Rapportage Behoefteonderzoek Diaconaal Centrum Onze Lieve Vrouwe voor Zaandam ZO / Poelenburg e.o.
Het kerkscheepje in de Ned. Hervormde Kerk te Wormer. Foto Paul Tjeertes, Jaarboek 2010, Historische Genootschap Wormer.
“Als je een schip wil bouwen, roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen, het werk te verdelen en orders te geven. In plaats daarvan, leer ze te verlangen naar de enorme eindeloze zee.” Antoine de Saint-Exupéry
Eindrapportage behoefteonderzoek diaconaal centrum OLV Inhoudsopgave Introductie…………………………………………………………………………pagina
3
Nadere uitwerking………………………………………………………………..pagina
6
A. Hoofdlijnen zoals gepresenteerd op 21 oktober jl. B. Nadere uitwerking op onderdelen: Kenmerken Zaandam Zuidoost Welke thema’s en voor wie? Bestaande voorzieningen Waar is aanvulling wenselijk? Reacties van mogelijke toekomstige partners in de wijk en in de stad
6 8 11 12 14 14
Een eigen functie voor een diaconaal centrum in Poelenburg/ Peldersveld….
16
Naamgeving Naar een nieuwe vorm van kerk-zijn De methodiek: werken vanuit de presentiebenadering Ervaringen uit het land
16 16 17 17
Naar de toekomst:……………………………………………………………….pagina
19
Vooraf Opzet onderzoek Aanpak Samenvatting en conclusies
Mogelijke scenario’s Randvoorwaarden: - kerkelijke en diaconale betrokkenheid - betrokkenheid vanuit gemeente en woningcorporaties - goede locatie - voldoende financiën - beroepskracht - voldoende vrijwilligers - organisatorische en juridische verankering Succesfactoren Aanbevelingen
Bijlagen: 1. lijst bezochte instellingen en personen pagina 27 2. literatuurlijst en geraadpleegde bronnen 28 3. introductiebrief en vragenlijst t.b.v. de interviews 29 4. uitnodigingsbrief bewonersbijeenkomst 32 5. de presentiemethode, naar prof. dr. Andries Baart 33
Pieternel Ermen November 2010
2
3 3 3 4
19 19 20 21 21 22 23 24 24 26
Introductie Vooraf Voor u ligt de eindrapportage van het behoefteonderzoek diaconaal centrum OLV Zaandam. Dit behoefteonderzoek is uitgevoerd op verzoek van de onderzoeksgroep Diaconaal Centrum OLV waarbij het Interkerkelijk Diaconaal Beraad Zaanstreek-Waterland is opgetreden als opdrachtgever. Het behoefteonderzoek is voorafgegaan door een oriëntatie op het vestigen van een diaconaal centrum in Zaandam ZO. De aanleiding hiervoor was de op handen zijnde sluiting van de Onze Lieve Vrouwe kerk in Poelenburg. In december 2008 is een oecumenische onderzoeksgroep samengesteld die in het voorjaar van 2009 een vijftal bijeenkomsten heeft gehouden. De uitkomst van de oriënterende gesprekken is vastgelegd in een verslag (E. Meyknecht, augustus 2009). In dit verslag heeft men de visie op christelijke presentie en diaconaal betrokken zijn bij de lokale samenleving verwoord. Hiermee zijn in feite de contouren van een diaconaal centrum in Zaandam ZO, in het bijzonder voor de wijk Poelenburg geschetst. Deze contouren zijn in september 2009 besproken met de pastores en voorgangers in de Zaanstreek. Er was kerkelijk draagvlak voor een nadere verkenning. Deze nadere verkenning is uitgevoerd als behoefteonderzoek. Het doel was te toetsen of er ook voldoende draagvlak bestaat bij externe partijen, vooral instanties en personen die beroepshalve sterk betrokken zijn bij het wel en wee van de bewoners in dit deel van Zaandam. Via Netwerk DAK, de koepelorganisatie voor inloophuizen, kerk- en buurtwerk en drugs- en straatpastoraat is een onderzoeker aangetrokken. Voor de bekostiging van het onderzoek zijn kerkelijke fondsen aangeschreven. Door de genereuze ondersteuning van het Diaconaal Fonds van het RK Dekenaat Haarlem, het Bureau Steunverlening van de PKN, de Haëllastichting, het SIOC, het Skanfonds en het IDB-ZW zelf is dit behoefteonderzoek mogelijk gemaakt. Het onderzoek is in mei 2010 gestart. De oorspronkelijke onderzoeksgroep heeft haar taak voortgezet als klankbordgroep en is tijdens het onderzoek inhoudelijk sterk betrokken geweest bij de verdere gedachtevorming. De conclusie van het onderzoek is in grote lijnen een bevestiging van de ideeën die vorig jaar tijdens de oriëntatiefase zijn geformuleerd. De behoefte aan een kerkelijk inloophuis of diaconaal centrum wordt breed onderkend, met als belangrijkste advies: start kleinschalig, werk vraaggericht, werk goed samen en bouw, vanuit je eigen identiteit geleidelijk je aanbod uit, mét en voor de mensen in de wijk. Deze hoofdlijn is op 21 oktober jl. gepresenteerd aan de diaconieën en PCI’s die gezamenlijk de achterban vormen van het IDB-ZW. Zij hebben zich positief uitgesproken ten aanzien van dit advies en wensen een nadere uitwerking in de vorm van een bedrijfsplan. Het opstellen van dit plan valt buiten het bestek van dit onderzoek.
Opzet onderzoek In het onderzoek is gekozen voor een aanpak waarbij tegelijkertijd informatie werd verzameld en geïnvesteerd in samenwerkingsrelaties. Dus een combinatie van onderzoeker en kwartiermaker. De verzamelde informatie dient een onderbouwd antwoord te geven op de vragen naar mogelijke activiteiten, op welke doelgroepen men zich wil richten, mogelijke samenwerkingspartners, de financiering, de organisatorische/ bestuurlijke opzet en de mogelijke/ wenselijke locatie.
Aanpak Het onderzoek is uitgevoerd conform het projectplan: na een kennismaking met de wijk Poelenburg zijn vraaggesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van kerkelijke en niet kerkelijke organisaties die op enigerlei wijze betrokken zijn bij de wijk. Daarnaast zijn diverse overleggen in de wijk bijgewoond, is er een externe oriëntatie geweest door middel van
3
werkbezoeken aan enkele diaconale centra elders en overleg met collega-onderzoekers voor vergelijkbare initiatieven in den lande. Naast het verzamelen van informatie waren deze gesprekken en werkbezoeken tegelijkertijd gericht op het opbouwen van een netwerk van contacten met sleutelfiguren. De open en welwillende houding van de gesprekspartners in Zaandam en daarbuiten was een plezierige verrassing en heeft geleid tot een schat aan informatie. Dit rapport geeft alleen de hoofdlijnen weer, de meer gedetailleerde uitwerking is ten behoeve van de opdrachtgever vastgelegd in een apart werkdossier. Het rapport beschrijft niet alleen de uitkomsten van het onderzoek maar ook het resultaat van de gedachtevorming binnen de klankbordgroep en de kerkelijke achterban: de wens voor het vervolg.
Samenvatting en conclusies Eerste bevindingen, zoals besproken met de voorgangers uit de Zaanstreek op 1 september jl.: De reactie van vrijwel alle geïnterviewde instanties was direct een hartelijk welkom: ‘de kerken doen (weer) mee!’ Vrijwel meteen gevolgd door de uitnodiging: ‘er is zoveel nood – kom ons versterken!’ Maar ook kritische geluiden: ‘waarom juist in Poelenburg?, er gebeurt hier al zoveel …’. En: ‘realiseer je dat vooral Poelenburg bekend staat als ‘klein Turkije’; een christelijke identiteit zal mogelijk een drempel opwerpen …’. Tegelijkertijd constateert men dat er veel georganiseerd wordt voor allochtone bevolkingsgroepen in de wijk, maar relatief weinig voor de autochtone inwoners. Concrete noden en knelpunten in Zaandam ZO/ Poelenburg; • Toenemende armoede schuldenproblematiek (dit raakt naar schatting 40% v.d. inwoners); toenemende werkloosheid • Materiële nood en praktische nood (behoefte aan hulp bij klussen) • Sociaal isolement, eenzaamheid (mede door problemen met Nederlandse taal) • Een toenemend aantal schrijnende gevallen (gezinnen met een veelheid aan problemen) • Uitzichtloosheid – depressie • Geestelijke nood – behoefte aan aandacht, nabijheid, gesprek (zingevingvragen) • Huiselijk geweld (ook ‘geheime’ problemen) • Vervuiling openbare ruimten (normen, omgang, sociale controle, handhaving, in combinatie met overlast [geluid, vuilnis] door nieuwe groepen gastarbeiders zoals Polen en Bulgaren) • Sociale samenhang en acceptatie van bewonersgroepen over en weer (eilandjes). • Veel vroegtijdig schoolverlaters Kansen Er zijn niet alleen achterstanden en problemen, er zijn ook kansen: • Binding van (veel) bewoners met de buurt • Actieve betrokkenheid van buurtbewoners • Niet alleen ‘kwetsbare mensen’; er is ook veel kracht en inspiratie bij mensen Conclusie De belangrijkste conclusie van het behoefteonderzoek is dat er een breed gedragen “ja” is voor een sociaal religieuze instelling zoals een diaconaal centrum in Zaandam Zuidoost. Vooral als dit centrum gevestigd wordt in de meest oostelijke wijken: Poelenburg en Peldersveld. De betrokken kerken zien in een centrum in dit deel van Zaandam een welkome partner voor een breed scala aan diaconale en interreligieuze activiteiten. De seculiere zorg- en welzijnsinstellingen, evenals de gemeente en de woningcorporaties zien hier eveneens een heel welkome aanvulling op hun eigen aanbod. De kerken worden als partner in de zorg voor leefbaarheid en sociale samenhang en de zorg voor de (vaak schrijnende) noden van een toenemende groep kwetsbare burgers van harte uitgenodigd. Niet om op eigen houtje met goedbedoelde activiteiten te komen, maar om in gezamenlijkheid aandacht en zorg te hebben voor eenieder die dat nodig heeft.
4
De kracht van de kerken in het algemeen zit in het langdurig trouw aanwezig zijn, in het zonder aanzien des persoons optrekken met eenieder die daar om vraagt, in het helpen waar geen helper is. In het bieden van een ontmoetingsplek waar iedereen welkom is, voor concrete zaken als een kop koffie, een broodje, raad en daad. Een luisterend oor en misschien concrete hulp, of activiteiten op maat die gericht zijn op ontmoeting, contact, bezinning en ondersteuning (doel is empowerment). In de gesprekken en bijeenkomsten die in de loop van dit onderzoek plaats hebben gevonden is steeds meer duidelijk geworden dat de kern, en daarmee de unieke toegevoegde waarde, van een diaconaal centrum zit in een gemeenschap van bewogen mensen. Mensen die vanuit hun eigen verbondenheid met god de verbondenheid met anderen vorm willen geven. ‘Religare’ betekent ten diepste: verbinden. Een gemeenschap heeft een eigen basis nodig, een plek om samen te komen, samen stil te zijn, eventueel samen te bidden, en samen te werken. Een herkenbare plek waar een warm welkom is voor ieder: vrijwilligers en gasten. Een plek om even op adem te komen. Het algemene advies van vrijwel alle geïnterviewden is: begin klein, sluit aan bij wat er leeft, werk vraaggericht en begin meteen te investeren in een goed netwerk met andere professionals in de wijk. Door de gesprekken tijdens het onderzoek ligt dit netwerk klaar: de kerk is welkom om op een nieuwe wijze, open, bewogen, dienstverlenend aanwezig te zijn in de wijk. Niet evangeliserend maar present, vanuit haar eigen christelijke identiteit de verbinding zoekend. En vooral heel praktisch: diaconaal.
5
Nadere uitwerking A. Hoofdlijnen van het onderzoek zoals gepresenteerd op 21 okt. 2010 Aan de hand van zeven vragen wordt de hoofdlijn van de uitkomsten geschetst. De startvraag was: “Is er behoefte aan een diaconaal centrum namens de kerken in dit deel van Zaanstad?” Het antwoord is luid en duidelijk: “Ja”. Vrijwel alle gesprekspartners zien de toegevoegde waarde van een dergelijke voorziening. Zeker nadat hen is toegelicht wat een diaconaal centrum of inloophuis inhoudt. Wat wordt het voorstel dat we willen uitwerken? Een inloophuis – een gastvrije ontmoetingsplek in de wijk. Neutraal: dat wil zeggen niet van de gemeente, van de woningcorporatie, van Welsaen of van wie dan ook. Op oecumenische basis – open voor iedereen. Starten met inloop – de koffie – en enkele gastvrouwen/ gastheren – voor een welkom en eventueel ‘een luisterend oor’. Vier peilers in het startaanbod: Ontmoeting – Ondersteuning – Inspiratie en Interculturele/ Interreligieuze ontmoeting. Beperkte activiteiten: eventueel diaconaal spreekuur, ontmoetingsruimte voor o.a. de werkgroep Jodendom, Christendom en Islam en andere bestaande IDB-ZW werkgroepen. Ruimte voor spontaan aanbod van bewoners/ vrijwilligers. Ondersteuning in de vorm van gesprekken, verwijzing naar instanties, noodfonds van de kerken, eventueel 1 x per week eenvoudige maaltijd (koffie en soep). Inspiratie in de vorm van een stilteruimte/ stiltehoekje, gespreksgroep en/of Bijbelgroep, rozenkransgroep e.d.; ‘Ora et labora’ Liefst ook de wijk in; op huisbezoek. Waarom willen we dat in Poelenburg gaan doen? De (christelijke) kerken zijn verdwenen, er is behoefte aan een plek van samenkomst voor christelijk bewogen mensen en hen die zich daar mee verbonden voelen. Een gastvrije ontmoetingsplaats waar mensen die gezien of gehoord willen worden welkom zijn, en Waar vrijwilligers elkaar treffen en elkaar inspireren voor hun diaconale inzet in de wijk. Waar (christelijk en) maatschappelijk bewogen mensen een gastvrij aanbod voor de buurt kunnen neerzetten: voor ieder ongeacht nationaliteit of religieuze overtuiging. De belangrijkste problemen in deze wijk zijn samen te vatten onder de noemers armoede, eenzaamheid en integratievraagstukken. Er wordt een toenemende nood geconstateerd van mensen die in de knel zitten of dreigen te komen, uitzichtloze situaties, moedeloosheid en onmacht. De behoefte aan feitelijke ondersteuning (materiële nood) en aan geestelijke zorg (aandacht, bewogenheid, trouw) is groot. Hoe willen we dat gaan doen? Met een kleine groep het projectplan verder uitwerken. Met de woningcorporaties en de gemeente in gesprek om mogelijkheden te verkennen. Met de fondsen in gesprek over medefinanciering. Liefst zo snel mogelijk concrete afspraken over een aan te stellen beroepskracht. Met enkele toekomstige vrijwilligers (enkele personen hebben al medewerking toegezegd) in gesprek om zaken verder voor te bereiden. Waar, op welke locatie, willen we dat gaan doen? Na ampele overwegingen is de keuze uiteindelijk op de wijk Poelenburg gevallen, met een uitstraling naar de wijk Peldersveld, omdat: - Vooral Poelenburg een wijk is waar armoede, eenzaamheid en integratievraagstukken bovengemiddeld spelen, met vergrijzing er direct achteraan. Dezelfde problemen spelen, in iets mindere mate, ook in Peldersveld. - De wijk geen christelijke kerk meer heeft, sowieso arm is aan ontmoetingsplekken, dit geldt ook voor Peldersveld.
