Pluriform nieuws advies over waarborgen voor interne pluriformiteit van de nieuwsvoorziening van de landelijke publieke omroep
Inhoud
Advies interne pluriformiteit Bijlage 1: Adviesaanvraag Bijlage 2: Pluriformiteit in het mediabeleid
Bijlage 3: Waarborgen voor pluriformiteit in vijf Europese landen Bijlage 4: Relevante wetsteksten
raad voor cultuur
R.J.Schimmelpennincklaan3
raad voor cultuur raad voor cultuur
so-ta-361243 2506 AE Den Haag telerco..31
7ossosass fax +31(o)7o 36147 27 e-mail [email protected] www.cultuur.nl
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap mevrouw mr. M.C. van der Laan Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
datum: 19 september 2005 ons kenmerk: med-2005.02495/2 uw brief van: 8 juli 2005 uw kenmerk: MLB/M/2005/30.633
onderwerp: interne pluriformiteit
Geachte mevrouw van der Laan,
In juni 2005 presenteerde het Kabinet zijn visie op de toekomst van de publieke omroep.' Het Kabinet wil NOS-RTV de nieuwsvoorziening van de publieke omroep laten verzorgen, zoals dat ook nu al het geval is. NOS-RTV zal echter niet langer opereren als een programmadienst van de NOS maar als een werkmaatschappij onder de Raad van Bestuur van de publieke omroep. Het Kabinet vindt het van belang in het wetsvoorstel voor de hervorming van de publieke omroep waarborgen op te nemen voor de onafhankelijkheid en de evenwichtigheid van de nieuwsvoorziening. Zoals u verwoordt in uw adviesaanvraag, ziet het Kabinet deze waarborg in 'volledige interne pluriformiteit'.2 Ter voorbereiding van het wetsvoorstel vraagt u de Raad voor Cultuur om een nadere definitie van 'interne pluriformiteit' van nieuws. Ook verzoekt u aan te geven welke instrumenten ingezet kunnen worden om de interne pluriformiteit van de nieuwsvoorziening te garanderen. Voorbeelden uit ons omringende landen, met name het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België kunnen hierbij als inspiratie dienen.3
2
Met het oog op morgen, 24 juni 2005. Adviesaanvraag dd. 8 juli 2005, zie bijlage 1.
3
Zie bijlage 1 voor de volledige tekst van de adviesaanvraag.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina2 med-2005.02495/2
De Raad zal zijn visie hieronder uiteenzetten. Aangezien uw vraag alleen de waarborging van interne pluriformiteit van de nieuwsvoorziening betreft, zal de Raad zich tot dit onderdeel beperken.4 Dat neemt niet weg dat de analyse van interne pluriformiteit die de Raad maakt op een aantal punten tevens relevant is voor andere onderdelen van de publieke omroep, zoals hij heeft geadviseerd in zijn advies De publieke omroep voorbij. De toespitsing in dit advies op interne pluriformiteit bij de nieuwsvoorziening betekent dat de Raad niet uitgebreid ingaat op organisatiestructuren en verantwoordelijkheidsrelaties binnen de publieke omroep. De Raad hecht eraan te benadrukken dat het moeilijk is 'nieuws' als functie en als genre nauwkeurig af te bakenen. Mede door interactievere vormen van journalistiek vervagen de scheidslijnen tussen de functies nieuws en opinie en tussen de genres nieuws, actualiteiten en achtergronden. Ook voor de andere functies die het Kabinet noemt, 'opinie en debat' en 'kunst en cultuur', geldt dat de grenzen van de functies moeilijk te bepalen zijn, een reden waarom de Raad een ander model van publieke omroep voor ogen heeft." Definitie van '(interne) pluriformiteit van nieuws' Pluriformiteit is geen eenduidig begrip. In feite is het een begrip waarover veel wordt gesproken, maar dat zelden wordt afgebakend of gedefinieerd. In internationaal verband wordt in vergelijkbare gevallen veelal 'diversiteit' gebruikt.6 De term interne pluriformiteit duidt op "een stelsel waarin verschillende stromingen van opinies, ideeën en gezichtspunten (...) binnen één omroep of krant aan de orde komen."7 Interne pluriformiteit is geen doel op zich, maar een middel om een programma-aanbod te waarborgen dat gekenmerkt wordt door diversiteit van onderwerpen en verscheidenheid tussen en binnen genres, maar waarin ook verschillende leeftijdscategorieën, levensbeschouwelijke stromingen en leefstijlen voldoende aan bod komen. Een intern pluriforme nieuwsvoorziening is derhalve divers en veelzijdig in de selectie, productie en vormgeving van nieuws(onderwerpen). In de praktijk betekent dit dat een nieuwsredactie zich voor haar berichtgeving baseert op meerdere en gevarieerde bronnen. Zij belicht haar onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken en laat daarbij uiteenlopende standpunten horen. Intern pluriforme nieuwsvoorziening impliceert daarmee een vorm van journalistiek waarin plaats is voor degelijke research, hoor en wederhoor en onpartijdigheid. De nieuwsvoorziening moet daarnaast onafhankelijk en onpartijdig zijn, vrij van invloeden van overheid, commercie en maatschappelijke groeperingen.
* 5
De publieke omroep voorbij; de nieuwe rol van de overheid in het publieke mediadomein, Kaad voor Cultuur, maart 2005. Zie noot 4.
6
Zie bijlage 2 Pluriformiteit in het mediabeleid.
7
D. McQuail in Communicatiebeleid en Communicatiemarkt, J. Bardoel en J. van Cuilenburg,
2003, p. 275.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina a mea-200s.02495/2
Wettelijke borging van een onafhankelijke en evenwichtige nieuwsvoorziening Onafhankelijkheid van informatie is op verschillende manieren in de Nederlandse wetgeving verankerd. Artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag ter bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) beschermen tegen censuur. Deze artikelen zijn algemeen van aard en gelden dus ook voor de media. De in deze bepalingen omschreven uitingsvrijheid is niet absoluut. De wetgever kan deze vrijheid inperken wanneer hij dat noodzakelijk acht voor de borging van de democratische rechtsstaat, voor het beschermen van de staatsveiligheid, de openbare orde, de volksgezondheid en dergelijke. Of de regels die de overheid aan de media stelt binnen deze stringente criteria blijven wordt uiteindelijk door de rechter beslist en is daarnaast onderhevig aan de controlerende taak van de Staten-Generaal. Behalve door de zogenaamde klassieke grondrechten wordt de vrijheid van meningsuiting geborgd door de Mediawet. Daarin zijn bepalingen opgenomen die garanties scheppen voor zowel een veelzijdig als een onafhankelijk programmaaanbod van de publieke omroep. Deze bepalingen hebben betrekking op alle programma's van de publieke omroep, niet alleen op nieuws. Artikel 13c, tweede lid stelt dat de programma's van de publieke omroep op evenwichtige wijze een beeld dienen te geven van de samenleving en van onder de bevolking levende interesses en inzichten op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied. De programma's dienen toegankelijk te zijn voor de gehele bevolking en bij te dragen aan de ontwikkeling en verspreiding van de pluriformiteit en culturele diversiteit in Nederland. Het aanbod dient onafhankelijk te zijn van invloeden van commercie en overheid en dient zowel gericht te zijn op een breed en algemeen publiek als op bevolkings- en leeftijdsgroepen van verschillende omvang en samenstelling. De bepalingen in artikel 13c, tweede lid van de Mediawet bevatten een duidelijke opdracht om te zorgen voor een onafhankelijke en veelzijdige nieuwsvoorziening. Deze kan bevorderd worden door een goede interactie tussen burgers en publieke omroep. De Raad meent dan ook dat de eis dat programma's van de publieke omroep toegankelijk dienen te zijn voor de gehele bevolking zowel technisch als immaterieel opgevat moet worden. Enerzijds moet de publieke omroep ervoor zorgen dat alle burgers zijn programma's kunnen ontvangen, anderzijds dienen burgers de mogelijkheid te hebben hun mening over het aanbod kenbaar te maken en invloed uit te oefenen op het programmabeleid. Instrumenten voor een onafhankelijke en evenwichtige nieuwsvoorziening Naast de algemene, wettelijke opdracht tot het brengen van een onafhankelijk en divers programma-aanbod kunnen specifieke instrumenten worden ingezet om deze
a
Zie bijlage 4 voor een volledige weergave van artikel 7 van de Grondwet, artikel 10 van het
EVRM en artikel 13c, lid 2 van de Mediawet.
