Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
EVALUATIERAPPORT
PILOTPROJECT ‘PALING OVER DE DIJK’ Regio Zeeland februari 2013 Een project van: - provincie Zeeland - waterschap Scheldestromen - Sportvisserij Zuidwest Nederland - Stichting DUPAN® met ondersteuning van: - Ministerie van EZ - Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)
Opgesteld door:
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
COLOFON Titel :
Evaluatierapport pilotproject “Paling over de Dijk, regio Zeeland”
Datum :
februari 2013
Opdrachtgever :
stichting DUPAN
Opdrachtnemers :
Apesca® Costa®
Contactpersonen :
drs. Han Walder (Apesca®)
[email protected] Dr. Ir. Magnus van der Meer (Costa®)
[email protected]
Het project “Paling over de Dijk, regio Zeeland” is mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van: - provincie Zeeland - waterschap Scheldestromen - Sportvisserij Zuidwest Nederland - stichting DUPAN
1
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
INHOUD pag.
Samenvatting ………………………………………………………….......................
3
1.
Achtergrond …………………………………………………………………………
4
2.
Resultaten 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11. 2.12. 2.13
3.
Projectpartners …………………………………………………………………………… Keuze voor projectgebied en projectperiode …………………………… Financiering ……………………………………………………………………………….. Uitwerking locaties en protocol ………………………………………………… Praktische uitvoering van de visserij ………………………………………… Controle en handhaving ……………………………………………………………. Vergunningen en ontheffingen ………………………………………………… Afspraken met de vissers ………………………………………………………….. Format en procedure voor resultaatvastlegging ……………………… Communicatie ............................................................................. Officiële start ............................................................................. Het proces ………………………………………………………………………………… Resultaten van de visserij …………………………………………………………
5 5 6 6 6 8 10 10 11 11 12 12 13
Conclusies en aanbevelingen 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6 3.7. 3.8. 3.9. 3.10. 3.11. 3.12. 3.13 3.14. 3.15 3.15.
Keuze van locaties ……………………………………………………………..……. Maximaal aantal fuiken …………………………………………………………… Frequentie van fuiklichten ………………………………………………………. Aantal vissers per locatie ………………………………………………………… Benodigde tijd voor fuiklichting ……………………………………………… Behandeling van de gevangen vis …………………………………………… Veiligheidsmaatregelen …………………………………………………………. Controle en handhaving …………………………………………………………. Ontheffingen en vergunningen ………………………………………………. Afspraken met de vissers: contracten …………………………………… Resultaatvastlegging ………………………………………………………………. Communicatie ………………………………………………………………………… Het proces ………………………………………………………………………………. Kwaliteit en conditie van de vangst ..................................... Realisatie van projectdoelen …………………………………………………. Blik vooruit ………………………………………………………………………………
Bijlagen …...................................................................................................
19 19 20 20 20 21 21 21 22 22 22 22 23 23 23 24
25
2
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
Samenvatting In 2012 is in de provincie Zeeland op zeven locaties (vier in Zeeuws-Vlaanderen en drie op Schouwen-Duiveland) het pilotproject “Paling-over-de-Dijk, regio Zeeland” uitgevoerd. Doel van het project was vast te stellen of door het vangen en overzetten van geslachtsrijpe paling (schieraal) bij gemalen, de sterfte onder deze paling is te verminderen. Een soortgelijk project is uitgevoerd in de provincie Noord-Holland. Op basis van de uitkomsten van deze projecten wordt bezien of Paling over de Dijk als structurele maatregel is toe te passen als bijdrage aan het herstel van de palingstand. Tijdens het project werd in de maanden september, oktober en november door beroepsvissers schieraal voor gemalen weggevangen om ze vervolgens achter die gemalen weer uit te zetten. Het project is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van de provincie Zeeland, waterschap Scheldestromen, de Federatie van Beroepsvissers Zuidwest Nederland, Sportvisserij Zuidwest Nederland en de Stichting DUPAN. Het project werd begeleid en ondersteund door het ministerie van EZ en de NVWA. De visserij op schieraal is uitgevoerd door leden van de Combinatie van Beroepsvissers. De controle op de gevangen en overgezette hoeveelheden schieraal werd verzorgd door controleurs van Sportvisserij Zuidwest Nederland. In totaal zijn tijdens dit project bij zeven gemalen 556 schieralen met een totaalgewicht van 562 kilo gevangen en weer uitgezet. Uit de controlerapporten bleek dat al deze schieraal in goede tot zeer goede conditie hun tocht naar de Sargassozee konden vervolgen. Over het algemeen was de bijvangst gering. Naast een geringe hoeveelheid rode aal op vrijwel alle locaties en één zeer grote karper, bestond de bijvangst vooral uit kleine witvis. Alle bijvangst is onmiddellijk teruggezet. Door een misverstand is er kort na de aanvang van het project één maal een fuiklichting gedaan zonder aanwezigheid van een controleur. Voor het overige zijn geen overtredingen of onregelmatigheden bij de visserij vastgesteld. Wel zijn op enkele locaties fuiken van stropers (met paling er in) gevonden. Ook werden enkele fuiken van de aan het project deelnemende vissers gelicht of zelfs gestolen. De voor dit project ontwikkelde protocollen voor de vissers en controleurs bleken goed te voldoen. Het doorgeven van de vangstdata is foutloos verlopen. Zowel de sportvisserij als de beroepsvisserij hebben gemeld dat hun wederzijdse relatie sterk verbeterd is en dat wordt door beiden als een belangrijk winstpunt van dit project ervaren. Alle betrokken partijen zijn van mening dat het project naar volle tevredenheid is uitgevoerd. De wijze waarop dit project in onderlinge samenwerking is uitgevoerd is door allen als uiterst plezierig en efficiënt ervaren. Met de uitvoering van dit project is belangrijke praktische en organisatorische ervaring opgedaan. Op basis daarvan worden in dit evaluatierapport aanbevelingen gedaan voor eventuele vervolgprojecten.
3
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
1. ACHTERGROND In de periode van 1 september t/m 30 november 2012 is in Zeeland in het beheergebied van waterschap Scheldestromen bij een zevental gemalen het pilotproject “Paling over de Dijk” uitgevoerd. Met dit project is getracht de migratiebelemmering die geslachtsrijpe paling (schieraal) tijdens de trek naar zee bij gemalen ondervindt te verminderen door beroepsvissers in te schakelen. Zij hebben de schieraal vóór de gemalen wegvangen om ze vervolgens weer achter die gemalen uit te zetten (trap & transport methode). Directe aanleiding voor dit project is geweest de door de Tweede Kamer aangenomen motie Houwers/Gerbrands (TK, motie 21 501-32 nr. 551 d.d. 14-12-2011). In deze motie wordt de regering gevraagd te onderzoeken “hoe is te komen tot een plan van aanpak in samenwerking met de sector om palingvissers in te zetten voor de bevordering van palingmigratie”. Naar aanleiding hiervan is door het toenmalige ministerie van EL&I
begin 2012 een werkgroep ‘Paling over de Dijk’ ingesteld met als doel de mogelijkheden voor een pilotproject ‘Paling over de Dijk’ te onderzoeken. Naast het ministerie waren in deze werkgroep vertegenwoordigd de Unie van Waterschappen, de Combinatie van Beroepsvissers en Sportvisserij Nederland.
