De invloed van commerciële televisie op de publieke omroep Een onderzoek naar het concept van Opsporing Verzocht, vergeleken voor en na de komst van Peter R. de Vries
Naam: Lianne Peet Studentnummer: 0218359
[email protected] Augustus 2008 Masterscriptie Media & Cultuur Televisiestudies Begeleider: Dr. Sudeep Dasgupta
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1. Publieke en commerciële televisie 1.2. Opsporing Verzocht en Peter R. de Vries, misdaadverslaggever 1.3 Relevantie en Probleemstelling
2 3 4
Hoofdstuk 2: Theoretisch kader 2.1. Institutie 2.2. Ontwikkelingen in het Nederlandse medialandschap 2.3. Burger versus kijker 2.4. Kennis 2.5. Genre misdaadprogramma’s
7 9 14 15 19
Hoofdstuk 3: Tekstuele analyse 3.1. Programmering Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries. De werkwijze van Peter R. de Vries Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries. Evaluatie 3.2. Zaken Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries. De werkwijze van Peter R. de Vries Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries. Evaluatie 3.3. Beeld Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries. De werkwijze van Peter R. de Vries Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries. Evaluatie 3.4. Geluid Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries. De werkwijze van Peter R. de Vries Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries. Evaluatie 3.4. Publiek versus Commercieel
22 23 24 26 27 31 32 35 36 40 42 48 50 53 55 56 58
Hoofdstuk 4: Conclusie
61
Literatuurlijst
66
Bijlagen: 1: Transcript: Robert di Arutuin, oud eindredacteur Opsporing Verzocht
68
2: Transcript: Anne Marie Wegman, oud eindredacteur Peter R. de Vries
83
misdaadverslaggever
1
1 Inleiding 1.1 Publieke en commerciële televisie Het Nederlandse televisielandschap veranderde in 1989 voorgoed door de komst van commerciële televisie. Publieke televisieprogramma’s bestonden bijna vijfendertig jaar en hebben als doel televisie te maken van hoge kwaliteit, die alle lagen van de bevolking raken. Dit zijn televisieprogramma’s vanuit verschillende visies, waarbij niet wordt geprobeerd één enkel doel na te streven. Hierbij willen zij onafhankelijk zijn wat betreft commerciële belangen1. Publieke televisie kan gezien worden als een collectief goed en commerciële televisie wordt gemaakt door de vrije markt. De eerste wordt betaald door de overheid uit belastingen, kijk- en luistergeld en lidmaatschap van de omroepen. De tweede wordt gefinancierd door reclame-inkomsten. Zij zijn erg afhankelijk van de gunst van de kijker. Hoe hoger de kijkcijfers bij een programma, des te meer inkomsten er dan aan reclame-inkomsten binnen komen. Televisieprogramma’s bij de publieke omroep staan bekend als kwaliteitsprogramma’s en commerciële programma’s worden vaak gekenmerkt door entertainmentelementen. Door de komst van commerciële televisie nam de druk op de publieke omroep echter toe. Ook hier zijn kijkcijfers en de gunst van de kijker meer van belang geworden. Inkomstgelden voor een omroep worden namelijk alleen, en in een bepaalde mate afhankelijk van ledenaantallen, uitbetaald. Bij de publieke omroep wordt de gunst van de kijker steeds belangrijker. Een belangrijke ontwikkeling hierin is de hybridisering binnen televisieprogramma’s. Door hybridisering worden bepaalde categorieën samengevoegd. Entertainment en informatie wordt infotainment. Andere voorbeelden zijn infomercials en edutainment. In navolging van de commerciëlen gaan ook de publieke omroepen steeds meer gebruikmaken van sensatiemiddelen of entertainmentelementen. Een hybride
1
Website Publieke omroep: http://portal.omroep.nl/ 25 januari 2008.
2
concept wijst daarom op commercialisering en entertainisering.2 En de uitkomst hiervan is dat steeds meer publieke omroepen hybride programma’s maken.
1.2 Opsporing Verzocht en Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Opsporing Verzocht is het eerste misdaadprogramma op de Nederlandse televisie. Al meer dan vijfentwintig jaar bestaat het programma. Toen dit programma zijn intrede deed, werd er veel kritiek geuit. Misdaad werd gezien als iets dat ver van de burger stond en was een serieus gegeven. Dit hoorde vooral niet thuis bij een ‘slecht’ medium zoals de televisie. Toch werken politie en justitie al een lange tijd samen met deze televisie. In het televisieprogramma Opsporing Verzocht bepalen zij de gehele inhoud van het programma. Dit wordt sec, zonder een toon van emotie gebracht wat leidt tot een verhogende saaiheidsfactor van het programma, maar toch als een succesformule van politie, justitie en televisie gezien kan worden.
Peter R. de Vries, misdaadverslaggever is een ander bekend, meer populistische variant, van een misdaadprogramma op de Nederlandse televisie. Dit programma werkt niet samen met politie en justitie, maar legt juist de fouten bloot die deze autoriteiten maken. Het doel van beide programma’s is het oplossen van misdaad, maar beiden doen dit op een andere manier. De Vries brengt het programma met meer sensatie. Dat werd nog meer duidelijk in de uitzending rond Joran van der Sloot. Maar liefst twee en een half uur had misdaadverslaggever Peter R. de Vries nodig om zijn punt te maken, met het gebruik van sensationalistische elementen, cliffhangers voor de reclame en documentaireachtige beelden voor een realistischer effect.
Opsporing Verzocht is een programma dat geproduceerd wordt door de publieke omroep. Peter R. de Vries, misdaadverslaggever wordt geproduceerd door de commerciële productiemaatschappij ENDEMOL. Frits Sissing, presentator van
Opsporing Verzocht, zegt over veranderingen in het ‘format’ van Opsporing Verzocht het volgende:
2
Hermes, Joke en Maarten Reesink. Inleiding Televisiestudies. Amsterdam: Uitgeverij Boon, 2003: 138.
3
“Wel waren er stilistische aanpassingen. Zo besteden de makers meer aandacht aan reconstructies. Dat heeft als doel om de herinnering van kijkers te activeren en het programma meer in deze tijd te plaatsen. Echt spectaculair zijn de filmpjes niet, al werd laatst voor het eerst ketchup gebruikt om bloed te suggereren”.3
Het bovenstaande laat zien, dat ook Opsporing Verzocht situaties wilde reconstrueren. Reconstructies vormen de basis voor het programma Peter R. de
Vries, misdaadverslaggever, want zij proberen bepaalde situaties zo nauwgezet mogelijk na te bootsen, om te laten zien wat er gebeurd is, of gebeurd kan zijn. Uit het citaat blijkt dat de makers van Opsporing Verzocht gebruikmaakten van ketchup om bloed te suggereren. Het tonen van nepbloed, kan dan ook gezien worden als een sensatieverhogend middel. Normaal wordt er in Opsporing Verzocht namelijk geen bloed gebruikt, maar in deze zaak diende het in het belang van de opsporing.
1.3 Relevantie en Probleemstelling In deze scriptie wil ik gaan onderzoeken of het programma Opsporing Verzocht veranderde door de komst van het televisieprogramma Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever. Dit onderzoek moet plaatsvinden in een ruimere context en zal de ontwikkeling van de publieke omroep als leidraad nemen en zich vooral focussen op de veranderingen binnen de publieke omroep op en na het moment dat commerciële programma’s hun intrede deden. Het genre misdaad kan daarbij niet buiten beschouwing blijven, omdat de conventies binnen een genre invloed uitoefenen op de productie van misdaadprogramma’s. Op het moment dat Opsporing Verzocht op de Nederlandse televisie kwam waren zij het enige misdaadprogramma en bepaalden hierdoor het genre misdaad op de televisie. Maar door de komst van andere misdaadprogramma’s kunnen conventies veranderen, waardoor ook Opsporing Verzocht, als misdaadprogramma, misschien verandert. In hoofdstuk twee wordt een theoretisch kader geschept, waarbinnen deze scriptie zal plaatsvinden, ook zal er een tekstuele analyse gemaakt worden van het 3
Kamans, Martijn en Sander Kuypers. “Grootste buurtonderzoek. Opsporing Verzocht onmisbaar opsporingsmiddel”. Gooi en Eemlander. 11-11-2002.
4
televisieprogramma Opsporing Verzocht voor en na de komst van het programma van De Vries. Een tekstuele analyse kan aantonen dat het ‘format’ Opsporing
Verzocht is veranderd. Als zij hun stijlmiddelen veranderd hebben kan dit een gevolg zijn van een commercieel programma zoals Peter R. de Vries, misdaadverslaggever die het genre misdaadprogramma veranderde. Hierin zal het doel van de publieke omroep ook geschetst worden en laten zien dat de publieke omroep een andere functie heeft. Dit geeft direct de maatschappelijke relevantie aan van dit onderzoek. De laatste tijd wordt er teveel naar kijkcijfers en kijkaandelen gekeken, waardoor er een te homogene programmering kan ontstaan. Ook kan aangetoond worden wat de plaats van de publieke omroep is binnen ons huidige medialandschap en dit kan weer gebruikt worden voor verder onderzoek in de televisiewetenschappen. Er wordt niet alleen gekeken naar de tekst zelf, maar ook naar de culturele praktijk waarbinnen deze teksten functioneren. Maatschappelijke veranderingen kunnen ook zorgen voor een verandering in televisieprogramma’s. Een laatste kant die niet buiten beschouwing gelaten kan worden is de productionele kant. Na twintig jaar besloten de makers van Opsporing Verzocht om ketchup te gebruiken, voor de simulatie van bloed. Dit kan gezien worden als een emotieverhogend middel. De makers van de programma’s kunnen het doel van de programma’s uitleggen en verklaren waarom er voor bepaalde stijlmiddelen is gekozen. Hierbij kunnen zij ook aantonen aan welke veranderingen de programma’s onderhevig zijn geweest. Om een verandering van Opsporing Verzocht weer te kunnen geven, moeten zowel de productionele, als de tekstuele doelen en veranderingen binnen het genre misdaadprogramma’s op televisie worden onderzocht. In hoofdstuk 3 zal er een tekstuele analyse plaatsvinden van het televisieprogramma Opsporing Verzocht. Voor de komst van Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever worden uitzendingen geanalyseerd, dan wordt de manier van De Vries besproken en vervolgens uitzendingen van Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. Aan de hand van verschillende vertogen, zoals programmering, beeld en geluid wordt onderzocht of het programma
Opsporing Verzocht is veranderd. Ook wordt de uitkomst van twee interviews met de oud-eindredacteuren van de beide programma’s verweven met de tekstuele analyse. Op deze manier moeten de hoofdstukken samenvallen in de conclusie om een
5
antwoord te kunnen geven of Opsporing Verzocht is veranderd door de komst van een commercieel televisieprogramma zoals Peter R. de Vries, misdaadverslaggever en welke gevolgen dat heeft voor de publieke omroep.
6
2 Theoretisch Kader 2.1 Institutie Gedurende enige tijd vindt er een discussie plaats of publieke televisie beschermd en ondersteund moet worden door de overheid. Verschillende redenen zijn hier de oorzaak van. Een belangrijke oorzaak wil ik allereerst gaan bespreken. Televisie kan gezien worden als een institutie. Net als de overheid en de kerk instituties zijn. Een institutie kan invloed en ideeën overbrengen op de bevolking. Deze worden geaccepteerd en begrepen, omdat zij binnen die bepaalde institutie plaats vinden. Het is daarom niet alleen interessant om te kijken hoe televisie werkt als institutie op praktisch vlak, maar ook hoe deze zijn plaats heeft verworven op historisch en sociaal vlak. Ons medialandschap verandert voortdurend. Dat heeft te maken met een voortdurende innovatie op het technische vlak. De verschillende onderdelen van de media zijn allang niet meer los van elkaar te zien. De krant kun je digitaal op het internet terug lezen, ook televisieprogramma’s kun je op het internet bekijken en de nieuwste films zijn ook al te downloaden. Voorheen werd het door de videorecorder al mogelijk gemaakt om op ieder moment je lievelingsprogramma terug te kijken. De voortdurende veranderingen in ons medialandschap vinden niet alleen plaats op technisch gebied, maar ook door sociale en economische veranderingen. Een voorbeeld hiervan is het ‘reality’ genre. Doordat er vanaf de jaren negentig minder geld was voor het ontwikkelen en produceren van televisieprogramma’s kwam dit genre op. Van een overzichtelijk medialandschap, bestaande uit kranten en omroepen is het medialandschap veranderd in een divers landschap, bestaande uit verschillende media. Onder druk van digitalisering en commercialisering heeft de publieke omroep een andere rol gekregen. John Corner legt in zijn boek Critial Ideas
in Television uit hoe televisie als institutie werkt. Daarin vertelt hij dat televisie gezien kan worden als ecologische institutie met hierin de grote nationale corporaties, netwerken, grote- en kleine onafhankelijke bedrijven en locale stations. Er kan ook op een meer analytische manier naar gekeken worden, door de verschillende vormen van de institutie te bekijken en hoe deze werken als matrix en band tussen de
7
verschillende bestanddelen in televisie. Hierbij moet er goed gekeken worden naar het historische en nationale karakter op dat moment doordat deze wordt ingegeven door politieke, sociale en culturele factoren in combinatie met de aanwezige technologie van dat moment.4
Opsporing Verzocht bestaat al ruim dertig jaar en op het moment van de eerste uitzending was de situatie niet te vergelijken met de hedendaagse mogelijkheden. Allereerst was er nog geen commerciële televisie toen Opsporing
Verzocht begon en waren de technologische middelen ook vele malen minder toereikend dan nu het geval is. In het volgende hoofdstuk zal onderzocht worden of de verschillende politieke, sociale en culturele factoren van invloed zijn op het ‘format’ van Opsporing Verzocht. Ook beschrijft Corner drie verschillende niveaus van televisie als institutie: “That between funding, product and use; that between public and private and that between knowledge and pleasure”.5 De institutie werkt door een samenspel van financiering, het product en het gebruik. Het binnenhalen van reclame-inkomsten kan alleen gegarandeerd worden als kijkers bepaalde programma’s kijken. Door te kijken naar publieke en privaat gebruik van televisie is de discussie tussen de smaak van verschillende sociale klassen, traditioneel en populair. Hierbij moeten we kijken naar de verschuivingen die zich hierin hebben voorgedaan. Ook de laatste is belangrijk, doordat er altijd discussies plaatsvonden en vinden, of televisie moet dienen als leermodel en informatie moet verschaffen, naar het verschuiven naar televisie waar plezier uit wordt gehaald en het hieruit ontstaan van hybride vormen van televisie. De nadruk ligt op het tweede niveau van televisie als institutie. Televisie als omroepsysteem en het daarbinnen behorende vraagstuk tussen publieke en commerciële televisie. Hierbij zal uit de analyse blijken hoe een programma als
Opsporing Verzocht functioneert en hoe zijn positie binnen de publieke omroep verandert door een voortdurende commercialisering.
4 5
Corner, John. Critical Ideas in Television Studies. New York: Oxford University Press Inc, 1999: 13. Corner 1999: 12 (zie noot 4).
8
2.2. Ontwikkelingen in het Nederlandse Medialandschap Om uit te kunnen leggen hoe televisie werkt als institutie, is het van belang het begrip publieke televisie uiteen te zetten. Publieke televisie wordt beïnvloed door de overheid en moet programma’s maken die van waarde zijn voor de maatschappij. Een goed voorbeeld hiervan is de Nederlandse verzuiling en zijn invloed op de publieke televisie. De Nederlandse omroepen werden vroeger bepaald door hun zuil, ofwel achtergrond. Deze kon protestants christelijk, rooms katholiek, sociaal of liberaal zijn. Dit waren de vier grote zuilen binnen de publieke omroep in Nederland. Deze omroepen werden gefinancierd, door zowel leden als belasting. De publieke omroep is niet overal op dezelfde manier geïnstitutionaliseerd. Zo wordt de publieke omroep in de Verenigde Staten gefinancierd door giften en in Engeland wordt deze alleen betaald uit belasting. Doordat de publieke omroep in Nederland is geïnstitutionaliseerd op basis van achtergronden, rijzen er bepaalde verwachtingen. Een christen die betaalt aan de NCRV zal niet snel een programma verwachten en willen zien die pro-abortus is. Een vrijdenkend persoon zal daarentegen niet warm lopen voor een hoog moralistisch programma.
Opsporing Verzocht wordt geproduceerd door de AVRO. De Algemene Vereniging Radio Omroep is Nederlands oudste omroeporganisatie. Zij zijn een onafhankelijke mediaorganisatie, zonder binding met een religie of politieke groepering. Zij bestaan vanaf het begin van de twintigste eeuw en hun kernwaarden zijn vrijheid, verdraagzaamheid en verantwoordelijkheid. “De onafhankelijke AVRO wil de vrijheid in onze samenleving stimuleren door televisie- en radioprogramma’s aan te bieden vanuit een ruimdenkende levenshouding”.6 Ook zijn zij er van overtuigd dat de publieke omroepen alleen kunnen blijven bestaan als ze samenwerken en zich tegelijkertijd onderscheiden door een duidelijke profilering en kwalitatief hoogstaande programma’s. De publieke omroepen in Nederland zijn op dit moment anders geïnstitutionaliseerd dan voor de komst van de commerciële omroepen. In het verleden was het ondenkbaar dat de verschillende zuilen samenwerkten. Nu willen zij kwalitatieve televisie blijven maken om tegenwicht te bieden aan de commerciële programmering. 6
Website AVRO: http://www.avro.nl/avro/over_de_avro/historie/ 15 februari 2007.
9
In het rapport Focus op functies, waarin uitdagingen voor een toekomstbestendig mediabeleid worden besproken, worden kernontwikkelingen in het medialandschap aangekaard. Deze ontwikkelingen kunnen de oorzaak zijn van veranderingen in een televisieprogramma zoals Opsporing Verzocht. De volgende ontwikkelingen in het medialandschap worden besproken: •
de voortschrijdende digitalisering en technologische convergentie;
•
de verschuiving van een nationaal georiënteerd en gereguleerd medialandschap naar een internationaal georiënteerd en gereguleerd medialandschap;
•
de verschuiving van een publiek georiënteerd medialandschap naar een meer privaat en commercieel georiënteerd en georganiseerd medialandschap;
•
de toenemende vervaging van traditionele scheidslijnen tussen afzonderlijke diensten, functies en inhouden;
•
de verschuiving, zo niet kanteling, van een aanbodgericht medialandschap naar een meer op de vraag georiënteerd en hier den daar zelfs vraaggestuurd landschap;
•
de verschuiving in het aanbod in de richting van amusement en vermaak ten koste van andere typen van aanbod.7
Door vernieuwende mogelijkheden en ontwikkelingen op technisch gebied en dus een verbeterde infrastructuur wordt het steeds makkelijker om diensten te leveren. Op dit moment zorgt digitalisering voor een belangrijke verandering in ons medialandschap. Deze maakt het mogelijk om deze diensten te commodificeren en op meer verschillende manieren aan te kunnen bieden. Het onderscheid tussen de oude en nieuwe media wordt hierdoor minder. Het technische onderscheid tussen televisie en computer verandert hierdoor.8 Je kunt immers programma’s terug kijken op je computer. Opsporing Verzocht kan worden teruggekeken op Uitzending gemist en foto’s van criminelen kunnen op Internetsites geplaatst worden. Televisie is daardoor niet meer de enige mogelijkheid om het programma te kunnen bekijken. 7
Donk, W.B.H.J. van de. P.A.H. van Lieshout e.a. Focus op functies. ’s-Gravenhage: door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2004: 12-13.
10
Het wordt ook op een andere tijd en plaats aangeboden en verliest hierdoor in waarde. Het Nederlandse medialandschap werd altijd gedomineerd door programma’s en bedrijven van Nederlandse komaf. Deze situatie is allang niet meer zo. Ons medialandschap wordt al gedomineerd door een internationale programmering en door fusies en overnames worden steeds meer mediamarkten, zoals televisie, kabel en radio internationaal. Bedrijven passen verschillende onderdelen van mediaproducten en infrastructuren bijeen in grote concerns.9 Het Nederlandse medialandschap werd ook gekenmerkt door zijn publieke karakter. Nog steeds bestaat een gedeelte van ons landschap uit de publieke omroep, maar hier zijn sinds 1989 steeds meer commerciële omroepen bijgekomen. Vanaf dat moment richtte de Luxemburgse omroep RTL een zender speciaal op voor de Nederlandse kijkers. Hierna volgden steeds meer zenders en uiteindelijk werden commerciële zenders ook binnen Nederland toegestaan. Het aanbod van mediadiensten is hierdoor groter geworden, maar commerciële belangen werden hier uit voortkomend steeds belangrijker. Naast het opkopen van dure reclameblokken kregen adverteerders meer mogelijkheden, door bijvoorbeeld ‘product placement’. Een bekend voorbeeld is de het drankje ‘Yakult’ dat gedronken wordt in Baantjer of de chips van ‘Doritos’ in Goede Tijden Slechte Tijden. Producten kunnen op deze manier direct aan een betreffende doelgroep getoond worden, zonder dat de kijker direct het idee heeft dat er naar reclame wordt gekeken. Kijkcijfers zijn steeds belangrijker geworden. Niet alleen bij de commerciële omroepen, maar ook bij de publieke omroep moet er aan bepaalde quota’s voldaan worden, om verzekerd te zijn van een bepaalde uitzendtijd. Er heeft zich een verschuiving voortgedaan van een aanbodgericht medialandschap naar een meer vraaggestuurd landschap, welke vooral is bevorderd door commodificatie. Door de participatie van de burger kan deze steeds meer beslissen waar hij of zij aandacht tijd en geld aan wil besteden. Hoe meer burgers interesse hebben, des te meer zij jouw product of programma zullen consumeren.
8 9
Van de Donk en van Lieshout 2004: 23 (zie noot 7). Van de Donk en van Lieshout 2004: 24 (zie noot 7).
11
De afgelopen anderhalf jaar was ik werkzaam bij het televisieprogramma MAX
& Loretta, voorheen MAX & Catherine. Al snel werd mij duidelijk dat kijkcijfers erg belangrijk zijn. De netcoördinator van Nederland 2 heeft aangegeven dat er een marktaandeel van 14% gehaald moet worden om verzekerd te zijn van een voortduring van het programma. Ook wordt er naar de doelgroep gekeken, MAX is een omroep voor de oudere kijker, daarom moeten zoveel mogelijk kijkers van deze groep binnen gehaald worden. Zo concluderend liggen de doelen van de publieke omroep niet ver van de commerciële omroepen. Ook bij het televisieprogramma MAX & Loretta wordt er gekeken naar doelgroepen, kijkcijfers en marktaandelen. Ook al mag er geen impliciete reclame gemaakt worden, zoals bijvoorbeeld ‘product placement’ in commerciële programma’s, er wordt wel degelijk geprobeerd om zoveel mogelijk kijkers binnen een bepaalde doelgroep te trekken. De kijker wordt gezien als de laatste schakel in de mediaketen. Ons huidige medialandschap wordt gekenmerkt door commercie en kijkcijfers en de kijker wordt gebruikt als middel om het doel, inkomsten uit reclame, te bereiken. Naast de rol van kijker is die nu vooral consument geworden. Op de publieke omroep mag er geen directe reclame gemaakt worden, maar één keer per maand vind er bij MAX & Loretta een goede doelenuitzending plaats. Hiervoor wordt er veel geld binnengehaald, zodat een goed doel, bijvoorbeeld Memisa, Stop Aids Now Fonds leden kan werven. Omroep MAX krijgt extra geld en de kijker wordt als consument aangesproken om geld uit te geven. De grenzen tussen publiek en privaat worden hierdoor minder scherp. Een ander voorbeeld is voetbal op televisie, wat een publiek goed was. Nu kan er door betaling en lidmaatschap van private kanalen gekeken worden naar wedstrijden. Toch wil NOS nog erg graag de rechten van de eredivisie hebben. Na een felle concurrentiestrijd tussen RTL, SBS en NOS zijn deze rechten uiteindelijk weer in handen van de publieke NOS gekomen. Ondanks dat de afgelopen jaren de eredivisie prima uitgezonden werd door de commerciële omroepen, hecht de publieke omroep hier dus toch veel waarde aan. De publieke omroep wil overduidelijk ook een aantal programma’s uitzenden die flinke kijkcijfers scoren en daarmee ook flinke reclame-inkomsten. ‘Van massamedia naar kassamedia’ is een goede omschrijving van dit fenomeen.