raad voor cultuur
pagna
raad voor cultuur
med-200s.o2495/2
raad voor cultuur
opdracht handen en voeten te geven. De meeste van deze instrumenten hebben betrekking op het gehele programma-aanbod, maar stimuleren ook de vrije en brede nieuwsvoorziening. De instrumenten kunnen grofweg worden onderverdeeld in formele publieke verantwoording, informele publieke verantwoording en zelfregulering binnen de journalistieke professie. Formele publieke verantwoording Instrumenten van publieke verantwoording spelen een belangrijke rol bij een onafhankelijke en gevarieerde nieuwsvoorziening. In zijn advies De publieke omroep voorbij maakt de Raad een onderscheid tussen formele en informele publieke verantwoording. De huidige Mediawet voorziet al in een flink aantal instrumenten voor formele verantwoording. De publieke omroep presenteert en verantwoordt zijn visie en beleid in het (tussentijds) Concessiebeleidsplan, in jaarverslagen en Meerjarenbegrotingen. De Raad voor Cultuur, het Commissariaat voor de Media en een vijfjaarlijkse visitatiecommissie beoordelen de verwezenlijking van deze plannen. Ook de nog af te sluiten prestatiecontracten zijn een vorm van formele verantwoording, evenals de evaluatie en beoordeling van de resultaten van deze afspraken. De Raad meent dat met deze reeks formele instrumenten volstaan kan worden en acht een verdere stapeling van formele procedures niet wenselijk. Publieke verantwoording kan ook vorm krijgen in publieke vertegenwoordiging. In de huidige, extern pluriform georganiseerde publieke omroep vindt publieke verantwoording onder andere plaats via de verenigingsstructuur van de omroepverenigingen. In eerdere adviezen heeft de Raad uiteengezet dat de huidige verenigingen geen representatieve afspiegeling (meer) vormen van de Nederlandse samenleving." In Duitsland, waar de publieke omroep intern pluriform is georganiseerd, gebeurt publieke vertegenwoordiging bijvoorbeeld in de vorm van programmaraden (Fernsehrat). Deze raden stellen het programmabeleid van een omroep vast en zien toe op de naleving ervan. Zij benoemen de directeur van een omroep (de Intendant) en stellen het orgaan samen dat de controle uitvoert op financiële en technische zaken (de Verwaltungsrat). De omvang van de Duitse programmaraden varieert van 19 leden voor enkele regionale zenders tot 77 leden voor het ZDF. In de programmaraden zitten vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (vakbonden, kerken, universiteiten) en politieke partijen. In Duitsland staat dit systeem van programmaraden onder druk. De omvang van de raden bemoeilijkt in veel gevallen flexibel en doelgericht opereren van de omroepen. Een meer principieel bezwaar is dat de raden zijn samengesteld uit louter georganiseerde en gevestigde maatschappelijke groeperingen, die niet noodzakelijkerwijs een getrouwe afspiegeling vormen van de kijkers en luisteraars. (Voorlopige) erkenningen voor landelijke publieke omroep, Raad voor Cultuur, september 2004; De publieke omroep voorbij; de nieuwe rol van de overheid in het publieke
mediadomein, Raad voor Cultuur, maart 2005.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voOr cultuur
pagma 5
med-2005.02495/2
De Raad meent dan ook dat een programmaraad niet de juiste manier is om publieke verantwoording te organiseren. In de Nederlandse situatie kan publieke vertegenwoordiging goed vorm krijgen in vernieuwde, onafhankelijke Raad van Toezicht. Naar de mening van de Raad moet een nieuwe Raad van Toezicht een stevige rol vervullen als intern toezichthouder.'° De kabinetsvisie voorziet in benoeming van de leden van de Raad van Toezicht door de Kroon. De Raad voor Cultuur hecht aan een transparante procedure voor de samenstelling van de Raad van Toezicht. Een andere vorm van verantwoording vindt plaats in de prestatiecontracten die de overheid afsluit met de publieke omroep." De overheid formuleert in dit geval verwachtingen ten aanzien van de publieke omroep en legt daarover in een prestatiecontract afspraken vast met de Raad van Bestuur. Dergelijke afspraken zijn in Nederland in voorbereiding. In de visie van de Raad voor Cultuur hebben prestatiecontracten geen betrekking op programma's, maar op programmagenres en op het bereik en waardering daarvoor onder de bevolking. Ook afspraken met betrekking tot bereik en waardering van de nieuwsvoorziening dienen in de prestatiecontracten aan bod te komen. Om na te gaan of aan de afspraken wordt voldaan, kan de publieke omroep onder andere gebruik maken van zijn al bestaande, uitgebreide onderzoeksmethoden voor kijk- en luisteronderzoek. Naar de mening van de Raad dient de Raad van Toezicht de lange termijnvisie goed te keuren die het kader aangeeft waarbinnen de Raad van Bestuur prestatieafspraken kan maken. De Raad van Toezicht monitort vervolgens of aan de prestatiecontracten wordt voldaan. Ook toetst hij de onafhankelijkheid van de publieke omroep." Een *
In de afgelopen jaren is er in het kader van corporate governance steeds meer aandacht gekomen voor de manier waarop toezicht is geregeld in de publieke sector. De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek verricht naar vormen van externe verantwoording en intern toezicht bij RWT's, rechtspersonen met een wettelijke taak (Verantwoording en toezicht bij rechtspersonen met een wettelijke taak, Algemene Rekenkamer, 2000 - 2005). In twee publieke
sectoren (zorg en onderwijs) zijn daarnaast adviezen uitgebracht die pleiten voor de versterking van de positie en het verbeteren van het functioneren van de raden van toezicht (Aanbevelingen voor goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording in de Nederlandse gezondheidszorg, Commissie Meurs, 1999; en De Raad van toezicht in het hbo. Transparant,
onafhankehjk en deskundig toezicht, Commissie Glasz, 2000.) De Raad sluit zich in zijn denken over de rol van de Raad van Toezicht hierbij aan. "
In België sluit de regering namens de Vlaamse gemeenschap elke vier jaar een beheersovereenkomst af met de VRT. In deze overeenkomst zijn streefdoelen opgenomen voor bereiks- en waarderingscijfers. Om na te gaan of de VRT zijn doelen haalt, voert hij intensief kijk- en luisteronderzoek uit.
"
Op dit moment hanteert de BBC twee instrumenten om de onpartijdigheid van zijn nieuws te controleren: een maandelijks onderzoek onder 500 respondenten naar de publieke perceptie van onpartijdigheid; en een halfjaarlijkse beoordeling van specifieke thema's met behulp van panels van onafhankelijke experts en focusgroepen. De Board of Governors van de BBC, die eind volgend jaar wordt vervangen door de Trust, laat zich adviseren door een aantal organen
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina e med-2005.02495/2
visitatiecommissie evalueert elke vijfjaar uitgebreid of de publieke omroep zijn doelstellingen haalt, zoals ook nu al in de wet is gesteld.
