de opdracht aan district Leiden en omstreken voor 2011 definitief vast. Het jaarplan is daarmee de basis voor sturing en verantwoording van onze taakuitvoering. Het geeft richting aan het handelen en kan het handelen ook motiveren doordat het een context schept waarin bepaalde acties meer of minder zinvol zijn en betekenis krijgen. Mochten er lopende het jaar 2011 belangrijke ontwikkelingen zijn die onze aandacht verdienen, dan zullen er binnen het districtscollege nadere afspraken worden gemaakt over her-prioritering en capaciteitsplanning. Rond de Nederlandse politie is er veel in beweging. De ontwikkelingen rond het bestel hebben het risico in zich dat wij ons laten afleiden van waar het werkelijk om gaat; veiligheid. Ook vraagt de ontwikkeling van de eigen vitaliteit aandacht. In 2010 is in het Korps de basis gelegd voor de 12 nieuw te vormen teams basispolitiezorg en de districtsrecherche. Daarvoor is niet alleen het aantal executieve formatieplaatsen voor medewerkers in de uitvoering van de basispolitiezorg en de opsporing uitgebreid, ook het aantal wijkagenten is verhoogd. Het aantal medewerkers publieksopvang zal echter worden verlaagd ten gunste van die uitvoering. Onze ambitie is om met meer slagvaardige teams in de basispolitiezorg en opsporing te komen tot een groter presterend vermogen van het district. Wij onderkennen ten volle dat de essentie van ons werk tot uitdrukking komt in betekenisvolle ontmoetingen tussen individuele politiemensen en burgers. De context, de omstandigheden en de aard van die ontmoeting kan verschillen, maar in die ontmoeting dienen de inwoners van onze regio te ervaren en te voelen waar de politie voor staat. Daar worden mensen geholpen, terzijde gestaan en gecorrigeerd op hun gedrag. Tegelijkertijd wordt daar het vertrouwen in de politie gemaakt en gebroken. Vertrouwen vanuit de samenleving in de politie is onmisbaar. Aan vertrouwen ontleent de politie haar legitimiteit en gezag om op te treden. Dit draagt bij aan de verankering van de politie in haar netwerk en versterking van de samenwerking met inwoners en organisaties. Bovendien neemt het veiligheidsgevoel van burgers toe, naarmate hun vertrouwen in de politie groter is. Alle redenen om ons handelen vooral hierop te richten.
J.M.L. Pattijn MSM Districtschef Leiden en omstreken
2
1. Trends en organisatieconcepten Hollands Midden wil nadrukkelijk een vitaal korps zijn, dat snel en professioneel inspeelt op veranderende omstandigheden. In 2009 en 2010 heeft zich een aantal trends ontpopt, dat noopt tot aanpassing in werkwijzen, methoden en cultuur. Want trends in criminaliteit kunnen niet los gezien worden van maatschappelijke trends. Maatschappelijke trends geven aan hoe mensen zich in de samenleving gedragen. Dit vertaalt zich door in de criminaliteit. Hieronder volgt een aantal van die trends:
Individualisering: ‘ik-doe-mijn-eigen-ding-cultuur’ en de sterke gedoogcultuur, met als tegentrend verruwing en a-socialisering. Flexibilisering: Dynamiek en veranderlijkheid worden tot status quo verheven. Er ontstaan allerlei vormen van samenwerkingsverbanden. Horizontale verantwoording wordt steeds belangrijker. Netwerkend werken is bijna een conditio sine qua non aan het worden. Technologisering: De alles doordringende invloed van technologie en nieuwe media heeft een enorme impact. Snelheid van beweging en verandering is hiermee verbonden. Er ontstaan nieuwe vormen van criminaliteit, bijvoorbeeld op sociale netwerken, skimming en fraude op allerlei digitale markplaatsen. Vergrijzing: De toename van het aantal ouderen binnen de Nederlandse bevolking door bevolkingsopbouw en toenemende levensverwachting is een feit. Dit brengt ook potentieel nieuwe slachtoffers van criminaliteit met zich mee. Toename van vrijetijd. Door een toename van vrije tijd o.a. dor minder werken of anders werken ontstaat er een behoefte om er meer-op-uit-te-gaan. De evenementenmarkt speelt hierop in, door meer en grotere evenementen te organiseren Dematerialisering: Er is meer behoefte aan zingeving en er is een breed gedeelde bezorgdheid over ecologische vraagstukken. Natuur, milieu en dierenwelzijn zijn ‘hot’. Als tegentrend wordt de samenleving geconfronteerd met een toenemend activisme en het beveiligen van politici en chief executive officer (CEO’s). Het stelsel Bewaken en beveiligen kost de politie steeds meer capaciteit.
Zowel de criminele als maatschappelijke trends vormen de context waarbinnen wij als politie ons werk moeten doen. Deze trends zijn dan ook leidend in de formulering van onze aanpak voor 2011. Als het korps, in voortdurende samenwerking met haar partners en inwoners, slagvaardig wil blijven, zullen andere organisatieconcepten ingezet moeten worden. We staan immers voor de opgave om toezicht en handhaving te intensiveren en de opsporing gerichter en efficiënter in te zetten. De in het jaarplan 2010 genoemde organisatieconcepten: Integraal veiligheidsbeleid, Gebiedsgerichte politiezorg, Informatiegestuurde politie en de Persoonsgerichte aanpak, zullen ook in 2011 verder vorm worden gegeven. Integraal veiligheidsbeleid Waar in het verleden de politie de dominante speler was in het kader van veiligheid, verschuift de regie, vooral door het lokale veiligheidsbeleid, naar het lokale bestuur. Met name de burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde en veiligheid en de gemeente is de regisseur in het integrale veiligheidsbeleid. De inzet van de gemeenten op dit thema verschilt momenteel nog. Daarom zal gewerkt worden aan een meer gezamenlijke doorontwikkeling binnen de regio en daarmee ook binnen ons district. Wij zullen als politie onze bijdrage leveren door de ons opgedragen taken te doen, maar ook veiligheidsontwikkelingen te signaleren en daarop te adviseren, naar gemeenten maar zo nodig ook naar andere partners en zelfs burgers. De politie is bij uitstek de organisatie die in de haarvaten van de samenleving beweegt en daardoor veel kennis heeft van wat er in de samenleving speelt. Signaleren en adviseren impliceert dat de politie aangeeft waar andere partners mogelijk een bijdrage zouden kunnen leveren aan opgemerkte problemen in de samenleving. Daarmee spelen wij in op de tendens in de samenleving dat meer en meer in netwerkrelaties gedeelde belangen worden nagestreefd. Veiligheidsvraagstukken worden districtelijk aangepakt met oog voor de lokale dimensie. Deze ambitie kent een groot aantal voordelen. Allereerst blijkt dat lokale daders zich meestal niet beperken tot de eigen woonplaats, maar ook in omliggende gemeenten actief zijn. Natuurlijk wordt er op vele terreinen al veel samengewerkt. Te noemen zijn onder andere het veiligheidshuis, maar ook samenwerking op het gebied van de inzet van BOA’s en GOA’s. Deze samenwerking zal verder geïntensiveerd worden in 2011. Daarnaast zijn er vele overlegvormen waarin de verschillende veiligheidspartners probleemgericht samenwerken om ons district veiliger te maken. Gebiedsgebonden politiezorg (GGP) Politie Hollands Midden kiest voor een politiefunctie dicht bij de burger. Effectiviteit gaat hier boven efficiency. Dat betekent dat wij (7x24 uur) in de samenleving aanwezig zijn, en samen met onze partners conflicten en veiligheidsproblemen aanpakken. Gebiedsgebonden werken is geen doel op zich, maar een werkwijze om maatschappelijke integratie te bereiken. Maatschappelijke integratie is een voorwaarde onze legitimiteit: het basale vertrouwen in de politie op grond waarvan haar 3
functioneren wordt aanvaard. Onder meer om deze reden zal gebiedsgebonden werken worden doorontwikkeld. Ten eerste aan de hand van het landelijke Referentiekader Gebiedsgebonden Politie. Hierbij gaat het niet primair om de optimalisering van het functioneren van wijkagent of basisteams, maar om de vraag hoe wij als politiekorps onze organisatie en werkwijze kunnen optimaliseren om maatschappelijke integratie te behouden en te verbeteren. Het in 2010 gestarte leertraject gebiedsgebonden politie voor wijkagenten zal ook in 2011 verder doorgezet worden. Door middel van deze vakontwikkeling krijgt de functie van wijkagent ook het verdiende onderhoud. Tot slot zal de ‘warme’ informatie-uitwisseling tussen de gebiedsgebonden werkers en die van de opsporing verder verbeterd en geborgd worden. Zo zullen de gebiedsgebonden werkers, en met name de wijkagenten, structureel bij opsporing worden betrokken door deze op basis van lokale kennis in te zetten bij een Team Grootschalige Opsporing (TGO), de districtrecherche als ook bij de Divisie Regionale Opsporing. Informatie gestuurde politie Het concept Informatiegestuurde Politie (IGP) is bedoeld om zo goed en zo efficiënt mogelijk informatie te verzamelen ten aanzien van daders en delicten. Dit vakgebied is in de huidige tijd van essentieel belang. Het is echter ook een vakgebied waarbinnen voortdurende pro-activiteit een voorwaarde is om een bijdrage te kunnen blijven leveren aan het werken aan veiligheid. Die proactiviteit betrekken wij zowel op de instrumenten die wij hanteren als op de inrichting van de werkprocessen. Persoonsgerichte aanpak “20 procent van de daders is verantwoordelijk voor 80% van de delicten”. Een daadkrachtige persoonsgerichte aanpak in tegenstelling tot een delictsgerichte benadering moet zorgen dat we diegene aanhouden die zorgen voor de ervaren overlast en criminaliteit. Het is al langer bekend dat een relatief klein deel van alle daders en overlastplegers verantwoordelijk is voor een relatief groot deel van de criminaliteit en overlast. Bij de keuze welke zaken door de politie worden aangepakt moet de dader centraal staan en niet het gepleegde feit. Politie Hollands Midden gaat daarom in 2011 haar keuze voor zaken in de districten bepalen aan de hand van de mate waarin potentiële daders overlast en criminaliteit veroorzaken. Een daadkrachtige persoonsgerichte aanpak sorteert effect op overvallen, woninginbraken, auto-inbraken en overige vermogensdelicten. Elke veelplegende dader die vast zit pleegt geen strafbare feiten meer. Een dergelijke strategie sorteert effect op overvallen, woninginbraken, auto-inbraken en overige vermogensdelicten. Deze persoonsgerichte aanpak zal voornamelijk binnen het veiligheidshuis worden vormgegeven.
