Pijler Nummer 9 - november 2013
Grebbeberg Masters voor herhaling vatbaar Het Nieuwe Werken: de stand van zaken
3
Inhoudsopgave Van de commandant
Bedrijfshulpverlening bloedserieuze zaak
Colofon Pijler is een uitgave van het Commando DienstenCentra, geproduceerd door het Mediacentrum Defensie. Hoofdredactie Dave Coenen Eindredactie Jack Oosthoek Vormgeving Mediacentrum Defensie
We hebben het allemaal wel eens meegemaakt, zo’n ontruimingsoefening van de Bedrijfshulpverlening. Komt niet altijd gelegen, maar is toch een bloedserieuze zaak.
4
Druk Deltahage, Den Haag
Vlees en bloed
Het Nieuwe Werken
Grebbeberg Masters
Oplage 10.000 Redactieadres Mediacentrum Defensie Kalvermarkt 38 2511 CB Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon: 070 318 76 42 / 06 22 41 28 91 email:
[email protected] Redactionele bijdragen van: Dave Coenen (Communicatie CDC), Suzan van der Weij (Divisie Vastgoed en Beveiliging), Cynthia den Blanken (Divisie Defensie Gezondheidszorg Organisatie), Wouter Kalkman (Divisie Facilitair & Logistiek), Petra Huijser (Divisie Personeel & Organisatie Defensie), Ferry Robbers (Nederlandse Defensie Academie). Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van de Pijler weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van het Ministerie van Defensie. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden artikelen in te korten, niet, gedeeltelijk of gewijzigd te plaatsen. Adreswijzigingen: Via intranet: P&O Selfservice
12
8 Wat is na vier jaar ervaring de stand van zaken van het systeem van Het Nieuwe Werken? Gedragswetenschapper Amber Vos vertelt hoe het zit.
Medio oktober was de eerste editie van de Grebbeberg Masters, een hardloop- en fietsevenement voor het goede doel. Ook een team van het CDC deed mee.
En verder:
Voorpagina
7
Kort & Krachtig. Met onder meer een onderscheiding voor een CDC-kolonel.
11
Integer geregeld over de inhuur van mensen van buiten voor een bijeenkomst.
14 Mijn werkplek. Hanneke van Iersel van de Divisie Vastgoed & Beveiliging. 16 Een speciaal team helpt het personeel van het CDC bij het installeren van het SAP-systeem. 18 De Nieuwe Divisie Personeel & Organisatie Defensie (DPOD) is van start gegaan. . 19 Nieuwe rubriek: dagboek van een adelborst. Groeten vanaf Zr.Ms. Friesland. 20 Foto van de maand. De keus viel op een opname van sergeant 1 Dave de Vaal.
Pijler Nummer 9 - november 2013
Grebbeberg Masters voor herhaling vatbaar Het Nieuwe Werken: de stand van zaken
Militairen die in hun werk gewond zijn geraakt, fietsen tijdens de Grebbeberg Masters puffend naar de top van de Grebbeberg. Foto: Bart Nijs Fotografie.
Mijn schoonzus heeft gewerkt bij het CDC. Zij was docent bij de Militair Geneeskundige Opleidingen. Toen ik vertelde dat ik commandant van het CDC zou worden, vroeg ze: “Word jij dan die man van het voorwoord in de Pijler?” Ja, dat word ik dus. Dit is mijn eerste voorwoord. Ik weet dat ik voor veel mensen misschien niet veel meer dan die man van de Pijler ben. Daarmee bedoel ik dat een organisatie als het CDC zo groot is, dat ik niet iedereen persoonlijk zal leren kennen. En jullie mij dus niet. Maar ik ben, net als jullie, een mens van vlees en bloed. Ik heb mij onlangs in een videopresentatie aan jullie voorgesteld. En in dit voorwoord wil ik jullie elke maand laten weten wat er speelt en wat ik belangrijk vind. Ik zal dus niet iedereen persoonlijk kunnen ontmoeten. Maar ik kijk er naar uit om velen van jullie wel op locatie te bezoeken. Ik hecht veel belang aan de wekelijkse werkbezoeken. Daarbij krijg ik de kans om jullie op de werkvloer te ontmoeten en te spreken. Jullie werkervaring uit eerste hand horen is heel belangrijk voor mij, om goede besluiten te kunnen nemen. Het levert informatie op die onmisbaar voor mij is in een constante dialoog tussen mij, de divisiecommandanten en de medezeggenschapscommissie. In mijn ontmoetingen zal ik ook niet schromen om met jullie te praten over de bezuinigingen. En over de vraag hoe we die kunnen realiseren met zo weinig mogelijk gevolgen voor onze dienstverlening. Ik begrijp heel goed dat jullie daar op dit moment ook mee bezig zijn. Gelukkig blijkt uit het begrotingsakkoord dat begin oktober is gesloten, dat de verwachte nieuwe bezuinigingen minder groot zijn dan in eerste instantie was verwacht. Op dit moment wordt er achter de schermen hard gewerkt om uit te zoeken wat de gevolgen voor het CDC zijn. Uiteraard houd ik jullie op de hoogte.
Ik heb al een groot aantal onderdelen van het CDC mogen zien. En wat mij opvalt, is de slagkracht die het CDC heeft. En de trots waar jullie je werk mee doen. Als iemand gaat uitleggen wat voor een vak hij of zij uitoefent, zie ik bijna altijd ogen die beginnen te twinkelen. Dat maakt mij des te trotser deze baan te mogen vervullen en samen met jullie verder te bouwen aan het CDC! Ik zal mij er met hart en ziel voor inzetten. En ik kijk er naar uit velen van jullie te ontmoeten. Leonard Kok Commandant CDC
4
5
Ontruimingsoefening: een serieuze les
Lachend de trap afsjokken terwijl het brandalarm loeit De vlammen sloegen uit het dak van het gebouw op de Frederikkazerne in Den Haag. Van dichtbij maakten officieren, onderofficieren en burgermedewerkers foto’s van het pand dat op ontploffen stond. “Sommigen stuurde ik wel zes keer weg. Het was er levensgevaarlijk”, blikt Carla Scholten, medewerker van het Brandpreventie & Bedrijfshulpverleningsteam van het CDC, terug op de brand, in 2010, op de ‘Freek’. De wanhoop klinkt nog in haar stem. Met lede ogen ziet ze vandaag dan ook de menigte lachend de trap afsjokken. Terwijl het brandalarm loeit. Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk Foto’s: Maurits van Hout (AVDD)
Carla Scholten, één van vier waarnemers tijdens de oefening.
Jas aan, tas mee, het mobieltje en de autosleutel niet vergeten, dit kan nog wel even duren. Dat moet dinsdagmiddag 15 oktober de algemene gedachte zijn geweest tijdens de onverwachte bedrijfshulpverleningsoefening in gebouw 33 op de Frederikkazerne in Den Haag. O ja, dat verjaardagsgebakje. Zonde om te laten staan. Die kan op weg naar buiten nog wel verorberd worden.