Informele publieke verantwoording De publieke omroep heeft de verantwoordelijkheid de belangrijke gemeenschappen in onze samenleving te (laten) zien en horen. Door veranderingen in de samenleving en technologische ontwikkelingen zijn het belang van en de mogelijkheden voor informele publieke verantwoording toegenomen. Waar vroeger de zuilen het cement waren van de Nederlandse samenleving, is die rol nu overgenomen door open netwerken en gemeenschappen met een vluchtiger en flexibeler karakter. Burgers kunnen op verschillende momenten en in verschillende hoedanigheden deel uitmaken maken van meerdere netwerken, ook wel 'lichte gemeenschappen' genoemd. Deze 'lichte gemeenschappen' zijn nieuwe collectieve vormen van betrokkenheid die hun invloed hebben op mediawaardering en mediagebruik." In vergelijking met andere Europese landen doet de Nederlandse publieke omroep weinig aan directe verantwoording Burgers hebben nauwelijks instrumenten om rechtstreeks een actieve rol te spelen bij de totstandkoming van doelstellingen, de koers en de programmering van de publieke omroep. Ook legt de publieke omroep nauwelijks informeel verantwoording af over zijn programma's In de landen om ons been zijn voorbeelden van directe publieke verantwoording en betrokkenheid aan te wijzen Zowel in België als in het Verenigd Koninkrijk wordt het publiek geconsulteerd over missie van en waardering voor de publieke omroep. In België organiseert de Mediaraad in opdracht van de overheid een consultatieronde
die de belangen van bepaalde groepen kijkers en luisteraars vertegenwoordigen, zoals de Central Religious Advisory Committee en de World Service and Global News Consultative Group. Meer informatie in bijlage 3: Waarborgen voor pluriformiteit in vijf Europese landen. *
Kiezen voor de kudde: lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid, 3-W. Duyvendak en
M. Hurenkamp (red), 2004. Volgens Bardoel en Haenens is de positie van de burger in relatie tot de media in de loop van de laatste 30 jaar zel fs aanmerkelijk verzwakt. In: Media en maatschappelijke verantwoordelijkheid, van theorie naar praktijk. Bardoel en d' Haenens, september 2002 (bijlage van 'Medialogica', RMO, 2003). " In Verschil Maken; Concessiebeleidsplan landelijke publieke omroep 2000 - 2010 spreekt de publieke omroep de ambitie uit om zijn publieke verantwoording te vergroten. Een aantal van de voornemens op dit gebied is (nog) niet gerealiseerd, zoals het maken van een ombudsprogramma op televisie dat openstaat voor reacties van kijkers en luisteraars. In het Tussentijds Concessiebeleidsplan 2006 - 2010 zijn vrijwel geen doelen op dit gebied opgenomen. De nadruk lijkt hier meer te liggen op positionering van de publieke omroep dan op het direct betrekken van het publiek. " Zie bijlage 3 voor een uitgebreider overzicht van waarborgen voor pluriformiteit in België, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Zweden. "
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina 7
med-2005.02495/2
van (maatschappelijke) organisaties en het Vlaamse publiek. Deze exercitie dient als voorbereiding op een nieuwe 'beheersovereenkomst' met de VRT In het Verenigd Koninkrijk is de toezichthouder OFCOM belast met een periodieke evaluatie (review) van Public Service Broadcasting De OFCOM hoort voor zijn evaluatie zowel maatschappelijke organisaties als individuele kijkers en luisteraars.'" Bij een vergelijking tussen de Britse en de Belgische procedure van publieke consultatie geeft de Raad de voorkeur aan het Britse model. Dit is uitgebreider en biedt onder andere door het houden van openbare bijeenkomsten meer mogelijkheden voor directe betrokkenheid van de burgers. De BBC zelf besteedt, op eigen initiatief en zonder wettelijke verplichting, veel aandacht aan directe publieke verantwoording en transparantie. De omroep zoekt uitgebreid contact met het Britse publiek in voorbereiding op zijn nieuwe licentieperiode. Onder het motto dat het Britse volk er recht op heeft te weten hoe zijn omroepbijdrage wordt besteed, kunnen kijkers en luisteraars op de BBCwebsite uitgebreide informatie vinden over allerlei aspecten van de BBCbedrijfsvoering: van verslagen van bestuursvergaderingen tot salarissen van het BBCbestuur. De Zweedse publieke omroepen SVT, SVR en UR organiseren op vrijwillige basis regelmatig beoordelingen van hun programma's door het publiek. France Télévisions (France2, France3 en France5) werkt sinds 1998 met mediateurs, die namens de omroep de dialoog met het publiek in stand houden." Er is een aparte mediateur voor de nieuwsprogramma's Verder kennen veel landen om ons been een solide klachtenregeling. France Télévisions heeft in 2002 een speciaal bureau opgezet dat vragen van kijkers en luisteraars beantwoordt en hun opmerkingen doorgeeft aan directies, redacties en de mediateurs van de verschillende televisiezenders. De BBC heeft een duidelijke procedure voor de afhandeling van klachten die is vastgelegd in een 'Code of practice on complaints'." Britse burgers kunnen via de website, via de telefoon of de post hun klachten over de BBC kenbaar maken. Een antwoord volgt in de regel binnen tien dagen. Procedure, klachten en antwoorden zijn openbaar, onder andere
"
Een beheersovereenkomst valt te vergelijken met prestatieafspraken in Nederland. De consultatie van de Vlaamse gemeenschap is onlangs afgerond en de resultaten worden op dit moment verwerkt. Zie bijlage 3 voor meer informatie.
"
Hiertoe behoren in het Verenigd Koninkrijk zowel de BBC als commerciële private omroepen met publieke taken, zoals ITV, Channel 4, Channel 5 en SC4.
* m
De evaluatie van de OFCOM valt samen met de voorbereidingen voor een verlenging van de licentie van de BBC (de BBC Charter) voor de periode 2006 - 2016. De mediateurs worden benoemd voor drie jaar.
*
Het werk van een mediateur zit dicht aan tegen zelfregulering in de journalistieke professie. Aspecten van het werk van een mediateur vallen te vergelijken met de ombudsman van de
"
De klachtenprocedure van de BBC is vernieuwd sinds l februari 2005. In de 'code ofpractice
Volkskrant/ NRC en het telefonisch spreekuur met de redactie voor lezers van Trouw. on complaints' is geregeld hoe klachten binnen de BBC afgehandeld dienen te worden. Meer informatie over deze code is te vinden via http://www.bbe.co.uk/complaints.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina 8 med-2005.02495/2
via de website." Overigens kennen ook mediaorganisaties uit andere Commonwealth landen, als ABC en SBS in Australië uitgebreide klachtenprocedures?
Internationaal is er veel aandacht voor instrumenten van informele publieke verantwoording. De mogelijkheden en inzichten zijn in ontwikkeling. De Raad meent dat in de Nederlandse situatie de publieke omroep een gebalanceerd pakket van instrumenten moet samenstellen om burgers meer te betrekken bij de doelstellingen en het programma-aanbod van de publieke omroep. Gedeeltelijk moet de overheid het gebruik van dergelijke instrumenten vastleggen in de wet, zoals een klachtenregeling en een publieke consultatie voorafgaand aan verlenging van de concessie. Overige instrumenten, zoals het aanstellen van een ombudsman of een mediateur, kan de overheid vastleggen in een prestatiecontract. De vormgeving en invulling van de instrumenten dient zij over te laten aan de publieke omroep. Zelfregulering binnen de journalistieke professie Als de overheid de institutionele kaders van de publieke omroep wettelijk heeft geregeld en namens de samenleving haar verwachtingen en afspraken met de publieke omroep contractueel heeft vastgesteld, past haar verder grote terughoudendheid bij het vormgeven of opleggen van instrumenten, zeker waar het de nieuwsvoorziening betreft. De manier waarop de publieke omroep vorm en invulling geeft aan zijn opdracht dient hij zelf uit te werken. Zelfregulering speelt hierbij een belangrijke rol, zoals dat ook het geval is in de landen om ons heen. Ook in het algemeen neemt het belang van zelfregulering binnen de media toe. Een belangrijke reden voor deze ontwikkeling is de convergentie van media en het toenemend media-aanbod. In deze omgeving wordt het steeds moeilijker het aanbod te monitoren en te beoordelen of het aan alle wettelijke vereisten voldoet. Overigens is de publieke omroep (en meer in het algemeen de Nederlandse pers) zich bewust van het belang van zelfregulering. De publieke omroep participeert
2
Kijkers en luisteraars met klachten over media-aanbod van zowel de publieke als de commerciële omroepen kunnen zich ik het Verenigd Koninkrijk ook richten tot de
toezichthouder OFCOM. Vanaf 2006 wil de BBC zijn klachtenprocedure verder uitbreiden. De BBC Trust zal zich nadrukkelijk met klachten gaan bezighouden. "
Zie http://abc.net.au/corp/audience/complaints how.htm en www.sbs.com.au.
"
Met name de BBC heeft een traditie op het gebied van zelfregulering en meent dat onafhankelijkheid eerder is gewaarborgd in cultuur en mentaliteit dan in het vastleggen van onafhankelijkheid in institutionele structuren. De BBC zal in reactie op de resultaten van de Hutton Inquiry (onderzoek naar een BBCjournalist die de woorden van zijn geheime bron verkeerd zou hebben weergegeven) zijn organisatie aanpassen en zich nog beter richting publiek verantwoorden. De BBC zal onder andere een ombudsman aanstellen voor BBCnieuws
26
met een eigen programma en website. Ook zal de BBC zijn redacties systematisch doorlichten. PCMLP-IAPCODE final report: Self-regulation and codes ofconduct, section 5: mechanisms for self-regulation in the broadcasting sector in the eu, www.selfregulation.into .