4
2. Veiligheidsbeeld Binnen Hollands-Midden is de Dienst Informatie gestart met het maken van veiligheidsbeelden. In grote lijnen is dit een foto van de veiligheid buiten, gemaakt door de politie. Er wordt hierbij uitgegaan van incidenten en niet van aangiften. Op deze manier benader je zoveel mogelijk de werkelijkheid. Of mensen na een incident ook daadwerkelijk aangifte willen doen, is afhankelijk van de aangiftebereidheid van de burger maar ook van de inzet van de politiemedewerker. In eerste instantie wordt het beeld gemaakt op basis van de beleidsitems waar het korps voor gekozen heeft. Het veiligheidsbeeld in dit jaarplan is gebaseerd op de volgende beleidsitems: 1. Vermogenscriminaliteit o woninginbraken o bedrijfsinbraken o auto-inbraken o diefstal van (brom)fietsen 2. Geweld en overvallen & straatroof o horeca geweld o huiselijk geweld o instrumenteel geweld 3. Jeugdoverlast, vernielingen en branden 1. Vermogenscriminaliteit Woninginbraken en auto-inbraken zijn de misdrijven die het meest in het oog springen binnen het district. Nagenoeg alle gemeenten hebben hier in meer of mindere mate mee te maken. Zoeterwoude heeft relatief gezien het minste probleem hiermee. Hoewel de auto-inbraken daar ook de nodige aandacht vragen. De andere gemeenten hebben allemaal hun eigen problematiek. Leiden heeft relatief veel inbraken (woning- en auto-inbraken) die door locale criminelen worden gepleegd. Leiderdorp, Oegstgeest en Voorschoten worden af en toe ook aangedaan door deze criminelen. Daarnaast hebben deze gemeenten ook last van het zogeheten mobiel banditisme. Groepen rondreizende criminelen doen in een korte periode meerdere inbraken in auto’s of woningen. Dit is te zien aan de manier van inbreken of de buit. Bij auto-inbraken worden airbags of ingebouwde navigatiesystemen van een bepaald merk auto meegenomen. Bij woninginbraken bepaalt met name de manier van binnenkomen dat een groep van buiten bezig is, bijvoorbeeld het zogenoemde “gaatjes boren”. De daders van dit soort criminaliteit komen met de auto via de snelweg maar ook wel met de trein (station Leiden Centraal richting Oegstgeest of station de Vink of Voorschoten richting Voorschoten). Opvallend detail hierbij is dat Zoeterwoude nauwelijks wordt aangedaan door dit soort criminelen. Bedrijfsinbraken en (brom)fietsendiefstallen nemen in het district af. Een duidelijke oorzaak hiervoor is niet aan te wijzen. Mogelijk speelt bij de fietsendiefstallen de aangiftebereidheid een rol, bij de bedrijfsinbraken zal dit wellicht minder zijn. Hoewel bij de inbraken in bijvoorbeeld sportcomplexen de inzet van de eigenaar/beheerder nog wel eens laks te noemen is. Goede beveiligingsmaatregelen worden ook bij meerdere (pogingen) inbraken nogal eens achterwege gelaten. In tegenstelling tot de fietsendiefstallen neemt het aantal diefstallen van scooters en brommers wel toe. Dit is deels te verklaren omdat er meer scooters/brommers in omloop zijn waardoor de afzetmarkt voor gestolen brommers aantrekkelijk wordt. 2. Geweld, overvallen & straatroof In juni 2009 is politie Hollands-Midden over gegaan op een nieuw registratiesysteem. Hierin is geweld anders gedefinieerd. Dit verklaart voor een groot deel de stijging van het geweld in alle gemeenten. Des te opvallender is de situatie in Zoeterwoude; ondanks de andere indeling van geweld lijkt het aantal geweldsincidenten in Zoeterwoude niet hoger uit te komen dan 2008. Horecageweld is eigenlijk alleen een issue in Leiden. De andere gemeenten hebben minder horeca en daardoor ook minder horecageweld. In Leiden speelt de horecaproblematiek zich vooral in het centrum af. Eind 2009, begin 2010 is er veel aandacht geweest voor de horeca in het uitgaansgebied. Gemeente, politie en ondernemers hebben (her)nieuw(d)e afspraken gemaakt. Vanaf de zomer lijkt de horecaproblematiek weer gestabiliseerd. Huiselijk geweld vindt in alle gemeenten plaats. Relatief gezien springt het aantal incidenten huiselijk geweld in Oegstgeest en Leiderdorp eruit. In Oegstgeest is het stabiel (ongeveer 1/3 van het geweld heeft te maken met huiselijk geweld), in Leiderdorp wisselt het aantal incidenten door het jaar heen. 5
Slachtoffers van huiselijk geweld zijn vaak vrouwen maar in toenemende mate lijkt er sprake te zijn van huiselijk geweld toegepast door kinderen richting hun ouders. Geweld tegen ambtenaren komt met name in Leiden voor maar in mindere mate is dit ook in Voorschoten zichtbaar waar er enkele incidenten zijn geweest. Overvallen en straatroof (instrumenteel geweld) komt vooral in Leiden voor. Ook in Voorschoten zijn een redelijk aantal overvallen; in 2010 waren er overvallen op supermarkten en tuincentra en waren er straatroven, met name in de buurt van het station. In Leiden komen straatroven voor verspreid over de stad maar zeker ook rondom het Centraal Station. Leiderdorp heeft de afgelopen jaren ook een overval op een tuincentrum gehad en recentelijk op een hotel. Oegstgeest en Zoeterwoude hebben sporadisch te maken met overvallen en/of straatroven. 3. Jeugd, vernielingen en branden Vernielingen nemen in de jaren 2009 en 2010 in alle gemeenten af. Een duidelijke oorzaak is hier niet voor aan te wijzen. Jeugdoverlast is een probleem waar in iedere gemeente aandacht voor is. De overlastplekken die bij de politie bekend zijn worden regelmatig besproken met het locale bestuur. Op de bekende locaties vindt waar nodig extra surveillance plaats door de politie. Weersinvloeden spelen een belangrijke rol door het jaar heen op de jeugdoverlast. Brandstichting heeft dit jaar gespeeld in Oegstgeest en Leiden Noord. Meerdere auto’s zijn gedurende een aantal maanden in de nachtelijke uren in brand gestoken. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de landelijke pers. Zonder duidelijk aanwijsbare reden zijn op een gegeven moment de brandstichtingen weer gestopt. Er hebben een aantal incidentele ernstige branden plaatsgevonden. Te noemen zijn; n een boerderij in Voorschoten, een verzorgingsflat in Voorschoten (waarbij een dode is gevallen) en een flatwoning in Zuid.
6
3. Integrale probleemaanpak binnen het district Vanuit het veiligheidsbeeld in hoofdstuk 2, gekoppeld aan de regionale trends en beleidsspeerpunten, komen een aantal districtelijke prioriteiten naar voren. Deze districtelijke prioriteiten vergen een bovenlokale probleemaanpak. In de bijlagen wordt nader ingegaan op de lokale gemeentelijke problematiek en de diverse lopende activiteiten om deze problematiek op te lossen. Hierbij zijn alleen de specifiek lokale focuspunten omschreven. Om een goede afstemming van de veiligheidspartners onderling te bereiken en daarmee een integrale probleemaanpak binnen het district, is gebruik gemaakt van de methode Kernbeleid Veiligheid. De toepassing van deze methode wordt uitgedragen door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De methode Kernbeleid Veiligheid kent een systematische ordening van de vijf veiligheidsvelden en daarin weer de verschillende thema’s. Deze velden zijn; Veilige woon- en leefomgeving, Bedrijvigheid en veiligheid, Jeugd en veiligheid, Fysieke veiligheid en Integriteit en veiligheid. Hieronder worden deze vijf velden omschreven. 3.1 Veilige woon- en leefomgeving – Woninginbraken Op het gebied van woninginbraken (incl. pogingen en insluipingen) laten de regionale cijfers in 2010 een behoorlijke stijging zien ten opzichte van het jaar daarvoor. Intensivering op bovengenoemd thema is dus te rechtvaardigen. Vanwege de ernst van de inbreuk op met name het veiligheidsgevoel van mensen moeten we blijven investeren in een gezamenlijke aanpak. Binnen deze aanpak werken de (veiligheids)partners politie, openbaar ministerie en de gemeenten samen. Onder regie van de burgemeesters worden activiteiten ontwikkeld waarbij de inwoners, woningcorporaties en andere maatschappelijke organisaties worden betrokken. De te nemen maatregelen zullen zowel generiek (voor alle gemeenten) als lokaal worden gericht op de keten van proactief, preventie, preparatie, repressie en nazorg. De maatregelen dienen uitwerking te hebben op zowel de daders, de bewoners / slachtoffers, als de woonomgeving/woningen van (potentiële)slachtoffers. Dit is een manier van aanpak die het meest succesvol is gebleken. De politie heeft haar repressieve taak (opsporen van de daders) in de volgende maatregelen vertaald. Er is een afgeprocedeerde werkwijze bij iedere melding van een woninginbraak. De politie gaat altijd ter plaatse, neemt daar de aangifte op, doet sporen vooronderzoek, stelt de technische recherche in kennis (die later onderzoek komt doen), stelt een buurtonderzoek in en geeft informatie aan de aangever over slachtofferhulp en inbraakpreventie. Eventuele sporen worden door de Forensische Opsporing recherche vergeleken met landelijke database. De dienst Informatie combineert en analyseert informatie. Daarnaast richt het team Opsporing zich op een drietal keuzes die gemaakt zijn om woninginbraken voor te kunnen zijn. Het gaat om herhaald slachtofferschap, besmetting en het uitbreiden van inzetstrategieën op basis van uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek. Herhaald slachtofferschap houdt in dat dezelfde woning in een korte tijd meerdere keren door inbrekers wordt bezocht, besmetting heeft betrekking op de aantrekkingskracht van inbrekers op dezelfde soort woningen in de buurt van een woning waar is ingebroken. De rol van de gemeenten ligt vooral bij de pro-actie, preventie en nazorg. Gericht het op gang brengen van een aantal activiteiten lokaal maar mogelijk ook gezamenlijk op boven lokaal gebied. Naast het aanspreken van de eigenaren van koopwoningen op hun verantwoordelijkheid is het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties essentieel. Ook zullen de gemeenten zelf maatregelen nemen voor het revitaliseren van de toepassing van het Keurmerk Veilig Wonen. Bij veel bouwpartners bestaat nog het beeld dat het keurmerk veilig wonen een alles of niets verhaal is, terwijl in de praktijk er juist ook certificering voor alleen de woning, een complex of de wijk mogelijk is. Hier kan een gemeente met de landelijke beheerder, het CCV, gekeken moeten worden of dit beeld kan worden verbeterd. Daarnaast kan de straatverlichting en groenvoorziening worden aangepast, betere opvang van exgedetineerden worden georganiseerd zoals het al aan de poort van de penitentiaire inrichting opvangen. 3.2 Veilige woon- en leefomgeving – Geweld (waaronder overvallen) Geweld is één van de meest ingrijpende vormen van onveiligheid in onze samenleving. Samen met partners streeft district Leiden en omstreken naar een structurele daling van het aantal geweldsincidenten in de publieke ruimte alsmede de privésfeer. De verwachting is echter dat doordat aan het onderwerp geweld een forse communicatie-impuls wordt gegeven, in 2011 een algemene 7