In deze werkgroep bleek al snel dat geen van de genoemde partijen en ook het ministerie van I&M over voldoende financiële middelen beschikte voor het uitvoeren van een Paling-over-de-Dijk-pilot. Op dat moment heeft de stichting DUPAN (Duurzame Palingsector Nederland) zich gemeld als cofinancier. Daarna heeft de verdere uitwerking van het pilotproject vorm gekregen. Uiteindelijk is ervoor gekozen het pilotproject op twee locaties uit te voeren: in Zeeland in het beheergebied van het waterschap Scheldestromen en in de regio Noordzeekanaal in het beheergebied van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In dit evaluatieverslag worden de resultaten beschreven van het pilotproject ‘Paling over de Dijk’ in het beheergebied van het waterschap Scheldestromen. Aan de hand van de bereikte resultaten worden conclusies en aanbevelingen gegeven die, samen met de resultaten van het pilotproject in de regio Noordzeekanaal, gebruikt kunnen worden bij nieuwe ‘Paling over de Dijk’-projecten.
4
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
2. RESULTATEN Dit evaluatierapport beschrijft de onderwerpen in de volgorde, zoals aangegeven in het Uitvoeringplan Paling over de Dijk in Zeeland. 2.1. Projectpartners (projectgroep) Voor de voorbereiding en uitvoering van het pilotproject Paling over de Dijk in Zeeland is een projectgroep gevormd bestaande uit medewerkers van: - waterschap Scheldestromen (technische assistentie bij de uitvoering en cofinancier) - provincie Zeeland (cofinancier) - Sportvisserij Zuidwest Nederland (uitvoering van controles) - Federatie van Beroepsvissers Zuidwest Nederland (coördinatie beroepsvisserij) - NVWA (Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit; toezicht op controle) - ministerie van EL&I (vergunningen en ontheffingen) - stichting DUPAN (cofinanciering) - adviesbureaus Apesca en Costa (opstellen uitvoeringsplan en coördinatie en begeleiding van de uitvoeringsfase) In deze projectgroep (zie bijlage 1) zijn de diverse projectonderdelen in goede samenwerking uitgewerkt in het Uitvoeringsplan Paling over de Dijk in Zeeland. 1). Daarmee kon de voor begin september 2012 beoogde start van de uitvoeringsfase gerealiseerd worden. 2.2. Keuze voor het beheergebied van waterschap Scheldestromen en projectperiode De keuze voor uitvoering van het pilotproject in het beheergebied van het waterschap Scheldestromen is gebaseerd op de resultaten van een in opdracht van het voormalige waterschap Zeeuwse Eilanden door IMARES verricht onderzoek2) In het rapport van dit onderzoek worden de migratiebelemmeringen voor paling beschreven op Schouwen-Duiveland, Noord- en Zuid-Beveland en Walcheren. Daarnaast zijn in overleg met het waterschap Scheldestromen. Sportvisserij Zuidwest Nederland en de Federatie van Beroepsvissers Zuidwest Nederland ook migratieknelpunten geselecteerd in Zeeuws-Vlaanderen. Vanuit deze eerste selectie is een update gemaakt op basis van recent genomen maatregelen ter verbetering van vismigratie. Daarnaast is onderzocht in hoeverre de visrechthebbenden ter plaatse van de knelpunten bereid waren mee te werken aan de uitvoering van Paling-over-de-Dijk in “hun” viswater. In totaal is op deze manier in het beheergebied van waterschap Scheldestromen een zevental migratieknelpunten voor paling geselecteerd; drie op SchouwenDuiveland en vier in Zeeuws-Vlaanderen).
1
) Apesca / Costa : Uitvoeringsplan Paling over de Dijk in Zeeland (augustus 2012) ) Winter, H.V.: T.P. Bult & J.A. van Willigen, Glasaalintrek in gebied Waterschap Zeeuwse Eilanden, Imares Rapport nr C025/07. 2
5
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
Ten aanzien van de uitvoeringsperiode van de pilot is besloten deze te beperken tot de wettelijk voorgeschreven gesloten tijd voor de aalvisserij in de periode september t/m november.
2.3. Financiering Voor de diverse projectonderdelen is de volgende financieringsstructuur tot stand gekomen: projectonderdeel - Opstellen uitvoeringsplan - Begeleiding/coördinatie tijdens uitvoeringsfase - Evaluatierapport controle op het vangen en overzetten van paling bij gemalen (eis EL&I) Vergoeding van de beroepsvissers voor verrichte arbeid Organisatiekosten (o.a. contracten, communicatie; aanschaf zwemvesten) TOTAAL
gefinancierd door - provincie Zeeland - waterschap Scheldestromen
- Sportvisserij Zuidwest Nederland
bedrag (€) 29.240 10.000
3.000
- DUPAN
22.977
- DUPAN
24.931
90.148
2.4. Uitwerking locaties en protocol In het Uitvoeringsplan worden de voor de uitvoering noodzakelijke methodieken en procedures gedetailleerd beschreven. Daarbij is nauw samengewerkt met alle partijen in de projectgroep. Ook is door DUPAN een gedetailleerd protocol ontwikkeld voor het lichten van de fuiken, de behandeling van de gevangen vis en de wijze waarop de controle moest worden uitgevoerd (zie bijlage I). Dit protocol is opgenomen in het contract dat de vissers met DUPAN hebben afgesloten. Tijdens de voorbereidingsfase is er discussie geweest over het maximaal aantal fuiken dat per locatie zou worden ingezet. Uiteindelijk is dit aantal gesteld op maximaal vier fuiken per locatie. 2.5. Praktische uitvoering van de visserij - frequentie fuiklichtingen In samenspraak met de vissers is besloten de fuiken bij alle locaties in de regio Zeeland twee maal per week te lichten in de periode van 1 september tot medio oktober. In de periode van medio oktober tot eind november is dit teruggebracht tot één maal per week. Door aan dit schema vast te houden is
6
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
.
een waardevolle database ontstaan van gegevens over de schieraaluittrek bij de zeven bij de pilot Zeeland betrokken locaties. In hoofdstuk 2.13 (resultaten van de visserij) wordt nader ingegaan op de hoeveelheden gevangen paling per fuiklichting en op het verloop van de vangsten in de tijd.
- aantal vissers per locatie Voor elk van de zeven locaties hadden de vissers aangegeven dat zij de fuiken niet alleen konden lichten, maar dat daarvoor assistentie van een tweede visser nodig was. In de projectgroep is daarop besloten dat er bij elke fuiklichting standaard twee vissers aanwezig zouden zijn. - benodigde tijd per fuiklichtingslocatie Afgesproken is dat de vissers standaard per fuiklichtingsdag en per gemaal twee uur in rekening kunnen brengen (incl. reistijd). Gebleken is dat bij lage vangsten de benodigde tijd voor het lichten van de fuiken en het overzetten van de gevangen schieraal korter is dan twee uur. Daarbij moet wel in acht worden genomen dat vooral de vissers die in Zeeuws-Vlaanderen hebben gevist met een aanzienlijke reistijd te maken hebben gehad (soms meer dan twee uur per fuiklichtingsdag). Een tweede handicap is geweest dat vissers ter preventie van diefstal de voor de fuiklichting benodigde boot bij voorkeur op het afgesloten terrein van de gemalen hadden gestationeerd. Preventie van diefstal en gereed maken van de boot was dan eenvoudiger geweest. Bij geen van de Zeeuws Vlaamse gemalen is die mogelijkheid aanwezig, waardoor de vissers genoodzaakt waren steeds vanuit huis een boot mee te nemen en op locaties nabij het gemaal te water te laten. Dit resulteerde in extra kosten en reis- en werktijd. - behandeling van de gevangen vis Algemene indruk van de controleurs is geweest dat de gevangen vis door de beroepsvissers met zorg werd behandeld. De kwaliteit van de gevangen schieraal werd door de controleurs in alle gevallen als goed gekwalificeerd. - veiligheidsmaatregelen Tijdens de uitvoering van de visserij waren de vissers en de controleurs uit veiligheidsoverwegingen verplicht een zwemvest te dragen. Hierbij zijn geen overtredingen (d.w.z. niet-gebruik van zwemvest) geconstateerd.
