Ieder kwartaal peilen VKW Limburg en UNIZO-Limburg naar het aanvoelen van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders over de economische gang van zaken in de bedrijven. De resultaten van deze bevraging worden verwerkt tot één globaal cijfer: de Polsslag Ondernemend Limburg (POL).
PERSBERICHT
Hasselt, 5 juli 2011
POL juli 2011: +10,7 Goede verwachtingen economie worden niet ingelost Herstel Limburgse economie blijft precair Jonge ondernemers leven minst gezond
Sterke stijging van export in in alle sectoren Enkel productie en groothandel kenden beter kwartaal Detailhandel evalueerde voorbije kwartaal negatief Tewerkstellingsgroei hoofdzakelijk bij grote bedrijven Vooruitzichten derde kwartaal blijven positief, maar dalen Verontrustende prognoses voor omzet en export Wel positieve evolutie tewerkstellingen Tewerkstelling stijgt vooral bij KMO’s en grootste bedrijven Detailhandel krijgt verdere klappen op vlak van omzet en tewerkstelling *** DE LIMBURGSE ONDERNEMER/BEDRIJFSLEIDER & GEZONDHEID 57% heeft overgewicht * Gemiddeld BMI van 25,6 Te weinig beweging en ontspanning grootste knelpunt Kwart slaapt minder dan 6u/dag * 2 op 5 sport nooit Personeelsproblematieken één van de belangrijkste oorzaken van stress Ondernemer kan zich vaak niet permitteren thuis uit te zieken 87% neemt zich voor meer te gaan doen aan persoonlijke gezondheid Jonge ondernemers leven minst gezond
VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 1 van 8
POLSSLAG ONDERNEMEND LIMBURG juli 2011 Analyse De POL (Polsslag Ondernemend Limburg) daalde in juli 2011 naar +10,7. Het optimisme van de POL van april 2011, +17,5, wordt hier opmerkelijk getemperd. Het herstel van de Limburgse economie lijkt dus nog precair te zijn. Polsslag Ondernemend Limburg 30 +22,6
+17,5
20 +18,3
+17,4 +8,4
10
+8,8
+3,5
jul 2011 +10,7
0
+0,5 -5,2 -7,7
-10
-20
-30
-29,6
-40 jan 2006
jan 2007
jan 2008
jan 2009
jan 2010
jan 2011
De POL-score is nochtans de tweede beste score in 14 kwartalen, sinds januari 2008. De resultaten van het tweede kwartaal lagen met +13,4 nog enigszins in lijn met het eerste kwartaal (+15,2), maar opmerkelijk lager dan de prognose van 19,8. Enkel de productie en de groothandel kenden een beter tweede
kwartaal dan het eerste. De dalende POL van het tweede kwartaal is het resultaat van dalingen in 4 POLindicatoren: omzetevolutie, tewerkstelling, investeringen en winstmarge. Enkel de export evolueerde positief in het afgelopen kwartaal, in quasi elke sector en elke grootteklasse. De tewerkstellingsgroei kende een positieve evolutie bij de grootste bedrijven. Met een prognose van +8,1 voor het komende kwartaal zijn de vooruitzichten nog wel positief, maar het optimisme wordt duidelijk getemperd in vergelijking met drie maanden geleden. In tegenstelling tot het afgelopen kwartaal verwacht bijna elke sector en elke grootteklasse een sterke daling van de exportevolutie. Er is ook een verwachte daling van omzetevolutie, investeringen en winstmarge in nagenoeg elke sector en elke grootteklasse. De detailhandel krijgt in het volgende kwartaal zware klappen, met zelfs jobverlies. De andere sectoren verwachten een stijging van de tewerkstelling, vooral bij de KMO’s (< 50) en de grootste bedrijven (> 500).