12
Opsporing Verzocht werd altijd op Nederland 1 uitgezonden, doordat het op een gegeven moment verplaatst werd naar Nederland 2 daalden de kijkcijfers drastisch, waardoor het weer terugging. Het doel van de publieke omroep is het leveren van kwaliteitstelevisie. Door de komst van de commerciële omroepen is de wedstrijd om kijkcijfers groter geworden. De kwaliteit van televisieprogramma’s kan hierdoor verminderen, doordat er steeds meer geschipperd moet worden tussen de vraag van de kijker en de intentie van de programmamaker. Het tweede hoofdstuk zal moeten aantonen of Opsporing Verzocht zijn ‘format’ veranderd heeft, doordat er meer ‘spannende’ en voor de kijker interessante misdaadprogramma’s bijkwamen zoals Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. De traditionele scheidslijnen tussen diensten, functies en inhoud wordt steeds vager. Zoals voorheen aangegeven wordt bij de publieke omroep de gunst van de kijker ook steeds belangrijker en hieruit voortkomend is de hybridisering binnen televisieprogramma’s. Zoals infotainment, edudrama, polimercials en docutainment. Een hybride concept wijst op commercialisering en entertainisering. Door deze hybridisering in genres worden programma’s steeds moeilijker te onderscheiden in commercieel en publiek. Hermes en Reesink zeggen hier het volgende over:
“Een strategie om kijkers te trekken te midden van het steeds overvloediger aanbod is om verschillende vormen en lagen in een enkel programma op te nemen. Het gevolg daarvan is dat er voortdurend nieuwe genres ontstaan.” “Eigenlijk is het begrip genre daarom steeds minder van toepassing op televisie: het aanbod kenmerkt zich in toenemende mate door hybridisering”.10
Het voorgaande laat zien dat televisie voortdurend probeert zich te vernieuwen door de populaire eigenschappen van verschillende genres te verenigen, om zoveel mogelijk kijkers te trekken. Ook de publieke omroep wordt steeds meer hybride en hoopt zoveel mogelijk verschillende kijkers te trekken met een gevarieerd aanbod. De belangrijkste ontwikkeling is het laatste punt in het rapport Focus op
functies; de verschuiving in het aanbod in de richting van amusement en vermaak ten kosten van andere typen van aanbod. Een televisieprogramma als Peter R. de
Vries, misdaadverslaggever roept zijn kijker ook op om te helpen in misdaadzaken
13
maar het programma kan vooral gezien worden als amusementsprogramma ter vermaak. In het volgende hoofdstuk zal blijken wat de invloed hiervan is op
Opsporing Verzocht. Naast deze kernontwikkelingen worden in het rapport drie aanvullende waarden genoemd die niet buiten beschouwing gelaten kunnen worden, kwaliteit, sociale samenhang en bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ook deze drie waarden zijn belangrijk in het debat over de publieke omroep.11
2.3. Burger vs kijker Een publiek programma als Opsporing Verzocht heeft bepaalde privileges, maar naast deze privileges ook verplichtingen. Deze moeten functioneren binnen een structuur van controle en hierbinnen moeten representanten van de bevolking plaats nemen.12 Het eerste belangrijke punt van publieke omroepen is het privilege dat zij hebben om programma’s te kunnen uitzenden. Dus de praktische mogelijkheden krijgen, zoals geld, licenties, advertenties e.a. om bij ons in de huiskamer binnen te komen via de televisie. Het tweede punt is een logisch vervolg op de tweede. Bepaalde privileges worden alleen verschaft als daar ook verplichtingen tegenover staan. In de meeste Europese landen zijn dat drie belangrijke verplichtingen. Het bereikbaar zijn voor de gehele bevolking, divers en van hoge kwaliteit zijn, zodat de minderheidsgroepen ook bediend worden en als laatste de verplichting om de eigen nationale cultuur en identiteit te beschermen.13 Deze verplichtingen liggen vastgelegd voor alle publieke omroepen als institutie in Europa. Het belangrijkste punt is dat de burger hier niet wordt aangesproken als consument, maar als burger. Juist dit punt is erg belangrijk voor een programma als
Opsporing Verzocht. Met het programma willen zij misdaden oplossen. De kijker wordt hier aangesproken als burger. “Heeft u wat gezien?”. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat de samenleving met elkaar moet samenwerken om samen de nationale identiteit te bewaken voor kwalijke invloeden. Dit is anders dan bij Peter R. de Vries, 10
Hermes en Reesink 2003: 138 (zie noot 2). Van de Donk en van Lieshout 2004 : 13 (zie noot 7). 12 Syvertsen, Trine. “Challenges to Public Television in the Era of Convergence and Commercialization”. Television & New Media. Vol 4. 2 may 2003: 156. 11
14
misdaadverslaggever waarbij de kijker niet direct wordt aangesproken als burger en wordt gevraagd om mee te helpen aan het onderzoek. Zij kunnen het programma kijken, welke in elkaar gezet is door middel van reconstructies en een lopend verhaal. Eigenlijk hebben de twee programma’s een tegengestelde functie. Bij
Opsporing Verzocht wordt je dus opgeroepen om mee te werken en Peter R. zegt “Zorg dat u kijkt, dan heeft u altijd een alibi”. Dus doordat u kijkt is het onmogelijk dat u een misdaad gepleegd heeft. Het programma van Peter R. is meer gestoeld op sensationalisme. Het willen verkopen en trekken van je programma door middel van sensationalistische en commerciële elementen. Sensationalisme wordt door Rosen als volgt beschreven:
“When there is nothing substantial holding the audience together, anything and everything can become ‘news’, if it succeeds in gaining the attention of a sufficiently large circle of readers… Another name for this development is sensationalism.”
14
Hij legt hier uit dat hoe minder de sociale band binnen een publiek, des te meer dat de media moet proberen om zijn publiek te trekken en bij elkaar te houden. Doordat kijkers geïnteresseerd zijn in sensatie, kijken er meer mensen en kunnen er uiteindelijk meer en duurdere reclamerechten verkocht worden.
2.4. Kennis Het willen bieden van kwalitatieve programma’s heeft te maken met een belangrijke functie die televisie heeft en dat is het produceren van kennis. De manier waarop dit moet gebeuren, wordt ingegeven door vele verschillende theorieën en denkwijzen. Televisie als institutie krijgt zijn kennis of informatie door een vrije markteconomie, maar kan deze ook krijgen door een staatsgecontroleerde programmering. Een voorbeeld hiervan op de Nederlandse televisie is de vertoning van de film Deep
Throat op de publieke omroep. Deze pornografische film uit de jaren zeventig werd uitgezonden door jongerenomroep BNN. Verschillende partijen in de Tweede Kamer 13
Syvertsen 2003: 157 (zie noot 12). Rosen 1986 in Dahlgren, Peter. Television and the Public Sphere. Citizenship, Democracy and the Media. London: SAGE Publications Ltd, 1995.
14
15
waren absoluut niet blij met de vertoning van deze film. Er zijn zelfs discussies geweest over het verbieden van Deep Throat. Uiteindelijk is dit niet gebeurd, maar doordat deze film te zien was op de publieke omroep en niet door een commerciële zender werd uitgezonden, was deze discussie wel relevant. Werd deze film vertoond op een commerciële omroep, dan had de overheid zich hier niet mee kunnen bemoeien, door de werking van de vrije markteconomie. Door het verschil tussen televisie gereguleerd door de markteconomie of de staat, is de zienswijze waarop kennis op televisie tentoongespreid zou moeten worden ook verschillend. Al zijn deze scheidslijnen tussen de twee, veel minder scherp dan voorheen het geval was. Bij de publieke omroep vindt dit plaats op het snijvlak tussen wat de makers zelf willen en moeten laten zien, en wat populair is bij de kijker. Bij de commerciële omroepen is dat afhankelijk van de kijkcijfers, maar ook wat het publiek sociaal wenselijk vindt. Televisie is een visueel medium, daarom moet er rekening gehouden worden met de manier waarop informatie of kennis bij een ontvanger binnenkomt. Een enkel beeld kan zoveel meer zeggen, dan een enkele zin. Er zijn verschillende theorieën over de manier waarop televisie om moet gaan met het verschaffen van kennis. Neil Postman vreest de invloed van televisie en ziet televisie niet als een medium dat kennis kan verschaffen. In zijn boek “Amusing ourselves to death” gaat hij in op de invloed van televisiereclames. Hij legt hier uit dat deze reclames het publieke vertoog hebben vernietigd.15 Ook beschrijft hij de esthetische positie van televisie. De focus van televisie ligt namelijk niet op de inhoud, maar op het beeld. Aan de hand van politiek en politieke figuren wordt dit beschreven. Hij zegt dat de politicus geen afbeelding is van zichzelf, maar een afbeelding van het publiek dat hij of zij wil bereiken. Een voorbeeld die hij geeft is “Harry Truman”, ex-president van de Verenigde Staten, wie bekend was, maar geen “celebrity” genoemd kan worden. Politiek en inhoud waren belangrijk en hadden totaal niets te maken met entertainmentprogramma’s. Toch kwam hier verandering in, doordat in de jaren zeventig in de Verenigde Staten het publiek steeds meer bekend raakte met politieke figuren die deel uitmaakten van de showwereld. Kandidaten voor politieke verkiezingen gingen zelfs zover dat zij gingen deelnemen 15
Neil Postman. Amusing Ourselves to Death. London: Penguin, 1986: 125
16
aan reclames. Postman legt uit dat televisie niet laat zien wie de belangrijkste en beste kandidaat voor bijvoorbeeld het presidentschap zou zijn. Het geeft alleen aan wie het best gecreëerde beeld heeft naar het publiek toe.16 In zijn betoog, haalt Postman Huxley aan. Huxley beweert dat er sprake is van een voortdurende aanmoediging om te kijken naar een simpel, inhoudsloos en ahistorisch medium, waarin informatie wordt verpakt als entertainment. Vervolgens negeert het publiek datgene wat niet amuseert in plaats van andersom. Hier uit voortkomend is de vrees ontstaan voor een dominante televisie.17 Ook in Nederland wordt de vermenging van politiek niet altijd als iets positiefs gezien. Zo schrijft Maarten van Rossum, historicus, dat televisie in Nederland de relatie van de burger met de politiek ook veranderd heeft. Vroeger, voor de zestiger jaren, was politiek een bedrijf dat ver verwijderd stond van de gewone burger. Politiek werd beoefend door deftige heren van middelbare leeftijd. Zij genoten het vanzelfsprekende vertrouwen van de kiezers die altijd voor hun traditioneel zuilpartij stemden. Met de opkomst van de televisie moesten politici van stijl gaan wisselen. Er waren steeds meer zwevende kiezers en die moesten worden geworven door politici met charisma en een vlotte babbel. Volgens van Rossum werken televisie en democratie niet goed samen.18 Niet iedereen is het met Postman en consorten eens. Liesbeth van Zoonen is zo iemand en zij bindt de strijd aan met het algemene begrip van televisie als een schadelijk medium voor de handhaving en aanmoediging van politiek burgerschap. Hierbij onderzoekt ze de relevantie van participerende televisiegenres als Big Brother, voor het begrijpen en verhogen van politieke activiteit en betrokkenheid. Hierbij ziet ze een overeenkomst tussen fanpraktijken en politieke praktijken. Een gelijkheid die een uitwisseling faciliteert tussen de domeinen van entertainment en politiek die gewoonlijk voor onmogelijk is gehouden.19 Zij geeft in haar artikel kritiek op de ideeën van Neil Postman. Postman zegt dat entertainment een domein is waar politiek zich niet in zou moeten mengen. Andere auteurs zijn hierop verdergegaan, bijvoorbeeld in het artikel “In essence” 16 17 18
Postman 1986: 134-136 (zie noot 15). Postman 1986: 141 (zie noot 15). Rossem, Maarten van. “Tv versterkt ontevreden gevoelens”. Parool. 24 november 2006.
17
geschreven door verschillende auteurs. Televisie produceert niet voldoende kennis en informeert de burger niet voldoende:
“it alienates us from the political process and diminishes our sense of citizenship; it weakens rational public debate and fails to provide an awareness of political and social variety. It is a medium that is firmly located in the domains of leisure and entertainment, inviting emotional intuitive, social or aesthetic reactions from its audiences much more than rational, informed or political ones.”20
Dit citaat beschrijft het publieke en academische debat over entertainment op televisie en politiek. Deze twee zouden niet met elkaar in verband gebracht moeten worden, omdat politiek een rationeel medium hoort te zijn, wat ons moet informeren. Door het toevoegen van entertainment gaat er kennis verloren. Televisie kan volgens hen dus geen adequate kennis produceren en informeert de burgers niet voldoende. Het verzwakt het rationele debat. Van Zoonen geeft kritiek op het voortgaande en legt de rol van entertainment in politiek uit, welke zinvol kan zijn voor de hedendaagse cultuur. Zij laat de relevantie van televisie entertainment voor politiek zien. Dit doe zij aan de hand van fangemeenschappen. Deze hebben overeenkomsten met politieke kiezers. De representatie van politiek op televisie, voornamelijk vermaak kan gezien worden als uitnodiging voor de emotionele intelligentie die nodig is voor politieke betrokkenheid en activiteit:
“..the representation of politics on television, generically entertaining, may be seen as inviting the affective intelligence that is vital to keep political involvement and activity going.”21
Van Zoonen beschrijft dat televisie niet per definitie iets negatiefs hoeft te zijn en dat we niet per definitie “couch potatoes” zijn als we naar entertainment kijken. Zij vindt niet dat er kennis verloren gaat, door het toevoegen van entertainmentelementen. Politiek met entertainmentelementen kan zowel als positief en als negatief 19
Liesbet van Zoonen. “Imagining the Fan democracy”. European Journal of Communication 19,1 2004: 39-43. 20 Elchardus 2002, Gitlin 2003, Hart 1994, Meyer 2002 en Scheuer 2000 in van Zoonen 2004: 42 (zie noot 19). 21 Van Zoonen 2004: 49 (zie noot 19).
18
beschouwd worden. In het genre misdaadprogramma’s was dit bij de intreding van
Opsporing Verzocht ook zo. 2.5. Genre Misdaadprogramma’s In de voorgaande voorbeelden lag de nadruk op het produceren van kennis in televisie, voortkomend uit het debat of politiek en entertainment verenigbaar zijn. Ook misdaad werd aan het begin gezien als een serieus genre, wat niet zou moeten plaatsvinden op televisie. Het genre misdaad en entertainment samen laten komen werd dan ook niet als wenselijk gezien. Fiske deed onderzoek naar genres bij televisieprogramma’s en beschrijft deze als volgt: “Genre is a cultural practice that attempts to structure some order into the wide range of texts and meanings that circulate in our culture for the convenience of both producers and audience.”22
Dat wil zeggen dat een genre gezien kan worden als culturele praktijk, welke structuur en betekenis schept in een grotere context. Een genre is tevens een verstandshouding tussen de producent en de consument. Doordat producenten aangeven tot welk genre een programma behoord, weet de consument wat hij kan verwachten. De informatie die wordt gegeven bij Opsporing Verzocht of Peter R. de Vries wordt bepaald door verschillende denkwijzen. De politie bepaalt voor een groot gedeelte de inhoud bij Opsporing Verzocht, de makers werken aan de stijl van het programma. De Vries zal zich meer laten leiden door zijn kijker, met de vraag wat zij interessant vinden om te kijken.
Opsporing Verzocht is in Nederland het eerste televisieprogramma dat in het genre misdaadprogramma’s te plaatsen is. Al vanaf de jaren zeventig roept dit programma de kijker op om misdaad te bestrijden. Om de politie te helpen in hun handhaving van de orde worden er feiten, compositietekeningen en situaties getoond
22
Fiske, John. Television Culture. London: Methuan & Co. 1987: 109.
19
die met misdaad te maken hebben. Opsporing Verzocht is vaak saai in vergelijking met andere programma’s over misdaad, maar toch al jaren een televisiehit en succesinstrument van politie en justitie. Pas in de jaren negentig kwamen er op de Nederlandse televisie steeds meer andere misdaadprogramma’s bij. Crime Time was de eerste in lijn na het verschijnen van Opsporing Verzocht. Zij werkten niet samen met politie en justitie en ook zij spoorden de kijker aan om te helpen in misdaadzaken. Het programma maakte reportages en zond beelden uit die met de verborgen camera gemaakt waren. Mede door het gebruikmaken van de verborgen camera werd dit programma een grote hit. Niet lang hierna volgden misdaadprogramma’s zoals Deadline, Vermist en Opgelicht allen vertoond door de TROS en Peter R. de Vries, misdaadverslaggever op RTL 4 en later te zien op SBS 6. Peter R. de Vries heeft zelfs gewerkt bij Deadline, later bekend als Crime Time en was één van de personen die hier de verborgen camera introduceerde. In het ‘reality’ misdaadgenre worden waargebeurde, onopgeloste misdrijven vertoond aan de hand van reportages, reconstructies en compositietekeningen. Televisie is hier bij uitstek geschikt, omdat zij een enorm bereik heeft. De kijker wordt aangespoord om tips te geven, zodat de daders opgespoord kunnen worden.23 Het werd in Nederland niet altijd als wenselijk gezien om misdaad op televisie te tonen, daarom had het genre misdaadtelevisie in Nederland ook een informatieve functie. Delicten werden objectief aan de kijker getoond. Deze formule was een groot succes. Sindsdien kwamen er meerdere misdaadprogramma’s, in de jaren negentig en werden steeds meer genres hybride, waardoor er niet alleen meer informatie gegeven werd. Programma’s werden steeds meer entertainment gericht om zoveel mogelijk kijkers aan zich te kunnen binden. Het ging niet alleen om het informatieve karakter van een programma, maar de kijker moest nu ook vermaakt worden. Ook Feuer legt in haar artikel: Genre study and television uit dat genres in televisie onderhevig zijn aan veranderingen. Waar literatuurgenres vooral theoretisch
23
Verburg, Amber. “Zorg dat u kijkt, dan heeft u altijd een alibi!”. Een onderzoek naar de maatschappelijke betekenis van het programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever voor de kijkers. Universiteit van Amsterdam. 2005: 6-7.
20
van aard zijn, zijn film- en televisiegenres historisch en daarom fluctuerend en in ontwikkeling.24 Een voorbeeld hiervan is een stilistische verandering bij Opsporing Verzocht. In 1991 werd Nelleke van der Krogt één van de presentatoren van Opsporing
Verzocht. Zij zorgde voor veranderingen in het programma. Stijve teksten werden voorgelezen voor een blinde muur, omdat justitie tegen gefilmde reconstructies was. Hierop bracht Van der Krogt in dat kijkers wegzappen bij pratende hoofden. Als argument noemde ze, dat er op deze manier meer mensen zouden blijven kijken en er dus meer potentiële tipgevers tussen kunnen zitten.25 Een andere verandering onder Van der Krogt was een losser gebruik van taal. “Het pand betreden” werd “het gebouw naar binnen gaan”. Frits Sissing werd later één co-presentator van Nelleke van der Krogt en onder Sissing werd er voor het eerst ketchup gebruikt, om bloed te suggereren. Hiermee wilden zij meer jongeren trekken. Hiernaast vonden er ook andere veranderingen plaats in het ‘format’ van
Opsporing Verzocht. Om zoveel mogelijk betrouwbaarheid uit te stralen moeten de politiemensen in uniform. Dit is pas later ingevoerd, want hiervoor waren zij te aanschouwen in dagelijkse kleren, die niet altijd gepast genoemd kon worden. Fleurige truien en borsthaar boven hawaïblousen uit.26 Juist dit laatste punt kan niet gezien worden als een entertainmentelement, want deze stijve politiekleding is geen toevoeging voor de levendigheid van een programma. Door het toepassen van een tekstuele analyse van Opsporing Verzocht en interviews met de makers van
Opsporing Verzocht en Peter R. de Vries in het volgende hoofdstuk, zal er uiteindelijk een conclusie gemaakt worden over de invloed van commerciële televisie op de publieke omroep in het televisieprogramma Opsporing Verzocht.
24
Feuer, Jane. “Genre study and television”. In Robert Allen, red. Channels of Discourse,
Reassembled. London: Chapel Hill, 1992: 144. 25
Jansen, Sjak. “De hulpsherriff van justitie – Opsporing Verzocht wérkt, al 20 jaar”. Algemeen
Dagblad. 8 november 2002. Cultuur & Media: 11. 26
Jansen 2002: 11 (zie noot 25)
21
3 Tekstuele Analyse Voor het maken van een tekstuele analyse van Opsporing Verzocht zijn verschillende uitzendingen bekeken. Zowel voor als na de komst van Peter R. de Vries. Deze uitzendingen zijn willekeurig gekozen, mede doordat er twee interviews in de analyse worden geïntegreerd, waardoor het de suggestie zou kunnen wekken, dat de uitzendingen bij de uitspraken van de interviews gezocht zijn en dat zou geen objectief beeld geven over veranderingen binnen het programma Opsporing
Verzocht. Om een inzicht te krijgen in eventuele veranderingen bij Opsporing Verzocht zijn er twee interviews gehouden met twee eindredacteuren, die bij Opsporing
Verzocht en bij Peter R. de Vries, misdaadverslaggever werkzaam zijn geweest. Zij kunnen meer verdieping geven op eventuele veranderingen en het ‘format’ van de beide programma’s. Uit de analyse zijn verschillende vertogen gedestilleerd, die terugkerend zijn en daardoor een beter licht kunnen werpen op eventuele veranderingen. Ook wordt besproken hoe Peter R. de Vries, misdaadverslaggever zijn programma indeelt, om zodoende en met behulp van de interviews en het tekstuele kader tot een conclusie te komen.
3.1. Programmering
Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Opsporing Verzocht werd officieel voor het eerst uitgezonden in november 1982. In de jaren tachtig en negentig was het programma maandelijks te zien op de televisie na het NOS journaal. Aktenzeichen XY…ungelöst was in Duitsland een groot succes, en in navolging hiervan werd dezelfde programmaformule in Nederland opgezet onder de naam Opsporing Verzocht.27 Opsporing Verzocht was geen nieuw verschijnsel op de Nederlandse televisie. Al in 1975 was er een eerste proefuitzending, gevolgd door een tweede in 1979. Deze hadden echter niet het 27
Website Openbaar ministerie: Uit vakblad Oppurtuun: 2002. vol 10. Jaargang 9, nummer 2. http://www.om.nl/over_het_om/opportuun_archief/om_magazine_2002/829/835/ 20 april 2008.
22
beoogde succes, mede doordat de zaken te oud waren en zelfs al waren opgelost.28 Robert di Arutuin, oud eindredacteur bij Opsporing Verzocht in de periode van 2001 t/m 2005 zegt over deze afleveringen dat: “Het was toen zo knullig gedaan dat niemand er toen brood in zag”.29 Het programma kreeg zijn vervolg daarom pas in 1982. In die tijd was er in de zomermaanden geen Opsporing Verzocht en per aflevering werden drie of vier zaken besproken. Hierdoor kwamen er jaarlijks slechts een gering aantal zaken aan de orde.
De werkwijze van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Peter R. de Vries is aan het begin van de jaren negentig werkzaam bij Deadline. Hier is hij adviseur en commentator. Mede daardoor wordt hij in 1995 door John de Mol benaderd om een eigen programma op te zetten voor de commerciële zender RTL4. Hieruit voortkomend was een eigen misdaadprogramma met de titel Peter R. de
Vries, misdaadverslaggever.30 Anne Marie Wegman was gedurende twee perioden eindredacteur bij dit programma en werkte daar respectievelijk in de jaren 1996 tot en met 1998 en van 2002 tot en met 2004. Over de programmering van Peter R. de
Vries, misdaadverslaggever zegt zij het volgende: “In het begin, dat was in 1996 was het een programma dat één keer per week werd uitgezonden. Toen is het in 1997 een programma geworden, wat elke dag werd uitgezonden. Twintig minuten ’s avonds om half elf en daar was het onderdeel van een blokje op RTL met na ons geloof ik weer het sportnieuws en shownieuws. Dus het was echt een programma van een uur, met daarin sport, misdaad en show. Dat heeft een tijd bestaan en daarna is het weer terug gegaan naar een andere frequentie.”31
Het misdaadprogramma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever werd geprogrammeerd in een blokje met twee minder serieuze, maar wel populaire programma’s met een hoge entertainmentwaarde, hierbij vooral refererend naar het blokje met shownieuws. Op de vraag waarom Peter R. de Vries, misdaadverslaggever
28
Slager, Kirsten. Opsporing Verzocht: Onderzoek naar de ideale formule voor een regionaal opsporingsprogramma. Universiteit van Amsterdam. Augustus 1998: 11. 29 30 31
Transcript Robert di Arutuin: 69. Transcript Anne Marie Wegman: 84. Transcript Anne Marie Wegman: 83.
23
weer terug is gedraaid van een dagelijks naar een wekelijks programma gaf zij het volgende antwoord:
“Ik denk dat het qua kosten uiteindelijk een te groot ding is geweest. RTL dacht; “ nee dit is niet wat we dachten van dit blokje sport, crime en show” en ik vermoed dat we daar te weinig aan kwaliteit in hebben kunnen leveren, dat ook Peter gezegd heeft van dit moeten we niet doen.”32
Peter R. de Vries, misdaadverslaggever is tot op heden weer wekelijks te zien. Het programma duurt ongeveer vijftig minuten, maar loopt vaak uit. Het programma is zo populair dat er vaak extra tijd wordt gevraagd aan de zender en dit vormt nooit een probleem.
Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Net als het programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever wordt Opsporing
Verzocht vanaf eind jaren negentig ook wekelijks uitgezonden. Het programma werd maandelijks uitgezonden, omdat een hogere frequentie niet mogelijk werd geacht. In samenwerking met politie en justitie hadden de programmamakers een maand nodig om de zaken te selecteren. Toch werd er gekozen voor een volumevergroting van circa 35 zaken per jaar, naar 170 zaken per jaar.33 Jarenlang werd Opsporing Verzocht uitgezonden op de maandagavond, rond negen uur. Sinds kort is het programma te zien op dinsdagavond. Hierbij gebruik makend van de “sandwich-techniek”. Dat houdt in dat een programma tussen twee populaire programma’s wordt uitgezonden met als doel dat de kijkers op dezelfde zender blijven hangen.34 Opsporing Verzocht staat geprogrammeerd om 21:45 na het populaire Opgelicht?! En voor de Vakantierechter. Ook voorheen maakte
Opsporing Verzocht hier gebruik van, door de uitzending te programmeren na het populaire journaal van acht uur om meer kijkers te trekken. Ook de netplaats waarop het programma geprogrammeerd is, is belangrijk. Opsporing Verzocht was jarenlang te zien op Nederland 1, toen het naar Nederland 2 32 33
Transcript Anne Marie Wegman: 85. Oppurtuun 2002: (zie noot 27).