Kuddedier Wie heeft er nooit tussen gelopen? Als een kuddedier volg je de menigte terwijl de sirene loeit. Het zal wel weer een oefening zijn, denk je. De liften mag je niet gebruiken, dat heb je onthouden. Dus neem je de trap. Net als de rest. Bij het tourniquet beneden staat een lange rij. Al wachtend klets en lach je wat met collega’s. Dat er de afgelopen tien jaar wel zes- tot achtduizend bedrijfsbranden per jaar waren, wist je vast niet. “Door eens per jaar een ontruimingsoefening te houden, proberen we iedereen bij de les te houden voor het geval het echt een keer mis is”, vertelt hoofd Oefenleiding Jacqueline Boomkens van het Brandpreventie & Bedrijfshulpverleningsteam. “Behalve dat we onze bedrijfshulpverleners beproeven, testen we de bewoners van een pand. Kennen zij de vluchtroutes en nooduitgangen? En wat doen ze als ze op hun weg naar buiten slachtoffers tegenkomen? Bieden ze dan hulp? Bellen ze het lokale alarmnummer?”
Vaste baan Hoewel de bedrijfshulpverleners (BHV’ers) er hun schouders onder zetten om de geënsceneerde bommelding tot een goed einde te brengen, nemen sommige bewoners het niet meer al te serieus wanneer uitlekt dat het om een oefening gaat. Jammer, bedrijfshulpverleners doen belangrijk werk dat mensenlevens kan redden. Bovendien gaat het
om vrijwilligerswerk. Iedereen heeft een vaste baan en doet zijn werk als bedrijfshulpverlener erbij. “Nog even m’n jas pakken”; “Dahag, dat gaat nog lang duren” tijdens het instappen van de auto, geeft weer hoe laconiek de sfeer soms is. Sommige mensen struinen een strompelende man in het trappenhuis voorbij. Gelukkig nemen veel mensen de oefening wel serieus. Ze pakken het ingehuurde slachtoffer onder de armen en sjouwen hem mee naar buiten. Vanmiddag blijkt weer dat veel bewoners van
“Mensen weten niet wat ze moeten doen bij calamiteiten” gebouw 33 nog wel een lesje BHV kunnen gebruiken. Ze kenden bijvoorbeeld het vluchtplan niet, terwijl dat toch in verschillende plaatsen in het gebouw hangt. Ze kozen niet de kortste route, maar de ‘normale’ weg. De nooddeur die met een simpele duw te openen is, lieten ze letterlijk links liggen. Eén voor één schuifelden ze met hun smartcard het tourniquet door. Kennelijk realiseren veel mensen zich onvoldoende dat ze omwille van de veiligheid vaart moeten maken.
mogelijke gevolgen van een echte ramp. Verstikking door rook, ingesloten raken door instorting, noem maar op. Zelfs toen een kleine vier jaar geleden de vlammen echt het dak uitsloegen, stonden mensen doodleuk van dichtbij foto’s te maken. Gelukkig vielen er uiteindelijk geen slachtoffers.” Vrezen dat je al stikkend of bloedend wordt achtergelaten in een pand dat ten onder gaat, hoef je volgens de Lotusslachtoffers (ingehuurde nepslachtoffers; red.) niet. Tijdens de evaluatie kregen de BHV’ers alle lof: “Ze vertelden me precies wat ze deden of gingen regelen. Dat werkt heel geruststellend”; “Mijn klachten werden serieus genomen” en: “zo snel als ze konden, maar voorzichtig genoeg, droegen ze me op een brancard naar buiten.” Binnen zeventien minuten hadden de BHV’ers en ontruimers alle bewoners van gebouw 33 veilig en wel op de aangewezen verzamelplaats staan. Na een leerzaam half uur oefenen, is de kust weer veilig en kan iedereen weer aan het werk. Het personeel lijkt de ‘werkonderbreking’ wel prima te vinden. “Nee hoor, ik vind dat niet
Echte ramp “Mensen weten niet wat ze moeten doen bij calamiteiten en nemen oefeningen vaak niet serieus”, maakt Carla Scholten de balans op. Ze is in haar functie van medewerker één van vier waarnemers tijdens de oefening en maakte begin 2010 de brand bij Paresto in de D-toren op de zesde verdieping van de Frederikkazerne van dichtbij mee. “De meesten hebben blijkbaar geen idee van de
Twee Defensiemedewerkers begeleiden een lotusslachtoffer naar de verzamelplaats.
6
7
Kort & Krachtig Nieuw sportcomplex MRC open Vincam, oftewel ‘Ik zal overwinnen’. Dat is de naam van het nieuwe sportcomplex op het terrein van het Militair Revalidatie Centrum (MRC) Aardenburg in Doorn. Oud-commandant der Strijdkrachten generaal bd Peter van Uhm opende het complex medio oktober door het naambord te onthullen. Het MRC beschikt over het modernste sportcomplex in ons land als het om revalidatie gaat. Het zwembad, de sporthal en de fitnesszaal zijn van de modernste snufjes voorzien. De revalidanten kunnen met een speciale app hun vorderingen bijhouden. Ook is er een speciale loopband voor mobiliteitstrainingen. Daarmee kun je onder invloed van de zwaartekracht de belasting van het lichaam opvoeren. Later dit jaar komt er een systeem met twee loopbanden bij. Daarin kun je in een virtuele omgeving oefenen, zoals lopen op straat. Generaal bd Van Uhm in gesprek met een revalidant van het MRC. Foto sergeant-majoor Maartje Roos.
Een BHV'er neemt poolshoogte bij een lotusslachtoffer.
vervelend,” zegt een medewerker als hem om zijn mening gevraagd wordt. “Al kan het slecht uitkomen, het hoort er nu eenmaal bij.” Waarna iemand zich in de menigte hardop afvraagt: “Kunnen we al met de lift?
Calamiteit… wat te doen? Wees voorbereid en maak je vertrouwd met: • Het alarmnummer van de locatie; • De manier van alarmeren in geval van calamiteit; • De plattegrond van het pand, uitgangen, vluchtwegen, nooduit- gangen en verzamelplaatsen; • De instructies ‘Wat te doen bij …’ die op verschillende plaatsen in de panden zijn aangebracht.
