POLENEXCURSIE
2014
OPDRACHTEN
Helicon-opleidingen MBO Boxtel Afdeling Milieu & Ruimte en Toegepaste Biologie Białowieża & Biebrza
12 – 20 april 2014 Wiet van Bragt François Hermans Piet de Jongh Kees Margry Bregje Verhoeven
Algemeen: In het oosten van Polen, tegen de Wit-Russische grens, ligt het dorp Białowieża (spreek uit: Biejawoviejèzja). Bij dit dorp ligt het laatste restant van het oorspronkelijke laaglandbos van Europa. Ongeveer 150 km naar het noordwesten ligt het stroomdal van de Biebrza (hier spreek je de r niet uit). Dit is een ongerept rivierdal waar de natuurlijke dynamiek nog verschillende ecologische processen mogelijk maakt. Beide gebieden worden daardoor als referentiegebied van het Nederlandse natuurbeleid gezien. In het kader van de opleiding Milieu & Ruimte (M43) en Toegepaste biologie (O42) wordt leerlingen de kans geboden om beide gebieden te bezoeken. In het voorjaar zal deze excursie plaatsvinden. De excursie vind plaats in een gewone schoolweek. Omdat deze excursie een impact heeft op zowel het schoolprogramma als de financiering, wordt aan het begin van het schooljaar een informatieavond georganiseerd, waarbij ook ouders / verzorgers kennis kunnen nemen van de opzet van deze excursie. Daarna vind de aanmelding plaats. Als er voldoende aanmeldingen zijn gaat de excursie door. Leerlingen die niet mee kunnen gaan krijgen alternatieve opdrachten in Nederland. Voor aanvang van de reis zullen er opdrachten worden voorbereid. Tijdens de excursie zullen er rondleidingen worden gegeven door gidsen en opdrachten moeten worden uitgevoerd. Na de Polenexcursie zal het eigen onderzoek met een rapportage moeten worden afgerond.
Overzicht opdrachten
Opdracht
Benodigdheden
Opdracht
In Nederland vooraf Kaartopdracht
Toets Polenkennis
Opdracht voor Polenweek kiezen
In Polen Opdracht die gekozen is uitvoeren Presentatie in het Engels Excursies
Lezing De ultieme kans Na Polen Verslag van onderzoek
-
-
beschrijving kaartopdracht kaart Polen (kaartbak) lijst te kiezen wersten informatiebundel toelichting op informatiebundel met Engelstalige begrippen bundel met beschreven opdrachten om uit te kiezen
1
2
3
Eigen materiaal Eigen PowerPoint Stefan Bialowieza Nationaal Park Biebrza Nationaal Park Met docenten Mammal institute Turflijst
3 3
Eigen materiaal Materiaal van presentatie
3
4
Onder voorbehoud
Benodigdheden: dit opdrachtenpakket Informatiepakket om te leren. een pakket met vertalingen Engels Nederlands en Nederlands Engels lijst met groepjes van wersten ten behoeve van de kaartopdracht (begeleidende docent) opgeplakte en losse kaarten van het gebied in Polen (lokaal 75) Zorg dat je de Polenexcursie goed voorbereid. Met des te meer plezier zul je aan de excursie deelnemen.