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina 9 med-2005.02495/2
onder andere in het NICAM" en is vertegenwoordigd in Reklame Rakkers." Mede naar aanleiding van rapporten als Medialogica29 is op 1 maart 2005 de Nieuwsmonitor van start gegaan." Ook is er een Mediadebatbureau opgericht en wordt de Raad voor de Journalistiek versterkt." In reactie op een recente aanpassing van artikel 16, lid 5 van de Mediawet werkt de Raad van Bestuur aan 'Richtlijnen ter bevordering van goed bestuur en integriteit? De Raad hecht eraan te benadrukken dat de publieke omroep op het gebied van nieuws ook een eigen verantwoordelijkheid been voor de borging van kwaliteit en verscheidenheid. Hij dient die verantwoordelijkheid gestalte te geven in zijn personeelsbeleid (selectie van programmamakers, ook naar geslacht en etnischculturele achtergrond) en opleidingstrajecten, in een programmastatuut en in journalistieke gedragscodes." Met name het Verenigd Koninkrijk levert inspirerende voorbeelden van interne journalistieke richtlijnen en uitgangspunten" en adviezen met betrekking tot gedragscodes voor journalisten." De Raad meent dat de overheid de invulling van een programmastatuut dient over te laten aan de publieke omroep. Ook het instellen en vormgeven van andere "
NICAM is het instituut dat typrogramma's, films en games classificeert. Het NICAM publiceert de kijkwijzer, een instrument dat ouders informeert welke televisieprogramma's of films schadelijk kunnen zijn voor kinderen. Aangezien de overheid financieel bijdraagt aan het
28
NICAM betreft het hier feitelijk gecontroleerde zelfregulering. Reklame Rakkers heeft tot doel middelen en activiteiten te ontwikkelen die de mediavaardigheid en het commerciële bewustzijn bij kinderen tot en met 12 jaar vergroten. Cathy Spierenburg, netmanager van 7_lgooelin zit in de A dviesraad van Reklame Rakkers.
*
Medialogica; over het krachtenveld tussen burgers, media en politiek, Raad voor
Maatschappelijke Ontwikkeling, 2003. m
Voor de Nieuwsmonitor onderzoekt het Persinstituut hoe over belangrijke maatschappelijke
"
nieuwsprogramma's op televisie. Journalistieke criteria zijn het uitgangspunt. Doel van het Mediadebatbureau is media en journalisten aan te zetten met het publiek en/of
issues wordt bericht door landelijke dagbladen, enkele regionale dagbladen en enkele
politici in debat te gaan over controverses. Analyses uit de Nieuwsmonitor kunnen hiervoor als aanleiding dienen, maar ook uitspraken van de Raad voor de Journalistiek of de rechter in controversiële mediakwesties. *
Dit document bevat minimale richtlijnen voor goed bestuur en toezicht; integriteit; verslaglegging; co-financiering (ideële sponsoring); interactieve telefoondiensten, SMS, 0900lijnen en mobiel internet; en e-mail marketing. Ook bevat het een klokkenluidersregeling en een regeling voor de instelling van een commissie die toeziet op de bevordering van goed bestuur en toezicht.
*
Een programmastatuut is wettelijk verplicht voor de publieke omroep in artikel 64 van de Mediawet. Voor de commerciële omroepen staat deze verplichting in artikel 7ls van de Mediawet.
* "
Onder andere vastgelegd in een Code ofEthics en de Editorial Guidelines. Voor meer informatie zie bijlage 3: Waarborgen voor pluriformiteit in vijf Europese landen.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagma lo
mea2005.02495/2
instrumenten, zoals het hanteren van journalistieke richtlijnen, moet zij overlaten aan de publieke omroep in het kader van zelfregulering. Het zou een goede zaak zijn als journalistieke richtlijnen en programmastatuten ook in Nederland openbaar en eenvoudig toegankelijk zouden zijn, bijvoorbeeld via websites. Samenvatting en conclusie De Raad meent dat artikel 7 van de Grondwet, artikel 10 van het EVRM en artikel 13c, tweede lid van de Mediawet voldoende zijn om de essentie van pluriformiteit als instrument ter waarborging van een onafhankelijke en evenwichtige nieuwsvoorziening wettelijk te verankeren. Wel is hij van mening dat voor de interpretatie van artikel 13c van de Mediawet de notie van interactiviteit essentieel is. Het publiek moet niet alleen publiek gefinancierde programma's kunnen afnemen, het moet ook kunnen terugkoppelen en zijn mening over aanbod en functioneren van de publieke omroep duidelijk kunnen maken. Het publiek moet, meer dan nu het geval is, actief gehoord worden. Naast wettelijke regelingen zijn er diverse instrumenten om een onafhankelijke en evenwichtige nieuwsvoorziening van de publieke omroep te garanderen. De Raad meent dat overheid het institutionele arrangement van de publieke omroep in de wet dient vast te leggen en prestatieafspraken moet maken met de publieke omroep. In de wet (het programmastatuut, publieke consultaties en heldere klachtenprocedures) én in de prestatiecontracten (het benoemen van een ombudsman) moet het gebruik van instrumenten voor publieke verantwoording worden gewaarborgd. De overheid dient zich naar de mening van de Raad verder zeer terughoudend op te stellen om instrumenten op te leggen en vorm te geven. Het is aan de publieke omroep zelf om invulling te geven aan zijn taak en opdracht en om zorg te dragen voor kwaliteit en verscheidenheid van de nieuwsvoorziening. Dit geldt zeker voor instrumenten die de journalistieke professie betreffen. Zelfregulering dient hier het uitgangspunt te zijn. Ook het personeelsbeleid van de publieke omroep is van belang om de eigen verantwoordelijkheid van de publieke omroep voor de interne pluriformiteit van de nieuwsvoorziening gestalte te geven, evenals een solide programmastatuut en heldere, openbare journalistieke gedragscodes.
H
achtend,
mr. N. Sorgdrager Voo zitter
C.HAVeeda Algemeen secretaris
Bijlagen
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Adviesaanvraag Pluriformiteit in het mediabeleid Waarborgen voor pluriformiteit in vijf Europese landen Relevante wetsteksten
0 N D E R Road voor Cultuur t.o.v. mevrouw mr. W. Sorgdroger Postbus 61243 2506 AE DEN HAAG
L T UU R
N
3 J.
3
Raad voor Cultuur
INGEKOMEN Den Hoag
ons kenmerk
MLB/M/2005/30,633
- 1 2 M 2005
Doss. v.. > a p
Onderwerp
Adviesconvroog interne pluriformiteit
Geochte mevrouw Sorgdrager, Onlangs verscheen de visie van het kobinet op de toekomst von de publieke omroep, Met het oog op morgen (24 juni 2005). Hierin is het belong geschetst von onafhankelijke en onportijdige nieuwsvoorziening door NOS RTV. In het wetsvoorstel voor hervorming von de publieke omroep wil het kobinet woorborgen opnemen voor onafhankelijkheid en de evenwichtigheid von de nieuwsvoorziening
(Met het oog op morgen, pagina's 19, 27 en 28), zeker te stellen door middel von volledige interne pluriformiteit. Ter voorbereiding von dit wetsvoorstel, ontvang ik groog een advies von de Road voor Cultuur. Op ombtelijk niveau is hierover reeds overleg geweest tussen de directie MLB en de secretaris Media. De vroogstelling is als volgt:
1. Hoe kan interne pluriformiteit von nieuws nader gedefinieerd worden? 2. Op welke wijze wordt in omringende West Europese landen, wooronder in elk geval het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België, de interne pluriformiteit von het nieuws von de publieke omroep gewoorborgd? 3. Welke von deze en/of andere instrumenten lenen zich voor toepossing in de Nederlandse context? Het kabinet denkt zowel oon wettelijke woorborgen (algemene grondslagen in de Mediawet) als con zelfregulering. Vanzelfsprekend dient verontwoord journalistiek handelen voorop te stoon en de onofhonkelijkheid von de publieke omroep ten opzichte von de overheid gewoorborgd te blijven. Uw contactpersoon is Saskio Welschen, [email protected], 070-4122417.
