Waar vindt u ons
Plaatsen en tochten
Trento
Bellaria Igea Marina
Milano
Torino
Helsinki
Oslo Dublino
Santarcangelo di Romagna
Verucchio Riccione
Talamello Novafeltria Sant’Agata Feltria
Casteldelci
San Leo Maiolo
Pennabilli AR
Coriano
Repubblica di San Marino
Misano Adriatico
Montescudo Cattolica Montecolombo San Clemente fiume Conca San Giovanni Gemmano Morciano in Marignano di Romagna Montefiore Conca Mondaino
Varsavia Amsterdam Bruxelles Berlino Praga Vienna Parigi Monaco Budapest Milano Bucarest Rimini Madrid Roma Londra
Rimini
Poggio Berni Torriana Montebello
Stoccolma
Algeri
Saludecio
Tunisi
Mosca
Firenze Perugia
Kijev
Rimini Ancona
Roma Bari
Napoli
Cagliari
Catanzaro
Ankara Palermo
Atene
Ferrara
Parma Reggio Emilia
Kerk van Santa Maria dei Servi Tempeltje van Sant'Antonio Malatesta Tempel Saludecio Kerk van San Biagio Kerk van San Girolamo San Giovanni in Marignano Oratorio della Scuola San Leo Kathedraal van San Leone Klooster van Montemaggio Klooster van Sant'Igne Dominicanenklooster van Monte di Pietracuta Parochiekerk van Santa Maria Assunta Sant'Agata Feltria Collegiale Kerk Kerk van San Girolamo Santarcangelo di Romagna Collegiale Kerk Nonnenkerk Kerk van San Vito Parochiekerk van San Michele Arcangelo Talamello Cel op het kerkhof Kerk van San Lorenzo Verucchio Collegiale Kerk Kerk del Suffragio Klooster van Santa Croce (Villa Verucchio) Klooster en Kerk van Sant'Agostino Parochiekerk van San Martino (Villa Verucchio)
Ravenna
Piacenza
Montegridolfo
fiume Marecchia
Maiolo Kerk van Santa Maria di Antico Mondaino Parochiekerk Montefiore Conca Kerk van San Paolo Kerkje van het ziekenhuis - Madonna della Misericordia Sanctuarium van Madonna di Bonora Montegridolfo Kerkje van San Rocco Sanctuarium van de Beata Vergine delle Grazie (Trebbio) Morciano di Romagna Voorheen abdij van San Gregorio Pennabilli Diocesane kathedraal San Pio V Kloosterkerk van Sant'Agostino (Miratoio) Kerk van San Cristoforo, ook bekend met de naam Sant'Agostino, en het Klooster en de Kerk van Santa Maria dell'Oliva (Maciano) Parochiekerk van San Pietro (Ponte Messa) Sanctuarium van Madonna delle Grazie Rimini Kerk del Suffragio Kerk van Madonna della Colonnella Kerk van Madonna delle Grazie Kerk van San Fortunato Kerk van San Giovanni Battista Kerk van San Giuliano Kerk van Sant'Agostino Kerk van Santa Chiara
Genova
Venezia
Bologna
Modena Bologna Ravenna
Forlì Cesena Rimini San Marino
Afstanden Amsterdam 1.405 km
München 680 km
Bologna 121 km
Berlijn 1.535 km
Parijs 1.226 km
Florence 165 km
Brussel 1.262 km
Praag 1.089 km
Milaan 330 km
Boedapest 1.065 km
Stockholm 2.303 km
Napels 586 km
Kopenhagen 1.770 km
Warschau 1.533 km
Rome 325 km
Frankfurt 1.043 km
Wenen 887 km
Turijn 447 km
Londen 1.684 km
Zürich 645 km
Venetië 270 km
Riviera di Rimini Travel Notes
Provincia di Rimini Assessorato al Turismo
De Malatesta Tempel en de kerken in de provincie van Rimini
Riviera di Rimini Travel Notes reeks toeristische publicaties verzorgd door Provincie Rimini Afdeling Toerisme Directie Symon Buda
Teksten Pier Giorgio Pasini Redactie Marino Campana Persen communicatieadviseur Cora Balestrieri De foto’s zijn afkomstig uit het Fotografische Archief van de Provincie Rimini Met dank aan de fotografen L. Bottaro, P. Bove, S. Di Bartolo, L. Fabbrini, R. Gallini, D. Gasperoni, L. Liuzzi, M. Lorenzi, Martinini, R. Masi, G. Mazzanti, M. Migliorini, T. Mosconi, PH Paritani, D. Piras, V. Raggi, E. Salvatori, R. Urbinati
Grafisch ontwerp Relè - Tassinari/Vetta (Leonardo Sonnoli, Igor Bevilacqua) coördinatie Michela Fabbri Foto op de voorpagina Detail van de voorgevel van de Malatesta Tempel, Rimini fotografie van Paritani Vertaling Professional Language Services, Rimini Opmaak Litoincisa87, Rimini (Licia Romani) Drukwerk La Pieve Poligrafica Editore Villa Verucchio (RN) Eerste uitgave 2011 De Malatesta Tempel is een gratis toeristisch-culturele uitgave Met de medewerking van
Alle rechten voorbehouden aan de Provincie Rimini Afdeling Toerisme
De Malatesta Tempel en de kerken in de provincie van Rimini 5
Een capillaire verspreiding
7
Van Rimini tot San Leo: twee (drie) kathedralen voor twee bisdommen
11
De Malatesta Tempel, basiliek en kathedraal van het bisdom Rimini
23
Oude Parochiekerken
29
Kloosters en Abdijen
36
De sporen van de heilige Franciscus van Assisi
40
De kerken gewijd aan de Madonna
48
Kleine kathedralen
54
Plaatselijke heiligen
57
Kunst en herinneringen
60
Extra informatie voor liefhebbers
64
Planimetrie van de Malatesta Tempel in Rimini
Bezoek de website alvorens u vertrekt www.riviera.rimini.it
DE MALATESTA TEMPEL EN DE KERKEN IN DE PROVINCIE VAN RIMINI
Een capillaire verspreiding Het binnenland van de provincie van Rimini wordt gekenmerkt door een heuvelrug en twee rivieren (de Marecchia en de Conca). Sinds de prehistorie is de mens in dit gebied aanwezig en met name in het deel waar de glooiingen toenemen en ruiger worden. Het gebied is dus rijk aan kleine en grote nederzettingen en kent een uitgebreid wegennet dat de streek met de omringende regio’s en de kust verbindt. Wegens de ligging in het zicht van de Povlakte tussen de Apennijnen en de Adriatische zee is deze streek altijd een ontmoetingsplaats van verschillende culturen, maar ook van twist en strijd geweest. Deze “onrust” is duidelijk in het landschap aanwezig en bestaat voornamelijk uit de resten op de bergtoppen in Montefeltro en San Marino die uit de strijdlustige en rumoerige middeleeuwen stammen, maar ook de vele forten en ruïnes in de heuvels die de dorpen omringen en de strategische punten van torens voorzien. Het aanzicht van deze woeste doch pittoreske sporen benadrukt echter dat dit alles het resultaat is van gebeurtenissen die in een ver verleden liggen. Minder duidelijk en wellicht minder pittoresk, maar desondanks vaker aanwezig zijn de sporen van het geloof die vaak oorsprong in een ver verleden hebben (zoals vaak door meerdere lagen elementen aangeduid wordt). Deze cultuur leeft nog altijd voort en is nauw verbonden met de tekens van een vredige en eeuwenoude bedrijvigheid. In de heuvels, tussen de bebouwde akkers en langs de plattelandswegen komt u overal kleine bedevaartsplaatsen tegen die de devotie continu vernieuwt. Aan de rand van de dorpen treft u vaak oratoria die in het verleden regelmatig naast kleine ziekenhuizen voor pelgrims gevestigd waren, terwijl we in de de burchtsteden en de kleine stadjes veelal parochiekerken in verschillende vormen en maten of sanctuaria gewijd aan de Madonna tegenkomen. Gedurende de Tweede Wereldoorlog eiste de nabijheid van de “Gotische Linie” in deze streek voor vele slachtoffers en veroorzaakte grote schade aan de nederzettingen en de religieuze structuren die vaak belangrijke getuigenissen van de geschiedenis, de tradities, het geloof en de kunst bewaarden. Maar ook het verlaten van het platteland en met name tijdens de 60-er jaren heeft een grote invloed gehad op de conservering van de religieuze structuren in de hele streek. Desondanks zijn de klokkentorens nog altijd in grote getale aanwezig en geven ze het landschap een karakteristiek tintje: ze geven de aanwezigheid aan van minder of meer belangrijke religieuze gebouwen die wel of niet gerestaureerd en geconserveerd worden. 5
San Leo. Binnenkant van de kathedraal (twaalfde-dertiende eeuw).
Iedereen die deze omgeving bezoekt zal overal interessante en vaak aangename getuigenissen van bijbelse kunst en af en toe echte kunstwerken ontdekken waarvan de betekenis en de schoonheid benadrukt worden door het feit dat ze op hun oorspronkelijke plaats bewaard worden en dus nog altijd hun originele functie hebben. Van Rimini tot San Leo: twee (drie) kathedralen voor twee bisdommen Het christendom was gezien de invloed van de drukke Romeinse consulaire wegen en de aanwezigheid van een haven waar schepen uit Afrika en het Oosten aanmeerden, al vroeg in de omgeving van Rimini aanwezig. Rimini werd al snel een van de belangrijkste centra van dit nieuwe geloof. In 359 bepaalde keizer Contantius dat in Rimini een Concilie gehouden zou worden om de bisschoppen van het Westen op een lijn te brengen met het ariaanse standpunt van de keizer en een groot deel van de bisschoppen uit het Oosten. Helaas zijn monumentale sporen of materialen van deze Concilie (later omgedoopt tot “conciliabulum” aangezien de kerk de concilie als ongeldig beschouwt) en alle andere sporen van het vroege stadium van het christendom verloren gegaan. Desondanks is het zeker dat de religieuze organisatie in deze streek vanaf de eerste eeuwen kon rekenen op structuren die in het noorden tot het bisschopdom Rimini en in het zuiden en in de heuvels tot het bisschopdom San Leo behoorden. Beide bisschopdommen hebben twee schitterende kathedralen. De oudste kathedraal bevindt zich in het bisschopdom van San Marino-Montefeltro, een gebied in de Marecchia vallei dat in 2009 aan de provincie van Rimini toegevoegd werd. Dit is de kathedraal van San Leone in de stad-het fort van San Leo. De kathedraal werd gewijd in 1173, maar werd later pas voltooid. De kerk van zandsteen heeft een typische romaanse structuur met drie schepen en een verhoogd presbyterium op een grote crypte. Van de gerestaureerde kerk zijn de oorspronkelijke eigenschappen en de interne indeling in drie schepen door midden van kolommen en pilaren met spits toelopende bogen behouden gebleven. Voor de constructie van de kerk zijn Romeinse resten, en met namen ka7
Boven San Leo. De kathedraal (twaalfde eeuw).