7
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
2.6. Controle/handhaving De uitvoering van het pilotproject vond plaats in de gesloten tijd voor de aalvisserij (september t/m november). Om die reden hebben het toenmalige ministerie van EL&I en de NVWA als voorwaarde gesteld dat er bij alle fuiklichtingen een onafhankelijke controleur aanwezig zou zijn (100 % controle). Deze 100 % controle is uitgevoerd door Sportvisserij Zuidwest Nederland, onder auspiciën van de NVWA. Per locatie is uitgegaan van twee fuiklichtingen per week voor de periode 1 september t/m medio oktober en een lichting per week voor de periode medio oktober tot eind november. Dit schema is leidend geweest voor de gehele projectperiode. In enkele gevallen moest door overige werkzaamheden van de vissers worden afgeweken van het controleschema. Daartoe hebben de vissers direct contact gezocht met de controleurs voor het maken van nieuwe afspraken, zodat ook in die gevallen controle aanwezig is geweest. Door een misverstand tussen controleur en visser is er in één geval bij het gemaal Loven geen controle geweest. Dit is gemeld bij de NVWA die hierop vervolgens de betreffende beroepsvisser heeft gewezen op zijn verplichting dat 100 % controle een absolute voorwaarde bij de pilot is. Het is bij deze ene onregelmatigheid gebleven. Op voorstel van de NVWA is voor geconstateerde overtredingen c.q. onregelmatigheden niet gekozen voor een strafrechtelijke, maar voor een bestuurlijke afhandeling daarvan. Dit komt tot uiting in de ontheffing die door EL&I aan de beroepsvissers is verleend en de bepalingen in het contract dat de vissers met DUPAN hebben afgesloten. Bij de controles zijn de aantallen en het totaalgewicht van de gevangen schieraal geregistreerd. Daarnaast hebben de controleurs toegezien en gerapporteerd over - lengte van de gevangen aal (groter of kleiner dan 50 cm) - de conditie van de schieraal - de levendigheid bij uitzetten. Alle vissers hebben bij twee of drie gemalen gevist. Daarbij was steeds dezelfde controleur betrokken. Hierdoor zijn wachttijden zowel bij vissers als bij controleurs voorkomen. Door de beroepsvissers wordt de 100 % controle gezien als een omvangrijk organisatiepunt voor Paling over de Dijk-projecten. Desondanks pleiten zij ervoor de 100 % controle ook voor vervolgprojecten te handhaven, omdat daarmee elke schijn van onregelmatigheden kan worden voorkomen. Bij de gemalen Dreischor en Den Osse (Schouwen-Duiveland) zijn in de projectperiode in totaal zeven fuiken van de beroepsvisser gestolen. Bij gemaal Campen (Zeeuws-Vlaanderen) zijn in een van de eerste weken van het project in totaal een twintigtal illegale fuiken aangetroffen. Deze bleken toe te
8
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
behoren aan een persoon die daar vroeger visrechten had, maar die niet meer voldoet aan de minimumeis van 250 ha viswater voor het vissen met fuiken. Deze illegale fuiken zijn door waterschap Scheldestromen verwijderd. De controleurs die werkzaam zijn geweest in Zeeuws-Vlaanderen melden dat visstroperij (vooral op paling) in dit gebied veelvuldig voorkomt.
- informatie naar reguliere opsporingsdiensten Voorafgaande aan de start van de pilot zijn de reguliere opsporingsdiensten, waaronder het Regionaal Milieu Team (RMT), door Sportvisserij Zuidwest Nederland geïnformeerd over het project. De leidinggevende van het RMT heeft deze informatie niet tijdig genoeg binnen zijn organisatie verspreid, waardoor zijn medewerkers niet op de hoogte waren van het project. Vooral het feit dat er met fuiken gevist werd in de voor de aalvisserij gesloten tijd heeft in de beginperiode van het project geleid tot misverstanden, waarbij beroepsvissers werden verdacht van illegale visserij/stroperij. Nadat de informatie over het project was verspreid naar de medewerkers in het veld en, via de pers, naar het brede publiek, zijn misverstanden niet meer voorgekomen. - meten en wegen van de schieraal De gevangen paling werd onderverdeeld in schieraal en rode aal, waarna de rode aal direct werd teruggezet. Vervolgens werd de schieraal op lengte geselecteerd (kleiner en groter dan 50 cm). Het wegen van de gevangen schieraal geschiedde in principe met een unster. Het gebruik van de bij de unster geleverde driepoot was niet altijd nodig omdat de vangsten licht genoeg waren om de unster met de hand te tillen. De schieraal groter en kleiner dan 50 cm werd apart gewogen. Bij de kleine schieraal ging het vaak maar om enkele exemplaren van een gering gewicht. Alles overziende hebben de controleurs bij de pilot Zeeland – evenals bij de pilot regio Noordzeekanaal –geen overtredingen bij de vissers geconstateerd. Verder hebben zij vastgesteld dat: - de gevangen schieraal door de vissers met grote zorg behandeld is - de conditie van de gevangen schieraal goed was - alle schieralen na uitzetten snel weg zwommen; er is geen dode schieraal geconstateerd. - de hoeveelheid meegevangen en teruggezette schubvis verwaarloosbaar klein was.
9
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
2.7. Vergunningen/ontheffingen Aangezien de pilot plaatsvond in de gesloten tijd voor de aalvisserij, moest daarvoor ontheffing worden verleend door het ministerie van EL&I. In één geval was ook toestemming nodig van waterschap Scheldestromen om op kortere afstand dan voorgeschreven in de keur bij een gemaal fuiken te plaatsen. De toestemming van EL&I bestond uit 2 ontheffingen, te weten: 1. algemene ontheffing om in de gesloten tijd met aalvistuigen te vissen 2. ontheffing voor het uitvoeren van de visserij bij de projectlocaties. In tegenstelling tot de pilot regio Noordzeekanaal, is er bij de gemalen in Zeeland slechts beperkt wolhandkrab gevangen. Vanaf het begin is deze direct weer teruggezet. Vragen over het al dan niet meenemen van wolhandkrab door de beroepsvissers, zijn in Zeeland dan ook niet aan de orde geweest. De toestemmingen van waterschap Scheldestromen om dichtbij een van de zeven gemalen te vissen werd afgegeven op voorwaarden dat, indien de fuiken belemmerend zouden werken voor de waterafvoer, deze per direct verwijderd moesten worden. Bij drie van de zeven gemalen waar de pilot werd uitgevoerd waren de uitvoerende vissers geen aalvisrechthebbende. Om die reden moest schriftelijke toestemming van de aalvisrechthebbende worden verkregen. Dit is gebeurd voor de looptijd van de pilot. In een geval (Otheense Kreek) was informatie ontvangen dat de hengelsportvereniging ter plaatse (hsv ONI) ook aalvisrechthebbende was. Dat bleek echter slechts voor een deel van de Kreek het geval te zijn. Van het overige deel van het water berustte het aalvisrecht bij de heer De Vos; een niet meer actieve beroepsvisser. Zowel de hsv als de heer De Vos hebben na overleg alsnog een schriftelijke toestemming voor de visserij afgegeven. 2.8. Afspraken met vissers Voorafgaande aan de start van de pilot heeft DUPAN een contract laten opstellen waarin de afspraken met de bij de pilot betrokken vissers werden vastgelegd. In verband met de wens van de NVWA om eventueel geconstateerde overtredingen op bestuurlijke wijze af te handelen, bevat dit contract een groot aantal voorschriften en bepalingen (zie bijlage 2). Zo worden regels gesteld m.b.t.: - uitvoering van de visserij en de behandeling van de gevangen schieraal - veiligheidsmaatregelen (verplicht dragen van zwemvesten) - vergoeding (uurloon met aanvullende incentive voor de hoeveelheid schieraal) - werken met controleurs - doormeten en registreren van de vangst, en - sancties bij overtreding van de contractbepalingen.