Medewerkers von de directie MLB hebben ter voorbereiding von de kobinetsvisie al enige informatie verzomeid over de situatie in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland en door ook contacten gelegd met deskundigen. Deze informatie zullen zij snel oon u overdragen.
Minis terie von Onderwijs. cultuur en Welenschap Rijnstroot 50, Pos tbus 16375, 2500 BJ Den Hoog T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
contactpersoon: S.L Welschen, T +31-70-4122417
M
blad 2/2
0 ND E R fl 3 S fi M
L T UU R N 3 J. 3 M SCH AP MLB/M/2005/30.631
Orndat ik de wetswijziging nog deze kabinetsperiode wil afronden, is het tijdschema krap. Direct na een debat over de visie met de Tweede Kamer begin september, zal ik het wetsvoorstel voor advies naar de Road van State sturen. Om uw inzichten daarin te kunnen betrekken, ontvang ik uw advies graag uiterlijk 15 september. Hoogachtend, de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
r.Me y C van der Laan)
e c. de heer Hulshof en mevrouw Janssen
raad voor cultuur
R.J.Schimmelpennincklaan3
raad voor cultuur
so-to-361-43 2506 AE Den Haag
raad voor cultuur
teleroon.3,7cs.cssse
fax +31(c)7c 361 47 27 e-mail [email protected] www.cultuur.nl
Bijlage 2: Pluriformiteit in het mediabeleid Het Nederlandse systeem van een landelijke publieke omroep is uniek in de wereld. In de ons omringende landen functioneert de publieke omroep volgens het principe van de interne pluriformiteit. Ook de lokale en regionale omroepen en de Wereldomroep in Nederland brengen sinds jaar en dag een intern pluriform mediaaanbod. Interne pluriformiteit binnen de omroep betekent dat één organisatie op een evenwichtige manier aandacht besteedt aan uiteenlopende standpunten, opvattingen en meningen die spelen in de samenleving. Externe pluriformiteit betekent dat deze taak wordt vervuld door een aantal afzonderlijke omroepen die elk voor zich staan voor een bepaalde geloofsovertuiging, levens- of maatschappijbeschouwing. De Nederlandse overheid heeft vanaf het begin dat landelijke omroep zijn intrede deed in ons land een combinatie van beide vormen van licentieverlening toegepast. Het Zendtijdbesluit 1930 kende naast de zendtijdtoewijzing aan omroepverenigingen een bestemming van een deel van de zendtijd voor een algemeen of gezamenlijk programma. In de Omroepwet 1967 en in de Mediawet 1987 kwamen omroepverenigingen, kerken en politieke partijen als zendgemachtigden voor, maar ook de NOS met eigen zendtijd en eigen programmataken. In de beleidsnota Met het oog op morgen, waarin het kabinet zijn visie op de toekomst van de publieke omroep kenbaar maakt, wordt een verdeling geschetst die de NOS verantwoordelijk maakt voor een groter deel van de zendtijd. Het betreft in het bijzonder de nieuwsvoorziening, die van groot belang is voor de cohesie van de samenleving en voor het politieke proces. De omroepverenigingen en andere zendgemachtigden blijven verantwoordelijk voor een kleiner deel van de zendtijd, en wel in het bijzonder voor programma's die bijdragen aan opinievorming en debat. Met de uitbreiding van de programmataak van de NOS komt de vraag op naar de maatschappelijke verankering van deze taak. De ontwikkeling van het begrip pluriformiteit Pluriformiteit is een begrip dat zo'n vijfendertig jaar geleden zijn intrede deed in het Nederlandse mediadebat. In deze vijfendertig jaar is er een verschuiving opgetreden in het denken over pluriformiteit van een institutionele naar een inhoudelijke benadering. Voortkomend uit de protestantse traditie, waar 'pluriformiteit der kerk' staat voor 'veelheid der kerkvormen bij geestelijke eenheid'2, is het begrip zeker ook toepasbaar op de unieke manier waarop het systeem van de publieke omroep in Nederland is ingericht. Naar verluidt wordt het begrip pluriformiteit in verband met
2
Zie ook De publieke omroep voorbij; de nieuwe rol van de overheid in het publieke mediadomein, Raad voor Cultuur, maart 2005. V an Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, negende druk 1970.
raad voor cultuur raad Voor cultuur raad voor cultuur
pagma 2
de media voor het eerst gebruikt in 1969 in een kamerdebat.3 Daarna wordt het begrip gemeengoed. In 1975 stelt minister van Cultuur Van Doorn pluriformiteit centraal als uitgangspunt voor het mediabeleid: 'Daarom ook dient aan het functioneren van de media de eis te worden gesteld dat zij de maatschappelijke pluriformiteit weerspiegelen. (...) Er dient een kader te zijn waarin de verscheidenheid en dus de keuzemogelijkheid van informatie gewaarborgd wordt.4 In deze tijd verstond men onder pluriformiteit vooral een evenwichtige en evenredige representatie van maatschappelijke en politieke stromingen in de media. Pluriformiteit in de zin van het weerspiegelen van een breed palet van opinies en meningen, oftewel een evenwichtig en veelkleurig informatieaanbod, stond op het tweede plan? Had de overheid tot de jaren zeventig vooral een terughoudende, voorwaardenscheppende rol gespeeld in het omroepbeleid, met de Nota over het Massamediabeleidtekende zich een langzame overgang af naar een actievere overheid.' De ontzuiling van de Nederlandse samenleving maakte dat in het denken over pluriformiteit van de media de nadruk steeds sterker kwam te liggen pluriformiteit in de zin van een onafhankelijk en veelzijdig aanbod. In 1982 noemt de WRR in de studie Samenhangend Mediabeleid het begrip pluriformiteit als kernwaarde van mediabeleid, samen met democratie en uitingsvrijheid. De WRR stelt onder andere dat "er ruimte (moet) zijn voor meer uitingen dan die van slechts één individu, groep of partij en dus ook ruimte voor afwijkende meningen" Ook meent de WRR dat "kennis en inzicht stapsgewijs (worden) verworven waartoe botsing der meningen bijdraagt". In zijn rapport 'Focus op functies' uit 2005 schetst de WRR de verschillende interpretaties en uitwerkingen die het begrip pluriformiteit door de tijd heeft gehad. 1. pluriformiteit van aanbieders (ook wel pluraliteit genoemd); 2. pluriformiteit 'binnen' aanbieders (inhoudelijke variatie van het aanbod van één en dezelfde producent); 3. pluriformiteit (diversiteit, variatie, onderscheidenheid) van het aanbod in termen van inhoud en genres; 4. pluriformiteit van de vraag.
3
Communicatiebeleid en Communicatiemarkt; over beleid, economie en management voor de
4 a
Nota over het Massamediabeleid, Tweede Kamer 1974 - 1975, 13 353, Van Pluriformiteit tot toegankelijkheid: Doelstellingen van 25 jaar mediabeleid in Nederland,
6
A. Boot en M. Vochteloo, Informatie & Informatiebeleid, 2002, nr. 1 en 2. Zie nOOt 5.
7
Samenhangend Mediabeleid, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 1982.
*
Focus opfuncties, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2005. pagina 93.
communicatiesector, J. Bardoel en J. van Cuilenburg, 2003.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
.
pagma 3
Boot en Vochteloo geven een goed overzicht van de verschuivingen die in de afgelopen dertig tot veertig jaar zijn opgetreden in het denken over pluriformiteit binnen het omroep- en mediabeleid. Zij plaatsen deze ontwikkelingen bovendien in de maatschappelijke context van die tijd." In de jaren zeventig van de vorige eeuw domineerden de beginselen van pluriformiteit en onafhankelijkheid. In de jaren tachtig kwam de nadruk meer te liggen op de begrippen kwaliteit en diversiteit. In de jaren negentig stonden de begrippen bereik, toegankelijkheid en betaalbaarheid centraal. oude doelen verdwenen niet maar kregen in de loop der tijd wel een andere lading.