Algemene analyse De POL daalt in juli 2011 naar +10,7. De POL blijft duidelijk positief, maar in vergelijking met april 2001 (+17,5) is er wel een opmerkelijke daling. Deze daling is te verklaren door een mindere evaluatie van het voorbije kwartaal (van +15,2 naar +13,4), maar vooral de getemperde vooruitzichten voor het komende kwartaal (van +19,8 naar +8,1). Het voorbije kwartaal werd zeker positief geëvalueerd, en was met +13,4 het tweede beste kwartaal sinds januari 2008. De verwachtingen geuit in de vorige POL-bevraging (+19,8) konden echter niet ingelost worden. VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 2 van 8
Deze daling is vooral het resultaat van dalingen in 4 POL-indicatoren: omzet (van +29,3 in Q1 naar +26,8 in Q2), tewerkstelling (van +16,2 naar +14,3), investeringen (van +16,8 naar +14,6) en winstmarge (van -7,2 naar -13,8). Ondanks de dalingen in de evoluties blijven omzet, tewerkstelling en investeringen wel duidelijk positief. Enkel de export evolueerde positief in het tweede kwartaal: van +20,9 naar +24,9. In vergelijking met de prognoses voor het tweede kwartaal scoorden vooral de omzetevolutie (+26,8 i.p.v. +37,7), tewerkstelling (+14,3 i.p.v. de verwachte +18,7) en vooral de winstmarge (-13,8 i.p.v. +4,4) lager. De vooruitzichten voor het derde kwartaal van 2011 gaan met +8,1 verder achteruit. Het getemperde optimisme uit zich op het vlak van omzet (van +26,8 naar +13,6), export (van +24,9 naar +7,6) en investeringen (van +14,6 naar +10,5). Vooral de sterke daling in de prognoses voor omzet en export zijn verontrustend. Vergeleken met evaluatie de evaluatie van het tweede kwartaal is er voor het derde kwartaal wel een positieve prognose voor de tewerkstellingsgroei (van +14,3 naar +16,8). Analyse op basis van sectoren Enkel voor de groothandel en de productiesector was het tweede kwartaal beter dan het eerste kwartaal van 2011. De detailhandel evalueerde het voorbije kwartaal effectief negatief, met -3,6. Voor de bouw en de dienstensector waren er stevige dalingen, maar de eindbalans blijft positief. De export steeg het afgelopen kwartaal in elke sector – met uitzondering van de productiebedrijven –, maar zal zware klappen krijgen in het volgende kwartaal. Ook de verwachte omzetdaling is sterk in elke sector. Voor het volgende kwartaal voorzien productiebedrijven, bouw, groothandel en diensten nog een stijging van de aanwervingen. In de detailhandel zou de tewerkstelling echter teruglopen. De prognoses voor investeringen en de winstmarge zijn dalend voor nagenoeg elke sector. Het voorbije kwartaal bleef voor de bouwsector globaal gezien status quo t.o.v. het eerste kwartaal (12,3 t.o.v. 12,4). De gunstige evoluties in export (-5,6 naar +7,4) en tewerkstelling (+20,0 naar +20,3) werden teniet gedaan door dalingen in omzet (+34,4 naar +28,7), investeringen (+22,7 naar +17,8) en winstmarge (-9,3 naar -12,8). De scores voor omzet en investeringen in voorbije kwartaal bleven niettemin hoog in het afgelopen kwartaal. De vooruitzichten voor het derde kwartaal voorzien een daling in elke indicator, met een geprojecteerd POL-cijfer voor de bouw van +11,1. De productiesector kende het voorbije kwartaal een POL-stijging van +15,2 naar +18,2. De omzet (+38,7 naar +42,4), investeringen (+6,3 naar +13,1) en winstmarge (-24,3 naar -10,1) kenden gunstigste evoluties in het tweede kwartaal. De productie is daarentegen wel de enige sector waar de export het afgelopen kwartaal daalde (van +34,4 naar +26,5), al blijft de export op een hoog niveau. Verontrustend is wel de negatieve kijk op het derde kwartaal van 2011 op het vlak van omzet (naar +15,2) en exportevolutie (naar +13,3). Qua tewerkstelling wordt een nog lichte toename verwacht in het volgende kwartaal, van +19,2 naar +22,2. De algemene POLprognose voor de productie voor Q3 voorziet een daling naar +10,5. Voor de detailhandel was het tweede kwartaal een grote klap in vergelijking met het eerste kwartaal: van +3,8 naar -3,6. Enkel de export kende een gunstige evolutie (van 0,0 naar +7,7). De omzet (van +12,1 naar +1,9), de tewerkstelling (+4,5 naar -1,9 (tewerkstellingsafname!)), de investeringen (11,4 naar 3,9) en vooral winstmarge (-9,1 naar 29,4) kenden een sterke terugval. VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 3 van 8