Opdracht 1 Kaartenopdracht Polen. Gedurende de studiereis in Polen zul je vaak met excursies bepaalde gebieden bezoeken. Omdat je ook op eigen gelegenheid het veld in moet voor opdrachten en je bovendien de gelegenheid krijgt om 's morgens extra vroeg op te staan om te genieten van de ecologische waarden van dit bijzonder mooie gebied, is het belangrijk dat je goed kaart kunt lezen omdat: - je anders interessante dingen, die op de kaarten staan, zult missen - de begeleiding jou uiteindelijk toch wel zal gaan missen als je al een paar dagen verdwaald en doelloos in het bos rond loopt te zwerven. Materiaal: Voor deze opdracht kun je gebruik maken van de twee belangrijkste topografische kaarten van het bosgebied rond Bialowieza. Voor sommige vragen kan het raadzaam zijn om een atlas te raadplegen, omdat daarin overzichtelijkere kaarten staan. Elk groepje van 2 leerlingen kiest een blok van 6 vierkante werst uit. Een werst is een Russische lengtemaat en is omgerekend 1067 meter. Het is gemakkelijker om deze lengtemaat aan te houden omdat de indeling in blokken op de kaarten ook uitgaat van deze lengtemaat. Beantwoord voor het toegewezen gebied de volgende 14 vragen op een apart blaadje en lever het in. (één opdracht per 2 personen) 1. Vermeld jullie beide namen en de klas. 2. Vermeld de nummers van de blokken, waaruit jullie gebied bestaat. 3. Vermeld de status van het gebied. In hoeverre is er sprake van Nationaal Park of beschermd gebied? Heeft dit gevolgen voor de toegankelijkheid? 4. Vermeld het totaal aantal kilometers voor wat betreft: -verharde weg -spoor -beek 5. Staan er in het gebied beschermde solitaire bomen? Zo ja, hoeveel? 6. Maak een schatting van het percentage bos, dat -jonger is dan 100 jaar -een leeftijd heeft tussen 100 en 150 jaar -ouder is dan 150 jaar 7. Staat het bosgedeelte bekend om het voorkomen van bijzondere diersoorten? Je kunt dit afleiden uit kleine afbeeldingen, die je via de legenda kunt vertalen. Soms wordt een bepaald bosgedeelte toegelicht op de achterkant van de kaart. 8. Loopt er een staatsgrens door het gebied? 9. a. Hoelang zul je moeten lopen van je gebied naar Hotel "Iwa"? b. Vermeld de blokken, die je dan door moet lopen. 10. Hoeveel kilometer is het naar het dichtsbij zijnde busstation? 11. Welke boomsoorten overheersen? 12. Maak een schatting van de voorkomende bosgemeenschappen. 13. Maak een eenvoudige schets van de beken en overige watergangen en geef met pijlen aan in welke richting het water stroomt. Vermeld erbij via welke rivieren en in welke zee het water uiteindelijk uitstroomt. 14. Welk gedeelte van je gebied lijkt je het meest interessant? Beargumenteer je antwoord.
Opdracht 2 Informatiebundel om te leren voor de toets. Los van deze opdrachtenbundel krijg je een informatiepakket over de natuurgebieden in Polen. Dit pakket heeft meerdere functies. De informatie is bedoeld voor: - Algemene achtergrondinformatie over het gebied - Leerstof voor de toets die je krijgt vóór je naar Polen gaat - gebruik bij opdrachten in Polen Om je bij het leren van de stof enigszins te sturen wordt hieronder aangegeven wat je moet kennen / weten: -
topografische ligging van het gebied Betekenis BPN Grootte van het BPN Reden van bijzondere status van BPN in Europa Welke bosgemeenschap (bosassociatie) het meeste (% oppervlak) voorkomt in BPN De geschiedenis van het verdwijnen en terugkeren van de wisent in het gebied Reden van de bijzondere status van het Biebrza gebied in Europa Gevaren van teken (Lyme ziekte en FSME) en voorzorgsmaatregelen die je moet nemen om risico’s zoveel mogelijk te vermijden. Hoe het zit met het voorkomen van de soorten bomen en dieren, die vermeld zijn in onderstaande lijst. De lege vakjes kun je gebruiken om het voorkomen aan te kruisen. Bovendien is het de bedoeling, dat je in verband met de Engelstalige lezing in Polen de namen van veel gebruikte Engelse woorden kunt vertalen: Roedel Hoefdieren Loofbos