9
Zie noot 5.
raad voor cultuur
R.J.Schimmelpennincklaan 3
raad voor cultuur raad voor cultuur
ro-ts"361243 2506 AE Den Haag releroon.317ossosass fax +31(o)7o 361 47 27 e-mail [email protected] www.cultuur.nl
Bijlage 3: Waarborgen voor pluriformiteit in vijf Europese landen' In deze bijlage geeft de Raad een overzicht van instrumenten die in België, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden worden ingezet ter waarborging van een divers en verscheiden programma-aanbod. België - Vlaanderen In Vlaanderen bestaat er in de organisatiestructuur een redelijk directe relatie tussen overheid en het bestuur van de publieke omroep VRT. Elke vier jaar sluit de VRT een beheersovereenkomst (prestatiecontract) af met de Vlaamse overheid. De waarborging van de pluriformiteit is vastgelegd in deze beheersovereenkomst. Institutioneel kader De algemene vergadering van de VRT bestaat uit de aandeelhouders van de VRT, zijnde de Vlaamse regering, die in deze optreedt als vertegenwoordiger van de Vlaamse gemeenschap. De Algemene vergadering benoemt de gedelegeerd bestuurder van de VRT. Deze houdt zich bezig met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de Raad van Bestuur. Hij wordt hierin bijgestaan door het directiecommittee. De Raad van Bestuur van de VRT bestaat uit twaalf leden die voor een periode van vier jaar worden aangewezen door de Vlaamse regering. Aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Bestuur is ook een gemeenschapsafgevaardigde. Deze wordt aangewezen door de Vlaamse regering en ziet er op toe dat de omroepopdracht wordt uitgevoerd volgens de wetten en de beheersovereenkomst. Tot de taken van de Raad van Bestuur behoren onder andere het vastleggen van de algemene strategie en het jaarlijks ondernemingsplan en het goedkeuren van de beheersovereenkomst. De Raad ziet toe op de werkzaamheden van de gedelegeerd bestuurder. Verder kan hij kan ook de leden van het directiecommittee ontslaan, op voordracht van de gedelegeerd bestuurder. Beheersovereenkomst Elke vier jaar sluit de VRT een beheersovereenkomst af met de Vlaamse overheid.
De waarborging van de pluriformiteit is vastgelegd in deze beheersovereenkomst, zowel in de opdracht (artikel 1, par. 1, 2 en 3) als in de omschrijving van de
Bronnen: Maatschappelijke verankering en publieke legitimatie van publieke omroepen in väf Europese landen, TNO, 2005 ; Quick Scan TNO-STB: publieke omroep in West Europa, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten, 2004; A comparative analysis oftelevision programming in seven European countries: a benchmark study, European Institute for the Media, 2002; informatie van de websites van de verschillende organisaties, waar nodig aangevuld met informatie verkregen uit correspondentie met vertegenwoordigers van de omroepen.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina2
audiovisuele kwaliteiten (artikel 2)? Binnen deze kwaliteiten wordt specifiek aandacht besteed aan informatieve programma's en de nieuwsvoorziening? Programma's van de VRT dienen te worden gemaakt volgens deontologische richtlijnen. Er bestaan onder andere richtlijnen voor non-fictie programma's en gedragslijnen met betrekking tot co-commentatoren en centrale.gasten in nieuwsprogramma's. Voor (nieuws)journalisten bij de VRT geldt een redactiestatuut met inbegrip van de deontologische code. Deze code bevat richtlijnen die duidelijk aangeven welke vrijheden journalisten hebben en welke grenzen ze moeten respecteren.4 Overigens wijst een vergelijking die onderzoekers van de Universiteit van Gent maakten tussen het nieuws van TV1 (publiek) en VTM (privaat) uit, dat er weinig verschil bestaat tussen deze publieke en private zender in aanpak en uitwerking van de nieuwsvoorziening. De onderzoekers menen dat de hoge bereikscriteria voor nieuws, zoals vastgelegd in de beheersovereenkomst, de VRT stimuleren in een 'tabloidizeringstrend'." Publieke verantwoording In 2006 loopt de beheersovereenkomst tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap
af. De Vlaamse minister van Media heeft dit jaar een 'openbare bevraging' georganiseerd om van de Vlaamse burgers en organisaties te vernemen of de VRT beantwoordt aan de verwachtingen die men heeft van een publieke omroep en welke aspecten benadrukt zouden moeten worden in de nieuwe overeenkomst die loopt van 2007 - 2011. De opzet, uitvoering en evaluatie van de procedure is uitbesteed aan de Vlaamse Mediaraad. De eindresultaten worden later dit jaar bekend." Journalistieke professie Redactionele onafhankelijkheid van de nieuwsvoorziening is gewaarborgd via een redactiestatuut. In de beheersovereenkomst is ook de onafhankelijkheid van de VRT
ten opzichte van overheid en commercie opgenomen. De VRT voert zelf de controle
2
In de beheersovereenkomst wordt een onderscheid gemaakt tussen 'publieke kwaliteit',
3
'functionele kwaliteit', 'ethische kwaliteit' en 'operationele kwaliteit'. Artikel 2, par. 2 stelt "De informatieprogramma's, de mededelingen en de programma's met een algemeen informatieve inslag en alle informatieve programmaonderdelen dienen onpartijdig en waarheidsgetrouw te zijn. De programma's van de nieuwsdienst moeten beantwoorden aan de normen inzake journalistieke deontologie zoals vastgelegd in een deontologische code en genieten waarborgen voor de gangbare redactionele onafhankelijkheid
4
zoals vastgelegd in het redactiestatuut". Een nieuw redactiestatuut, inclusief deontologische code is van kracht sinds 1 april 2005.
6
Hoe anders is de VRT? De 'performantie'van de Vlaamse publieke omroep en vergelijkende analyse van het nieuws van TV1 en VTM, Els de Bens en Steve Paulussen, oktober 2004. Uit gegevens van de Mediaraad blijkt inmiddels dat 1853 burgers hebben deelgenomen aan de
bevraging. Een eerste beknopte analyse laat zien dat naar de mening van de burgers kwaliteitsvolle en onafhankelijke berichtgeving centraal dient te staan, evenals de verspreiding van alle vormen van cultuur.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
page
uit op het al dan niet realiseren van zijn afspraken in de beheersovereenkomst. De VRT stelt hiertoe een zelfevaluatie op die wordt voorgelegd aan het Vlaams Parlement.