Hoe werkt het? Voor het Commando DienstenCentra en de Bestuursstaf regelt het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) de bedrijfshulpverlening (BHV). Het FBD zorgt dat er altijd tien procent meer BHV’ers zijn opgeleid per locatie, dan wettelijk verplicht is. Zo kan afwezigheid door bijvoorbeeld verlof, dienstreizen en ziekte worden opgevangen. Met een risicoanalyse wordt het aantal benodigde BHV’ers per gebouw berekend. Er wordt dan onder meer rekening gehouden met het aantal bewoners van een gebouw, de grootte van het pand en de activiteiten die er plaatsvinden (bijvoorbeeld kantoorruimte of opslagloods voor chemicaliën). Voor gebouw 33 van de Frederikkazerne zijn dertien BHV’ers aangesteld, verdeeld over vijf portofoongroepjes. Om de beurt
hebben de leden van zo’n groepje portofoondienst. Dit stemmen ze in onderling overleg af. Alle BHV’ers van dienst melden zich ’s ochtends bij de wacht. Die geeft het totale aantal door aan de medewerkers brandpreventie & BHV. Als er te weinig aanmeldingen zijn van een bepaald cluster, stuurt de medewerker brandpreventie & BHV alle BHV’ers van dat cluster een mail met de vraag hun aanwezigheid te melden. Als dan blijkt dat er te weinig BHV’ers binnen zijn, worden de unitleiders van andere clusters tijdens een calamiteit gevraagd om bijstand te verlenen. Elk jaar houdt het brandpreventie & BHV-team een oefening, tenzij er dat jaar een echte calamiteit was waarbij ontruiming noodzakelijk was.
Voetballers pakken prestigieuze Kentish Cup
Amerikaanse medaille voor CDC-kolonel
2013 gaat voor het militair voetbalelftal de geschiedenis in als een topjaar. Medio oktober won de ploeg van majoor Joël Titaley op het terrein van Blauw Wit in Amsterdam voor het eerst sinds zeven jaar het toernooi om de in de militaire sportwereld prestigieuze Kentish Challenge Cup. In de beslissende pot versloeg de Oranjebrigade concurrent Groot-Brittannië met maar liefst 4-0. De doelpunten kwamen van wachtmeester Dave Hermans (KMar, 2x), soldaat 1 Corné Davelaar (KL) en sergeant-majoor Mourat Ouali (KLu). Recordwinnaar Frankrijk was de derde deelnemer aan het toernooi.
De Kentish Cup is het oudste toernooi van de wereldvoetbalbond FIFA. Het was de Britse majoor Kentish die vlak na de Eerste Wereldoorlog het initiatief tot het evenement nam. De volgende editie is in oktober 2014 in het Britse Portsmouth.
Rectificatie
Symposium over integriteit
Kolonel mr. dr. Joop Voetelink van het CDC heeft voor zijn werk in Afghanistan een hoge Amerikaanse onderscheiding gekregen. Het is de Bronze Medal. Voetelink was op Camp Phoenix in Kaboel chef-staf van de Rule of Law Field Support Mission/Rule of Law Field Force Afghanistan. Hij kreeg de Bronze Medal onder meer voor het juridisch onderzoek dat hij daar deed. De commandant van de Rule of Law Field Support Mission, brigadegeneraal Patrick Reinert (op de foto rechts), reikte de onderscheiding uit. Voetelink was de laatste Nederlandse militair die bij de gecombineerde VS/NAVO-missie werkte. ISAF trekt zich uit Afghanistan terug en daarom sluit een deel van de missie. Het betreft het NAVO-gedeelte.
In het artikel over de toekomstnota ‘In het belang van Nederland’ in het oktobernummer van de Pijler, stond dat het CDC diensten uitbesteedt, zoals DBBS en Paresto. Dit is feitelijk onjuist. In het geval van Paresto is besloten ‘om de verschillende stappen uit het Defensie sourcingsproces te doorlopen’. Aan het einde daarvan beslist Defensie of het de restaurantorganisatie uitbesteedt. Dat hangt onder meer af van zogeheten prijsbiedingen uit de markt.
De Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) houdt op 28 november op de Kromhout Kazerne in Utrecht een symposium voor leidinggevenden en hun vertrouwenspersoon. Het doel van deze dag is om het gesprek aan te gaan over integriteit en over de verschillende rollen en verantwoordelijkheden daarbij. Het ochtendprogramma staat in het teken van een ‘Lagerhuisdiscussie’ met pakkende stellingen en een presentatie over morele professionaliteit. ‘s Middags kunnen deelnemers workshops bezoeken en kennismaken met de medewerkers van de COID. Inmiddels zijn er al zo veel aanmeldingen voor deze dag dat de inschrijvingen gesloten zijn. Maar COID heeft wel besloten om uiterlijk medio volgend jaar weer zo’n dag te organiseren voor leidinggevenden en hun vertrouwenspersoon.
8
9 Een tussentijdse balans van Het Nieuwe Werken:
Meer werkplezier, maar niet zonder slag of stoot Met de bouw van de Kromhout Kazerne is ook Het Nieuwe Werken (HNW) ingevoerd bij het CDC. Dat houdt onder andere in dat iedere werknemer niet standaard een eigen werkplek heeft. Het CDC zit nu een tijdje op de Kromhout. Hoe bevalt Het Nieuwe Werken en wat zegt de afdeling Trends, Onderzoek & Statistiek (het vroegere Gedragswetenschappen) hierover? Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk Foto’s: Hans Lebbe (AVDD)
Alweer ruim drie jaar werken de CDC’ers en ‘landmachters’ op de Kromhoutkazerne volgens het principe van Het Nieuwe Werken (HNW). Dat betekent: resultaatgericht werken, onafhankelijk van tijd en plaats. Hoewel driekwart van de mensen positief is over HNW, gaat het allemaal niet zonder slag of stoot. Dat blijkt uit onderzoek van Trends, Onderzoek & Statistiek. Geluidsoverlast, slechte bereikbaarheid van collega’s en het ontbreken van een eigen werkplek speelt ‘Kromhouters’ parten. Aan de andere kant zeggen ze meer werkplezier te hebben en blij te zijn met de afgenomen reistijd. Velen vonden zelfs een verbeterde balans tussen werk en privé.
Wennen “Het heeft enige tijd geduurd voor ik aan Het Nieuwe Werken gewend was”, blikt IVENT-adviseur Paul de Maat terug. “Door de jaren heen had ik een bepaalde werkmethode ontwikkeld, die moest opeens op de schop. Ik moest gaan denken en handelen in output en digitaal gaan werken. Die omslag maak je niet één twee drie.”
IVENT-adviseur Paul de Maat moest wennen aan het resultaatgericht denken en werken, maar is nu positief: “Ik kan zelf bepalen waar en wanneer ik mijn taken realiseer.”
Maar na vier jaar ervaring is De Maat te spreken over HNW. Zijn afdeling begon er al mee voordat die naar de Kromhout verhuisde. “De grotere verantwoordelijkheid die ik heb en het vertrouwen dat ik van mijn leidinggevende krijg, ervaar ik als positief. Ik kan zelf bepalen waar en wanneer ik mijn taken realiseer. Een eigen werkplek mis ik eigenlijk niet eens meer. Doordat ik nu telkens ergens anders zit, ontmoet ik sommige collega’s juist vaker. Ik houd daardoor meer feeling met de verschillende projecten waar ik een rol in speel. Kortom, mijn netwerk groeit. Ik blijf leren en heb een betere balans tussen werk en privé. Dat laatste is heel waardevol met een werkende partner en jonge kinderen.”