6
-
Voor veel Turkse bewoners heeft de Moskee een belangrijke functie. Vooral voor de autochtone bevolking (immers 40% van de bewoners) is er niets behalve het buurtcentrum van Welsaen. Daar voelt niet iedereen zich thuis. Waar we in dit voorstel over dromen is een eigen ontmoetingsruimte, een huiskamer met een gastvrije sfeer, voor zowel inloop als groepsactiviteiten. Gewoon een huis in de straat, liefst centraal gelegen, op de begane grond, goed bereikbaar. Op termijn (2 jaar?) is een van de units voor maatschappelijke functies in de nieuwbouw van winkelcentrum De Bloemkorf een interessante optie. De gemeente vindt een diaconaal centrum of inloophuis (eventueel gecombineerd met tweedehands kleding) een passende invulling voor deze ruimte. Het voordeel is dat je dan ‘in de loop’ zit, in de buurt van andere voorzieningen. Grotere activiteiten kunnen gehouden worden in de bestaande voorzieningen binnen of net buiten de wijk zoals buurtcentrum de Poelenburcht, binnen de scholen (vooral bijzonder onderwijs zoals De Loopplank, Paus Joannes of Tamarinde), kerken zoals de Noorderkerk e.a.
Met wie willen we dit gaan doen? Op de eerste plaats met steun vanuit de kerken: zowel materieel als ‘in de geest’. Omdat men dit ziet als een belangrijke bijdrage aan de samenleving en in het bijzonder in een wijk waar veel nood is en veel mensen in de knel zitten/ dreigen te komen. Het betekent vormgeven aan een ‘plek van hoop’, een nieuwe vorm van kerk-zijn door missionairdiaconale inzet. Omdat vanuit de kerken (en de moskee) mensen zich geroepen voelen om zich in te zetten voor hun naasten, sociaal bewogen zijn, op willen komen voor gerechtigheid en vrede. Daarnaast met partners in de wijk, andere professionals en betrokken wijkbewoners. Samenwerking en ondersteuning zijn toegezegd door o.a.: gemeente Zaanstad (wethouder, coördinator Sociaal Programma ZO, wijkmanager e.a.) woningcorporaties (vooral Parteon en Rochdale), Infohuis Nieuw Poelenburg SMD, Centrum Jong, GGD/Straathoekwerk, Welsaen, politie Zaanstad, scholen voor bijzonder onderwijs in de wijk, Evean Erasmushuis. En last but not least: met de bewoners van de wijk. Het moet vooral een project worden voor en door bewoners. De beroepskracht mag dan van buiten komen, de verdere opbouw moet bij voorkeur gebeuren met vrijwilligers uit de wijk, bewogen mensen namens de kerk of anderszins religieus geïnteresseerd en maatschappelijk betrokken. Vooral oudere autochtone wijkbewoners beginnen allergisch te worden voor ‘zij van buiten’. Activiteiten zullen ontstaan op aangeven van bezoekers, bewoners, vrijwilligers. De kunst is dus om in te spelen op vragen. Deze vragen zullen komen als er wordt geïnvesteerd in een vertrouwensrelatie; wat ook inhoudt dat men aangeeft ‘te willen blijven’. Niet het zoveelste project dat volgend jaar weer ophoudt. Een band die je opbouwt omdat je langdurig trouw aanwezig kunt blijven. Hoe kunnen we dat organiseren? Gebruikmaken van de stichting IDB-ZW als startpunt, die heeft al rechtspersoonlijkheid, bestuurlijke ervaring en een zekere naam opgebouwd. Onder het bestuur een aparte coördinatiegroep instellen die de plannen verder uit gaat werken , met als eerste stap een bedrijfsplan. Toezeggingen over samenwerking, financiën, ruimte en medewerkers verder concretiseren. Welke voorwaarden dienen vervuld voor een succesvolle start van een inloophuis? - Enkele bevlogen bestuursleden / vrijwilligers. - Vanaf de start goede relatie met kerkelijke achterban, gemeente, woningcorporaties en (kerkelijke) fondsen. Direct gaan investeren in fondswerving, afstemming, overleg en samenwerking. Aanvullend zijn. - Liefst zo snel mogelijk een (parttime) beroepskracht. - Investeren in een goed netwerk in de wijk; voortborduren op het netwerk dat begint te ontstaan door de gesprekken en contacten van de onderzoeker. In de volgende hoofdstukken zullen deze onderdelen verder uitgewerkt worden.
7
B. Nadere uitwerking op onderdelen: Kenmerken van Zaandam Zuidoost Zaandam ZO omvat de Rosmolenwijk, Zaandam Zuid (Burgemeestersbuurt, Walvisvaardersbuurt en Bomenbuurt), Poelenburg, Pelders- en Hoornseveld. In totaal woont hier ongeveer een kwart van alle inwoners van Zaanstad, circa 37.500 mensen, Zaandam ZO vormt in zijn geheel een stedelijk vernieuwingsgebied. In verhouding zijn hier veel arbeidersbuurten, het overgrote deel van de sociale woningvoorraad staat in dit deel van de stad. Wat verder opvalt zijn de groenvoorzieningen, het is het grootste groengebied van de stad. Er staat veel te gebeuren en er gebeurt al veel in Zaandam ZO. De gemeente heeft een samenhangende ontwikkelingsvisie opgesteld (2004) met als thema ‘Met elkaar verbinden’. Binnen deze ontwikkelingsvisie worden drie thema’s onderscheiden, elk met hun eigen programma: 1. Sociaal (onderwijs, gezondheid, welzijn) 2. Economie (winkels, detailhandel, werken) 3. Fysiek (wonen en leven). Het opstarten van een diaconaal centrum past binnen het programma Sociaal, mogelijkerwijze eveneens binnen het programma Economie indien men het centrum combineert met bijv. een tweedehands winkel. Ontwikkelingsvisie 2020 gemeente Zaandam Per wijk is/wordt een masterplan opgesteld waarbinnen alle ontwikkelingen met betrekking tot herstructurering, renovatie, sloop, nieuwbouw, zowel voor woningen, winkels, scholen (Brede School) als overige voorzieningen met elkaar in samenhang zijn geplaatst. Door de gemeente en de woningcorporaties worden tal van projecten gestart; zowel voor fysieke verbeteringen van de wijken maar bovenal ter versterking van de sociale samenhang, de leefbaarheid van de buurten en het welbevinden van de bewoners. Kern ontwikkelingsvisie gemeente ‘Zaandam Zuidoost moet een woongebied worden waar bewoners zich thuis voelen. Dat betekent bijv. dat de openbare ruimte aantrekkelijk is en dat de wijk of buurt voldoende ontmoetingsmogelijkheden biedt om sociale contacten aan te knopen en te onderhouden. …’ Vooral in Poelenburg, en in feite ook in Peldersveld, is het aantal ontmoetingsmogelijkheden binnenshuis gering. Behalve de moskee is er geen kerk meer, geen kroeg, geen koffiehuis of café. Een breed scala aan projecten Veel van de projecten die gestart worden zijn gericht op het actief betrekken van bewoners, het stimuleren van bewonersinitiatieven en participatie van zowel kinderen, jongeren als volwassenen, autochtoon en allochtoon. Creatieve adviesbureaus met vernieuwende aanpakken vinden in Zaandam een vruchtbare bodem. Voorbeelden zijn de ttif Company, een Amsterdams adviesbureau (huisbezoeken Walvisvaardersbuurt en opzet + begeleiding inloophuis Koban), Saen Professionals (project sociaal maatschappelijke ondersteuning en hulp bij thuisadministratie), de Bakkerij (o.a. project Portiekportiers in Poelenburg) en Fun up, eveneens een Amsterdams bureau dat via een bottom up benadering initiatiefrijke bewoners betrekt bij de ontwikkeling van o.a. stilgevallen bouwprojecten en leegstaande panden (Poelenburg, winkelcentrum Bloemkorf). Daarnaast zijn er projecten gericht op het achterhalen van wat er speelt (‘achter de voordeur komen’), zoals geïnventariseerd door ttif Company, maar wat ook een belangrijk onderdeel is van het project Zichtbare Schakel van Evean (introductie wijkverpleegkundige als schakel in de wijk voor zorg- en hulpverleners). Via projecten als Portiekportiers maar ook bijv. Moeders aan Zet (Centrum Jong in samenwerking met anderen) worden allochtone moeders opgeleid tot opvoedintermediair. Door deze projecten bereikt men kinderen en via hen de ouders, krijgt men zicht op wat er speelt en komt men in gesprek. Met als doel mensen, waar nodig, toe te leiden naar zorg.
8
Andere projecten richten zich specifiek op een gezonde leefstijl (voeding en beweging), bijv. het project van de GGD ‘Bewegen op recept’ of op het vergroten van kansen voor jongeren door ze een breder netwerk aan te bieden als opstap naar stageplek of werk (project Stagespot). Ondanks het succes van deze projecten en het enthousiasme van betrokkenen, worden er ook kritische geluiden gehoord: bewoners die het gevoel houden dat er van alles wordt bedacht ‘voor hen’ maar zonder gebruik te maken van in de wijk(en) aanwezige kwaliteiten en talenten, ook op organisatorisch vlak. Dit geeft het gevoel dat het geld voor de ontwikkeling van de wijk vooral opgaat aan ‘die lui uit Amsterdam’ en te veel gericht is op korte termijn projecten. Projecten die weliswaar bijdragen aan participatie en empowerment van inwoners, maar waarvan de doorwerking op de langere termijn niet voor iedereen in te schatten is. Daarnaast werden er kritische kanttekeningen gemaakt bij het kennelijk verplichte ‘integratiegerichte’ karakter van deze projecten. Vooral bij oudere autochtone wijkbewoners ontstaat het gevoel dat zij langzamerhand een groep worden die over het hoofd wordt gezien, die maar voor zichzelf moet zorgen. Dat is niet voor iedereen even makkelijk, problemen rondom o.a. armoede, schulden en eenzaamheid, maar ook gezondheidsproblemen (fysiek en psychisch) en last but not least vergrijzing spelen evengoed onder deze bewoners. Krachtwijken Wat verder opvalt in Zaandam ZO (uit: Ontwikkelingsvisie Zaandam Zuidoost – gemeente Zaanstad) is: - delen van Zaandam Zuidoost kennen een hoge werkloosheid, - het opleidingsniveau van de bewoners is in het algemeen relatief laag, wat vaak resulteert in lage inkomens; sociaal economisch gezien zijn het de zwakkere wijken van de stad, - de zelfredzaamheid van de inwoners ligt i.h.a. lager dan in economisch betere wijken, - een deel van de woonkwaliteit is slecht, - diverse wijken zijn aan het vergrijzen; dit leidt tot een toenemende behoefte aan zorgvoorzieningen in combinatie met een woonfunctie. De wijk Poelenburg heeft in 2009 de status van Vogelaarwijk gekregen. Terecht, gezien de kenmerken van de wijk. Door verschillende respondenten werd echter opgemerkt dat andere wijken in Zaandam ZO, vooral de Rosmolenwijk, met evenveel recht deze status hadden kunnen krijgen. Poelenburg is echter de enige ‘officiële’ Vogelaarwijk van Zaanstad. Bijzondere kenmerken van Poelenburg (uit: wijksignalement Poelenburg en wijkscan 2009, Welsaen). Bouw: De wijk is gebouwd in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw als stadsuitbreiding voor werknemers van de talloze bedrijven in Zaanstad. De import bestond eerst uit Nederlanders, vooral uit de noordelijke provincies, later kwamen de buitenlandse gastarbeiders. Poelenburg telt ongeveer 8.000 inwoners. Van de ruim drie duizend woningen in de wijk is 1/3 deel laagbouw, de rest is hoogbouw. Ruim tweederde van de woningvoorraad betreft huurwoningen, voor heel Zaandam ligt dit percentage op ca. 50%. Zowel de huurwoningen als de koopwoningen hebben een lage gemiddelde WOZ-waarde. Deze ligt ca. 20% lager dan in de rest van Zaanstad. Poelenburg is verder een typische woonbuurt, er zijn weinig bedrijfsvestigingen. Bevolking: Poelenburg heeft een relatief jonge bevolking, met 30% van de inwoners beneden de 20 jaar ligt dit percentage beduidend hoger dan in de rest van Zaanstad. Van het aantal gezinnen is het percentage eenoudergezinnen (bijna 30%) hoger dan in de rest van Zaanstad, ook het aandeel ‘overig’, lees samengestelde gezinnen is aanmerkelijk hoger. Bijna tweederde (59%) van de inwoners heeft een niet-Nederlandse achtergrond. Dit maakt Poelenburg de meest gekleurde wijk van heel Zaanstad. De grootste etnische groep zijn de Turken, zij vormen samen ongeveer 35% van de inwoners van Poelenburg. Dat is een bijna even grote groep als de autochtone Nederlanders. De wijk kent een smeltkroes van nationaliteiten met westerse allochtonen (waaronder Italianen, Polen, Bulgaren etc.) Surinamers en Antillianen, Marokkanen (dit aantal stijgt de laatste jaren) en ‘overige niet –westerse allochtonen’. Sociale status: De bevolking van Poelenburg heeft een laag gemiddeld inkomen (GBI €10.300 per inwoner en € 26.200 per huishouden), het aantal werkzoekenden met een uitkering is hoog en stijgt steeds meer. Poelenburg is daarmee een van de armste wijken van Zaanstad. Onder de allochtone bevolking zijn veel gezondheidsproblemen, het 5% WAO-uitkeringen ligt relatief hoog.