: pack : ungulates : deciduous forest
Turflijst, te gebruiken bij het leren voor de toets. Soort
Engelse naam
Berk Beuk Den Eik Els Es Haagbeuk Linde Populier
Birch Beech Pine Oak Alder Ash Hornbeam Lime Poplar
Bever Bruine beer Bunzing Damhert Edelhert Eland Lynx Ree Wasbeer Wasbeerhond Wild zwijn Wilde kat Wisent Wolf Boommarter Steenmarter Noordse spitsmuis
Beaver Brown bear Polecat Fallow deer Red deer Moose / elk lynx Roe deer Raccoon Raccoondog Wild boar Wild cat European bison Wolf Pine marten Beech marten Masked shrew
komt voor in oostPolen
komt voor in Nederland
Opdracht 3 Keuzeopdrachten
In Polen zul je in groepjes aan een gekozen opdracht moeten werken. Hieronder staan een aantal opdrachten uitgelegd. Ook kun je zelf een opdracht bedenken. Daarbij is aangegeven hoe je dan te werk moet gaan. Opdrachten waar je uit kunt kiezen: o o o o o o
Beveropdracht Poelenopdracht Ooievaarsopdracht Bosopdracht Bataafse stroommossel Eigen keuze
Voor elke opdracht geldt: - Je voert de opdracht met minimaal 2 en maximaal 4 personen uit. Dit is ook afhankelijk van de opdracht - Maak een Engelstalige PowerPointpresentatie waarin je de volgende onderdelen verwerkt: o Jullie namen (wie voert het onderzoek uit) o Inleiding doelstelling van het onderzoek (wat ga je onderzoeken) informatie over de soort (gedrag, bouw van het dier, habitat, leefwijze, voortplanting) of het onderwerp (bosonderzoek etc) informatie over het gebied o werkwijze (hoe ga je het onderzoeken) o Invulschema voor resultaten - Mail de PowerPoint voor de afgesproken datum naar je docent - Voer de opdracht in Polen uit - Vul in Polen de gevonden resultaten in - Geef de presentatie in Polen - Bewaar de gegevens van je onderzoek voor het verslag - Maak een verslag met de volgende onderdelen: o Titelblad (titel, namen leerlingen, datum) o Inhoudsopgave o Inleiding (locatie, datum, onderwerp, doel onderzoek etc) o Werkwijze (hoe heb je wat waar gedaan. Meetapparatuur en andere benodigdheden etc) o Resultaten (kaartje met legenda, opmerkingen, evt tabellen, grafieken) o Discussie en conclusie (vergelijking met literatuur, zie je een trend, etc) o dankwoord o literatuurlijst - lever het verslag in met één nietje links boven
Beveropdracht Inleiding In Polen zijn nog verschillende gebieden waar bevers (Castor fiber) met “gewone” populatiegroottes voorkomen. Doel van deze opdracht is, om je in dit gebied aan de hand van eenvoudig onderzoek kennis te laten maken met deze opmerkelijke dieren. Om de bevers niet te veel te verstoren krijgt elk groepje een andere beektraject. Zorg, dat je vooraf de opdracht goed voorbereidt, zodat je weet waarom bevers een dam en een burcht bouwen. NB: -
loop nooit over een beverdam. Het is niet alleen een verstoring voor de bevers maar je loopt ook het risico, dat je bij het vallen gespiest wordt aan een afgeknaagde tak. Pas op met dode dieren. Je kunt er ziektes als rabiës (hondsdolheid) aan over houden