Knelpunten Je ontmoet misschien wel meer collega’s van buiten de afdeling, maar het team waarin je werkt verlies je door dat flexibele werken langzaam uit het oog. Ook is er hier en daar sprake van geluidsoverlast. Die zal misschien toenemen als de Kromhout straks helemaal gevuld is. Amber Vos van Trends, Onderzoek & Statistiek is zich bewust van de knelpunten van HNW. Maar vaak kun je met simpele maatregelen een hoop ongemakken wegnemen, benadrukt ze. “We hebben workshops en trainingen over HNW ontwikkeld en bieden een uitgebreid evaluatieprogramma aan. Iedere medewerker vult daarbij anoniem een evaluatieformulier in, waarna wij alle antwoorden bundelen tot een overzichtelijke teamrapportage. Vervolgens gaan de collega’s op basis daarvan
Amber Vos: “We zijn ons bewust van de knelpunten van Het Nieuwe Werken.”
* Amber Vos is intussen adviseur Beleidsimplementatie.
het gesprek met elkaar aan: wat werkt wel en wat werkt niet? Kunnen we daar samen wat aan doen? Deze gesprekken zijn heel nuttig en als ze dat willen, begeleiden wij de mensen daarbij.”
Teamgevoel Is het inderdaad niet zo dat communicatie de basis van elk goed huwelijk is? “We zagen van elkaar niet meer wat we aan het doen waren”, verzucht De Maat. “Iedereen was met zijn eigen output bezig. Even bij elkaar langslopen om van gedachten te wisselen zat er niet meer in.”
“Een eigen werkplek mis ik eigenlijk niet eens meer” “Het afnemen van het teamgevoel om samen tot goede prestaties te komen, kon natuurlijk niet de bedoeling zijn van HNW”, vult afdelingshoofd Dick van der Vijver aan. “We kwamen er tijdens de evaluatie achter dat dit een algemeen gevoel was dat heerste. Ook bij mij. Gelukkig maakten we er vrij snel en makkelijk korte metten mee. Om aan te geven of en waar je bereikbaar bent, zetten we de agenda’s voor elkaar open en gebruiken we Lync (een softwareprogramma dat aanwezigheidsgegevens toont en waarmee je ook chat-, audio- en videogesprekken kunt voeren; red.). Verder houdt iedere medewerker in Sharepoint (een online platform voor informatie-uitwisseling en online samenwerking;
10
11 Integer geregeld red.) zijn outputafspraken bij. Die bespreek ik regelmatig individueel met hen. Tijdens het teamoverleg, eens per maand op dinsdag, gebruiken we de outputlijstjes om elkaar te informeren. Verder werkt mijn team in principe elke dinsdag op de Kromhout. Zo zien we elkaar toch wat vaker.”
Meer afstand De nieuwe manier van werken vergt dus wat aanpassingsvermogen van medewerkers. Voor leidinggevenden is het evenmin makkelijk. Hun overzichtelijke herberg van personeel lijkt, met een beetje fantasie, veranderd in een zoete inval. Hoe houd je grip op je team? Van der Vijver: “Uitgangspunt is dat je de ambitie hebt om het systeem in te zetten om het werk te verbeteren en het werkplezier te verhogen. Ik merk dat
“Driekwart van de mensen is positief over HNW” ik door HNW meer afstand neem van de inhoud en meer op hoofdlijnen let. Ik richt me sterker op resultaten en het begeleiden van de manier van werken. Tijd en plaats komen op de tweede plaats. Het doorvoeren van HNW is een soort evolutie die je met het hele team doormaakt. Het uitwerken van uitgebreide plannen vooraf werkt volgens mij niet. Begin klein. Bijvoorbeeld met de clean desk-methode, het centraal en digitaal toegankelijk maken van documenten voor je collega’s en het benutten van video-mogelijkheden. Denk na over
welke resultaten je van je medewerkers verwacht en hoe je die definieert en bespreekt. Betrek hierbij vooral je team. En bedenk: er is geen standaardoplossing. Kies voor een benadering die bij jezelf en je medewerkers past en blijf deze verbeteren, waar dat nodig is.” En wat moet je tegen geluidsoverlast doen? Vos wijst erop dat er op de Kromhout stilteruimtes zijn waarin je geconcentreerd kunt werken. “Maar”, benadrukt ze, “het is uiteindelijk beter om elkaar aan te spreken, hoe moeilijk dat soms ook is. Ook op de standaardplekken moet je natuurlijk prettig kunnen werken. Ach, mensen zijn vaak begripvoller dan je denkt.”
Toolkit Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken (HNW) betekent meer dan af en toe op een andere locatie werken. Het gaat om een cultuurverandering, die een andere manier van samenwerken en leidinggeven vergt. Voor iedereen die met HNW begint, of er beter in wil worden, ontwikkelde de afdeling Regie en Integratie van de Divisie Personeel en Organisatie Defensie een toolkit. Je kunt met de hele afdeling een teamsessie Samenwerken en Leiderschap volgen, er is voor leidinggevenden een training outputgericht leidinggeven en je kunt om de zoveel tijd een evaluatieprogramma met het hele team doen. Interesse? Je P&O-adviseur begeleidt je graag.
Elke maand bespreken de Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID) in de Pijler een onderwerp over integriteit. Die adviseurs zijn Liesbeth de Stoppelaar, majoor Marcel Hendriksen, drs. Jorien Gielen-Buurman en de Functionaris Integriteitzorg (FIZ) mr. Nynke Wygman. Het thema dat zij behandelen gaat dieper in op één van de zogeheten dilemmakaartjes die CDC-medewerkers de weg wijzen op het gebied van integer gedrag. Deze maand een artikel van Nynke Wygman over wat er bij komt kijken als je iemand van buiten Defensie voor een bijeenkomst wilt inhuren.
Het inkopen van een lach Mijn collega zocht naar een goede dagvoorzitter voor een jaarlijkse bijeenkomst. Er was wat kritiek geweest op de vorige bijeenkomsten en het aantal deelnemers nam ieder jaar wat af. Dat tij wilden we keren. Van een collega had ze gehoord dat er een keer een goochelaar was ingehuurd. Het was eigenlijk een soort komiek. Hij liet iedereen bulderen van het lachen en wist ook de aandacht van iedereen vast te houden door tussendoor wat kunstjes te vertonen. De bijeenkomst was een groot succes. Maar hoe zit dat dan met het inhuren, als je precies weet wie je wilt hebben? Als je niet de kans wilt lopen dat Verwerving met iemand anders aankomt die helemaal niet zo leuk is? Humor is heel persoonlijk. Waar ik heel hard om moet lachen, zo hard dat mijn mascara op mijn kin zit, daar kan mijn collega nog geen grimas van op haar gezicht krijgen! Stel nou dat het merendeel van de aanwezigen het straks maar zozo vindt. Of erger: met gekromde tenen zit van ergernis? De goede ervaring van die andere afdeling gaf vertrouwen. Iedereen was toen laaiend enthousiast. Die moest het dus worden!