9
Problemen die men constateert zijn armoede (laag besteedbaar inkomen), sociaal isolement van onder andere allochtone vrouwen, mede door taalproblemen, plus problematische gezinssituaties en huiselijk geweld. De toenemende werkloosheid versterkt deze problemen nog. De wijk heeft naar buiten toe een slechte naam en dit imago blijkt lastig te veranderen. Tegelijkertijd ervaren veel bewoners ook de positieve kanten van de wijk en waarderen velen juist het multiculturele karakter. Vooral voor Turkse mensen heeft de wijk een aantrekkingskracht door de aanwezigheid van de moskee. Er vestigen zich meer Turken in de wijk dan er vertrekken. Terwijl men binnen de eigen etnische gemeenschap soms veel contacten onderhoudt, zijn contacten met mensen van buiten de etnische groep vaak beperkt. Een specifiek probleem is de geringe integratie van vooral de 1 e en 2e generatie Turken (‘we gaan toch terug’). Overige problemen betreffen de hoge doorstroming van bewoners in de wijk (daardoor weinig binding) en de milieuproblematiek, vooral luchtvervuiling vanuit het westelijk havengebied, in combinatie met achterstand in onderhoud woningen. Andere aandachtspunten zijn overlast door jongeren, wilddumpingen(afval) en zwerfvuil. De overlast door (hang) jongeren is sinds de komst van het jongerencentrum (de Kanjer) met een goede jongerenwerker flink afgenomen. De wijkmanager reageert samen met de jongerenregisseur, de straathoekwerker en de wijkagent alert op signalen van bewoners, men zoekt met elkaar naar oplossingen. Een specifiek jongerenprobleem dat steeds meer aandacht krijgt is het vroegtijdig schoolverlaten. Ook daar worden nu initiatieven voor ontwikkeld. Als zwakke kant van de wijk wordt ook genoemd de tweedeling in de wijk (hoogbouw/laagbouw, allochtoon/autochtoon, arm/rijk). Voor de wijk Poelenburg is een masterplan vastgesteld (2007) voor vernieuwing van de wijk. Het plan omvat de sloop van ca. 500 woningen (flats), de bouw van 760 nieuwe woningen, waarvan 320 die terugkomen op de slooplocaties en 440 woningen in de zgn. groene driehoek. Hiervoor zou het volkstuinencomplex en het huidige buurtcentrum moeten wijken. Echter: het tijdpad voor de diverse bouwplannen (woningen, winkels) is nu al ingrijpend bijgesteld in verband met de economische recessie en in het bijzonder de stagnatie op de woningmarkt. Gemeente en woningcorporaties zien zich genoodzaakt om een deel van de plannen enkele jaren vooruit te schuiven, vooral ten aanzien van de nieuwbouw. Juist dit onderdeel zou een positieve doorwerking moeten hebben op de samenstelling van de wijk, meer differentiatie in woningen moet de wijk aantrekkelijk maken voor mensen met middeninkomens (wooncarrière bieden, d.w.z. doorstromen naar de middeldure en dure sector binnen de eigen wijk) en het aantrekken van een koopkrachtiger publiek (stimulans voor een gedifferentieerder aanbod aan winkels). Naast woningen voorziet het masterplan ook in een welzijnscluster (o.a. Brede School + Multi Functionele Accomodatie) een nieuw winkelcentrum, een bedrijfsverzamelgebouw en een nieuwe verkeersontsluiting. Plus de herinrichting van bestaande wegen, water en groen. Dit uitstel is voor alle partijen teleurstellend, uit onderzoek is inmiddels gebleken dat de krachtwijken die in de afgelopen paar jaren een ‘sprong voorwaarts’ hebben gemaakt, juist die wijken zijn waar de fysieke omgeving ingrijpend is aangepakt. Binnen de Vogelaargelden voor Poelenburg is vooralsnog geld beschikbaar voor met name het sociaal programma en het economisch programma. Tijdens de laatste wijkvergadering (okt. 2010) is door wijkbewoners bijzonder kritisch en teleurgesteld gereageerd richting gemeente en woningcorporaties. Bewoners voelen zich in de steek gelaten, naast kritiek viel ook vooral moedeloosheid te beluisteren. Men vroeg zich af op welke wijze men er nog voor kan zorgen gehoord te worden en invloed te hebben op de plannen. Overigens zien sommigen van deze ontwikkeling ook de positieve kant: als er in plaats van sloop en (duurdere) nieuwbouw nu meer flats gerenoveerd worden, betekent dit dat de huidige bewoners kunnen blijven en de verbeteringen aan de woningen en de wijk vooral hen ten goede komen.
10
Aanvulling voor Peldersveld (uit: wijksignalement gemeente, wijkscans Zaandam Z., Welsaen, 2009) Bouw: Pelders- en Hoornseveld is in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw ontwikkeld als moderne stadsuitbreiding voor werknemers van de talloze bedrijven in Zaanstad. Er wonen ruim 10.300 mensen. Het is een typische woonwijk met veel groen. De woningen variëren van villa’s en ruime eengezinswoningen tot grote woonblokken flats (langs de snelweg). Verder staat er een verpleeghuis en een verzorgingshuis. Er is relatief weinig werkgelegenheid. De wijk ligt dicht bij het centrum en is goed ontsloten door het openbaar vervoer. Er wordt een Masterplan ontwikkeld voor Gibraltar, waarbij het winkelcentrum ontwikkeld wordt tot een 'volwaardig winkelcentrum' voor het hele gebied Pelders-Hoornseveld en het aangrenzende Poelenburg. Bevolking: Ongeveer een derde deel van de inwoners is van (niet-westerse) allochtone afkomst. Zij wonen hoofdzakelijk in de flats. Het percentage huurwoningen is groot (ca. 80%). De gemiddelde leeftijd stijgt, 19% is ouder dan 65 jaar. Ca. 35% van de bewoners is alleenstaand, dit is relatief veel. Het aantal mensen met een uitkering (bijstand, WAO) ligt hoger dan het gemiddelde in de rest van Zaanstad) Sterke kanten van de wijk: - veel groen, buitenruimte en goede voorzieningen (zwembad, sporthal, bibliotheek, scholen) - multiculturele wijk (% allochtone inwoners is tweemaal zo hoog als gemiddeld in Zaanstad) - actieve bewoners (o.a. wijkoverleg) en binding van veel bewoners aan de wijk (tevredenheid) - dicht bij centrum en dichtbij openbaar vervoer Problemen en knelpunten: - spanningen tussen de verschillende culturen in de wijk - vervuiling openbare ruimten en vandalisme - jongeren hebben geen eigen plek (meer) in de wijk (overlast door hangjongeren) - veel opvoedingsproblemen, in samenhang met cultuurverschillen (school versus thuis). - Aanbod van Welsaen komt uit Poelenburg, daardoor is de wijk minder in beeld, ‘vergeten’ wijk - Aanbod vanuit welzijn is gering, zeker in relatie tot de problemen die er liggen - Gemis aan activiteiten voor ouderen (alleen in verzorgingshuis en verpleeghuis en bij denksportvereniging BOKO) - Gemis aan breed activiteitenaanbod voor kinderen (vooral buiten, binnen kunnen zij terecht in enkele sportscholen en gymzalen evenals in het clubhuis van P5) - Nog geen zicht op effecten van masterplan Poelenburg, veranderingen daar raken ook bewoners van Pelders- en Hoornseveld. - Te weinig winkels Hoewel er de nodige verschillen zijn met Poelenburg zijn er ook een aantal overeenkomsten. Met het oog op de functie van een diaconaal centrum is het niet vreemd om als verzorgingsgebied ook Peldersveld daar bij te betrekken. In beide wijken zijn voorzieningen die wijkoverstijgend zijn.
Welke thema’s en voor wie? De professionals met een goed zicht op de wijk Poelenburg en de omliggende wijken geven aan dat er wel degelijk personen en groepen zijn die ‘niet in beeld zijn’, of ‘niet gehoord worden’. Mensen in de knel of in kwetsbare situaties die op de een of andere manier tussen de wal en het schip dreigen te raken. Voorbeelden zijn: - mensen die niet meer rondkomen en/of in de schulden zijn geraakt - er is behoefte aan een luisterend oor en doorverwijzing; de drempel om direct naar de goede instantie te stappen is voor een aantal mensen nog te hoog, hier spelen o.a. schaamte, onzekerheid, gevoelens van tekort schieten en zinloosheid en vaak ook taalproblemen een rol; - eenzame mensen van diverse pluimage, autochtoon en allochtoon
11
-
verslaafden en mensen met psychische problemen (vaak onzichtbaar ‘achter de voordeur’); allochtone christenen die bij islamitische medebewoners niet makkelijk aansluiting vinden, maar evenmin bij autochtone christenen (o.a. Turks, Koerdisch, Afrikaans); mensen die door huisuitzetting op straat komen, hiervoor is geen opvang en nazorg; mensen die klant zijn bij de Voedselbank; in het uitdeelpunt voor Poelenburg en Peldersveld worden wekelijks ongeveer 60 pakketten uitgedeeld, aan alleenstaanden en gezinnen. Mensen die net buiten de boot vallen bij diverse regelingen Jongeren die geen plek hebben om rustig huiswerk te maken, ook jongeren die voortijdig schoolverlater zijn en die een stimulans en een nieuw perspectief op hun toekomst nodig hebben.
Een andere groep die aandacht verdient wordt gevormd door betrokken gelovigen van de in februari 2010 gesloten Onze Lieve Vrouwe Kerk. Deze groep bestond zowel uit katholieke parochianen als protestanten die met enige regelmaat gebruik maakten van de kerk voor vieringen en activiteiten. De ongeveer 700 parochianen zijn administratief ondergebracht bij de Bonifatiusparochie of, naar wens, de st. Jozefparochie. Een groep die hierin niet is meegenomen zijn de RK parochianen uit Oostzaan. De parochianen van de OLV kerk zijn weliswaar administratief ‘ondergebracht’ maar dat neemt niet weg dat voor velen het gemis van een eigen kerkgebouw in de wijk nog erg voelbaar is. Een religieus sociaal centrum waar men zelf mede invulling aan kan geven kan nieuwe mogelijkheden bieden voor ontmoeting en gemeenschapsopbouw.
Bestaande voorzieningen Er is een breed scala aan voorzieningen in Zaandam Zuidoost, zowel professioneel als op vrijwillige basis, zowel vanuit religieuze organisaties als seculiere zorg- en welzijnsinstellingen. Divers vrijwilligerswerk o.a. door Humanitas, de Zonnebloem en stichting Present, maar ook door Saen Professionals (zij leveren thuiszorg maar bijv. ook hulp bij formulieren en administratie, vooral voor allochtonen) en daarnaast door zelforganisaties, zowel Turkse als andere. In kerkelijke kringen bieden meerdere kerken diaconale activiteiten en jeugdactiviteiten aan, waarvan verschillende in samenwerking met scholen in de wijk (bijv. Atletes in Action, Rock Solid). Er worden tal van projecten georganiseerd door aanbieders/adviesbureaus in samenwerking met organisaties in de wijk zoals de welzijnsstichting, Centrum Jong, zorginstellingen, de moskee, woningcorporaties. In het werkdossier is een overzicht opgenomen van het aanbod vanuit verschillende organisaties en instellingen. Voor deze rapportage is gekozen voor een beknopt overzicht dat gegroepeerd is rondom een aantal relevante voorzieningen. Deze zijn gericht op Poelenburg, eventueel ook Peldersveld en in een aantal gevallen heel Zaandam ZO. Ontmoetingsplekken (uit: wijktypering Poelenburg, Welsaen, 2006) Er is geen duidelijke centrale ontmoetingsplek voor jong en oud. Ouderen ontmoeten elkaar bij activiteiten in het buurtcentrum, het Erasmushuis of in de volkstuinen. Jongeren treffen elkaar op de speel- en trapveldjes tussen de flats, bij Chokugym, in het jongerencentrum (de Kanjer), bij snackbar Hoky Poky, de skatebaan en de voetbalvelden. Andere ontmoetingsmogelijkheden betreffen het winkelcentrum (Lobeliusstraat), of gewoon op straat. Bewoners zitten ook graag op de bankjes bij de speelplekken. Daarnaast zijn het buurtcentrum (de Poelenburcht) en de moskee belangrijke trefpunten. Inloop: Noorderkerk (1x p/wk open kerk), Leger des Heils (5x p/wk inloop met koffie, thee, spelletjes en activiteiten), de Poelenburcht (1x p/wk voor allochtone vrouwen), MEE-inloop voor allochtone vrouwen met kind met beperking, ouderkamer op BS De Loopplank en de Paus Joannesschool. Eetcafé / maaltijd: Noorderkerk (elke woensdag, stamppottenmaaltijden, kerstmaaltijd voor senioren), Leger des Heils (elke donderdag), de Poelenburcht (1x p/mnd voor 65+, 1x p/mnd multicultureel), Wijksteunpunt Dirk Prins (multicultureel eetcafé), SMD biedt maaltijdvoorziening aan huis.
12
Een min of meer vaste groep bezoekers voor enkele van deze maaltijdvoorzieningen bestaat uit een groep dak- en thuislozen/ verslaafden die vijf dagen ‘onderdak’ is door afwisselend te gaan eten bij de Brijderstichting (2 x), de Noorderkerk (1x), het Leger des Heils (1x) en 1 x per week verzorgt een vrijwilliger van de Ichtuskerk een maaltijd (op straat). (Diaconaal) spreekuur: Leger des Heils (Raad en Daad balie), SMD: spreekuur Sociaal Raadslieden (1x p/2 wkn) en Algemeen Maatschappelijk Werk (1x p/2 wkn) in Centrum Jong, tevens spreekuur MEE, Bureau Jeugdzorg, GGD (consultatiebureau 0-4), Bureau Quitte (schuldhulpverlening en intake Voedselbank), Opvoedspreekuur bij Centrum Jong (project Moeders aan Zet), Moskee: inloopspreekuur GGZ (project Stress in het Gezin) en sinds kort diverse spreekuren bij het Sociaal Servicecentrum Nieuw Poelenburg: Saen Professionals, ondernemersspreekuur, spreekuur wijkmanager, Zorgzaan (Wmo-loket), tiff company, en verder algemene inloop bij medewerkers van het Infohuis voor informatie, advies, verwijzing en ‘gewoon kopje koffie of thee’. Telefonische hulpdienst: ondersteuning bij emotionele problemen door Sensoor. Gespreksgroepen en thema-/ voorlichtingsbijeenkomsten Noorderkerk, Sultan Ahmet Moskee, BS de Loopplank (ouderkamer) en Paus Joannesschool (ouderkamer), Evean Erasmushuis. Materiële hulpverlening (inclusief Voedselbank en tweedehands goederen) en Noodfonds Leger des Heils (tweedehands kleding en meubels), kledingbeurs (elk kwartaal) bij uitgiftepunt Voedselbank in het Lichtschip, tevens uitgiftepunt Voedselbank in Noorderkerk. Verder (commerciële) verkoop tweedehands goederen op diverse plaatsen in de Rosmolenwijk. IDB-ZW (ZIN; Zaans Interkerkelijk Noodfonds); Leger des Heils: overlevingspakketten, Noorderkerk: kerstpakketten. Noodopvang bij Mizaan. Burenhulp / klussen: Welsaen (Buurthulpcentrale), Evean (Klussenbus), Stichting Present, Humanitas. Taalles Welsaen (Beter Nederlands Spreken, Taalles aan Huis en project met taalcoaches), Moskee, via het Infohuis, BS De Loopplank, en via BVO (Buitenlands Vrouwen Overleg) i.s.m. de Helpdesk Allochtonen. Hulp bij invullen formulieren en thuisadministratie Noorderkerk, Humanitas, Saen Professionals, Sultan Ahmet Moskee, IDB-ZW, complexbeheerder ZVH (informeel), SMD. Huiswerkbegeleiding Vanuit Turkse zelforganisaties als Mizaan (Rosmolenwijk) en Witte Tulp / stichting Animo (de Weer). Hulp bij Huiselijk geweld: GGD: Steunpunt huiselijk geweld; politie Zaandam (wijkagent). Activiteiten voor ouderen: Evean Erasmushuis, verzorgingshuis Oostergouw, de Meerpaal, Mennistenerf, Wijksteunpunt Dirk Prins, Welsaen (de Poelenburcht; inloop, maaltijden, sport- en spelactiviteiten; ook in de Kolk en de Exter), buurthuis de Doorbraak, Saen Professionals (dagactiviteiten voor 55+), denksportvereniging BOKO (Peldersveld), Multiculturele Seniorendag, PAZ (Participatie Allochtonen Zaandam) in het Erasmushuis, multiculturele woonvereniging/woongroep voor Suranta ouderen, Ichtuskerk (koffieochtend en gespreksgroepen). Activiteiten voor de jeugd: Welsaen (in de Poelenburcht, jongerencentrum de Kanjer, buurthuis de Exter en de Kolk), GGD/Straathoekwerk, Ichtuskerk (kidzark, jeugdavond, sportweek), Pascalcollege samen met enkele Gereformeerde Kerken (Atletes in Action – zomerweek, Rock Solid), Chokugym, diverse (Turkse) zelforganisaties.