Het komende kwartaal wordt zorgwekkend voor de detailhandelssector: enkel de investeringen kennen nog een licht positief cijfer (+2,9); alle andere indicatoren zijn negatief wat resulteert in een algemeen POL-cijfer van -7,7 voor de detailhandel in Q3. De omzet evolueert naar -8,8, de export naar -8,3 en de tewerkstelling naar -4,9. De groothandel scoorde van alle sectoren het sterkst in het tweede kwartaal: +34,0 (+15,5 in het eerste kwartaal). De cijfers voor omzetevolutie (+67,7), export (+52,4), tewerkstelling (+26,7) en investeringen (+30,0) zijn het hoogste van alle sectoren. Enkel de winstmarge was nog negatief in Q2: -6,7 De prognose voor het volgende kwartaal daalt maar blijft wel opvallend positief: +19,1. Voor tewerkstelling wordt zelfs nog een positieve evolutie naar +30,0 geprojecteerd. De dienstensector kent een terugval op alle indicatoren behalve wat de exportevolutie betreft (+7,5 naar +24,2). Het globale POL-cijfer voor de laatste 3 maanden daalt lichtjes van +15,6 naar +14,7. Voor het volgende kwartaal wordt een verdere daling naar +8,8 verwacht. De prognoses voor export (van +24,2 naar -3,2), omzet (+23,5 naar +13,8) en winstmarge (naar -5,5) zijn negatief voor het derde kwartaal. Voor de tewerkstelling wordt in Q3 wel nog een groei verwacht (van +15,3 naar +21,9). Analyse op basis van grootte bedrijf Een analyse op basis van de grootte van de bedrijven leert dat de tewerkstellingsevolutie het afgelopen kwartaal afnam bij de KMO’s (tot 50 werknemers). De groei van de tewerkstelling zat dus hoofdzakelijk bij de grote(re) bedrijven. Voor het komende kwartaal voorzien de bedrijven tot 50 werknemers, samen met de groep van 500+ werknemers, wel terug een tewerkstellingstoename. De evolutie van de export steeg in het tweede kwartaal in nagenoeg elk segment sterk. Bij de grootste bedrijven (+500) zelfs uitgesproken (+35,0 naar +66,7). Voor het derde kwartaal wordt – met uitzondering van +500 en 50-99 – een sterke daling van de exportevolutie verwacht. Qua omzet, investeringen en winstmarge zien we voor het tweede kwartaal een diffuus beeld over de verschillende grootteklassen. Voor het derde kwartaal zijn de prognoses voor deze 3 indicatoren over het algemeen dalend voor alle grootteklassen. De kleinste bedrijven (<10 werknemers) kenden een minder goed tweede kwartaal. Vooral de bedrijven 5-9 werknemers gingen achteruit van +28,8 in Q1 naar +6,4 in Q2. De verwachtingen voor Q3 liggen ook laag. De bedrijven < 5 werknemers zien voor Q3 quasi een stilstand: +0,8, door een daling in bijna elke indicator behalve tewerkstelling en winstmarge. De bedrijven 5-9 werknemers voorspellen een lichte daling tot +5,0. Ook hier wordt een stijging in tewerkstelling en winstmarge verwacht. Voor de middenbedrijven (10 tot 50 werknemers) betekende het tweede kwartaal ongeveer een status quo t.o.v. het eerste. De vooruitzichten voor het komende kwartaal dalen echter, vooral voor wat betreft omzet en export. Lichte stijgingen zijn voorzien voor investeringen en winstmarge. In de groep 20-50 werknemers wordt nog een stijging van de tewerkstelling verwacht (van +22,1 naar +30,9). Ook voor de middenbedrijven (50 tot 100 werknemers) was kwartaal 2 een status quo t.o.v. kwartaal 1. Deze groep kende een sterke stijging van tewerkstelling en investeringen, maar een daling van de omzet. Voor het derde kwartaal is een daling van het POL-cijfer voorzien, met wel een stijging van export en winstmarge.
VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 4 van 8
Voor de grote bedrijven met 100-500 werknemers kende de evaluatie van het afgelopen kwartaal een stijging, vooral in de groep 100-249 (+23,4 naar +28,9). De groep 250-499 werknemers bleef quasi status quo op +26,5. Het komend kwartaal wordt wel een stuk minder optimistisch ingeschat (voor 100-249 naar +10,2 en voor 250-499 naar +16,0). De tewerkstellingsevolutie in groep 250-499 was hoog in Q2 (van +19,2 naar +34,6). Dit cijfer daalt in Q3 licht, maar blijft niettemin hoog (+28,0). Het tweede kwartaal werd door de grootste bedrijven (+500 werknemers) uitgesproken positief geëvalueerd: van +36,0 naar +47,0. De scores voor de omzet (+57,9), export (+66,7) en tewerkstelling (+57,9) zijn opmerkelijk hoog. Ook de prognose voor het komend kwartaal blijft hoog met +35,3. De aanwervingen (+57,9) blijven op hoog niveau. De groep van de grootste bedrijven behaalt als enige groep een positieve evolutie in de winstmarge in het tweede kwartaal (+21,1). De prognose voor de winst in het derde kwartaal daalt, maar blijft positief met +5,3.