Eerlijke kans Mijn collega is vervolgens met angstige voorgevoelens gaan navragen bij de afdeling Verwerving. Zij wist, zoals bijna iedereen tegenwoordig, dat verwerving ‘op de persoon’ niet mag. Vooringenomenheid past niet bij een overheid, die iedereen een eerlijke kans behoort te geven. Er kunnen andere goede
Afdelingshoofd Dick van der Vijver nam als leidinggevende inhoudelijk meer afstand en richt zich nu meer op de resultaten en werkprocessen.
aanbieders op de markt zijn waarvan je het bestaan misschien niet wist. Concurrentie moet dus worden gesteld. Dat kost dan ook nog eens tijd. Lastig allemaal.
zo laat aan te komen met je specifieke wensen en voorkeuren…. Het proces van concurrentie stellen bleek toen niet eens een complexe operatie. De verwervers nemen het zakelijke deel voor hun rekening, en als behoeftesteller kun je je eigen wensen toetsen door bijvoorbeeld met alle aanbieders te praten. Maar ook door referenties na te trekken.
De afdeling Verwerving begreep de wens. Die gaf zelfs aan dat in dit soort gevallen concurrentie stellen niet goed mogelijk is. Juist vanwege dat persoonlijke gevoel voor humor: de één houdt nu eenmaal van Hans Teeuwen, de ander In ons specifieke geval bleek het verwervingsvan Youp van ‘t Hek. Daarnaast moet de humor traject zelfs een proces waarin ook gelachen passen bij de boodschap die je in de bijeenkomst kon worden! wilt brengen. Wij blij verrast! De goochelaar mocht komen. De bijeenkomst is inderdaad door zijn optreden heel leuk geworden. Dat gaf vertrouwen voor het jaar erna. Lekker zelf iemand uitkiezen en geen gedoe met Verwerving als het maar met humor te maken zou hebben. Nou niet dus!
Lachmedidatie De ‘humorkaart’ bleek niet altijd getrokken te kunnen worden. Deze keer wilden we een workshop ‘lachmeditatie’ inkopen. Dat is echter een vaardigheid die meer commerciële partijen aanbieden en niet direct met een eigen, bij ieder verschillend gevoel voor humor te maken heeft. Het bureaucratisch lijkende proces van Verwerving moest nu dus wel doorlopen worden. Balen natuurlijk, zoveel tijd hadden we er niet voor uitgetrokken. Gelukkig zijn verwervers niet op deze aardbol om het ons moeilijk te maken. Ook al voelt dat misschien soms wel zo. Ze denken graag met je mee. Zelfs als jij het hen wel moeilijk maakt door
De Centrale Adviseurs Integriteit Defensie (CAID). V.l.n.r. Liesbeth de Stoppelaar, Marcel Hendriksen en Nynke Wygman. Op de voorgrond Jorien Gielen-Buurman. Foto AVDD.
12
13 Eerste editie van Grebbeberg Masters smaakt naar méér
Fietsen en rennen voor de gewonde veteraan
De Grebbeberg Masters waren op voor Defensie historische grond.
gericht, niet zozeer op gewonde veteranen. Bovendien is de Grebbeberg Masters voor gewonde militairen een extra steun in de rug om aan sport te doen.” De Grebbeberg Masters is in het leven geroepen om steun en erkenning te geven aan gewonde militairen. Maar ook om geld in te zamelen. De opbrengst van de eerste editie ging naar De Gewonde Soldaat, een vereniging die de belangen van jonge, gewonde militairen behartigt. Het was commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Mart de Kruif die het initiatief tot het evenement nam. “Wij vergeten onze mensen niet. Wij laten niemand achter. Gewonde collega’s brachten offers voor vrede en vrijheid en verdienen onze waardering”, vertelt de generaal.
Het loopparcours gaat door de prachtige omgeving van de Grebbeberg.
“Ik heb met plezier meegedaan, ook al omdat ik hardlopen leuk vind. Laat dit maar een geduchte concurrent van de Alpe d’Huzes worden.” Kolonel Jan Christiaan Dicke van de Divisie Defensie Gezondheidszorgorganisatie kijkt tevreden om zich heen. Wat de aanvoerder van het team van het CDC betreft, komt er volgend jaar opnieuw een Grebbeberg Masters. De eerste editie van dit evenement voor het goede doel, de gewonde veteraan, was afgelopen 10 oktober. Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers Foto’s: Bart Nijs Fotografie
Ook oud-sergeant 1 Edwin de Wolf wil graag dat er in 2014, en in de jaren daarna ook weer, een Grebbeberg Masters komt. De voormalige groepscommandant van 11 Luchtmobiele Brigade verloor in 1994 een groot deel van zijn linkerbeen, toen hij bij een patrouille in de enclave Srebrenica op een antipersoneelsmijn stapte. Tegenwoordig is De Wolf manager Orthopedietechniek bij het Militair Revalidatiecentrum
Aardenburg. Als lid van het fietsteam van het MRC legde hij bij de Grebbeberg Masters zeventig kilometer af. “Dit evenement geeft de gewonde veteranen de erkenning die zij verdienen”, stelt De Wolf. “Toegegeven, die was er al, maar Defensie organiseerde nooit eerder een groot evenement om de gewonde veteraan aandacht te geven. Oké, ons land kent een Veteranendag. Maar die is op de grote groep
“Keep your head up”, klinkt de stem van de Amerikaanse zanger Ben Howard door de luidsprekers die op het middenterrein van de Grebbeberg Masters staan. Een treffende symboliek. De deelnemers kiezen uit twee sportdisciplines: lopen en fietsen. De fietsers starten als eersten. Zij leggen - naar keuze - één, twee of drie rondes van elk 35 kilometer af. Korporaal Nick Middelburg geeft het startschot. Hij raakte in 2009 in Afghanistan gewond bij de explosie van een bermbom. Daarbij verbrijzelden zijn hielen waarna hardlopen, fietsen of lang staan er voor hem niet meer in zitten. Volgens Middelburg toont de Grebbeberg Masters aan ‘dat mensen aan ons denken’. “Dit zorgt voor erkenning.”
Landmachtchef De Kruijf doet mee aan de fietstocht en legt het maximale aantal van drie ronden af. 105 kilometer dus. “Dit is óók een mooi moment om te sporten. Een goede fysieke conditie is voor een militair belangrijk. Én we steunen dus onze gewonden.”