13
Huisbezoek Vriendschappelijk huisbezoek door Humanitas en de Zonnebloem. Bezoekwerk gevangen/ gevangenisboten door IDB-ZW, vanuit de Noorderkerk, Humanitas. Verder zijn er vanuit meerdere organisaties voorzieningen en activiteiten voor mensen met een beperking en andere specifieke groepen (dak- en thuislozen, verslaafden, gedetineerden etc.).
Waar is aanvulling wenselijk? Bij zoveel voorzieningen kan men zich terecht de vraag stellen waar aanvulling wenselijk of zelfs nodig is. Samenvattend kunnen we concluderen dat er relatief veel aanbod is voor allochtone inwoners, veel minder voor (oudere) autochtone bewoners. Op diverse terreinen is de behoefte groter dan het aanbod, er is bijvoorbeeld een schaarste aan ontmoetingsplekken en niet iedereen voelt zich thuis of is in staat om gebruik te maken van het huidige aanbod bij de huidige voorzieningen. Er is kortom behoefte aan: gezelligheid/ ruimte voor (laagdrempelige) ontmoeting, inloop/ opvang/ activiteiten voor onderscheiden groepen (christenen, vrouwen, mannen, jeugd/ jongeren), waaronder gespreks- en themagroepen een stilteplek materiële ondersteuning (o.a. maaltijden, kleding, voedselpakketten, praktische hulp) luisterend oor, hulp bij vragen rondom formulieren en instanties ruimte en ondersteuning voor inwoners die ten behoeve van bepaalde groepen bewoners activiteiten willen organiseren en hiervoor ondersteuning en/of faciliteiten nodig hebben. Afstemming en regie: zoals uit het overzicht duidelijk mag worden is er veel en divers aanbod, maar wat meerdere gesprekspartners aangaven is dat de afstemming nog niet optimaal is. Hier kan een rol liggen voor de coördinator van een inloophuis. Tegelijkertijd mag duidelijk zijn dat het ‘aanbod’ van een diaconaal centrum zich het best in de praktijk kan ontwikkelen, door de bezoekers/gasten die met hun vragen komen, door de vrijwillige medewerkers die met hun voorstellen komen, zal blijken waar de witte vlekken in het bestaande aanbod zitten waar een kerkelijk inloophuis, al of niet tijdelijk, in kan voorzien.
Reacties van mogelijke toekomstige partners in de stad Toekomstige partners in de stad zijn zowel kerkelijke / diaconale organisaties als seculiere zorg- en welzijnsinstellingen. Kerken: Diverse kerken zijn geïnteresseerd in samen optrekken, op de eerste plaats de PKN Zaandam: Poelenburg en Peldersveld vallen binnen het verzorgingsgebied van de diaconie Oostzijde. Deze verzorgt nu vanuit de Noorderkerk (Rosmolenwijk) diaconale activiteiten die ook op deze wijken gericht zijn. Men is zowel wijkoverstijgend als geloofsoverstijgend actief. Daarnaast is direct bij de start van het onderzoek belangstelling uitgesproken voor samenwerking door het Leger des Heils, eveneens gehuisvest in de Rosmolenwijk. Zij zien veel klanten bij de raad en daadbalie en het uitgiftepunt voor tweedehands kleding en meubels uit Poelenburg komen. Men heeft al enige tijd in overweging om een dependance voor de verkoop van kleding en meubels in Poelenburg te starten. Een ander kerkgenootschap dat diaconaal graag de agenda’s op elkaar wil afstemmen is de Ichtusgemeente, eveneens gehuisvest in de Rosmolenwijk. Deze kent ook huiskringen in Poelenburg, gespreksgroepen op huiskamerniveau die direct aansluiten bij de wensen en behoeften van de deelnemers in de wijk. Als laatste heeft ook de doopsgezinde Gemeente Zaandam interesse getoond, meerdere leden van de maatschappelijke werkgroep (gericht op diaconale activiteiten) zijn zelf woonachtig in Poelenburg en kennen de wijk bijzonder goed. Vergrijzing van de vrijwilligers noopt hen vooralsnog tot terughoudendheid. Ook vanuit de moskee wil men graag bij het verder concretiseren van de plannen in gesprek blijven om te bekijken waar raakvlakken liggen en eventuele samenwerking mogelijk is. Het bestuur van de moskee ziet voor zichzelf een brugfunctie naar de Nederlandse samenleving, een rol bij het leggen/ ondersteunen van contacten met Nederlanders en integratie van Turken in Nederland.
14
Seculiere instellingen: Alle professionele instellingen die betrokken zijn in het behoefteonderzoek staan open voor samenwerking. Er is een positieve belangstelling en opstelling vanuit andere maatschappelijke organisaties. Zij zien een diaconaal centrum als mogelijke aanvulling op het totale aanbod zoals dat nu door hen verzorgd wordt, met een eigen inbreng die voorziet in een behoefte van mensen waar nu niet of niet altijd in voorzien wordt. Vrijwel allen zien een reële mogelijkheid in het over en weer naar elkaar doorverwijzen. Men geeft aan dit graag in goed overleg te willen doen, zodat het aanbod op elkaar afgestemd kan worden en men daadwerkelijk aanvullend kan zijn. Overleg kan in de vorm van deelname aan reguliere overlegvormen (bijv. het sociaal netwerkoverleg Nieuw Poelenburg of het wijkoverleg) of direct met de eigen organisatie, structureel door bijv. eenmaal per jaar of per half jaar elkaar bij te praten. In een deel van de gesprekken was het eerst nodig om het begrip ‘diaconaal centrum’ nader toe te lichten, en in sommige gevallen daarmee de vrees voor mogelijke concurrentie weg te nemen. De nadruk is sterk gelegd op een aanvullende functie, vanuit een eigen identiteit en wijze van werken. Een uitnodiging voor samenwerking kwam onder andere van Centrum Jong, SMD, Welsaen, Evean Erasmushuis, de wijkagent, de woningcorporaties, Zorgzaan/Wmo-loket, Saen Professionals en de wijkmanager. Andere vrijwilligersorganisaties Er liggen ook raakvlakken met het werk van vrijwilligersorganisaties zoals Humanitas, de Zonnebloem en de Voedselbank. Ook vanuit deze hoek wil men graag in goed overleg aanbod en inzet afstemmen. Daarnaast zijn er actieve zelforganisaties die inspelen op behoeften binnen de eigen doelgroep. Binnen deze inventarisatie voert het te ver om hier nader op in te gaan, bij de daadwerkelijke start van een inloophuis verdient het aanbeveling om contact te leggen met deze organisaties en op de hoogte te zijn van hun activiteiten. Al deze contactpersonen zijn te vinden in de adreslijst in het werkdossier dat met dit rapport aan de werkgroep zal worden overgedragen.
15
Een eigen functie voor een diaconaal centrum in Poelenburg/ Peldersveld Naamgeving In dit rapport wordt gesproken over een (missionair) diaconaal centrum of inloophuis. Deze begrippen worden door elkaar gebruikt, in de praktijk gaat het over hetzelfde. Voor betrokkenen binnen kerkelijke en diaconale kring is het begrip (missionair) diaconaal centrum vanzelfsprekend. Voor de presentatie naar buiten is wellicht het begrip Inloophuis meer neutraal. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het beter is om een algemene naam te geven aan een dergelijk centrum. Dit om geen groepen uit te sluiten of de indruk te wekken dat het slechts voor een beperkte groep bedoeld is. Vooral in een multiculturele en multireligieuze wijk als Poelenburg is dit een belangrijk aandachtspunt. Een eigen functie: anders dan andere voorzieningen zoals buurtcentrum, Infohuis, verenigingsgebouw Een diaconaal centrum of inloophuis onderscheidt zich op meerdere manieren van andere ontmoetingsplekken. Ondanks dat het ontstaan is vanuit de kerken is het niet specifiek kerkelijk, wel religieus geïnspireerd maar niet actief het geloof aan het uitdragen. De invalshoek is vooral sociaal maatschappelijk. Ontmoeting, inspiratie en dienstverlening zijn kernwoorden. Men is laagdrempelig en staat open voor werkelijk iedereen. In een diaconaal centrum is geen druk om zichzelf te moeten bewijzen, activiteiten en prestaties te moeten verantwoorden. Dat wil niet zeggen dat men geen programma heeft, of huisregels. Die zijn er ook, activiteiten worden vaak aangeboden als mogelijkheid om tot ontmoeting en gesprek te komen. Huisregels zijn er om de sfeer voor gasten en de medewerkers goed te houden. Vanuit een houding van openheid, aandacht, respect en trouw wordt een vertrouwde en gastvrije sfeer gecreëerd. Juist in deze houding en sfeer komt het specifieke karakter van het inloophuis tot uitdrukking. Het eigene en de waarde van deze houding is wetenschappelijk onderzocht en uitgewerkt tot een ‘methode’: de presentiebenadering. Hierop wordt verderop in deze paragraaf kort ingegaan. Zie hiervoor ook bijlage 5.
Naar een nieuwe vorm van kerk-zijn Een diaconaal centrum in Poelenburg/Peldersveld is niet bedoeld als vervanging voor de OLV kerk. Het is geen mini-kerk, die vanuit een bepaalde geloofsrichting vieringen gaat verzorgen en geestelijke zorg voor haar rekening neemt. Er zijn nog steeds voldoende ‘traditionele’ kerken van diverse gezindten in Zaandam beschikbaar waar gelovigen terecht kunnen voor liturgie, viering en bezinning. Dat neemt niet weg dat deze functie niet ook, zij het kleinschalig een plek kan krijgen. Wat dan wel? Uit diverse gesprekken kwam het volgende ontwikkelingsbeeld naar voren: * Een Diaconaal Centrum als nieuwe vorm van kerk-zijn - diaconaal werk als sociaalmaatschappelijke bijdrage betekent bezig zijn met zingeving; voor jezelf en de ander. Religare betekent ‘verbinden’; mensen verbinden met elkaar en met het grotere geheel, met dat wat betekenis geeft, bijvoorbeeld God. * Met ruimte voor religie en viering - bied aan hen die daar behoefte aan hebben ruimte om met het geloof bezig te zijn (bijv. Bijbelgroep, interreligieuze dialooggroep, rozenkransgroep) Vanuit de gemeenschap die ontstaat rondom het inloophuis kun je verder bouwen aan een nieuwe vorm van geloofsgemeenschap in de wijk, open, interreligieus. * Ondersteun mensen met visie die mee willen bouwen – een diaconaal centrum krijgt vorm en invulling, en vooral betekenis door mensen die een visie hebben op kerk-zijn (‘plekken van hoop’), een visie op samenlevingsopbouw, een visie op het ondersteunen (empoweren) van mensen in kwetsbare situaties. Een visie op een open en tolerante houding naar allen, ongeacht afkomst, godsdienst of maatschappelijke positie. Met het oog op een vreedzame buurt waar men zich welkom mag weten.