24
ging verloor het een grote groep aan vaste kijkers. Robert di Arutuin zegt hier het volgende over:
“Er is een hele groep vaste kijkers, die vijfenzestig plus is. En die kijken altijd naar Nederland 1, dus ook naar Opsporing Verzocht en als Opsporing Verzocht dan naar Nederland 2 gaat, dan kijken ze gewoon naar Nederland 1. Groot deel van de kijkersgroep en ook een belangrijke groep, omdat ze erg nieuwsgierig zijn, zien ze ook veel. Ze bellen ook veel.”35
Het gevolg hiervan was dat Opsporing Verzocht weer terug ging naar Nederland 1. Het lijkt erop dat de publieke omroep zich laat beïnvloeden door kijkcijfers, omdat zij een grote vaste groep verloren met de switch naar Nederland 2. Uit onderzoek door de Rijksvoorlichtingsdienst is ook gebleken dat de uitzending voornamelijk een ouder kijkerspubliek trekt, hiernaast kijken er ook veel gedetineerden, van wie veel tips binnenkomen. De Landelijke Selectiecommissie Opsporingsberichtgeving (LSO) zou echter meer jongeren aan zich willen binden. Een zender zoals SBS zou hier volgens hen goed bij passen. Ook zijn zij hiermee in onderhandeling.36 Hieruit blijkt dat
Opsporing Verzocht slechts een bepaalde doelgroep aan zich weet te binden en politie en justitie zich genoodzaakt voelen om uit te weiden naar de commerciële omroepen, die de jongerendoelgroep aanspreekt. Naast de LSO denkt ook Di Arutuin dat het programma moet verjongen.37 Wat deze uitspraken laten zien, is dat het format van Opsporing Verzocht geen interesse wekt bij de jongere kijker. Dit betreft echter wel een groep die veel in de buitenlucht verkeert en daardoor belangwekkende informatie kan hebben als ooggetuige. Om deze groep aan het programma te binden zal er uitgeweken moeten worden naar een ander format, omdat het huidige niet als afdoende wordt gezien. Jongeren van deze tijd zijn opgegroeid in een mediaklimaat waarin alles mogelijk is, spelcomputers, internet en ook 24 uur per dag televisie. Zij als beeldgelleterde generatie zijn gewend aan bloed en geweld op televisie. Als Opsporing Verzocht daadwerkelijk beslist de jongere kijker te willen aantrekken, gaat dit waarschijnlijk gepaard met het toevoegen van entertainment en sensationalistische elementen. 34 35 36 37
Slager 1998: 20 (zie noot 28). Transcript Robert di Arutuin: 81. Oppurtuun 2002: (zie noot 27). Transcript Robert di Arutuin: 81.
25
Ook geeft Di Arutuin commentaar op de programmering die de publieke omroep uitoefent:
“’T is toch te gek, dat in de zomer, tenminste dat was toen, hadden ze twee maanden geen Opsporing Verzocht, terwijl de criminaliteit gewoon doorgaat. Dat is belachelijk en de invloed van de publieke omroep. Dat zou bij de commerciële niet zo snel gebeuren denk ik. Met vakantie gaan, omdat iedereen van de publieke omroep met vakantie gaat.”
38
Di Arutuin geeft aan dat de invloed van de publieke omroep niet erg groot is. Zij bemoeien zich vooral met de programmering van het programma, zoals het bovenstaande voorbeeld aangeeft. Als de politie, justitie en de publieke omroep zoveel mogelijk misdaad willen oplossen, staaft dit niet met het op vakantie gaan van enkele maanden, waarop de publieke omroep dan vakantie heeft.
Evaluatie Opsporing Verzocht staat iedere zomer, gedurende een periode niet geprogrammeerd, dit heeft te maken met de programmering van de publieke omroep. Dat was en is al die jaren hetzelfde gebleven. Wat ook opvalt is, dat
Opsporing Verzocht in de uitzending van 19 augustus 2002 werd opgesplitst, zodat een gedeelte van het programma voor het journaal werd vertoond en het tweede gedeelte na het journaal. Net als Peter R. de Vries, misdaadverslaggever werkt
Opsporing Verzocht aan het einde van het eerste gedeelte met cliffhangers, om het tweede gedeelte aan te kondigen en de kijker vast te houden. Frits Sissing kondigt aan: “Na het journaal de volgende zaken”.39 Deze manier van werken moet bij de commerciële omroepen worden aangewend, omdat zij reclames kennen als onderbreking van het programma. In navolging hiervan lijkt Opsporing Verzocht de kijker aan zich te willen binden door alvast prijs te geven wat in het tweede gedeelte wordt behandeld. Ons medialandschap is voortdurend in verandering, wat de voortgaande voorbeelden ook laten zien. Door technische innovatie kan er sneller geproduceerd worden, waardoor een televisieprogramma dat twintig jaar lang maandelijks op de 38 39
Transcript Robert di Arutuin: 95. Opsporing Verzocht: 19.08.2002. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
26
televisie is geweest, ineens wekelijks geprogrammeerd kan worden. Uit het rapport
Focus op functies is gebleken dat er verschillende veranderingen in ons medialandschap hebben plaatsgevonden. Zo heeft er een verschuiving plaats gevonden van een aanbodgericht medialandschap naar een meer vraaggestuurd landschap.40 Doordat de kijker en de kijkcijfers steeds belangrijker worden gevonden, wordt er ook door het ministerie gekeken naar alternatieven, omdat Opsporing
Verzocht toch vooral de oudere kijker trekt. Om een jongere kijker te trekken, zal de vraag rijzen waar deze doelgroep in geïnteresseerd is. Dit verklaart waarom een medialandschap niet louter meer aanbodgericht kan zijn. Door ons diverse en weide medialandschap is het aanbod enorm, wat geresulteerd heeft in de verschuiving naar de vraagkant. Nederland 1 trekt voornamelijk een grote groep oudere kijkers. Na de verandering naar Nederland 2 verloren zij deze groep. Waarop is besloten om weer terug te gaan naar Nederland 1. Hierdoor, lijkt het erop dat de publieke omroep ook op kijkcijfers is gefocust. De oudere kijker wil graag naar Nederland 1 kijken en daarop heeft de publieke omroep besloten om gehoor te geven aan de vraag.
3.2. Zaken
Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Opsporing Verzocht behandelt in zijn uitzending verschillende zaken. In de jaren tachtig en negentig kwamen de volgende categorieën van zaken in aanmerking voor uitzending: •
Zeer ernstige misdrijven zoals moord, doodslag, roofovervallen en zedendelicten met ernstige geweldpleging;
•
Minder ernstige misdrijven, die echter naar alle waarschijnlijkheid een serie vormen en waarbij de aanhouding van de daders dringend is om te voorkomen dat nog meer personen ernstige materiele of immateriële schade
40
Van de Donk en van Lieshout 2002: 12-13 (zie noot 7).
27
zullen leiden. Te denken valt aan zeer ernstige vermogensdelicten, brandstichting en zedendelicten; •
Vermogensdelicten waarbij unieke en/of zeer waardevolle voorwerpen zijn ontvreemd en waarbij de opsporing van de dader(s) uit een oogpunt van handhaving van de rechtsorde dringend is geboden;
•
Ontvluchting van gedetineerde en verpleegde delinquenten, voorzover hun aanhouding dringend is gewenst op grond van de ernstige vrees dat zij zich aan zware, met name agressieve, delicten schuldig maken;
•
Opsporing van vermiste personen, indien op grond van feiten en omstandigheden ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de vermiste persoon het slachtoffer is geworden van een misdrijf;
•
Identificatie van personen (bv. Personen lijdend aan geheugenverlies) alsmede van onbekende doden.41
Deze voorbeelden lijken een open deur te zijn, maar vele vormen van criminaliteit blijven buiten schot. Drugszaken, vuurwapenzaken en fraudezaken zijn daar een voorbeeld van, maar ook geen massaal voorkomende criminaliteit zoals autodiefstallen. Elke zaak wordt keurig aangekondigd. De uitzending van 7 februari 1985 onderschrijft dit. ‘Full Screen’ wordt het volgende in beeld gebracht: Opsporing
Verzocht, hieronder zaak 1, daaronder Gemeentepolitie Eindhoven. De kijker wordt erop geattendeerd dat de eerste zaak zal worden behandeld. Zowel in beeld als in taal wordt dit bevestigd. Presentator Will Simon introduceert de eerste zaak namelijk als volgt: “De eerste zaak van vanavond, die betreft een winkeliers echtpaar in Eindhoven. Jongstleden werden zij beroofd. De politie vraagt uw hulp bij het vinden van de daders”.42 De drie volgende zaken die in dezelfde uitzending worden behandeld, worden op een zelfde manier aangekondigd met het nummer van de zaak erachter en de gemeentepolitie van wie de zaak afkomstig is.
41 42
Slager 1998: 14 (zie noot 28). Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
28
Net als in de uitzending uit 1985 worden er in de uitzending van 25 februari 1991 ook vier zaken behandeld. Dat is na de komst van de commerciële televisie, maar voor het verschijnen van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. Ook hier is Will Simon de presentator. De vier zaken die behandeld worden, worden wederom aan het begin aangekondigd. Deze aankondiging wordt gedaan door Jan Scholtens, een co-presentator van Will Simon. Na de aankondiging vindt er een resumé plaats van de binnengekomen tips uit de vorig uitzendingen en worden de resultaten bekend gemaakt, net als in de uitzending van 1985.43 Na de eerste zaak vindt er in beide uitzendingen een bijzonder uitstapje plaats. Dit uitstapje behelst niet het opsporingsbelang van een dader, maar van een eigenaar. In de vorm van het onderwerp ‘voorwerpen’, worden eigenaars van voorwerpen gezocht. De politie komt vaak in het bezit van voorwerpen, die worden teruggevonden. De kijker wordt zodoende gevraagd of zij iets kunnen vertellen over de herkomst van deze voorwerpen. Het is mogelijk dat de voorwerpen toebehoren aan een persoon die op dat moment zit te kijken. In de twee uitzendingen worden sieraden en andere kostbare bezitten getoond waarbij de rechtmatige eigenaar wordt gezocht. Dit uitstapje van het programma vindt plaats in een apart gedeelte in de studio. Hier wordt dus niet gezocht naar een dader, maar naar een eigenaar.44 Gedurende de jaren tachtig tot en met eind jaren negentig werden er iedere maand vier zaken behandeld. Wat blijkt uit de uitzending van 1985 en 1991 is, dat de vier behandelde zaken, formeel worden aangekondigd. Hierna wordt verteld over de resultaten uit de vorige uitzending. Nadat vervolgens de eerste zaak is behandeld, vindt het uitstapje plaats naar de voorwerpen. Hierna volgen de andere zaken en aan het einde wordt verteld of er nuttige reacties zijn binnen gekomen. Hieruit voortkomend is een strak schema waarin Opsporing Verzocht in die jaren niet van afgeweken is. Er is echter één verschil tussen de twee uitzendingen. Aan het einde van de uitzending van 1991 worden preventietips gegeven. Het doel hierachter was het scherp houden van de kijker, zodat deze ook nog wat opsteekt van het programma. De kijker wordt hier aangesproken als burger. Deze moet zich volgens Opsporing
43 44
Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 25-02-1991 en 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
29
Verzocht beter laten inlichten om misdaad te voorkomen. Het publiek wordt geadviseerd om naar de politie te gaan om folders te verkrijgen. Deze laatste paar minuten doen aan als een reclamespot voor de politie. “De politie is namelijk bereid om lezingen te geven waarbij gebruik gemaakt wordt van films en dia’s.” Deze boodschap wordt ondersteund met beelden, waarbij politiemensen te zien zijn, die folders uitdelen en lezingen geven. Het laatste beeld is ‘Full Screen’ zoals hieronder vertoond: “Voorkoming misdrijven. ’n Zaak van de politie én u”.45 Met name het nadrukstreepje op de én geeft weer, dat de burger hier wordt opgeroepen en aangesproken om samen met de politie een halt toe te roepen inzake misdaad.
46
Vanaf 1991 tot en met 2001 legde de circulaire de vorm en inhoud vast, dus ook de te behandelen zaken in grote lijnen. Daarin werd bepaald dat elke uitzending dient te bestaan uit opsporingberichtgeving, gebracht door een presentator, die uitleg geeft aan de hand van voorwerpen, reconstructies, foto’s en compositiefoto’s waardoor de kijker eventueel inlichtingen kan verschaffen over het getoonde. In 1982 werden er door de minister speciaal voor dit programma twee nieuwe commissies ingesteld. De Begeleidings- en Evaluatiecommissie Periodieke Opsporingsberichtgeving per Televisie (BEPOT) en de Selectiecommissie Periodieke Opsporingsberichtgeving per Televisie. (SPOT) De BEPOT was een evaluerend orgaan, waarbij de commissie zich op de hoogte moest houden van Opsporing
Verzocht en moest onderzoeken of de uitzendingen hun doel bereikten, hiernaast moesten zij letten op de effecten van het programma. Naar aanleiding hiervan werden rapporten geschreven met conclusies en aanbevelingen. Tot eind 1989 was deze commissie in dienst. Hierna werd zij niet langer zinvol geacht.47 Een 45 46 47
Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Slager 1998: 12-13 (zie noot 28)
30
waarschijnlijke reden waarom deze commissie niet meer nodig werd geacht, was het goed functioneren van het programma en het uitblijven van negatieve reacties van het publiek. Na de eerste uitzendingen in de jaren zeventig werd er kritiek geuit van het publiek dat een misdaadprogramma niet thuis hoorde op de televisie en zou kunnen zorgen voor angsten bij de kijker. De tweede commissie was de SPOT. Zij waren verantwoordelijk voor het selecteren van misdrijven, toezien op de recherchetechnische kwaliteiten van de uitzending, het hanteren van de bepalingen op het vlak van privacy, advies geven aan de Minster van Justitie en het evalueren van de uitzending. Hiertoe behoren de hoofdofficier van justitie, hoofdinspecteur van de centrale recherche informatie, beleidsmedewerkers van het Ministerie van Justitie, recherchechefs, een vertegenwoordiger van de Nederlandse politievoorlichters en hoofd in- en externe betrekking. De leden toebehorend aan de commissie SPOT kunnen onderwerpen aandragen voor het programma en komen samen met de eindredacteur van
Opsporing Verzocht om de zaken te selecteren voor de uitzending. Verder kunnen zaken ook binnenkomen via de rechercheteams zelf. Voordat een zaak wordt geopperd wordt er gekeken naar de criteria, want ook hier zitten weer haken en ogen aan. De verdachte moet onbekend zijn, er moeten specifieke vragen gesteld kunnen worden, het moet visueel gemaakt kunnen worden, de Officier van Justitie moet akkoord gaan, net zoals het slachtoffer en het misdrijf mag niet te oud zijn, anders is het voor de kijker te lang geleden om zich nog iets te kunnen herinneren.48
De werkwijze van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever De manier waarop Peter R. de Vries, misdaadverslaggever zijn zaken selecteert, is in tegenstelling tot de manier waarop dat bij Opsporing Verzocht gebeurt. In het programma van De Vries worden vaak zaken behandeld, die bij Opsporing Verzocht geen kans krijgen, of die reeds vertoond zijn bij het programma. Zo zegt ook Anne Marie Wegman:
48
Slager 1998: 13 (zie noot 28).
31
“Er werd voor veel zaken, door middel van publiciteit toch nog wat bereikt. Kwamen ook veel mensen die aanklopten bij Peter, die ook schrijvend journalist was, die zaken over het voetlicht wilde brengen, gewoon om daar aandacht voor te vragen en die bij Opsporing
Verzocht afgewezen werden, want het had geen opsporingsbelang en er waren andere zaken die voorgingen. Die mensen stootten elke keer hun hoofd en dat heeft denk ik wel meegespeeld bij de opstart van het programma.”49
Op deze manier werd er een opening gevonden om op een andere manier met misdaad om te gaan. Zaken die voor politie en justitie geen opsporingsbelang meer hadden konden door het programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever opgepakt worden. Hiermee is het doel van het programma om een journalistieke taak uit te oefenen, waar politie en justitie falen. Eigenlijk vervult De Vries hierbij een taak die eerder bij een publiek programma zou passen. De Vries wordt verbeeld als rechercheur, die zelf op zoek gaat naar de waarheid, hiermee fungeert hij, zoals Wegman verklaart, als luis in de pels van politie, justitie en collega journalisten.50 Uit het respondentenonderzoek van Zorg dat u kijkt, dan heeft u altijd een
alibi! blijkt dat de kijker hier achter staat: “Deze respondenten denken wanneer de slachtoffers het vertrouwen in het Nederlandse politieapparaat verloren zijn, dat ze blij zijn dat ze nog kunnen aankloppen bij De Vries”. Hij geeft hen vertrouwen door zijn doorzettende aanpak, waardoor slachtoffers niet het idee krijgen dat ze in de kou blijven staan. “Hij pakt zaken aan, gaat op onderzoek uit en zoekt alles uit tot op de bodem”, zo verklaart een respondent.51 Maar vrijwel altijd wordt er één zaak behandeld. Het gevolg hiervan is dat er meer tijd in een zaak kan worden gestoken en mede hierdoor een completere zaak kan worden afgeleverd. De zaken van
Opsporing Verzocht zijn altijd actueel, waardoor en meer vragen achterblijven, dan antwoorden. De Vries en zijn redactie kunnen voortborduren op zaken, die voor een groot gedeelte al antwoorden hebben gekregen, maar nog niet afgerond, of onopgelost zijn.
49 50 51
Transcript Anne Marie Wegman: 84. Transcript Anne Marie Wegman: 87. Verburg 2005: 53 (zie noot 23).
32
Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Eind jaren negentig werd Opsporing Verzocht een wekelijks programma. Hierdoor konden er veel meer zaken behandeld worden, dan voorheen het geval was. In de uitzending van 27 april 1999 worden er vijf zaken vertoond. Net als in de uitzending van 19 augustus 2002 worden er vijf grote zaken behandeld. Het onderwerp voorwerpen is in de uitzending van 2002 weer terug, maar wordt in de uitzending van 1999 niet behandeld. Robert di Arutuin geeft als volgt aan, hoe de redactie van
Opsporing Verzocht in 2001 tot en met 2005 hun zaken koos: “De zaken werden gekozen door politie en redactie. De politie komt met zaken die in het land zijn gebeurd, daar kon ik uit kiezen welke ik dan in het programma wilde. Er zijn twee programma’s op een avond live, dan koos ik zo’n 4 tot 6 tot 8 items, die ik dan in het programma wilde hebben.”52
Het antwoord van Di Arutuin laat twee belangrijke veranderingen zien in het programma. Er worden meer zaken behandeld en er zijn twee uitzendingen op een avond. Wat duidelijk wordt is, dat de frequentie van het aantal zaken daadwerkelijk verhoogd is. In Opportuun, het vakblad van het Openbaar ministerie staat een interview met senior voorlichter opsporingsberichtgeving van het Amsterdamse politiekorps Cees Rameau. Vanaf eind jaren negentig is de opsporingsberichtgeving niet louter meer een instrument van de recherche voor zware misdrijven, maar deze wordt ingezet voor velerlei zaken.53 Hierbij horen ook zaken die voor grote maatschappelijke onrust zorgen, zoals openbare geweldpleging. Hiernaast werd er steeds meer gebruikgemaakt van beveiligingscamera’s, waardoor men de beschikking kreeg over grote hoeveelheden videomateriaal. Rieke Samson, hoofdofficier Dordrecht en voorzitter van de Landelijke Selectiecommissie Opsporingsberichtgeving (LSO), zegt dat opsporingsberichtgeving ook niet meer het laatste middel is dat wordt ingezet. “Steeds vaker gebeurt dat al aan het begin van het proces”.54 Robert di Arutuin laat zien dat hij en zijn redactie een belangrijke
52 53 54
Transcript Robert di Arutuin: 79. Oppurtuun 2002 (zie noot 27) Oppurtuun 2002 (zie noot 27).
33
schakel waren in het proces van duidelijk maken aan de politie dat het van groot belang was om een zaak zo snel mogelijk op de buis te krijgen: “Dat hebben wij ze ook aangegeven, dat hoe eerder de politie komt met een zaak, hoe beter. Dat was ook waarom het aan het begin niet lukte, hadden ze zaken van tien jaar daarvoor en dat sprak niemand aan. Het gaat erom dat ze hele actuele zaken hebben, dat moeten ze niet veranderen. Bij wijze van spreke gister is er iemand vermoord moet het er vanavond inzitten.”55
Het voorgaande citaat verklaart dat zaken op een minder strikte manier geselecteerd werden dan voor de komst van Peter R. de Vries het geval was. Een belangrijke selectiecriteria was het actueel zijn van een zaak, hieruit voortkomend een hogere opsporingskans.
Behandelde zaken In de uitzending van 7 februari 1985 worden vier zaken behandeld. Zaak 1 is de gewelddadige overval op een echtpaar, die een sigarenwinkel hebben. Zaak 2, de verkrachting van een vrouw uit Breda. Zaak 3, de overval op twee bejaarde dames, waarbij de dames ook verwondingen hebben opgelopen en de laatste zaak betrof de beroving en moord van Leo Spanjer.56 In de uitzending van 1991 is net als in 1985 de eerste zaak een gewelddadige overval, alleen nu op een tuindersechtpaar, de vrouw raakt hierbij hevig gewond. De tweede zaak is ook een overvallerzaak, op de ABN AMRO bank. De derde zaak vraagt de opsporing, aanhouding en voorgeleiding van een ontsnapte gedetineerde en de laatste zaak is de moord en verwonding van meneer en mevrouw de Graaf.57 Wat opvalt is dat het vrij zware zaken betreft, waar de nodige uitleg bij moet worden gegeven. Volgens Rammeau en Di Arutuin werden zaken omstreeks het nieuwe millennium op een minder strikte manier gekozen. In de uitzending van 27 april 1999 worden er vijf zaken behandeld en dat zijn chronologisch de volgende: Een overval op een antiekhandelaar in Gasselte, poging tot gewapende overval op een bank, een inbraak in een computerbedrijf ondersteund 55 56 57
Transcript Robert di Arutuin: 79. Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
34
met videobeelden van de daders, een overval op een supermarkt in Odijk en als laatste worden beelden vertoond van rellen tijdens het kampioensfeest van Feyenoord.58 De laatste uitzending is die van 19 augustus 2002. Hierin worden de volgende vijf zaken vertoond: Een gewapende overval in Waddinxveen, met hierbij ondersteunende beelden van bewakingscamera’s. Spookopnames, oftewel pinpasfraude met beelden van de daders. De moord op Irene de Graaf uit Wijk aan Zee. Een doodgeschoten man uit Krimpen aan de IJssel en een overval in Oldenzaal.59 De zaken die in de twee uitzendingen vanaf 1999 aan bod komen zijn vrijwel allemaal overvallen, ook worden deze zaken vaak met videobeelden ondersteund en zijn er twee moordzaken. In de twee uitzendingen voor de komst van Peter R. de Vries werd er geen gebruikgemaakt van ondersteunde videobeelden van bewakingscamera’s. Deze verandering duidt op een technologische innovatie, waarbij de mogelijkheden tot het gebruik van beeldmateriaal vergroot zijn. Hierdoor werd de uitzending veel meer visueel en kon door beeld veel makkelijker verteld worden wat er precies gebeurt was. Natuurlijk werd hierdoor ook de arrestatiekans van misdadigers vergroot. De twee uitzendingen die voor 1991 zijn uitgezonden, hebben veel zaken die gewelddadig zijn van aard. Voortkomend uit die twee lijkt dat er vanaf eind jaren negentig gekozen wordt voor zaken waarbij er een vergrote opsporingskans is. Dit blijkt ook uit de woorden van Rieke Samson, voorzitter van de LSO. “Opsporing Verzocht wordt steeds sneller ingezet en wordt zo efficiënt mogelijk ingezet, zodat er winst valt te boeken. Als tijdens het onderzoek naar de moord op Maartje Piek in Kampen eerder een oproep was gedaan in Opsporing Verzocht, dan was ook veel eerder duidelijk geworden dat de gezochte eigenaar van een bepaalde auto geen verdachte was.”60
Evaluatie Waar Peter R. de Vries, misdaadverslaggever veel tijd heeft om één zaak neer te zetten in een uitzending van meer dan vijftig minuten, moet Opsporing Verzocht 58 59
Opsporing Verzocht: 27-02-1999. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 19-08-2002. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
35
diezelfde tijd verdelen over vijf tot soms wel acht zaken. In de loop der jaren zijn zij meer zaken gaan behandelen in plaats van minder. Het lijkt er dan ook niet op dat zij zich in het aantal zaken hebben laten beïnvloeden door de komst van Peter R. de
Vries, misdaadverslaggever. Wel laat het tweede programma zich beïnvloeden door Opsporing Verzocht, want zij behandelen vaak zaken die ofwel door Opsporing Verzocht zijn behandeld, of zaken die onopgelost zijn, de zogenaamde ‘cold cases’. Complexe zaken die voor de politie onoplosbaar zijn gebleken, worden door De Vries onder een nieuw licht geworpen, om eventueel tot een andere conclusie te komen. In de uitzending van 1991 wordt de kijker aangesproken als burger en vervolgens aangespoord om folders te halen bij het politiebureau. Zij gebruiken televisie om de burger aan te spreken, “want het voorkomen van misdrijven is een zaak van de politie én u”. In de jaren negentig zullen de zogenoemde preventietips vaker voorkomen. Uit kijk- en luisteronderzoeken blijkt ook dat deze onderzoeken van nut zijn.61 Deze maatregelen kunnen wijzen op de invloed van de publieke omroep en zijn ideologie dat televisie echt wat moet toevoegen en van nut moet zijn voor de kijker. Toch hebben de preventietips geen plaats meer in het huidige
Opsporing Verzocht vanaf het nieuwe millennium. Ook al overwogen kijkers maatregelen te nemen bijvoorbeeld ter beveiliging van hun bezit. Dat wil echter niet zeggen dat zij zitten te wachten op belerende tips, vanuit televisieprogramma’s.