Bijzondere dag Aan de eerste editie van de Grebbeberg Masters doen 1.300 mensen mee, verdeeld over 100 fietsen 90 loopteams. Onder hen circa 40 gewonden van Defensie. Vooral militairen en burgermedewerkers, en familie en vrienden van de gewonden, treden in het strijdperk. “Dat er veel mensen meedoen, maakt deze dag bijzonder”, merkt De Kruif op. Bestuurslid sergeant Rik Pieters legt uit dat Vereniging De Gewonde Soldaat voor begrip, erkenning en waardering voor (zwaar)gewonde militairen en veteranen strijdt. Pieters raakte gewond nadat hij in Afghanistan Fanatiek gaat de eerste groep lopers van start.
met zijn auto op een bermbom reed. Zijn groepsgenoot Dennis van Esch verloor bij dezelfde aanslag beide benen. Met Van Esch, die op een hand bike rijdt, en drie andere groepsgenoten van toen, doet Pieters mee aan de fietstocht. “Wij laten zien dat je niet bij de pakken neer moet zitten, als je iets overkomt. Je kunt écht nog wel wat. We zijn gewond, maar niet verslagen. Wij hopen volgend jaar mee te doen aan Wounded Warriors in Amerika. Dat is een soort Olympische Spelen voor gewonde militairen.” Voorzitter sergeant 1 Jaaike Brandsma van De Gewonde Soldaat betoogt dat de vereniging is opgericht, omdat jonge gewonde veteranen de Bond van Nederlandse Militaire Oorlog- en Dienstslachtoffers (BNMO) vaak niet kennen. Daardoor missen ze een plek waar ze hun verhaal kwijt kunnen; een plaats voor herkenning en erkenning. Sinds kort werkt De Gewonde Soldaat
echter samen met de BNMO. Dat de opbrengst van de Grebbeberg Masters naar De Gewonde Soldaat gaat, vindt Brandsma natuurlijk geweldig. Al is geld wat haar betreft niet het belangrijkste. “Het gaat vooral om de saamhorigheid.”
Positief antwoord Leggen de fietsers rondes van 35 kilometer af, de lopers dribbelen rondes van drie kilometer. In teams van zes personen gaan zij in estafettevorm vier uur lang over het parcours. Net als de fietstocht is het loopgedeelte geen wedstrijd, maar dat is niet te merken. Iedereen doet fanatiek zijn best. Na afloop maakt Brandsma het ingezamelde bedrag bekend: “25.606,50 euro. Bedankt!” “Volgend jaar weer een Grebbeberg Masters?”, vraagt De Kruif de deelnemers die bij het podium staan. Het publiek beantwoordt de vraag positief.
14
15
Mijn werkplek Elke maand komt in de Pijler een CDC’er aan het woord over zijn werk. Wat doet hij precies, wat zijn de aantrekkelijke kanten van zijn baan, wat kan er beter, hoe ziet hij de toekomst? Deze maand Hanneke van Iersel, adviseur Veiligheid, Kwaliteit, Arbo en Milieu (VKAM) van de Divisie Vastgoed & Beveiliging.
Zeg wat je doet, doe wat je zegt en bewijs het. Zo kun je in simpele bewoordingen weergeven waar Hanneke van Iersel zich dagelijks mee bezig houdt. Als adviseur Veiligheid, Kwaliteit, Arbo en Milieu van de DV&B zorgt zij ervoor dat de onder de divisie vallende afdelingen en onderdelen hun zaken op dit gebied voor elkaar hebben. Tekst: eerste luitenant Wouter Helders Foto: Hans Lebbe (AVDD)
“Soms heb je een lange adem nodig” Wat houdt je werk precies in? “Het is wat abstract allemaal, maar kort door de bocht kun je stellen dat wij de prestaties van onze divisie continu verbeteren. Het management heeft besloten dat wij met een gecertificeerd managementsysteem voor kwaliteit, arbo en milieu willen werken. Daarin is ISO 9001 (International Organization for Standardization) de norm voor kwaliteit. Centraal daarin staat klanttevredenheid en het voortdurend verbeteren van de werkprocessen. We werken ook volgens de Arbonorm OHSAS 18001. Belangrijk daarin is de risicobeoordeling van het werk en het ‘borgen’ van de maatregelen om die risico’s te beheersen. Tot slot is er de milieunorm ISO 14001. Defensie heeft immers met milieuwetgeving te maken. Deze moet worden vertaald in de bedrijfsvoering. Hoe dat gaat, is vastgelegd en geborgd. Met
interne onderzoeken (audits) testen we of de organisatie aan de procedu- Wat komt er bij een certificering kijken? res en richtlijnen voor kwaliteit, arbo en milieu voldoet. Ook verbeteren “Heel veel onderzoek en een goede voorbereiding. Zorgen dat de we processen, arbeidsomstandigheden en milieuaspecten.” medewerkers doordrongen zijn van het belang van de certificering en van hun rol hierin. Zorgen dat er daarvoor voldoende steun is binnen de organisatie. Dat kan via bulletins, intranet en met presentaties. Het Hoe gaat de certificering in zijn werk? VKAM-team ondersteunt; de lijn is verantwoordelijk voor het opstellen “Aan de hand van de richtlijnen van de ISO en OHSAS bewaken wij de en nakomen van de afspraken. Wij zorgen dat de procedures, noodzakwaliteit en de arbo- en milieuaspecten binnen de Divisie Vastgoed & Beveiliging. Om dit te testen, voert de externe auditpartij Lloyds jaarlijks kelijk om de certificering te behouden, worden uitgevoerd. Denk hierbij aan de genoemde interne audits, de directiebeoordeling, de arbo en steekproeven uit. Lloyds gaat na of wat wij hebben beschreven voldoet milieuaspecten, het overzicht van wet en regelgeving.” aan de ISO en OHSAS-normen. Ook beoordelen ze of wij dit in de praktijk op de beschreven manier én juist uitvoeren. Een voorbeeld: we hebben afgesproken dat de medewerkers van de servicedienst over bescher- Kun je ervoor zakken? mingsmiddelen beschikken. Die moeten gekeurd zijn en voldoen aan de “In theorie wel. Tot nog toe zijn we echter nog nooit een certificering arbowet. De auditor bekijkt dan of wij de afspraken nakomen. Stel kwijtgeraakt. Gebeurt dat wel, dan is dat uiteraard slecht voor de reputatie van het bedrijf. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat de arbeidsomstandigheden onvoldoende gegarandeerd zijn. Of dat de organisatie niet of onvoldoende aan de milieuwet- en regelgeving voldoet. Dat moet je als overheidsorgaan vanzelfsprekend niet willen.”
“Tot nog toe zijn we nog nooit een certificering kwijtgeraakt”
Hoe kijkt de werkvloer aan tegen het werk?