Opdracht (in Polen) - Ga met je groep naar het aangegeven deel van de beek. - Noteer datum, weersomstandigheden, namen deelnemers etc - Bepaal tot een afstand van ongeveer 25 m van de beek in hoeverre er activiteit van bevers is. Loop daarbij in linie over de breedte van die strook. Als de activiteiten verder dan 25 m van de beek doorgaan is het de moeite waard om die sporen te volgen en te verwerken in je verslag. - Geef je bevindingen aan op een kaart van het gebied. Gebruik daarbij een legenda. Bijvoorbeeld: o Zichtwaarneming =z o Vondst van (deel van) dode bever = † o Knaagsporen vers = kv o Knaagsporen oud = ko o Dam =d o Burcht =b o Keutels = ke - Geef bij elke code een nummer en beschrijf bij die code in je aantekeningen wat je er waargenomen hebt o (bv 1 kv = verse knaagsporen bij een groepje van 5 populieren. Eén boom ligt al om. Bij knaagsporen kun je verder aangeven om welke soort boom of struik het gaat, de dikte van de betreffende bomen, of er sleepsporen zijn etc). - Maak een korte omschrijving van het traject wat je gelopen hebt - Verzamel een vers knaagspoor om bij de presentatie te kunnen laten zien Benodigdheden in het veld - Schrijfplankje - Kaart van omgeving - Meetlint - Verrekijker - Kompas - Evt GPS - Fototoestel (of mogelijkheden op mobiel) - Determinatietabel voor bomen en struiken
Poelenopdracht Inleiding In Polen zul je poelen tegenkomen met grote ecologische waarden. Vaak is dat op het eerste oog niet te zien. Bij dit onderzoek zul je een poel in het open cultuurlandschap gaan vergelijken met een poel in het bos. De docenten zullen aanwijzen hoe je die twee poelen eenvoudig kunt vinden. Opdracht - Geef een omschrijving van de poel en directe omgeving - Geef ook aan in hoeverre de poel onderhevig is aan menselijke invloeden (rommel, vergraven etc) - Onderzoek de poel met de chemische kit. (pH, EC, voedselrijkdom, temperatuur, etc) - Probeer met een schepnet zoveel mogelijk soorten te vangen. Let op voor giftige adders. Daarvan kun je beter alleen een foto maken. - Vermeld in je aantekeningen de soorten en aantallen - Probeer ook geluiden te inventariseren - Bewaar de dieren totdat de docent jullie komt ophalen. Hij kan de determinatie controleren Benodigdheden - Schrijfplankje - Kaart van omgeving - Determinatiewerken voor amfibieën en reptielen - Emmer - Schepnet - Kit met meetinstrumenten of stoffen tbv bepalingen - Waadpak - Laarzen - Meetlint - Verrekijker - Kompas - Evt GPS - Fototoestel (of mogelijkheden op mobiel)
Ooievaars Bij deze opdracht ga je uitzoeken hoe het zit met de aanwezigheid van ooievaars in de omgeving van het dorp Białowieża. Je probeert aan de hand van de huidige situatie en de situatie van vorig jaar een beeld te krijgen van de ontwikkeling. Nr 1
2
3
4 5
6
Onderwerp Broedsucces
Aspect Aantal eieren Aantal jongen Aantal uitgevlogen jongen Nest Doorsnede (cm) Hoogte (cm) Materiaalsoort Nestplaats Hoogte nest Soort ondergrond Dichtstbijzijnde nestplaats witte ooievaar Dichtstbijzijnde bebouwing Gebouw nestplaats wel/niet bewoond Historie Hoeveel jaren reeds broedplaats Topografie Op een kaartje geef je de nesten aan, waarbij je onderscheid maakt tussen succesvolle broedsels en nietsuccesvolle broedsels Bijzonderheden Zijn er nog andere soorten die in het ooievaarsnest broeden?
waarneming
Geef in je presentatie en je verslag aan wat de situatie van de witte ooievaar in Oost-Polen is. Geef dat aan aan de hand van een kaart en de onderzochte gebieden.
Gebruik voor het ooievaaronderzoek de volgende tekst en vragen:
1. Czy gniazdo bociana było zajęte w tym roku ( ) vul jaar in 2. Ile było w gnieżdze jaj (małych bocianów)? 3. Ile młodych wyleciało (opuściło gniazdo)? 4. Kiedy gniazdo było zbudowane (ile lat temu)? vertaling 1. Was the stork nest used in ……? [Vul het jaar in] 2. How many eggs (little birds) were in the nest? 3. How many young birds left de nest? 4. When was the nest build (how many years ago)?