toename van het aantal aangiften zal ontstaan. Geweld kent vele uitingsvormen, waaronder huiselijk geweld, overvallen en geweld tegen werknemers met een publieke taak. Huiselijk geweld Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke- of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging en bedreiging (al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis). Er is altijd sprake van een machtsverschil tussen dader en slachtoffer. Uit onderzoek blijkt dat plegers de meest kwetsbare personen kiezen, als slachtoffer. Een ander kenmerk van huiselijk geweld is de omstandigheid dat dader en slachtoffer (waaronder ook minderjarige slachtoffers) desondanks - en soms noodgedwongen – blijvend deel uitmaken van elkaars leef- en woonomgeving. Hiermee hangt samen dat huiselijk geweld vaak een stelselmatig karakter heeft en er een hoog recidiverisico is. Geweld in het gezin gaat vaak met andere problematiek gepaard, zoals spanningen tussen echtgenoten, werkloosheid of verslaving. De wens is om het geweld nog meer ‘achter de voordeur vandaan te halen’. Dit wordt vorm gegeven door een aantal activiteiten, te weten: het optimaal zorg dragen voor zorg voor de slachtoffer(s) en een persoonsgerichte aanpak van de dader(s). Daarnaast moet het naleven van protocollen op dit thema, het gebruik van ‘Huisverbod-online’ en de intensivering van samenwerking met partners vanuit de Wet Huisverbod in 2011 haar vruchten afwerpen. District Leiden en omstreken heeft al haar Hulp Officieren van Justitie Huisverbod voorzien van de juiste kennis en kunde om de wet “Tijdelijk Huisverbod” toe te passen. Op basis van advies wordt de betreffende burgemeester in staat gesteld om een juiste afweging te maken voor zowel slachtoffer als verdachte. Zaken die in 2011 opgepakt gaan worden zijn: Samen met de Dienst Informatie komen tot een goede registratie/monitoring/analyse mogelijkheden huiselijk-geweld breed; De teams en districten, daar waar nodig, helpen om de huiselijk-geweld aanpak te verbeteren dmv presentaties, ondersteunen van de taakaccenthouders en wijkagenten op werkoverleggen; Een regionale vakmanschapsdag organiseren voor huiselijk-geweld voor taakaccenthouders, wijkagenten, teamleiding en publieksopvang; Overvallen Elk jaar vinden er vele gewapende overvallen plaats. Gewapende overvallen zijn delicten die de rechtsorde ernstig aantasten vanwege het gewelddadige karakter dat dit met zich meebrengt. Overvallen worden veelal gepleegd met gebruikmaking van wapens waarbij het personeel van bedrijven plotseling verrast wordt, terwijl zij nietsvermoedend hun werkzaamheden verrichten. Een feit is dat gewapende overvallen vaker niet dan wel worden opgelost, ondanks dat de politie er veel tijd en energie in steekt. Overvallen hebben een grote impact op degene die het betreft met alle gevolgen van dien. Voor een aanpak van overvallen zet het district in op drie preventieaspecten die op dit gebied van belang zijn, namelijk aandacht voor de potentiële slachtoffers, in gesprek gaan met potentiële daders en daarmee een waarschuwend signaal afgeven en ten slotte wordt er gekeken naar hotspots (welke instelling loopt een verhoogd risico) maar ook hot times (welke tijden zijn extra aantrekkelijk om te komen tot een overval). Binnen de repressieve aanpak wordt er veel in het werk gezet om daders van overvallen te pakken. Op hotspots wordt er extra gesurveilleerd op de tijden dat er veel overvallen worden gepleegd. Bij heterdaad-situaties gelden er speciale inzetprotocollen om te zorgen dat de daders snel worden opgepakt. Vanuit de signaal- en adviesfunctie is in 2010 een calamiteitenklapper aan ondernemers uitgereikt met daarin tips en informatie hoe een overval eventueel te voorkomen kan worden maar ook wat te doen als een overval daadwerkelijk plaatsvindt. Ook zijn er bijeenkomsten geweest met ondernemers om uitleg te geven over de overvalklappers. Het komend jaar zal op basis van de trends en analyses in overleg met gemeenten worden getreden om ondernemers uit specifieke branches te attenderen op een verhoogde overvalkans. Geweld tegen medewerkers met een publieke taak Werknemers met een publieke taak worden regelmatig geconfronteerd met agressie en geweld. In het kader van samenwerking in het publieke domein zal de politie daar waar BOA’s geconfronteerd worden met agressieve bejegening en/of geweld na alarmering zo spoedig mogelijke assistentie nastreven. Daarnaast zijn voor werkgevers in de publieke sector een aantal maatregelen benoemd die de basis 8
vormen van een effectief veiligheidsbeleid. Het gaat onder andere om het bevorderen van het melden van alle voorvallen van agressie en geweld, het trainen van werknemers in het voorkomen van en omgaan met agressie en geweld en het verhalen van schade op de dader en het verlenen van nazorg aan werknemers die slachtoffer zijn van agressie en geweld. Het Openbaar Ministerie en politie werken aan de volgende activiteiten 1. Hoge prioriteit aan de opsporing en vervolging van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak door politie en het openbaar ministerie; 2. Er is aandacht voor de kwaliteit van onderzoeken en processen-verbaal; 3. Lik op stuk wordt zo veel mogelijk toegepast, (super)snelrecht of Aanhouden en Uitreiken; 4. Schade wordt zoveel mogelijk verhaald op de dader; 5. Slachtoffers en de werkgever worden optimaal geïnformeerd over hun positie en mogelijkheden in het strafproces en de strafrechtelijke afhandeling van de zaak; 6. Actief communicatiebeleid (uitdragen van successen) is onderdeel van deze aanpak. 3.3 Bedrijvigheid en veiligheid – Evenementen Binnen het district worden veel evenementen georganiseerd, zoals de 3 oktoberviering, Oud en Nieuw, de Marathon, Koninginnedag, de Lakenfeesten, het Glazen Huis en de Paardenmarkt. Hierbij is ook politiecapaciteit vereist. Wanneer er gedurende het jaar vooraf niet benoemde en op de evenementenkkalender geplaatste evenementen geïnitieerd worden, heeft dit een negatieve invloed op de beschikbare politiecapaciteit. Deze nieuwe of niet voorziene capaciteitsvragen leiden, in afstemming met het bevoegde gezag, tot een (her)prioritering van activiteiten en politie-inzet. Veiligheid dient als belangrijkste afweegcriterium beschouwd te worden bij de vergunningverlening van evenementen. Het is van belang dat voor de voorbereiding van, advisering over én bij de uitvoering van het evenement de verschillende partners vroegtijdig in het proces bij elkaar aan tafel zitten. In het overleg tussen de hulpverleningsdiensten dienen de aanwezigen gezamenlijk het veiligheidsplan op te stellen (i.o.m. de organisator), mogelijke scenario’s te ontwikkelen en interventiestrategieën op te stellen. Een multidisciplinaire coördinatiegroep, bestaande uit politie, brandweer en GHOR, onder leiding van de gemeente speelt hier een belangrijke rol in. Tijdens de evenementen houdt de oplitie, al dan niet in samenwerking met BOA’s, toezicht op een ordelijk verloop. In 2010 is er in overleg met de gemeente Leiden een start gemaakt met ‘crowd management’. Met deze maatregelen, die een preventief karakter hebben, wordt getracht het gedrag en de bewegingen van een mensenmassa - op elk gewenst moment – effectief en adequaat in beeld te brengen en te sturen. Wij zien crowd management als een middel om veiligheid van bezoekers beter te kunnen beinvloeden. De evaluatie van de maatregelen bij de 2-3 Oktoberviering 2010 in Leiden zal als basis dienen voor de doorontwikkeling van crowd management in 2011. De integrale aanpak van overlast, geweld en vernieling rond de jaarwisseling binnen het district Leiden en omstreken heeft succes. Er wordt voorafgaande aan de jaarwisseling nadrukkelijk door de wijkagenten contact gezocht met de wijkbewoners, in samenwerking met het jongerenwerk. Tijdens de jaarwisseling zelf is er helaas veel inzet nodig om toezicht te houden op de openbare orde om de jaarwisseling rustig te laten verlopen. Deze extra inzet heeft de afgelopen jaren wel zijn weerslag gehad in de reductie van het aantal incidenten met de jaarwisseling. Mogelijkerwijs kan er de komende jaren afschaling van de maatregelen plaatsvinden.
3.3 Jeugd en veiligheid – Jeugdoverlast en –criminaliteit Ten aanzien van de overlast en criminaliteit van jeugd(groepen) wordt een aantal ontwikkelingen gesignaleerd die voor de concrete invulling van onze gezamenlijke probleemaanpak extra aandacht vraagt. Te noemen zijn het toenemende en soms onverantwoorde gebruik van alcohol ( het zgn. ‘indrinken’ en ‘comazuipen’), verharding en normvervaging onder jongeren. Geweldsuitingen en gedraging van de jeugd laten deze trend duidelijk zien. Overlast en criminaliteit worden vaak in groepsverband en op steeds jongere leeftijd gepleegd. Naast de inzet op de justitiële aanpak wordt in 2011 extra geïnvesteerd op onze verantwoordelijkheid voor het signaleren, adviseren en doorverwijzen via het Jeugd Preventie Team van risico/probleemjongeren naar gemeenten en hulpverlenende instanties. De persoongerichte aanpak is daarin leidend en is aanvullend op de focus op de diverse subgroepen zoals jongvolwassenen, doorstromers, toppers, zorgjongeren, 12-minners en wordt in 2011 door middel van diverse instrumenten doorontwikkeld.