Onder Pennabilli. Panoramisch beeld van de kathedraal.
pitelen, kolommen en de voetstukken van kolommen gebruikt. De crypte bevat een stenen deksel in de vorm van een puntdak die onderdeel was van de sarcofaag met de resten van de heilige Leone uit de vijfde tot de achtste eeuw. Deze heilige was volgens de traditie een vriend en collega van de heilige Marinus en werd aan het einde van de derde eeuw of aan het begin van de vierde eeuw door de bisschop van Rimini, Gaudentius, tot priester gewijd. De kerk en de stad zijn aan hem gewijd. Het lichaam van de heilige Leone werd volgens een plaatselijke legende in 1014 door de keizer Hendrik II meegenomen en in Voghenza (provincie van Ferrara) ten ruste gelegd. De apsissen van de kathedraal zijn naar het oosten gericht, zoals in alle antieke christelijke gebouwen het geval was en dus is de deur in de zuidelijke muur geplaatst. De bezoeker komt van het plein aangelopen en ziet als eerste de drie ronde apsissen met bogen en de stevige muren met lisenen. Aan de zijde tegenover de toegang bevindt zich de bisschoppelijke woning met daarnaast de hoge klokkentoren. De 32 meter hoge vierkante klokkentoren is van binnen rond en is tegenwoordig van de kerk gescheiden. De klokkentoren stamt uit de twaalfde eeuw. Tijdens de restauratie in 1973 zijn grote delen van een ciborium en een pluteum uit het einde van de achtste eeuw afkomstig uit een gewijd gebouw uit een eerdere periode teruggevonden: deze interessante sculpturen zijn tegenwoordig in het Museum van Bijbelse kunst tentoongesteld. In de tweede helft van de zestiende eeuw vroeg Guidobaldo II della Rovere gezien de belangrijke functie die het fort van San Leo voor de staat van Urbino had, aan de bisschop van Montefeltro of de functies van de kathedraal naar de collegiale kerk van Pennabili verplaatst konden worden, hetgeen in 1572 gebeurde. Sindsdien heeft de Montefeltro streek een kathedraal met twee zetels. Met de bouw van de “nieuwe” kathedraal, gewijd aan de heilige Pius V werd in 1577 begonnen. De katedraal werd aan het einde van dezelfde eeuw voltooid. De “restauraties” uit de negentiende en twintigste eeuw hebben de kathedraal een eclectisch en academisch karakter gegeven. De verschillende altaren in de kathedraal bevatten grote altaarstukken uit de zeventiende en achttiende eeuw die grotendeels werken van Federico Barocci bevatten.
9
Rimini. Leon Battista Alberti, de gevel en de zijkant van de Malatesta Tempel.
De Matatesta Tempel, basiliek en kathedraal in het bisschopdom van Rimini De belangrijkste en beroemdste kathedraal van de provincie is echter niet de oudste en is sinds 1809 in de Malatesta Tempel gevestigd. Napoleon bepaalde dat deze oorspronkelijk Benedictijnse en vervolgens Franciscaanse kerk (zie de tekening van het gebouw aan het einde van deze uitgave) de kathedraal van Rimini zou worden. De kathedraal is gewijd aan de heilige Colomba, net als de originele kathedraal die aan het einde van de negentiende eeuw afgebroken werd, maar was oorspronkelijk gewijd aan de heilige Maria in trivium en de heilige Franciscus. De kerk werd gedurende de dertiende eeuw door de Franciscanen aan de rand van de stad naast een grote begraafplaats met de graven van de belangrijkste inwoners en de heren van de stad, de Malatesta familie die aan de heilige Franciscus gewijd was en de vele activiteiten van deze orde ondersteunden, herbouwd. Aan het einde van de dertiende eeuw of aan het begin van de veertiende eeuw zou Giotto een apsis van de kerk van schilderingen versierd hebben, maar helaas is van de Toscaanse schilder uitsluitend het grote kruisbeeld overgebleven. In 1447 liet Sigismondo Malatesta twee kapellen, een voor zichzelf en een voor zijn geliefde (en toekomstige echtgenote) Isotta degli Atti bouwen. Vervolgens zweerde hij dat hij de hele kerk zou laten renoveren en in 1450 werd met de renovatie van de buitenkant aan de hand van het project van Leon Battista Alberti aangevangen. De twee nieuwe kapellen in de kerk, in de traditionele gotische stijl, werden echter toevertrouwd aan Matteo de’ Pasti en Agostino di Duccio. Volgens het originele ontwerp van Alberti zou de kerk met een gewelf en een koepel afgedekt worden. Helaas werd het gebouw wegens de excommunicatie (1460), de nederlaag (1463) en de dood van Sigismondo (1468) nooit voltooid. Het ontwerp en het model van de architect die door de heer (en de Franciscanen die de eigenaren van de kerk bleven) goedgekeurd werden, zijn helaas verloren gegaan en uitsluitend een medaille gemaakt door Matteo de’ Pasti toont ons hoe het gebouw eruit gezien zou moeten hebben. Ondanks dat de Malatesta Tempel nooit voltooid werd, is het wegens de externe architectuur, geïnspireerd op de oudheid, en de rijkelijke versieringen binnenin met schitterende sculpturen van Agostino di Duccio een van de meest bekende en belangrijkste monumenten uit het begin van 11
Boven Rimini. Binnenkant van de Malatesta Tempel.
Links onderaan Rimini, privécollectie. Medaille gemodelleerd en gegoten door Matteo de’ Pasti met
een afbeelding van de Malatesta Tempel naar een ontwerp van Leon Battista Alberti.
Rechts onderaan Rimini, Malatesta Tempel Giotto, Kruisbeeld.
de Renaissance. Cesare Brandi schreef in 1956 dat “er waarschijnlijk geen monument buiten de koepel van Santa Maria del Fiore (Florence) bestaat dat net als de Malatesta Tempel met recht een embleem van de Renaissance genoemd kan worden”. Maar ook tijdgenoten begrepen de waarde van het ontwerp. Men kan zeggen dat al tijdens de bouw de kerk als een symbool van de Renaissance en de tegenstrijdigheden ervan gezien werd. Het ontwerp werd dan ook opgehemeld en belasterd, aandachtig in beschouwing genomen en geheel genegeerd. Ook de naam is een duidelijke verwijzing naar de nieuwe levensstijl, de kunst en het geloof met een verwijzing naar de klassieke tempel en de naam van de familie in plaats van de heilige waar de kerk aan gewijd is. De kerk werd net als de antieke Romeinse monumenten met lichtgekleurde stenen bekleed. De statige voorgevel met drie bogen en halve kolommen is een duidelijke verwijzing naar de Triomfboog van Augustus in Rimini. De eenvoudige, strenge doch harmonieuze zijkanten bevatten een reeks pilaren en bogen waarin de tombes van de meest belangrijke personen aan het Malatesta hof geplaatst moesten worden (uitsluitend rechts werd dit gedeeltelijk gedaan). De zijkanten bevatten tussen de pilaren uit de vijftiende eeuw en de binnenmuur een tussenruimte en een gebrek aan overeenstemmende openingen. Dit was zonder twijfel moedwillig door de architect bepaald, aangezien hij onverschillig was voor de gotische architectuur binnenin de kerk en een “logische” harmonieuze architectuur gebaseerd op het “geloof in de ratio” en de klassieke architectuur wilde creëren. Het gebouw is geplaatst op een podium versierd met een reeks heraldische elementen van de Malatesta familie. Dezelfde elementen treffen we ook in de kerk: het familiewapen (met geblokte banden), de paraaf van Sigismondo (S en I) en schilden met een roos en een olifant. De olifant wordt verder gebruikt voor het ondersteunen van pilaren en sarcofagen, traditionele wapens en de zetel van het beeld van de heilige Sigismondo: dit symbolische dier heeft vele betekenissen en was een van lievelingsdieren van Sigismondo en zijn broer Malatesta Novello, die er een motto aan wijdde: “De Indiaanse olifant is niet bang voor muggen”. De Latijnse spreuk op de voorgevel en de twee Griekse inscripties aan de zijkanten verklaren dat Sigismondo Malatesta het gebouw in het Heilige Jaar 1450 (een symbolische of afgesproken datum) liet bouwen wegens een belofte die hij tijdens de “Italiaanse oorlogen” had afge12
Rimini, Malatesta Tempel. De kapel van de Madonna dell’Acqua.
legd en dat de kerk aan God en aan de stad gewijd is. Het staat vast dat de heer van Rimini in het begin bescheiden bedoelingen had en uitsluitend de twee kapellen aan de rechterzijde van de Franciscaanse kerk wilde bouwen. Religieuze, propagandistische (een groot mausoleum voor de dynastie) en wellicht ook statische redenen (de bouw van de eerste twee kapellen hadden waarschijnlijk de stabiliteit van het bouwwerk aangetast) hebben ertoe geleid dat de heer het hele gebouw wilde wijzigen en dat hij zich voor het ontwerp wendde tot Alberti, een architect en humanist die aan het pauselijke hof en het hof van de d’Este familie verbleef. Binnenin de kerk werden de werkzaamheden echter aangepast aan de stijl van de eerste twee kapellen rechts: het gebouw toont dus een duidelijk contrast tussen de klassieke buitenkant en de traditionele versieringen aan de binnenkant die slechts door correcties, waarschijnlijk op aanbeveling van Alberti beperkt worden. Het enige element dat de beide kanten gemeen hebben is het duidelijke vererende karakter: aan de buitenkant van de nieuwe mens die de geschiedenis in zijn macht heeft en zich van zijn intellectuele edelheid bewust is, en aan de binnenkant de rijkdom van het hof met de vele geleerden en de aanvoerders met ruimte voor hun graftombes aan de buitenkant van het gebouw. Het is waarschijnlijk dat Leon Battista Alberti tevens advies voor de binnenkant van de kerk geleverd heeft: geen fresco’s, maar basreliëfs en marmer, in overeenstemming met zijn idee van decoraties, zoals hij vervolgens zou beschrijven in het beroemde traktaat over de architectuur (De re aedificatoria). Desondanks toont de binnenkant van de kerk een duidelijk gotisch karakter. Uitsluitend de eerste zes kapellen stammen uit de vijftiende eeuw en worden gekenmerkt door hoge marmeren balustrades, bogen, gewelven, marmer, bas-reliëfs en beelden. De sculpturen in de Tempel zijn het werk van de Florentijn Agostino di Duccio, die er tot 1456 aan werkte. Het architectonische en decoratieve aanzicht is echter het werk van de Veronees Matteo de’ Pasti, medaillist, miniatuurschilder, architect en toezichthouder voor Sigismondo. De kunstwerken van deze twee kunstenaars waren oorspronkelijk van hun naam voorzien. De thema’s die de kapellen versieren waren het idee van de geleerden aan het hof (en Sigismondo en Alberti) en zijn het resultaat van onderzoek verricht door de humanisten Guarino da Verona, Basinio da Parma, Roberto Valturio en Poggio Bracciolini. 15
Rimini, Malatesta Tempel. De kapel der Engelen met de graftombe van Isotta.