3.3. Beeld
Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever
62
60 61 62
Oppurtuun 2002 (zie noot 27). Slager 1998: 15 (zie noot 28). Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
36
Het bovenstaande plaatje komt uit de uitzending van 1991. De verbeelde man, is Will Simon. Hij was jarenlang het boegbeeld van Opsporing Verzocht totdat hij er eind dat jaar mee stopte. Will Simon zit achter een desk, welke in dit plaatje niet te zien is, voor een zwarte achtergrond met links in beeld de titel Opsporing Verzocht. Het decor leidt niet af van hetgeen Simon te vertellen heeft. Ook in de uitzending van 1985 ziet het beeld er nagenoeg hetzelfde uit zoals het bovenstaande weergeeft, alleen hier is de titel van Opsporing Verzocht te zien aan de rechterkant. In 1991 presenteerde Will Simon samen met Jan Scholtens. Will Simon is verantwoordelijk voor de algemene aankondiging zoals hierboven te zien is. De meer specifieke zaken worden behandeld door Jan Scholtens op een andere locatie in de studio. Jan Scholtens is zittend zichtbaar voor een scherm met als achtergrond een kaartje van de regio waar het misdrijf zich heeft afgespeeld. Door de twee presentatoren is het programma iets levendiger en meer gevarieerd geworden. Vermoedelijk is dit gebeurd om de aandacht van kijker langer vast te houden. De eerste zaak uit de uitzending van 1991 is een zaak uit de regio´sGravenzande. Jan Scholtens kondigt de zaak aan en vervolgens gaat de zaak verder op locatie waar Will Simon het verhaal vervolgt. Op locatie bespreekt Will Simon de zaak en laat de slachtoffers hun verhaal doen, waarop een politieman het verhaal vervolgt. In een korte reportage op locatie is het verhaal neergezet. In de studio wordt dit verhaal voortgezet. Hier is dezelfde politieman aanwezig. Will Simon en politieman R. ten Kroode van de rijkspolitie zitten samen aan een desk waar AVRO op staat. Hier is verder niets opvallends te zien, behalve de twee pratende gezichten van de mannen. Wanneer er een signalement van de daders gegeven wordt verandert het beeld. De jassen die de daders aanhadden tijdens het misdrijf worden getoond door een acteur, maar zijn gezicht is niet zichtbaar.63 Robert di Arutuin legt uit waarom er bij Opsporing Verzocht geen gezichten werden vertoond in reconstructies: “Bij Opsporing Verzocht zie je nooit de hoofden van sommige spelers, omdat het altijd politiemensen zijn die dat spelen en anders gaan mensen bellen zo van: “Ik heb die man
63
Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
37
gezien, die staat op de hoek”. Bij Peter R. hebben ze gewoon figuranten en die worden ook helemaal in beeld gebracht.”64
Een reconstructie waarbij de daders in beeld niet volledig gerepresenteerd worden doet minder geloofwaardig aan, dan een reconstructie waarbij dit wel gebeurt. Omdat Opsporing Verzocht betrouwbaar en werkelijk overkomt, moet deze rekening houden met eventuele gevolgen. Vooral in de beginjaren werd de connotatie gelegd tussen het getoonde beeld en een misdadiger. In de latere uitzendingen blijkt dat gezichten in reconstructies wel zichtbaar zijn. Verder worden de ontvreemde spullen worden ‘Full Screen’ getoond, zodat de mensen thuis ze goed kunnen herkennen. Dan wordt de mogelijke vluchtroute van de daders getoond. Het laatste beeld is een ‘still’ van de vluchtroute met het telefoonnummer van de rijkspolitie ’s-Gravenzande groot in beeld.65 Tussen elke zaak en bij aanvang van het programma wordt er een leader vertoond. Deze is herkenbaar en redelijk snel gemonteerd. Verschillende beelden passeren de revue en de beelden worden ondersteund door een vaste herkenningsmelodie. Doordat de beelden snel gemonteerd zijn en er afbeeldingen te zien zijn van vingerafdrukken, portretten van daders, computers en politiemensen roept de leader associaties op met politieseries. De leader is een tegenstelling met veel andere beelden, die te zien zijn in het programma en vrij rustig van aard zijn.66 Voor het achterhalen van de herkomst van voorwerpen gaat de presentator naar een ander gedeelte van de studio. Hier is de achtergrond volledig wit, met hierop het blauwe AVRO teken aan de bovenkant. Op drie tafels liggen de voorwerpen, voornamelijk sieraden, tentoongespreid. Als er een voorwerp wordt besproken dan wordt hier vervolgens op ingezoomd en het juiste telefoonnummer bij gegeven. Het tempo hiervan ligt uitermate laag en elk voorwerp wordt uitvoerig besproken. De andere zaken in de uitzending worden op dezelfde manier aangekondigd als de eerste. Voor een kaartje van de betreffende gemeente wordt de zaak aangekondigd, waarna het beeld vervolgens verder gaat op de locatie van het 64 65 66
Transcript Robert di Arutuin: 77. Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
38
misdrijf. De daders die te zien zijn in de reconstructies zijn acteurs en hun gezicht wordt niet getoond. Wat ook opvalt in de uitzending van 1991, is dat er zich een technisch mankement voordoet bij de aanvang van zaak 4. De aankondiging van deze zaak verloopt naar wens, maar als de videobeelden op locatie moeten beginnen gaat er wat mis. Presentator Jan Scholtens richt zich tot de kijker en maakt excuses. Ook vraagt hij voor wat geduld. Hierna wordt Will Simon in beeld gebracht, uit zijn kijkrichting blijkt dit een duidelijk gemaakte fout te zijn. Waarop er direct weer naar Jan Scholtens wordt geschakeld. Op het televisiescherm komt nu ‘Full Screen’ in beeld te staan: “Even geduld s.v.p” met het AVRO logo.67 Maar liefst twee minuten ziet de kijker dit logo in beeld. De anticipatie op technische mankementen is aan het begin van de jaren negentig niet sterk. Mede door minder technische mogelijkheden kan er niet direct gereageerd worden, maar ook staan er geen alternatieve beelden klaar om een probleem op te vangen. Hiervoor wordt het algemene AVRO: “Even geduld s.v.p.”-logo vertoond. Ook is het nu ondenbaar dat een kijker het geduld heeft om twee minuten naar een dergelijke boodschap te kijken. Als de zaak wordt hervat, praat Will Simon met mevrouw de Graaf. Haar man is naast haar neergeschoten en net als hem is zij getroffen door een kogel. Met haar rug naar de camera toe, verklaart zij het gebeurde. Aan haar zijde staat een man met een lichtbruine suède jas. Deze man is een politieman in een alledaags tenue. Deze politieman vertelt op een onsamenhangende manier wat er heeft plaatsgevonden. Ook uit het artikel van Jansen blijkt dat het gebruik van kleding niet hoog op de agenda stond bij Opsporing Verzocht. Hij geeft aan dat politiemensen voorheen soms zelfs gekleed waren in een Hawaïblouse waar het borsthaar bovenuit kwam.68 In zaak 3 uit 1985 draag de politieagent een zonnebril, waarmee hij niet beseft dat hij hiermee een ongeïnteresseerde indruk kan achterlaten. Dit onderstreept hij door er een oud vest bij te dragen. Voor de integriteit en de geloofwaardigheid van het programma is het van belang dat een instituut zoals de politie ook zo in beeld wordt gebracht. Dit besef kwam eind jaren negentig waaruit
67 68
Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Jansen 2002: 11 (zie noot 25).
39
vervolgens treffende maatregelen zijn genomen. Dit geeft aan dat het programma geleerd heeft om meer aan te sluiten bij de perceptie van de kijker.
De werkwijze van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever De beelden bij Peter R. de Vries, misdaadverslaggever doen in het eerste opzicht Amerikaans aan. Het programma is gestoeld op het idee van het maken van een reportage en deze dient in eerste instantie niet als opsporingsmiddel, zoals bij
Opsporing Verzocht het geval is. Anne Marie Wegman legt het verschil in beelden tussen de twee als volgt uit: “Opsporing Verzocht is toch meer sec. Dit is er aan de hand. Dit willen we als politie en dat werd in mijn ogen ook wel eens knullig gebracht. Dan werd er een politieman neergezet, die geen televisieervaring had, wat een beetje houterig was. Peter R. de Vries wordt filmisch in beeld gebracht of er werd iemand in beeld gebracht op een locatie en dat gaf al een totaal andere sfeer en dus ook meer emotie mee dan bij Opsporing Verzocht.”69
Hierbij verklaart zij dat bepaalde reportages filmisch in beeld worden gebracht om een bepaalde emotie op te wekken bij de kijker. Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever bespreekt ernstige delicten en maakt daarbij gebruik van stijlmiddelen uit het genre entertainment, zoals dramatisering door middel van reconstructiebeelden en muziek. Hieruit voortkomend is Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever een goed voorbeeld van een hybride televisieprogramma welke informatie combineert met entertainment, een zogenaamd infotainment programma. Elke reportage behandelt één zaak, welke vaak geruchtmakend was. Een voorbeeld dat gebruikt is om veel kijkers te trekken, was “Mabelgate”, de affaire van Mabel Wisse Smit met de Nederlandse topcrimineel Klaas Bruinsma. Uit het respondentenonderzoek van Verburg blijkt dat, doordat het misdaadprogramma van De Vries niet hetzelfde is als andere misdaadprogramma’s, kijkers het prettig vinden om naar dit programma te kijken. Het meest opmerkelijke verschil, is die van de manier van presenteren. De Vries is nauwelijks te zien in de studio, maar is voortdurend op pad en op zoek naar de daders. Kijkers geven aan dat deze manier van werken iets weg heeft van een film, omdat er een verhaallijn 69
Transcript Anne Marie Wegman: 85.
40
inzit met een begin, een midden en een eind. De zoektocht naar de waarheid wekt een spanning op bij de kijkers. De Vries werkt als een detective en neemt de kijker mee in zijn verhaal. Eén van de respondenten verklaart:
“Het wordt meer een soort van plot met acteurs en een verhaallijn net zoals in een film, dat je wilt weten hoe het eindigt. En dat houdt wel je aandacht erbij.”70
De manier waarop het programma van De Vries is opgezet, is filmischer en vaak ook spannender van aard, doordat deze sensationalistische, zoals het geruchtmakende Mabelgate en commerciële elementen inzet. Dat blijkt ook uit de aflevering van 27 april 2008. De Vries begint het programma terwijl hij achter een bureau zit. Het zicht op deze setting wordt ontnomen, omdat de deur niet helemaal geopend is. Op de deur staat een afbeelding, maar het is nog niet duidelijk te zien wat daar op staat. Er wordt een spanning gecreëerd naar de aankondiging van de zaak toe. Hij luidt de zaak in met: “Als een meisje van zeventien jaar de discotheek verlaat om op tijd thuis te komen. Maar pas drie weken later dood in een afgelegen water wordt teruggevonden. Hoewel het een korte afstand was, zou ze nooit meer thuis komen. Cassandra verdween en werd in de Noorderplasen terug gevonden”.71
Het programma gaat verder met een reconstructie. Hierbij wordt er gebruikgemaakt van beelden in een discotheek, archiefbeelden, waarbij de politie de omgeving onderzoekt met politiehonden. Ook zijn er beelden van een lijkenwagen, met de foto van het meisje. De vader mag zijn verhaal doen in de uitzending: “Ik hoop dat de waarheid achterhaald wordt, want dit sloopt je” en er zijn zelfs beelden van De Vries in en helikopter om de omgeving goed te kunnen laten zien. Het voorgaande laat zien dat in het misdaadgenre het alleen laten zien van reportages, reconstructies en compositietekeningen om misdaad op te lossen niet op een objectieve manier wordt gedaan door De Vries. De kijker wordt beïnvloed door beelden van de vader en andere dramatische beelden.
70 71
Verburg 2005 (zie noot 23): 39. Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. 27-04-2008, SBS6.
41
Ook de zaak van Marianne Vaatstra, het meisje werd op haar zestiende verkracht en vermoord, werd op een populistische manier neergezet in tegenstelling tot Opsporing
Verzocht dat samenwerkt met de politie. Stijn Reijnders legt in zijn artikel: “The people’s detective: true crime in Dutch folklore and populair television” uit dat een programma zoals Peter R. de Vries, misdaadverslaggever meer tijd uittrekt voor het dramatiseren van reconstructies van misdaad en het houden van emotionele interviews met familieleden.72 Het is duidelijk dat het programma niet gemaakt is om alleen informatie of kennis te verschaffen. Het programma wordt gebruikt om een voor de kijker zo interessant mogelijk beeld neer te zetten.
Opsporing Verzocht na de komt van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever De manier van Opsporing Verzocht werkt op een andere manier dan die van De Vries en dat wordt voor een groot deel veroorzaakt door de samenwerking tussen politie, justitie en televisie. Over de werkwijze van de politie zegt Di Arutuin het volgende: “ze zijn gewoon vrij stug. Het gaat bij hun niet zozeer om de mooi plaatjes en schitterende filmpjes, maar het gaat bij hun om de boodschap. Maar ze begrijpen niet dat de kijker alleen zin heeft in de boodschap als deze ook mooi verpakt zit.”73
Robert di Arutuin was eindredacteur toen het programma van de Vries ruim vijf jaar daarvoor zijn intrede had gedaan. Met het bovenstaande citaat laat hij zien dat de vorm en hiermee het beeld net zo belangrijk zijn als de inhoud voor de kijker. Met de politie hebben discussies plaats gevonden om het programma op een zo’n goed mogelijke manier uit de verf te laten komen. Uit het beeld van uitzendingen na de komst van het programma van de Vries blijkt dat er gehoor is gegeven aan de vraag van de kijker om de vorm te veranderen. Het beeld van Opsporing Verzocht uit de jaren tachtig en negentig is vrij stijf, met weinig toevoegingen, maar ook nog met weinig professionaliteit, wat blijkt uit de kledij van de politiemensen. Hier kwam aan het eind van de jaren negentig
72
Reijnders, Stijn. “The people’s detective: true crimein Dutch folklore and popular television”. Media,
Culture & Society. Vol. 27: 635-636. 73
Transcript Robert di Arutuin: 72.
42
verandering in. Het decor uit de uitzending van 1999 is compleet veranderd. Het ziet er flitsender uit. Het decor verbeeldt een politieteken, foto’s van politie op motoren, een helikopter, een kaart van Nederland, en politieauto’s. Verder zijn in de studio meerdere politiemensen aanwezig.74 Zij nemen plaats, omdat zij direct binnenkomende tips behandelen. Het presentatieteam heeft plaatsgemaakt voor Nelleke van der Krogt en Dirk Kuin. Het tempo van het programma ligt in 1999 hoger. Dit blijkt uit meer afwisselingen tussen de shots. De leader waarmee het programma in 1999 begint is veranderd. In tegenstelling tot de leader van 1991 is deze nu in kleur. Nelleke van der Krogt begint de uitzending door te vertellen welke zaken er behandeld worden. Als de zaken worden genoemd, vindt dit plaats met ondersteuning van beelden van de desbetreffende zaken. De eerste zaak is die van een overval op een antiekhandelaar in Gasette. Dirk Kuin luidt deze zaak in, en Nelleke van der Krogt vertelt de details. Vervolgens zijn er beelden te zien van een buurt en een zaak. Ook is er een ‘voice-over’ aanwezig, maar deze is niet van Kuin, noch van Nelleke van der Krogt. Al snel gaat de ‘voice-over’ over in het beeld van Anita Jansen, de verslaggeefster. De man wiens zaak is overvallen belt de politie, dit 112-gesprek wordt vertoond en de kijker kan meeluisteren naar wat de man zegt op tape. Hierna pakt het slachtoffer het verhaal op. Als de man zijn verhaal vertelt, worden er ondertussen foto’s getoond van de ravage die de overvallers hebben achtergelaten. In de studio gaat het gesprek verder met een politieman in uniform. Hier wordt ook een signalement van de daders gegeven. Ook worden de voorwerpen getoond die de daders buit hebben gemaakt, wederom worden deze ‘Full Screen’ in beeld gebracht. In de buurt van het misdrijf is een Opel Kadet gevonden met een Duits kenteken. Hier heeft de politie meer vragen over en er worden foto’s getoond van de auto die uitgebrand is. Het laatste beeld laat de gratis telefoonnummers zien, waarnaar gebeld kan worden.75 Wat opvalt bij de eerste zaak uit 1999 is een gebruik van verschillende beelden, vormen, mensen in een betrekkelijk korte tijd. In de eerste zaak wordt er gebruikgemaakt van geluidsopnamen, foto’s van de plaats van het misdrijf, een
74 75
Opsporing Verzocht: 27-02-1999. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 27-02-1999. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
43
slachtoffer wie zijn verhaal doet, foto’s van de voorwerpen en de auto. Dit wordt gepresenteerd door drie personen en deze zaak duurt niet meer dan tien minuten. De tweede, derde en vierde zaak behandelen ook overvallen en een beroving. Van alle drie de zaken zijn camerabeelden beschikbaar. Bij de tweede zaak wordt niet de vluchtroute getoond waarbij in de shots een rijdende auto te zien is, die een bepaalde richting in rijdt. Maar het shot is vanuit de auto gemaakt en laat de route vanuit het oogpunt van de daders zien. Dit is een opmerkelijk gegeven, omdat
Opsporing Verzocht bij de zaken van 1985 en 1991 de vluchtroute vanuit het oogpunt van de observeerder laat zien. Doordat de kijker nu ‘meerijdt’ met de overvallers lijkt het als het ware alsof die vanuit de ogen van de daders meekijkt. Deze nieuwe manier van filmen en het laten zien van verschillende beelden kan er voor zorgen dat het programma niet saai wordt. Cees Rameau vertelt in het interview met Oppurtuun dat hij wat oude afleveringen zat terug te kijken. Hierover zegt hij: “'Het leek wel Floris de Vijfde die door de edelen werd vermoord. Mensen vinden dikwijls dat Opsporing Verzocht saai is en te traag, maar in vergelijking met toen is het nu MTV-achtig”76
In vergelijking met hoe Opsporing Verzocht was, is het nu MTV-achtig, hiermee bedoelt hij te zeggen dat er sneller gemonteerd wordt en hiermee het aantal beelden is verveelvoudigd. Hiermee kan de interesse van de kijker langer vastgehouden worden, omdat hij gedwongen wordt om op te letten. De samenwerking met de politie is ook verduidelijkt, het politieteken is opvallend aanwezig in het decor en de politiemensen zijn allen gekleed in uniform, waardoor zij professioneler en geloofwaardiger overkomen. Het politieapparaat als instituut wordt hiermee bevestigd en als kijker neem je sneller dingen aan, omdat je niet wordt afgeleid door de vorm, zoals bij het lichtbruine suède jasje en de Hawaïblouses. Ook in de vernieuwde ‘leader’ van 19 augustus 2002 is het politieteken te zien. Het decor is wederom veranderd en groter geworden. In dit decor zitten veel mensen en het lijkt alsof het decor ramen bevat, waarmee de suggestie wordt gewekt dat er naar buiten gekeken kan worden. Hiermee lijkt het alsof je een kijkje
44
neemt op de redactie, of een politiekantoor waar gewerkt wordt. En wordt ook de suggestie gewekt dat het proces van het programma gaande is en dat de tips die binnen kunnen komen des te belangrijker zijn.77 Frits Sissing doet de presentatie alleen, maar het programma is ditmaal in tweeën gesplitst. Een gedeelte begint voor het journaal en het tweede gedeelte hierna. Net als bij een commercieel programma, die reclameonderbrekingen kent, wordt er in het eerste gedeelte naar het tweede gedeelte toe gepraat. “Straks na het journaal de volgende zaken”.78 De eerste zaak is die van een overval in Waddinxveen. In deze zaak worden reconstructiebeelden van het gebeurde getoond. Een oude man die een pakje wil laten sturen wordt plotseling vast gegrepen, waarop een andere klant onmiddellijk alarm slaat. Deze reconstructie wordt ondersteund door opzwepende muziek en het beeld is die van een rennende overvaller, waarvan het gezicht te zien is, met een andere man die hem tevergeefs probeert in te halen. In de studio praat Frits Sissing verder met een politieman in de studio. Hier worden de bewakingsbeelden en een compositietekening van de man getoond. Met een pan wordt de route getoond in de richting waarin de man gegaan moet zijn, waarop een overzichtsfoto wordt getoond met een rondje om de locatie te markeren. De man wordt nog eenmaal getoond. En het laatste beeld is van Frits Sissing in de studio met het nummer van de regiopolitie van Hollands Midden.79 In deze zaak is er om de zaak neer te zetten gekozen voor een reconstructie. In de uitzendingen van 1985 en 1991 werd een zaak aangekondigd in de studio. Waarop de presentator op locatie in gesprek ging met de slachtoffers en een politieman. In de uitzending van 1999 werd een zaak aangekondigd met videobeelden van de overvallers en in de eerste zaak van 1999 een waarheidsgetrouwe geluidsopname. In de uitzending van 2002 had er ook gekozen kunnen worden om op locatie de videobeelden te laten zien, want die werden later alsnog vertoond. Hier werd echter gekozen voor een reconstructie. Over het maken
76 77 78 79
Oppurtuun 2002 (zie noot 27). Opsporing Verzocht:19-08-2002. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht:19-08-2002. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht:19-08-2002. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
45
van reconstructies en het verschil hiermee met Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever vertelt Robert di Arutuin dit: “Het wordt sneller gemonteerd, het hangt ook een beetje van de itemregisseur af. Je ziet ietsje meer. De teksten zijn vlotter en ‘t wordt makkelijker bepraat, meer natuurlijker. Het zijn echt wel kleine toneelstukjes geworden. Vroeger was het wel een beetje houterig, betuttelend en moeizaam. In het allerbegin had je gewoon poppen en die zaten op fietsen en dan stond er iemand bij. Dan is er iemand omgekomen en dan ligt er zo’n pop op straat, zo was het vroeger. In alle jaren is dat veranderd in flitsende filmpjes, maar als je dat vergelijkt met
Peter R. de Vries zie je toch een verschil. Ik vind dat ze mooier zijn gemaakt bij Opsporing Verzocht, maar bij Peter R. de Vries lijkt het meer op een Amerikaanse tv-serie. In Opsporing Verzocht blijft het altijd toch wel heel erg dicht bij de waarheid.”80
Van het gebruik van poppen, naar het gebruik van acteurs met ‘shots’ waarbij het gezicht onzichtbaar was. En van gespeeld door politiemannen, naar het gebruik van figuranten waarvan het gezicht te zien. De kijker is beeldgeletterd en weet hierdoor dat, wanneer er een reconstructie getoond wordt, de acteurs niet de daadwerkelijke daders zijn. Ook al wordt er bij Di Arutuin niet verklaard dat deze middelen zijn toegepast om een emotie op te wekken bij de kijker, toch blijkt uit de beelden en zijn reactie dat de vorm van reconstructies door de jaren heen in vogelvlucht is veranderd. Door vernieuwende mogelijkheden en ontwikkelingen werd een betere infrastructuur mogelijk gemaakt, hieruit voortkomend waren er meer middelen beschikbaar om mooiere filmpjes te maken. In de uitzending van 1999 en 2002 wordt er steeds meer gebruikgemaakt van videobeelden, die zijn opgenomen op de plaats van het misdrijf, waarop de daders te zien zijn. Met deze beelden moet zorgvuldig omgesprongen worden, maar in de uitzending van 2002 blijkt dit niet te zijn. Als Frits Sissing de vorige zaken behandelt, richt hij zich tot de kijker, en biedt zijn welgemeende excuses aan voor het feit dat er een verkeerde man in beeld is gebracht. De kijker weet door zijn inmiddels jarenlange ervaring met beeld, wanneer iets voor waar of niet waar moet worden aangenomen. Des te vervelender is het als een persoon wordt gekoppeld aan een
80
Transcript Robert di Arutuin: 76.
46
misdrijf die hij niet gepleegd heeft. Robert di Arutuin bevestigt het verkeerd in beeld brengen van een misdadiger bij pinpasfraude:
“We hebben wel een aantal keren gehad dat we een man lieten zien bij een pinautomaat waarvan we dachten dat hij met valse pinpassen had gesjoemeld maar dat dat degene was, die daarna was geweest.”81
Het laten zien van een verkeerd persoon is uitermate vervelend omdat, mede door genreconventies, de kijker er zich van bewust is dat hij naar een opsporingsprogramma kijkt en de relatie legt tussen de getoonde beelden en een misdadiger zijn. Er moet rekening gehouden worden met de manier waarop informatie of kennis bij een ontvanger binnenkomt, want één enkel beeld kan zoveel meer zeggen dan een enkele zin. Als programma van de publieke omroep dient het van hoge kwaliteit te zijn, dus er mag ook verwacht worden dat hierbij de juiste mensen in beeld gebracht worden. De manier waarop daarmee wordt omgesprongen is te lichtvoetig, want volgens di Arutuin waren de gevolgen: “Niet zoveel. Zo’n belangrijk programma en dat werkt al heel lang. Het is heel moeilijk om dat nog onderuit te krijgen”.82 Doordat de burger wordt gevraagd om hulp te verschaffen over mogelijke daders, is het uitermate vervelend dat een mogelijke dader verkeerd in beeld is gebracht en dat hier geen gevolg aan vast zit. Maar juist omdat Opsporing
Verzocht als programma, door zijn vele jaren televisie ervaring, een instituut is geworden, is het heel moeilijk om daar veranderingen in aan te passen. Dat is ook een volgend punt dat di Arutuin aangeeft. In de inleiding is het gebruik van nepbloed kort aangestipt. Voordat er met deze visuele verandering werd ingestemd, werden hierover discussies gevoerd. Di Arutuin werd in 2001 aangenomen om het programma een opfrissingbeurt te geven:
“Ik werd toen ook aangenomen om het programma nieuw leven in te blazen en dat was wel aardig urgent. Want er was een oud decor dat al heel lang meeging. Als je bijvoorbeeld het journaal ziet, dan zie je bloed en schieten en noem maar op. Bij Opsporing Verzocht mochten al die dingen helemaal niet. Er mocht niet eens bloed gebruikt worden. Moet je nagaan, daar
81 82
Transcript Robert di Arutuin: 70. Transcript Robert di Arutuin: 70.