9
Jeugdgroepen Conform de landelijke shortlistmethodiek Beke worden jaarlijks de jeugdgroepen in het district in kaart gebracht en geclassificeerd volgens de indeling hinderlijk, overlastgevend of crimineel. Gezamenlijk met het OM en de gemeenten zal de juiste aanpak worden gevolgd. Het Veiligheidshuis zal hiertoe het initiatief nemen voor die aanpak. Bij hinderlijk ligt het zwaartepunt bij het Jeugd en Jongerenwerk en het Sociaal Cultureel werk en bij de criminele groep de strafrechtelijke aanpak. De overlastgevende groepen zullen met een specifiek voor elke groep uitgezochte mix van maatregelen worden tegemoet getreden zoals bijvoorbeeld het aanspreken van de ouders van de jeugd, contact zoeken door de wijkagent, et cetera. Jeugd en alcohol De pilots van de integrale aanpak van dit probleem in diverse gemeenten in Nederland zullen nauwlettend worden gevolgd en de goede en bruikbare methodieken daaruit worden meegenomen. Het gezamenlijke doel moet zijn de bewustwording van de gevaren van alcoholgebruik te vergroten. Gestreefd wordt naar een toenemende bewustwording onder jongeren en hun ouders van de risico's en gevolgen van schadelijk alcoholgebruik door jongeren wat moet leiden tot het beïnvloeden van het drinkgedrag van de jeugd. Er is binnen de regio een bestuurlijk overleg alcoholmatiging Hollands Midden, welke een beleidsvisie en werkplan alcoholmisbruik heeft opgesteld. In 2011 zullen hieruit concrete maatregelen voortkomen. Het beleid ten aanzien van het voorhanden hebben van alcohol door jongeren onder de 12 jaar betekent dat Bureau Jeugdzorg (BJZ) wordt geïnformeerd door het opmaken van een zorgmelding (E62). Jongeren tussen 12 en 16 jaar krijgen naast een signalering van hun gedrag bij BJZ een Halt verwijzing in geval van openbare dronkenschap, in bezit hebben van alcohol door jongeren onder de 16 en APV-feiten m.b.t. drugs en alcohol. Omdat Hollands Midden een van de korpsen is waar een landelijke pilot draait voor zogenaamde vroegsignalering bij 12 minners (zowel bijzonder gedrag als criminaliteit) zal er nav de uitkomst van die pilot in 2010 nadere richtlijnen worden opgesteld hoe de politie moet omgaan met alcohol en drugsgebruik bij 12 minners. Het programma ProKid (automatische signalering van probleemgedrag en situaties) zal de politie hierbij behulpzaam zijn. Gemeenten kunnen in het kader van het algemene alcohol & drugs ontmoedigingsbeleid door middel van nieuwe wetgeving openingstijden van horeca gelegenheden te koppelen aan leeftijdscategorieën van bezoekers. Ook kunnen prijsacties, zoals “happy hours” aan banden gelegd. Bij signalen van de verkoop van alcohol aan minderjarigen zal worden doorverwezen naar de betrokken instantie om handhavend op te treden. Rol Veiligheidshuis In een veiligheidshuis werken medewerkers van politie, gemeente, Openbaar Ministerie, Bureau Jeugdzorg, reclasseringsinstellingen, Raad voor Kinderbescherming, Bureau HALT, GGD / GGZ en penitentiaire inrichtingen samen. Deze partners werken ook samen met professionals van leerplicht, welzijn en wijkteams. Doordat de verschillende partners in de veiligheidsketen vanuit één plek werken, kunnen preventie, hulpverlening, repressie en nazorg beter op elkaar worden afgestemd. Veiligheidshuizen functioneren veelal onder verantwoordelijkheid van een stuurgroep, waarin alle partners zijn vertegenwoordigd. In 2011 zullen naar alle waarschijnlijkheid de gemeenten Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude aansluiten bij het veiligheidshuis in Leiden. De politie ondersteunt de samenwerking vanuit een veiligheidshuis, in welke vorm dan ook. Door middel van een Persoonsgerichte -, Groeps Gerichte - of Familie Gerichte Aanpak werken wij aan het reduceren van de problemen. De werkwijze in de veiligheidshuizen is voornamelijk gebaseerd op het laagdrempelig delen van informatie. Binnen de verschillende aanpakken levert iedere partner de voor haar bekende informatie aan, zodat een integrale afweging kan worden gemaakt. Ook de politie levert haar bijdrage hierin.
10
3.4 Fysieke veiligheid – Verkeersveiligheid Door de ligging tussen Amsterdam en Den Haag vormt het district een verbinding tussen deze gemeenten, die de nodige verkeersbewegingen met zich mee brengt. Dit gaat gepaard met de nodige verkeersovertredingen en -ongevallen. Over 2009 is het volgende beeld ontstaan in zake verkeersongevallen mer ernstige slachtoffers afgezet op de verschillende wegbeheerders. Uit analyses blijkt dat de hoofdtoedracht van de ongevallen hoofdzakelijk gedragsgerelateerd Leiden 42 1 2 45 waren. Opvallend is ook het relatief Leiderdorp 9 3 0 12 hoge aantal ongevallen waarbij een Oegstgeest 9 3 2 14 snorfietser (veelal een scooterrijder) betrokken is. Het verhogen van de Voorschoten 5 0 0 5 verkeersveiligheid en daarmee het Zoeterwoude 2 0 1 3 verminderen van het aantal verkeersdoden en –gewonden is totaal 2009 67 7 5 79 geen zaak van de politie alleen. De Ernstige ongevallen in 2009 naar wegbeheerder kans om het doel te bereiken wordt vergroot door een integrale aanpak met partners zoals wegbeheerders en openbaar ministerie. gemeenten
Gemeente
Provincie
Rijkswaterstaat
totaal
In navolging van de strategische nota Politieverkeerstaak 2010-2012, gaan wij uit van gelijkblijvende handhavingcapaciteit. De handhaving zal voornamelijk plaatsvinden op hotspots voor de zogenaamde HelmGRAS-feiten (helm, gordel, roodlicht, alcohol en snelheid). Meerdere malen per jaar vinden er (integrale) verkeerscontroles plaats waar het Regionaal Verkeers Handhavings Team (RVHT) bij ondersteunt. 3.5 Integriteit en veiligheid – Verdovende Middelen Iedere gemeente binnen het district Leiden en omgeving wordt in meer of mindere mate geconfronteerd met handel en gebruik van verdovende middelen. Overlast als gevolg van hennepteelt, drugshandel en -gebruik is inmiddels een ernstig maatschappelijk probleem. Handel in drugs kan in de woonomgeving ernstige overlast veroorzaken (b.v. verkeerd aanbellen, af- en aanrijdende auto's, geluidsoverlast van ondermeer dichtslaande autoportieren). Bij omwonenden kan een gevoel van onbehagen en onveiligheid ontstaan. Bij hennepteelt is er een aanzienlijke gevaarzetting (oa branden water gevaar) en overlast voor de omgeving. Als politie gaan wij in 2011 verder met het aanpakken van de handel en overlast die gerelateerd is aan verdovende middelen. Het meer samen optrekken met de financieel rechercheurs en het opleiden van de taakaccenthouders verdovende middelen, met aandacht voor veilig werken, zijn intern belangrijke speerpunten. Gestreefd wordt om zo snel mogelijk te reageren op overlast signalen die betrekking hebben op overlastgevende panden. Maandelijks zal daarvoor een actiedag worden ingepland, waarin drugspanden worden aangepakt en hennepkwekerijen worden opgerold. Hierin wordt waar mogelijk nadrukkelijk de samenwerking gezocht met gemeenten om ook bestuursrechtelijke maatregelen te kunnen treffen. Bij het constateren van misstanden bij coffeeshops wordt het lokale bestuur hier van in kennis gesteld om mogelijk handhavend te kunnen optreden. Bij de bestrijding van illegale hennepteelt ligt de nadruk op de criminele netwerken achter de kwekerijen. Deze zullen worden opgespoord en vervolgd. Tegen overlast door drugsverslaafden op straat wordt opgetreden; hiervoor wordt ook aansluiting gezocht bij de persoonsgerichte aanpak en daarmee ook het Veiligheidshuis. Verslaafden die geen hulp willen, maar wel veel overlast veroorzaken, worden zoveel mogelijk toegeleid naar een ISDtraject (Inrichting Stelselmatige Dader) of de SOV (strafrechtelijke opvang verslaafden). Bij het plegen van één misdrijf of drie APV-overtredingen kan een gebiedsontzegging worden opgelegd. De politie houdt het overzicht van de doelgroep bij. Ook kan gedacht worden aan schuldhulpverlening/budgetbeheer voor verslaafden die een schuldenlast hebben en het begeleiden van verslaafden naar een woning.