10
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
Door de vissers is een aantal bepalingen in het contract als “te gedetailleerd” aangeduid. Het ging daarbij bijv. om de bepaling dat wijzingen in het fuikenlichtingsschema alleen aangebracht mogen worden na goedkeuring door DUPAN (is uiteindelijk ook van afgeweken) en om de hoge boete (EUR 1000) voor het niet dragen van een zwemvest. Desondanks hebben alle vissers het contract ondertekend.
2.9. Format en procedure voor resultaatvastlegging Voor het vastleggen van de controleresultaten (aantallen schieralen, totaal gewicht en onderverdeling groter en kleiner dan 50 cm lengte) was een registratieformulier ontwikkeld (zie bijlage 3). In de praktijk voldeed dit formulier goed, zij het dat wel een oplossing moet worden gezocht voor de regenbestendigheid van het formulier. Sportvisserij Zuidwest Nederland functioneerde als verzamelpunt voor de door de controleurs verzamelde gegevens. Via een standaard-excelsheet hebben de controleurs de gegevens doorgestuurd naar Sportvisserij Zuidwest Nederland, die ze na controle heeft doorgestuurd naar DUPAN. Tijdens de evaluatie werd een paar maal voorgesteld om te bekijken of de reportage in het veld (vangsten en onkostenvergoeding) niet efficiënter kon. In verband met de aan de controleurs uit te keren km-vergoeding, werden ook de gegevens over de door de controleurs gereden afstanden door Sportvisserij Zuidwest Nederland bijgehouden en naar DUPAN voor uitbetaling toegestuurd. Al deze acties zijn probleemloos verlopen. 2.10. Communicatie In het Uitvoeringsplan is vastgelegd dat de communicatie en publiciteit over de pilot via DUPAN dienen te verlopen. Daartoe was door DUPAN een communicatieplan opgesteld. Alle betrokken partijen hebben zich hieraan gehouden. Enkele belangrijke communicatie-uitingen zijn (zie bijlage): - persberichten voor, tijdens en na afloop van de pilot, gevolgd door berichten in PZC, Brabants Dagblad/De Stem, Eendrachtsbode - paginagrote “bedankadvertentie” in het vakblad Visserijnieuws - berichten op website en eigen blad van sportvisserij Zuidwest Nederland - reportage in de regio-editie Zuidwest van het sportvismagazine Het Visblad (oplage > 100.000) - nog te verschijnen artikel in het vakblad Water (uitgave Unie van Waterschappen; verschijnt in maart 2013) - Verschillende artikelen over het project in de PZC (in zowel de edities van Schouwen-Duiveland als in Zeeuws Vlaanderen).
11
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
Door de controleurs is de opmerking gemaakt dat in de eerste weken van het project niet alle sportvissers en omwonenden voldoende op de hoogte waren van de pilot; men dacht dat er gestroopt werd. Door berichtgeving in de media is hier verbetering in gekomen.
2.11. Officiële start De officiële start van de pilot Zeeland vond plaats op woensdag 5 september 2012 bij het gemaal Prommelsluis te Kerkwerve. Eerder die dag had ook al de officiële start plaatsgevonden van de pilot Noordzeekanaal met daarbij grote aanwezigheid van de landelijke media. Bij de start van de pilot Zeeland waren vooral regionale media aanwezig. Hier werden toespraken gehouden door de Zeeuwse gedeputeerde Van Beveren en dijkgraaf Poppelaars van waterschap Scheldestromen. Daarnaast voerden ook de heren Sweep en Koelewijn het woord, respectievelijk namens Sportvisserij Zuidwest Nederland en stichting DUPAN. Na de openingstoespraken werden de eerste fuiken gelicht door beroepsvisser Van den Hoek. Na meten en wegen van de gevangen schieraal werd deze in de Oosterschelde uitgezet door gedeputeerde Van Beveren en dijkgraaf Poppelaars. 2.12. Het proces Begin oktober (halverwege de looptijd van de pilot) is met alle bij de pilot Zeeland betrokken partijen een tussentijdse evaluatie gehouden. Daaruit zijn geen opmerkelijke zaken naar voren gekomen. Wel vond men het nuttig om tussentijds bij elkaar te komen. Voor de tussentijdse evaluatie waren het ministerie van EL&I en de NVWA niet uitgenodigd, hetgeen door beide werd betreurd. Tijdens de projectperiode is er zowel vanuit DUPAN als ook tussen de overige partijen onderling direct en veelvuldig contact geweest. Kort na afloop van de pilot zijn interviews gehouden met alle betrokken personen. De resultaten daarvan zijn in dit evaluatieverslag verwerkt. Hier volgen enkele citaten van : o Wim de Vries (Sportvisserij Zuidwest Nederland): “Project is goed verlopen. Wel is gebleken dat stroperij in Zeeland een groot probleem is, daar moet meer aandacht voor komen” o Marius van Wingerden (waterschap Scheldestromen): “Overal werd positief op het project gereageerd. Bij aftrap heeft verhaal van de dijkgraaf zeker effect gehad dat paling gespreksonderwerp werd bij bestuurders.” (De dijkgraaf heeft toen toegezegd dat er bijgemaal Prommelsluis een intrekvoorziening voor glasaal zal worden aangelegd.)
12
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
o Peter Kooistra (beroepsvisser): Project is prima verlopen. Vangsten in ZeeuwsVlaanderen vielen wat tegen wellicht ook door stroperij. Dat is een probleem voor het herstel van de palingstand” o Piet Hollestelle (controleur): Bij de visserij kwamen vaak voorbijgangers even kijken. Ik heb minstens 100 keer uitgelegd hoe en waarom dit project is uitgevoerd. o Eddy de Potter en Piet Nouse (controleurs): Heel prettig samengewerkt met de beroepsvisserij en er veel van geleerd. 2.13. Resultaten van de visserij - visserij-inspanning In Zeeland is schieraal gevangen bij drie gemalen op Schouwen-Duiveland en vier gemalen in Zeeuws Vlaanderen. Op alle locaties zijn aan beide zijden van de aanvoerleiding naar het gemaal fuiken gezet. Het midden van de watergang bleef overal vrij. Om problemen met stroperij en vernielingen van de fuiken te voorkomen werden de fuiken zoveel mogelijk onder het wateroppervlak geplaatst. Op Schouwen-Duiveland zijn alle 21 geplande fuikenlichtingen uitgevoerd (gemiddeld anderhalve lichting per week). In Zeeuws Vlaanderen zijn de fuiken per locatie tussen 11 en de 14 maal gelicht. Oorzaak van de lagere frequentie van fuiklichting in Zeeuws-Vlaanderen is geweest de soms tegenvallende vangsten, zeker wanneer die werden afgezet tegen de noodzakelijk inspanning (met de daarbij behorende reistijd). Daar komt bij dat de visserij in Zeeuws- Vlaanderen iets later is gestart (bij Paal en Campen zijn de fuiken voor het eerst gezet op 3 september, bij de Otheense Kreek en de Lovense Polder op 14 september). - invloed van stroperij De vangsten in de provincie Zeeland zijn op de meeste locaties negatief beïnvloed door omvangrijke stroperij-activiteiten. Hoe groot de invloed van stroperij is geweest is moeilijk te zeggen, maar in ieder gaval is het volgende vastgesteld: Bij Paal zijn illegale fuiken ontdekt Bij Campen op één dag meer dan 20 illegale fuiken aangetroffen en verwijderd. Ook zijn de fuiken waarschijnlijk tussentijds gelicht. Bij Dreischor zijn fuiken gelicht en beschadigd (28 september), fuik gedeeltelijk uit het water gehaald (12 oktober), alle (vier) fuiken gestolen (18 oktober), één fuik gestolen (13 november). Bij Den Osse waren op 9 oktober drie fuiken illegaal geleegd, op 23 oktober één fuik gestolen en op 30 oktober nogmaals een fuik gestolen. Bij Prommelsluis werd op 18 oktober een illegaal geplaatste fuik aangetroffen en verwijderd.