16
De methodiek: werken vanuit de presentiebenadering Op welke wijze en vanuit welke visie wil men vanuit een diaconaal centrum betrokken zijn bij de wijk? Een telkens terugkerend thema is present zijn, in de betekenis van aandacht hebben en gastvrij zijn. Gastvrijheid is een Bijbels begrip. Kerken en kerkelijke inloophuizen staan met hun gastvrijheid in een lange christelijke traditie. Gastvrijheid, open staan voor de ander, is in deze tijd deels ook een tegenbeweging. Tegengesteld aan de ‘de angst voor de ander, voor het anders zijn van de ander’ die daardoor een vreemd-eling blijft waardoor gastvrijheid niet meer vanzelfsprekend is. Bij gastvrijheid gaat het om ons voegen in de leefwereld van de ander, om trouw te blijven – ook bij het onverhelpbare. Om werk te maken van iets diepmenselijks namelijk het verlangen om er bij te horen, gezien te worden en in tel te zijn. Maar ook om welkom te zijn zonder iets te hoeven, zonder te hoeven veranderen of zonder een bepaalde overtuiging opgelegd te krijgen. Hulpverlening met een bepaald doel staat niet voorop, anders dan te helpen de ander in zijn/haar eigen kracht te laten komen. Evangeliseren is niet het doel, tegelijkertijd hoeft men de eigen (christelijke) inspiratie niet te verzwijgen. Men mag vrijmoedig over de eigen (religieuze) inspiratie spreken, mits de ander daar voor open staat, zonder die ander iets op te willen dringen. Dit geldt zowel voor vrijwilligers als voor de gasten. Van medewerkers wordt verwacht dat hun basishouding er een is van liefdevolle betrokkenheid en aandachtig luisteren, om bondgenoot te zijn en de ander de ruimte te geven. Deze wijze van handelen is terug te vinden in de presentiebenadering zoals beschreven door prof. dr. Andries Baart (Een theorie van de presentie). De boven beschreven werkwijze is ontstaan vanuit pastorale zorg voor mensen in kwetsbare situaties, vaak mensen in de marge van de samenleving, al of niet in uitzichtloze situaties. Het is een werkwijze die aanvullend is op de geestelijke en pastorale zorg die binnen de kerk gegeven wordt. Hierbij is niet primair de kerk de ontmoetingsplaats maar beweegt de pastoraal werker zich meer naar de leefwereld van de ander, letterlijk en figuurlijk. In het kerk- en buurtwerk wordt deze benadering zelfs doorvertaald naar het vorm en invulling geven aan viering en eucharistie (IJzerman e.a.). In het werkveld van Netwerk DAK, het werk binnen kerkelijke inloophuizen, diaconale projecten en specifieke vormen van pastoraat zoals drugs- en straatpastoraat, heeft deze werkwijze op veel plaatsen in Nederland zijn waarde bewezen. Ook in andere werkvelden op het terrein van zorg en welzijn vindt deze benadering steeds meer ingang
Ervaringen uit het land Haarlem en Lelystad In 2009 is door de onderzoeksgroep tijdens de oriëntatiefase een bezoek gebracht aan Stem in de Stad in Haarlem. Een bijzonder leerzaam bezoek. Echter de startsituatie in Haarlem was volledig anders dan de huidige situatie in Zaandam; in Haarlem kon men direct beschikken over een passende ruimte (kerk) en een beroepskracht (pastor). Deze ‘luxe’ kent men niet in Zaandam. Om deze reden is, op aanbevelen van een van de fondsen, een werkbezoek gebracht aan het Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO) Lelystad. Hier is men twintig jaar geleden vanuit het niets gestart en heeft men een bloeiende organisatie opgebouwd met een niet meer weg te denken functie in Lelystad. Een inspirerend voorbeeld als het gaat om de opbouwfase: hoe men klein kan starten en geleidelijk kan uitbouwen. Dit voorbeeld heeft de klankbordgroep en het bestuur van het IBD-ZW zeer aangesproken. Hieronder enkele belangrijke ervaringen van het IDO in Lelystad. Samenvatting: Direct vanaf de start van de wijk (Waterwijk) is er voor gekozen om niet met een kerkgebouw in de wijk aanwezig te zijn, maar met een kerkelijk inloopcentrum. Er is gekozen voor een eenvoudige en laagdrempelige start, in een gewoon huurhuis, centraal gelegen in de wijk. Belangrijke thema’s in de wijk waren armoede, eenzaamheid en integratie. Als eerste opdracht zag men het opbouwen van vertrouwen. Vertrouwen dat bewoners vaak (nog) niet hadden in de hulp- en zorgverleners, terwijl de problemen, noden en behoeften groot waren. Een bevlogen bestuurslid is met een vrijwilliger gestart door de deur open te zetten voor inloop; koffie met een praatje. Vanuit de kerken maar zonder evangeliserend te zijn. Na de eerste bezoeker kwamen er
17
aarzelend meer, binnen een half jaar begon het inloophuis een duidelijke, eigen plek in te nemen naast (en in goed overleg) met andere voorzieningen. Het bezoekerspubliek was divers, waarbij vooral veel ‘sociaal zwakkeren’ binnenliepen voor een praatje en een kop koffie. Vanuit de opgebouwde vertrouwensrelatie ontstonden activiteiten; doorverwijzing naar reguliere hulpverleners, door spontane inbreng van vrijwilligers maaltijden, leuke activiteiten en de verkoop van tweedehands kleding. Vooral dit laatste bracht veel nieuwe bezoekers binnen, juist ook allochtone wijkbewoners. Aanvankelijk alleen als klant, later als gast en deelnemer aan maaltijden en activiteiten. Landelijk Inloopcentra beraad (ICB, nu Netwerk DAK) Als een van de externe deskundigen is advies gevraagd aan dhr. van Til, jarenlang landelijk coördinator van het Inloopcentra Beraad, en betrokken bij de start van vele inloophuizen en diaconale centra in Nederland. Zijn belangrijkste aanbevelingen: * Zorg dat alle betrokkenen weten waarover ze dromen en ga voor dezelfde droom! * Maak vervolgens van deze droom een goed verhaal – als basis voor de statuten. * Houd je droom levend! Verdeel het werk dat verzet moet worden voor de realisatie over verschillende werkgroepjes (bijv. statuten, fondswerving, huisvesting, PR, werven van vrijwilligers). * Zorg dat de goede mensen er bij betrokken blijven. * Vind juist die mensen die maatschappelijk geëngageerd zijn en iets met religie hebben, maar niet noodzakelijkerwijze verbonden zijn aan een kerkgenootschap. Zoek dus ook buiten kerkelijke kringen. * Benader potentiële vrijwilligers: spreek mensen aan op hun verbondenheid met een thema (bijv. eenzaamheid) en hun kwaliteit om rondom dit thema iets te doen, iets te betekenen voor anderen. Om door die inzet ook iets terug te krijgen wat voor henzelf betekenisvol is (wederkerigheid). * Start zo mogelijk met een beroepskracht, die het werven en toerusten van vrijwilligers op zich kan nemen Op meerdere plaatsen in Nederland worden momenteel vergelijkbare behoefteonderzoeken uitgevoerd (o.a. Wageningen, Utrecht, Schiedam) of al nieuwe inloopcentra geopend (o.a. Zeist, Vlaardingen). Dit doet vermoeden dat diaconale centra / inloophuizen ook – of misschien wel juist in deze tijd in een behoefte voorzien. Een behoefte vanuit de kerken om christelijk present te zijn en te blijven, juist daar waar kerken zich genoodzaakt zien om parochies samen te voegen en gebouwen af te stoten. Een behoefte ook om als ‘zachte kracht’ een unieke en onvervangbare bijdrage te blijven leveren aan het leefbaar houden van onze samenleving voor allen die daar deel van uitmaken. En een behoefte vanuit de samenleving aan ‘plekken van hoop’, plaatsen waar men op adem kan komen omdat men even ‘niets hoeft’. Ondanks de verschillende contexten is opmerkelijk dat dezelfde randvoorwaarden en succesfactoren telkens weer doorslaggevend blijken te zijn voor het vlot starten en uitbouwen van deze projecten. In het volgende hoofdstuk worden deze randvoorwaarden en succesfactoren verder uitgewerkt voor de situatie in Zaandam Poelenburg.
18
Naar de toekomst Mogelijke scenario’s Scenario 1 Startvariant: low profile, low budget (laagdrempelig en snel financieel haalbaar te maken) Locatie: een kleine woning in Poelenburg (bij voorkeur eengezinswoning op de begane grond) Bemensing: parttime beroepskracht met kerngroep vrijwilligers Belangrijkste activiteiten: ontmoeting, nood lenigen (materieel, klussen, luisterend oor, zingevingvragen, (interreligieuze) spiritualiteit, dialoog, maaltijden. Concreet betekent dit inloop (koffie/thee), spreekuur, eventueel kookgroep/eetgroep, klussengroep, stilteruimte, lees- of gespreksgroep, rozenkransgroep (aansluiten bij nu levende behoeften cq mogelijkheden die vrijwilligers mee brengen) Faciliteiten voor: kantoorruimte IDB + stichting Present; + vergaderruimte voor diverse werkgroepen (huidige werkgroepen IDB, o.a. werkgroep Jodendom, Christendom, Islam) Extra: grotere activiteiten onderbrengen binnen bestaande voorzieningen (buurthuis, scholen)
Scenario 2 Groeivariant: een volwaardig missionair diaconaal centrum Met ruimte voor vieringen (kleinschalig) Met uitgiftepunt Voedselbank Met tweedehands kledingwinkel Met restaurantfunctie Mogelijke locatie: Winkelcentrum De Bloemkorf (na de verbouwing)
Randvoorwaarden en succesfactoren Randvoorwaarden Bij het nader invullen van onderstaande randvoorwaarden wordt telkens ingegaan op twee vragen: 1. wat is nodig voor een succesvolle start van een diaconaal centrum of inloophuis? 2. in hoeverre wordt in deze randvoorwaarden in dit stadium in Zaandam ZO voorzien, of is nadere invulling op korte termijn mogelijk? Kerkelijke cq diaconale betrokkenheid (deelnemende kerken/diaconieën) 1. Belangstelling en medewerking vanuit de kerken en diaconieën in de Zaanstreek vormt een belangrijke voedingsbodem voor een diaconaal centrum. Een oecumenisch kerkelijke bedding betekent commitment op materieel vlak (financieel, vrijwilligers, ruimte etc.) en spiritueel vlak, aandacht tijdens de vieringen, inzet van voorgangers bij religieus/ spirituele activiteiten ed. 2. Zowel tijdens de oriëntatiefase als tijdens het onderzoek is een bijeenkomst georganiseerd voor de voorgangers van kerkgenootschappen uit de Zaanstreek, de zgn. ‘pastoreslunch’. Hoewel men de ontwikkelingen op dit vlak met belangstelling volgt is er weinig directe betrokkenheid. Niet verwonderlijk, veel kerken zijn primair gericht op het in stand houden van de eigen organisatie, geen geringe opgave in een tijd van sterk teruggelopen kerkbezoek, teruglopende inkomsten en vergrijzing van het vrijwilligersbestand. Een project ‘diaconaal centrum OLV’ in Poelenburg kan rekenen op een welwillende houding. In hoeverre men bereid en in staat is actief te investeren in een diaconaal centrum zal in vervolggesprekken moeten blijken. Een directe interesse en bereidheid tot – waar mogelijk – samenwerking is bij die gelegenheid uitgesproken door de Doopsgezinde Gemeente Zaandam en de Ichtusgemeente Zaandam. De DGZ ziet in betrokkenheid bij een inloophuis in Poelenburg een concrete mogelijkheid zich diaconaal meer naar buiten te richten en haar deelname aan het IDB-ZW verder invulling te geven.
19
Met de Ichtusgemeente heeft een vervolggesprek plaatsgevonden waarin duidelijk werd dat zij zich in hun aanbod primair op de Rosmolenwijk richten, waar men opnieuw een inloop wil starten, vooral voor verslaafden. Dit is een andere doelgroep dan het IDB-ZW voor ogen heeft, men ziet verdere uitwerking van de plannen vooralsnog als aanvullend op elkaar. Het Interkerkelijk Diaconaal Beraad Zaanstreek-Waterland (IDB-ZW) is, zoals de naam zegt, een verband van diaconieën en PCI’s (Parochiële Caritas Instellingen). Vanuit deze kring is verdere medewerking toegezegd (jaarvergadering 21 oktober 2010); zowel in de vorm van een structurele financiële bijdrage voor de komende 4 à 5 jaar, als door het werven van vrijwilligers in eigen kring. E.e.a. overigens met de afzonderlijke partners nog nader door te spreken. Een grotere bijdrage wordt gevraagd aan de PKN/ Noorderkerk. Zij hebben toegezegd intern de mogelijkheid te bespreken voor ondersteuning in de vorm van een beroepskracht; een diaconaal werker die parttime ingezet kan worden voor de eigen diaconie (Oostzijde) en wellicht parttime beschikbaar gesteld kan worden als coördinator voor een diaconaal centrum in Poelenburg. Met het Bisdom Haarlem-Amsterdam blijft men in gesprek over mogelijkheden voor ondersteuning als vervolg op de besprekingen n.a.v. de sluiting van de OLV kerk. Bij het verder opzetten en uitvoeren van activiteiten ligt ook overleg met de moskee voor de hand, het bestuur van de moskee staat hier voor open. Betrokkenheid vanuit gemeente en woningcorporaties. 1. Betrokkenheid vanuit de burgerlijke overheid en de woningcorporaties is vanaf de start van belang. 2. Zoals eerder aangegeven heeft de gemeente een ontwikkelingsvisie voor dit deel van Zaanstad opgesteld. Een diaconaal centrum in Poelenburg past hierin, op de eerste plaats binnen het Sociaal Programma. De coördinator Sociaal Programma ZO heeft zich een warm voorstander van de start van een diaconaal centrum verklaard. Voor de verdere uitvoering van het Masterplan voor Poelenburg heeft de gemeente een nieuwe uitvoeringsorganisatie opgericht; een samenwerkingsverband van de gemeente Zaanstad en drie woningcorporaties (Parteon, Rochdale en ZVH). Gezamenlijk maken zij zich sterk voor het realiseren van de drie pijlers in de ontwikkelingsvisie. Binnen de gemeente Zaanstad heeft men zich vanaf de start van het behoefteonderzoek zeer geïnteresseerd en coöperatief opgesteld. Niet alleen de betrokken ambtenaren, ook de wethouder onderkent de waarde van een bijdrage aan de leefbaarheid in Poelenburg vanuit de kerken. Concrete ondersteuning is toegezegd door de wijkmanager, die samen met de woningcorporaties in de wijk wil bekijken op welke wijze daadwerkelijke ondersteuning van een inloophuis mogelijk is. De basis voor structureel overleg met de gemeente is gelegd, hierop kan bij de verdere uitwerking worden voortgebouwd. In Poelenburg hebben drie woningcorporaties bezit, het grootste aandeel is van Parteon en Rochdale. Vanuit beide organisaties is medewerking toegezegd bij het vinden resp. verhuren van een passende locatie, op basis van een duidelijk plan. Parteon ligt als partner in dezen meer voor de hand, ook omdat zij eveneens eigenaar zijn van De Bloemkorf. Winkelcentrum De Bloemkorf is vorig jaar door brand verwoest en zal herbouwd worden, waarbij de voormalige winkelruimten huisvesting zullen gaan bieden aan maatschappelijke voorzieningen. Een diaconaal centrum past, volgens de gemeente, binnen deze bestemming. Deze locatie sluit goed aan bij de criteria voor een passende locatie, zie hieronder. Het IDB-ZW wil graag vroegtijdig betrokken worden bij de invulling van verdere plannen voor De Bloemkorf, om te bezien of dit aansluit bij het eventueel uitbouwen van een diaconaal centrum in Poelenburg. Voor het opstellen van de begroting voor een op te starten inloophuis is het goed om eerst te verkennen hoe de concrete ondersteuning vanuit gemeente en de woningbouwcorporatie er feitelijk uit kan zien.