Duitsland Kenmerkend voor het Duitse omroepstelsel is haar decentrale karakter en de centrale rol van programmaraden (Fernsehrat). Zeggenschap en beleid over de publieke omroep berusten bij de Duitse deelstaten (Länder). Pluriformiteit in de zin van evenredige vertegenwoordiging van maatschappelijke groeperingen wordt nagestreefd via programmaraden. Institutioneel kader De wettelijke basis voor publieke omroep in Duitsland bestaat uit een complex geheel van landelijke en regionale wetten. Als basis gelden de grondwet en het Rundfunkstaatsvertrag. De bepalingen en verplichtingen in dit laatste document gelden voor ARD, ZDF en andere omroepen die nationaal uitzenden en zijn algemeen van aard. Programmavoorschriften zijn eveneens geformuleerd in algemene termen. De politieke zeggenschap over de Duitse publieke omroepen ligt bij de deelstaten. Deze Länder stellen richtlijnen op voor hun eigen regionale omroep. De publieke omroep bestaat uit twaalf deelstaatomroepen die een eigen programma hebben en die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de zender ARD Eins en de zender ZDF, het tweede net. De ARD is het overkoepelende orgaan van de regionale omroepen. Het ZDF zendt nationaal uit, wordt centraal geleid en gereguleerd door een collectief van vertegenwoordigers van de verschillende Duitse deelstaten. Programmaraden Het toezicht op naleving van de wettelijke richtlijnen is verschillend geregeld voor publieke en commerciële omroepen. Bij de publieke omroepen ligt de nadruk op interne controle door de programmaraden. In de programmaraden zitten vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties (vakbonden, kerken, universiteiten) en politieke partijen.' Zij zijn verantwoordelijk voor het opstellen van programmarichtlijnen, het monitoren en het toezien op de naleving ervan. Zij behandelen klachten van kijkers en luisteraars en benoemen de Intendant (directeur) van een omroep op voordracht van een Verwaltungsrat (raad van commissarissen)? Als een intendant van een publieke omroep handelt in strijd met de wettelijke opdracht kan de programmaraad een klacht indienen bij de deelstaat. Een programmaraad monitort het programma-aanbod op basis van gegevens die intern
7 "
De omvang van de raden varieert van 19 leden voor enkele regionale zenders tot 77 leden voor het ZDF. De Verwaltungsrat bestaat uit 14 personen en houdt toezicht op de werkzaamheden van de Intendant.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina
worden aangeleverd. Toezicht op de commerciële omroepen gebeurt door Landesmedienanstalten, die zijn verenigd in een overkoepeld orgaan, de ALM. Het systeem van programmaraden in Duitsland staat onder druk. Enerzijds omdat hun omvang in veel gevallen flexibel en doelgericht opereren moeilijk maakt. Anderzijds omdat alleen georganiseerde en gevestigde maatschappelijke groeperingen zitting hebben in de raden en deze groeperingen niet noodzakelijkerwijs een getrouwe afspiegeling vormen van de kijkers en luisteraars. Publieke verantwoording
Publieke verantwoording is geregeld via het systeem van programmaraden. Daarnaast publiceren de publieke omroepen vanaf 2004 de wettelijk verplichte, tweejaarlijkse Selbstverpflichtungserklärung waarin zij verantwoording afleggen over hun voornemens voor programmabeleid en werkwijze. Frankrijk Pluriformiteit van het programma-aanbod van de Franse publieke omroep wordt gegarandeerd via het zogenaamde Cahier des Missions et des Charges. Hierin krijgen de publieke omroepen een verschillende identiteit opgelegd met daarbij behorende specifieke programmatische taken. Institutioneel kader De taakopdracht van de publieke omroep is vastgelegd in de Contrat d'objectifs et de moyens opgesteld door de Conseil Supérieur de l'Audiovisuel (CSA). Samen met het parlement houdt de CSA toezicht op de publiek omroep. Sinds 2000 fungeert France Télévisions als de holding van de drie Franse publiek omroepen France 2, France 3 en France 5. De president van France Télévisions wordt benoemd door de CSA voor een periode van vijfjaar. De Raad van Bestuur bestaat uit parlementsleden, vertegenwoordigers van de Staat, vertegenwoordigers van werknemers van de omroep en experts. Iedere zender heeft een eigen cahier met daarin zowel quota voor (o.a.) cultuur, educatie en wetenschap als concrete voorschriften. Gezamenlijk bieden de zenders een gevarieerd en volledig programma-aanbod (informatie, educatie en amusement). Doelen zijn ondermeer het bevorderen van diversiteit en onafhankelijke meningsvorming en informatie; het bijdragen aan educatieve, culturele en sociale gelijkheid. Publieke verantwoording De Franse publieke omroep kent meerdere instrumenten waarin contact met en verantwoording aan het publiek vorm krijgt. Zo verantwoorden de publieke zenders hun beleid in het Charte de l'Antenne richting werknemers en publiek en wordt er gewerkt met een tevredenheidsbarometer en met waarderingscijfers. Sinds kort wordt er gewerkt met een commissie van kijkers en luisteraars die jaarlijks rapporteert over de opvattingen en meningen van kijkers over de programma's van de publieke omroep. Ook is er een bureau dat contacten met kijkers en luisteraars
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagina s
onderhoudt en hierover contact onderhoudt met directies, redacties, programmamakers en mediateurs. Sinds 1998 wordt gewerkt met het systeem van mediateurs (bemiddelaars) die de dialoog verzorgen tussen de publieke omroep en het publiek. Elke publieke zender heeft een eigen mediateur (voor nieuwsprogramma's is er een aparte mediateur). Het publiek is betrokken bij de verkiezing van de mediateurs. Zij worden benoemd voor een periode van drie jaar en brengen jaarlijks verslag uit.
verenigd Koninkrijk In het Britse model wordt pluriformiteit bij de BBC nagestreefd in algemeen geformuleerde eisen. Het zwaartepunt ligt bij zelfregulering. Het toezicht op de verschillende vormen van pluriformiteit geschiedt voor een belangrijk deel door interne controle (nu nog door de Board ofGovernors, na 2006 door de BBC Trust). Ook de onafhankelijk toezichthouder OFCOM speelt een rol. Institutioneel kader
De taakopdracht van de BBC is vastgelegd in een Royal Charter and Agreement. Hierin krijgt de BBC de (breed geformuleerde) opdracht een range aan kwaliteitsprogramma's te bieden met als doel 'to inform, to educate and to
entertain'. De licentie van de BBC loopt eind 2006 af. In voorbereiding op de verlenging van de licentie is het publieke debat over de taakopdracht van de BBC en de invulling van die taken in volle gang. De Britse burger wordt intensief bij dit proces betrokken. De BBC heeft nationaal en internationaal een sterke positie en reputatie. De omroep speelt een centrale rol in de Britse samenleving maar staat de laatste jaren bloot aan kritiek, onder andere naar aanleiding van rapporten als de 'Hutton Inquiry'. 9 Mede naar aanleiding van de Hutton Inquiry en in voorbereiding op de vernieuwing van de licentie stelt de BBC wijzigingen voor in zijn organisatie en de manier van publieke verantwoording. Een van de belangrijkste voorgestelde veranderingen op organisatieniveau is het verdwijnen van de Board ofGovernors, die zowel een uitvoerende als toezichthoudende rol vervult ° De Executive Board wordt
9
Lord Hutton deed onderzoek naar de werkwijze van BBC correspondent Andrew Gilligan en oordeelde dat Gilligan ten onrechte de Britse regering had beschuldigd van het verspreiden van valse of onvolledige informatie over de aanwezigheid van massavernietigingswapens in Irak. In reactie op deze conclusies van Hutton stapten Gavin Davies en Greg Dyke op als respectievelijk chairman en director-general van de BBC. In de huidige structuur van de BBC staat de Board ofGovernors centraal. Deze Board bestaan uit twaalf personen die worden benoemd door de kroon na een openbare sollicitatieprocedure. De Governors benoemen de Director-General, die optreedt als directeur (chiefexecutive) en als hoofdredacteur (editor-in-chief). Governors en Director-General benoemen samen het senior management in de uit 10 personen bestaande Executive Board. Aan de Executive Board rapporteren de Creative Board, de Journalism Board en de Commercial Board.
raad voor Cultuur raad voor cultuur raad voor Cultuur
paginas
nadrukkelijker verantwoordelijk voor uitvoerende zaken. De Board wordt vervangen door de BBC Trust die zich uitsluitend richt op toezichthoudende taken. BBC Trust
De belangrijkste taak van de Trust zal zijn het toezien op en het waarborgen van de onafhankelijkheid van de BBC. Hiertoe stelt zij onder meer de journalistieke code van de BBC vast (Code ofEthics) en rapporteert zij over de implementatie en naleving van deze richtlijnen. Ook evalueert zij achteraf de manier waarop de BBC heeft bericht over een aantal specifieke thema's en over de prestaties van de BBC in het algemeen. Ook zal de Trust klachten uit de samenleving gaan behandelen over programma's van de BBC. Burgers die klachten hebben over bijvoorbeeld de (on)partijdigheid van de BBC nieuwsvoorziening, kunnen zich tot de Trust wenden. In het nieuwe model functioneert de Trust niet zoals de Board of Governors- als een vooruitgeschoven post van de BBC maar vertegenwoordigt zij de kijkers en luisteraars. Publieke verantwoording Kenmerkend voor de Britse publieke omroep is de directe verantwoording die hij aflegt aan het publiek. Zo heeft de BBC in voorbereiding op de nieuwe licentie in 2006 zijn visie voor de komende 10 jaar neergelegd in het rapport Building Public Value. Toezichthouder OFCOM doorloopt een uitgebreid traject om het publiek te horen over de visie en de taakstelling voor de BBC. Jaarlijks publiceert de BBC een Statement ofProgramme Policy waarin de BBCvisie op het gebied van programmabeleid, organisatie en financiën openbaar worden gemaakt. In het kader van publieke verantwoording en transparantie kunnen kijkers en luisteraars op de BBCwebsite uitgebreide informatie vinden over allerlei aspecten van de BBCbedrijfsvoering: van doelstellingen tot onderzoeksrapporten, van verslagen van bestuursvergaderingen tot de salarissen voor en aandelen van het BBCbestuur en top-management. Ook wordt op de website verslag gedaan van de 'public meetings' die de BBC organiseert en nodigt de omroep het publiek uit vragen te stellen. De BBC heeft een duidelijke procedure voor de afhandeling van klachten die is vastgelegd in de Code ofpractice on complaints. Britse burgers kunnen via de website, via de telefoon of de post hun klachten over de BBC kenbaar maken. In de Code ofpractice on complaints en op de BBCwebsite staat aangegeven hoe men een klacht kan indienen. Een antwoord volgt in de regel binnen tien dagen. Klachten en antwoorden zijn openbaar, onder andere via de website."