De eerste kapel rechts werd als eerste gebouwd en werd in 1452 aan de heilige Sigismondo gewijd. De kapel was echter al gereed in 1449, maar wachtte op zijn decoratie en zou volgens de traditie van fresco’s voorzien worden. Wellicht werd de kapel echter op aanraden van Leon Battista Alberti met marmer versierd: de schilder die de kapel zou versieren, Piero della Francesca, schilderde vervolgens de fresco San Sigismondo aanbeden door Sigismondo uit 1451 in de ruimte ernaast, de Cel der relikwieën. Het altaar is versierd met een standbeeld van de heilige Sigismondo, koning van Bourgogne, op een troon van twee olifanten. Olifanten ondersteunen de pilaren met de voorstelling van de theologische en kardinale deugden (geloof, hoop, barmhartigheid; prudentie, gematigdheid, kracht, alleen justitie ontbreekt). Naast de kapel, oorspronkelijk voor de familie en grafmonument, bevindt zich aan de binnenkant van de voorgevel het marmeren graf van Sigismondo, die in 1468 op de leeftijd van 51 jaar overleed (inscriptie: 51 jaar, 3 maanden en 20 dagen). Tussen de eerste en de tweede kapel bevindt zich de Cel der Relikwieën, oorspronkelijk een sacristie en schatkist: hier werden waardevolle paramenten en relikwieën, geschonken door Sigismondo en anderen, bewaard. Tegenwoordig worden hier elementen van marmer afkomstig uit de Tempel en de antieke kathedraal, Santa Colomba, een aantal voorwerpen afkomstig uit de tombe van Sigismondo en de “sinopia” van Piero della Francesa (in werkelijkheid de “arriccio” met slechts een aantal voorbereidende lijnen voor de fresco die tijdens de Tweede Wereldoorlog verwijderd werd en nu in de vierde kapel rechts tentoongesteld wordt) bewaard. De tweede kapel bevat in het centrale tabernakel een marmeren beeld van de Aartsengel Michael. Tere vormen met engelen die muziek maken en zingen versieren de pilaren en gracieuze “Malatesta putti” versieren de balustrade. In het midden van de muur links is de tombe van Isotta degli Atti, geliefde en vervolgens derde echtgenote van Sigismondo, geplaatst. De tombe wordt ondersteund door olifanten en is versierd met een Malatesta wapen met helmbos en dubbele olifantenkop en het bijbelse motto Tempus loquendi, tempus tacendi. Recente restauraties hebben de schitterende decoratie van nepstof onder de tombe aan het licht gebracht. Het plaatje met de datum 1450 verwijst naar het Heilige Jaar en niet naar de dood van Isotta (1474). In deze kapel is tevens het graf van de bisschoppen van Rimini geplaatst. 16
Rimini, Malatesta Tempel. Agostino di Duccio: paneel met engelen
die in het water spelen, in de kapel der Beschermengelen.
De derde kapel, geheel bekleed met rood marmer uit Verona, is waarschijnlijk gewijd aan de heilige Hiëronymus en wordt ook wel de “Kapel der Planeten” genoemd wegens de afbeeldingen van planeten en sterrenbeelden. De versieringen zijn het werk van Agostino di Duccio en andere Italiaanse kunstenaars uit de vijftiende eeuw. De planeten en sterrenbeelden zijn op pilaren geplaatst waardoor het idee van het firmament en de perfectie en harmonie van de hemel nagebootst worden. Perfectie en harmonie waar de mens met zijn activiteiten naar moet streven. En om deze reden is precies tegenover deze kapel aan de andere kant van het schip de kapel der “vrije kunsten” (nu gewijd aan de heilige Jozef met een bronzen standbeeld van Enrico Manfrini uit 1999) geplaatst. De fijne versieringen van de pilaren beelden de Muzen en de Kunsten uit en zijn een van de latere werken van Agostino di Duccio (1456). Lange tijd was men er wegens de verfijndheid van de werken van overtuigd dat ze het werk waren van Griekse beeldhouwers uit de oudheid en dat de werken tijdens de laatste campagne tegen de Turken (1464-1466) door Sigismondo uit Morea waren meegenomen. Aan dezelfde zijde van het schip treffen we tevens de kapel van het “infantiele vermaak” die oorspronkelijk aan de aartsengel Rafael gewijd was. De kapel is versierd met bas-reliëfs met spelende engelen en putti. De vormen en betekenis van de versieringen vormen een perfecte symmetrie met de versieringen in de kapel aan de andere kant van het schip gewijd aan de aartsengel Michael. In de vijftiende eeuwse nis is tegenwoordig de zilveren reliekhouder van de heilige Gaudentius, bisschop, martelaar en stadsheilige, geplaatst. De reliekhouder is het werk van de Duitser Franz Rupert Lang (1735) en werd door Pius IX in 1857 aan de kathedraal geschonken. Aan de muur rechts hangt een schilderij van de Riminise schilder Bartolomeo Coda Pinksteren (1510), afkomstig uit de antieke kathedraal gewijd aan de heilige Colomba. De volgende kapel (voorgegaan door de Kapel der Gevallenen, welke symmetrisch tegenover de Kapel der Relikwieën geplaatst is) is de laatste in de richting van de voorgevel en was gewijd aan de martelaren of “het martelaarschap van Christus” en is tegenwoordig gewijd aan de Madonna dell’acqua, beschermvrouwe tegen natuurrampen. De albasten afbeelding in de centrale nis toont de Maagd die de gestorven Jezus in haar schoot houdt (Piëta) en is het werk van de Duitse school uit de eerste 19
Rimini, Malatesta Tempel. Piero della Francesca, detail van een fresco
met een biddende Sigismondo voor de heilige Sigismondo (1451).
helft van de vijftiende eeuw. De pilaren - ondersteund door olifanten, net als in de kapel aan de andere kant - zijn versierd met de Sybille en Profeten die aan de incarnatie en de dood van Christus voorspelden, terwijl de sokkels met twee portretten van Sigismondo versierd zijn. De sarcofaag met de voorouders en nakomelingen van Sigismondo, geplaatst in een gotische draperie tegen de muur links, is voorzien van twee bas-reliëfs die de verdiensten van Sigismondo en zijn familie op het gebied van de cultuur (Triomf van Minerva) en de glorie van de militaire overwinningen (Triomf van Scipius) uitbeelden. De kapel werd in 1862 naar ontwerp van de architect Luigi Poletti gewijzigd. De gulden versieringen en de schitterende blauwe kleuren zijn aan deze wijziging te wijten. Oorspronkelijk zou de binnenkant van de hele Tempel een overvloed aan kleuren, blauw, goud, maar ook rood, groen en wit (de kleuren van de Malatesta familie), rijkelijke versieringen en schitterende verguldsels bevatten. De tekens van de Malatesta familie zijn in alle delen van het gebouw uit de vijftiende eeuw aanwezig: heraldische elementen, inscripties en parafen. Het gebouw dankt zijn naam “heidense tempel”, opgenomen en versterkt door Pius II die deze constructie aan de vele - daadwerkelijke en vermoede - wandaden van Sigismondo toevoegde, aan deze tekens, de vele klassieke vormen en de erudiete citaties. In werkelijkheid is het gebouw een eerste poging om een christelijk gebouw van klassieke vormen en plastische afbeeldingen met een traditionele christelijke betekenis te voorzien: de meest profane afbeeldingen, zoals de schoonheid en de perfectie van het firmament (de planeten en sterrenbeelden) en het werk van de mens (de vrije kunsten) waren sinds de vroege middeleeuwen in kerken aanwezig, maar waren zonder twijfel nooit eerder op een dergelijk fantasierijke wijze en boordevol verwijzingen naar de oudheid uitgebeeld. Na de val van Sigismondo Pandolfo Malatesta zagen de Franciscanen zich verplicht het gebouw zo goed en zo kwaad mogelijk te voltooien en lieten de klokkentoren en de apsis bouwen. De apsis werd tussen 1548 en 1809 meerdere keren herbouwd en was versierd met een groot schilderij van Giorgio Vasari, De heilige Franciscus ontvangt de stigmata, tegenwoordig tentoongesteld in de laatste kapel links. In het midden van de apsis hangt tegenwoordig de enige relikwie afkomstig uit de kerk uit de veertiende eeuw: een schitterend Kruisbeeld dat Giotto rondom het jaar 1300 schilderde. 21
Santarcangelo di Romagna. Buiten- en binnenkant parochiekerk van San Michele (zesde eeuw).
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw meerdere keren gebombardeerd en werden het dak, de apsis, de kapellen uit de achttiende eeuw, de sacristie en het antieke liturgische meubilair vernietigd en raakten de balustrades, het altaar, verschillende bas-reliëfs en het uitwendige parament beschadigd. Ook de Franciscaanse abdij naast de tempel, dat toentertijd een museum was, werd vernietigd. De reconstructie en de restauratie van de kerk, mede dankzij een aanzienlijke bijdrage «Amerikaanse comité voor de restauratie van monumenten», werden met de herinwijding in 1950 afgerond. In gelegenheid van het Jubileum - tevens het 450ste levensjaar sinds de officiële vestiging van het gebouw en het 50ste levensjaar sinds de reconstructie na de oorlog - werd de Tempel wederom, dankzij een samenwerking tussen de de Staat en de stichting Fondazione Cassa di Risparmio di Rimini gerestaureerd en werden de oorspronkelijke glorie en gedeeltelijk de oorspronkelijke kleuren hersteld. Aan het einde van de restauratie werd het altaar aan de canonieke normen aangepast en werd het oude grote altaar uit de zestiende eeuw (afkomstig uit de vernietigde kerk der Teatini) van de laatste kapel rechts met een schitterend neoklassiek monument (van Giacomo De Maria, 1828) verplaatst. In 2002 werd de kathedraal van Rimini tot basiliek omgedoopt. Oude Parochiekerken De verspreiding van het christendom in de streek rondom Rimini en Montefeltro gaat, net als overal, gepaard met fabuleuze verhalen en legendes waarin met moeite de waarheid van de fantasie gescheiden kan worden. De verspreiding vond zeer waarschijnlijk erg vroeg plaats, mede dankzij de rol die de stad en de haven tijdens de late Romeinse periode in de handel met Afrika en het Oosten hadden. Aangezien tussen de stad en de omringende streek veel contacten liepen, gaat men ervan uit dat het Christendom zich ook in het binnenland redelijk snel verspreidde. Documenten uit de middeleeuwen getuigen van een uitgebreid netwerk van kerkjes (voor de tiende eeuw waren er minstens zestien in de streek van Rimini en achttien voor de twaalfde eeuw in Montefeltro) in de drukker bewoonde en belangrijke gebieden, 23
San Leo. Binnenkant romaanse parochiekerk (elfde eeuw).