Benodigdheden - Schrijfplankje - Kaart van omgeving - Meetlint - Verrekijker - Kompas - Evt GPS - Fototoestel (of mogelijkheden op mobiel) - Determinatietabel voor bomen en struiken
De Opdracht “Waarderen van een ecosysteem” (de bosopdracht) Helicon beschikt over een methode om de ecologische waarde van een bos te bepalen. Het idee is, dat je in een representatief stuk van het bos een oppervlak van 20 bij 20 meter uitzet en binnen dat oppervlak de variatie gaat meten. Bij dit onderzoek krijg je een pakket met lijsten waar je voor elk onderdeel aan variatie (bv dikte van bomen, soorten bomen, gaten voor spechten, hoogteverschillen) punten moet geven. Alle punten moet je dan optellen en het eindaantal delen door 100. Je komt dan in Nederland op een cijfer tussen de 1 en de 10. Een 3 is ecologisch gezien een slecht bos. Een 8 is een goed bos. Al eerder bleek deze “Nederlandse meetlat” in de Poolse situatie tot een score boven de 10 uit te komen. Mocht je belangstelling hebben voor deze opdracht, dan kun je om het inventarisatieformulier vragen.
De Bataafse stroommossel in de Narewka In Europa komen verschillende soorten zoetwatermossels voor die erg gevoelig zijn voor waterverontreiniging. Sommige soorten zijn in Europa vrijwel uitgestorven of ernstig bedreigd. (Tabel 1, Welter-Schultes, 2012). De Bataafse stroommossel (Unio crassus) is een soort die erg gevoelig is voor vervuiling. Sinds 1967 is deze soort niet meer levend in Nederland waargenomen. (Gittenberger et al., 1998; de Bruyne et al., 2003; Nienhuis, 2012) De omgeving van het dorp Białowieża is het referentiegebied van het Nederlandse natuurbeleid (Bal et al., 2001). Je zou dus mogen verwachten dat het water daar zo schoon is, dat de Bataafse stroommossel er gewoon voor kan komen. Als het gebied tenminste in het verspreidingsgebied van die soort ligt. Dat laatste blijkt het geval. In het dorp Narewka ligt een flinke zandbank aan de beek. Daar is al een paar keer naar kleppen van de Bataafse stroommossel gezocht. En er zijn kleppen gevonden. Ook kleppen van jonge dieren en kleppen die nog niet helemaal verkleurd waren. Toch is nog geen levend dier of een klep met verse vleesresten gevonden. Opvallend is, dat de soort niet is opgenomen in het overzicht van biodiversiteit in het gebied (Gutowski & Jaroszewicz, 2001). Opdracht. -
Bestudeer de teksten die gaan over de Bataafse stroommossel. Je kunt de boeken raadplegen of via Google zoeken. Bereid je onderzoek voor door o een lijst van materialen aan te leggen o een PowerPoint te maken met Inleiding en werkwijze geef alle materialen mee met de docent die eerder naar Polen gaat mail de PPP naar je docent
Werkwijze: Ga met een schepnet naar enkele locaties langs de Narewka en probeer mossels te vangen en kleppen te zoeken (zie figuur 1 met suggesties van vindplaatsen). - Leg met een GPS vast welke locaties je bezoekt. - Schrijf kort op wat je bevindingen zijn. Geef ook aan als je niets vindt - Als je wel iets vind doe je alles van één locatie bij elkaar en schrijf je er het nummer bij. Je kunt dan het beste alle mossels eerst in één zak doen en dat geheel met een blaadje in een tweede zak. - Neem geen levende mossels mee. Maak een foto van de levende exemplaren. Schrijf wel op of je er meer vindt. Laat je door een docent naar het dorp Narewka of andere verafgelegen plaatsen brengen en weer ophalen. Maak een rapportage van je onderzoek met - Inleiding - Werkwijze - Resultaten - Discussie - Dankwoord - Literatuurlijst