"
Kijkers en luisteraars met klachten over media-aanbod van zowel de publieke als de commerciële omroepen kunnen zich ik het VK ook richten tot de toezichthouder OFCOM.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
,agina,
Journalistieke professie De BBC heeft een traditie op het gebied van zelfregulering en meent dat
onafhankelijkheid eerder is gewaarborgd in cultuur en mentaliteit dan in het vastleggen van onafhankelijkheid in institutionele structuren. Op het gebied van nieuws heeft de BBC Editorial Guidelines opgesteld." Ook zijn er guidelines voor BBC Online. Elke medewerkers en freelancer heeft toegang tot deze guidelines. In aanvulling hierop geeft de BBC een groot aantal adviezen met betrekking tot gedragscodes voor journalisten, bijvoorbeeld bij conflicterende belangen. De BBC heeft de afgelopen jaren een aantal initiatieven genomen om de pluriformiteit van zijn programma's te waarborgen, met name waar het gelijkwaardige vertegenwoordiging van opinies en overtuigingen, en groepen in de samenleving betreft. Zo laat de Board ofGovernors van de BBC zich adviseren door een aantal organen die de belangen van bepaalde groepen kijkers en luisteraars vertegenwoordigen, zoals de Central Religious Advisory Committee en de World Service and Global News Consultative Group." Ook vormt de BBC samen met andere omroepen in het Verenigd Koninkrijk, waaronder Channel 4, BskyB, ITN en ITV, het Cultural Diversity Network (CDN). Doel van het CDN is een gelijkwaardige representatie van Britse etnische groepen voor en achter de camera's en microfoons." Tenslotte hanteert de BBC momenteel twee instrumenten om de onpartijdigheid van zijn nieuws te controleren: de Mori tracking survey, een maandelijks onderzoek onder 500 respondenten naar de publieke perceptie van onpartijdigheid; en een halfjaarlijkse beoordeling van specifieke thema's met behulp van panels van onafhankelijke experts en focusgroepen. Zweden De waarborging van pluriformiteit vormt (indirect) onderdeel van de taakopdracht zoals die verwoord is in de mediawet en in de licenties voor de drie publieke omroepen, SVT, SVR en UR.
" "
Zie http://www.bbc.co.uk/guidelines/editorialguidelines/news/. Central Religious Advisory Committee bestaat uit 16 leden die verschillende geloofsovertuigingen in Groot-Brittannië vertegenwoordigen. De CRAC adviseert zowel de Board of Governors van de BBC als de OFCOM. De World Service and Global News Consultative Group adviseert de Board ofGovernors over de verscheidenheid en de kwaliteit van de World Service en Global News programma's.
"
CDN werd opgericht na een onderzoek door Carlton dat de gevestigde Britse omroepen de Aziatische en zwarte gemeenschap dreigden te verliezen aan nieuwe omroepen die uitzonden via kabel en satelliet. Later onderzoek bevestigde dat etnische minderheden het aanbod van de gevestigde omroepen in toenemende mate irrelevant vonden. Voor meer informatie zie www.ednnetwork.org.uk.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagma 8
Institutioneel kader
De licenties voor de publieke omroepen bevatten voorwaarden waaraan zij moeten voldoen. Deze licenties worden eens per vier jaar vernieuwd. De externe toezichthouder (Granskningsnämdenför Radio och TV) ziet toe op naleving van de licentievoorwaarden. Het parlement beslist jaarlijks over de toekenning van de omroepbijdrage aan de publieke omroepen. Voorafgaande aan de nieuwe licentieperiode (de huidige loopt af in 2005) worden de prestaties van de publieke omroepen onderzocht door een parlementaire commissie. Deze commissie komt ook met aanbevelingen over de verlenging en de inhoud van de licenties. De taak van de publieke omroep is het brengen van een volledig programma-aanbod (informatie, amusement, cultuur en educatie). Daarnaast zijn er bepalingen die betrekking hebben op o.a. kwaliteit en diversiteit, Zweedse taal en cultuur, taal- en etnische minderheden. Publieke verantwoording In een (wettelijke verplichte) jaarlijkse zelfevaluatie geven de omroepen aan in hoeverre zij hun doelstellingen hebben bereikt. Deze wordt naar het parlement gestuurd. Er is ook een versie voor het algemene publiek. De publieke omroepen organiseren op vrijwillige basis beoordelingen door het publiek van de door hen uitgezonden programma's.
raad voor cultuur
R.J.Schimmelpennincklaan3
raad voor cultuur raad voor cultuur
ro'2506' "361243 AE Den Haag teleroom.317031oesse fax +31(c)7o 36147 27 e-mail [email protected] www.cultuur.nl
Bijlage 3: Waarborgen voor pluriformiteit in vijf Europese landen' In deze bijlage geeft de Raad een overzicht van instrumenten die in België, Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Zweden worden ingezet ter waarborging van een divers en verscheiden programma-aanbod. België - Vlaanderen In Vlaanderen bestaat er in de organisatiestructuur een redelijk directe relatie tussen overheid en het bestuur van de publieke omroep VRT. Elke vier jaar sluit de VRT een beheersovereenkomst (prestatiecontract) af met de Vlaamse overheid. De waarborging van de pluriformiteit is vastgelegd in deze beheersovereenkomst. Institutioneel kader
De algemene vergadering van de VRT bestaat uit de aandeelhouders van de VRT, zijnde de Vlaamse regering, die in deze optreedt als vertegenwoordiger van de Vlaamse gemeenschap. De Algemene vergadering benoemt de gedelegeerd bestuurder van de VRT. Deze houdt zich bezig met de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de Raad van Bestuur. Hij wordt hierin bijgestaan door het directiecommittee. De Raad van Bestuur van de VRT bestaat uit twaalf leden die voor een periode van vier jaar worden aangewezen door de Vlaamse regering. Aanwezig bij de vergaderingen van de Raad van Bestuur is ook een gemeenschapsafgevaardigde. Deze wordt aangewezen door de Vlaamse regering en ziet er op toe dat de omroepopdracht wordt uitgevoerd volgens de wetten en de beheersovereenkomst. Tot de taken van de Raad van Bestuur behoren onder andere het vastleggen van de algemene strategie en het jaarlijks ondernemingsplan en het goedkeuren van de beheersovereenkomst. De Raad ziet toe op de werkzaamheden van de gedelegeerd bestuurder. Verder kan hij kan ook de leden van het directiecommittee ontslaan, op voordracht van de gedelegeerd bestuurder. Beheersovereenkomst
Elke vier jaar sluit de VRT een beheersovereenkomst af met de Vlaamse overheid. De waarborging van de pluriformiteit is vastgelegd in deze beheersovereenkomst, zowel in de opdracht (artikel 1, par. 1, 2 en 3) als in de omschrijving van de
Bronnen: Maatschappelijke verankering en publieke legitimatie van publieke omroepen in viif Europese landen, TNO, 2005; Quick Scan TNO-STB: publieke omroep in West Europa, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten, 2004; A comparative analysis oftelevision programming in seven European countries: a benchmark study, European Institute for the Media, 2002; informatie van de websites van de verschillende organisaties, waar nodig aangevuld rnet informatie verkregen uit correspondentie met vertegenwoordigers van de omroepen.
raad voor cultuur raad voor cultuur raad voor cultuur
pagna2
MEDIAWET Hoofdstuk III. De publiek omroep Titel 1: De taak van de publieke omroep, artikel 13c, tweede lid. De programma's van de publieke omroep geven op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving en van de onder de bevolking levende interesses en inzichten op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied, en:
a. b.
c. d.
zijn toegankelijk voor de gehele bevolking in het verzorgingsgebied waarvoor de programma's zijn bestemd; dragen bij aan de ontwikkeling en verspreiding van de pluriformiteit en culturele diversiteit in Nederland; zijn onafhankelijk van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden; en zijn gericht op zowel een breed en algemeen publiek als op bevolkings- en leeftijdsgroepen van verschillende omvang en samenstelling.