13
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
- vangsten In de periode van 3 september tot 1 december 2012 zijn er voor de gemalen in totaal 556 schieralen gevangen die vervolgens weer achter de gemalen zijn uitgezet. Het totaalgewicht van deze schieraal bedroeg 562 kg. Het gemiddeld stukgewicht bedroeg 1011 gram.
Totaal van de visserij
Gemaal
fuiklichtingen
Per fuiklichting
Gemiddeld gewicht
kilo
aantal
kilo
aantal
(gram/stuk)
Schouwen Duiveland PROMMELSLUIS DEN OSSE DREISCHOR
21 21 21
62 12 44
64 12 35
3,0 0,6 2,1
3,0 0,6 1,7
970 1008 1263
Totaal
63
118
111
1,9
1,8
1067
LOVEN OTHENE CAMPEN PAAL
12 11 14 12
132 97 162 53
66 111 148 120
11,0 8,8 11,6 4,4
5,5 10,1 10,6 10,0
1994 874 1097 439
Totaal
49
444
445
9,1
9,1
997
112
562
556
5,0
5,0
1011
Zeeuws Vlaanderen
TOTAAL
De gemiddelde vangst per fuiklichtingsdag is in Zeeuws-Vlaanderen bijna vijf maal zo groot als op Schouwen-Duiveland (9,1 kg per keer in Zeeuws-Vlaanderen tegen 1,9 kg per keer op Schouwen-Duiveland). In beide gebieden was het gemiddelde stukgewicht van de schieraal circa 1 kg. Wel was er in Zeeuws Vlaanderen sprake van een substantieel verschil in gemiddeld stuksgewicht van de diverse locaties. Op Schouwen-Duiveland was er nauwelijks verschil waarneembaar. De zwaarste schieralen zijn gevangen bij gemaal Loven met een gemiddeld stukgewicht van 2 kg per stuk. De schieraal gevangen bij gemaal Paal was met een gemiddeld stukgewicht van 439 gr. het minst zwaar.
- vangstverloop De grafieken op de volgende pagina laten zien dat de vangsten op SchouwenDuiveland en in Zeeuws-Vlaanderen een maximum vertonen omstreeks het midden van de projectperiode (rond dag 40 gerekend vanaf 1 september). Dit geldt zowel voor de vangsten uitgedrukt in aantallen schieraal per dag per locatie als in kg per dag per locatie. Doordat op veel fuiklichtdagen de vangsten verwaarloosbaar klein waren, is het niet goed mogelijk een trend in deze gegevens aan te geven.
14
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
Voor wat betreft de gemiddelde stuksgewichten is er in de tijd gerekend geen duidelijke trend waarneembaar in de vangstgegevens van zowel SchouwenDuiveland als die van Zeeuws-Vlaanderen.
Schouwen Duiveland - aantallen per dag
Zeeuws Vlaanderen - aantallen per dag
4
9
3,5
8
3
7
6
2,5
5
2
4
1,5
3
1
2
0,5
1 0
0 0
20
40
60
80
0
100
20
40
60
80
100
Zeeuws Vlaanderen - kilos per dag
Schouwen Duiveland - kilos per dag 12
6
10
5
8
4
6
3 2
4
1
2
0
0 0
20
40
60
80
0
100
20
40
60
80
100
Schouwen Duiveland - gemiddeld gewicht
Zeeuws Vlaanderen - gemiddelde gewichten 3
2,50
2,5
2,00
2 1,50 1,5
1,00
1 0,5
0,50
0
0,00 0
20
40
60
80
100
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
Legenda: Schouwen-Duiveland ◊ Dreischor; □ Den Osse; Prommelsluis. Zeeuws Vlaanderen: ◊Loven; □ Otheense Kreek; Campen; x Paal. Op de (horizontale) x-as staan de dagen gerekend vanaf 1 september 2012. Op de (verticale) y-as staan respectievelijk in de eerste rij grafieken het gemiddelde aantal per dag gevangen schieralen. In de tweede rij grafieken het gemiddeld totaalgewicht in kg per dag in de derde grafiek het gemiddeld stuksgewicht in kg per dag. N.B.:De vangst per dag is steeds berekend door de vangst op een fuiklichtingsdag te delen door het aantal dagen dat de fuiken te water hebben gestaan.
15
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
In een poging toch trends waar te kunnen nemen, zijn de vangstgegevens van Schouwen-Duiveland en van Zeeuws Vlaanderen samen gebracht in één grafiek. Daarbij zijn er trendlijnen getrokken door de data van alle locaties voor zowel de vangsten in aantallen per dag, in kg per dag en ook voor de gemiddelde stuks gewichten van de schieralen. 9,0
Zeeland - aantallen per dag
8,0 9,0 8,0 7,0 7,0 6,0 6,0 5,0 5,0 4,0 4,0 3,0 3,0 2,0 2,0 1,0 1,0 0,0 0,0 0 0
20 20
40 40
60 60
80 80
100 100
80
100
80
100
Zeeland - kilos/dag /locatie 12,0
10,0 8,0 6,0 4,0 2,0
0,0 0
20
40
60
3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0,0 0
20
40
60
In de grafieken geven de bolletjes op de horizontale lijn boven in de grafiek de maanstanden aan: een geel gevuld bolletje geeft een volle maan aan, een volledige zwarte bol een nieuwe maan. De trendlijnen zijn in zwart aangegeven en zijn vrijwel identiek voor de vangsten onafhankelijk of deze worden uitgedrukt in aantal per dag of in kilo per dag.
16
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
De vangsten hebben de tendens een maximum te bereiken rond nieuwe maan (rond de dagen 15, 45 en 75). Het maximum rond dag 45 (half oktober) was niet alleen hoger dan de andere maxima, maar duurde ook langere tijd. Mogelijk heeft meegespeeld dat rond die periode er sprake was van herfstweer met regen en wind. Voor wat betreft de gemiddelde gewichten blijkt er ook sprake te zijn van een trend: bij de lagere vangsten tijdens periodes rond volle maan lijkt het gemiddelde gewicht hoger te zijn dan in periodes van betere vangsten rond nieuwe maan. - lengteverdeling
Naast de totale hoeveelheden schieraal die per fuiklichtingsdag per locatie zijn gevangen, werd ook de aantallen en de gewichten van schieralen kleiner dan wel groter dan 50 cm genoteerd. Dit onderscheid is gemaakt om een indruk te krijgen van de sexe-verhouding in de populatie uittrekkende schieraal. (Mannetjes zijn over het algemeen kleiner en worden vrijwel altijd schier voordat ze een lengte van 50 cm bereiken; paling groter dan 50 cm is vrijwel uitsluitend van het vrouwelijke geslacht).
Schieraal kleiner dan 50 cm Paal Campen Prommelsluis Overige Totaal
% aantal 51% 4% 2% 0% 13%
% gewicht 21% 1% 0% 0% 2%
Gem. gewicht 195 217 100
Bovenstaande tabel laat zien dat slechts op drie van de zeven locaties schieraal kleiner dan 50 cm is gevangen.