Geef op een tekening van de omgeving aan waar je wel een geen mossels gevonden hebt Literatuur Bal, D., H.M. Beije, M. Fellinger, R. Haveman, A.J.F.M. van Opstal & F.J. van Zadelhoff, 2001. Handboek Natuurdoeltypen. 1-832. Expertisecentrum LNV, Wageningen Bruyne, R.H. de, H. Wallbrink & A.W. Gmelig Meyling 2003. Bedreigde en verdwenen landen zoetwaterweekdieren in Nederland (Mollusca). 1-88. EIS-Nederland, Leiden & Stichting ANEMOON, Heemstede. Gittenberger, E., A.W. Janssen, W.J. Kuijper, J.G.J. Kuiper, T. Meijer, G. van der Velde & G.A. Peeters. 1998. De Nederlandse Zoetwatermollusken. Recente en fossiele weekdieren uit zoet en brak water. Nederlandse Fauna 2. 1-288. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & EIS-Nederland, Leiden. Glöer, P. & C. Meier-Brook, 2003. Süsswassermollusken. 1-134. Deutscher Jugendbund für Naturbeobachtung, Hamburg. GUTOWSKI J.M., JAROSZEWICZ B. 2001. Catalogue of the fauna of Białowieża Primeval Forest. 1-403. Warszawa. Krausp, C., 1940. Beitrag zur molluskenfauna Lettlands. – Annales societatis rebus naturae investigandis in universitate Tartuensi constitutae 45 (1-4): 217-270, Pl 4. Nienhuis, J.A.J.H., 2012. Two subspecies of Unio crassus Philipsson, 1788 (Bivalvia, Unionoidea, Unionidae) in The Netherlands. – Basteria 76 (4-6): 107-116 Welter-Schultes, F.W., 2012. European non-marine molluscs, a guide for species identification. A1-A3, 1-679, Q1-Q78. Planet Poster Editions, Göttingen.
vangst
Introductie andere vormen
verdroging
Overbemesting landbouw
Verlies habitat
waterregulatie
watervervuiling
Soort
verdwijnen (of ander gedrag van) juiste gastvis
bedreigingen
Anodonta anatina x x x x Anodonta cygnea x x x x x Margaritifera auricularia x x Margaritifera margaritifera x x x x x x Microcondylaea bonelii x Potomida littoralis x x Pseunanodonta complanata x x Sinanodonta woodiana Unio crassus x x x x Unio delphinus x x x Unio gibbus x x Unio mancus x x x Unio pictorum x x x Unio ravoisieri x Unio tumidiformis Unio tumidus x x x Tabel 1. In Europa voorkomende zoetwatermossels en hun bedreigingen. Bron: WelterSchultes, 2012
Opdracht naar eigen keuze In het bos van Białowieża is een grote biodiversiteit te vinden en zijn bijzondere fenomenen waar te nemen. Grijp dus de ultieme kans om onderzoek te doen naar groepen of fenomen, die je elders niet of in veel minder waardevolle mate tegen kunt komen. Uiteraard waarderen wij het als je met een eigen opdracht komt. We zullen dan bespreken of die opdracht concreet genoeg is en haalbaar is. Mochten we samen niet tot een goed voorstel komen, dan moet je één van de voorgaande opdrachten kiezen Belangrijk blijft de invloed van seizoenen. We zitten er op de overgang van winter naar zomer. Er is in dit landklimaat maar een korte lente. Bij het voorstellen van eigen onderzoek moet je daar rekening mee houden. Je zult geen orchideeën kunnen gaan turven. Naast de genoemde opdrachten hebben we nog verschillende opdrachten in eerder jaren uit laten voeren. Deze opdrachten werden minder vaak gekozen omdat er een gerichte belangstelling voor het onderwerp nodig is. Je hebt eigenlijk al voorkennis nodig. Het gaat om: o Geelgorzen in houtwallen o Sporen van grote zoogdieren o Opdracht huismus – ringmus
Geelgorzen Geelgorzen komen in Polen nog steeds veel voor. Het zijn vogels die broeden op de grond aan de voet van hoogopgaande begroeiing als houtwallen. Geelgorzen hebben daarbij een territorium wat met de zang van de mannetjes wordt afgebakend. Doel: vergelijken van het aantal zingende mannetjes ten opzichte van de verschillende houtwallen. Opzet: - kies enkele eenvormige houtwallen uit. Het beste kun je houtwallen nemen die over een grotere lengte even breed en hoog zijn. - Zoek zulke houtwallen waar geelgorzen zingen - Tel de zingende geelgorzen - Meet de houtwal op (lengte, breedte en hoogte) - Bepaal aan de hand van je gegevens welke relatie er te zien is en geef een verklaring voor de verschillen. Sporen van grote zoogdieren Kies minstens twee verschillen habitats uit en loop een traject waarbij je aan de hand van prenten gaat turen welke soorten en hoeveel exemplaren van dat habitat gebruik maken. Opdracht huismus – ringmus In Oost Polen komen zowel de huismus als de ringmus algemeen voor in en rond het dorp. In Nederland zie je ringmussen vooral buiten de bebouwde kom.