“Meestal goed, maar soms vragen de mensen zich af waarom externe certificering nodig is. Zoals gezegd, is draagvlak bij het management en bij leidinggevenden heel belangrijk. Als dat er niet of onvoldoende dat we niet kunnen aantonen dat bijvoorbeeld een keuring op tijd is is en een organisatie zich niet hard maakt voor de naleving van regels uitgevoerd, dan neemt hij dat als tekortkoming in het auditrapport op. en afspraken, is certificering ondenkbaar. Soms heb je een lange adem Bij de volgende bedrijfscontrole moeten we aantonen dat we een verbe- nodig. Niet alleen om al het werk goed te doen, maar ook om uit te tering hebben doorgevoerd. Als er geen grote tekortkomingen zijn, geeft leggen wáárom we het doen en waarom dat belangrijk is.” Lloyds een certificaat af. Dat doet Llloys overigens eens in de drie jaar. Tussentijds peilen we met eigen, interne audits hoe het er allemaal voor- Wat is je ambitie? staat. Ook beoordelen we of de processen volgens de regels en beschrij- “Een deel van de DV&B gaat met de Rijksgebouwendienst en het Rijksvingen worden uitgevoerd. Binnen DV&B voert een speciaal team deze Vastgoed en Ontwikkelingsbedrijf op in het Rijksvastgoedbedrijf. interne audits uit. In overleg met de directie en de ‘proceseigenaren’ Daarin zou ik graag een rol spelen om kwaliteit, arbo en milieumakomt er elke jaar een auditplan.” nagement op de kaart te zetten.”
Wat houdt dit alles nu concreet in? “Het draait bijvoorbeeld om de volgende vragen. Hoe werken de mensen? Hoe is de relatie met de klanten? Heeft de organisatie een kwaliteitshandboek opgesteld en, misschien nog belangrijker, gebruikt het personeel dit? En bestaat er een kwaliteitsmanagementsysteem? Voor al dit soort zaken bestaan afspraken en richtlijnen. De naleving en invoering ervan bewaken wij.”
< Hanneke van Iersel, adviseur VKAM bij de Divisie Vastgoed & Beveiliging van het CDC. “Kort door de bocht kun je stellen dat wij de prestaties van onze divisie continu verbeteren.”
Wie is Hanneke van Iersel? Voordat ze vijf jaar geleden bij Defensie begon, werkte ze onder meer als kwaliteitsmanager bij een kantoormeubelfabrikant en bij de gemeente ’s Hertogenbosch De geboren en getogen Brabantse heeft in haar privé-leven verschillende grote passies. Fotografie is er één van. Ze volgt fotoworkshops en gaat graag met haar camera op pad om te experimenteren met straatfotografie. Ook haar vier kleinkinderen vormen een dankbaar ‘foto onderwerp’. Als parttime oppasoma heeft ze daar genoeg gelegenheid voor. Ook trekt ze graag de wandelschoenen aan voor meerdaagse wandeltochten.
16
17
Waarom is het SAP-team nodig? De Vrieze: “SAP is twee jaar geleden ingevoerd bij het CDC. Maar het ondersteunde nog niet alle processen. Daardoor gebruikt nog niet iedereen SAP, of kan dat. Terwijl de kracht van SAP juist is dat iederéén met hetzelfde systeem werkt en iedereen ‘met elkaar kan praten’. Ons team nu past het systeem of de organisatie aan, om zo alle processen te laten werken. Wij helpen dus niet bij het migreren naar SAP. Die fase is het CDC al voorbij.” Groeneveld: “Ons team begeleidt de gereorganiseerde CDC-eenheden bij het verder installeren van het SAP-systeem. We leggen uit welke stappen ze moeten nemen. Zo houden we een sessie over wie wat in de nieuwe organisatie doet. Daar koppelen we taken en bevoegdheden in SAP aan. Vervolgens helpen we bij het bepalen welke trainingen de mensen moeten volgen. Als laatste houden we ons bezig met de vraag welke specifieke kennis behouden moet blijven voor het CDC. We willen niet dat iedere keer als er iemand nieuw op functie komt, hij het wiel opnieuw moet uitvinden. Bepaalde bevoegdheden in SAP koppelen we dus aan functies. Niet aan mensen.”
Wat is een concreet voorbeeld van jullie hulp? De Vrieze: “Wij hebben al een paar workshops georganiseerd rondom het beleggen van alle rollen en hoe je data ‘schoont’. Ook brengen wij periodiek een nieuwsbrief uit.”
Wat is de stand van zaken op SAP-gebied? Het SAP-team op zijn uitvalsbasis, de Kromhout Kazerne in Utrecht.
Speciaal team helpt CDC’ers op gang met SAP
Een kwestie van doorpakken Het CDC is eind 2011 overgegaan op SAP/M&F, Uit wie bestaat het SAP-team? het systeem dat alle materieellogistiek en het Groeneveld: “We zijn met z’n achten, maar hebben ruimte voor tien functies. Het vullen van alle vacatures bleek te lastig. Je hebt expertise financieel beheer harmoniseert. Toch nodig om dit werk te kunnen doen.” gebruikt nog niet iedereen deze methode. De Vrieze: “Je hebt om te beginnen veel verstand van SAP nodig, een Om de mensen te helpen bij de soms lastige systeem. Daarnaast is het belangrijk dat je goed en graag met overgang naar SAP, is er een speciaal team in complex mensen omgaat. Al met al bleek die combinatie lastig te vinden. Bij de het leven geroepen. Ramses Groeneveld en overgang naar SAP is de mens de belangrijkste en de meest kritische Manon de Vrieze leggen uit wat dat doet. factor. Het is een grote verandering voor de gebruikers van het systeem.” Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers Foto’s: sergeant 1 Dave de Vaal (AVDD)
Verandert er dan meer dan alleen het computersysteem? De Vrieze: “Jazeker, en dan gaat het om onderdelen van de bedrijfsvoering. Binnen een eenheid worden de verschillende rollen en taken opnieuw verdeeld en afgestemd op SAP, als dat nodig is. Bij bepaalde functies horen vervolgens specifieke taken in SAP. Om toestemming te krijgen om die in het systeem uit te voeren, krijg je opleidingen en trainingen. Dat gebeurt in Soesterberg en ‘op locatie’.”
De Vrieze: “Het komt voor dat één persoon SAP begrijpt. Hij zet vervolgens voor de hele eenheid alles in SAP. Het beste jongetje van de klas dus. Begrijpelijk, maar niet verstandig. Daarmee concentreer je alle kennis van het systeem in één persoon of in een kleine club. Maar die persoon kan ziek worden en wil ook wel eens op vakantie. Verdeel je de werklast, dan weet iedereen straks hoe hij zijn werk in SAP moet doen.” Ramses Groeneveld en Manon de Vrieze
Groeneveld: “Ga zelf aan de slag met SAP. Dat is een prima kans om jezelf verder te ontplooien. Het kost moeite, maar als je op een gegeven moment handigheid krijgt in het systeem, zie je de mogelijkheden. Doorpakken dus! SAP is er en zal blijven. Houd daar rekening mee.”
Waarom moeten we met zijn allen aan SAP? Groeneveld: “Dat is simpel. Omdat het niet anders kan. Tot nu toe was er geen noodzaak om SAP te gebruiken. Dat kwam omdat de oude legacy-systemen nog werkten. Maar deze gaan binnenkort uit de lucht. Dus móet je wel met SAP werken. We maken met SAP een sprong voorwaarts. Het is niet het meest eenvoudige systeem, maar investeer je erin, dan pluk je uiteindelijk de vruchten.” De Vrieze: “Defensie werkt steeds ‘paarser’. Daarom is een systeem als SAP onmisbaar. Het CDC ondersteunt de collega’s in het ‘vlekkenpak’. SAP helpt daar enorm bij. De overgang naar deze methode is geen doel op zich. Het gaat om een effectievere en efficiëntere bedrijfsvoering, ondersteund dus door SAP. Alle logistieke en financiële lijnen komen in één systeem samen, in plaats van verdeeld over vele systemen met alle aansluitingsproblemen die daarbij horen.”