11
4. Districtelijke targets en verplichtingen Onze resultaatafspraken en verplichtingen voor 2011 sluiten aan op de landelijke prioriteiten 20082011 van de Nederlandse Politie en de Planningsbrief 2011 van het Openbaar Ministerie. De regionale afspraken bouwen voort op het Korpsbeleidsplan 2008-2011. Van grote veranderingen ten opzichte van voorgaande jaren is geen sprake, anders dan de herijking in verband met de nieuwe teamindeling. Door de teams basispolitiezorg wordt de verbinding gemaakt tussen targets, als middel om een veiligheidsdoelstelling te behalen, en het lokale veiligheidsbeleid. In onderstaande tabel zijn de targets en verplichtingen weergegeven; deze aantallen zijn niet gewijzigd in vergelijking tot het jaar 2010. [BELANGRIJK: Onderstaande versie is obv van de oude districtsindeling en wordt nog aangepast!] Onderwerp Rechtbankzaken
Jeugd
Geweld
Indicator Instroom rechtbankzaken bij het OM (incl. de via het CJIB afgedane transacties misdrijven) Doorlooptijden rechtbankzaken processen verbaal 1ste verhoor- binnen bij OM Percentage processen verbaal retour
Afspraak 2011 -2.334 verdachten OM (Compas) + 278 via CJIB afgedane transacties misdrijven. -75% binnen 30 dagen
Instroom jeugdzaken bij het OM Doorlooptijden jeugd processen verbaal 1e verhoorbinnen bij OM Instroom geweldzaken meerderjarigen bij het OM
-Min. 17% van de totale verdachten aangeleverd bij het OM -80% binnen 30 dagen
Verdachtenratio geweld Veelplegers Milieu Verkeer
Beslag Handgeschreven Bekeuringen
Instroom veelplegerszaken processen verbaal van personen uit de top-200 Instroom standaard/ betekenisvolle milieuzaken Instroom alcohol (8 WvW) zaken inclusief BVOM zaken
- Max. 15% van de rechtbankzaken retour (volwassen en jeugd)
-Min. 25% van de instroom meerderjarigen verdachten aangeleverd bij het OM -Min. 40% van de instroom minderjarigen verdachten aangeleverd bij het OM - Van min. 58,75% van de geregistreerde aangiften geweld wordt een verdachte geweld aangeleverd bij het OM -151 verdachten aangeleverd bij het OM - 13 standaardzaken -Max. 19% van de totale instroom rechtbankzaken aangeleverd bij het OM
Doorlooptijd processen verbaal art. 6 WVW 1ste -80% binnen 90 dagen verhoor-binnen bij OM Doorlooptijd KVI (kennisgeving van inbeslagname) bij -90% binnen 10 dagen het OM - 23.761 Handgeschreven bekeuringen, bij voorkeur voortkomend uit staandehoudingen
WvW = Wegenverkeersweg CJIB = Centraal Justitieel Incasso Bureau BVOM = Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie
12
Bijlage Districtsjaarplan Leiden en omstreken 2011
Gemeente Leiden Werkgebied De gemeente Leiden is naar inwonertal gemeten de vijfde gemeente van Zuid-Holland. De Sleutelstad, zoals de bijnaam van de stad luidt, is bekend om de rijke geschiedenis en de oude binnenstad, met grachten, monumentale bouwwerken en hofjes. Leiden kent een grote diversiteit aan wijken en daarmee bewoners; van de voornamelijk autochtone bewoners in de volksbuurten de Kooi en Slaaghwijk, tot het woonwagenkamp Trekvaartplein, de Professorenwijk met veel hoog opgeleiden en de binnenstad waar een groot aantal studenten wonen. Iedere wijk kent zijn eigen specifieke leefbaarheid- en veiligheidsproblemen. In het centrum van Leiden worden op een betrekkelijk klein oppervlak verschillende functies in gecombineerd. Zo treffen wij in het centrum van Leiden aan: een omvangrijk winkelgebied waar ongeveer 500 ondernemers hun zaak bedrijven; Ruim 215 horeca-inrichtingen; 4 musea met landelijke bekendheid; alle Leidse coffeeshops (11) meerdere bekende universiteitsgebouwen en het LUMC; 24-uurs zorglocatie “Nieuwe Energie” voor de opvang van verslaafden en daklozen Het bio-science park, net buiten het centrum, kent daarnaast een groot aantal toonaangevende bedrijven die zich volledig bezighouden met biomedische wetenschappen en soms om extra politieaandacht vragen. Rondom Leiden loopt een aantal belangrijke verkeersaders, zoals de A4 en de A44. Deze wegen zijn zeer druk en veroorzaken veel files, zeker tijdens de spits. Dit leidt tot aanrijdingen en zeer regelmatig tot doorstromingsproblemen. Speciale aandacht gaat uit naar het stationsgebied van het Centraal Station, aangezien Leiden een zeer belangrijk treinknooppunt is in Nederland. Daarnaast zijn er tevens de stations Lammenschans en de Vink. Binnen Leiden-Zuid zijn een groot aantal middelbare scholen; dagelijks trekken zo’n 14.500 scholieren door de wijk, waarbij verkeersveiligheid voor deze personen ook belangrijk is. Ook worden er twee zeer grote ROC-complexen gebouwd bij de stations Lammenschans en Centraal. Daarnaast is binnen zuidelijk Leiden ook een aanzienlijk aantal bejaarden- en verzorgingstehuizen. Prioriteiten Integraal Veiligheidsbeleid Het veiligheidsprogramma Leiden 2005-2009, genaamd “Samen werken aan een veilig Leiden”, is formeel afgelopen. De evaluatie van het oude veiligheidsbeleid en het voorstel voor het nieuwe veiligheidsprogramma wordt in 2011 vastgesteld. Vanuit de evaluatie komen vooralsnog de volgende elf punten naar voren als prioriteiten: Minder criminaliteit door veelplegers Minder agressie en geweld Minder jeugdoverlast Minder drugsoverlast Vergroting veiligheid bij evenementen Minder fietsdiefstal Meer veiligheid bedrijven en ondernemers Voorkomen, beperken en bestrijden van brand, en goede hulpverlening bij ongevallen en rampen Optimale rampenvoorbereiding Minder inbraken in woningen In 2011 wordt door de politie naast diverse andere activiteiten concreet ingezet op een aantal lokale veiligheidsproblemen. Voor de lopende activiteiten geldt dat op basis van het lokale veiligheidsbeeld geen extra of gewijzigde politie-inzet nodig is en de werkzaamheden onderdeel zijn van onze doorgaande professionele taakuitvoering. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aanpak van fietsendiefstal, overvallen, horeca- en huiselijk geweld die via vaste protocollen en werkmethoden, ook in samenwerking met partners, worden toegepast. Daar waar nodig worden gedurende het jaar in samenspraak met het bestuur korte termijn keuzes gemaakt over de politie-inzet op deze thema’s. Hieronder volgt een beknopt overzicht van op de lokale veiligheidsvelden van de gemeente Leiden die, gelet op de aard en omvang van de problematiek, ook in 2011 extra of specifieke aandacht vragen. 13
Veilige woon- en leefomgeving – Criminaliteit in risicogebieden / de woonomgeving; woninginbraken In de afgelopen jaren is er nadrukkelijk aandacht besteed aan inbraken in studentenhuizen, met name ook door middel van voorlichting met gebruik van nieuwe media. Hierbij wordt er samengewerkt met de Universiteit Leiden en de Hogeschool. Waar nodig zal dit specifieke doelgroepenbeleid nogmaals worden toegepast. Het middel SelectaDNA, dat in 2009 is verstrekt binnen de gemeente Leiden, zal eind 2010, begin 2011, worden geevalueerd. SelectaDNA is een transparante markeringsvloeistof waarmee kostbare spullen permanent gemarkeerd kunnen worden. Gestolen en gevonden goederen kunnen aan de hand daarvan herleid worden naar de eigenaar. Zodra sprake is van een beginnende golf van woninginbraken, wordt informatie verstrekt aan de gemeente Leiden op basis waarvan gerichte acties worden ondernomen. Het afgelopen jaar lag een hotspot met name binnen Leiden Zuid, grofweg tussen Churchilllaan en de singels. Als politie hebben wij een standaardaanpak met betrekking tot woninginbraken, die onder andere bestaat uit het opnemen van de aangiften (waar mogelijk op afspraak danwel op locatie), het uitvoeren van buurt- en sporenonderzoek, maar ook het geven van preventieadvies om herhaald slachtofferschap te voorkomen en het informeren van gebruikers van zogenaamde besmette woningen. Dit zijn woningen die soortgelijk zijn als waar eerder is ingebroken en die in de directe nabijheid staat van de woning van het slachtoffer. Het Openbaar Ministerie zal zoveel mogelijk vervolging instellen van de aangehouden verdachten. De gemeente beziet bij nieuwbouw op het toepassen van Keurmerk Veilig Wonen en de uitvoering van het bouwbesluit, zodat bij de invulling van de openbare ruimte al rekening wordt gehouden met veiligheidsaspecten die woninginbraak ontmoedigen. Veilige woon- en leefomgeving – Veelplegerproblematiek (persoonsgerichte, groepsgerichte en familiegerichte aanpak), waaronder alcohol- en drugsproblematiek) Veelplegers zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de overtredingen, misdrijven en overlast op het gebied van woninginbraken, drugs en geweld. Veelplegerproblematiek gaat vaak samen met overlast van alcohol- en drugsverslaafden. Het Papegaaibolwerk in het centrum van Leiden kent gezien de verslaafdenopvang een magneetwerking voor veelplegers. Na een relatief rustige periode qua overlast is deze halverwege 2010 toegenomen. Om de overlast tegen te gaan zijn afspraken gemaakt tussen de verschillende partners die actief zijn rondom de opvang bij het pand. De politie zal bij gesignaleerde overlast handhavend optreden. Dit kan bestaan uit het uitdelen van bekeuringen, maar ook het uitreiken van gebiedsontzeggingen. Op gezette tijden wordt bij bekende overlastplekken gesurveilleerd. Om de meest overlastgevende- en criminele personen duidelijk in beeld te hebben wordt gewerkt met een dynamische lijst van personen die stelselmatig extra politieaandacht vragen. Maar strafrechtelijke, respressieve maatregelen kunnen alleen het sluitstuk zijn van een integrale aanpak. Veelplegers kenmerken zich veelal door een combinatie van problematieken. (Na)Zorg is dan ook een belangrijk aspect om veelplegerproblematiek terug te dringen. Het creeëren van woon- en werkgelegenheid voor deze groep mensen is een voorbeeld daarvan. Met ketenpartners maken we binnen het Veiligheidshuis afspraken over de diverse aanpakken. De politie wenst een serieuze bijdrage te leveren aan het veiligheidshuis in de gemeente Leiden. In 2011 zal het het Veiligheidshuis en de aanpak van veelplegers die daarin thuishoort doorontwikkeld worden. Met diverse betrokken partijen wroden afspraken gemaakt over een persoonlijke aanpak, waarbij de politie haar repressieve taken uitvoert waar nodig. Tevens ondersteunt de politie het regionale kompas 2008-2013 genaamd “Volle Kracht Vooruit”, dat het uitvoeringsprogramma van de beleidsvisie voor de Verslavingszorg en de Maatschappelijke Opvang Zuid-Holland Noord weergeeft. De in 2010 ingezette integrale aanpak op het gebied van drugsoverlast wordt in 2011 voortgezet. Ten eerste worden de geldende alcohol- en blowverboden worden gehandhaafd waar nodig. Daarnaast zal de combinatie van een groepsgebonden (verslaafden / drugsgebruikers als groep) en persoonsgebonden (individuele) aanpak verder worden toegepast. Bekende drugs- en dealpanden worden aangepakt door team Opsporing als hier een duidelijke mate van overlast bij komt kijken. Op dergelijke signalen wordt adequaat ingespeeld. Ook zal de extra aandacht voor illegale hennepteelt ook in 2011 blijven bestaan, waarbij er in het kader van de integrale aanpak van dit probleem nadrukkelijk wordt samengewerkt met de gemeente, de belastingdienst, woningbouwcorporaties en energiemaatschappijen. Waar nodig zullen bestuursrechtelijke maatregelen worden ingezet. Bedrijvigheid en veiligheid – Criminaliteit tegen bedrijven: bedrijfsinbraken Op verschillende bedrijventerrein binnen de gemeente Leiden zijn ondernemers, gemeente en politie bezig met het opzetten van het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Het KVO is voortgevloeid uit het project Schoon, Heel en Veilig. Ondernemers, gemeente en politie werken binnen het KVO samen om de veiligheid van personen, een ongestoord en rechtmatig gebruik van goederen en zaken en de 14