grotendeels gelegen aan de wegen die de stad met de grotere centra van Italië verbonden: de belangrijke en alom bekende consulaire wegen Via Emilia, Via Flaminia, Via Aretina (of Marecchiese), de Via Flaminia Minor, of de Via Regalis (richting de Marche). De monumentale getuigenissen zijn helaas door de eeuwen heen vernietigd gegaan en ook herinnert men zich niet langer de topografische ligging van diverse parochiekerken, terwijl in andere gevallen slechts de relatief moderne reconstructies overgebleven zijn. Dit is echter ook in de stad Rimini zelf gebeurd: de oudste kerken en de primitieve kathedraal, gewijd aan de heilige Colomba en die in de tijd van Napoleon ontwijd en vervolgens afgebroken werd, verdwenen. Van de resterende kerken is de fascinerende parochiekerk in Santarcangelo di Romagna, gewijd aan de aartsengel Michael, het oudste. Deze parochiekerk ligt op ongeveer 1 kilometer afstand van het stadje in de vlakte in de buurt van de rivier en is opgebouwd uit een enkel schip met evenwichtige afmetingen. De goed verlichte binnenkant is voorzien van de typische kenmerken van de Byzantijnse kunst uit Ravenna uit de zesde eeuw. Maar ook de rechthoekige buitenkant van de apsis, de muren gemaakt van kleine stenen en de harmonieuze vensters verwijzen naar deze kunst. Dit is niet vreemd, aangezien de streek van Rimini deel uitmaakte van de Byzantijnse pentapolis en lange tijd tegen de barbaren verdedigd werd maar ook omdat de Kerk van Ravenna eeuwenlang diverse eigendommen in Romagna en de Marche had. Deze situatie wordt nog altijd door een aantal kerken gewijd aan Byzantijnse en Longobardische heiligen (zoals bijvoorbeeld de aartsengel Michael). aangetoond. De kerk is niet langer gedecoreerd, maar tijdens archeologische opgravingen zijn fragmenten van mozaïekvloeren en marmeren bekleding aangetroffen, hetgeen doet denken dat de kerk ooit rijkelijk versierd was. Dat de kerk eeuwenlang gebruikt werd, wordt aangetoond door de klokkentoren die in de twaalfde-dertiende eeuw voor de voorgevel gebouwd werd en de gedenksteen waar nog altijd het blad van het enige altaar op steunt: een beeldhouwwerk met duidelijk barbaarse trekken uit de vroege middeleeuwen versierd met bladeren en een roofvogel die een kleine viervoeter in zijn klauwen klemt en optilt. Voor hele, maar niet altijd intacte monumenten van de bijbelse architectuur moeren we de Marecchia vallei intrekken: net na Villa Verucchio treffen we tussen olijfbomen op een helling aan de voet van de rots van 25
Boven Pennabilli. De parochiekerk van San Pietro in Ponte Messa (elfde eeuw).
Onder Pennabilli. Een detail van de poort van de parochiekerk van San Pietro in Ponte Messa.
Verucchio de parochiekerk van San Martino. In de vallei in de richting van Montefeltro treffen we echter steeds typischere romaanse parochiekerken aan. Te beginnen met de belangrijke parochiekerk gewijd aan Santa Maria Assunta uit de elfde eeuw in San Leo. De kerk is gebouwd op de fundering van een kerk uit de negende eeuw, zoals ook in het ciborium aangetoond wordt. De kerk ligt aan het plein van het stadje en heeft drie Longobardische apsissen met bogen. De toegangsdeur bevindt zich in een zijmuur aangezien de kerk net als de kathedraal naar het oosten gericht is en dus ligt de voorgevel op de rand van een afgrond. De binnenkant van de kerk is aan de hand van onversierde pilaren en kolommen met hergebruikte Romeinse kapitelen in drie schepen opgedeeld. De kerk is van binnen erg donker en het enige licht dat het schip verlicht, is afkomstig van de zijdeuren en de kleine openingen in de apsissen en de voorgevel. Op het verhoogde presbyterium is het ciborium van de hertog Orso van wit kalksteen op vier kolommen met mooie kapitelen en versierd met een lange tekst over de hele omtrek geplaatst. Het opschrift bevat de naam van de opdrachtgever (de hertog Orso) en de tijd waarin het gemaakt werd (ten tijde van de paus Johannes en keizer Karel III, gedurende de vijftiende indictie: tussen 881 en 882). Verder stroomopwaarts van de Marecchia ligt de Parochiekerk van Ponte Messa (in de gemeente Pennabilli), een mooi voorbeeld van de romaanse architectuur uit het einde van de twaalfde eeuw. De kerk is gewijd aan de heilige Pieter en is gebouwd op de fundering van een kerk die minstens twee eeuwen ouder is. De kerk werd tot halverwege de zestiende eeuw als een baptisterium gebruikt en raakte vervolgens in verval: de zijschepen werden gebruikt als opslagruimtes, de apsis, het dak, de kerktoren en het bovenste deel van de voorgevel gingen verloren en werden op later tijdstip herbouwd. De restauratie na de Tweede Wereldoorlog heeft gedeeltelijk de oorspronkelijke vorm hersteld. De kerk is lang en smal en wordt door pilaren met puntbogen in drie schepen opgedeeld en heeft een hoog presbyterium met onderliggende crypte. Het altaar in het presbyterium wordt door een Romeinse gedenksteen ondersteund. Het meest interessante deel van het gebouw is echter de voorgevel met horizontale kantstenen en lisenen die een vierkant raster vormen en een mooie deur met protiro. De protiro en een aantal kapitelen in de kerk zijn op “barbaarse” wijze met fantastische en monsterlijke dieren versierd. 27
Boven Rimini, kerk van San Giuliano. Bittino da Faenza, veelluik met de geschiedenis van de heilige Julianus (1409).
Onder Rimini, kerk van San Giuliano. Paolo Veronese, altaarstuk met martelaarschap van de heilige Julianus (1588).
Kloosters en Abdijen De kaarten uit de vroege middeleeuwen bevatten vaak verwijzingen naar abdijen die vaak echter kleine kerkjes met slechts een priester of op het platteland kleine kluizenaarsverblijven waren. Maar in de steek van Rimini waren ook Benedictijnse kloosters en abdijen gevestigd. In Rimini lagen net buiten de stad naast de drie belangrijkste poorten drie belangrijke Benedictijnse kerken en abdijen: San Pietro in San Giuliano aan het begin van de via Emilia, San Gaudenzo aan de rand van San Giovanni aan het einde van via Flaminia, en Santa Maria in trivio in de buurt van de oude haven. Santa Maria in trivio kwam in de dertiende eeuw in handen van de Franciscanen, die kerk herbouwden en die vervolgens door Sigismondo Malatesta in de Malatesta Tempel werd omgetoverd. Dit is tegenwoordig de kathedraal van de stad. Van de kerk en abdij van San Gaudenzio, gelegen naast een antieke heidense en christelijke necropolis, is na de vernietiging tijdens de overheersing van Napoleon niets overgebleven. Van de eerste kerk en abdij van San Pietro is uitsluitend de kerk overgebleven, dit is tegenwoordig de parochiekerk van San Giuliano. De stijl van deze kerk is duidelijk afkomstig uit de Veneto en het grote gewelf geeft de kerk een plechtig aanzicht. De kerk werd in de zestiende eeuw door de monniken van San Giorgio in Alga herbouwd en versierd met het schitterende altaarstuk van Paolo Veronese, Martelaarschap van de heilige (1587), tegenwoordig in een indrukwekkende vergulde houten lijst in de apsis geplaatst. In de derde kapel links is een prachtig veelluik van Bittino da Faenza (1409) met de legende van de heilige Julianus en de wonderbaarlijke verplaatsing van zijn lichaam door de engelen van Istrië tot aan de kust van Rimini in een grote Romeinse ark (nog altijd achter het altaar bewaard) tentoongesteld. De andere kapellen bevatten waardevolle schilderijen uit de zeventiende eeuw, waaronder de altaarstukken van Andrea Sirani (De aankondiging, c. 1650) en van Pietro Ricchi (De overhandiging van de sleutels aan Sint Pieter, 1649). Minder oud is een vierde Benedictijnse abdij, van de Olivetanen (witte monniken) op de heuvel van Covignano in de buurt van Rimini, Santa Maria di Scolca genaamd. Van deze abdij is de kerk, tegenwoordig de parochiekerk van San Fortunato, overgebleven. De abdij werd aan het begin van de vijftiende eeuw door Carlo Malatesta gesticht en wist binnen 29
Rimini, kerk van San Fortunato. Giorgio Vasari, altaarstuk met de aanbidding door de Wijzen uit het Oosten (1547).
korte tijd, mede dankzij de bescherming van de Malatesta familie, zijn bezit en rechten over vele plaatsen in de streek, waaronder het antieke klooster van San Gregorio in Conca (in de buurt van Morciano) en de eigendommen ervan uit te breiden. De kerk onderging door de eeuwen heen aanzienlijke transformaties, maar de planimetrie en de voorgevel uit de vijftiende eeuw, een kapel met renaissancistisch gewelf en een kapel met fresco’s uit 1512 van Bartolomeo Coda en Girolamo Marchesi da Cotignola zijn bewaard gebleven. In 1512 werd in het klooster naast de kerk paus Julius II onthaald. In 1547 verbleef echter een ander beroemd persoon, de schilder Giorgio Vasari, in dit klooster. Terwijl een “geletterde” monnik zijn manuscript Vite de’ più eccellenti architetti, pittori, et scultori italiani (gedrukt in Florence in 1550) kopieerde en corrigeerde, schilderde Vasari samen met talloze leerlingen voor de kloosterkerk een schitterende Aanbidding der Wijzen, wellicht het meesterwerk van de kunstenaar en een van de mooiste werken uit het Italiaanse Maniërisme. De benedictijnse oorsprong van de kerk is nog altijd zichtbaar dankzij de vier standbeelden van de olivetaanse heiligen in het goed verlichte schip en de twee mooie altaarstukken, met heilige Benedictijnen met prachtig witte gewaden en de heilige Benedictus die pater Cesare Pronti rond de helft van de zeventiende eeuw schilderde. In de streek zijn uitsluitend in de Conca vallei een aantal sporen van de vele antieke benedictijnse abdijen uit de middeleeuwen overgebleven. De eerste drooglegging en organisatie van het lagere deel van de vallei is te danken aan de aanwezigheid van deze structuren. De oudste abdij, gewijd aan de heilige Gregorius, werd rond 1060 door de heilige Pier Damiani gesticht. De ruïnes van deze abdij worden door de moderne constructies van de buitenwijken van Morciano verdrukt. Dit stadje dankt waarschijnlijk zijn oorsprong aan de bescherming die de abdij aan de marktplaats bood. En nog altijd wordt hier in de week van de heilige Gregorius (12 maart) een grote markt gehouden. De overheersing van Napoleon zorgde er aan het einde van de achttiende eeuw voor dat alle religieuze gemeenschappen in Romagna en Montefeltro onderdrukt werden en verdwenen. Geen van de benedictijnse abdijen in de streek werd tijdens de Restauratie herbouwd, ook omdat de gebouwen snel vernietigd of radicaal veranderd waren en de schatten ervan verkocht werden of verloren gegaan zijn. 31
Boven Rimini. Binnenkant van de kerk van Sant’Agostino (zeventiendeachttiende eeuw).
Links onderaan Rimini. Detail van een fresco uit de veertiende eeuw in de kerk van Sant’Agostino.
Rechts onderaan Rimini. Detail van het Laatste Oordeel (veertiende eeuw)
voorheen in de kerk van Sant’Agostino, nu in het Stadsmuseum.