47
werd dan heel veel overleg over gepleegd en dan werden die dingen toch doorgevoerd. En er kwam ook een heel nieuw decor.”
83
De manier waarop deze veranderingen doorgevoerd werden, ging ook niet altijd van een leien dakje: “Dat gebeurde heel stapsgewijs. Dan schreef je een script en dan moest het naar het team en naar de politieproducers en die hadden zoiets van ‘moet dat nou en moet dat nou’ en dan moest je echt overtuigen dat het voor het programma beter was en dat je dan meer naar de realiteit toeging. Soms zeiden ze oké en soms zeiden ze van ‘nee’ en dat bloed dat ging dan wel weer goed. Er waren ook heel vaak dingen die niet werden gedaan. ‘T was een grote strijd om kleine dingetjes, maar het was ook wel weer een aardige strijd. Het heeft heel erg te maken met de politieproducers die erbij waren.”84
De reden waarom Opsporing Verzocht met duur nepbloed ging werken is volgens Di Aruruin dat het realiteitsverhogend werkt. Hij geeft aan, dat het nodig was voor het programma:
“Om altijd maar weg te draaien als dat gebeurt dat is een beetje raar en niet van deze tijd. Ook omdat het gewoon overal te zien is. In CSI noem maar op zie je dat ook gewoon. En t is een beetje raar dat je dat daar dan niet ziet. Het is niet zo dat het er in stralen eruit moet spuiten ofzo, maar als iemand op de grond ligt en die is dood, dan is het raar als er geen bloed op zit en dan moet je dat doen.”85
Evaluatie Robert di Arutuin beseft dat de kijker alleen naar een programma kijkt als zij mooie plaatjes zien. Hierdoor werden maatregelen genomen om mooiere beelden te kunnen laten zien. Als uitvoerder van de publieke omroep geeft hij weer dat de vorm net zo belangrijk is als de inhoud. Uit het beeld van uitzendingen na de komst van het programma van de Vries blijkt dat er gehoor is gegeven aan de vraag van de kijker om de vorm te veranderen. In de jaren negentig zagen de politiemannen er professioneler uit, door het dragen van dienstkleding, het decor in de uitzending van 83 84 85
Transcript Robert di Arutuin: 86. Transcript Robert di Arutuin: 87. Transcript Robert di Arutuin: 88.
48
1999 is compleet veranderd en ziet er flitsender uit en ook het tempo van het programma ligt hoger, door meer afwisselende shots. Het meer flitsende decor ziet er anno 2008 als volgt uit:
86
Rameau vindt Opsporing Verzocht in vergelijking met hoe het was zelfs MTV-achtig, door een snellere montage en een vermenigvuldiging van beelden. Ook de reconstructies worden sneller gemonteerd. In het begin waren er zelfs poppen, die situaties nabootsten. Uiteindelijk zijn de reconstructies flitsende filmpjes geworden. De beeldgelleterde kijker weet inmiddels dat de acteurs die in de reconstructie worden vertoond niet de daadwerkelijke dader zijn. Door de komst van videocamera’s ter plaatse wordt er nu ook gebruikgemaakt van echte beelden, waar daders te zien zijn. Het laten zien van deze beelden moet met veel zorg gebeuren, want het laten zien van een verkeerd persoon is uitermate vervelend, omdat mede door genreconventies, de kijker er zich van bewust is dat hij naar een opsporingsprogramma kijkt, en de relatie legt tussen de getoonde beelden en een misdadiger. Door gebruik te maken van bloed kan het realiteitseffect vergroot worden.
Opsporing Verzocht is een opsporingsprogramma en de relevante vraag, die hieraan blijft kleven, is of bloed daadwerkelijk een opsporingsbelang dient. Deze toevoeging kan ook gebruikt zijn als sensationalistisch element, omdat het volgens de maatstaf overal te zien is. Het feit dat er bloed te zien is in het journaal en in CSI hoeft daarom geen reden te zijn om ook bloed te gaan gebruiken in Opsporing Verzocht en lijkt daardoor ook aangewend te zijn, om het programma interessanter voor de kijker
86
Opsporing Verzocht: 29-04-2008. AVRO. Uitzending Gemist.
49
te maken en dus ook meer kijkers te trekken. Volgens Di Arutuin is het programma gebaat bij meer kijkers, want als het programma meer kijkers heeft, kan het ook meer tips binnenhalen. Op deze manier bekeken lijkt het programma baat te hebben bij het inzetten van sensationalistische elementen. Televisie als institutie krijgt zijn kennis of informatie ofwel door een vrije markteconomie, dan wel door een staatsgecontroleerde programmering. Doordat Opsporing Verzocht wordt uitgezonden op de publieke omroep en van doen heeft met politie en justitie wordt de vorm gezamenlijk bepaald. Hiermee moeten de makers onderhandelen op het snijvlak van wat kan en wat mag. Het lijkt er op dat de makers van Opsporing
Verzocht beetje bij beetje terrein winnen op wat mag en vanuit hun ogen wat populair is bij de kijker. Toch zegt di Arutuin hierover: “Politie bepaalt gewoon, politie is een soort van sponsor in het programma zeg maar. Is heel vergelijkbaar. Je kan het vergelijken met een grote sponsor in het programma. Zij hebben alles te zeggen en wij moeten daar aan gehoorzamen, alleen kunnen we dat afzwakken of veranderen uit de know-how van tv.”
De politie heeft een belangrijke vinger in de pap, waarin zij veel qua inhoud en qua vorm kunnen bepalen. Dat is nodig, omdat bepaalde fouten, gevolgen kunnen hebben voor zaken. Het is belangrijk dat zaken worden opgelost en niet worden belemmerd. Maar van een programma waarin bijna niets mocht zijn beetje bij beetje stappen gezet voor een visueel rijkere uitzending. Deze stappen hebben zich niet alleen op het visuele gebied voortgedaan maar ook op auditief niveau.
3.4. Geluid
Opsporing Verzocht voor de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever De ‘leader’ van 1985 heeft al de bekende herkenningsmelodie, waarmee anno 2008 nog steeds mee wordt gewerkt. Al is deze dermate ingekort en wel wat aangepast. De manier waarop Will Simon het programma aankondigt is als volgt: “Dames en heren goedenavond. Weer een aflevering van dit programma waarin politie, justitie
50
en de AVRO samenwerken”87. Ook in de uitzending van 1991 worden de kijkers aangesproken als zijnde dames en heren. De manier waarop dit gebeurd is formeel en een ander voorbeeld uit de uitzending van 1985 is: “de politie is doende met het onderzoek”88. Dat is een formele manier van: “de politie werkt nog aan het onderzoek”. De manier waarop er met taal wordt omgegaan en de veranderingen hierin zijn belangrijk om te onderzoeken wat de rol is van televisie als institutie. Volgens Rameau waren de dialogen aan het begin ellendig lang en de verhaallijnen ingewikkeld: “Alles moest dertigduizend keer doorgesproken worden. Niks mocht. Dat had te maken met de gigantische druk die de politie en justitie op die uitzendingen zetten. Opsporen via de televisie was een cultuurschok. Dat kostte wat overredingskracht en doorzettingsvermogen.”89
De rol van televisie als institutie was vooral in de jaren tachtig anders doordat televisie nog niet dermate geïnstitutionaliseerd was. De kijker moest hiervoor beschermd worden en de kritieken ten aanzien van het misdaadprogramma
Opsporing Verzocht waren talrijk. Men was bevreesd voor een heksenjacht op vermeende daders en ook de wet van privacy was van belang. Tot slot kwam er de angst bij voor imitatie en een verkeerd criminaliteitsbeeld.90 Door deze angsten moesten zaken goed uitgelegd worden en de berichtgeving moest daarom een serieuze toon hebben, om geloofwaardig over te komen. Zoals al eerder vermeld wordt de eerste zaak van 1985 als volgt geïntroduceerd: “De eerste zaak van vanavond, die betreft een winkeliers echtpaar in Eindhoven. Jongstleden werden zij beroofd. De politie vraagt uw hulp bij het vinden van de daders”.91 Hierbij wordt vermeld waar het misdrijf heeft plaatsgevonden, wie de slachtoffers zijn en dat de politie uw hulp nodig heeft. Op de locatie van het misdrijf legt een ‘voice-over’ het gebeurde uit, waarna de presentator een gesprek heeft met het slachtoffer. Het slachtoffer doet haar verhaal in spreektaal. Wanneer aan haar wordt gevraagd hoe de overvallers eruit zagen zegt zij: “Het waren donkere
87 88 89 90 91
Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Oppurtuun 2002 (zie noot 27). Slager 1998: 10 (zie noot 28). Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
51
types”92. De ‘voice-over’ gaat verder in meer formele taal en legt uit: “Mevrouw de Jager heeft kans gezien zich los te wurmen en roept twee meisjes op straat”. Ook worden er aan deze meisjes op straat vragen gesteld. De presentator zegt tegen de meisjes: “Het is maar goed dat jullie de politie hebben gewaarschuwd”. Met deze woorden wordt wederom de burgerplicht benadrukt die de kijker heeft om de politie in te schakelen als zij getuige zijn van een misdrijf. In de studio gaat het gesprek verder met de politieman. Presenator Will Simon geeft in de studio aan wat de concrete vragen zijn: “Wie heeft op 29 jongstleden op de Friederichlaan in Eindhoven iemand gezien die beantwoordt aan het volgende signalement?” Een meer natuurlijke manier van het stellen van deze vraag zou kunnen zijn: “Wie herkent de man aan het volgende signalement?” Tot slot wordt het telefoonnummer in beeld gebracht, waarbij de volgende tekst is te horen: “Gemeentepolitie in Eindhoven zit klaar om uw tips in behandeling te nemen”. Een voorbeeld van een andere introductie van een zaak is als volgt: “Dan vraagt nu de gemeentepolitie Breda uw aandacht voor de volgende zaak”.93 De verschillende zaken worden duidelijk afgebakend en de verschillende regio’s worden ook duidelijk in kaart gebracht. Elke regio heeft zijn eigen afgezanten om over de zaak te berichten. De taal in de uitzending van 1991 is er niet veel vlotter op geworden. Twee voorbeelden hiervan zijn: “Dan wordt nu de opsporing, aanhouding en voorgeleiding gevraagd van een op woensdag 24 oktober 1990 ontsnapte gedetineerde uit het huis van bewaring. De man wordt in staat geacht om een vuurwapen te gebruiken”94. Een meer commercieel manier van taalgebruik met een sensationalistich element zou zijn: “Op woensdag 24 oktober 1990 ontsnapte een gevangene. Deze man huivert niet om zijn wapen te gebruiken.” Het tweede voorbeeld werd als volgt verwoord: “Voor de laatste zaak van vanavond vraagt het bureau van de zware criminaliteit uw medewerking”. Ook werd er in deze uitzending gesproken over daders die van Noord Afrikaanse komaf zijn. Robert di Arutuin stoort zich aan deze strikte manier van taalgebruik van politie en justitie:
92 93 94
Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
52
“Ze zouden wel weer wat verder mogen kijken, hoe de wereld weer veranderd is. En ook dat ze heel erg strikt zijn, bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren zijn vaak te zien in het programma, die worden altijd steenvast Noord Afrikaanse mensen genoemd. Dat soort dingen mogen ze van mij wel eens achterwege laten.”95
In de volksmond wordt er gesproken van Marokkaanse mensen, terwijl niet altijd te zien is aan een persoon of die Marokkaans, Algerijns of een Tunesier is. De politie en justitie spreken hierom ook van Noord Afrikaanse mensen in plaats van Marokkaanse, om versprekingen te voorkomen, terwijl in de meeste gevallen wel sprake is van een Marokkaans persoon. Zij blijven hierbij correct, maar niet iedere kijker zal de connotatie leggen met een Marokkaan als er gesproken wordt over een Noord Afrikaan. Behalve bij de leader van het programma is er vrijwel geen muziek te ontdekken in de twee uitzendingen van Opsporing Verzocht uit 1985 en 1991. Slechts bij één zaak wordt gebruikgemaakt van muziek op de achtergrond. De ‘voiceover’ is hier overheen te horen.
De werkwijze van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Bij het programma van De Vries wordt juist wel een focus gelegd op het gebruik van muziek. Volgens Anne Marie Wegman wordt er specifieke aandacht besteed aan het gebruik van muziek:
“Er wordt heel goed gekeken naar muziek voor onder de items bijvoorbeeld. Ik weet dat bepaalde redacteuren daar wel heel erg mee bezig zijn. Ik weet wel dat er een paar zijn die daar ook heel erg lol in hebben om daar zo goed mogelijke nummers bij te zetten. Maar de sfeer hangt af van de reportage. Een dossier dat gaat over een vermist kind is anders dan een dossier dat gaat over een voortvluchtige moordenaar. Om een voorbeeld te geven van hoe belangrijk muziek is. Volgens mij was dat bij Yoran van der Sloot dat er een nummer was van U2. Kees van der Spek heeft daar het nummer van U2 onder gezet en daar bleek ineens weer heel veel vraag naar te zijn.”96
Muziek is een factor die een sfeer neer kan zetten en een ook weer emoties kan opwekken bij de kijker. Sensatie speelt hierbij een belangrijke rol. In het 95
Transcript Robert di Arutuin: 79.
53
misdaadprogramma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever worden de zaken op een spannende en smeuïge manier verteld en emotionele beelden worden ondersteund, door toegevoegde muziek. Dit heeft als doel om meer kijkers aan zich te binden. Dat blijkt uit de uitzending van 27 april 2007. De Vries luidt zijn programma als volgt in: “Als een meisje van zeventien jaar de discotheek verlaat om op tijd thuis te komen. Maar pas drie weken later dood in afgelegen water wordt teruggevonden. De waarheid moet vanavond letterlijk met uw hulp boven water komen”.97 Wat uit dit kleine stukje tekst naar voren komt is dat een meisje van zeventien de discotheek verlaat. Deze handeling beschrijft een veelvoorkomende gebeurtenis. De tekst die hierna volgt werpt licht op het afschuwelijke aspect, dat dit meisje nooit is thuisgekomen. Het beschrijven van het overlijden in het water wordt hierna in een gezegde samengevat om de tekst vlotter te maken: “met uw hulp boven water komen”. Ook uit het respondentenonderzoek van Verburg blijkt dat kijkers het programma als sensationeel betitelen: “Maar van de andere kant vind ik het wel altijd een beetje sensationeel enzo. Als je ernaar kijkt, dat ik wel zoiets heb van “oh ja is er wel voldoende objectiviteit?”98 en “Sommige zaken zijn gewoon niet sensatie genoeg om dat in de openbaarheid te brengen”. Door het toevoegen van sensatie elementen wordt het programma spannender. Dat is voor sommige respondenten van Verburg ook de reden dat ze naar Peter R. de Vries, misdaadverslaggever kijken en wat zij missen bij andere misdaadprogramma bij de publieke zenders. “Nou ik vind die van Peter R. de Vries leuker, daar zit toch iets meer amusement bij” en “Ik denk dat het ook wel een beetje sensatie is wat je zoekt in een programma”. Wat blijkt uit de voortgaande uitspraken, is door een sensationeel programma af te leveren er meer kijkers getrokken worden en misdrijven sneller opgelost kunnen worden. In ieder geval dat wordt in het onderzoek van Verburg aangenomen. Maar aan de andere kant moet worden afgevraagd of sensatie de geloofwaardigheid van het programma niet aantast en in hoeverre een programma zoals Opsporing
Verzocht hier in wil meegaan. Ook blijkt uit het onderzoek van Slager dat een hogere kijkdichtheid niet leidt tot hogere opsporingsresultaten. Dat is getoetst aan de hand 96 97
Transcript Anne Marie Wegman: 91. Peter R. de Vries, misdaadverslaggever 27-04-2008, SBS6.
54
van zes verschillende Europese landen, waar een soortgelijk programma zoals
Opsporing Verzocht te zien is. De kijkdichtheid varieert van 12% in Nederland tot en met 48% in Zwitserland. Toch is bij alle landen het opsporingsresultaat 40%. Het idee van hoe meer kijkers, hoe beter de resultaten, blijkt dan ook niet gestaafd te zijn. Het gebruik van taal en muziek wordt in Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever door de respondenten verwoord als sensationeel. Ook wordt er door Anne Marie Wegman verklaard dat er bij de aard van reconstructies vaak wordt ingezet op het verhogen van emoties. Bij Opsporing Verzocht was het voor de komst van het programma van De Vries een zaak om de kijker op een zo formeel mogelijke manier aan te spreken.
Opsporing Verzocht na de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever Toch wordt taal in de uitzending van 1999 op een minder formele manier gebruikt en ligt het tempo van de te stellen vragen op een hoger niveau. In 1991 wordt de kijker toegesproken als volgt: “Gemeentepolitie in Eindhoven zit klaar om uw tips in behandeling te nemen”. In 1999 is diezelfde vraag gereduceerd tot: “Heeft u tips? Belt u met..”.99 Het blijft niet bij een verandering in taal. In de jaren voor de komst van Peter
R. de Vries, misdaadverslaggever was er geen tot weinig ondersteuning van muziek in reconstructies of bij videobeelden. Zowel in de uitzending van 1999 alsmede in die van 2002 wordt er gebruikgemaakt van muziek om de reconstructies meer toon te geven. Het meest treffende voorbeeld is die van een zaak uit 2002. De verslaggeefster introduceert de zaak, die zich afspeelt in Wijk aan Zee. Irene de Graaf is vermoord in deze stad, onder de rook van Corus hoogovens, waar iedereen elkaar kent. Wat er zich heeft afgespeeld is een raadsel, een portret. Melancholische muziek luidt dit portret in en wanneer de verslaggeefster de zaak verder uitzet, staand aan zee, blijft de muziek doorgaan. “Wat is er gebeurd met Irene de
98 99
Verburg 2005: 41 (zie noot 23). Opsporing Verzocht: 27-02-1999. AVRO. Archief Beeld en Geluid.
55
Graaf?”100 Het neerzetten van een portret van een slachtoffer is in eerste instantie niet iets wat verwacht kan worden bij een opsporingsprogramma. Het gebruik van een portret kan gezien worden als een poging om de kijker te betrekken in het verhaal en om de overleden vrouw een stem te geven. Het portret van Irene de Graaf vond plaats toen Robert di Arutuin eindredacteur was. Hij geeft aan waarom een reconstructie niet sec neergezet kan worden, alleen de feiten weergevend: “Maar dan krijg je weer dat de kijker het niet interessant meer vindt. Dat is een commerciële aspect misschien, om die kijker maar te blijven boeien, moet je daar gewoon aan blijven werken na vijfentwintig jaar, het zijn prachtige filmpjes om te zien”.101
Evaluatie Deze quote, het gebruik van muziek en het aanwenden van een portret hebben er toe geleid dat Opsporing Verzocht mee wil gaan in de ontwikkelingen in het medialandschap. In de uitzending van 29 april 2008 heeft dit geresulteerd in een snelle, flitsende uitzending, waarbij er een reconstructie werd getoond van een poging tot verkrachting. De muziek wordt hier niet gebruikt als ondersteuning, maar kan gezien worden als onheilspellend. Muziek dat te verwachten is in een horror-film. Ook is de inleiding van het programma aangepast. In 1985 werd er nog gesproken van: “Dames en heren goedenavond. Weer een aflevering van dit programma waarin politie, justitie en de AVRO samenwerken”. De kijker wordt anno 2008 niet meer aangesproken als ‘dames en heren’ en het programma behoeft ook geen uitleg meer. Kortweg wordt het programma geïntroduceerd als: “Goedenavond, fijn dat u weer kijkt, want u bent weer hard nodig. We proberen met uw hulp vanavond weer behoorlijk wat misdaad op te lossen”.102 De kijker voelt zich door het gebruik van u direct aangesproken. Dit is in tegenstelling tot: “Dames en heren goedenavond”, waarbij iedereen wordt aangesproken. Deze vorm creëert een grotere afstand met de mensen thuis. Het grootste kritiekpunt van de mensen thuis en wat zowel Anne Marie Wegman en Robert di Arutuin aankaarten is het houterige praten van de
100 101 102
Opsporing Verzocht: 19-08-2002. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Transcript Robert di Arutuin: 76. Opsporing Verzocht: 29-04-2008. AVRO. Uitzending Gemist.
56
politiemensen. Anne Marie Wegman legt haar visie uit: “Dan werd er een politieman neergezet, die geen televisie-ervaring had en dat was een beetje houterig vaak”.103 Di Arutuin beaamt dit, maar ook hier werd een oplossing voor gezocht:
“Op de politiemensen natuurlijk die zo houterig praatten. Je blijft een aantal mensen houden die nog nooit op tv zijn geweest, die dan ineens een script moeten gaan uitkruimen, die ze niet eens zelf geschreven hebben, wat wij hebben geschreven, waardoor je dat gewoon houdt. Als ze hun eigen teksten schrijven, of ze hebben een beetje mediatraining gehad dan is het al een ander verhaal. Dat is ook iets wat we uiteindelijk hebben gedaan is dat we aantal vaste mensen hebben gevraagd om te komen en dat werkte ook al een stuk beter.”104
Dialogen die op televisie niet op een natuurlijke manier gebracht worden, zijn vaak een punt van kritiek op televisieprogramma’s. Doordat Opsporing Verzocht samenwerkt met een instituut wat volgens regels moet opereren, waren de dialogen onnatuurlijk en hierdoor niet aantrekkelijk voor de kijker. Het is een langzaam proces gebleken waarin zulke veranderingen werden aangepast. Zo werd er in de twee uitzendingen voor de komst van Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever consequent gesproken over de gemeentepolitie. In de geanalyseerde uitzendingen hierna spreekt men van politie. Hier kunnen verschillende redenen aan ten grondslag liggen. De kijker legt direct de connotatie met politie wanneer er over gemeentepolitie gesproken wordt. Daarom is er geen belang meer om van gemeentepolitie te spreken. Door te spreken over gemeentepolitie, wordt de politie een meer formeel instituut. De politie heeft er baat bij als de kijker zich kan identificeren met de politie en lijkt hiermee de kloof te willen verminderen tussen de beide. Ook neemt de gesproken taal in de jaren negentig meer zijn wending tot de spreektaal. Opsporing Verzocht volgt hierdoor de lijn van andere programma’s en maakt zijn taal ook toegankelijker voor de kijker.
103 104
Transcript Anne Marie Wegman: 85. Transcript Robert di Arutuin: 73.
57
3.5 Publiek versus Commercieel
Een programma op de publieke omroep moet van waarde zijn voor de maatschappij en moet borg staan voor kwaliteit. Omdat de publieke omroep wordt betaald uit belastingen en lidmaatschap van een omroep, moet deze aan deze voorwaarden voldoen. Zij verdienen hun geld niet uit reclame-inkomsten, zoals de commerciële omroepen, die daarom meer vrijheden hebben in hun manier van programmeren. Anne Marie Wegman denkt dat Peter R. de Vries, misdaadverslaggever een ander programma zou zijn geweest als deze uitgezonden zou worden op de publieke omroep. “Ik denk dat hij bij de publieke veel meer aan banden of beperkingen gelegd zou zijn, dan dat dat bij de commerciële het geval zou zijn geweest.” 105 In tegenstelling tot het programma van De Vries denkt Robert di Arutuin dat Opsporing
Verzocht zijn kracht vooral haalt uit de betrouwbaarheid die het programma uitstraalt. Hij verwerpt het idee van commerciële elementen in Opsporing Verzocht. Het gebruiken van ketchup om bloed te suggereren wordt dan ook niet gezien als een commercieel element: “ja, maar als je dat commercieel wil noemen. Het is meer naar deze tijd toe. Wat er gebeurt in de wereld, maar ik vind het het minst commerciële programma. Ik vraag me ook af of dat zou kunnen, dan gaat de geloofwaardigheid eraf”106.
Met dit citaat wordt het grootste tegenargument opgeworpen voor dit onderzoek.
Opsporing Verzocht is volgens Di Arutuin het minst commerciële programma op de publieke omroep. Een probleem waar Opsporing Verzocht mee kampt is het meer trekken van jonge kijkers. Hierbij geeft hij aan dat er een verjongde versie zou moeten komen, met zaken wat vooral jongeren betreft.107 Ook geeft hij aan dat
Opsporing Verzocht moet vernieuwen, omdat het programma anders niet lang zal bestaan. Zij moeten met hun tijd meegaan. Als laatste woorden geeft hij mee “Of de politie nu wil of niet, ze moeten wel”108.
105 106 107 108
Transcript Transcript Transcript Transcript
Anne Marie Wegman: 88. Robert di Arutuin: 76. Robert di Arutuin: 81. Robert di Arutuin: 82.
58
Om het programma voort te laten bestaan moet het volgens Di Arutuin vernieuwen. Dat is niet per definitie commercieel volgens hem, maar kan ook gezien worden als het meegaan in de tijd. Een kenmerk van commerciële programmering is het toevoegen van sensationalistische elementen. Sfeerverhogende muziek toevoegen en ketchup om bloed te suggereren zijn zulke elementen. Ook Opsporing
Verzocht maakt, ondanks dat deze een strak regime heeft, gebruik van zulke toevoegingen. Het idee van het meegaan in de tijd, hiermee worden ook de middelen bedoeld die andere televisieprogramma’s gebruiken om een programma interessanter te maken. Doordat verschillende programma’s deze elementen van elkaar overnemen is ons huidige medialandschap niet meer duidelijk gesteld wat commercieel en wat publiek is. De manier van programmeren, de aard van de reconstructies, de taal in het programma en dergelijke zijn daarom steeds meer vergelijkbaar. Dat wil niet zeggen dat er geen veranderingen hebben plaatsgevonden binnen Opsporing Verzocht en dat deze geen sensationalistische elementen heeft toegevoegd. Het idee van het meegaan in de tijd geeft het verschuiven van een grens aan binnen deze publieke omroep, waarin de programma’s steeds meer speling krijgen en waarin deze steeds meer toegaat naar een homogene programmering. Het is gebleken dat Opsporing Verzocht aan veel regels is gebonden. Zij worden vooral aan banden gelegd door de politie. Di Arutuin legt uit dat: “Televisie is zeer creatief en politie helemaal niet, die wil het liefst een politiebericht. Het is een wisselwerking ook met de televisiekijker, want die wil niet alleen een politiebericht zien”109. De inhoud van het programma wordt grotendeels bepaald door de zaken die de politie aanlevert. Het is duidelijk dat een meer creatief medium, zoals televisie, de strijd aangaat en de vorm zo interessant mogelijk wil neerzetten voor de televisiekijker. Dit gedachtegoed komt voort uit commerciële televisievoering, volgens Anne Marie Wegman: “Wat mijn gevoel is bij het maken van programma’s bij commerciële zenders is dat je sowieso een zo groot mogelijk publiek dient te bereiken. Je maakt je programma voor de grootste gemene deler.”110 Dit commerciële element wordt ook bij Opsporing Verzocht toegepast, ook al lijkt dit
109 110
Transcript Robert di Arutuin: 69. Transcript Anne Marie Wegman: 88.