uitstraling op de bedrijventerreinen te bevorderen. Hiertoe geldt een wederzijdse inspanningsverplichting, ieder voor wat betreft de eigen verantwoordelijkheden. In navolging van het centrum wordt het KVO verder verspreid over Leiden. In het winkelgebied van het centrum van Leiden is er specifiek toezicht. De wijkagent van het centrumgebied heeft daarnaast goede contacten met ondernemers en zit in verschillende overleggremia. In de donkere maanden, met name in de koopavonden rond kerst en sinterklaas, is er gerichte surveillance in burger. Ook is er een samenwerkingsverband met (de beveiliging van) het LUMC, aangezien hier regelmatig diefstallen plaatsvinden. Bij de bedrijfsinbraken is een verschuiving te zien van inbraken in scholen naar inbraken in sportcomplexen. Dit heeft mogelijk te maken met een toenemende beveiliging van scholen, bijvoorbeeld opgelegd door de verzekering maar veel is hier niet over bekend. Vanuit de politie is het idee dat de sportcomplexen zelf deels ook debet zijn aan de inbraak. De kantine, kleedkamer of bestuursruimte is slecht afgesloten, kleingeld blijft in de kassalade liggen en na een eerste inbraak wordt nauwelijks iets aangepast aan de beveiliging of sloten. In 2011 zal hier in samenwerking met partners meer aandacht aan worden besteed. Jeugd en veiligheid – Jeugdoverlast en -criminaliteit Jeugdoverlast komt op diverse plaatsen binnen de gehele gemeente Leiden in meer- of mindere mate voor. Bij jeugdoverlast gaat het nadrukkelijk ook om kennen en gekend worden. We proberen zoveel mogelijk een persoonsgerichte aanpak toe te passen. Het niveau van de jeugdoverlast is de laatste jaren stabiel. Wel is het zo dat soms op bepaalde locaties sprake is van stijgende overlast. De politie kan hier handhaven, teneinde de overlast aan te pakken. Jongeren op deze locaties die problemen veroorzaken worden zoveel mogelijk uit de anonimiteit gehaald en worden er spelregels vastgesteld men hen. Als deze spelregels worden overtreden wordt er handhavend opgetreden. Hiertoe is ook de samenwerking met jongerenwerk van belang. In 2011 zal deze samenwerking geïntensiveerd worden. Conform de landelijke shortlistmethodiek Beke zijn de jeugdgroepen binnen de gemeente Leiden in kaart gebracht en geclassificeerd volgens de indeling hinderlijk, overlastgevend of crimineel. Binnen de gemeente Leiden zijn 8 hinderlijke, 3 overlastgevende en 1 criminele jeugdgroep actief. Eind 2010 is er een start gemaakt met de actieve aanpak van de 3 overlastgevende en criminele jeugdgroepen. Afhankelijk van de risicoclassificatie neemt de gemeente, of de politie met OM het initiatief voor die aanpak. Bij hinderlijke groepen ligt het zwaartepunt bij het Jeugd en Jongenwerk en het Sociaal Cultureel werk en bij de criminele groep de strafrechtelijke aanpak. De overlastgevende groepen zullen met een specifiek voor elke groep uitgezochte mix van maatregelen worden tegemoet getreden. Jeugdoverlast heeft ook een link met alcohol- en drugsgebruik. In dat kader zullen de geldende alcohol- en blowverboden gehandhaafd worden waar nodig. Voordat de jeugd naar het uitgaanscentrum gaat, doet ze zich tegoed aan zelf ingeslagen alcoholische dranken, om de rekening in de horeca zo laag mogelijk te houden. Jeugdigen die al in beschonken staat zijn moeten niet worden toegelaten in de horeca-inrichtingen. Hierover hebben wij contact met verschillende horecainstanties. Daarnaast dient er ook aandacht te worden besteed aan een preventieve aanpak van alcoholgebruik onder jongeren. Handhaving van de leeftijdsgrens voor alcohol-verkoop is hierbij een belangrijke voorwaarde. Dit tegengaan van alcohol- en drugsgebruik kan ook geweld in de horeca doen afnemen. De politie heeft een wijkagent vrijgemaakt die zich alleen bezighoudt met winkeliers en horecagelegenheden in de binnenstad van Leiden. In 2010 is in samenwerking met de gemeente actie ondernomen om de problematiek rondom horecagelegenheid de Harmonie aan te pakken. Dit bestond onder andere uit extra toezicht en een lik-op-stuk beleid, ondersteund door een communicatie-campagne vanuit de gemeente. In 2011 zal deze aanpak verder vormgegeven worden. Ook worden voor de gehele stad de mogelijkheden onderzocht of toepassing van het Keurmerk Veilig Uitgaan en preventief fouilleren binnen het uitgaansgebied van Leiden mogelijk is.
15
Bijlage Districtsjaarplan Leiden en omstreken 2011
Gemeente Zoeterwoude
Werkgebied De gemeente Zoeterwoude kent ongeveer 8.100 inwoners en grenst aan de gemeenten Leiden Leiderdorp, Voorschoten, Zoetermeer, Leidschendam en Rijnwoude. De gemeente heeft drie kernen: Zoeterwoude-Dorp, Zoeterwoude-Rijndijk en Gelderswoude alsmede een aantal buurtschappen. De gemeente is gelegen in “Het Groene Hart” van de Randstad en bestaat uit een groot veenweidegebied met enerzijds diverse agrarische bedrijven, maar anderzijds ook industrie. Op het industrieterrein De Grote Polder zijn in totaal 132 verschillende bedrijven gevestigd waarvan een aantal grote internationale spelers zoals Heineken, Frigo Mundo/Zandbergen en 3M. Door het gebied gaan aan aantal grote verkeersaders zoals de N11 en de N206, maar ook de A4. Speciale aandacht gaat uit naar jeugdsoos Utopia die af en toe speciale aandacht vraagt. In het bijzonder de Rijndijk kenmerkt zich als een wijk met sociaal/maatschappelijk een wat zwakkere sociale bevolking, doch een redelijk grote sociale controle onderling. Dit zorgt ervoor dat lang niet overal de politie voor wordt benaderd.
Prioriteiten Integraal Veiligheidsbeleid De gemeente Zoeterwoude kent een Actieplan Integrale Veiligheid 2009-2010. Aan het eind van ieder jaar wordt het actieplan herzien. Aangezien er nog geen speerpunten voor 2011 zijn benoemd, worden hieronder de speerpunten voor 2010 weergegeven: diefstal uit auto’s – informeren autobezitters over gebruik stickers “buit eruit” woninginbraken – tegengaan aantal woninginbraken integrale handhaving – onderzoek naar behoefte naar beleid, inclusief toepassing wet BIBOB In 2011 wordt door de politie naast diverse andere activiteiten concreet ingezet op drie lokale veiligheidsvelden, te weten veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid en jeugd en veiligheid. Voor de lopende activiteiten geldt dat op basis van het lokale veiligheidsbeeld geen extra of gewijzigde politie-inzet nodig is en de werkzaamheden onderdeel zijn van onze doorgaande professionele taakuitvoering. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aanpak van (huiselijk) geweld en woninginbraken die via vaste protocollen en werkmethoden worden toegepast. Zie hiervoor mede het districtelijke jaarplan. Daar waar nodig worden gedurende het jaar in samenspraak met het bestuur korte termijn keuzes gemaakt over de politie-inzet op deze thema’s. Hieronder volgt een beknopt overzicht van op de lokale veiligheidsvelden van de gemeente Zoeterwoude die, gelet op de aard en omvang van de problematiek, ook in 2011 extra of specifieke aandacht vragen.
Veilige woon- en leefomgeving / bedrijvigheid en veiligheid – Diefstal af/uit auto’s In voorkomende gevallen wordt er ingebroken in voertuigen die op het bedrijventerrein ‘de Grote Polder’. Preventie door middel van het flyeren met folders “Auto op slot, Buit eruit” is een goed middel om voertuigeigenaren bewust te maken van hun eigen rol ter voorkoming van diefstal uit auto’s. Op het bedrijventerrein de Grote Polder vinden ook diefstallen uit bedrijven plaats en in een enkel geval diefstal van de lading van vrachtwagens. Er zijn goede contacten met het particuliere beveiligingsbedrijf van het bedrijventerrein. De samenwerking met deze partij zal in 2011 nadrukkelijker vormgegeven worden.
Veilige woon- en leefomgeving / bedrijvigheid en veiligheid – woninginbraken Binnen de gehele gemeente Zoeterwoude komen regelmatig woninginbraken voor. De gemeente is makkelijk bereikbaar gezien de ligging langs een aantal uitvalswegen, maar er lijkt geen sprake te zijn van zogenaamd ‘mobiel banditisme’. Als politie zetten wij naast preventie, door middel van nabezoeken en buurtonderzoek, in op repressie. Verdachte situaties krijgen een hogere prioriteit toebedeeld en de inzetstrategie wordt hierop aangepast. Op daders wordt waar mogelijk de persoonsgerichte aanpak losgelaten. 16
Samen met de gemeente Zoeterwoude worden er waar nodig voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd bij een stijging van het aantal woninginbraken binnen de gemeente. Ook Keurmerk Veilig Wonen is een middel dat door de gemeente gebruikt wordt om het woninginbraakrisico terug te dringen. Preventiebrieven van politie en gemeente gezamenlijke worden huis aan huis verspreidt na een woninginbraak. Jeugd en veiligheid - Jeugdoverlast Binnen de gemeente Zoeterwoude concentreert de jeugdoverlast zich voornamelijk rondom de Oranjelaan in Zoeterwoude-Rijndijk. De groep gedraagt zich regelmatig hinderlijk, maar daar houdt hun problematisch gedrag dan ook mee op. Diverse wijkbewoners hebben last van hun asociale gedrag: geluidsoverlast, de rotzooi die ze achterlaten, het heen-en-weer rijden met brommers en scooters. In 2011 zal verder ingezet worden op deze groep in samenwerking met de gemeente conform de BEKE-methodiek. In 2011 zal de gemeente Zoeterwoude mogelijkerwijs aansluiten bij het veiligheidshuis in Leiden. De politie ondersteunt de samenwerking vanuit een veiligheidshuis, in welke vorm dan ook.