20
Goede locatie 1. Tijdens het onderzoek zijn de criteria voor een goede locatie steeds duidelijker geworden. Centrale ligging, bereikbaarheid, toegankelijkheid – ook voor mensen die slecht ter been zijn en veiligheid (zodat bezoekers en vrijwilligers ook ’s avonds met een gerust gevoel durven komen) staan voorop. Direct gevolgd door zaken als sfeer (het moet een ‘warme’ huiskamer worden), voorzieningen als keuken en invalidentoilet en voldoende ruimte voor de basisfuncties inloop (huiskamer), koffie en soep/ maaltijd (keuken), diaconaal spreekuur, stilteruimte (evt. apart hoekje) en liefst ook kantoorruimte voor het bestuur van het IDB-ZW en de stichting Present. En last but not least: betaalbaarheid. In de loop van de eerste paar jaar zal het bestaansrecht van een diaconaal centrum in de praktijk moeten blijken, in deze aanloopfase wenst men low profile en low budget te starten. Een belangrijk deel van de begroting zal vanuit de kerken/ diaconieën en vanuit kerkelijke fondsen moeten komen. Met respect voor de noodzakelijke financiële voorzichtigheid van de kerken en diaconieën wenst men niet te overvragen. Starten in een ‘gewoon’ huis in de wijk, met overzichtelijke kosten aan huur en gas-water-licht, is een concept dat op veel plaatsen in Nederland al jaren met succes wordt toegepast. Dit concept spreekt ook in Zaandam aan. 2. Een huiskamer die geschikt is voor inloop, leent zich ook voor een scala aan activiteiten voor kleine groepen en voor overleg van bijv. werkgroepen van het IDB-ZW. Een dergelijke ruimte kan tevens beschikbaar worden gesteld voor activiteiten van groepen in de wijk, al of niet tegen een kleine vergoeding. Voor grotere activiteiten kan men afspraken maken met bestaande voorzieningen in de wijk zoals het buurtcentrum en diverse scholen voor bijzonder onderwijs. Samenwerking is ook mogelijk met de Noorderkerk (Heijermansstraat), de moskee e.a.. Door de aanwezigheid van deze voorzieningen is er geen directe aanleiding om zelf over een ruimte te beschikken die grote groepen kan ontvangen. Anders ligt dit voor het onderbrengen van het uitgiftepunt van de Voedselbank. Dit is momenteel -tijdelijk- gehuisvest in het gebouw van het Lichtschip, de voormalige CGK kerk in Poelenburg. Onzeker is voor hoelang dat nog kan. Samengaan met een inloophuis van de kerken ligt voor de hand. Enkele zaken vragen daarbij extra aandacht: -
-
uitgifte voor de Voedselbank betekent een hele dag ‘bezet’ zijn, er is die ochtend en middag (tot 15.00 uur) geen mogelijkheid andere activiteiten te plannen; de benodigde ruimte voor een uitgiftepunt van de Voedselbank in deze wijk wordt geschat op minimaal 50 m²(*), de vraag is of dit past in een gemiddelde eengezinswoning. (* gebaseerd op het huidige aantal pakketten en nog zonder koffiehoekje voor de gasten). Voor de Voedselbank is bereikbaarheid t.b.v. de aan- en afvoer van kratten en koelboxen van groot belang, plus de toegankelijkheid voor de klanten (voldoende parkeerruimte).
Voor de start van een inloophuis ligt de keuze voor een eengezinswoning in de wijk voor de hand. In verband met de bereikbaarheid vanuit Peldersveld zou men kunnen kiezen voor een locatie die meer richting het grensgebied van beide wijken gaat. Op termijn is de keuze voor een van de units voor maatschappelijke functies binnen de vernieuwde Bloemkorf mogelijk een betere optie. Activiteiten als verkoop van tweedehands kleding en/of kledingbeurs, open eettafel, uitgiftepunt Voedselbank e.d. worden dan eventueel mogelijk. De termijn waarop realisatie van deze plannen wordt verwacht is eind 2012. Deze twee jaar kunnen gebruikt worden om een diaconaal centrum te laten ‘landen’ in de wijk, hoe en waarmee men precies de aansluiting vindt kan in die periode blijken. Voldoende financiën 1. Het uitgangspunt is dat er een sluitende meerjarenbegroting is voor een periode van liefst vier jaar. Wil men de eigen toegevoegde waarde kunnen bewijzen en een betrouwbare partner worden in de wijk, dan is continuïteit van cruciaal belang. Laten zien dat je als kerkelijk centrum langdurig trouw aanwezig wilt en kun) blijven. Bij het opstellen van de begroting wordt gestreefd
21
naar een gezonde spreiding van inkomsten, men wenst zich niet afhankelijk te maken van één hoofdfinancier. 2. De start van de financiering ligt bij de diaconale achterban van het IDB-ZW, de stichting die het project wil gaan dragen. De betrokken diaconieën hebben zich tijdens de jaarvergadering op 21 oktober jl. positief uitgesproken, een kleine verhoging van de al jaren gebruikelijke bijdrage is bespreekbaar met de afzonderlijke partners, evenals het vastleggen van de afspraken in een convenant voor vier of vijf jaar. Het bisdom Haarlem-Amsterdam heeft bij de start van het onderzoek toegezegd garant te willen staan voor een bijdrage voor huur, te financieren uit de verkoop van de Onze Lieve Vrouwe Kerk. Deze ‘mits’ maakt de feitelijke bijdrage op korte termijn enigszins onzeker. Voor de inzet van een (part time) beroepskracht heeft de PKN Zaandam (Noorderkerk) zich bereid verklaard te onderzoeken of het gedeeltelijk uitlenen van een nieuw aan te trekken diaconaal werker mogelijk is. Als dat kan zou dit een zorg minder zijn, werkgeverschap voor een beroepskracht brengt voor een kleine stichting aanmerkelijke financiële risico’s met zich mee. Verdere financiële dekking hoopt men te verkrijgen uit de bijdragen van kerkelijke en particuliere fondsen. Als eersten wordt daarbij gedacht aan de fondsen die ook het behoefteonderzoek mogelijk hebben gemaakt, met als doorkijk de feitelijke start van een diaconaal centrum. Deze fondsen zijn al tientallen jaren betrokken bij vergelijkbare projecten elders in den lande en hoeven niet meer overtuigd te worden van nut en noodzaak. Echter: het is van belang om te investeren in een samenwerkingsrelatie en in gesprek te gaan over feitelijke ondersteuning, bij voorkeur over een toezegging voor de eerste drie à vier jaar. Met de gemeente en de woningcorporatie kan besproken worden óf en zo ja op welke wijze feitelijke ondersteuning in de vorm van subsidie en/of het faciliteren van ruimte mogelijk is. Een andere mogelijke bron van inkomsten is het aanbieden van activiteiten die kostendekkend zijn, bijv. maaltijden waarvoor een kleine vergoeding gevraagd wordt. Of – in de toekomst inkomsten uit bijv. de verkoop van tweedehands kleding. Het wordt ook steeds gebruikelijker om voor medefinanciering in gesprek te gaan met bedrijven, het ligt dus voor de hand om eveneens in deze richting mogelijkheden te onderzoeken en aan te spreken. Zo heeft bijv. de manager van AH in de Lobeliusstraat aangegeven open te staan voor een gesprek over maatschappelijke betrokkenheid bij de wijk. Deze spreiding van inkomsten noodzaakt het bestuur van het IDB-ZW, in samenspraak met de toekomstige coördinator ertoe om vanaf de start structureel tijd en aandacht te besteden aan fondsenwerving. Deze ontwikkeling is overigens binnen het werkveld in heel Nederland herkenbaar. Beroepskracht 1. Eén van de succesfactoren is het kunnen beschikken over een beroepskracht, die als vaste contactpersoon vanaf de start kan investeren in een netwerk, en tegelijkertijd de stabiele factor is bij het opbouwen van een kerngroep van vrijwilligers. “Bij verreweg alle inloophuizen die een ruimere groep bedienen dan alleen de eigen kerkleden is een beroepskracht in het spel. Deze is nodig omdat hij/zij in staat moet zijn om met verschillende doelgroepen te werken en vrijwilligers daarin te kunnen begeleiden. Hij/zij moet kennis hebben van het kerkelijk opbouwwerk en opbouwwerk in het algemeen, om het project te kunnen laten groeien in samenwerking met verschillende kerken, collega instellingen, burgerlijke overheid en politiek. Hij/zij moet kennis hebben van kerk en samenleving om het inloophuis enerzijds te kunnen onderscheiden van andere maatschappelijke instellingen en anderzijds juist te kunnen benoemen waarom de eigenheid van het inloophuis zo’n belangrijke bijdrage kan leveren. Een beroepskracht is nodig om een stabiele basis te ontwikkelen voor al die mensen die zich met het inloophuis verbonden (gaan) voelen.” (Wageningen, 2e fase)
22
2. Het IDB-ZW heeft de wens uitgesproken om voor de verdere opzet van een diaconaal centrum een beroepskracht aan te trekken. Gedacht wordt aan een coördinator op Hbo-niveau met als achtergrond (pastoraal) opbouwwerk en/of diaconie. De belangrijkste rol is die van spin in het web. Contact leggen met en betrekken van vrijwilligers, op de eerste plaats een kerngroep die bestaat uit mensen in de wijk die een sleutelrol kunnen of willen vervullen, en die trekker willen zijn voor één van de activiteiten. Personen die zelf een netwerk hebben, die een vertrouwenspersoon zijn voor anderen in de wijk, die weten wat er speelt en waar behoefte aan is en die op deze wijze bezoekers kunnen aantrekken. Samen met de coördinator kunnen zij het centrum ‘op de kaart’ zetten en de eerste activiteiten starten. Anders dan bij het buurtpastoraat wordt dus niet primair aan een beroepskracht gedacht die als eerstelijns hulpverlener (pastorale en geestelijke zorg) in de wijk werkzaam is. Eerstelijnswerk kan een klein deel van het werk omvatten, bijvoorbeeld in de vorm van een spreekuur. Veeleer wordt gedacht aan iemand die contacten kan leggen en onderhouden met een breed netwerk binnen en buiten de wijk, die vrijwilligers kan aansturen en zorg kan dragen voor toerusting, die een intermediair kan zijn tussen bestuur en vrijwilligers/ gasten en een actieve rol kan vervullen in PR en de werving van fondsen en sponsoren. Voldoende vrijwilligers (om te starten) 1. Het uitgangspunt is dat het diaconaal centrum voor het grootste deel draait op vrijwilligers. Een kleine kerngroep van vrijwilligers van 4 à 5 personen is voldoende om met de eerste activiteiten te starten. Het aantal benodigde vrijwilligers is afhankelijk van wat men aan wil bieden, het aanbod kan groeien als er meer vrijwilligers beschikbaar komen. Vrijwilligers stellen zich vaak beschikbaar voor specifieke activiteiten. Er is dus een sterke wisselwerking tussen vrijwilligers en activiteiten. 2. Aan de klankbordgroep van het behoefteonderzoek namen enkele wijkbewoners deel die actief waren binnen de OLV-parochie. Zij hebben contact met een grotere groep wijkbewoners die wellicht voor specifieke taken als gastheer/gastvrouw voor de inloop beschikbaar willen zijn. Tijdens het onderzoek hebben zich op diverse momenten personen gemeld die nu al (diaconaal) actief zijn en hun activiteit(en) in een diaconaal centrum willen inbrengen. Concrete voorbeelden zijn een wekelijkse rozenkransgroep en een kookgroep voor vrouwen in de wijk. Ook vanuit de scholen voor bijzonder onderwijs, waar zgn. ouderkamers actief zijn, is belangstelling getoond en wil men graag t.z.t. in gesprek over wederzijdse ondersteuning. Een andere heel concrete inbreng komt van de vrijwillige coördinator van het uitgiftepunt van de Voedselbank, ook deze persoon heeft zijn ondersteuning toegezegd. Verwijzing van klanten van de Voedselbank naar het inloophuis ligt voor de hand, voor een aantal van hen zal een diaconaal centrum kunnen voorzien in een laagdrempelige ontmoetingsplek. Vanuit de verschillende kerken heeft men zich bereid verklaard om binnen eigen kring vrijwilligers te helpen werven, waarbij men aangaf dat dit niet in alle gevallen even makkelijk zal zijn. In kerkelijke kringen is op veel plaatsen in Nederland een vergrijzing van het vrijwilligersbestand merkbaar, dit speelt ook in Zaandam (o.a. RK kerken, DGZ). Tegelijkertijd gaf men aan dat vrijwilligers werven makkelijker is als de activiteit, dus de taak en het tijdsbeslag, duidelijk is en de afstand niet te groot (PKN). Aangezien van alle betrokken kerken er actieve kerkleden in Poelenburg en Peldersveld wonen, ligt hier een mogelijke ingang om vrijwilligers voor een diaconaal centrum te werven. Het is geen must dat de vrijwilligers kerkelijk gebonden zijn: maatschappelijk betrokken (bij de wijk) en ‘religieus bewogen’ is een goede basishouding. Dit laatste impliceert dat vrijwilligers vanuit allerlei achtergronden welkom zijn; dus ook met een andere religieuze achtergrond zoals de Islam en met een andere nationaliteit dan alleen de Nederlandse. Om het oecumenisch en interreligieuze karakter te ondersteunen is dit laatste zelfs zeer wenselijk. Voor het bereiken van andere etnische groepen is een gemengd team zelfs heel belangrijk, deze vrijwilligers kunnen een brugfunctie vervullen naar hun eigen achterban, vooral als men personen weet aan te trekken die goede ingangen hebben binnen de eigen kring.
23
Organisatorische en juridische verankering 1. Nodig is een aparte rechtspersoon, met een relatief onafhankelijke status ten opzichte van afzonderlijke kerken, diaconale organisaties, burgerlijke overheid en anderen. Een stichting met als basis de ondersteunende kerken en/of diaconieën, waarin het oecumenisch karkater weerspiegeld wordt in de bestuurssamenstelling. Een bestuur dat zowel qua netwerk als qua competenties de gewenste bestuurlijke inbreng kan hebben, waar nodig aangevuld met bestuursleden ‘van buitenaf’. Toezicht en ondersteuning kunnen plaatsvinden in een model met een ‘Raad van Toezicht’. 2. In Zaanstreek/Waterland bestaat sinds 2002 de stichting Interkerkelijk Diaconaal Beraad Zaanstreek-Waterland, een diaconaal samenwerkingsverband van christelijke kerken. Diaconie wordt daarbij ruim opgevat. Om praktische redenen is gekozen voor een aparte stichting met een eigen bestuur. De achterban bestaat uit een zestal PKN diaconieën, twee Doopsgezinde Gemeenten, de gezamenlijke Parochiële Caritas Instellingen van het RK Dekenaat Zaanstreek evenals de PCI’s van diverse parochies in Zaanstad. De missie van het IDB-ZW is: zaken van armoede en maatschappelijke uitsluiting op de agenda brengen en houden bij de kerkelijke achterban en de burgerlijke gemeente; bijdragen aan (de organisatie van) praktische hulpverlening fungeren als interkerkelijk platform voor zaken van diaconie in uitgebreide zin dat doorgroeit tot een actiecentrum voor Zaanstreek-Waterland, waar ook de burgerlijke gemeente niet omheen kan. Het IDB functioneert als paraplu voor diverse werkgroepen, waaronder de Werkgroep EVA (Economie-Vrouwen-Armoede), Werkgroep Op de Muur (hulp aan vrouwen in de gevangenis of net daar uit, ook actief betrokken bij de bajesboten, Werkgroep Jodendom, Christendom en Islam, Werkgroep kerkdiensten verstandelijk gehandicapten, Werkgroep ZIN (Zaans Interkerkelijk Noodfonds) voor hulpaanvragen boven 200 euro. Daarnaast fungeert het IDB-ZW: A) als aanjager van initiatieven op diaconaal terrein. O.a. de Voedselbank is hier uit ontstaan. B) als kerkelijk aanspreekpunt in kwesties van armoedebestrijding voor de burgerlijke gemeente: via een zetel in de Cliëntenraad WWB en door steunpunt te zijn voor mensen die moeite hebben met formulieren. Voor het bestuur van het IDB is een diaconaal centrum in Zaandam ZO een verdere concrete invulling van bovenstaande missie. Als specifieke activiteit past het naadloos bij bestaande activiteiten en werkgroepen. Om deze reden heeft het bestuur zich vanaf de start van het onderzoek aangeboden als partner. Het voordeel hiervan is dat er al een stichting bestaat met de nodige bestuurlijke ervaring, de aanloopfase en aanloopkosten die gemoeid zijn met het oprichten van een stichting en het vinden van bestuursleden kan hierbij overgeslagen worden. Een aandachtspunt bij de verdere uitwerking is een kritische bezinning op de huidige statuten om te bezien of zaken als missie, taken, bestuurssamenstelling e.d. voldoende mogelijkheden bieden om deze groei in omvang en verantwoordelijkheden te kunnen dragen. Voor het huidige bestuur ligt hier in de volgende fase, samen met de werkgroep Diaconaal centrum, nog een belangrijke rol.