Maar ook de vele andere kloosterorden, waaronder de Augustijnen, maakten geen terugkeer naar de streek en hun talloze en bloeiende kloosters. Het belangrijkste klooster was zonder twijfel het augustijnse klooster dat in de dertiende eeuw in het centrum van Rimini gesticht werd. De kerk, tegenwoordig een parochiekerk, is gewijd aan de heilige Johannes de Doper, maar wordt ook Sant’Agostino genoemd. Dit is een van de grootste kerken van de stad en in de apsis en de kapel van de klokkentoren zijn de belangrijkste getuigenissen van de Riminese school, een van de belangrijkste kunstbewegingen uit de vijftiende eeuw in heel Noord-Italië met onder andere de miniatuurschilder Neri en de schilders Giuliano en Giovanni da Rimini, bewaard. Dit zijn de fresco’s gewijd aan Het leven van de Maagd en Het leven van de heilige Johannes de Doper en verder op de achtermuur van de apsis de afbeeldingen van Christus, de Maagd in maesta en de scene Noli me tangere. Dezelfde schilders schilderden een Kruisbeeld aan de muur rechts van het schip en een grote afbeelding van het Laatste Oordeel, voorheen op de triomfboog en nu in het Stadsmuseum aanwezig. De kerk onderging in de zeventiende en achttiende eeuw zware wijzigen en heeft nu een duidelijk barok karakter. Naast de vele altaarstukken uit de achttiende eeuw zijn in de kerk het stucco beeld van Carlo Sarti (c. 1750) en een prachtig plafond van Ferdinando Bibiena met schilderingen van Vittorio Bigari (1722) en voornamelijk op het eerste altaar rechts een mooi houten beeld uit de dertiende eeuw, Jezus van het kruis gehaald (oorspronkelijk onderdeel van een Martelgang) afkomstig uit de antieke kathedraal van Santa Colomba bewaard. In de streek rondom Rimini zijn van de Augustijnen het klooster en de kerk van Verucchio, gebouwd op een panoramische plaats aan de rand van de rots waar het stadje op gebouwd is, bewaard gebleven. Het klooster, nu eigendom van de gemeente, wordt gekenmerkt door een schone en een eenvoudige architectuur en werd recent gerestaureerd. Ssindsdien is er het belangrijke museum van de Villanova beschaving in Verucchio in gevestigd. De aangrenzende kerk doet gezien de barokke stucco’s en de beschilderde vergulde altaarstukken met schilderijen uit de zeventiende en achttiende eeuwen erg prettig aan. In Montefeltro herinneren we het vernietigde augustijnse klooster van Poggiolo in de buurt van Talamello. Uit de kerk van dit klooster komt een meesterwerk van de Riminese school uit de veertiende eeuw: een 32
Rimini, Stadsmuseum. Ghirlandaio, altaarstuk met de heiligen Vincenzo Ferrer, Sebastiaan, Rochus
en de familie van Pandolfo IV Malatesta (1494), voorheen in de Dominicanenkerk.
Kruisbeeld waarvan men lange tijd dacht dat het het werk van Giotto was, maar dat uiteindelijk aan Giovanni da Rimini toegeschreven is. Het kruisbeeld wordt tegenwoordig geconserveerd in de kerk van San Lorenzo di Talamello (nu een parochiekerk, die door de Augustijnen gebouwd was) en de kerk van San Cristoforo (Sant’Agostino genaamd) in Pennabilli, waar in 1521 aan begonnen werd en die tijdens de negentiende eeuw verbouwd werd. In deze kerk worden een Maria afbeelding uit de vijftiende eeuw en een groot orgel van Paolo Cipri uit 1587 bewaard. De oudste augustijnse kerk in Montefeltro is waarschijnlijk de kerk van Miratoio uit 1127 (meerdere keren verbouwd) waar de relikwieën van de gelukzalige Rigo da Miratoio, een augustijnse kluizenaar die in 1347 overleed, bewaard worden. Vanaf de dertiende eeuw waren ook de Dominicanen en grote getale aanwezig. In Rimini hadden ze een groot klooster met een kerk gewijd aan de heilige Cataldus, waar helaas niets van is overgebleven. Uit een van de kapellen van deze kerk komt het mooie schilderij van Ghirlandaio met de Malatesta familie dat nu in het stadsmuseum hangt: De heiligen Vincenzo Ferreri, Sebastiaan e Rochus vereerd door Pandolfo IV Malatesta en familie (1494). In de Marecchia vallei op een vlakte in de buurt van Pietracuta kunt u nog altijd de resten van een groot dominicaans klooster zien dat aan het begin van de zeventiende eeuw met schenkingen van Giovanni Sinibaldi gebouwd en in 1664 voltooid werd. Het klooster werd in 1812 gesloten en vervolgens gedeeltelijk afgebroken, terwijl het resterende deel in verval raakte. Van het complex zijn echter de voorgevel, een deel van de kloostergang en de kerk uit 1640 zichtbaar. Uit de kerk komt een Kruisbeeld uit de late veertiende eeuw dat nu in het Museum van bijbelse kunst in San Leo hangt. Als laatste herinneren we de Gerolomine congregatie die in alle belangrijke centra kerken en kloosters had. In de streek waren twee kerken aan de heilige Hiëronymus gewijd: een in Saludecio en een in Sant’Agata Feltria. De tweede kerk bevat belangrijke kunstwerken en met name een schitterend altaarstuk van de school van Pietro da Cortona (Madonna met Kind en de heilige Hieroynumus, Christina, Franciscus en Antonius van Padua, c. 1640), wellicht het enige echte barokke schilderij uit de hele streek. We danken dit schilderij aan de vrijgevigheid van de markiezen Fregoso, heren van Sant’Agata Feltria in 1506. Dit schilderij wordt in een schitterende vergulde en beschilderde houten lijst op het altaar bewaard. 35
Boven San Leo. De kloostergang van het Franciscanenklooster van Sant’Igne (veertiende eeuw).
Onder Verucchio. De kloostergang van het franciscanenklooster
in Villa Verrucchio met de eeuwenoude “cipres van de heilige Franciscus”.
De sporen van de heilige Franciscus van Assisi Het Franciscanisme was beter in staat om de vele abdijen die het voor Napoleon en de Eenwording van Italië bezat te behouden of terug te kopen aangezien deze orde zich beter in de plaatselijke samenleving wist te vestigen en beter bij de mentaliteit en de geloofsbeleving van het volk paste. Het bericht dat het Franciscanisme verspreidt, heeft in deze streek diepe wortels en is verbonden aan de aanwezigheid van de heilige Franciscus zelf: volgens de traditie trok hij in mei 1213 door de Marecchia vallei nadat in San Leo de heer Orlando de’ Cattanei da Chiusi hem de Monte La Verna schonk. In het palazzo Nardini op het centrale plein van San Leo wordt nog altijd de ruimte aangegeven waar deze schenking plaats zou hebben gevonden. Volgens dezelfde traditie zou de heilige in de omgeving van San Leo op een plaats aangeduid door een mysterieus vuur de nacht doorgebracht hebben. Op deze plek werd in 1244 het klooster van Sant’Igne gesticht. Dit klooster bestaat nog altijd en heeft een suggestieve kloostergang met klokkentoren en een kerkje gewijd aan de Madonna. Op zijn reis naar Rimini zou de heilige zich bij een klein kluizenaarsverblijf gewijd aan het Heilige Kruis in een bos aan de voet van de heuvel van Verucchio hebben opgehouden. Hier zou hij verschillende wonderen hebben verricht: hij beval de mussen hem niet met hun gezang te storen, hij liet een heilzame bron ontspringen en hij plantte er zijn pelgrimsstaf van cipressenhout, die vervolgens ontkiemde. Het verblijf werd binnen korte tijd tot een klooster met een kerk gewijd aan het Heilige Kruis gewijd. Deze kerk bestaat nog altijd in de buurt van Villa Verucchio (dit is de oudste vestiging in de Franciscaanse provincie van Bologna). De afgelegen plaats is erg suggestief dankzij de vele olijfbomen en cipressen. De heilzame bron in de buurt verwijst naar het mirakel van de bron, terwijl in de kloostergang nog altijd de cipres geplant door de heilige Franciscus aanschouwd kan worden: een kolossaal en uniek natuurmonument. Botanici zijn ervan overtuigd dat de boom minstens zevenhonderd jaar oud is, hetgeen de legende bevestigt. Naast de cipres (op 6 december 1980 brak de top af en sindsdien is de boom 25 m hoog en heeft een omtrek van 7,37 m) wordt in het klooster tevens de plaats aangeduid waar volgens de traditie de hut van de heilige Franciscus stond. Maar breng ook een bezoek aan 36
Boven Santarcangelo di Romagna, Historisch Archeologisch Museum. Iacobello di
Bonomo, veelluik met de Maagd en heiligen, voorheen in de kerk van San Francesco (1385).
Onder Rimini, sanctuarium van Santa Maria delle Grazie. Ottaviano Nelli, De Aankondiging (vijftiende eeuw).
de kerk met een mooie deur uit de veertiende eeuw, een ruime neoklassiek schip en een geraffineerd renaissancistisch koor met snijwerk. De muur links is tussen de bogen uit de negentiende eeuw versierd met een fresco, De Kruisiging, dat halverwege de veertiende eeuw door een kunstenaar van de Riminese school geschilderd werd. In het gebied tussen Verucchio, Rimini, Santarcangelo, Montefiore en Cattolica zijn nog altijd alle Franciscaanse orden (Conventuelen, Minderbroeders en Kapucijnen) aanwezig. Elk klooster bevat een kerk die wegens de architectuur en de schatten een bezoek waard is. Een van de vernietigde kloosters die we hier zullen herinneren is het klooster van de Conventuelen in Santarcangelo. Dit grote klooster had een groot aantal kunstwerken, zoals het veelluik dat nu in het Museum van Santarcangelo bewaard wordt. Dit belangrijke werk van de beroemde Venetiaanse schilder Jacobello di Bonomo (1385) is versierd met een gotische lijst met snijwerk en bevat in totaal zestien luiken met, op een vergulde achtergrond, de Kruisiging en de Madonna met Kind omring door vele heiligen. Diverse franciscaanse herinneringen aan Rimini zijn verbonden aan de heilige Antonius van Padua. Hier vonden het wonder van de vissen en de muilezelin plaats waarmee hij de ketterse Patarijnen verdwaasde en bekeerde. Als een herinnering aan dit laatste wonder werd in de zestiende eeuw op het grote plein van de stad, nu piazza Tre Martiri, het tempeltje van de heilige Antonius opgericht. De Malatesta Tempel was echter zonder twijfel de belangrijkste franciscaanse kerk in Rimini. De tempel is sinds 1809 de Tempel de kathedraal van de stad. Naast de Tempel was een groot klooster gevestigd dat helaas tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigd werd. In het gebied van het bisschopdom Montefeltro zijn met name de franciscaanse kloosters uit de zestiende eeuw uit Maciano (gemeente Pennabilli) en Montemaggio (gemeente San Leo) een bezoek waard. De binnenkant van de kerk van het klooster van Montemaggio heeft een duidelijk barok karakter en is versierd met een groot houten plafond (1707) en schitterende vergulde houten altaarstukken met snijwerk en fantastische panelen met veelkleurige scagliola.
38
Rimini. Binnenkant van de chiesa della Colonella (1510).