59
programma in eerste instantie niet commercieel, mede doordat dit programma als instituut al zoveel jaren meegaat. Ook deze heeft zich verleid tot het uitvoeren van een meer commerciële programmavoering in het gevecht om de kijker.
60
4 Conclusie Het doel van deze scriptie is om te bekijken welke invloed de komst van het programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever heeft gehad op het programma
Opsporing Verzocht. Van belang is hierbij dat het ene programma (Opsporing Verzocht) door de publieke omroep wordt uitgezonden, terwijl het andere programma (Peter R. de Vries, misdaadverslaggever) op een commercieel kanaal te zien is. De komst van de commerciële televisie heeft onmiskenbaar een belangrijke invloed gehad op de televisie in zijn algemeenheid en met name ook op de publieke omroep. Ook het programma Opsporing Verzocht is dan ook flink veranderd, de vraag is echter welke specifieke bijdrage de komst van Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever hieraan gegeven heeft. Door interviews met twee oud-eindredacteuren van de beide programma’s kreeg ik meer inzicht op veranderingen binnen Opsporing Verzocht en het programma van De Vries. Om de invloed van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever op Opsporing Verzocht te onderzoeken is dit laatste programma geanalyseerd zowel voordat het programma van De Vries er kwam als erna. Daarbij is ook gekeken welke elementen van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever juist wel of niet overgenomen werden door Opsporing Verzocht. Deze manier van werken maakt het mogelijk om de veranderingen bij Opsporing Verzocht te zien en in hoeverre deze veranderingen voort zouden kunnen komen uit Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. Hierdoor wordt duidelijk in hoeverre in het geval van de misdaadprogramma’s de commerciële televisie invloed heeft gehad op de publieke programma’s.
Volgens het rapport Focus op Functies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is het medialandschap veranderd van aanbodgericht naar een meer op de vraag georiënteerd landschap. Deze verandering zien we ook bij
Opsporing Verzocht terug. Dit programma trekt vooral oudere kijkers, die veelal naar Nederland 1 kijkt. Dit terwijl het programma ook graag jongeren wil trekken en betrekken bij het oplossen van misdaden. Justitie werkt dan ook samen met de publieke omroep om alternatieven te vinden om jongeren te bereiken. Hierbij zien we ook deze verschuiving van aanbodgericht naar vraaggericht. Het programma laat zich
61
niet meer enkel leiden door wat politie en justitie willen laten zien, maar kijken ook naar de wensen van de kijkers. Dat Opsporing Verzocht zich op de kijker afstemt, blijkt ook uit de keuze voor het kanaal waar het op uitgezonden wordt. Jarenlang werd Opsporing Verzocht vertoond op Nederland 1, waarna het gedurende enige tijd op Nederland 2 te zien was. De kijkcijfers daalden drastisch en al snel werd besloten dat het programma weer terug moest naar het eerste net. Opsporing Verzocht richt zich duidelijk op het bereiken van zoveel mogelijk kijkers. Deze ontwikkeling is in lijn met de verandering die de WRR ook beschrijft.
Peter R. de Vries, misdaadverslaggever heeft een ander doel dan Opsporing Verzocht. De laatste richt zich vooral op het opsporen van misdadigers indien politie en justitie nog met veel vragen zitten. Het is dus bovenal een luis in de pels van de beide en oefent een journalistieke taak uit. Juist waar politie en justitie er niet meer uitkomen of geen oog meer hebben voor een zaak, besteedt De Vries hier aandacht aan. Hierdoor oefent De Vries een bij uitstek publieke taak uit.
Peter R. de Vries, misdaadverslaggever kiest vooral zaken uit die door politie en justitie niet opgelost konden worden. Hierdoor komen politie en justitie onder druk te staan om goed te presteren. Deze taak behoort eigenlijk niet toe aan de commerciële omroepen, die vooral het publiek aan zich willen binden. Het is daardoor vooral een journalistiek programma die de overheidsinstanties scherp moet houden. Het is voor Opsporing Verzocht schier onmogelijk om deze taak uit te oefenen, aangezien dit programma juist samenwerkt met politie en justitie. Waar De Vries juist vaak het optreden van politie en justitie bekritiseert, is Opsporing Verzocht vrijwel kritiekloos. Opsporing Verzocht roept de burger vooral op om zijn plicht uit te oefenen door politie en justitie te helpen en zelf misdaden te voorkomen. Dit past goed bij de publieke omroep die graag van nut wil zijn voor de kijker. Door deze verschillende achtergronden zullen beide programma’s nooit helemaal op elkaar gaan lijken.
62
Opsporing Verzocht is sinds de komst van Peter R. de Vries,
misdaadverslaggever wel veranderd. Voor een deel is het publieke programma meer op het commerciële programma gaan lijken. Op andere vlakken juist niet. En groot verschil tussen beide programma’s is dat De Vries in zijn programma uitgebreid de tijd neemt om een zaak te behandelen. Hij behandelt maar één zaak per uitzending, waardoor er veel research gedaan kan worden naar de zaak en er kan worden voortgeborduurd op reeds gedaan onderzoek door de politie. Opsporing
Verzocht is in de loop der jaren juist meer zaken gaan behandelen in plaats van minder. Dit programma wil duidelijk niet de kijker emotioneel meenemen zoals De Vries wel doet, maar juist veel zaken feitelijk blijven behandelen. Gezien de verschillende doelen en achtergronden van de programma’s is het ook begrijpelijk dat de programma’s niet enorm op elkaar kunnen gaan lijken. Hierbij lijkt het programma dan ook niet te zijn beïnvloed. Stilistisch is Opsporing Verzocht behoorlijk veranderd. Vergeleken bij andere programma’s lijkt het programma traag te zijn, maar als de uitzendingen vergeleken worden blijkt al snel dat de reconstructies meer flitsend en sneller zijn geworden. Net als bij Peter R. de Vries, misdaadverslaggever wordt er gebruikgemaakt van ondersteunende muziek. Politieagenten werden op een meer professionele manier ingezet, door het dragen van een uniform en het decor ziet er mooier uit, met meer kleur en props, zoals politietekens en politiemotoren, telefoons e.d. Ook wordt er tegenwoordig volop bloed gebruikt om het programma levendiger te maken, en daarmee sensationeler. Deze sensationalistische elementen geven de invloed weer van commerciële televisie, die hiervan gebruik maakt om programma’s interessanter en uitdagender te maken voor de kijker.
Opsporing Verzocht is veranderd in een visueel meer rijke uitzending. Dit blijkt niet alleen uit beelden, maar ook in de taal waarin gesproken wordt. Er wordt getracht een minder formele institutie te maken van de politie. Er wordt minder formeel gesproken en neemt zijn wending tot de spreektaal. Opsporing Verzocht lijkt hierdoor tegenwoordig meer op het programma van De Vries. Het bekendste voorbeeld waarmee de Vries bekend werd is: “Zorg dat u kijkt dan heeft u altijd een alibi”. Hiermee sprak hij de kijker direct aan. Opsporing Verzocht begon zijn programma met “Dames en heren goedenavond. Weer een aflevering van dit
63
programma waarin politie, justitie en de AVRO samenwerken”. Tegenwoordig is de aankondiging als volgt: “Goedenavond fijn dat u weer kijkt, want u bent weer hard nodig”. Het samenwerkingsverband behoeft geen uitleg meer en de kijker wordt direct aangesproken net als bij het programma van De Vries.
Opsporing Verzocht is de afgelopen tijd veel minder belerend geworden. Vroeger werden er veelvuldig goedbedoelde tips gegeven waarbij de burger opgeroepen werd waakzaam te zijn. De politie werd neergezet als de beste vriend.
Peter R. de Vries, misdaadverslaggever neemt de kijker mee in zijn zaken, maar vertelt hen niet wat de kijker zelf kan of moet doen. Opsporing Verzocht is ook hierbij dus meer gaan lijken op het programma van De Vries.
Wat voortkomt uit de analyse en het tekstuele kader is een verschuiving van de grenzen binnen de publieke omroep. Wat voorheen als commercieel gezien werd, zoals het gebruik maken van sensationalistische elementen, behoort al lang niet meer alleen toe aan de commerciële televisie. Door Opsporing Verzocht te analyseren voor en na de komst van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever blijkt het flink veranderd te zijn. Met enkele veranderingen is het programma meer gaan lijken op het programma van De Vries, maar er zijn ook veranderingen waarbij de programma’s niet meer op elkaar zijn komen te lijken. Oud-eindredacteur Robert di Arutuin van Opsporing Verzocht meldt dat dit programma wel met de tijd meegegaan, maar het programma is en blijft een nietcommercieel programma. Het wil dan ook zeker niet achter De Vries aan. Volgens oud-eindredacteur Anne Marie Wegman van Peter R. de Vries, misdaadverslaggever maakt dit programma veel gebruik van het inspelen op de emoties bij de kijkers.
Opsporing Verzocht heeft haar programma wel levendiger gemaakt, maar door de steeds snellere behandeling van de zaken blijft het hoofdzakelijk een opsomming van feiten, in plaats van het inspelen op de emoties.
Bij de publieke omroep zijn de programma’s flink veranderd door veel meer sensationalistische elementen. Zo zijn er meer levendige beelden, achtergrondmuziek en minder formeel taalgebruik. Hiermee lijken deze programma’s steeds meer op commerciële programma’s. Deze algehele ontwikkeling binnen het medialandschap
64
naar vraaggestuurde televisie blijkt ook uit de vergelijking van de programma’s
Opsporing Verzocht en Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. Met de komst van commerciële zenders bevinden ook de publieke omroepen zich in een concurrerende markt. Zij moeten hierin ook hun best doen om de kijkers te verleiden naar hun programma’s te kijken. Een programma als Opsporing Verzocht die veel tips binnen wil krijgen, moeten daardoor haar uiterste best doen om zoveel mogelijk kijkers te bereiken. De zakelijke en onderscheidende benadering van de publieke omroep komt hierdoor onder druk te staan. De publieke omroep heeft zich gewend tot een meer commerciële programmavoering om een zo groot mogelijke groep kijkers aan te spreken. Het is voor de publieke omroep van belang om vast te stellen in hoeverre zij mee willen gaan in het aanspreken van een zo groot mogelijke groep kijkers, want als ook zij hierin meegaan zal de programmavoering steeds homogener worden. De komst van commerciële televisie is duidelijk merkbaar, ook bij Opsporing
Verzocht. Het is een goed voorbeeld van een publiek programma, dat veranderd is door de komst van commerciële programma’s en tevens probeert zijn unieke karakter te behouden. De publieke omroep heeft zeker nog bestaansrecht, zolang zij hun eigen identiteit blijven uitdragen en accepteert dat de doelen die zij nastreven niet dezelfde zijn als die van de commerciële zenders. Publieke omroepen horen programma’s te leveren die kunnen dienen als leermodel en moeten kennis en informatie verschaffen. De groei naar televisie waar vooral plezier uit wordt gehaald is een taak voor de commerciële omroepen. Binnen een veranderend medialandschap moet de publieke omroep zijn unieke waarde behouden en uitvoeren.
65
Literatuurlijst Boeken Corner, John. Critical Ideas in Television Studies. New York: Oxford University Press Inc, 1999. Donk, W.B.H.J. van de. P.A.H. van Lieshout e.a. Focus op functies. ’s-Gravenhage: door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2004. Feuer, Jane. “Genre study and television”. In Robert Allen, red. Channels of Discourse, Reassembled. London: Chapel Hill, 1992. Fiske, John. Television Culture. London: Methuan & Co. 1987. Hermes, Joke en Maarten Reesink. Inleiding Televisiestudies. Amsterdam: Uitgeverij Boon, 2003. Neil Postman. Amusing Ourselves to Death. London: Penguin, 1986. Rosen 1986 in Dahlgren, Peter. Television and the Public Sphere. Citizenship, Democracy and the Media. London: SAGE Publications Ltd, 1995. Slager, Kirsten. Opsporing Verzocht: Onderzoek naar de ideale formule voor een regionaal opsporingsprogramma. Universiteit van Amsterdam. Augustus 1998. Verburg, Amber. “Zorg dat u kijkt, dan heeft u altijd een alibi!”. Een onderzoek naar
de maatschappelijke betekenis van het programma Peter R. de Vries, misdaadverslaggever voor de kijkers. Universiteit van Amsterdam. 2005. Artikelen Jansen, Sjak. “De hulpsherriff van justitie – Opsporing Verzocht wérkt, al 20 jaar”.
Algemeen Dagblad. 8 november 2002. Cultuur & Media. Kamans, Martijn en Sander Kuypers. “Grootste buurtonderzoek. Opsporing Verzocht onmisbaar opsporingsmiddel”. Gooi en Eemlander. 11-11-2002. Reijnders, Stijn. “The people’s detective: true crimein Dutch folklore and popular television”. Media, Culture & Society. Vol. 27: 635-636. Rossem, Maarten van. “Tv versterkt ontevreden gevoelens”. Parool. 24 november 2006. Syvertsen, Trine. “Challenges to Public Television in the Era of Convergence and Commercialization”. Television & New Media. Vol 4. 2 may 2003.
66
Liesbet van Zoonen. “Imagining the Fan democracy”. European Journal of
Communication 19,1 2004. Websites Website AVRO: http://www.avro.nl/avro/over_de_avro/historie/ 15 februari 2007. Website Openbaar ministerie: Uit vakblad Oppurtuun: 2002. vol 10. Jaargang 9, nummer 2. http://www.om.nl/over_het_om/opportuun_archief/om_magazine_2002/829/835/ 20 april 2008. Website Publieke omroep: http://portal.omroep.nl/ 25 januari 2008. Televisieprogramma’s Opsporing Verzocht: 07-02-1985. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 25-02-1991. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 27-02-1999. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 19-08-2002. AVRO. Archief Beeld en Geluid. Opsporing Verzocht: 29-04-2008. AVRO. Uitzending Gemist Peter R. de Vries, misdaadverslaggever. 27-04-2008, SBS6.
67
Bijlage 1
Transcript Robert di Arutuin, was eindredacteur bij Opsporing Verzocht 28 maart 2008
L: Je hebt bij Opsporing Verzocht gewerkt. Wanneer was dat? R: Mm. Even denken. 2001 tot en met 2005.
L: En wat was je functie daar? R: Eindredacteur, samensteller dat liep een beetje in elkaar over.
L: Wat voor een taken had je? R: Samenstellen van het programma, overleg met de politie. Schrijven van scripts. Veel overleg met alle parijen die je moest meenemen. De KLPD is een afdeling binnen de politie. Die mensen waren er ook bij als we ergens naar toe moesten, want de politie is niet zo gemakkelijk als het gaat om interviews geven of informatie verstrekken. Er ging dan een politieproducer mee met wie je moest overleggen, dan met het team en dat was overal in het land. Verder ook het coachen van de presentatoren, op de vloer ingrijpen als dat nodig mocht blijken en zorgen dat er ook niets mis ging. Contact met de regie, constant, dat soort dingen.
L: Kan je zeggen dat jij de controle had over de inhoud van het programma? R: Ja, over de inhoud.
L: Hoe groot was jullie redactie? R: Vrij kleine redactie qua redacteuren, omdat het wordt aangeleverd. Bij normale programma’s is het zo dat je onderwerpen zoekt en dat hoeft dus niet. De politie kwam dus met onderwerpen aan en dat hield dus in dat we met vier redacteuren waren. Ongeveer evenveel producers, twee presentatoren. Wat hadden we nog meer.. Regieassistenten en itemregisseurs op locatie met ploeg. Er werden altijd filmpjes gemaakt, elke week vier.
68
L: En hoeveel mensen van de politie werkten er mee? R: Vier mensen die elkaar om beurten afwisselden. Dat was nog vaak een toestand, die gingen altijd mee met een redacteur op locatie en dat waren er dus vier.
L: En wat was hun functie? R: Politieproducer. Die gaan dan mee voor de KLPD, Korps Landelijke Politiediensten, die zijn een soort van intermediar tussen de politiediensten op locatie, die de zaak aandragen en de redactie van Opsporing Verzocht.
L: Weet je iets over de geschiedenis van Opsporing Verzocht? R: Ja, heel veel. Er zijn flink wat presentatoren geweest. Catherine Keyl heeft zelfs nog meegewerkt, een jaar of zoiets, of langer. Nelleke van der Krogt heeft het heel lang gedaan. Het is één van de langst lopende programma’s op televisie. Ik geloof dat het nu iets van vijfentwintig jaar bestaat. In eerste instantie liep het helemaal niet, want het was al eerder een test geweest en toen was het in de jaren zeventig geloof ik. Toen was het zo knullig gedaan dat niemand er brood in zag en toen later liep het ineens wel en toen was het een successtory, ja dat ongeveer.
L: Waarom denk je dat het op een gegeven moment wel een succes werd? R: Dat weet ik niet, ik denk dat het gewoon de tijd was dat mensen meer geïnteresseerd raakten in criminaliteit, er kon meer en kwamen meer dingen boven drijven en mensen raakten geïnteresseerd in oplossingen. En dan komt Opsporing
Verzocht natuurlijk. L: Op welke manier is het programma opgezet dan, vanuit politie of televisie? R: Is een samenwerkingsverband, combinatie ervan. Televisie is zeer creatief en politie helemaal niet, die wil het liefst een politiebericht. Het is een wisselwerking ook met de TV-kijker, want die wil niet alleen een politiebericht zien. TV-mensen probeerden politiemensen te overtuigen dat het er ook leuk moet uitzien en de
69
politie moet zijn informatie kwijt kunnen aan de redactie. Want dat moet altijd heel erg precies gaan, omdat een verkeerd woordje kan er al toe leiden dat de moordenaar op vrije voeten komt, omdat er in Opsporing Verzocht gezegd wordt dat dat en dat en vandaar dat er ook politieproducers bij zaten. Dus dat er geen fouten worden gemaakt. Het wordt ook helemaal gescript van te voren.
L: Is er wel eens zoiets gebeurd als een verkeerd woord? R: We hebben wel een aantal keren gehad dat we een man lieten zien bij een pinautomaat waarvan we dachten dat hij met valse pinpassen had gesjoemeld maar dat dat degene was, die daarna was geweest. Dat soort dingen. En zo zijn er wel meer dingetjes gebeurd. Het probleem is dat de schuld meestal bij de AVRO of Opsporing Verzocht werd gelegd, maar dat eigenlijk niemand er echt wat aan had kunnen doen.
L: Wat waren daar de gevolgen van? R: Niet zoveel. Zo’n belangrijk programma en dat werkt al heel lang. Het is heel moeilijk om dat nog onderuit te krijgen.
L: Stel jullie hebben wat verkeerd gedaan, jullie maakten een vormfout. Is het wel eens gebeurd dat iemand daardoor vrij kwam? R: Zover ik weet niet. Maar dat kan ik ook niet weten, want wij horen nooit hoe dat afloopt, als iemand wordt opgepakt n.a.v. een bericht in Opsporing Verzocht of die persoon wel echt berecht wordt en vaak zit er ook een hele periode tussen. Vandaar.. we weten het niet. Zal vast wel eens gebeurd zijn.
L: Opsporing Verzocht bestaat dus best wel lang. Welke veranderingen hebben daarin plaatsgevonden? R: Dat was ik net vergeten, maar daarom was ik ook aangenomen. We hadden een eindredacteur maar die was dat alleen maar in vorm, dat was Frits Sissing, dat was nog altijd in de oude regel van de AVRO. Als je presentator was, dan was je ook meteen eindredacteur. In praktijk deed hij niet zoveel en was hij vooral bezig met zichzelf om beter te presenteren en was ik gewoon eindredacteur. Alleen heette dat
70
samensteller. Ik werd toen ook aangenomen om het programma nieuw leven in te blazen en dat was wel aardig urgent. Want er was een oud decor dat al heel lang meeging en hoe de mensen praten dat was nog heel oubollig, is ook nog zo dat de politiemensen heel moeilijk praten maar daar is heel weinig aan te doen. Hoewel ik wel mijn best heb gedaan, ging ietsje beter, maar ook bijvoorbeeld hele rare dingen. Als je bijvoorbeeld het journaal ziet, dan zie je bloed en schieten en noem maar op. Bij Opsporing Verzocht mochten al die dingen helemaal niet. Er mocht niet eens bloed gebruikt worden. Moet je nagaan, daar werd dan heel veel overleg over gepleegd en dan werden die dingen toch doorgevoerd. En er kwam een heel nieuw decor. Frits Sissing door de wasstraat. Er kwam weer een nieuw iemand bij, dat was Anniko en dat was ook wel weer leuker.
L: Kun je een voorbeeld geven van taalgebruik, hoe jullie dat eerst gebruikt werd en hoe jullie dat veranderde? R: Veel formeler, t is daarna veel meer spreektaal geworden, zoals je gewoon tegen iemand praat en dat was niet zo. Politiemensen die zijn van nature sowieso al dat ze heel erg praten in een soort vaktaal en dat is niet zo interessant. Voor de kijker is het veel interessanter als iemand praat alsof die tegen jou praat. Dat is een belangrijk iets.
L: Je had het net bijvoorbeeld over decorveranderingen en op een gegeven moment zijn jullie ook ketchup gaan gebruiken. Hoe heb je dat erdoor gekregen? R: Bloed, ja heel duur nepbloed is dat. Echt heel duur. Komt van Chanel.
L: Maar hoe hebben jullie dat er door gekregen? R: Dat gebeurde heel stapsgewijs. Dan schreef je een script en dan moest het naar het team en naar de politieproducers en die hadden zoiets van moet dat nou en moet dat nou en dan moest je echt overtuigen dat het voor het programma beter was en dat je dan meer naar de realiteit toeging. Soms zeiden ze oké en soms zeiden ze van nee en dat bloed dat ging dan wel weer goed. Er waren ook heel vaak dingen die niet werden gedaan.
71
L: Zoals? R: Uhm. Dat weet ik niet zo gauw, ze zijn gewoon vrij stug, het gaat bij hun niet zozeer om de mooi plaatjes en schitterende filmpjes, maar het gaat bij hun om de boodschap. Maar ze begrijpen niet dat de kijker alleen zin heeft in de boodschap als deze ook mooi verpakt zit. ‘T was een grote strijd om hele kleine dingetjes, maar het was ook wel weer een aardige strijd. Het heeft heel erg te maken met de politieproducers die er bij waren. Er waren er een aantal die waren erg oké en er waren er ook wat waarbij je dacht, mijn god, ga lekker wat anders doen.
L: Waarom denk je dat bloed realiteitsverhogend werkt? R: Om altijd maar weg te draaien als dat gebeurt dat is een beetje raar en niet van deze tijd. Ook omdat het gewoon overal te zien is. In CSI noem maar op zie je dat ook gewoon. En ‘t is een beetje raar dat je dat daar dan niet ziet. Het is niet zo dat het in stralen eruit moet spuiten ofzo, maar als iemand op de grond ligt en die is dood, dan is het raar als er geen bloed op zit en dan moet je dat doen. Je hoeft niet iedereen neergeknald te zien worden met bloedspuiten.
L: Was dat ook om de kijkcijfers? R: De kijkcijfers waren over het algemeen heel goed. Heel hoog ook.
L: Weet jij hoe de reacties waren op Opsporing Verzocht? R: Hoe bedoel je, in de loop der jaren? L: Ja R: Altijd redelijk goed.. Met name, het heeft altijd erg veel pers. Er wordt altijd in allerlei kranten wat geschreven. Vanavond in Opsporing Verzocht aandacht voor die zaak en die zaak. In de afgelopen jaren is dat wat minder geworden, maar met name daarvoor was er heel veel aandacht voor en keken mensen ook soms heel specifiek, omdat er aandacht was voor een bepaalde moord of wat dan ook. Er werd heel veel gebeld, dus het zal wel dat mensen dat heel interessant of leuk vonden.
72
L: Was er wel eens kritiek? R: Op de politiemensen natuurlijk die zo houterig praatten. Dat is ook het systeem waar ik me altijd bij heb afgevraagd hoe kan je dat doen? Elk politieteam wil een eigen politieman afvaardigen en je hebt niet een paar echt stevige woordvoerders. Dat hebben we er naderhand wel ingezet, maar je blijft een aantal mensen houden die nog nooit op TV zijn geweest, die dan ineens een script moeten gaan uitkruimen, die ze niet eens zelf geschreven hebben, wat wij hebben geschreven, waardoor je dat gewoon houdt. Als ze hun eigen teksten schrijven, of ze hebben een beetje mediatraining gehad dan is het al een ander verhaal. Dat is ook iets wat we uiteindelijk hebben gedaan is dat we aantal vaste mensen hebben gevraagd om te komen en dat werkte ook al een stuk beter. Maar je houdt sommige kleine regiootjes, het is allemaal erg verdeeld in regio’s en sommige willen gewoon een eigen persoon en dat zit je daar tenenkrommend, dat zijn dan de kleine. De grote Den Haag en Rotterdam enzo die hadden allemaal hun vaste mensen en dat werkte veel beter.