Succesfactoren Welke lessen kan men in Zaanstad trekken uit onderzoek en feitelijke ervaringen op andere plaatsen in Nederland? Binnen Netwerk DAK zijn een kleine tweehonderd werkplekken aangesloten verspreid over Nederland: diaconale centra, inloophuizen, kerk- en buurtwerk. Veel van deze (missionair) diaconale projecten bestaan nu zo’n twintig tot dertig jaar. Wat leert een korte rondgang, vooral langs voor Zaandam ZO herkenbare plaatsen in Nederland? Welk verder onderzoek is relevant voor Zaanstad?
24
Kaski onderzoek In december 2009 heeft het Kaski, een onderzoek- en adviesbureau van de Katholieke Universiteit Nijmegen, in opdracht van Kerk in Actie (PKN) een onderzoek gepresenteerd met als titel ‘Zwakte als kracht’. In zes steden in Nederland is onderzoek verricht naar religieus sociaal maatschappelijke activiteiten in prachtwijken. Het onderzoek omvatte een twaalftal prachtwijken. Nederland telt ongeveer honderd wijken waar achterstanden zijn en waar bewoners moeite hebben hun situatie te verbeteren. Samen met bewoners werkt de overheid (landelijk, stedelijk) aan verbetering van de leefbaarheid. Doel van dit onderzoek was om inzicht te krijgen in de rol die protestantse gemeentes en andere religieuze instellingen kunnen spelen ter verbetering van de problemen in de wijk. Op basis van een inventarisatie van feitelijke activiteiten (religieus sociale kaart) zijn aanbeveling geformuleerd om tot verdere diaconale beleidsvorming te komen. In de conclusie wordt vermeld dat ongeveer de helft van deze organisaties min of meer actief zijn in de wijk. De meeste van deze activiteiten zijn gericht op inloop: voor jongeren en/of voor volwassenen. Door deze en andere activiteiten vindt men dat men bijdraagt aan vreedzaamheid en aan de sociale cohesie van de wijk, men faciliteert als het ware gemeenschap. Door veel respondenten benoemd als ‘presentie’ (zie onder methode van werken). Om inzet en effect van religieuze organisaties te vergroten wordt vervolgens een aantal succesfactoren benoemd: 1. zichtbare aanwezigheid in de wijk (ruimte) 2. langdurige aanwezigheid (lang aanwezig blijven en de tijd nemen om het aanbod te ontwikkelen en af te stemmen) 3. ‘kartrekkers’ (professionals en/of vrijwilligers) met voldoende ondersteuning 4. samenwerking met andere religieuze organisaties 5. samenwerking met de lokale overheid 6. op de hoogte zijn van beleidsplannen van de lokale burgerlijke gemeente 7. creativiteit in het werven van financiële middelen 8. duidelijke en herkenbare religieuze identiteit 9. een expliciet beleid voor activiteiten ten behoeve van de wijk(en) 10. bestendigen van de ‘presentie’ (onvoorwaardelijk trouw en betrouwbaarheid), aangevuld of uitgebreid met politiserende activiteiten (doelbewuste acties om de situatie voor wijkbewoners te verbeteren). Uit: Kaski rapport nr. 592 / Zwakte als kracht, par. 8.2
Aanvullend: enkele belangrijke succesfactoren op basis van de ervaringen in Lelystad en elders:
Beroepskracht: start bij voorkeur met een beroepskracht (deze heeft een vliegwielfunctie) Centrale ligging: kies voor een centrale ligging die goed ‘in de loop’ ligt (nabij voorzieningen) Draagkracht kerken: kerken ondersteunen financieel maar ook door het inzetten van vrijwilligers, door ruimte te bieden voor grotere activiteiten etc.; zorg dat men hen niet overvraagt. Identiteit: wees duidelijk over je eigen identiteit. D.w.z. kerkelijk (christelijk) maar op een open wijze, niet evangeliserend, anderzijds ‘laagdrempelig’ – werkend vanuit de presentiemethode, dus‘gewoon gastvrij’, mensen hoeven niets, in tegenstelling tot bij de reguliere hulpverlening. Netwerken: investeer vanaf de start in een goed netwerk met de kerkelijke achterban, de burgerlijke overheid, met partners en bewoners in de wijk en met de fondsen die het project mede financieren. Zelfbewustzijn: over wat je te bieden hebt, zeker als je een samenhangend aanbod hebt op belangrijke lokale thema’s zoals armoede, eenzaamheid en integratie. Zichtbaarheid /PR: wordt zichtbaar, investeer in goede PR en publiciteit
Kortom: Durf de stap te zetten om -bescheiden- te starten!
25
Aanbevelingen
Neem de succesfactoren van elders serieus In de voorgaande paragraaf is een duidelijk overzicht gegeven van belangrijke ervaringen en leerpunten elders. De uitkomsten van het Kaski-onderzoek, de ervaringen in Lelystad en de ervaringen vanuit Netwerk DAK vullen elkaar aan. De ervaringen spreken voor zich, hier kan men in Zaanstad zijn voordeel mee doen.
Kies voor een eigen ‘couleur locale’ Zoek vooral aansluiting bij die ervaringen in den lande waarin men herkenning vindt voor de eigen situatie. En durf daarnaast een eigen koers te varen, elk diaconaal project is opnieuw maatwerk. Dat mag en moet een diaconaal centrum in Zaandam ZO ook zijn.
Maak gebruik van de mogelijkheden die er nu liggen Er is een verwachting gewekt door het behoefteonderzoek; er staan partners klaar om mee samen te werken (gemeente Zaanstad, woningbouwcorporatie, diverse zorg- en welzijnsinstellingen). Er zijn potentiële vrijwilligers beschikbaar die zich in willen zetten voor bepaalde activiteiten en/of doelgroepen. Speel daar zo snel als mogelijk is op in.
Creëer de benodigde bestuurlijke bedding Er is een passende rechtspersoon beschikbaar, de stichting IDB-ZW, die bereid is om dit project verder vorm te geven. Dit vraagt wellicht een kritische reflectie op de statuten en een versterking van het bestuur met het oog op specifieke taken (o.a. fondswerving). Het IDB-ZW heeft als stichting al een zekere naamsbekendheid opgebouwd binnen de Zaanstreek en, niet onbelangrijk, een goede reputatie als oecumenisch kerkelijk/diaconale organisatie. Voor het aangaan van verplichtingen met de gemeente (subsidie), woningbouwvereniging (ruimte), het aantrekken van een beroepskracht, het aanvragen van subsidies en fondsen is dit een belangrijk voordeel.
Maak de plannen concreet Het in dit rapport uitgewerkte concept biedt voldoende aanknopingspunten om snel tot een concreet bedrijfsplan te komen. Op basis hiervan kan met toekomstige financiers, samenwerkingspartners en anderen verder invulling gegeven worden aan de start van een diaconaal centrum.
Benoem enkele ‘kartrekkers’ Stel een kleine kerngroep samen van enkele mensen die bereid en in staat zijn dit project verder te concretiseren. In deze kerngroep dient het bestuur van het IDB-ZW te participeren, maar zij kan zich laten bijstaan door enkele anderen. Deze kerngroep kan, vooruitlopend op de beschikbaarheid van een eigen beroepskracht, werkgroepjes instellen om de verschillende aspecten uit te werken (statuten, financiën, fondsenwerving, werving beroepskracht, huisvesting, PR)
Werk vanuit de presentiemethode In het werkveld van inloophuizen, kerk- en buurtwerk en straat- en drugspastoraat heeft de presentiemethode haar grote waarde bewezen. Ook op andere terreinen van zorg en welzijn vindt deze methode de laatste jaren steeds meer weerklank. Er zijn goede scholingsmogelijkheden voorhanden om vrijwilligers vanaf de start toe te rusten in deze benadering en in het omgaan met een diversiteit aan bezoekers.
Start klein en werk vraaggericht In feite is starten met alleen inloop voldoende, door in de kerngroep enkele sleutelfiguren uit de wijk op te nemen kan het aanbod op natuurlijke wijze ontstaan in directe aansluiting op enerzijds de behoeften in de wijk, en anderzijds de mogelijkheden die de vrijwilligers meebrengen. Kies voor een kerngroep met vertegenwoordigers uit verschillende achtergronden zodat ook vanaf de start duidelijk is dat het diaconaal centrum openstaat voor iedereen, ongeacht leeftijd, afkomst of nationaliteit.
26
Bijlage 1 Lijst met bezochte instellingen en personen* en bijgewoonde overleggen Gemeente Zaanstad: Marten van Harten, Simon Broersma, Loes Schueler, Patricia Olton, Corrie Noom (wethouder wijken), Marij Spaninks SMD: Bob Oegema (manager AMW) en Halime Cakir (Turks maatschappelijk werkster) Welsaen: Corine Marseille (consulent leefbaarheid) en Margot Heijn (welzijnsconsulent), Jetty Tauwnaar (algemeen coördinator buurtcentrum Poelenburcht) Centrum Jong: Monique Schweitz (coördinator) en Heather Zandvliet (GGD-arts) GGD/Straathoekwerk: Carlos Usuga Koster (straathoekwerker Zaandam Zuidoost) Agora: Hessel Kraaij Evean Erasmushuis: Ilona Schoen (hoofd Zorg Extramuraal en betrokken bij project ‘Zichtbare Schakel’ Rochdale: Ed Alma (medewerker sociaal beheer) Parteon: Katinka Kahlman (medewerker wijkontwikkeling) en Edwin Tel (wijktoezichthouder Poelenburg) ZVH: Ali Demirözcan (complexbeheerder Poelenburg) Politie Zaanstad: Siem Borst (wijkagent Poelenburg) Koban (Inloop Walvisvaardersbuurt): Murat (vrijwilliger) Zorgzaan (Wmo-loket) Saskia Batenburg Leger des Heils: kapitein Wim Bijl, majoor Koskamp PKN: Rien Jansens (dominee Noorderkerk) en Jacqueline Ootjers (hoofd diaconie), leden klankbordgroep Ichtuskerk: Jan Barendse (predikant) en Christa Neefjes (secretaris bestuur) Doopsgezinde Gemeente Zaandam: Jannie Nijwening (predikant) Paaskerk: dhr. de Lange sr. Moskee: Ahmet Alticulac – Ali Demirözcan (bestuurslid) Saen Professionals : Nuriye en Sefiye Biçe (vervolgafspraak zou nog komen) Humanitas (thuisadministratie): Ellie Oomen Ondernemersadvies Poelenburg: Farzad Ghaus Overigen: Ronald Ootjers (ex-wethouder wijken) Op straat: Marcel Klinkenberg en maat (ex-verslaafden) Christen Unie: Rita Visscher-Noordzij
Waarvan wijkbewoners:
Ben Jansen (oud OLV-er en lid klankbordgroep) Herman Oomen (lid klankbordgroep) en Ellie Oomen (in Poelenburg als vrijwillig fotograaf werkzaam) Gijs Vesseur (oud OLV-er, vrijwilliger Voedselbank) Anton Laan (en echtgenote, oud OLV-ers, Anton is vrijwilliger Voedselbank) Siem Pos (vrijwilliger Voedselbank) Jenny Bakker (oud OLV’er, vrijwilliger Voedselbank) Paul Groenewegen (leerkracht aan Paus Joannesschool, voormalig lid Kerkbestuur OLV) Mies Houtappel (Peldersveld – oud OLV-er en actief met rozenkransgroep en bezoekwerk) Marieke van Soest (Peldersveld, was o.a. kwartiermaker voor het Infohuis Nieuw Poelenburg) Maartje Hoogendoorn (PKN, leerkracht aan BS De Loopplank), lid klankbordgroep Tineke Janki (lid maatschappelijke werkgroep ‘het regentencollege’ DGZ) Twee andere DGZ diakenen, tevens lid van de maatschappelijke werkgroep Ali Demirözcan (complexbeheerder ZVH en lid moskeebestuur) Tijdens de bewonersbijeenkomst: Etta, Nini Ros, Gé van Heteren, Jaap Vellinga als oud OLV-ers Ayse Erdogan en Nuray Yaman, twee Turkse moeders van de Ouderkamer van de Loopplank Chris Groenveld (gesproken tijdens de wijkschouw en de wijkvergadering) Annemiek Koekenbier (vrijwilligster in de Poelenburcht, voorheen actief bij de Zonnebloem) Christa Neefjes (Ichtuskerk, Christen Unie) Violeta Meta (werkzaam voor Nieuw Poelenburg in het Infohuis, daarnaast actief als vrijwilligster)
* met een aantal personen is een uitgebreid vraaggesprek gehouden, met anderen is één of meerdere malen kort contact geweest tijdens diverse bijeenkomsten, in de wandelgangen, telefonisch of via e-mail.