De kerken gewijd aan de Madonna Diverse franciscaanse kerken zijn gewijd aan de Madonna. Het oudste sanctuarium in de provincie van de Rimini dat aan Maria gewijd is, werd door Franciscanen opgericht. Dit is de kerk Madonna delle Grazie op de heuvel van Covignano in de buurt van Rimini. De oorsprong van deze kerk is, net als in vele andere gevallen, aan miraculeuze en legendarische feiten gebonden. In 1286 sneed een herder uit de stam van een boom een Mariabeeld terwijl hij zijn kudde hoedde. Engelen boden de onervaren kunstenaar-herder hulp aan en maakten het gezicht van Maria af. Dit beeld werd vervolgens over zee vervoerd en kwam in Venetië terecht, waar het nog altijd in de kerk van San Marziale als de “Madonna van Rimini” vereerd wordt. Op de heuvel van Covignano op de plaats waar het wonder zich voltrok, werd een kapel en vervolgens een kerk (1391) gewijd aan de Madonna delle Grazie gebouwd. De kerk werd vervolgens in de zestiende eeuw met een tweede schip uitgebreid. Op het grote altaar treffen we een mooi schilderij, De Aankondiging, uit het begin van de vijftiende eeuw van deen e schilder uit Umbria, Ottaviano Nelli (tot niet al te lang geleden was men ervan overtuigd dat het een werk van Giotto betrof). Het Sanctuarium en het Klooster liepen tijdens de Tweede Wereldoorlog veel schade op. De kleine kloostergang werd herbouwd en conserveert de typische rust en warmte van de franciscaanse architectuur. Het linker schip van de kerk is versierd met waardevolle kunstwerken en votiefschilderingen en een houten plafond uit de vijftiende eeuw dat aan de kiel van een schip doet denken. Een belangrijk overblijfsel van de primitieve constructie is de voorgevel onder de portiek uit de zeventiende eeuw met een gotisch portaal en delen van het fresco De Aankondiging, zeer waarschijnlijk geschilderd door Ottaviano Nelli. Het eerste sanctuarium gewijd aan Maria in de provincie van Rimini uit de zestiende eeuw is Madonna della Colonnella. Dit sanctuarium werd in 1510 ter ere van een afbeelding van de Madonna met Kind in 1483 geschilderd in een klein kerkje dat langs de via Flaminia gebouwd, nadat de schildering in 1506 een pelgrim die onjuist van moord beschuldigd werd van de dood door ophanging zou hebben gered. Het gebouw raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd, maar werd 40
Montegridolfo, oratorium van San Rocco. Guido Cagnacci, Altaarstuk
met de Maagd met Kind en heiligen (circa 1625).
vervolgens op kundige wijze gerestaureerd. Dit architectonische meesterwerk uit de renaissance heeft een harmonieuze planimetrie en is rijkelijk versierd met lisenen en terracotta lijsten met groteske motieven. De versieringen zijn het werk van de kunstenaar uit Ravenna Bernardino Guerriti die tevens het gebouw bouwde. De constructie toont een duidelijke verwantschap met de architectuur van diverse gebouwen uit Forlì die door Marco Palmezzano ontworpen of erdoor geïnspireerd werden. De harmonieuze en sierlijke kunst van Palmezzano kan naar het architectonische geheel teruggevoerd worden. In het centrum van Rimini is een ander belangrijk sanctuarium gewijd aan de Madonna della Misericordia gevestigd. Dit is een van de meest recente sanctuaria en werd gebouwd nadat de ogen van een afbeelding van de Madonna zich voor het eerst op 11 mei 1850 bewogen. De kerk van Santa Chiara was oorspronkelijk de kerk voor de Clarissen en heeft een eclectische stijl die aan de Riminese architect Giovanni Benedettini te danken is. In het centrum van de apsis is de wonderbaarlijke afbeelding, het werk van de schilder Giuseppe Soleri Brancaleoni, geplaatst. De afbeelding is een kopie van een afbeelding die net zo wonderbaarlijk was aangezien hetzelfde feit zich in dit geval een halve eeuw eerder voordeed. Het origineel wordt nog altijd door de Confraternità di San Girolamo in het oratorium van San Giovannino bewaard. Meer dan twee eeuwen lang ontfermden de Franciscanen zich over het sanctuarium van de Madonna in Montefiore, het meest beroemde sanctuarium in de Conca vallei. Het sanctuarium ontstond aan begin van de vijftiende eeuw toen de kluizenaar Bonora Ondidei een afbeelding van de Madonna die het kind Jezus voedt aan de wand van zijn cel in het bos liet schilderen. In 1409 schonk de kluizenaar zijn verblijf aan de Franciscanen. Van het verblijf is uitsluitend de muur met de heilige afbeelding, Madonna di Bonora, overgebleven. Het sanctuarium omarmde de afbeelding die in 1926 gekroond werd. Het sanctuarium werd gerestaureerd en vervolgens aan het begin van de twintigste eeuw verbouwd. In de Conca vallei loopt een weg die naar Loreto voert. Een groot aantal van de kerken, vaak kleine gebouwen, langs deze weg is aan de Madonna gewijd. In Montefiore, bijvoorbeeld, is het kerkje van het ziekenhuis, dat in de vijftiende eeuw aan de rand van het stadje gebouwd werd, 43
Boven Montegridolfo, sanctuarium della Madonna. Pompeo Morganti, altaarstuk met de verschijning
van de Maagd (1549). Links onderaan Pennabilli, kerk van San Cristoforo (Sant’Agostino). Madonna delle Grazie,
fresco (1432) in een marmeren grafkapel uit 1528. Rechts onderaan Montefiore Conca, oratorium van de
Madonna della Misericordia. Detail van een fresco met een afbeelding van het Paradijs (circa 1485).
aan de Madonna della Misericordia gewijd: in de eenvoudige ruimte zijn nog altijd resten van de fresco’s die de wanden van het schip en de apsis versierden zichtbaar: Het Laatste Oordeel, De Opstanding der Doden, De Hel en Het Paradijs, de Vier Evangelisten. De fresco’s werden in 1475-1480 door een schilder uit Urbino geschilderd. In de apsis was een altaarstuk met een afbeelding van de Madonna van Barmhartigheid en de schutsheiligen uit 1485, waarschijnlijk het werk van dezelfde schilder die de fresco’s geschilderd had, geplaatst. Het werk werd eerst aan Giovanni Santi, vervolgens aan Bartolomeo di Gentile en uiteindelijk aan Bernardino Dolci toegeschreven. Sinds de Tweede Wereldoorlog is dit altaarstuk op het altaar van de parochiekerk (San Paolo) geplaatst. Van de gotische parochiekerk zijn voornamelijk het stenen portaal en een Kruisbeeld, het werk van een onbekende Riminese schilder uit de veertiende eeuw bewaard gebleven. De heuvels ten zuiden van Rimini, rechts van de Conca rivier en in de nabijheid van Foglia en de grens met de Marche ligt Montegridolfo, een stadje met diverse geloofsgetuigenissen. Ook hier ligt aan de rand van het stadje een kerkje (gewijd aan de heilige Rochus) dat ooit naast een ziekenhuis voor pelgrims lag. Tijdens de tweede helft van de vijftiende eeuw schilderde een schilder uit de Marche een fresco Madonna met Kind tussen de heiligen Rochus en Sebastiaan. Een eeuw later werd het fresco overgeschilderd met een ander fresco. De iconografie wijzigde niet, maar werd groter en de afbeelding werd door een schilder uit de Romagna aan het classicisme uit de zestiende eeuw aangepast. Een eeuw later werd de afbeelding nogmaals overgedaan door Guido Cagnacci die het op doek schilderde en de afbeelding aan de stijl van de zeventiende eeuw aanpaste. Cagnacci voegde een derde heilige (Giacinto) toe en wijzigde de verhoudingen tussen de personen. De fresco’s zijn recent voorzichtig verwijderd en gerestaureerd: de drie werken kunnen tegenwoordig in het kerkje aanschouwd worden en nodigen uit om over de persistentie van het geloof, de functie van afbeeldingen, de variaties in de iconografie in verhouding tot de devotie, het wijzigen van stijl en natuurlijk smaak na te denken. In Trebbio net buiten Montegridolfo ligt het sanctuarium Beata Vergine delle Grazie dat aan Maria gewijd is. De oorsprong van het sanctuarium is verbonden met de verschijning van de Madonna aan twee boeren, Lucantonio di Filippo op 25 juni 1548 en Antonia Ondidei 44
45
Talamello, Cel op het kerkhof. De binnenkant met fresco’s van Antonio Alberti (1437).
op 7 juli 1548. Een aantal maanden later gaf paus Paulus III met een bul toestemming om een kapel te laten bouwen. De kapel werd later dankzij de samenwerking van talloze gelovigen herbouwd en uitgebreid. Van de primitieve constructie is weinig overgebleven. Op het altaar staat nog altijd het schilderij uit 1549 van de schilder uit Fano Pompeo Morganti dat op de directe getuigenis gebaseerd is en de verschijning van de Madonna aan de zestigjarige Antonia uitbeeldt. Op de achtergrond zien we een getrouw aanzicht van Montegridolfo en het omringende landschap en de verschijning van de Madonna aan Lucantonio, volgens hem “de mooiste en grootste vrouw die ik ooit heb gezien”. Ook in de Marecchia vallei en in Montefeltro treffen we talloze kerken die aan de Madonna gericht zijn. Het sanctuarium Madonna delle Grazie in Pennabilli, in de voorheen augustijnse kerk van San Cristoforo is gewijd aan twee verschijningen van de Madonna in 1517 en 1522. De Madonna zou in beide gevallen zijn verschenen om het stadje tegen de Toscaanse troepen te beschermen. In het gebouw, herbouwd in 1526, wordt een afbeelding uit de vijftiende eeuw van de Madonna bewaard. Deze afbeelding kreeg een miraculeuze waarde toen het op de derde vrijdag van maart in 1489 voor het eerst begon te tranen. Oorspronkelijk was dit de afbeelding van een eenvoudige kapel met een altaar dat in 1432 gewijd was. Na de twee miraculeuze verschijningen van de Madonna (1517 en 1522) werd de kapel aan het gebouw toegevoegd en in een schitterend vergulde en beschilderde renaissancistische galerij met een vergulde en versierde overkapping geplaatst. In Maciano in de buurt van Pennabilli werd in 1523 een andere verschijning van de Madonna aan Giovanna da San Leo gemeld. Onmiddellijk na dit voorval werd een kerk met typische renaissancistische vormen opgericht (de kerk wordt nu gerestaureerd). In 1552 kwam de kerk in handen van de Observanten, een franciscaanse orde, die er vervolgens een klooster naast bouwden dat tot halverwege de twintigste eeuw actief was. Een van de vele kerken die in Montefeltro aan Maria gewijd zijn, is de Cel op de begraafplaats van Talamello, uit 1437 die door de schilder uit Ferrara Antonio Alberti met fresco’s versierd werd. De cel werd waarschijnlijk gebouwd door Giovanni Seclani, een Franciscaan die tevens bisschop van Montefeltro was. Hij werd op zijn knieën naast de Madonna 47
Boven Pennabilli, kerk van San Cristoforo (Sant’Agostino). Binnenkant.