POL Themabevraging januari 2011:
Gezondheid van bedrijfsleider
de
Limburgse
ondernemer
/
VKW Limburg en UNIZO-Limburg koppelen aan de POL bevraging ook telkens een themabevraging. De gezondheid van werknemers staat al langer in de belangstelling, o.m. vanuit het oogpunt van het ziekteverzuim in het bedrijf. Veel minder aandacht is er voor de gezondheid van zelfstandige ondernemers en managers-bedrijfsleiders zelf. Nochtans wordt er vaak aangenomen dat zij ongezonder leven dan de gemiddelde werknemer. Heel onregelmatige uren, veel stress, niet altijd even gezonde voeding, tot in de late uurtjes doorwerken, lange verplaatsingen, ( Tijd voor een bevraging over de gezondheid van de Limburgse ondernemer of bedrijfsleider.
Gezondheid is alleszins een thema in de Limburgse bedrijven. Driekwart (73,3%) van bevraagde ondernemers en bedrijfsleiders geeft aan dat in zijn of haar bedrijf werknemers gestimuleerd worden om gezond(er) te leven en te werken. Opvallend: zowel in de grootste bedrijven (+500 wn.) als in de kleinste bedrijven (minder dan 5 wn.) worden werknemers het meest gestimuleerd rond gezondheid. Ongeveer een zelfde aandeel respondenten (75,5%) is akkoord met de stelling dat het voeren van gezondheidsacties het bedrijf ook concreet voordeel oplevert. Slechts 3% is het hier helemaal niet mee eens. Uit eerder onderzoek van VKW Limburg en Medilim bleek dat men als voordeel in hoofdzaak minder absenteïsme, een hogere productiviteit en ook een grotere aantrekkelijkheid als werkgever ziet. De bedrijfsinitiatieven rond gezondheid focussen zich vooral op bewegen, gezonde voeding en rookstopbegeleiding. Vier op vijf van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders zijn er van overtuigd dat zij zelf als ondernemers of bedrijfsleider op vlak van aandacht voor gezondheid een voorbeeldfunctie hebben t.o.v. de werknemers. Ziek is ziek. Maar voor een ondernemer of bedrijfsleider blijkt dat anders te liggen. Hij kan het zich vaak niet permitteren thuis uit te zieken en blijft willens nillens aan het werk (87%). Ook al is dat weinig bevorderlijk voor de gezondheid. Niet minder dan 42% van hen zegt hoe dan ook aan het werk te blijven bij ziekte (helemaal akkoord). Nog eens 45% van de respondenten beaamt dat dit vaak het geval is (eerder akkoord).
VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 5 van 8
Zijn persoonlijke gezondheid is voor de meeste Limburgse ondernemers belangrijk. Op de vraag ‘hoe sterk houdt uw persoonlijke gezondheid u bezig?’ antwoordt 58% sterk (43,9%) tot heel sterk (13,6%). Toch stelt 32% er slechts ‘min of meer’ aandacht voor te hebben. Slechts 10% beweert er weinig of niet op te letten. Gemiddeld scoort de aandacht voor gezondheid daarmee een eerder matige 6,5 op 10. Al zijn de onderlinge verschillen beperkt, toch blijken de veertigers blijken het meest ‘gezondheidsminded’, terwijl de jongere ondernemers en bedrijfsleiders (-40) er (vooralsnog?) het minste aandacht voor hebben. Maar hoe gezond leeft de Limburgse bedrijfsleider nu? Aan de hand van de 5 zogenaamde BRAVO-factoren polsten we hen om zelf hun levensstijl in te schatten en dit op vlak van voldoende Bewegen, niet Roken, matig met Alcohol, gezonde Voeding en voldoende Ontspanning. Op vlak van bewegen komt al een eerste pijnpunt naar boven. 44% van de ondervraagden stelt niet aan voldoende beweging toe te komen (gemiddeld 30 min. matige activiteit met licht verhoogd hartritme per dag). Bij de jonge ondernemers en bedrijfsleiders slaagt zelf een meerderheid (53%) er niet in dagelijks voldoende te bewegen. 18% van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders rookt. Dat is iets minder dan de Limburgse (19%) en Vlaamse (23%) volwassen bevolking. Ondernemers blijken iets minder aan de sigaret of sigaar te kunnen weerstaan (20%) dan de gemiddelde manager (14%). Veertigers gaan het meest rookloos door het leven (12%). Matig met alcohol werd gedefinieerd als gemiddeld niet meer dan 1 à 2 eenheden per dag. 86% beweert hieraan te voldoen. De jonge (-40 jaar; 9%) en oudere ondernemers/bedrijfsleiders (+60 jaar, 10%) hebben het minst problemen om een glaasje over te slaan. Drie kwart (77%) stelt ook op vlak van gezonde voeding (voldoende gevarieerd, regelmatig en met voldoende fruit en groenten) te voldoen. Net als bij ‘matig met alcohol’ scoren de vrouwelijke bedrijfsleiders hier een stuk beter (88%) dan hun mannelijke collega’s. Managers (70%) scoren opvallen minder goed dan ondernemers (82%). Maar de jongeren letten het minst op het gezonde karakter van hun voeding (66%). Tenslotte hoort bij een gezonde levensstijl ook voldoende ontspanning nemen, zodat de boog niet altijd en overal gespannen staat. Dit lukt naar eigen zeggen echter een meerderheid van de ondernemers en bedrijfsleiders niét (58%). Vrouwelijke respondenten slagen er nog moeilijker in om voldoende ontspanning te nemen (64%). Mogelijk door de drukke combinatie met het jonge vader- of moederschap spannen echter ook hier de -40ers de kroon met 72%. Bovenstaande cijfers slaan uiteraard op een eigen inschatting van de ondernemers en bedrijfsleiders zelf over de gezondheid van hun levensstijl. Een vijfde van de ondernemers is er van overtuigd aan àlle 5 de gezondheidsfactoren te voldoen. 80% voldoet aan minstens 3 van de 5 factoren. Slechts 5% scoort slechts 1 of zelfs 0 op 5. Met een score van gemiddeld 3,4 op 5 factoren ‘OK’ zijn de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders relatief mild. Opvallend is dat jonge bedrijfsleiders er met 3,1 globaal een wat minder gezonde levensstijl op nahouden of dat althans van zichzelf vinden. Op ‘matig met alcohol’ na, scoren ze op elk van de 5 elementen duidelijk lager dan hun oudere collega’s. Vrouwen scoren met 3,6 dan weer iets beter dan hun mannelijke collega’s. Algemene conclusie: zit het op vlak van roken, alcohol en gezonde voeding over het algemeen wel snor, dan blijkt het grote knelpunt voor de Limburgse bedrijfsleider of ondernemer onvoldoende ontspanning en beweging. VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 6 van 8