17
Bijlage Districtsjaarplan Leiden en omstreken 2011
Gemeente Voorschoten Werkgebied De gemeente Voorschoten, “Durf te Kiezen”, heeft ondanks zijn ligging in de Randstad een redelijk dorps karakter kunnen behouden. Voorschoten is een forenzengemeente, hetgeen betekent dat veel inwoners elders hun werk hebben. De gemeente is opgedeeld in verschillende wijken met ieder een eigen karakter, doch zonder grote onderlinge verschillen. Industrie is in Voorschoten op een drietal locaties geconcentreerd, doch qua omvang zeer bescheiden. Er is in Voorschoten geen voor de omgeving risicovolle industrie gevestigd. Door de ligging tussen Leiden en Den Haag vormt Voorschoten een Noord – Zuid verbinding tussen deze gemeenten, hetgeen de nodige verkeersbewegingen met zich mee brengt. Tevens loopt door de gemeente één van Nederlands drukste spoorlijnen. Maatschappelijk gevoelige objecten zijn de British School of the Netherlands, een kleine moskee en de verschillende woonadressen van inwoners, welke doelwit kunnen zijn van verschillende actiegroepen. Genoemde risicolocaties vergen met name in tijden van maatschappelijke onrust extra capaciteit t.b.v. toezicht en bewaking. In de gemeente Voorschoten zijn verschillende woningbouwlocaties in ontwikkeling. Deze locaties worden primair gebouwd volgens de voorschriften van het keurmerk “Veilig wonen”. De bestaande locatie “Dobbewijk” wordt aan het keurmerk “Veilig ondernemen” aangepast. Prioriteiten Integraal Veiligheidsbeleid In haar integraal veiligheidsplan 2010-2013 heeft de gemeente Voorschoten vijf speerpunten voor de komende jaren benoemd. Begin 2011 zal een uitvoeringsplan worden gemaakt voor de prioriteiten voor dat jaar. Vooralsnog gelden onderstaande prioriteiten onverminderd: Vermindering woninginbraken en diefstal Aanpak (huiselijk) geweld en geweld tegen ambtenaren Voorkomen jeugdoverlast Aanpak verkeersveiligheid Actualisatie rampenplan In 2011 wordt door de politie naast diverse andere activiteiten concreet ingezet op vier van de bovenstaande vijf lokale veiligheidsthema’s. De actualisatie van het rampenplan is een gemeentelijke activiteit. Voor de hier niet genoemde activiteiten geldt dat op basis van het lokale veiligheidsbeeld geen extra of gewijzigde politie-inzet nodig is en de werkzaamheden onderdeel zijn van onze doorgaande professionele taakuitvoering. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aanpak van overvallen. Ook het veiligheidsveld Integriteit en veiligheid wordt in de reguliere taakstelling meegenomen. Daar waar nodig worden gedurende het jaar in samenspraak met het bestuur korte termijn keuzes gemaakt over de politie-inzet op deze thema’s. Hieronder volgt een beknopt overzicht van op de lokale veiligheidsvelden van de gemeente Voorschoten die, gelet op de aard en omvang van de problematiek, ook in 2011 extra of specifieke aandacht vragen. Veilige woon- en leefomgeving - Vermindering woninginbraken en diefstal Binnen de gehele gemeente Voorschoten komen regelmatig woninginbraken voor. De gemeente is makkelijk bereikbaar gezien de ligging langs een aantal uitvalswegen, maar er lijkt geen sprake te zijn van zogenaamd ‘mobiel banditisme’. Samen met de gemeente Voorschoten worden er waar nodig voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd bij een stijging van het aantal woninginbraken binnen de gemeente. Ook Keurmerk Veilig Wonen is een middel dat door de gemeente gebruikt wordt om het woninginbraakrisico terug te dringen. Voor gedupeerden van een inbraak biedt de gemeente een kostenloos preventieadvies aan, en er is een susidieregeling voor bewonders die hun woning volgens het Keurmerk Veilig Wonen inrichten. Preventiebrieven van politie en gemeente gezamenlijke worden huis aan huis verspreidt na een woninginbraak. Als politie zetten wij naast preventie, door middel van nabezoeken en buurtonderzoek, in op repressie. Verdachte situaties krijgen binnen bepaalde wijken een hogere prioriteit toebedeeld en de inzetstrategie wordt hierop aangepast. Op daders wordt waar mogelijk de persoonsgerichte aanpak losgelaten. 18
Veilige woon- en leefomgeving - Aanpak (huiselijk) geweld en geweld tegen ambtenaren Vanuit het project "Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan" zijn er in het verleden vele maatregelen getroffen om (gewelds)incidenten in het uitgaanscircuit tegen te gaan. Het project, een samenwerking tussen de horeca in Voorschoten, de politie en de gemeente, heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen aangezien het aantal incidenten fors is afgenomen. De contacten met de gemeente rondom het instellen van huisverboden loopt prima. Er zijn in de eerste acht maanden van 2010 5 huisverboden opgelegd. Met betrekking het programma Veilige Publieke Taak zijn er tussen de gemeente en de politie nadere afspraken gemaakt over de invulling van de eenduidige landelijke afspraken, zoals die onder andere staan vermeldt in het agressieprotocol van de gemeente. Jeugd en veiligheid - Voorkomen jeugdoverlast Binnen de gemeente Voorschoten concentreert de jeugdoverlast zich voornamelijk rondom het Burgemeester Berkhoutpark en in mindere mate rondom/in het park Adegeest. Dit manifesteert zich onder andere door rommel in het park. De gemeente heeft aangegeven hier infrastructurele maatregelen te treffen waardoor de zichtbaarheid wordt vergroot, en tevens zullen prullenbakken worden geplaatst. De parken worden binnen de reguliere dienst gecontroleerd. Binnen de gemeente Voorschoten geldt een alcoholverbod in alle parken en op/rondom schoolpleinen. Ter voorkoming van jeugdoverlast zal de politie dit alcoholverbod blijven handhaven. De groep in het Burgemeester Berkhoutpark is altijd kleiner dan 20 jongeren en heeft een gemengde etnische achtergrond. De groep is niet heel erg toegankelijk voor de politie / wijkagent. In 2011 zal hier verder op ingezet worden in samenwerking met de gemeente conform de BEKE-methodiek. In 2011 zal mogelijkerwijs de gemeente Voorschoten aansluiten bij het veiligheidshuis in Leiden. De politie ondersteunt de samenwerking vanuit een veiligheidshuis, in welke vorm dan ook. Fysieke veiligheid - Aanpak verkeersveiligheid Jaarlijks vallen er in het verkeer meer doden dan in alle (andere) vormen van criminaliteit en overlast samen. Voorschoten kent gezien haar ligging tussen Leiden en Den Haag de nodige verkeersbewegingen binnen de gemeente. Dit gaat soms ook gepaard met de nodige verkeersovertredingen en -ongevallen. De gemeente is wegbeheerder van bijna alle wegen binnen de gemeente. Een wegbeheerder is verantwoordelijk voor de kwaliteit van haar wegennet en daarmee ook de veiligheid. Waar nodig adviseert de politie de gemeente Voorschoten op het gebied van onveilige situaties die niet door middel van handhaving kunnen worden opgelost. Want veiligheid begint bij voorkomen. Op specifieke hotspots handhaven wij als politie. Meerdere malen per jaar vinden er (integrale) verkeerscontroles plaats waar het Regionaal Verkeers Handhavings Team (RVHT) bij ondersteunt. De nationaal vastgestelde ‘Verkeerskalender’ wordt hierbij als basis gebruikt.
19
Bijlage Districtsjaarplan Leiden en omstreken 2011
Gemeente Oegstgeest
Werkgebied Oegstgeest ligt als gemeente met circa 23.000 inwoners ingeklemd door de A44 aan de ene kant en de spoorlijn tussen Leiden en Amsterdam aan de andere kant. Oegstgeest is één van de vroegst bewoonde gebieden van het kustgebied en kent daardoor een groot aantal rijksmonumenten, waarvan kasteel Endegeest en Oud-Poelgeest de bekendste zijn. Qua natuurrecreatie is er de Kagerzoom en de Klinkenbergerplas, die in de zomer druk bezocht worden en in voorkomende gevallen voor recreatieoverlast zorgt. De vestiging van Rivierduinen, organisatie voor geestelijke gezondheidszorg, vraag af en toe extra politie-inzet.
Prioriteiten Integraal Veiligheidsbeleid De gemeente Oegstgeest kent een Kadernota integrale veiligheid Oegstgeest/Teylingen 2007-2010. Momenteel is de ontwikkeling gaande voor een nieuw jaarplan 2011, voortkomend uit deze kadernota. In 2011 wordt er gestart met de ontwikkeling van een nieuw meerjarig Kadernota. Er zijn hierdoor nog geen speerpunten voor 2011 benoemd, wel een groot aantal veiligheidsthema’s; van botsende levensstijlen tot stankoverlast, van overlastgevende jeugdggroepen tot ongevallen binnenshuis. Contact met de gemeente Oegstgeest leverde de prioriteiten jeugdoverlast, verloedering in de buurt, onveiligheidsgevoelens en woninginbraken op. In 2011 wordt door de politie naast diverse andere activiteiten concreet ingezet op een aantal lokale veiligheidsproblemen. Voor de lopende activiteiten geldt dat op basis van het lokale veiligheidsbeeld geen extra of gewijzigde politie-inzet nodig is en de werkzaamheden onderdeel zijn van onze doorgaande professionele taakuitvoering. Dit geldt voor de aanpak van bijvoorbeeld fietsendiefstal, huiselijk geweld en diefstal uit auto’s die via vaste protocollen en werkmethoden worden toegepast. Daar waar nodig worden gedurende het jaar in samenspraak met het bestuur korte termijn keuzes gemaakt over de politie-inzet op deze thema’s. Hieronder volgt een beknopt overzicht van op de lokale veiligheidsvelden van de gemeente Oegstgeest die, gelet op de aard en omvang van de problematiek, ook in 2011 extra of specifieke aandacht vragen. Veilige woon- en leefomgeving – Woninginbraken Binnen de gemeente Oegstgeest is er een bovengemiddeld aantal woninginbraken. Er zijn binnen de gemeente tactoren die de kans op woninginbraak negatief beinvloeden: een lommerrijke omgeving, dure, grote huizen met bijbehorende inrichting, oude huizen die niet altijd optimaal beveiligd zijn, niet verlichte/onoverzichtelijke brandgangen en goede uitvalswegen voor de daders. In het recente verleden zijn er veel preventieve activiteiten verricht; het project “witte voetjes’, het onder de aandacht brengen van Keurmerk Veilig Wonen, en flyeren in de wijken. In 2011 zal, op de momenten dat woninginbraken te verwachten zijn, verscherpt en gericht gesurveilleerd gaan worden. Buurtonderzoeken zullen breder worden verricht dan alleen de naaste buren. Er zal in de onmiddellijke nabijheid geflyerd gaan worden, waarbij ingespeeld wordt op de veiligheidsgevoelens van de bewoners, die soortgelijke woningen bezitten. Ook zal er worden ingezet om de reeds aanwezige onderlinge sociale controle nog verder te optimaliseren en ook de samenwerking te zoeken met bewoners en een goede follow-up te garanderen in geval van gedane melding. Jeugd en veiligheid – Jeugdoverlast en –criminaliteit Jeugdoverlast komt op diverse plaatsen binnen de gehele gemeente Oegstgeest in meer- of mindere mate voor. Binnen de gemeente is conform de BEKE-methodiek 1 specifiek hinderlijke jeugdgroep actief, namelijk de zogenaamde Oegstgeestgroep. Bij hinderlijke groepen ligt het zwaartepunt bij het Jeugd en Jongenwerk en het Sociaal Cultureel werk. Bij jeugdoverlast gaat het nadrukkelijk ook om kennen en gekend worden. We proberen zoveel mogelijk een persoonsgerichte aanpak toe te passen. Het niveau van de jeugdoverlast is de laatste jaren stabiel. Wel is het zo dat soms op bepaalde locaties sprake is van stijgende overlast. De politie kan hier handhaven, teneinde de overlast aan te pakken. Jongeren op deze locaties die problemen veroorzaken worden zoveel mogelijk uit de 20
anonimiteit gehaald en worden er spelregels vastgesteld men hen. Als deze spelregels worden overtreden wordt er handhavend opgetreden. Naar verwachting zal de gemeente Oegstgeest in 2011 aansluiten bij het Leidse veiligheidshuis, waarin jeugdoverlast een belangrijk thema is. Verschillende doelgroepen jongeren worden hier persoonsgericht besproken en aangepakt. Jeugdoverlast heeft ook een link met alcohol- en drugsgebruik. Er bestaat een relatie met de gemeente Leiden op het gebied van horecabezoek. Voordat de jeugd naar het uitgaanscentrum gaat, doet ze zich tegoed aan zelf ingeslagen alcoholische dranken, om de rekening in de horeca zo laag mogelijk te houden. Jeugdigen die al in beschonken staat zijn moeten niet worden toegelaten in de horeca-inrichtingen. Daarnaast dient er ook aandacht te worden besteed aan een preventieve aanpak van alcoholgebruik onder jongeren. Handhaving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop is hierbij een belangrijke voorwaarde. Dit tegengaan van alcohol- en drugsgebruik kan ook geweld in de horeca doen afnemen.