Onder Maiolo, kerk van de Madonna d’Antico. Binnenkant met de apsis uit 1520 waarin
een Maagd met Kind van keramiek gemaakt door Andrea of Luca della Robbia geplaatst is.
met Kind geschilderd (helaas is de afbeelding verdwenen) op de achtermuur waar nu de Aankondiging op geschilderd is. Deze afbeelding heeft een opstelling die erg veel lijkt op de afbeelding die we in Madonna delle Grazie in Pennabilli gezien hebben. De lunetten aan de zijmuren (boven een reeks heiligen) bevatten schilderingen de Aanbidding der Wijzen en de Presentatie in de tempel. De scènes zijn zeer interessant wegens de levendigheid van de afbeeldingen en de vele personen met pittoreske ‘moderne’ kleding. Op het plafond treffen we afbeeldingen van de Evangelisten en de Geleerden van de Kerk. De kleine kerk is een schitterend voorbeeld van een laatgotische ruimte waarvan de originele versiering nog altijd geconserveerd is. Van de kerk Santa Maria di Antico die de hertogen Oliva uit Piagnano halverwege de vijftiende eeuw aan de rand van de Marecchiese in de gemeente Maiolo lieten bouwen, zijn helaas de versieringen verloren gegaan. U kunt er echter nog altijd het originele portaal en het stenen presbyterium (1520) van aanschouwen. In het presbyterium is een terracotta Madonna met Kind van Andrea della Robbia of zijn zoon Luca uit de vijftiende of zestiende eeuw tentoongesteld. Kleine kathedralen Van de barok zijn diverse sporen in de architectuur en de bijbelse kunst achtergebleven. In de zeventiende eeuw werden wegens devotie en de contrareformatie bijna alle altaarstukken vervangen en in de achttiende eeuw werden religieuze gebouwen in grote aantallen verbouwd of herbouwd en van sierlijke en elegante vormen voorzien. De bijbelse kunst uit de zeventiende en achttiende eeuw beweegt zich tussen de sterke naturalistische accenten van Cagnacci en Centino, schilders die in de eerste helft van de zeventiende eeuw in de stad en op het platteland actief waren, de klassieke en devote composities van Guercino en de schilders van de Bolognese school en de archaïsche barokke academie van Giovan Battista Costa (een schilder uit Rimini die tot 1767 actief was). Bovendien treffen we diverse kunstwerken afkomstig uit Rome, Venetië en Urbino. In de architectuur worden de excessen van de fantastische en luxueuze barok vermeden en volgt men een Romeins-Bolognese lijn met een aantal rationalistische elementen uit de tweede helft van de achttiende eeuw. 48
Rimini, kerk dei Servi. Binnenkant, architectuur van Gaetano Stegani en
stucwerk van Antonio Trentanove (1766-1779).
In de achttiende eeuw worden de grootste kerken van de streek en de stad herbouwd. In Rimini wordt de Jezuïeten kerk del Suffragio gebouwd en worden diverse kerken van de Augustijnen (de kerk van San Giovanni Evangelista), de Karmelieten (de kerk van San Giovanni Battista) en de Serviten (kerk van Santa Maria dei Servi) her- of verbouwd en van nieuwe altaarstukken en stucco’s voorzien. De kerk van Santa Maria dei Servi werd naar een ontwerp van de architect uit Bologna Gaetano Stegani tussen 1774 e 1779 herbouwd en in 1887 door Antonio Trentanove met vergulde rococo stucco’s versierd. In de kerk kunnen we schilderijen van Francesco Albani (1621), Lucio Massari (1620), Gaetano Gandofi (1784) en Giovan Battista Costa (1740) aanschouwen. Overal in de streek treffen we oratoria met eenvoudige doch geraffineerde vormen en eenvoudige plattelandskerkjes die van binnen rijkelijk met stucco’s en schilderingen versierd zijn. Het oratorium “van de school” in San Giovanni in Marignano, de parochiekerk in Mondaino en de parochiekerk in San Vito, de nonnenkerk in Santarcangelo en de kerk del Suffragio in Verucchio, bijvoorbeeld, zijn wegens hun architectuur en de waardevolle kunstwerken die erin geconserveerd worden zeer interessant. De lijst kan echter nog veel langer zijn. Het is voornamelijk interessant om te beschrijven hoe men in de achttiende eeuw in de grotere centra van de streek een poging deed om de geloofsbeleving en het leven van de geestelijken te valoriseren en te rationaliseren door het aantal kerken met de creatie van “collegiale” kerken te beperken. Zo werden in 1732 in Savignano, in 1744 in Santarcangelo, in 1796 in Verucchio en in 1709 in Sant’Agata Feltria (uiteindelijk wegens vertragingen en twijfel pas tussen 1865 en 1874) collegiale kerken gebouwd. Deze kerken werden niet zozeer vanwege de constante aanwezigheid van het koor, maar bovenal wegens de aanzienlijke afmetingen en plechtige vormen als kathedralen gezien. De collegiale kerk van Santarcangelo is een van de grootste en belangrijkste gebouwen uit de achttiende eeuw uit de streek en werd tussen 1744 en 1758 door de architect en auteur van de kathedraal van Rimini, Giovan Francesco Buonamici, gebouwd. De kerk heeft een ruim schip met sobere Romeinse en Bolognese vormen. In de apsis wordt een altaarstuk met de Schutsheiligen van de stad, geschilderd door Giovan Gioseffo Dal 51
Boven Santarcangelo di Romagna, Collegiale Kerk. Guido Cagnacci, altaarstuk met Jezus tussen de heiligen
Jozef en Eligius (1635), detail. Links onderaan Verucchio, Collegiale Kerk. Binnenkant, architectuur van
Antonio Tondini (1865-1874). Rechts onderaan Verucchio, Collegiale Kerk. Giovan Francesco Nagli,
il Centino, altaarstuk met de heilige Martinus en een arme man (circa 1650).
Sole, geconserveerd. De altaren in de kapellen zijn getooid met achttiende eeuwse panelen versierd met veelkleurige scagliola en waardevolle altaarstukken, zoals het altaarstuk met De heilige Jozef, Jezus en de heilige Eligius op het tweede altaar links dat in 1635 door Guido Cagnacci voor de gilde van de ambachtslieden en timmermannen gemaakt werd. In de kapel rechts hangt een groot Kruisbeeld dat in het tweede kwartaal van de veertiende eeuw door een schilder uit Rimini, (waarschijnlijk Pietro da Rimini) geschilderd werd. Het kruisbeeld is afkomstig uit de parochiekerk maar werd zeer waarschijnlijk voor de vernietigde kerk van de Franciscanen geschilderd. De indrukwekkende doch plechtige collegiale kerk van Verucchio werd wegens verschillende redenen (waaronder de inval van Napoleon en het Risorgimento waarin vele kerken opgeheven werden en de aanverwante naweeën en de moeizame inzameling van fondsen voor de bouw) pas laat gebouwd. De kerk werd ontworpen door de kunstenaar en architect Antonio Tondini uit Verucchio (het ontwerp werd echter in 1863 door de architect uit Rimini Giovanni Morolli ondertekend aangezien Tondini officieel niet als architect geregistreerd was). De binnenkant van de kerk bevat barokke en renaissancistische motieven en was oorspronkelijk in “keizerlijke stijl” blauw en wit met vergulde decoraties versierd. De moderne aanpassingen hebben de ruimtelijkheid van de kerk, ooit benadrukt door de weerkaatsing van het licht, gewijzigd. De collegiale kerk bevat diverse altaarstukken en schatten die uit de kerken van Verucchio afkomstig zijn, zoals het altaarstuk van Giovan Francesco Nagli, il Centino, met de Heilige Martinus die zijn mantel aan een arme man schenkt (c. 1650). De echte kunstwerken in deze kerk zijn echter de twee Kruisbeelden: een in het presbyterium geschilderd in de eerste helft van de veertiende eeuw door een onbekende schilder (de “Meester van Verucchio” genaamd), en een tweede Venetiaans kruisbeeld dat het werk is van Catarino (houtwerk) en Nicolò di Pietro (schilderwerk). Onderaan op het kruis zijn de handtekeningen van beide schilders en de datum, 1404, zichtbaar. De Collegiale kerk van Verucchio lijkt de kathedraal voor dit deel van de Marecchia vallei. De Conca valleiheeft een kerk die als de “kathedraal” van de vallei gezien kan worden: de parochiekerk van Saludecio, gewijd aan de heilige Blasius. De kerk werd tussen 1794 en 1802 (dit waren moeilijke 53
Boven Saludecio, kerk van San Biagio. Binnenkant, architectuur van Giuseppe Achilli (1794-1802).
Onder Saludecio, Museum van de Beato Amato en Saludecio in de kerk van San Biagio. Guido
Cagnacci, Processie van het Allerheiligste Sacrament, detail (1628).
jaren met een zware economische en politieke crisis) dankzij de moed en wil van een beroemde priester, don Antonio Fronzoni, en het enthousiasme voor de officiële zaligverklaring (1776) van Amato Ronconi, sinds de veertiende eeuw schutsheilige van de stad, gebouwd. Deze kerk, in 1930 uitgeroepen tot”sanctuarium”, heeft elegante en harmonieuze vormen en is het resultaat van een intelligente herbewerking en rationalisatie van barokke schema’s. De kerk werd ontworpen door Giuseppe Achilli en is zeer waarschijnlijk het meesterwerk van de laat achttiende eeuwse architectuur uit de streek. De sobere stucco’s die de architectuur verrijken zijn het werk van de kunstenaar uit Rimini Antonio Trentanove, terwijl de schilderijen het werk zijn van zeventiende en achttiende eeuwse schilders uit de Romagna en de Marche. Een voorbeeld hiervan zijn de altaarstukken van Guido Cagnacci met de Heilige Paus Sistus en de Processie van het Allerheiligste Sacrament (1628). In een aantal zalen van de sacristie is het “Museum van Saleducio en de zalige Amato” gevestigd waarin schilderijen, paramenten, schatten, ex voto uit de zeventiende en achttiende eeuw afkomstig uit de opgeheven kerken en oratoria uit de streek en verschillende getuigenissen verbonden aan de cultus van de zalige Amato geconserveerd worden. En als laatste behandelen de we de collegiale kerk van Sant’Agata Feltria, die in 1776 naar een ontwerp van de architect uit Rimini, Giuliano Cupioli, met harmonieuze barokke vormen herbouwd werd. De kerk heeft een enkel schip met kapellen die versierd zijn met waardevolle vergulde houten altaarstukken uit de zeventiende en achttiende eeuw en vele waardevolle kunstwerken. zoals een dramatisch Houten Kruisbeeld van de Duitse school uit de vijftiende eeuw en een altaarstuk met Madonna met Kind en de heilige Antonius van Padua, van Giovan Francesco Nagli, il Centino (1650). Plaatselijke heiligen Voor de zalige Amato (uit Saludecio) is het proces voor de heiligverklaring gaande. Maar dit is niet de enige zalige van de streek. Bijna elk stadje heeft zijn eigen zalige die min of meer door de Kerk erkend wordt, zoals Giovanni Gueruli, Gregorio Celli en Bionda da Verucchio (in Verucchio), Alessio Monaldi (uit Riccione), Simone Balacchi (in Santarcan54
Novafeltria. Kerk van Santa Marina (dertiende-veertiende eeuw).