Daarnaast zijn er een aantal opdrachten nog nooit uitgevoerd maar wel heel goed mogelijk: Poelslakken in het bos. In Europa komen verschillende soorten poelslakken voor. Meestal leven deze soorten in verschillende soorten waternatuur variërend van grote plassen tot kleine poelen. Enkele soorten zijn in staat om uitdroging van plassen tijdelijk te overleven. Eén van die soorten is
Catascopia terebra, een soort die in oost Europa en Rusland voorkomt en geen Nederlandse naam heeft. Van het bosgebied van Bialowieza wordt aangegeven, dat deze soort daar voorkomt. Er is echter weinig informatie en het onderscheid van de verschillende soorten leverde in het verleden veel verwarring. Doel: zicht krijgen op het voorkomen van verschillende soorten poelslakken Opzet: - Maak vooraf een plan voor de te onderzoeken monsterplaatsen, benodigdheden en wijze van documenteren. - Verzamel, documenteer en conserveer zo veel mogelijk lege huisjes van poelslakken in het bos. - Verzamel ook levende monsters voor verder onderzoek. Beperk je daarbij tot het meest noodzakelijke - Probeer de gevonden soorten zo goed mogelijk te determineren. Maak anders eigen groepen. - Stel het verzamelde materiaal beschikbaar voor verder onderzoek Kokerjuffers In rivieren en beken in het bos van Białowieża komen verschillende soorten kokerjuffers voor. Je kunt ze herkennen als kleine kokertjes die volgeplakt zitten met soortspecifieke delen van levend of levenloos materiaal als stokjes, stukjes blad, steentjes en slakjes. Doel: in beeld brengen van de variatie in dit fenomeen Opzet: - kies twee verschillende soorten waterlopen. Bijvoorbeeld een beek en een rivier - vang in beide waterlopen zoveel mogelijk kokerjuffers - determineer de gevangen soorten - leg de variatie vast met foto’s en tel het aantal per soort. Het kan zijn, dat er bij sommige soorten veel variatie is binnen de soort en dat andere soorten er altijd hetzelfde uitzien. Laat dat dan ook tot uiting komen in het overzicht - gooi levende kokerjuffers weer terug en bewaar kokertjes van dood gevonden dieren - conserveer en documenteer per waterloop minstens één koker met slakjes (als je die al vindt) - verwerk resultaten in je rapportage en geef een verklaring voor de verschillen - Stel het verzamelde materiaal beschikbaar voor verder onderzoek Tekenonderzoek Teken komen op veel plaatsen voor en staan bekend om het overbrengen van ziektes. Het is bekend, dat er verschillende soorten en levensstadia van teken zijn. Een ziekte, FSME wordt juist in het voorjaar overgebracht. Het heet immers Frühsommer Menigoencephalitis. Doel: in beeld brengen welke soorten teken en welke stadia in dit deel van het jaar voorkomen in het gebied en daarbij zicht te krijgen op een eventuele biotoopvoorkeur Opzet: - kies verschillende soorten biotopen als bos, akker, beekoever. - Bedenk een standaardmethode ten aanzien van tijd en intensiviteit van onderzoek - Bemonster deze biotopen door o een doek achter je aan te slepen o teken van begroeiing af te schudden met een schepnet door de kruidenlaag te gaan. (Het zal in deze tijd van het jaar nauwelijks om verse opgaande planten gaan) - Conserveer en documenteer alle vangsten in alcohol van 70% - Geef in je rapportage per biotoop en per monstermethode aan welke soorten en stadia je hebt verzameld en geef een verklaring voor verschillen - Stel het verzamelde materiaal beschikbaar voor verder onderzoek
Hooiwagens Hooiwagens zijn spinachtigen maar geen echte spinnen. Hun tweede paar poten is langer dan het eerste paar. Je kent hooiwagens meestal; van de grotere soorten. Vaak een klein bolletje met heel lange poten. In de strooiselllaag van bossen komen echter heel veel soorten voor. Doel: in beeld brengen van de soortenrijkdom in twee typen bossen Opzet: - kies minstens twee typen bos uit. - Verzamel in de strooisellaag zo veel mogelijk hooiwagens - Conserveer en documenteer het materiaal - Probeer de soorten de determineren en als dat niet likt maak dan groepen. - Beschrijf in je rapportage het verschil in het aantal per bostype en probeer een verklaring te geven voor de verschillen.