21
Bijlage Districtsjaarplan Leiden en omstreken 2011
Gemeente Leiderdorp Werkgebied Gemeente Leiderdorp heeft ruim 26.000 inwoners. Lange tijd was Leiderdorp een klein dorp tussen de Does en de Rijn, maar vanaf de jaren zestig werden veel woningen gebouwd en groeide snel uit tot haar huidige omvang. Ook in de huidige tijd is Leiderdorp volop in beweging. Zo is er de aanleg van de verbreding van Rijksweg A4 en het daarmee samenhangende Masterplan W4; het Centrumplan; het Integrale Verkeersveiligheidsplan (I.V.V.P.) etc. etc. Leiderdorp kent twee industrieterreinen ‘De Baanderij en ‘De Lage Zij’. De veiligheid op en rondom deze industrieterreinen heeft de aandacht van de gemeente en politie. In Leiderdorp zijn een ziekenhuis en enkele scholingsinstituten (L.O.I., ROC, Visser ’t Hooft) aanwezig waarheen vanuit de regio veel mensen trekken. Het regionale convenant Veilige School is op de scholengemeenschappen van toepassing. Het wegennet in Leiderdorp is niet toegerust op de grote toename van het forensenverkeer van de laatste jaren. Vooral de doorgangswegen lopen hierdoor vast, waarbij ook een tijdige hulpverlening in het gedrang komt. Prioriteiten Integraal Veiligheidsbeleid De gemeente Leiderdorp kent de Kadernota Integrale Veiligheid 2006-2009. Formeel is deze kadernota ten einde. De gemeenten is momenteel bezig met de uitwerking van nieuwe prioriteiten volgens de VNG-Kernbeleid methode. Contact met de gemeente Leiderdorp leverde de volgende nog abstracte prioriteiten voor 2011 op, welke nader uitgewerkt zullen worden. crisisbeheersing; huiselijk geweld; inbraken; handhavingsbeleid; drank en horecabeleid; veiligheidseffectrapportage; veiligheidshuis. In 2011 wordt door de politie naast diverse andere activiteiten concreet ingezet op een aantal lokale veiligheidsvelden. Voor de lopende activiteiten geldt dat op basis van het lokale veiligheidsbeeld geen extra of gewijzigde politie-inzet nodig is en de werkzaamheden onderdeel zijn van onze doorgaande professionele taakuitvoering. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aanpak van (huiselijk) geweld die via vaste protocollen en werkmethoden worden toegepast. Daar waar nodig worden gedurende het jaar in samenspraak met het bestuur korte termijn keuzes gemaakt over de politie-inzet op deze thema’s. Hieronder volgt een beknopt overzicht van op de lokale veiligheidsvelden van de gemeente Leiderdorp die, gelet op de aard en omvang van de problematiek, ook in 2011 extra of specifieke aandacht vragen. Veilige woon- en leefomgeving – Criminaliteit en overlast rondom de Winkelhof In het winkelcentrum de Winkelhof en de directe omgeving hiervan worden veel vormen van veel voorkomende criminaliteit gesignaleerd. Vernielingen, jeugdoverlast, auto-inbraak, fietsendiefstal, winkeldiefstal en zakkenrollerij vormen het merendeel van de zichtbare vormen van criminaliteit in dit gebied. De gemeente voert in 2011 met betrekking tot de voorgenomen uitbreiding van de Winkelhof een ‘beperkte veiligheid effectrapportage’ (VER) uit. De Veiligheidseffectrapportage (VER) maakt de veiligheidsrisico’s van ruimtelijke plannen en bouwplannen inzichtelijk. Nog voor de daadwerkelijke bouw begint, worden mogelijke risico’s in beeld gebracht en veiligheidsmaatregelen voorgesteld. Als politie zullen wij vanuit onze deskundigheid waar mogelijk input leveren voor deze VER. Verder werken wij samen met de particuliere beveiliging binnen de Winkelhof. Ook vindt er gerichte surveillance plaats. Veilige woon- en leefomgeving – Woninginbraken De woninginbraken worden voornamelijk afgehandeld via een standaardaanpak. Als politie zetten wij naast preventie, door middel van nabezoeken en buurtonderzoek, in op repressie. Verdachte situaties krijgen als er sprake is van een stijgend aantal inbraken een hogere prioriteit toebedeeld en de inzetstrategie wordt hierop aangepast. Op daders wordt waar mogelijk de persoonsgerichte aanpak losgelaten. 22
De gemeente heeft met betrekking tot het Keurmerk Veilig Wonen prestatieafspraken met de woningbouwvereniging gemaakt. Mogelijkerwijs gaat er in 2011 verdere voorlichting en communicatie naar de inwoners van Leiderdorp plaatsvinden om het aantal woninginbraken terug te dringen. Veel inbraken en diefstallen uit woningen vinden namelijk plaats doordat hiervoor de gelegenheid wordt geboden. Insluipingen door openstaande achterdeuren van de woning in de zomerperiode zijn hier een voorbeeld van. Alertheid van de bewoners zelf, in de strijd tegen woninginbraken, is hierbij zeer belangrijk. Jeugd en veiligheid – Jeugdoverlast en – criminaliteit Jeugdoverlast komt op diverse plaatsen binnen de gehele gemeente Leiderdorp in meer- of mindere mate voor. Conform de landelijke shortlistmethodiek Beke zijn de jeugdgroepen binnen de gemeente Leiderdorp in kaart gebracht en geclassificeerd volgens de indeling hinderlijk, overlastgevend of crimineel. Binnen de gemeente zijn 2 hinderlijke jeugdgroepen actief. De zogenaamde Winkelhofgroep en de Vogelwijkgroep. Bij hinderlijke groepen ligt het zwaartepunt bij het Jeugd en Jongenwerk en het Sociaal Cultureel werk. Bij jeugdoverlast gaat het nadrukkelijk ook om kennen en gekend worden. We proberen zoveel mogelijk een persoonsgerichte aanpak toe te passen. Het niveau van de jeugdoverlast is de laatste jaren stabiel. Wel is het zo dat soms op bepaalde locaties sprake is van stijgende overlast. De politie kan hier handhaven, teneinde de overlast aan te pakken. Jongeren op deze locaties die problemen veroorzaken worden zoveel mogelijk uit de anonimiteit gehaald en worden er spelregels vastgesteld men hen. Als deze spelregels worden overtreden wordt er handhavend opgetreden. Momenteel zijn er in Leiderdorp zes JOP’s. Vijf vanuit de gemeente en een vanuit de woningbouwcoöperatie. Een JOP staat nog in de planning om in het komende jaar geplaatst te worden. Hiernaast wordt de mogelijkheid voor een jongerencentrum in de Bloemerd nog onderzocht door de gemeente. Met prioritering van het thema jeugdoverlast en –criminaliteit wordt aangesloten bij de prioriteit veiligheidshuis van de gemeente Leiderdorp. Naar verwachting zal de gemeente Leiderdorp in 2011 aansluiten bij het Leidse veiligheidshuis, waarin jeugdoverlast een belangrijk thema is. Verschillende doelgroepen jongeren worden hier persoonsgericht besproken en aangepakt. Jeugdoverlast heeft ook een link met alcohol- en drugsgebruik. Er bestaat een relatie met de gemeente Leiden op het gebied van horecabezoek. Voordat de jeugd naar het uitgaanscentrum gaat, doet ze zich tegoed aan zelf ingeslagen alcoholische dranken, om de rekening in de horeca zo laag mogelijk te houden. In Leiderdorp is de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) recentelijk aangepast. Hierin zijn plaatsen opgenomen waar het nuttigen van alcohol in het publieke domein niet is toegestaan. Het gebruik van alcohol bij Jongeren ontmoetingsplaatsen (JOPS) is conform de APV niet toegestaan waardoor handhaving mogelijk is. De mate van overlast is vaak leidend in de afweging tot al dan niet handhavend optreden. Jeugdigen die al in beschonken staat zijn moeten niet worden toegelaten in de horeca-inrichtingen. Daarnaast dient er ook aandacht te worden besteedt aan een preventieve aanpak van alcoholgebruik onder jongeren. Handhaving van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop is hierbij een belangrijke voorwaarde. Dit tegengaan van alcohol- en drugsgebruik kan ook geweld in de horeca doen afnemen.
23