Bij gemaal Paal waren de aantallen schieraal kleiner en groter dan 50 cm vrijwel
gelijk (met 51% kleiner dan 50 cm). Bij de andere gemalen bestond het overgrote deel van de vangst uit schieraal groter dan 50 cm; waarschijnlijk dus allemaal vrouwelijke schieraal Gemiddeld over alle locaties bestond 13% van de vangst in aantallen uit exemplaren kleiner dan 50 cm. Door het lage gemiddelde stukgewicht van deze vissen van (slechts ca. 200 gram), maakte de schieraal kleiner dan 50 cm slechts 2% uit van het totaal gewicht aan gevangen schieraal. De tot voor kort in Zeeuws-Vlaanderen actieve beroepsvisser verklaarde dat ook voorheen de verschillen in gemiddeld stuksgewicht van schieraal tussen verschillende wateren in dat gebied altijd groot zijn geweest. Vooral in de Lovense polder is de schieraal volgens deze visser altijd al groot en zwaar geweest, terwijl de vangst in andere wateren (waaronder Otheense Kreek)
17
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
in sommige jaren vrijwel alleen bestond uit kleine (mannelijke) schieraal. Een afdoende verklaring voor dit verschijnsel kon niet worden gegeven. - bijvangsten Bij geen van de zeven locaties zijn bijvangsten van belangrijke omvang gesignaleerd. Wel werden er bij Paal en bij Campen vooral vanaf de tweede helft van oktober geregeld “veel kleine witvis” als bijvangst gemeld. In de eerste helft van september werd er op verschillende plaatsen sporadisch wolhandkrab gevangen, samen met kleine snoekbaars, brasem, bot, voorn en pos. Alle bijvangst is teruggezet. Incidenteel zijn ook bijvangsten gemeld van snoek (twee exemplaren bij Paal en een bij Othene). Verdere bijvangsten waren giebel (vier stuks bij Campen) , kolblei (drie stuks bij Campen) en karper (één exemplaar bij respectievelijk Campen, Den Osse en Prommelsluis en twee bij Dreischor). Tenslotte is er nog een reusachtige karper gevangen bij gemaal Loven. Rode aal is in Zeeuws-Vlaanderen niet geregistreerd, omdat deze direct na de vangst weer is teruggezet. Op Schouwen-Duiveland is zijn de rode aalvangsten wel geregistreerd. Daar is bij alle locaties rode aal bijgevangen (bij Dreischor, Den Osse en Prommelsluis respectievelijk acht, twee en nogmaals acht exemplaren). - kwaliteit en conditie De kwaliteit en de conditie van de gevangen schieraal was voor zover te zien goed. Na uitzetting zwom alle schieraal snel en krachtig weg - uitzetlocaties De uitzet van de gevangen schieraal vond in de meeste gevallen plaats direct aan de buitenkant van het gemaal in de spuigeul naar respectievelijk de Oosterschelde en de Westerschelde. In enkele gevallen was door getijdewerking het waterpeil in die geulen bij een aantal uitzettingen nogal ondiep. Eén van de controleurs melde dat met name in gebieden waar veel kleine schieraal wordt uitgezet, het in het vervolg mogelijk beter is om bij laag water óf de visserij uit te stellen tot een later tijdstip, dan wel de schieraal op een andere locatie met breed diep water uit te zetten om zodoende predatie door aalscholvers te voorkomen.
18
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
3. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 3.1. Keuze van locaties In het beheergebied van het waterschap zijn naar verwachting meer knelpunten aanwezig dan de zeven waarbij het project is uitgevoerd. De keuze voor gemalen waar het project is uitgevoerd is in overleg met beroepsvissers en waterschap Scheldestromen vastgesteld. Bepalend zijn o.a. geweest: - kennis over de migratiebelemmeringen in het beheergebied van het waterschap - bereidheid van visrechthebbenden in te stemmen met uitvoering van het project - beschikbaarheid van kundige beroepsvissers Voor de locatie Otheense Kreek is er enige discussie geweest over het nut van Paling over de Dijk, omdat op deze locatie water geloosd wordt buiten het gemaal om via vrij verval bij eb. Schieraal kan daarmee uittrekken zonder het gemaal te passeren. Voor de prioriteitstelling van knelpunten is momenteel nog geen goede set criteria beschikbaar. Om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen heeft DUPAN een projectvoorstel ingediend via de subsidieregeling Collectieve Acties in de Visketen. Dat project moet criteria opleveren voor de selectie van locaties voor Paling over de Dijk in 2013. 3.2. Maximaal aantal fuiken Alle vissers hebben per gemaal met maximaal vier fuiken gevist. Terugkijkend op het project hebben zij – mede gezien de soms tegenvallende vangsten - te kennen gegeven een volgende keer graag met een groter aantal fuiken te vissen. Niet alleen het aantal fuiken waar mee gevist wordt is echter bepalend voor de vangsten. Gebleken is dat in Zeeland ook de stroperij een rol speelt. Een derde factor is de afstand van de fuiken tot het gemaal. De ervaringen bij het pilotproject Noordzeekanaal hebben geleerd dat beste mogelijkheid om schieraal bij een gemaal te vangen is op korte afstand (10 – 20 m) van het gemaal. In Zeeland hebben de vissers op voorschrift van het waterschap de afstand tot het gemaal moeten aanhouden, zoals die in de keur staat vermeld (minimaal 150 m). Bij locaties met een smalle migratieweg kan waarschijnlijk met ca. vier fuiken worden volstaan. Echter, ook wanneer fuiken achter elkaar geplaatst worden, blijkt de laatste rij fuiken nog schieraal te vangen. Meer fuiken kan in veel gevallen dus leiden tot grotere vangsten en daarmee tot verhoging van het effect Paling over de Dijk acties. Gezien de relatief geringe inspanning die nodig is om meerdere fuiken op eenzelfde locatie te plaatsen en te lichten, zou experimenteren met de hoeveelheid fuiken per
19
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
locatie op zijn plaats kunnen zijn. Daarnaast wordt aanbevolen de fuiken op aanzienlijk kortere afstand van de gemalen te plaatsen.
3.3. Frequentie van het fuiklichten In overleg met de vissers en de NVWA is de frequentie voor het lichten van de fuiken vastgesteld op twee maal per week in de periode 1 september tot medio oktober. Na die tijd zou volstaan kunnen worden met een maal per week. Deze frequentie ligt aanzienlijk lager dan bij de pilot Noordzeekanaal (daar drie maal per week gedurende de gehele projectperiode; zie hiervoor ook 3.14). Daar komt bij dat enkele vissers door drukke overige werkzaamheden niet altijd op de afgesproken data hebben kunnen vissen. Gebleken is dat de relatief lage frequentie van fuiken lichten geen nadelige invloed gehad heeft op de conditie van de uitgezette schieraal Wel leidt een lagere frequentie tot een gegevensset over de visserij waaruit minder goed inzicht te verkrijgen is over het precieze trekgedrag van schieraal. De frequentie van fuiken lichten is in hoge mate bepalend voor de kosten van een Paling over de Dijk project. De vissers krijgen immers een uurloon. Aanbevolen wordt bij volgende projecten extra aandacht te geven aan het bepalen van de optimale frequentie van fuiken lichten . 3.4. Aantal vissers per locatie In beginsel is het mogelijk de visserij in kleinere wateren waar met kleine fuiken gevist wordt door één visser te laten uitvoeren. Dit is zeker een punt van aandacht wanneer de vangsten gering zijn. Echter: Voor het manoeuvreren met een boot en het lichten van de fuiken is het efficiënter om met twee vissers te werken. Ook de veiligheid is daarmee gediend. Daar staat tegenover dat indien er met 100% controle wordt gewerkt, het veiligheidsaspect minder doorslaggevend kan zijn. Aanbevolen wordt bij vervolgprojecten de voor- en nadelen van het werken met een of twee vissers per locatie nader te bezien. Te onderzoeken valt bijv. op welke wijze er meer flexibiliteit is aan te brengen in het aantal vissers per locatie. 3.5. Benodigde tijd per fuiklichting De registratieformulieren laten zien dat voor de fuiklichtingen zelf – afhankelijk van de vangst – veelal minder tijd nodig is dan de afgesproken twee uur. Met inbegrip van de reistijd van en naar de gemalen, lijkt een standaard van twee uur per fuiklichting over het algemeen redelijk. Voor vissers die met grote reisafstanden te maken hebben (zoals de vissers die in Zeeuws Vlaanderen hebben gevist) dient de tijd per fuiklichting nader te worden beschouwd. Ook het feit dat men de boot niet direct bij het gemaal te water kon laten, leidt tot tijdverlies.