Als norm voor beweging wordt een gemiddelde inspanning van 30 minuten met licht verhoogde hartslag per dag als norm naar voor geschoven. Regelmatig sporten is natuurlijk nog beter. 2 op 5 bedrijfsleiders blijken nooit te sporten. Slechts 1 op 3 sport meer dan 2 uur per week. 17% sport meer dan 4 uur per week. Gemiddeld komt men aan 1u en 43 minuten sport per week. Vrouwelijke (1u en 13min) en - toch opvallend - jongere ondernemers en bedrijfsleiders (1u 31min) sporten minder dan gemiddeld. De veertigers spannen ook hier de kroon met 1u 54min. Ook voldoende nachtrust is een belangrijk element voor ieders gezondheid. Hoewel dit van persoon tot persoon verschilt, wordt 8 uur nachtrust als ideale norm gehanteerd. Met 6u en 27 minuten is dat echter een stuk te hoog gegrepen voor de gemiddelde Limburgse ondernemer of bedrijfsleider. 27% slaapt minder dan 6u/dag, 4% zelfs minder dan 5 uur. Slechts een kwart slaapt meer dan 7 uur per dag. Vrouwelijke bedrijfsleiders slagen er beter in voldoende nachtrust te nemen: 41% slaapt meer dan 7 uur/dag. Ondernemer zijn en bedrijf managen is een stressvolle job. Deadlines, budgetten, personeelsperikelen, M doen de spanning vaak oplopen. En dan is er ook nog het thuisfrontM Studies wijzen uit dan 60% van de werknemers regelmatig ‘stress’ ondervindt. In het kader van deze bevraging vroegen we echter naar langdurige/aanhoudende én werkgebonden stress die gepaard gaat met lichamelijke en of mentale klachten. 1 op de 3 (33%) ondernemers blijkt er last in het afgelopen jaar van te hebben. Wat opvalt is dat de stress duidelijk leeftijdsgebonden is. Geeft 45% van de -40-jarige ondernemers en bedrijfsleiders aan aan dergelijke stress onderhevig te zijn geweest, dan is dit bij de vijftigers nog 30% en bij +60ers nog slechts 18%. Ook vrouwelijke ondernemers scoren met 44% een stuk hoger op dit punt dan hun mannelijke collega’s (31%). Gepolst naar de belangrijke oorzaak of aanleiding van deze langdurige stress (met gezondheidsklachten) komen een slecht evenwicht tussen werk en privéleven (28%), de werkdruk (26%) en M personeelsproblemen (22%) het sterkst naar voren. Specifiek gepolst naar de persoonlijke work-life balance stelt slechts 56% van de ondernemers en bedrijfsleiders dat deze voor zichzelf helemaal (10,1%) of eerder (45;6%) in evenwicht is. 7 op 10 (69%) van de Limburgse ondernemers en bedrijfsleiders heeft last van een of meerdere gezondheidsklachten. Fysieke klachten staan op 1 met 31%, gevolgd door slaapstoornissen (26%) en gewichtsproblemen (20%). Ook stemmingswisselingen (15%), hoge bloeddruk (14%) en concentratiestoornissen (14%) komen regelmatig voor. 4% van de ondernemers heeft hartklachten. Hoewel dus slechts 20% stelt gewichtsproblemen te hebben, konden we op basis van lengte en gewicht berekenen dat het gemiddelde BMI (Body Mass Index) van de Limburgse bedrijfsleider of ondernemer 25,6 is en hij dus wat overgewicht heeft. In concreto heeft 57% van de ondervraagden overgewicht of een BMI van meer dan 25. 12,1% heeft zelfs een hogere BMI dan 30, wat als ‘obesitas’ geldt. 2,6% heeft een BMI onder de 20, wat overeenkomt met ‘ondergewicht’. Bij de mannelijke ondernemers heeft twee op de drie overgewicht (64%), bij de vrouwen slechts een kwart (25%). Ook is er een duidelijke correlatie met de leeftijd. Bij de categorie +60 bedraagt het aandeel personen met overgewicht 75% en dit daalt over 65% (vijftigers) naar 51% bij de veertigers. Toch heeft ook bij de jongeren (-40 jaar) 46% overgewicht.
VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 7 van 8
87% van de Limburgse bedrijfsleiders en ondernemers neemt zich voor om meer te gaan doen aan zijn of haar gezondheid. Opvallend is wel dat hoe meer men reeds met zijn gezondheid bezig, hoe gemotiveerder men deze stelling onderschrijft. Maar zelf bij zij die tot nu toe weinig of niet met hun gezondheid bezig waren, heeft ruim 60% de intentie om dat in de toekomst wel te doen. 92% vindt het daarbij belangrijk dat werkgeversorganisaties ook aandacht besteden aan gezondheidspromotie bij ondernemers en managers en hier rond initiatieven nemen. Sinds enkele jaren organiseert VKW Limburg zo onder de noemer ‘Gezond!Netwerken’ regelmatig activiteiten waarbij netwerken en samen sporten gecombineerd worden en waarbij ook regelmatig inhoudelijk op het thema gezondheid ingespeeld wordt. In dit kader wordt in oktober een nieuw initiatief ‘Iedereen beweegt’ gelanceerd i.s.m. Yorbody, waarbij het stimuleren van een gezonde levensstijl, afgestemd op je eigen leven vooropstaat. Ondernemers krijgen daarbij de mogelijkheid opgevolgd te worden via een unieke en persoonlijke elektronische gezondheidscoach. Ook UNIZO-Limburg organiseert diverse activiteiten rond gezondheid en work-life balance. Vooral de groep van de vrije beroepen blijkt hier problemen rond te ondervinden. Er wordt dan ook gewerkt aan een specifiek programma op maat van vrije beroepers en hun gezondheid.
VKW Limburg & UNIZO-Limburg
Persbericht Polsslag Ondernemend Limburg 5 juli 2011
Pagina 8 van 8