L: Maar er is dus een hele nauwe samenwerking, meer of minder dan aan het begin? R: Politie bepaalt gewoon, politie is een soort van sponsor in het programma zeg maar. Is heel vergelijkbaar. Je kan het vergelijken met een grote sponsor in het programma. Zij hebben alles te zeggen en wij moeten daar aan gehoorzamen, alleen kunnen we dat afzwakken of veranderen uit de know-how van TV.
L: Ik wil het graag even hebben over de publieke en commerciële omroepen. Weet jij aan welke kenmerken programma’s van de publieke omroep moeten voldoen? R: Jawel, maar dat is heel veel. Dat is ook een beetje een discussie op dit moment. Het moet van algemeen nut zijn, voor iedereen toegankelijk zijn er moeten geen invloeden van buitenaf in het programma komen, zoals sponsoring. Het hangt er een beetje vanaf welk segment. Opsporing Verzocht is informatief, met een doel, een
73
speciaal doel. En als je dat op de commerciële zenders gaat doen, dan wordt het al niet meer betrouwbaar. Betrouwbaarheid zit ‘m er in dat het zo neutraal mogelijk wordt gebracht en dat de politie erachter zit in plaats van sponsors.
L: Opsporing Verzocht wordt dus uitgezonden op de publieke omroep. Wat merk je hiervan terug? R: Wat bedoel je hiermee? L: Je zei net bijvoorbeeld dat Opsporing Verzocht niet uitgezonden had kunnen worden op een commerciële omroep. R: Nee, dan zou je een ander programma krijgen. Ze hebben ‘t wel eens geprobeerd, zoals van den Heuvel, die heeft toch zo’n programma gehad, maar dan wordt het niet zo’n programma dat je echt politiezaken hebt waarop mensen kunnen reageren, maar meer een soort beschrijving van situaties. Ja het wordt gewoon heel anders, je moet het heel sec houden zo’n programma. Op de BBC heb je Crimewatch, dat is net zo, daar heeft de politie vreemd genoeg veel minder te zeggen, maar dat komt omdat het heel anders van structuur is, daar ben ik ook wel eens een paar dagen geweest. En de presentator die het al heel lang doet die heeft heel veel macht, maar dat komt door het vertrouwen dat hij bij de politiemensen heeft. Maar de structuur in Engeland, ook qua politiedistricten enzo dat is daar ook heel anders. Minder kapiteintjes op het schip, zoals de KLPD die er hier tussen zit, dat hoeft van mij niet.
L: Dus het is onmogelijk dat een commerciële omroep samenwerkt met de politie? R: Nee is niet onmogelijk, dat geloof ik niet. Zoals ik al zei het is wel eens gebeurd en dan krijg je meer een Peter R. de Vries programma, meer het beschrijven van zaken. Je kan het naast elkaar neerleggen wij hebben ook dezelfde zaken gedaan. Het wordt heel erg neergezet, puntsgewijs, het mag niet gekleurd worden, terwijl Peter R toch echt wel gekleurde berichtgeving weergeeft in dat geval. Dan kun je je afvragen wat heeft meer effect, maar dat weet ik niet, soms denk ik dat het zelfs wel beter is, om dingen een beetje uit zijn verband te rukken, maar dat zal je bij Opsporing Verzocht niet zien. Ik weet nog wel dat we ergens hadden gedraaid voor Yoran, de zogenaamde moordenaar van Nathalee, en daar hadden we een donkere
74
jongen gebruikt. Maar dat kwam omdat er daar helemaal geen figuranten te krijgen waren, dus een slag donkerder dan de echte dader en dat heeft de koppen van de kranten gehaald, omdat we een zwarte jongen hadden gebruikt. Daaraan kan je ook merken hoe erg dat leeft. Het moet heel erg sec zijn, geen overdrijvingen, das het verschil tussen commercieel en publiek denk ik. Het programma Opsporing Verzocht komt heel betrouwbaar over.
L: Maar denk je dat ze in de jaren ook niet wat meer zijn gaan aanpassen naar commercieel idee? R: Ja, er kan wat meer, maar niet met een commerciële insteek. L: Maar denk je dat Opsporing Verzocht beïnvloed is door de komst van commerciële televisie? R: Nee, denk ik niet. Opsporing Verzocht is een instituut, sterker nog de politie heeft niet zoveel met Peter R. de Vries, want dat blijft een politieman voor hun en ze vinden het soms wel leuk wat hij doet, maar de manier waarop dat staat hun helemaal niet aan. Ze hebben een heel leven lang, dat ze leren hoe ze zich moeten gedragen in heel veel opzichten. Dat geldt dat ze dat ook in de praktijk doen, zo werken zij en dat merk je ook als je met ze samenwerkt, die hebben gewoon een vast stramien. Daar wordt niets aan veranderd.
L: Vind je Opsporing Verzocht een programma inherent aan de publieke omroep? R: Ja. L: Maar je hebt bijvoorbeeld het programma Wegmisbruikers van SBS, die werken ook samen met de politie.. R: Ja dat klopt, maar ik heb het idee dat dat toch een beetje anders werkt, maar hoe weet ik niet. Is gewoon een kwestie van filmpjes aanleveren door de politie, die zij goedkeuren denk ik en dat is allemaal al gebeurd. Bij Opsporing Verzocht moet de uitslag nog bekend worden.
L: Zijn er commerciële elementen terug te vinden in Opsporing Verzocht? R: Nee, niet dat ik weet.
75
L: En het gebruik van ketchup bijvoorbeeld? R: Ja, maar als je dat commercieel wil noemen. Het is meer naar deze tijd toe. Wat er gebeurt in de wereld, maar ik vind het het minst commerciële programma. Ik vraag me ook af of dat zou kunnen, dan gaat de geloofwaardigheid eraf.
L: Weet je hoeveel geld het kost om Opsporing Verzocht te maken? R: Nee geen idee. Er wordt wel veel geld uitgegeven, ploegen op locatie, kleine speelfilmpjes gemaakt, vier per week, dus je bent daar alleen al veel tijd aan kwijt. L: Speelfilmpjes, zeg je, reconstructies, die zouden toch ook sec gefilmd moeten worden? R: Maar dan krijg je weer dat de kijker het niet interessant meer vindt. Dat is een commerciële aspect misschien. Om die kijker maar te blijven boeien, moet je daar gewoon aan blijven werken na vijfentwintig jaar. Het zijn prachtige filmpjes om te zien en dat zijn speciale itemregisseurs die dat kunnen maken en die ook precies weten wat wel en niet mag in beeld. Soms zitten er ook valstrikjes in filmpjes. Dan staat er een tuinkabouter terwijl het in weze iets heel anders was. Om de verdachte uit de tuin te lokken, want op het moment dat de filmpjes worden uitgezonden, worden telefoons van verdachten meteen afgeluisterd. Om te luisteren of ze een reactie hebben op het programma.
L: Wat is er dan veranderd aan de reconstructies? R: Dat is flitsender geworden. Toch wel. L: Wat voor kenmerken, Montage? R: Het wordt sneller gemonteerd, het hangt ook een beetje van de itemregisseur af. Je ziet ietsje meer. De teksten zijn vlotter en ‘t wordt makkelijker bepraat, meer natuurlijker. Het zijn echt wel kleine toneelstukjes geworden. Vroeger was het wel een beetje houterig, betuttelend en moeizaam. In het allerbegin had je gewoon poppen en die zaten op fietsen en dan stond er iemand bij. Dan is er iemand omgekomen en dan ligt er zo’n pop op straat, zo was het vroeger. In alle jaren is dat veranderd in flitsende filmpjes, maar als je dat vergelijkt met Peter R. de Vries zie je toch een verschil. Ik vind dat ze mooier zijn gemaakt bij Opsporing Verzocht, maar
76
bij Peter R. de Vries lijkt het meer op een Amerikaanse TV-serie. In Opsporing Verzocht blijft het altijd toch wel heel erg dicht bij de waarheid.
L: Waarom lijkt het bij Peter R. meer op een Amerikaanse TV-serie? R: Omdat die veel meer, die schieten erop los en die vallen neer en bij Opsporing Verzocht, ik weet niet of je dat wel eens is opgevallen, zie je bijna nooit de hoofden van sommige spelers. Omdat het altijd politiemensen zijn die dat spelen en anders gaan mensen bellen zo van ‘ik heb die man gezien. Die staat op de hoek’. Bij Peter R. hebben ze gewoon figuranten en die worden ook helemaal in beeld gebracht. L: Dus jullie maken minder gebruik van acteurs? R: Ja af en toe. L: En bij Yoran ging dat dus mis? R: Ja.
L: Wat zijn de sterke punten van Opsporing Verzocht? R: Uhm. Die zijn er wel, maar ik weet niet meer zo goed wat. Ik vind dat het wel iets minder is geworden, maar dat komt ook wel door de mensen die er achter zitten. En Frits Sissing is bijvoorbeeld weg, en die was wel goed. Hij is heel neutraal en dat is ook wat een presentator van Opsporing Verzocht moet hebben. Hij moet heel neutraal zijn. Niet dat je te rood haar hebt ofzo. Je moet een beetje dat ‘guy next door’ hebben en dat had hij wel. ‘T is ook een kwestie van goed voorlezen, want je mag toch niets toevoegen en dat deed hij ook goed. Gewoon berichtgeving van belangrijke zaken in Nederland op een zo’n nauwkeurig mogelijke manier. Dat is denk ik wel het belangrijkste. En de respons die het krijgt, er wordt heel veel gereageerd en er wordt ook vaak wat opgelost.
L: Wat vind jij de minder sterke kanten in vergelijking met andere misdaadprogramma’s? R: De grote vinger die de politie in de pap heeft en teksten die de politiemensen moeten oplepelen die door redacteuren zijn gemaakt alsof het hun eigen teksten zijn. Waardoor ze altijd blijven hakkelen. Plus dat het vaak mensen zijn die geen media-ervaring hebben. Dat is het wel.
77
L: Naast de invloed van de politie. Merk je ook de invloed van de publieke omroep? R: Nee, die lieten ons heel erg rustig. Politie-invloed was er.
L: Hoe vond je dat om met hun samen te werken? R: Leuk, heel leuk want het is heel interessant om samen te werken met een toch wat moeilijke partner tot grote dingen te komen en ik vind het ook altijd erg leuk om te overleggen en dat moest daar heel erg. En dat je binnen grenzen moest proberen om creatief te zijn. Wel erg leuk. In zo’n filmpje binnen grenzen wat wel en wat niet mag of met teksten toch leuke dingen te bedenken. L: Kan je een voorbeeld geven van wat niet mag in zo’n filmpje? R: Ik vond het altijd erg leuk om die scriptjes te maken, maar ik had nog wel eens de neiging om een beetje door te slaan omdat ik dat leuk vind om te schrijven. Maar dan werd dat er allemaal uitgestreept, omdat je niet teveel creatieve woorden ofzo mag gebruiken. Binnen de grenzen wat mag moet je dan blijven en je gaat heel snel over die grens. Dat was wel heel grappig om te doen. L: Kun je daar één voorbeeld van geven? R: Dat weet ik niet meer zo goed, maar ik heb die scripts nog wel thuis. Soms heel erg kleine dingetjes, met een auto. Nee, ik weet het niet meer zo goed. ‘T is al gauw to much, en dat kan gewoon een woord zijn. Dan zeggen ze zo’n woord gebruiken we niet en dan moet je zeggen dat kan best wel een keer. Maar dat kan ook zijn bij situaties of handelingen.
L: Mocht je op een gegeven moment meer met woorden? Heb je daar nog in kunnen overtuigen? R: Jawel dat is een constante strijd, en heeft te maken met een kwestie van vertrouwen. Toen ik daar net kwam mocht ik veel minder, maar na drie jaar vertrouwen ze je wel en dan heb je toch wel de nodige credits opgebouwd. Dan kom je in Friesland en dan krijg je een team wat net begint en dan begin je weer helemaal van voor af aan. Ik heb wel eens meegemaakt dat ze willen dat je geheimhoudverklaringen tekent en anders zeggen ze niets.
78
L: Wat zou er aan het format van Opsporing Verzocht kunnen verbeteren? R: Het blijft gewoon een kwestie van met de tijd meegaan. Ik ben er nu zo’n twee of drie jaar weg en ik denk dat ze nog steeds zo bezig zijn als toen. Ze zouden wel weer wat verder mogen kijken, hoe de wereld weer veranderd is. En ook dat ze heel erg strict zijn, bijvoorbeeld Marokkaanse jongeren zijn vaak te zien in het programma, die worden altijd steenvast Noord Afrikaanse mensen genoemd. Dat soort dingen mogen ze van mij wel eens achterwege laten. L: Dat is een tekstuele verandering. En een stilistische verandering? R: Een nieuw decor. Sowieso de politiemensen moeten een keer aardige pakjes hebben. En ik vind het huidige presentatieteam ook niet zo goed.
L: Door wie werden de teksten, zaken en inhoud bepaald? R: Combinatie van politie en redactie. De politie komt met zaken die in het land zijn gebeurd, daar kan ik uit kiezen welke ik dan in het programma wil. Er zijn twee programma’s op een avond live, dan koos ik zo’n 4 tot 6 tot 8 items, die ik dan in het programma wilde hebben en de mensen werden dan door redacteuren gezocht. Dan werd het verhaal opgeschreven, daar ging de redacteur mee aan de slag, dan werd er een filmpje gemaakt dan gingen er politieproducers mee naar de studio en die kregen dan het verhaal mee wat wij hadden geschreven.
L: Dus jij koos dus de verhalen? R: Ja, in overleg. Soms was er iets dat heel dringend in de uitzending moest en soms hadden we iets wat op het laatste moment uitviel. Dat verschilde. Als er een babylijkje werd gevonden, dan moest dat er altijd gelijk in. Iemand die net was ontsnapt uit een Tbs-kliniek en gevaarlijk was, dan moest dat er ook gelijk in. In het begin was dat vaak, dan hadden ze zaken van vijf jaar geleden, daar wisten mensen vaak niets meer over. Dat hebben wij ze ook aangegeven, dat hoe eerder de politie komt met een zaak, hoe beter. Dat was ook waarom het aan het begin niet lukte, hadden ze zaken van tien jaar daarvoor en dat sprak niemand aan. Het gaat erom dat ze hele actuele zaken hebben, dat moeten ze niet veranderen. Bij wijze van spreke gister is er iemand vermoord moet het er vanavond inzitten. Ik zou
79
persoonlijk, als het om vernieuwing gaat elke dag twee zaken in een kort blok, na het journaal. In plaats van één keer per week. T is toch te gek, dat in de zomer hadden ze, tenminste dat was toen, twee maanden ofzo geen Opsporing Verzocht, terwijl de criminaliteit gewoon doorgaat. Dat is belachelijk en de invloed van de publieke omroep. Dat zou bij de commerciële niet zo snel gebeuren denk ik. Met vakantie gaan, omdat iedereen van de publieke omroep met vakantie gaat.
L: Maar hoe houdt je het programma interessant voor de kijker? R: Door constant te vernieuwen, nieuwe dingen toe te voegen. We hebben wel eens periodes gehad waarin elk weekend twee overvallen op een pompstations hadden. Op een gegeven moment hadden we zoiets is er ook nog iets anders gebeurd. Dat merkt de politie dan weer niet, dan moet je zeggen misschien moeten we een keer wat anders laten zien. Dat soort veranderingen.
L: Denk je dat de manier van Opsporing Verzocht de beste is? R: Ja, dat is na zoveel jaar wel bewezen. L : Dus ze moeten wel authentiek blijven, zoals ze op dit moment zijn? R: Ja dat denk ik wel ja. Ja want het is gewoon een instituut en het werkt ook in Engeland en een heleboel andere landen. Want we zijn toen bezig geweest met een soort van internationaal programma, met al die landen in Europa, maar dat is helaas een beetje mislukt, er zijn er toen een paar uitgezonden. Met zaken die in heel Europa speelden. Dat was een heel goed iets en daar was ik graag mee doorgegaan. Maar de politie in al die verschillende landen. Dat heeft dan ook weer allemaal haken en ogen dat het bijna niet realiseerbaar was. Dat was wel erg jammer. Er is absoluut nog steeds vraag naar. Het zou in ieder geval erg goed kunnen werken, want het is niet zo dat een crimineel bij de landsgrenzen stopt. Criminelen die in Spanje of Nederland wat hebben gedaan en andersom.
L: Hoe werkt Opsporing Verzocht als instituut in Nederland? R: Goed dat zit gewoon in de samenleving, dankbaar hulpmiddel van de politie en er zijn in de loop der jaren heel erg veel zaken opgelost. Mede dankzij Opsporing Verzocht.
80
L: Staat de productie open voor veranderingen? R: Ik denk t niet. Ja wel een beetje. Never change a winning concept. T gaat nog steeds goed, maar als de kijkcijfers instorten, dan gaan ze dat waarschijnlijk wel doen.
L: Je hebt mij wel eens iets verteld over de netprogrammering, toen het van één naar twee ging. R: Er is een hele groep vaste kijkers, die vijfenzestig plus is. En die kijken altijd naar Nederland 1, dus ook naar Opsporing Verzocht en als Opsporing Verzocht dan naar Nederlands 2 gaat, dan kijken ze gewoon naar Nederland 1. Groot deel van de kijkersgroep en ook een belangrijke groep, omdat ze erg nieuwsgierig zijn, zien ze ook veel. Ze bellen ook veel.
L: Maar hoe kan Opsporing Verzocht dan meer jonge kijkers trekken? R: Dat is een groot probleem en dat is ook datgene wat het programma ook ooit gaat nekken, omdat je toch niet de ‘Peter R. de Vries-stijl’ er op na kunt houden is het voor jonge kijkers die gewend zijn aan CSI en noem maar op, die kijken liever naar een gewone serie dan dat ze kijken naar Opsporing Verzocht.
L: Denk je dat Opsporing Verzocht daar wat aan zal moeten veranderen? R: Ik weet niet hoe, maar ik denk dat ze een jongere versie moeten maken, dat hebben we wel eens geprobeerd met alleen maar zaken met jongeren tot en met vijfentwintig jaar of zoiets. Dat zou op zich een leuk concept ook zijn.
L: Wat waren de reacties van het publiek over het programma? R: Goed. L: Maar dat publiek werd gekenmerkt door vijfenzestig plussers? R: Nee niet alleen maar, maar dat is een groot gedeelte wat naar Nederland 1 kijkt.
L: Denk je dat Opsporing Verzocht nog lang zal blijven bestaan? R: Zeker nog vijf jaar.
81
L: Ook al ze niets gaan vernieuwen? R: Ze moeten wel vernieuwen. Al zijn het maar kleine dingen, anders is het snel afgelopen. L: Met meer sensationele elementen? R: Ja dat vind ik wel. Je moet met je tijd meegaan. Of de politie nu wil of niet, ze moeten wel.
82
Bijlage 2
Transcript Anne Marie Wegman: Oud eindredacteur Peter R. de Vries. 10 april 2008
L: Je hebt bij Peter R. gewerkt wanneer was dat? A: In twee verschillende periodes, in het begin van het programma. Het programma is gestart in augustus of september 1995 en ik ben er in januari 1996 bijgekomen als eindredacteur en toen heb ik er gewerkt tot.. Eigenlijk twee seizoenen tot 97/98 en toen ben ik er weg gegaan. Toen ben ik in de zomer van 2002 weer teruggekomen tot ongeveer de zomer van 2004.
L: Je vertelde dat je daar eindredacteur was. Wat waren je taken? A: Het aansturen van de redactie. Het bijhouden van welke redacteuren waar mee bezig waren, welke dossiers daar uit stonden. Maar ook wat voor een post en telefoontjes er binnen kwamen, een groot gedeelte deed ook de secretaresse van Peter, maar een gedeelte kwam ook bij mij voor een eerste selectie. Uiteindelijk kwam dat dan bij Peter, maar wij maakten al een selectie van dit zou wat kunnen zijn en dat dan weer niet en verder de website, in de tweede reeks van Peter heb ik ook de website mee bijgehouden.
L: Hoe moet ik me dat voorstellen. Hoe groot was die redactie? A: Dat verschilt een beetje, in mijn eerste periode zaten er vier of vijf redacteuren, een stagiair inhoudelijk, een flink productieteam en een aantal verslaggevers en een aantal mensen die op de productieafdeling werkten. Alles bij elkaar zo’n twintig mensen.
L: En dat was voor één keer per week? A: In het begin, dat was in 1996 was het een programma dat één keer per week werd uitgezonden. Volgens mij was het een wekelijks programma gedurende een periode. Toen is het in 1997 een programma geworden wat elke dag werd
83
uitgezonden, twintig minuten ’s avonds om half elf en daar was het onderdeel van een blokje op RTL met na ons geloof ik weer het sportnieuws en shownieuws. Dus het was echt een programma van een uur, met daarin sport, misdaad en show. Dat heeft een tijd bestaan en daarna is het weer terug gegaan naar een andere frequentie.
L: Even iets over de geschiedenis van het programma. Hoe is het programma ontstaan? A: Peter heeft in de jaren negentig met Jaap Jongbloed het programma Crimetime, het latere Deadline, opgericht. Daar ben ik toen nog bureauredacteur geweest. Uiteindelijk was bij dat programma Peter Kontant betrokken, misdaadjournalist en algemeen journalist. Uiteindelijk is Peter daar weggegaan en er zijn toen ook al wel gesprekken begonnen over een eigen programma voor hem. Dat is in de zomer van 95 van start gegaan en dat werd gemaakt door John de Mol producties.
L: Een voorbeeld is dat Opsporing Verzocht echt op de buis kwam om misdaden op te lossen. Waarom was Peter R nodig? A: Ik ben niet bij de start van het programma geweest, dus ik weet niet uit welke grond dat toen gekomen is. Wel dat wat Crimetime, wat later Deadline was en dat nu Vermist is, was al wel heel duidelijk dat dit programma’s waren wat het publiek aansprak. Er werd gewoon voor veel zaken, door middel van publiciteit werd daar toch nog wat in bereikt. Kwamen ook veel mensen, en dat is denk ik wel belangrijk, die aanklopten bij Crimetime of bij Peter die ook schrijvend journalist was, die ook zaken over het voetlicht wilde brengen. Gewoon om daar aandacht voor te vragen en die bij Opsporing Verzocht afgewezen werden, want het had geen opsporingsbelang en er waren andere zaken die voorgingen en die mensen stootten elke keer hun hoofd en dat heeft denk ik wel meegespeeld bij de opstart van het programma.
L: Is het programma al die tijd hetzelfde gebleven? A: Nee, daar heeft wel verandering, groei ingezeten. Alleen de verandering van een wekelijks naar een dagelijks programma, dat was heel erg intensief, want we gingen in ene van opname naar live, dus dat vraagt al een hele andere werkwijze, dus dat is
84
al anders geweest. Uiteindelijk de werkwijze binnen zo’n redactie wordt ook wat professioneler. Je hebt een aantal mensen op die redactie die daar al vanaf het begin meelopen. Met mij in januari 96 is bijvoorbeeld Kees van der Spek gestart, die kwam toen als schrijvende journalist van ik meen de Alkmaarder Courant en die heeft zich inmiddels, gedurende al die jaren dat het programma loopt zo ontzettend ontwikkeld tot een allround misdaadjournalist en de rechterhand van Peter. Dus Kees weet bijvoorbeeld al die ins- and outs van al die dossiers, dus dat alleen al zorgt dat het programma zo’n sterke basis heeft gekregen, dat daardoor ook wel wat werkwijzen zijn veranderd in de loop der jaren.
L: Weet je waarom ze op een gegeven moment veranderd zijn naar dagelijks en dat ook weer terug hebben gedraaid? A: Ik denk dat het qua kosten uiteindelijk een te groot ding is geweest. RTL dacht, ‘nee dit is niet wat we dachten van dit blokje sport, crime en show’ en ik vermoed dat we daar te weinig aan kwaliteit in hebben kunnen leveren, dat ook Peter gezegd heeft van ‘dit moeten we niet doen’.
L: Je zei al dat er bij Peter zaken op werden gepakt die door anderen niet opgepakt werden. Zaten hier nog meer verschillen in? A: Wat ik vind, is dat er bij Peter dingen werden opgepakt en dat zag ik niet zozeer bij Opsporing Verzocht was het menselijke aspect bij zaken. De interesse in nabestaanden, slachtoffers en hoe daar mee omgegaan werd. Opsporing Verzocht is toch meer sec. Dit is er aan de hand. Dit willen we als politie en dat werd in mijn ogen ook wel eens knullig gebracht. Dan werd er een politieman neergezet, die geen televisie ervaring had en dat was een beetje houterig vaak vond ik. En dat werd bij ons.. Haha.. Peter R. de Vries filmisch in beeld gebracht of er werd iemand in beeld gebracht op een locatie en dat gaf al een totaal andere sfeer en dus ook meer emotie mee dan bij Opsporing Verzocht.
L: Hoe waren de reacties op het programma? A: Ja goed over het algemeen. Er zijn natuurlijk altijd mensen die een persoon, zoals een presentator vervelend vinden, dat die zich met dingen bemoeid waarmee die
85
zich niet moet bemoeien of dat die eigen rechter speelt. Dus voor- en tegenstanders heb je altijd gehad ook om het persoon Peter R. de Vries, maar de dingen die het programma bereikt heeft, zaken waar ze betrokken zijn geweest bij de oplossing daarvan en de manier waarop heeft over het algemeen alleen maar respect opgeleverd en positieve reacties opgeleverd. Ik weet niet hoe dat nu is, en ik kan me ook wel voorstellen dat dat misschien veranderd is, omdat Peter ook politieke aspiraties heeft getoond en dan uiteindelijk is dat niet gelukt en dat zijn natuurlijk ook dingen hoe er naar hem gekeken wordt en dat straalt ook weer af op zijn programma. Oké ‘t is een beetje speculeren, maar daar zal best iets in veranderd zijn. Over ‘t algemeen heb ik ook wel ervaren bij familie en vrienden dat ze zeiden ‘ja maar die man zus en zo’ en dat ik m dan ging zitten verdedigen met alle recht van spreken vond ik toen. Dus die tegenstand is er wel. Maar ik blijf altijd bij mijn standpunt staan. Ik ben er trots op dat ik voor dat programma heb kunnen werken. Het aantal zaken dat er is opgelost en ik ben het echt niet altijd eens geweest met keuzes enzo, maar ‘t is beslist een programma waarbij ik denk dat het bestaansrecht heeft.