20
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
3.6. Behandeling van de gevangen vis Voor de behandeling van de gevangen vis is door DUPAN een gedetailleerd protocol opgesteld. Hierbij is niet alleen van belang dat dit protocol nauwkeurig wordt gevolgd, maar dat het wegen en overzetten ook zo min mogelijk tijd in beslag neemt. Wanneer er op de uitzetlocaties sprake is van getijdenverschillen, wordt aanbevolen hiermee rekening te houden bij het bepalen van de tijdstippen voor fuiklichting. Op die manier is te voorkomen dat de vis niet in (te) ondiep water wordt uitgezet en kan eventuele predatie van aalscholvers op (kleine) schieraal worden voorkomen. 3.7. Veiligheidsmaatregelen : zwemvesten Het werken met de door DUPAN verplicht gestelde zwemvesten is bij de pilot Zeeland probleemloos verlopen. 3.8. Controle en handhaving Samenvattend kan gesteld worden dat de controleurs hebben geconstateerd dat: - de gevangen schieraal door de vissers met grote zorg behandeld werd - de conditie van de gevangen schieraal zonder uitzondering goed was - alle schieralen na uitzetten snel weg zwommen - de bijvangst aan schubvis klein was - er geen onregelmatigheden of overtredingen van de verdere voorwaarden voor de visserij zijn geconstateerd. - de NVWA niet bij een van de fuiklichtingen aanwezig is geweest Tijdens de evaluaties met de vissers en de controleurs is verder het volgende naar voren gebracht: Gebleken is dat het efficiënt werkt als gelijktijdig met een visser die op meer dan een locatie vist, de controleur met de visser meereist van locatie naar locatie. Zo worden wachttijden voorkomen. Gebleken is dat de goede contacten tussen vissers en controleurs geleid hebben tot een efficiënte en plezierige werksfeer. De beroepsvissers hebben voorkeur voor handhaving van de 100% controle. Daardoor is twijfel over de juiste uitvoering van de werkzaamheden te voorkomen. Het wegen van de vis, en dan met name de kleine (<50cm) schieraal, is niet altijd even precies gebeurd; de gebruikte weegapparatuur was daarvoor niet gevoelig genoeg. Er zou overwogen kunnen worden voor het wegen van de kleine schieraal nauwkeuriger weegapparatuur te gebruiken. Tenslotte kan gesteld worden dat de controleurs hun werkzaamheden in het project Zeeland op uitmuntende wijze hebben uitgevoerd. Aanbevolen wordt
21
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
de in dit project toegepaste organisatie van controle ook bij vervolgprojecten toe te passen. De onduidelijkheid m.b.t. het visrecht in de Otheense Kreek hebben geleerd dat intensieve controle van de visrechtensituatie voorafgaan de aan de start van een project van groot belang is. Wellicht is vangstmelding mogelijk via SMS-systeem
3.9. Ontheffingen en vergunningen Op drie van de zeven locaties was de uivoerende beroepsvisser geen visrechthebbende. De visrechten behoorden daar toe aan beroepsvissers in ruste. Deze vissers waren enthousiast over het project en hebben dan ook zonder probleem schriftelijke toestemming verleend voor het uitvoeren van het project in “hun” viswater. De door het ministerie verleende ontheffingen waren zowel voor beroepsvissers als ook voor de controleurs duidelijk. Op een beoogde locatie op Schouwen-Duiveland heeft de visrechthebbende geweigerd toestemming te verlenen. Deze locatie is daarom afgevallen. 3.10. Afspraken met de vissers : contracten De vissers hebben enkele bepalingen in het contract dat zij met DUPAN hebben afgesloten als te stringent ervaren. Het ging daarbij om de boete op het niet dragen van een zwemvest en het maken van afspraken over visserij en de controle daarop zonder tussenkomst van DUPAN. Mede gezien het goede verloop van dit project wordt aanbevolen om afspraken over de visserijen de controle daarop te laten vaststellen in direct onderling contact tussen vissers en controleurs. Dit neemt niet weg dat zowel de vissers als de controleurs zich zoveel mogelijk aan het vooraf opgestelde controleschema dienen te houden. NVWA (en DUPAN) kunnen zich beperken tot “controle op de controle”. De vergoeding voor de vissers werd door één van de vissers als onvoldoende beschouwd. 3.11. Resultaatvastlegging Het gebruikte registratieformulier voldeed goed; minder echter in de regen. Aandacht verdient het waterbestendig maken van de registratieformulieren 3.12. Communicatie Het door DUPAN opgestelde communicatieplan heeft goed gewerkt. Personeelsleden van Sportvisserij Zuid West Nederland hebben bij gemaal Prommelsluis een fuiklichting bijgewoond.
22
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
3.13. Het proces Procesmatig zijn als belangrijke conclusies te trekken: Het pilot Paling over de Dijk is in Zeeland probleemloos verlopen De pilot heeft geleid tot meer begrip over en weer tussen beroepsvisserij, sportvisserij en waterbeheerder. Men wil samen met het visstandbeheer aan de gang. Niet alleen is er sprake geweest van een verbeterde relatie tussen sportvisserij en beroepsvisserij, maar via het Paling over de Dijk project is ook het gezamenlijke probleem van de stroperij duidelijk zichtbaar geworden. Voor volgende Paling over de Dijk projecten dienen alle deelnemers aan de projectgroep ook voor de tussentijdse evaluatie te worden uitgenodigd. 3.14. kwaliteit en conditie van de vangst Tijdens de evaluatie werd zowel door de vissers als ook door de controleurs de opmerking gemaakt dat de frequentie van fuikenlichting (t/m medio oktober twee maal per week, daarna eenmaal per week) wellicht hoger had moeten zijn. Dit met name gezien de hoge temperaturen in de eerste weken van de projectperiode. Om zowel de schieraal als ook de bijvangst (witvis, krab en rode aal, etc. die direct op de fuiklocaties in hetzelfde water zijn teruggezet) optimaal in kwaliteit te houden dient onderzocht te worden hoe de frequentie van fuiken lichten flexibeler afgestemd kan worden op de heersende temperaturen.
3.15. Realisatie van de projectdoelen Het Uitvoeringplan Paling over de Dijk in Zeeland omschrijft als hoofddoelen voor de pilot: Beoordelen of de aanpak een waardevolle tijdelijke maatregel is om de aalpopulatie te beschermen Geconstateerd is dat in Zeeland - ca. 500 schieralen van goede kwaliteit zijn overgezet, - het totaalgewicht van de over-de-dijk-gezette schieraal ca. 500 kg bedroeg, - geen overtredingen zijn geconstateerd, en - het project naar volle tevredenheid van alle partijen is uitgevoerd. Op basis van deze constateringen is de conclusie gerechtvaardigd dat het project heeft laten zien dat het met de gevolgde aanpak en organisatie mogelijk is Paling over de Dijk projecten uit te voeren. Daarmee is in de praktijk bewezen dat een belangrijke herstelmaatregel uit de Europese Aalverordening en het Nederlands Aalherstelplan effectief is uit te voeren.
23
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
Deze pilot heeft ook geleerd dat stroperij een ernstige handicap kan opleveren voor het aalherstel. Bestrijding van de stroperij op paling verdient dan ook hoge prioriteit. Bewerkstelligen dat de beroepsvisserijsector een positieve bijdrage kan leveren aan het oplossen van de problematiek rond de aal De beroepsvisserij heeft in dit pilotproject laten zien dat zij op een kundige manier in samenwerking met de waterbeheerder en de sportvisserij schieraal kan vissen en overzetten bij gemalen en daarmee kan bijdragen aan het herstel van de aalstand. Transparante evaluatie van de resultaten Dit rapport geeft het antwoord op deze doelstelling.