Externen: Wim van Til, tot medio 2009 landelijk coördinator Inloop Centra Beraad) Herman IJzerman, Joke Visser, Fokje Wierdsma, Els Keet, allen buurtpastor, coördinator Diaconaal Centrum en/of trainer-adviseur voor het Trainingscentrum Kor Schippers) Helma Hurkens –buurtpastor en onderzoeker Diaconaal Centrum in Schiedam Nieuwland Heleen Haasdijk (gemeenteadviseur PKN) – vervolgonderzoek Diaconaal Centrum in Wageningen Jan van Opstal – directeur Interkerkelijk Diaconaal Overleg Lelystad
27
Bijlage 2 Literatuurlijst/ geraadpleegde bronnen Heel veel nuttige informatie rondom het opstarten van een inloophuis of diaconaal centrum is te vinden op de website van Netwerk DAK (www.netwerkdak.nl/ informatiebank) Netwerk DAK is de koepelorganisatie in Nederland voor kerkelijke inloophuizen en diaconale aandachtscentra, kerk- en buurtwerk, drugs- en straatpastoraat. Verdere bronnen: Gemeentegids 2010 Gemeente Zaanstad Website gemeente Zaanstad, o.a. wijksignalement van diverse wijken (www.zaanstad.nl) Website Nieuw Poelenburg (www.nieuwpoelenburg.nl) – deze website is van belang om bij te blijven over alle ontwikkelingen, activiteiten, projecten etc. in de wijk Poelenburg Website IDO (Interkerkelijk Diaconaal Overleg Lelystad) Websites van alle in dit rapport genoemde instellingen, instanties, verenigingen etc.; evenals brochures en foldermateriaal over aanbod etc. / adressen ev. zijn opgenomen in het werkdossier Welsaen; diverse wijkscans, Welsaen Gids 2010-2011 Wijkactieplan Poelenburg, gemeente Zaanstad, april 2009 Literatuur: Baart, Andries, Een theorie van de presentie, Utrecht, 2001. Blokland, Talja, Ontmoeten doet er toe, een essay. Rotterdam, Vestia, oktober 2008 Braakhuis, Myriam e.a.; Buurten voor vrede, Werkboek voor Ontmoeting. Een uitgave bij de Vredesweek 2010, IKV Pax Christi, Utrecht, april 2010 Grevel, Sylvia, Zwakte als kracht. Religieus sociaal-maatschappelijke activiteiten in prachtwijken. Nijmegen, Kaski rapport nr. 592, december 2009. Sar, drs. J. v.d., IDO, Niet voor niets – een onderzoek naar het maatschappelijk rendement van het interkerkelijk diaconaal overleg in Lelystad, Stichting Oikos, Utrecht, april 2009 Spek, van der, Jannet. De kramp voorbij. Theologische noties bij zending, presentie en kerk. Gorinchem: uitgeverij Narratio, 2010. ISBN 978 90 5263 9314.
28
Bijlage 3.
Introductiebrief Behoefteonderzoek Diaconaal Centrum Mei – september 2010 Opdrachtgever: Stichting Interkerkelijk Diaconaal Beraad Zaanstreek-Waterland (IDB-ZW) I.s.m. vertegenwoordigers van de PKN-Zaandam en het RK dekenaat Haarlem Aanleiding van het onderzoek: Met de sluiting van kerkgebouwen in Zaanstad Zuidoost, in het bijzonder de wijk Poelenburg, dreigt de christelijke presentie in dit deel van de stad te verdwijnen. Niet alleen verdwijnen plekken van samenkomst en vieringen, ook de diaconale activiteiten verliezen hun basis. Een gemeenschap van actieve christenen die zich wil inzetten voor de leefbaarheid in de wijk houdt zich zelf dan niet zo makkelijk meer in stand. Een oecumenisch samengestelde onderzoeksgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de PKN gemeente, die een aantal jaren geleden al Het Lichtschip heeft moeten sluiten, betrokkenen bij de onlangs gesloten OLV-kerk, en het Interkerkelijk Diaconaal Beraad Zaanstreek waterland, de koepel van Zaanse diaconieën wil zich sterk maken voor een eigen diaconaal centrum, toegesneden op het multiculturele en multireligieuze karakter van de wijk. Alvorens deze plannen verder uit te werken wil men een goed beeld van de wijk, de voorgenomen ontwikkelingen van de wijk, de noden en knelpunten en het al bestaande aanbod vanuit een veelheid aan organisaties. Een in te richten diaconaal centrum zou aanvullend dienen te zijn in haar aanbod, en tegelijk een duidelijk herkenbare eigen plek van christelijke presentie in de wijk. Daarnaast wordt ook gedacht aan een wijkoverstijgende uitstraling. Doelstelling van dit onderzoek: Inventariseren van wensen, behoeften en meningen bij een brede groep (toekomstig) betrokkenen in Zaanstad Zuidoost, in het bijzonder in Poelenburg en directe omgeving, De basis leggen voor draagvlak en betrokkenheid bij partners op (religieus) sociaal-maatschappelijk vlak voor overleg en samenwerking. Uitvoering van het onderzoek: Voor dit doel wordt in de periode mei tot en met augustus een serie oriënterende gesprekken gevoerd met een breed scala aan vertegenwoordigers van organisaties en met sleutelfiguren in de wijk. In dit kader wordt ook uw medewerking gevraagd. Deze inventarisatie gebeurt aan de hand van een vooraf opgestelde vragenlijst. Deze lijst wordt in een persoonlijk gesprek doorgenomen. Niet elke vraag zal voor iedere gesprekspartner relevant zijn. Dat kunt u in het gesprek toelichten. Ook voor uw vragen is ruimte in dit gesprek. De gesprekken worden gevoerd door mw. P. Ermen, bc. Voor het gesprek wordt een afspraak met u ingepland. Wij verzoeken u vriendelijk deze vragenlijst te gebruiken om u op het gesprek voor te bereiden. Het gesprek zal naar verwachting één à anderhalf uur duren. Mocht u naar aanleiding van deze lijst van mening zijn dat een collega meer informatie kan verstrekken, dan verzoeken wij u vriendelijk dit intern met de betreffende persoon af te stemmen. Wij danken u hartelijk voor uw medewerking en houden u graag op de hoogte van de uitkomsten van het behoefteonderzoek. Mede namens het IDB-ZW, mw. C.H.M. van Sijl, voorzitter, en namens de onderzoeksgroep dhr. E. Meyknecht, stafmedewerker dekenaat Haarlem Pieternel Ermen, onderzoeker. Bereikbaar op telefoonnummer 06-26744502, of via e-mail
[email protected] Bijlage: Vragenlijst behoefteonderzoek
Dit behoefteonderzoek wordt financieel mede mogelijk gemaakt door: Het Diaconaal Fonds Dekenaat Haarlem, het Interkerkelijk Diaconaal Beraad Zaanstreek-Waterland, Haëlla Stichting, PKN Kerk in Actie, Stichting Interkerkelijk Oriëntatie Centrum (SIOC) en het Skanfonds.
29
Vragenlijst behoefteonderzoek Diaconaal Centrum Zaanstad-ZO Lokale situatie in kaart brengen Wat zijn volgens u de meest opvallende kenmerken van de wijk Poelenburg? Welke maatschappelijke vraagstukken en thema’s staan hier hoog op de agenda of zouden daar op moeten staan? Welke knelpunten ervaart u in de wijk? Welke kansen liggen er? Waar zitten sterke kanten van de wijk? In hoeverre bent u bekend met het wijksignalement Poelenburg, het wijkactieplan en het masterplan van de gemeente Zaanstad? Actieve (maatschappelijke) organisaties? Welke visie heeft uw organisatie op deze wijk en uw eigen bijdrage aan de leefbaarheid, sociale samenhang en andere sociaal- maatschappelijke vraagstukken? Waaruit bestaat uw bijdrage aan de wijk? Hebt u een eigen locatie van waaruit u activiteiten organiseert? Werkt u met beroepskrachten zo ja, hoeveel? En met vrijwilligers, zo ja, hoeveel? Wat zijn in uw ervaring stimulerende en belemmerende factoren bij de uitvoering van (diaconale) activiteiten? Aanbod Waaruit bestaat uw aanbod? Welke activiteiten? (toegespitst op Poelenburg e.o.) Waar vinden deze activiteiten plaats? Op welke dagen, tijdstippen en met welke frequentie? Wat zijn de kosten voor deze activiteiten (voor de deelnemers)? Aan welke (diaconale) activiteiten bestaat (aanvullend) behoefte? Wat zou men vooral niet moeten doen? Doelgroepen Voor welke doelgroepen biedt uw organisatie in Poelenburg activiteiten aan? Met welk doel? Hoeveel mensen bereikt u hiermee? Hoeveel mensen van de doelgroep bereikt u niet? Kunt u aangeven waarom niet? Indien het wenselijk is hen wel te bereiken, wat zou daar voor nodig zijn? Samenwerkingspartners Welke andere organisaties zijn op hetzelfde terrein actief als uw organisatie? Met welke andere organisaties / instanties / personen werkt u samen t.b.v. de wijk? Met welke organisaties zou u overleg en/of samenwerking willen initiëren en waarom? Ten behoeve van welke doelgroepen of activiteiten in het bijzonder? Wat is daar voor nodig? Bekendheid/PR In hoeverre is uw organisatie en uw aanbod bekend bij de (potentiële) gasten / deelnemers? Op welke wijze werkt u aan bekendheid? Met welk effect? Hebt u enig idee over het imago van uw organisatie bij: a) de doelgroep (en) b) andere organisaties c) overheid en financiers (fondsen)? Financiering Hoe worden uw organisatie en uw activiteiten gefinancierd? Maakt u gebruikt van financiering (subsidie) door de (lokale) overheid?
30
In welke gevallen? Wanneer juist niet en waarom niet?
Randvoorwaarden Welke (gunstige) randvoorwaarden zijn er voor het starten van een diaconaal centrum in Poelenburg? Welke eisen worden vanuit de omgeving (overheid en anderen) gesteld, voor zover u bekend? Bij een diaconaal centrum staan aandacht, ontmoeting en laagdrempeligheid centraal, welke belemmeringen zouden hierbij in Poelenburg kunnen optreden? Weet u eventueel een goede locatie voor een diaconaal centrum? Slotvragen Zijn er naar uw mening nog zaken relevant voor dit behoefteonderzoek die nog niet aan bod zijn geweest? Wie zijn naar uw mening sleutelfiguren in de wijk (formeel/informeel) die van belang kunnen zijn voor dit onderzoek? Zijn er overlegsituaties binnen / over de wijk waar het nuttig zou zijn dit behoefteonderzoek te bespreken? Zo ja, welke? Wilt u op de hoogte gehouden worden van: a) de uitkomsten van dit onderzoek? b) de verdere ontwikkeling van een diaconaal centrum? Hartelijk dank voor uw medewerking! **************************
31
Bijlage 4
Behoefteonderzoek Diaconaal Centrum in Zaandam ZO/Poelenburg
Uitnodiging bewonersbijeenkomst Poelenburg
Op donderdag 7 oktober as. vindt er in buurtcentrum de Poelenburcht een informatieve bijeenkomst plaats over de mogelijkheid om vanuit de kerken een diaconaal centrum op te richten, Deze bijeenkomst wordt gehouden van 15.30 – 17.00 uur. Sinds enkele maanden worden in Poelenburg en omgeving (Zaandam Zuidoost) met allerlei personen en instellingen gesprekken gevoerd over de wenselijkheid en mogelijkheid om een diaconaal centrum op te richten. In de afgelopen paar jaar is eerst het Lichtschip en daarna de Onze Lieve Vrouwekerk gesloten. De christelijke kerken zoeken nu gezamenlijk naar een nieuwe vorm van aanwezigheid en betrokkenheid bij de wijk. Liefst met een centrum dat niet op zichzelf staat maar onderdeel is van het brede palet aan voorzieningen in de wijk, op religieus en sociaal vlak. Behalve met contactpersonen bij de diverse organisaties willen we ook graag in gesprek met actieve en betrokken wijkbewoners. Wilt u graag weten wat een dergelijk centrum zou kunnen betekenen voor de wijk? Hebt u misschien ideeën of wensen die voor dit onderzoek van belang zijn? Komt u dan naar de bijeenkomst op 7 oktober, u bent van harte welkom. Na een korte toelichting van onze kant willen we hierover graag met u in gesprek. Mocht u verhinderd zijn maar wel een inbreng willen hebben, neemt u dan gerust contact op met Pieternel Ermen, degene die het onderzoek uitvoert.
Mede namens het IDB-ZW, mw. C.H.M. van Sijl, voorzitter, Pieternel Ermen, onderzoeker. Bereikbaar op telefoonnummer 06-26744502, of via e-mail
[email protected]
32
Bijlage 5
Een theorie van de presentie (www.presentie.nl) volgens prof. dr. Andries (A.J.) Baart. Een zeer korte omschrijving van presentiebeoefening is de volgende: Een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt, zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat – van verlangens tot angst – en die in aansluiting dáárbij gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie h/zij daarbij voor de ander kan zijn. Wat gedaan kan worden, wordt dan ook gedaan. Een manier van doen, die slechts verwezenlijkt kan worden met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, met praktische wijsheid en liefdevolle trouw. Hoewel deze manier van doen op het eerste gezicht misschien niet opzienbarend lijkt, is ze dat wel. Een korte toelichting kan dat verduidelijken. Bijzonder is bijvoorbeeld de volgorde waarin het beschreven (hulpverlenende, zorggevende) handelen zich ontplooit: eerst wordt de betrekking op een specifieke, intense wijze aangegaan (aandachtig, toegewijd), dan pas (of: daardoor) kan blijken wie de hulpverlener voor de ander kan zijn en om welk verlangen of om welke nood het zal gaan en wat zorg behoeft. De relatie staat dus voorop, het probleemoplossende handelen is opgeschort en de identiteit van de hulpof zorgverlener (‘wie kan ik voor jou zijn?’) staat niet vast maar vormt zich in een gedeeld leerproces. Dat wijkt af van wat we meestal zien: doorgaans staat tevoren reeds vast wie en wat de hulpverlener voor de ander moet zijn en waarom het zal draaien in de betrekking. Overigens wordt een dergelijke verhouding gewoonlijk eerder langs de weg van screening, intake, diagnostiek, onderhandeling en contractering aangegaan dan dat deze uit aandachtigheid en trouw wordt gesticht. Opmerkelijk in de omschrijving is verder dat er geen sprake is van een hulpvraag of een nood, maar dat er gesproken wordt van ‘wat er voor de ander op het spel staat’: dat is enerzijds een verwijzing naar de ratio van iemands leven (wat daarin zin heeft, past, bijdraagt aan ervaren baat of geluk). Die ratio kan zich slechts tonen als daartoe de ruimte wordt geboden en er geen al te grote beperkingen aan de waarneming of betrekking van buitenaf opgelegd worden – bijvoorbeeld door een verplicht gestelde methodiek, een politieke eis of een subsidiabel programma. De omschrijving van de presentie veronderstelt dus het uitstel of tijdelijk tussen haken zetten van dergelijke beperkingen. Anderzijds is ‘wat er voor de ander op het spel staat’ een verwijzing naar het geheel van dat leven en dus niet alleen naar het problematische of kapotte waarop de hulpverlener betrokken zou moeten zijn. Voorts zegt de omschrijving dat presentie niet volstaat met het ‘in-relatie-staan’ maar doet wat er gedaan kan worden; dat doen wordt beschreven in zorgethische termen. Dergelijke formuleringen nemen afstand van ‘..wat gedaan moet worden’. Hier zijn ‘zorg’ en ‘passendheid’ verbonden. Ten slotte zij opgemerkt dat bij de (professionele) kwaliteiten vermeld wordt dat deze óók steunen op praktische wijsheid en op trouw die ‘liefdevol’ is. Dat is een verwijzing naar de continuïteit van de relatie en de wederkerigheid erin die in het teken staat van wat de ander deugd zal doen. Deze typering van presentie is globaal; een nadere uitwerking vindt men op de website www.presentie.nl/presentie
33