L: En de Yoran van der Sloot kwestie. Heb je daar een mening over? A: Ik heb het programma gekeken en net als iedereen de promo’s in de aanloop gezien met de hele mediaheisa eromheen en dan denk ik. Ja die hele mediaheisa eromheen, die vind ik het programma weer niet aan te rekenen, want dat is wat anderen ermee doen. Ik had ermee als programmamaker.. Ik had het chiquer gevonden als het milder was gebracht. Iets minder op de bost klopperig was gebracht, maar dat zeg ik als kijker vanaf de buitenkant. Ik weet niet wat de afwegingen intern zijn geweest en ik heb het programma gezien met gemengde gevoelens. Ik heb Peter ook ge-sms’t. Ik heb hem na de uitzending ge-sms’t dat ik hem feliciteerde met het resultaat, want dat vond ik een mooi resultaat, maar dat ik het niet het mooiste programma vond wat hij ooit had gemaakt. Ik had wel wat kritiek op hoe dingen verteld werden of in beeld gebracht werden.
L: Kun je daar een voorbeeld van geven?
86
A: Ik vond het bijvoorbeeld heel verwarrend dat er bepaalde statements, introotjes van Peter waren opgenomen, al rijdend in een auto en dat wekt bij mij als kijker het gevoel op ‘oké je gaat nu ergens naar toe’, dus dat heeft daar mee te maken. En dan had ik net Patrick van der Eem zien rijden in Nederland en dan zag ik Peter rijden wat op Aruba was. Ik was op een gegeven moment het tijdsbesef kwijt, wat speelt er nou in die paar jaar geleden dat je die reportage hebt gemaakt en wat is er van nu. Dat vond ik niet duidelijk. En ik vond dat Patrick van der Eem aan het begin al te erg werd geïntroduceerd, waarbij hij zichzelf al introduceerde op het strand lopende meen ik. Terwijl dat daar nog helemaal niet aan de orde was en toen kwam er nog een introductie en dat zijn dingen van waar ik denk. Dat had eruit gemogen. Dat had compacter gekund.
L: En heeft Peter daar nog op gereageerd? A: Nee, maar die heeft tienduizend sms’jes gehad. Daar ging ik ook niet vanuit. We hebben nog wel eens per email contact ofzo.
L: Even iets anders. Ik zou graag wat vragen over de publieke en de commerciële omroepen wat vragen willen stellen. Weet jij aan wat voor een kenmerken programma’s van de publieke omroep moeten voldoen? A: Kenmerken wat bedoel je daar mee? L: Bijvoorbeeld, Omroep MAX heeft dat ook. Het moet borg staan voor kwaliteit, het moet voor iedereen toegankelijk zijn, het moet een goede representatie van de bevolking zijn. Zie je zulke waarden ook terug in een programma zoals Peter R. de Vries? A: Ja, dat vind ik moeilijk. Ik vind dat een programma een doel dient, dat het een journalistieke zaak uitoefent als luis in de pels van politie en justitie en soms collega journalisten en daarmee een heel duidelijk bestaansrecht heeft en ben ik het niet altijd eens met de manier waarop dat gebeurt en dan mag het wat minder ronkend wat mij betreft, zou ik persoonlijk chiquer vinden. L: Kun je daar ook een voorbeeld bij geven? A: Nou. Nou ja, om een voorbeeldje te geven. De promo’s van Yoran van der Sloot, dat zijn alleen wel dingen waar ik niet betrokken bij ben geweest, want toen was ik
87
al hoog en breed weg. De promo’s van Yoran van der Sloot. Peter op t strand bij een zonsondergang op Aruba, dat was voor mij betreft een zo dik aangezette tekst. Bijna een roffel op de borst, die ervaar ik eerder als contraproductief om de kijker over de streep te trekken, dan als productief. En terwijl ik het zeg, denk ik, de kijkcijfers geven me ongelijk, want er keken zeven miljoen mensen. Maar een persoonlijke mening. Het stoort mij.
L: Zijn er ook kenmerken aan te wijzen bij commerciële programmavoering? A: Wat mijn gevoel is bij het maken van programma’s bij commerciële zenders is dat je sowieso een zo groot mogelijk publiek dient te bereiken. Je maakt je programma voor de grootste gemene deler, maar daarmee moet je als programmamaker geen afbreuk doen aan de inhoud van je programma en wat je wil vertellen en ik denk dat dat bij Peter niet gebeurt en dat hij wel heel duidelijk zijn eigen koers vaart. En daarin ook heel erg de vrijheid krijgt door zowel Endemol, waar het programma al jaren door gemaakt wordt, als van SBS, die het nu uitzendt. Dat daar een hele goede wisselwerking tussen is. Er wordt hem niet veel in de weg gelegd, zo van denk aan de komende kijkcijfers of zoiets dergelijks. Tenminste dat idee heb ik niet. Ik heb als programmamaker bij dat programma, nooit ervaren van we doen dit wel of we doen dit niet, vanwege kijkcijfers, marktaandelen of wat dan ook. Die afweging heb ik nooit hoeven te maken voor mijn gevoel.
L: Peter R. werd dus uitgezonden op een commerciële zender. Waarom werd hiervoor gekozen denk je? A: Ik vermoed, want Crimetime was van de Tros, want er waren al contacten bij de Tros. Dat hij simpelweg benaderd is door RTL, ‘wij hebben een programmaideetje, kunnen we een keertje praten?’ Of hij heeft RTL gebeld, met ‘ik heb een programmaidee. Hebben jullie misschien interesse?’
L: Denk je dat Peter R. een programma is dat inherent is aan commerciële programmavoering?
88
A: Ik denk wel dat hij bij de commerciële meer kans heeft gekregen, dan hij bij de publieke gehad zou hebben. Ik denk dat hij bij de publieke veel meer aan banden of beperkingen gelegd zou zijn, dan dat dat bij de commerciële het geval zou zijn geweest. Ik denk wel dat hij door John de Mol producties en de persoonlijke bemoeienissen van John de Mol geworden is tot de programmamaker die hij nu is. Ik denk niet dat dat binnen de publieken zo gelukt was. Ik weet ook niet of hij daar ook happy mee geweest was. Daar is hij de man niet naar. Hij heeft John de Mol heel hoog zitten, terecht heel hoog zitten en met zulke mensen om hem heen door floreert hij ook in.
L: Welke commerciële elementen kun je terug zien, of terug vinden in het programma? A: Om te beginnen met de breakes. De reclameblokken, goeie hè, die zie je dan bij de publieke niet. Dat is wel één van de nadelen bij de commerciëlen. Ik denk ook de lengte van het programma. Ik weet niet wat nu de officiële lengte is voor Peter R. misdaadverslaggever afgesproken is. Maar in de tijd dat ik daar eindredacteur was, was het meer regel dan uitzondering, dat ik ging bellen na de opnames met de afdeling eindregie daar, zo van ‘jongens mogen we langer worden’. De programma’s waren zodanig en scoorden zodanig dat het ook geen probleem was, maar daarom was ook de rek langer. Er ontstond ook een beetje een houding, naar mijn gevoel van ‘maakt niet uit’, we kunnen het toch wat langer maken. Wat ik dan weer niet zo handig vind. Je bepaalt een bepaald bedrag voor een lengte programma en als jij daar gratis extra programma bij gaat leveren vind ik dat zakelijk niet zo slim. Ik weet niet of daar inmiddels wat anders in is afgesproken. En ik vind het persoonlijk als programmamaker niet altijd een pré als je programma langer wordt, want je moet binnen de gestelde tijd van vijftig minuten, in mijn ogen, goed een verhaal kunnen vertellen. Tuurlijk is het heel fijn als je soms vijf minuten extra kunt hebben. Maar twintig minuten of een half uur extra. Daar wordt een uitzending niet altijd beter van. Ik vind dat sommige dingen dan ook gaan trekken en dat er in gevallen herhalingen vallen, dat het soms ook bondiger verteld kan worden. Mijn indruk is, dat het de laatste jaren alleen maar langer wordt. Ik zie daar niet altijd aan af waarom het langer moet. Dat vind ik persoonlijk jammer.
89
L: Je noemde net al de reclames. Daarvoor zie je vaak cliffhangers. Wordt daar naar toe gewerkt? A: Ja noodzakelijk, omdat je die 6, 7, 8 minuten reclame moet overbruggen, dus hou je daar bij het draaien en bij het monteren rekening mee.
L: Dan had ik nog wat vragen over het programmaformat. Heb jij een idee hoeveel het kost om zo’n programma te makten? A: Nee geen idee, maar dat heb ik ook niet bij het programma waar ik nu bij zit. Maar ook vanuit het oogpunt dat ik het ook niet wil weten. Zodra het over geld gaat zakt bij mij het luik. Ik zorg bij mijn eigen werk dat ik mij met de inhoud bezig hou en dat ik geen onvoorziene uitgaven doe, daar overleg ik mee met degene die daar over gaat. Maar ik wil nooit iets over geld weten.
L: Maar je weet toch wel hoe het wordt betaald? A: Ja de zender wil een aantal afleveringen en die betaald dat weer aan de productiemaatschappij. Zij betalen dat weer uit reclame-inkomsten. Ze weten dat Peter scoort als een dolle en de mensen die over de reclames gaan, die zullen daar wel de grote jongens omheen zetten.
L: Hebben jullie eigenlijk wel eens reclame in het programma gehad? A: Nee. Ik weet wel dat Peter rijdt in een BMW, op een gegeven moment hebben we een leader opgenomen, waarin ook zijn auto te zien was en ik weet wel dat Endemol toen zoiets had van, was dat echt nodig? Dus dat snap ik ook wel.
L: Wat maakt het programma zo sterk? A: De naamgever van het programma. Peter R. de Vries. Vanwege zijn journalistieke achtergrond. Vanwege zijn doorbijten. Vanwege zijn vasthoudendheid. Vanwege zijn kennis van zaken. Vanwege zijn niet bang zijn voor autoriteiten. Autoriteiten moeten gezag verdienen en dat is niet iets wat ze automatisch van hem krijgen. En tegelijkertijd zitten daar ook dingen in, die tegen hem kunnen werken. Dat drammerige, doordrammen en doorbijten en maar doorzagen, dat is ook iets wat
90
mensen kan irriteren. Maar zijn vasthoudendheid en kennis van zaken. Dat zijn beslist sterke punten. Het feit dat de zaken die gebracht worden op een hele toegankelijke manier gebracht worden. Daar waar juridische termen voorkomen, die uitleg nodig hebben, wordt die uitleg ook gegeven. Soms ook in iets teveel detail misschien. Je hoeft niet altijd alles precies te weten om de rest van het verhaal precies te weten. De helderheid denk ik ook.
L: Je noemde net al zijn drammerigheid. Zijn er nog meer minder sterke kanten? A: Uhm.. L: Dan heb ik het ook over het hele programma, niet alleen Peter. A: Niet zozeer het programma denk ik. Er wordt bijvoorbeeld heel goed gekeken naar muziek voor onder de items bijvoorbeeld. Ik weet dat bepaalde redacteuren daar wel heel erg mee bezig zijn. Maar dat we op een gegeven moment ook wel grapjes hadden van niet weer die cd. Doe eens een keer wat anders. Coldplay of weet ik wat er allemaal onder zat. L: Want hoe wordt die muziek gekozen. Welke sfeer willen jullie neerzetten? A: Dat doen de redacteuren zelf en ik weet wel dat er een paar zijn die daar ook heel erg lol in hebben om daar zo goed mogelijke nummers bij te zetten. Maar de sfeer hangt af van de reportage. Een dossier dat gaat over een vermist kind is anders dan een dossier dat gaat over een voortvluchtige moordenaar. Om een voorbeeld te geven van hoe belangrijk muziek is. Volgens mij was dat bij Yoran van der Sloot dat er een nummer was van U2. Kees van der Spek heeft daar het nummer van U2 onder gezet en daar bleek ineens weer heel veel vraag naar te zijn.
L: Wel grappig dat je dat zegt, want ik heb me juist een beetje gestoord aan het gebruik van muziek in die uitzending. A: Ja het kan heel sturend zijn. Wel grappig, het heeft mij bij Yoran niet gestoord. In ieder geval niet dat ik me kan herinneren.
L: Zitten er sensationele onderdelen of ontwikkelingen in het programma?
91
A: Uhm.. Nee, maar dan zeg ik het meer als kijker, dan de twee seizoenen dat ik daar heb gezeten. Je hebt nu wel meer dingen met internet, waardoor je ook eerder met kinderpornoverhalen komt enzo. Ja, door zo’n soort onderwerp kan dat al snel naar sensatie rieken. Ook als zulk soort onderwerpen aan de orde komen is dat bij hooggeplaatste personen. Nee ik kan daar niks over zeggen vanuit mijn eigen ervaring als eindredacteur daar. Ik heb niet het idee dat in de tweede periode er meer sensatieachtige verhalen waren dan daarvoor, wel dat er heel duidelijk dat er een beter besef was op de redactie hoe je dingen als verhaal beter kunt vertellen. Dat de reportages beter werden. Peter is daar zelf natuurlijk ook in gegroeid. Toen ik daar in 96 begon, had hij geen noemenswaardige TV-ervaring. Inmiddels doet hij dat acht of negen jaar en weet hij echt wel waar hij het over heeft.
L: Was het mogelijk om veranderingen aan te passen in het programma? A: In welk opzicht? L: Zowel tekstueel als stilistisch? A: Ja, ja, ja. Met Peter in het begin ook hele zondagmiddagen. Peter, Bert Voskuil en ik om teksten te schrijven. Met recht kommaneuken. Het moet juridisch kloppen, het moet begrijpelijk zijn, je moet het verhaal neerzetten en dat waren best intensieve sessies. Dat ging daarna een stuk sneller, want je weet hoe je dingen moet vertellen inmiddels. Maar hij is zeker gevoelig voor wijzigingen, kritieken of aanpassingen daarbinnen.
L: Kun je ook een stijlverandering opnoemen die heeft plaatsgevonden? A: Een dingetje wat nu regelmatig als stijl voorbij komt, maar dat zie ik meer als kijker dan als maker en dat is, dat er nu vaak gebruik wordt gemaakt van een soort mijmeringen van Peter. Dat ze ergens naar toe rijden in een auto en dat Peter zegt van ik was met een zaak bezig, dat er een soort van mijmering, eigen voiceover komt en dat is wel iets wat er in het begin niet in zat. Dat geeft al wel een andere, bijna filmische manier van vertellen eraan.
L: Even over de reconstructies. Op welke manier werden deze gebruikt?
92
A: Die werden gebruikt om bijvoorbeeld te laten zien of een getuigenverklaring klopt met wat er vertelt is. Een verhaal waarbij dat heel erg duidelijk was is de dubbele carnavalsmoord in Helmond, zeg ik uit mijn hoofd. Daar was een vrouw die had verklaard dat er een jongen was die daar had gelopen, of daar en daar naar binnen was gegaan, zo zeg ik uit mijn hoofd. Sowieso was er een lantaarnpaal voor het huis en stond er een auto zus en zo. Toen was de vraag bij ons en het politieonderzoek. Ik geloof dat er klakkeloos werd aangenomen dat het klopte wat ze gezien had, maar daar bleek nog wel wat kritiek op te zijn. Toen zijn we het aan de hand van een reconstructie gaan bekijken. Dat huis, die lantaarnpaal, die weersomstandigheden. ’s Avonds. Die en die auto stond daar, maar kan zij gezien hebben, wat zij verklaart gezien te hebben, dan is je camera point of view van de vrouw en dan blijkt dat ze dat niet gezien kan hebben. Dan heb je daarmee heel duidelijk laten zien, dat niet alles dat verklaard is, is waar. Dat wil niet zeggen dat die mevrouw bewust een valse verklaring heeft afgelegd. Ze is er van overtuigd dat ze het gezien heeft. Maar ze kan het niet gezien hebben. Maar daar is dan wel iemand op veroordeeld. Dus dan heeft zo’n reconstructie duidelijk, daarin een hele visuele rol. Dat kan je niet zo vertellen. Dat moet je zien.
L: Is er nog iets veranderd in die stijl? A: Ik denk dat de stijl van draaien, van reconstructies maken, filmischer is geworden. Dat het inderdaad meer richting drama is gegaan. Ik bedoel stilistisch gezien, dan dat in de beginperiode was. Bijvoorbeeld ook de muziekdingetjes, bijvoorbeeld zo’n mijmering, maar ook het verteltempo ligt denk ik lager dan in het begin. In het begin waren het meer compacte reportages, waarin we reconstructies meenamen en waarbij de zaak werd neergezet en nu is het meer sfeer weergeven er zitten meer sfeerelementen in. Ik denk dat dat het belangrijkste verschil is voor mij.
L: Waarom denk je dat ze dat zo hebben gedaan? A: Ik denk dat dat enerzijds de ontwikkeling is van de redacteuren en verslaggevers zelf in de loop der jaren dingen bijleren en een andere stijl krijgen en dat dat ook iets is, wat ook bij het publiek aanspreekt. Niet dat dat om die reden gedaan is, maar ik
93
denk wel dat mensen daarin meegroeien, dat het op die manier vertelde verhaal beter blijft hangen. Voor mijn gevoel is dat wel iets dat meespeelt. Meer filmisch.
L: Wat voor toon wilden jullie neerzetten in de gesprekken? A: De toon is in elk geval altijd journalistiek geweest, dus ook kritisch naar politie en justitie enzovoort, maar ook kritisch ten aanzien van ouders van of van moordenaars of wat dan ook.
L: En werd er aan het begin gekeken naar andere misdaadprogramma’s? A: Ja nog steeds, maar dat heeft ook te maken met de hoek van misdaadjournalistiek, dat je blijft kijken wat anderen doen, dus je kijkt welke zaken andere programma’s behandelen. Misdaadjournalistiek is daarom misschien ook een beetje een raar iets binnen televisie. Ik werk er allang niet meer, maar ik volg nog wel altijd met een schuin oog wat er gebeurt, met een half oog inmiddels, maar als je erin zit, dan volg je dat allemaal, soort van beroepsdeformatie.
L: Wat denk je dat het beeld van Opsporing Verzocht is bij Peter R? A: Kijk aan het begin was Opsporing Verzocht erg aan de leiband van justitie, er werd niets uitgezonden wat geen go had van justitie. Zij deden ook geen reconstructies. Inmiddels doet Opsporing Verzocht ook reconstructies. Dus het heeft wel degelijk een functie, zo’n reconstructie, dus het helpt wel degelijk om dingen zichtbaar te maken en daarom ook betere tips binnen te krijgen. Dus dat is wel iets wat veranderd is. En Peter werkt ook regelmatig met politie en er zijn ook wel officieren van justitie die meewerken, alleen worden sommigen wel teruggefloten, want er ligt een afspraak met Opsporing Verzocht.
L: Dus die band is dan wel veranderd? A: Tussen de programma’s is geen samenwerking, want de één is voor commerciële en de ander voor de publieke. L: Maar vooral ook dat Peter best wel veel kritiek had op politie.
94
A: Kritiek op het feit dat bijvoorbeeld bij Opsporing Verzocht zaken werden afgewezen die wel degelijk aandacht verdienden, maar omwege allerlei afwegingen binnen justitie niet aan bod kwamen.
L: Vind je Opsporing Verzocht een goede manier om misdaden op te lossen? A: Ja, het is compleet tegenstrijdig met wat ik net zei met het volgen van misdaadjournalistiek, maar Opsporing Verzocht kijk ik dus eigenlijk nooit meer, dat is voor mijn gevoel geen misdaadjournalistiek. Weer een pinpasrover die voor een automaat staat met een capuchon op. Ik kan er op de één of andere manier ook slecht naar kijken nu Anniko van Santen het presenteert. Dat zijn voor mij nog zo. Ik geloof ze er niet in ofzo. Ik vind ze niet geloofwaardig. Nelleke van der Krogt en mannen zoals Frits Sissing, waren wel meer mensen die ik daarin geloofde. Ik geloof Anniko van Santen niet. Dat is t ook een beetje en dat is misschien ook een beetje de crux. Er zitten presentatoren, die niet precies weten waar de zaken over gaan. Ze presenteren en dat vind ik juist de kracht van een programma zoals Peter R. de Vries of een programma zoals, wat van den Heuvel deed en wat Jaap Jongbloed doet bij Vermist, die weten wel waar ze het over hebben. Het is hun vak en dat is wat ik er aan afzie. Dat zit niet bij Opsporing Verzocht. Ik voel geen betrokkenheid, ik voel geen hart voor de zaak, ik voel geen oprechte verontwaardiging, ik voel geen en nu zullen we verdomme eens tot de bodem gaan om het uit te zoeken. Je kan bij wijze van spreke net zo goed het dossier voorlezen, dat is wel heel erg zwart wit gezegd. Op het moment dat ik bij De Vries een dossier zie langs komen dat mooi gemaakt is en aandacht besteed is aan hoe het eruit ziet. Waarbij de mensen waarom het gaat, betrokkenen in hun waarde worden gelaten en hun zegje kunnen doen en advocaten aan de tand gevoeld worden en officieren kritisch benaderd worden of wat dan ook, dan voel ik daar meer bij dan bij Opsporing Verzocht en dus raakt het mij veel meer en vind ik het prettiger om naar te kijken.
L: Vind je dan dat de moeder van Natalee in haar waarde is gelaten? A: Dat denk ik wel, maar ik had wel als kijker, met name toen zij zat te kijken naar de beelden en het verhaal van Yoran. Ik had als eindredacteur nooit de keuze
95
gemaakt om te laten zien dat zij naar het schermpje kijkt en hoe zij hoort dat hij vertelt wat hij op het laatste moment met haar dochter heeft gedaan. Daarvan dacht ik, ‘haal dat er maar uit’. Ik vind dat niet sjiek. Ik heb dat zelf gezien, ik weet dat zij dat nu ook zit te kijken, maar ik hoef daar geen getuige van te zijn. Dat vond ik persoonlijk een stap te ver. Maar aan de andere kant, we hebben de moeder van Natalee destijds ook voor Pulse geïnterviewd, waar ik ook eindredacteur was. Peter van der Vorst is toen bij haar geweest in Amerika en het is wel een Amerikaanse vrouw, die vanuit haar achtergrond heel anders omgaat met de media. Zij zal het ongetwijfeld hebben handelen, want Peter is wel iemand die dat inschat, daar wordt zorgvuldig mee omgegaan, daar ben ik van overtuigd. Maar als kijker had ik het gevoel van. ‘Nee.. Dat hoef ik niet te weten’. En om die reden zou ik het er als eindredacteur hebben uitgehaald. In Amerika is dat anders en daar gaan ze anders mee om. Maar je moet je wel beseffen dat het in Nederland gemaakt is, voor Nederlands publiek. Ik wilde wel weten hoe zij erover dacht, maar dat hoefde voor mij niet in de setting waarin het was gedaan. Ik ben er absoluut van overtuigd dat Peter er heel integer mee is omgegaan en dat er niets in zat wat zij niet wilde.
L: Nog een paar vraagjes, kregen jullie wel eens reacties van het publiek? A: Ja joh, die mailbox stond elke dag mutvol en het antwoordapparaat stond elke dag mutvol. Ja hoor, zeker.
L: Positief, negatief, wat waren dat voor een reacties? A: Van alles. Nieuwe zaken die werden aangedragen, mensen die vonden dat een zaak niet geschikt was voor het programma en die daar dan weer een correspondentie over wilden. We hadden een tijdje ook een bloemlezing in de Panorama, Bureau de Vries en hier heb ik ook verschillende quotes e.d. in geplaatst die gezegd werden over het programma. Er zaten hele grappige dingen tussen, zoals Peter R. voor mij bent u de bom. Van alles en nog wat zat daar bij. Het programma heeft daarom misschien ook wel zo goed gescoord, omdat het zo makkelijk benaderbaar is voor iedereen. De mensen krijgen ook allemaal een antwoord.
L: Het is dus goed benaderbaar. Moet dat?
96
A: Ja, bij een programma, zoals dit moet dat, daar ben ik van overtuigd. Omdat je zaken hebt, waarbij je mensen betrekt die misschien niet meteen weten waar ze bij justitie moeten zijn en om die reden steeds hun neus stoten bij het vragen van het oplossen van de moord op hun weet ik veel wat. Ik denk dat dat heel erg belangrijk is. Een programma als Opsporing Verzocht is veel moeilijker te benaderen, omdat daarbij justitie en politie beslist en dat is anders dan een programma, zoals Deadline, Peter of Vermist, die zijn beter te benaderen.
L: Denk je dat het nog lang blijft bestaan? A: Ja dat denk ik wel. Het heeft in elk geval bestaansrecht, dat sowieso.
L: Wil je er ooit weer gaan werken? A: Nee ik denk dat ik dat meer moet doen. Ik ben er trots op dat ik er heb gewerkt, maar zoals ik al zei: Ik ben er teruggekomen nadat ik er vijf of zes jaar was uitgeweest en het gat dat in die periode is ontstaan is bijna niet meer in te halen. Daar heb ik mijn stinkende best voor gedaan, maar dat is bijna niet meer haalbaar of je moet mensen aantrekken met een specialisme en daar helemaal alles van weten, maar ik kan als eindredacteur nooit meer een inhaalslag maken.
97