gelo), Cipriano Mosconi (in Saludecio), Enrico Ungaro (in Passano di Coriano), de Augustijn Rigo da Miratoio en de Franciscaan Matteo da Bascio, stichter van de Kapucijner Orde. Kleine of grote kapellen of eenvoudige altaren in de parochiekerken van de verschillende steden conserveren er de relikwieën van en vertellen ons hun leven en daden. Vaak is hun plaatselijke cultus gebaseerd op legendes, volksverhalen boordevol aan mirakels waarin geloof, poëzie en fantasie samenkomen. Hetzelfde kan men zeggen van de antieke heiligen afkomstig uit de verschillende steden van de beide bisschopdommen, zoals Arduinus en Chiara van Rimini, en de antieke schutsheiligen, zoals Innocentia, Gaudentius, Julianus en Leone. Maar ook de moderne periode kende bijzondere personen waarvan de gedocumenteerde heiligheid alom bekend is: zoals broeder Pio Campidelli, de non Elisabetta Renzi, de non Bruna Pellesi, de ingenieur Alberto Marvelli en zullen binnen korte tijd de leek Carla Ronci en de nonnen Angela Molari, Faustina Zavagli en Sandra Sabbatini zalig verklaard worden. Kunst en herinneringen Met deze korte beschrijving nodigen we u uit de vele sporen en getuigenissen van het geloof in de provincie van Rimini te ontdekken. De gekozen onderwerpen zijn niet alleen aanwendingen of redenen, maar bieden tevens de gelegenheid de geschiedenis, de kunst, de cultuur en de devotie te bestuderen. De gekozen onderwerpen onderscheiden zich van elkaar en kunnen voorkeuren bevatten die voornamelijk de artistieke thema’s betreffen. In ieder geval zijn voor een historische redevoering een aantal elementen nodig die men kan integreren met een bezoek aan het “Stadsmuseum” van Rimini, het “Museum van Saleducio en de zalige Amato” in Saleducio, het “Museum van de Bijbelse kunst” in San Leo en het “Bisschoppelijke Museum” in Pennabilli waarin kunstwerken, voornamelijk met een bijbels karakter, afkomstig uit de streek tentoongesteld zijn. Ter afsluiting geven we u een aantal thema’s of uitgangspunten met een bepaalde artistieke inslag die u eventueel verder kunt bestuderen. Ten eerste de middeleeuwse kunst met de romaanse architectuur in Montefeltro en de Riminese schilderkunst uit de veertiende eeuw. De 57
Rimini, Malatesta Tempel Agostino di Duccio, Engelen muzikanten (circa 1455) in de kapel van de heilige Michael.
belangrijkste architectonische werken treft u de in de Marecchia vallei, en met name in San Leo en Pennabilli, terwijl de meest belangrijke schilderijen van de Riminese school in Rimini, Santarcangelo, Villa Verucchio, Verucchio en Talamello, in de Marecchia vallei en in Montefiore en Misano in de Conca vallei geconserveerd worden. Een ander thema is de originele Riminese schilderkunst uit de zeventiende eeuw die dankzij schilders als Guido Cagnacci en Giovan Francesco Nagli, il Centino, een belangrijke rol in het Italiaanse naturalisme speelde. De kunstwerken van deze schilders kunt u aanschouwen in Saludecio, Montegridolfo, Montefiore, Santarcangelo, San Vito, Verucchio, Pennabilli, Sant’Agata Feltria en natuurlijk in Rimini. Maar u kunt zich ook laten inspireren door de zoektocht naar de renaissancistische elementen afkomstig uit de grotere centra Venetië, Florence, Urbino en Rome, of de invloed van de belangrijke barokke steden, zoals Rome en Bologna, opsporen. Houd er echter altijd rekening mee dat in vele steden en in de hele streek, zowel aan de kunst als in de heuvels tot aan de Apennijnen, de kerken “enorme ophopingen van kunstwerken en geschiedenis, individuele en collectieve godsvrucht, tekens van devotie en een hoge esthetische norm” zijn, zoals Andrea Emiliani schreef om de “hoge culturele en artistieke digniteit” van de gebouwen rijk aan herinneringen die op deze manier “deel uitmaken van de levendige laag die technisch streek genoemd wordt, maar die we liever omschrijven als stad en platteland, de typische Italiaanse tweemacht en oppositie van machten en functies...”. Gezien deze “dichtheid” aan herinneringen en de waarde voor de conservering en de valorisatie van de specifieke culturele identiteiten financierde in het Heilige jaar 2000 de Provincie Rimini samen met de competente organen en het bisschopdom een reeks restauraties van de kunstwerken die de kerken in het hele gebied conserveren, waarbij met name aandacht aan de kleine centra werd geschonken.
58
Extra informatie voor liefhebbers A. Emiliani, Chiesa città campagna, Rapporto della Soprintendenza per i Beni Artistici e Storici, n. 27, Alfa ed., Bologna 1981 C. Curradi, Pievi del territorio riminese fino al Mille, Luisè ed., Rimini 1984 Arte e santuari in Emilia Romagna, Silvana ed., Milano 1987 P. G. Pasini, Guida per Rimini, Maggioli ed., Rimini 1989 Storia illustrata di Rimini, I-IV, Nuova Editoriale Aiep, Milano 1990 Il Santuario delle Grazie di Pennabilli, atti del convegno, Pennabilli 1991 P. G. Pasini, La pittura del Seicento nella Romagna meridionale e nel Montefeltro, in La pittura in Emilia e in Romagna. Il Seicento, Nuova Alfa ed., Bologna 1992 Il Montefeltro, 1, Ambiente, storia, arte nelle alte valli del Foglia e del Conca, a c. di G. Allegretti e F.V. Lombardi, Comunità Montana del Montefeltro, Pesaro 1995 P. G. Pasini, Arte in Valconca, I-II, Silvana ed., Milano 1996-1997 Medioevo fantastico e cortese. Arte a Rimini fra Comune e Signoria, a c. di P. G. Pasini, Musei Comunali, Rimini 1998 60
Il Montefeltro, 2, Ambiente, storia, arte nell’alta Valmarecchia, a c. di G. Allegretti e F. V. Lombardi, Comunità Montana dell’Alta Val Marecchia, Pesaro 1999 P. G. Pasini, Arte e storia della Chiesa riminese, Skira ed., Milano 1999 E. Brigliadori, A. Pasquini, Religiosità in Valconca, Silvana ed., Milano 2000 P. G. Pasini, Il Tempio malatestiano. Splendore cortese e classicismo umanistico, Skira ed., Milano 2000 Arte ritrovata. Un anno di restauri in territorio riminese, a c. di P. G. Pasini, Silvana ed., Milano 2001 B. Cleri, Antonio Alberti da Ferrara: gli affreschi di Talamello, San Leo 2001 Seicento inquieto. Arte e cultura a Rimini, cat. a c. di A. Mazza e P. G. Pasini, Motta ed., Milano 2004 Arte per mare. Dalmazia, Titano e Montefeltro, cat. a c. di G. Gentili e A. Marchi, Silvana ed., Milano 2007 L. Giorgini, La bellezza e la fede. Itinerari storico-artistici nella diocesi di San Marino-Montefeltro, Castel Bolognese 2009
61
Planimetrie van de Malatesta Tempel in Rimini
E
D
F
C
G
B
H
I A
Kerk uit de 11de eeuw “Santa Maria in Trivio” Benedictijnse kerk (Pomposa-stijl)
A Kapel der Martelaren of Madonna dell’acqua B Kapel der Gevallenen
Kerk uit de 13de eeuw Gebouwd door Franciscanen en gewijd aan de Heilige Franciscus
D Kapel van de Heilige Jozef of de Musen
Kerk uit de 15de eeuw Transformatie en uitbreiding door Malatesta
E Kapel van het Allerheiligste Sacrament
Kerk uit de 16de eeuw Nieuwe opstelling apsis Kerk uit de 18de eeuw Andere en definitieve opstelling apsis
C Kapel van de Heilige Gaudentius of het infantiele vermaak
en Vrije Kunsten
F Kapel der Planeten G Kapel van de Aartsengel Michael of Isotta H Kapel der Relikwieën I
Kapel van de Heilige Sigismondo
Waar vindt u ons
Plaatsen en tochten
Trento
Bellaria Igea Marina
Milano
Torino
Helsinki
Oslo Dublino
Santarcangelo di Romagna
Verucchio Riccione
Talamello Novafeltria Sant’Agata Feltria
Casteldelci
San Leo Maiolo
Pennabilli AR
Coriano
Repubblica di San Marino
Misano Adriatico
Montescudo Cattolica Montecolombo San Clemente fiume Conca San Giovanni Gemmano Morciano in Marignano di Romagna Montefiore Conca Mondaino
Varsavia Amsterdam Bruxelles Berlino Praga Vienna Parigi Monaco Budapest Milano Bucarest Rimini Madrid Roma Londra
Rimini
Poggio Berni Torriana Montebello
Stoccolma
Algeri
Saludecio
Tunisi
Mosca
Firenze Perugia
Kijev
Rimini Ancona
Roma Bari
Napoli
Cagliari
Catanzaro
Ankara Palermo
Atene
Ferrara
Parma Reggio Emilia
Kerk van Santa Maria dei Servi Tempeltje van Sant'Antonio Malatesta Tempel Saludecio Kerk van San Biagio Kerk van San Girolamo San Giovanni in Marignano Oratorio della Scuola San Leo Kathedraal van San Leone Klooster van Montemaggio Klooster van Sant'Igne Dominicanenklooster van Monte di Pietracuta Parochiekerk van Santa Maria Assunta Sant'Agata Feltria Collegiale Kerk Kerk van San Girolamo Santarcangelo di Romagna Collegiale Kerk Nonnenkerk Kerk van San Vito Parochiekerk van San Michele Arcangelo Talamello Cel op het kerkhof Kerk van San Lorenzo Verucchio Collegiale Kerk Kerk del Suffragio Klooster van Santa Croce (Villa Verucchio) Klooster en Kerk van Sant'Agostino Parochiekerk van San Martino (Villa Verucchio)
Ravenna
Piacenza
Montegridolfo
fiume Marecchia
Maiolo Kerk van Santa Maria di Antico Mondaino Parochiekerk Montefiore Conca Kerk van San Paolo Kerkje van het ziekenhuis - Madonna della Misericordia Sanctuarium van Madonna di Bonora Montegridolfo Kerkje van San Rocco Sanctuarium van de Beata Vergine delle Grazie (Trebbio) Morciano di Romagna Voorheen abdij van San Gregorio Pennabilli Diocesane kathedraal San Pio V Kloosterkerk van Sant'Agostino (Miratoio) Kerk van San Cristoforo, ook bekend met de naam Sant'Agostino, en het Klooster en de Kerk van Santa Maria dell'Oliva (Maciano) Parochiekerk van San Pietro (Ponte Messa) Sanctuarium van Madonna delle Grazie Rimini Kerk del Suffragio Kerk van Madonna della Colonnella Kerk van Madonna delle Grazie Kerk van San Fortunato Kerk van San Giovanni Battista Kerk van San Giuliano Kerk van Sant'Agostino Kerk van Santa Chiara
Genova
Venezia
Bologna
Modena Bologna Ravenna
Forlì Cesena Rimini San Marino
Afstanden Amsterdam 1.405 km
München 680 km
Bologna 121 km
Berlijn 1.535 km
Parijs 1.226 km
Florence 165 km
Brussel 1.262 km
Praag 1.089 km
Milaan 330 km
Boedapest 1.065 km
Stockholm 2.303 km
Napels 586 km
Kopenhagen 1.770 km
Warschau 1.533 km
Rome 325 km
Frankfurt 1.043 km
Wenen 887 km
Turijn 447 km
Londen 1.684 km
Zürich 645 km
Venetië 270 km