De zwarte aardslak De zwarte aardslak (Limax cinereoniger) komt in het gebied veel voor. Vaak zijn het bontgekleurde exemplaren. De soort is eenvoudig te herkennen aan de tweekleurige voet. Tenminste, als de dieren volgroeid zijn. Jonge exemplaren hebben meestal nog een eenkleurige voet. Doel: in beeld brengen van de bonte variatie van deze soort Opzet: - kies en nat, een middelmatig en een droog bos. - Zoek per habitat naar aardslakken en controleer de bandering van de voet - Bij de vondst van een zwarte aardslak o Geef je het dier een nummer o maak je foto’s van de rechterkant en zonodig vanuit andere hoeken en leg je het nummer vast bij de foto’s o verzamel je gegevens over locatie (met coördinaten) habitat datum lengte dier bijzonderheden
Voor wat betreft de uiteindelijke rapportage gelden de volgende eisen: - voorblad - inhoudsopgave - inleiding met beschrijving doel - werkwijze, overzicht van het verrichte “veldwerk” - overzichtelijk gerangschikte resultaten - conclusie en aanbevelingen - dankwoord - literatuurlijst - bijlagen.
Opdracht 4 De ultieme kans In de week van de Polenexcursie heb je de ultieme kans om een aantal soorten, landschapselementen, verschijnselen of vormen van cultuurhistorie waar te nemen. Door een opdracht willen wij jullie zoveel mogelijk van deze kans laten genieten. Hieronder staat een lijst met zaken en daarachter is vermeld, op welke manier je ze eventueel waar kunt nemen. Aan deze opdracht kun je eigenlijk heel de week werken. Ook tijdens andere excursies. We nemen jullie zonodig ook nog een of meer dagdelen op sleeptouw door het gebied. Naam:
Soort Dieren Wisent Eland Edelhert Ree Zwijn Bever Vos Wolf Ooievaar Kraanvogel Kemphaan schreeuwarend Watersnip Grote karekiet Raaf Draaihals Drieteenspecht Grote bonte specht Middelste bonte specht Grauwe klauwier roodborsttapuit Hazelworm Zandhagedis Grote kamsalamander Boomkikker Vuurbuikpad Adder Ringslang Wijngaardslak Poelslak Planten Isopyrum thalictroides
Zien
Horen
Ruiken
Sporen
Gewone bosanemoon Gele bosanemoon Daslook Peperboompje Verspreidbladig goudveil Leverbloempje Dotterbloem Zomereik Haagbeuk Linde Zwarte els Berk Landschap Open beekdal Bosbeek / bron Bosmantel / boszoom
Verschijnselen Kwel gletsjerstenen Eindmorene Podzolbodem Veenbodem Geologische formatie Erosie Sedimentatie Cultuurhistorie Treblinka Gebouw uit de tijd van de Tsaar Logo van werelderfgoed Poort van BNP Russisch orthodox kruis Katholiek kruis Bruinkool Grafheuvels Houtzagerij Heilige eik Smalspoor IJzeren gordijn