3.15. Blik vooruit Over de toekomstige mogelijkheden voor Paling over de Dijk projecten zeggen de projectpartners het volgende: Paling over de Dijk projecten zijn niet alleen goed voor het herstel van de aalstand, maar ook voor verbetering van de relatie tussen sportvisserij, beroepsvisserij en waterbeheerder. Gehoopt wordt dat de recent opgerichte VBC Scheldestromen stimulerend zal werken op de vermindering van migratieknelpunten. Een eerste stap daartoe kan zijn het opstellen van een prioriteitenlijst van migratieknelpunten binnen het beheergebied van het waterschap Scheldestromen. Door de vissers zijn als mogelijke andere locaties voor Paling over de Dijk in Zeeland genoemd Zuid-Beveland (6-7 gemalen) Walcheren (ca 4 gemalen) en Cadzand (Daar zou de bevolking dode paling van het strand oprapen bij de uitstroom van gemaal naar zee).
24
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
BIJLAGE 1 Samenstelling projectgroep Paling over de Dijk regio Zeeland
Lid projectgroep
Namens
J. Broodman
Provincie Zeeland
M. van Wingerden
Waterschap Scheldestromen
W. de Vries
Sportvisserij Zuidwest Nederland (directeur)
P. Kooistra
uitvoerende beroepsvissers
J. Geleijnse
Federatie van Beroepsvissers Zuidwest Nederland (voorzitter)
M. Snijdelaar
Ministerie van EL&I (nu EZ)
M. Ros
Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA)
A. A. F. Koelewijn
Stichting DUPAN (voorzitter)
25
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
BIJLAGE 2
Protocol voor het vangen en uitzetten van schieraal - versie 16 augustus 2012 –
Inleiding Doel van dit protocol is het beschrijven van de methode van het wegvangen van schieraal voor gemalen op zodanige manier dat: - de handelingen waar de schieraal mee te maken krijgt (vangst, opslag, vervoer en uitzet) zo worden uitgevoerd dat de dieren in een optimale conditie aan de uittrek kunnen beginnen; - bovenstaande behandeling van de vis goed controleerbaar is zodat de visser op de met Dupan afgesproken manier zijn activiteiten vergoed kan krijgen en Dupan een duidelijk inzicht krijgt in de hoeveelheid schieraal die uitgezet is - de schieraal wordt uitgezet op een plaats vanwaar de vis naar de Sargassozee kan trekken zonder verdere hindernissen. Protocol schieraal uitzetten Algemeen 1.
Plaatsing van de fuiken en de manier van controle en het lichten van de fuiken wordt gedaan in overleg met de waterbeheerder. Visser en waterbeheerder zullen daartoe voor de aanvang van de visserij ten minste éénmaal ter plaatse overleg hebben over plaatsing van de fuiken, de eventuele plaats waar de visser de boot te water kan laten, de verwachte frequentie van het lichten van de fuiken en de plaats waar de gevangen schieraal uitgezet zal worden (uitzet liefst zo dicht mogelijk bij de plaats van vangst en eventueel een plek voor uitzet bij hoog tij en een andere plek voor laag tij).
2.
Alle betrokkenen krijgen voor de aanvang een lijst met namen en telefoonnummers van de bij dit project betrokken personen (vissers, beheerders van de gemalen, controleurs en projectmedewerkers).
3.
De visserij (dat wil zeggen het lichten van de fuiken) vindt uitsluitend plaats wanneer zowel visser als controleur samen aanwezig zijn op vooraf afgesproken plaats en tijdstip.
4.
Voordat het water wordt opgegaan moeten zowel visser als controleur hun zwemvest op de voorgeschreven manier dragen.
26
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
5.
Vissers moeten respectvol omgaan met de bijvangst, voorkomen dat er schade ontstaat aan eigendommen van anderen en volledig meewerken aan controle op de visserij en het uitzetten.
6.
De beroepsvisser zorgt er voor dat hij tijdens de visserij tenminste de volgende materialen bij zich heeft: de benodigde vergunningen en ontheffingen, te weten: a) Opdracht van Dupan om op schieraal te vissen b) Ontheffing om te vissen in het betreffende gebied c) Ontheffing voor het vissen met aalvistuigen in de periode september – november d) Indien er gevist wordt in het water van een ander: de toestemming van de visrechthebbende om op deze plek, op deze tijd, en op deze manier te vissen. een apparaat (bijv. unster met driepoot) om de vis te wegen één of meerdere leefzakken (of uitzoeknetten) waar tenminste 30 kilo paling in gehouden kan worden. tenminste drie kuipen van 25 - 50 liter. De schone en aan de binnenkant gladde kuipen moeten geschikt zijn voor zowel opslag als weging van de vis. Verder wordt aangeraden om een waterbestendig notitieblok en schrijfmaterialen mee te nemen voor het noteren van vangsten en duur van de visserij. Het vangen, opslaan, vervoeren en uitzetten van de schieraal 7.
Er dient professioneel met de schieraal omgegaan te worden en het is aan de beroepsvisser hoe de vis behandeld wordt tussen moment van vangst tot en met de uitzet.
8.
De handelingen van de visser moeten controleerbaar zijn en de schieraal moet gewogen en geteld worden. Daarbij zal er naar gestreefd worden de schieraal zo kort mogelijk uit het water te hebben, er zo weinig mogelijk handelingen mee te verrichten en te voorkomen dat de schieraal zich stoot of in aanraking komt met ruwe of droge oppervlaktes.
N.B. De hierna beschreven procedures moeten gezien worden als eerste richtlijnen die bij voortschrijdend inzicht aangepast worden aan de lokale situatie. 9.
Bij het lichten van de fuik wordt de bijvangst zo snel mogelijk overboord gezet. Uitsluitend de schieraal wordt in leefzakken (of uitzoeknetten) in het water of aan boord in de daarvoor bestemde kuipen gedaan). Eventueel kan de visser gevraagd worden de vangst per fuik apart aan te landen.
10.
De schieraal kan na de aanlanding opgeslagen worden in kuipen (vochtig, maar zonder water en geplaatst op een koele plek). Het is aan de visser te beoordelen welke hoeveelheid schieraal hoelang op deze manier opgeslagen kan worden; de visser is
27
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
verantwoordelijk voor een goede conditie van de vis bij het uitzetten. Mocht er veel gevangen worden of de handelingen te lang duren dan kan de schieraal opgeslagen worden in een tank met water (die, indien nodig voorzien is van beluchting en koeling) of in de bun van de boot. 11.
De schieraal moet na aanlanding zo snel mogelijk worden gewogen, geteld en uitgezet. Bij het wegen en tellen wordt onderscheid gemaakt tussen schieralen groter en kleiner dan 50 cm.
12.
Tijdens het tellen en wegen van de schieraal wordt de kwaliteit van de schieraal gecontroleerd op factoren zoals: schieraalkenmerken (rode aal moet worden teruggezet!), uitwendige verwondingen en conditie van de vis (mager, vet). Bij het uitzetten wordt gelet op de levendigheid van de vis. Deze en eventuele andere opvallende zaken aan de vis worden met de controleur besproken en eventueel genoteerd.
13.
Het uitzetten moet gebeuren door de kuip met schieraal te laten zakken in het water en daar de kuip te kantelen zodat de vis rechtstreeks het water in glijdt. De plek van uitzet moet zodanig gekozen worden dat het wegzwemmen van de vis te controleren is en breed water van tenminste 1 meter diep in de buurt is.
28
Evaluatie pilotproject Paling over de Dijk, regio Zeeland
BIJLAGE 3
29