Hoe ziet jullie planning eruit? De Vrieze: “Ons programma bestaat uit deelprojecten. Aan elk project is een mijlpaal gekoppeld (zie kader; red.). Iedere maand één. Is een project klaar, dan volgen er vier weken van nazorg. Daarna zit onze taak er in principe op. Aan het einde van 2014 werkt volgens onze planning iedereen binnen het CDC op SAP.”
Eén systeem, één werkwijze De afkorting SAP staat voor Systemen, Applicaties en Producten in gegevensverwerking. Kort door de bocht is SAP een softwarepakket, ontwikkeld om overal binnen Defensie, en daarbuiten, processen te standaardiseren en de manier van werken van nu nog gescheiden eenheden te integreren. SAP is een onderdeel van het SPEER-programma van Defensie. Dat weer zorgt ervoor dat de zeven Defensieonderdelen één systeem gebruiken en op dezelfde manier werken.
Het Financieel Administratie- en Beheerkantoor, de Defensie Verkeer- en Vervoersorganisatie, het Facilitair Bedrijf Defensie en het tehuis voor oud-militairen Bronbeek werken al met SAP. Hieronder een lijstje met de CDC-eenheden die de komende maanden aan bod komen. Divisie V&B DGO DGO DGO DGO DPOD NLDA DGO DGO OG&K F&L F&L DGO
Eenheid DBBO CEAG MGGZ BMB Staf DGO DPOD NLDA TGB IDGO OG&K BIMS DCIOD (CZM CARIB) MGLC
Geplande inrichting SAP 30 nov 2013 31 jan 2014 31 jan 2014 31 jan 2014 31 jan 2014 28 feb 2014 31 mrt 2014 30 apr 2014 31 mei 2014 31 mei 2014 31 mei 2014 30 juni 2014 30 sept 2014
18
19 Samenwerking en vertrouwen kurk waarop nieuwe DPOD drijft
“Onze ambities liegen er niet om” Geschreeuw en gejuich wisselen elkaar af op de paradeplaats van de Kromhout Kazerne in Utrecht. Twee zwoegende mannen stormen voorbij met tussen hen in, leunend op twee lange houten palen, een collega. De oprichtingsdag van de Divisie Personeel & Organisatie Defensie (DPOD) bestaat niet alleen uit een officiële ceremonie, maar ook uit challenges. Een gezamenlijk sport- en spelprogramma om de saamhorigheid binnen de nieuwe divisie aan te wakkeren.
“Om verder te bouwen aan de DPOD is een goede samenwerking heel belangrijk,” weet de eerste commandant, commodore Peter Ort. “En dat komt pas van de grond als je elkaar een beetje kent.” De challenges helpen daarbij. Iedereen leert elkaar van een andere kant kennen. Ongeveer driehonderd burgers en militairen uit alle uithoeken van de krijgsmacht doen aan het programma mee. Volgens Ort is een vertrouwensband tussen de DPOD en krijgsmachtonderdelen belangrijk. Belangrijker dan ooit. De meeste van de ‘uitvoerende’ P&O-taken van de operationele commando’s zijn nu immers een zaak van de DPOD. Dat beschouwt Ort als een grote verantwoordelijkheid. “Wie iets waardevols ontvangt, moet daar goed voor zorgen. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. We moeten met elkaar blijven praten over wat goed gaat en wat beter kan.” De DPOD bestaat uit diverse onderdelen, die zich allemaal op hun eigen vakgebied met personeel en organisatie bezighouden. Van werving en selectie, tot en met re-integratie en alles wat daar tussenin ligt. De nieuwe divisie trekt jonge scholieren over de streep voor een baan als militair; geeft talenten de kans zich verder te ontwikkelen; helpt bij re-integratie wanneer iemand een tijd niet kon werken. “Onze ambities liegen er niet om”, beklemtoont Ort. “De verwachtingen zijn hooggespannen. Kloppen de operationele commando’s bij ons aan, dan merken ze dat we meedenken en naar ze luisteren. Pas als je goed voor de mensen zorgt, kunnen ze goed werk leveren. De mannen en vrouwen in het veld verdienen de best mogelijke ondersteuning.”
Tekst: tweede luitenant Rosalien van Damme Foto’s: Hans Lebbe (AVDD)
Dagboek van een adelborst Vanaf dit nummer treft je in de Pijler elke maand de rubriek Dagboek van… aan. Daarin vertelt een nieuwe militair over wat hij in de opleiding op de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) meemaakt. Adelborst Daan Spoelstra bijt de spits af. De marineman in spé beschrijft zijn ervaringen in de opleiding tot officier aan het Koninklijk Instituut voor de Marine. Zijn lichting begon afgelopen zomer.
Zweten op het helikopterdek Spoelstra begint zijn dagboek tijdens de zogeheten ‘bootjesreis’. Die is altijd aan het begin van de opleiding en duurt vier weken. Doel: de jonge marineman en -vrouw laten kennismaken met het leven en werken op een schip. De adelborsten werken daarvoor samen met bemanningsleden van de verschillende diensten aan boord. Bij elke marineofficier staat de bootjesreis in zijn geheugen gegrifd. Hoe werkt het leven aan boord van een marineschip? Welke havens doen we aan? Word ik zeeziek? De bootjesreis startte eind september. 68 adelborsten scheepten toen in de Finse hoofdstad Helsinki in aan boord van Zr.Ms. De Ruyter, Evertsen en Friesland. De fregatten deden in het Hoge Noorden mee aan Nordic Archer, een oefening die is bedoeld om ze operationeel te houden. Daarvoor stonden allerlei oefeningen op de rol, waaraan de adelborsten meededen en waarin ze een beeld kregen van wat ze in de toekomst te wachten staat.
Dinsdag 1 oktober 2013 W
Stafadjudant Nico Spierenburg (op de foto links): “Ik krijg energie van mensen die in deze tijd van reorganisatie en veranderingen de schouders eronder zetten. Dat hebben we nodig, omdat we met minder mensen effectiever moeten werken. Bij de DPOD hebben we mensen nodig die out of the box denken. Daarbij maakt het niet uit waar je vandaan komt, of wat je doet. Het beste idee telt. Als het maar meehelpt om het vakgebied P&O verder te ontwikkelen. Wij denken in oplossingen en in mogelijkheden. Ik kom niet uit het P&O-domein, maar toch breng ik best wat unieke ervaringen en eigenschappen in. Ik vind het mooi om mensen met elkaar te verbinden.”
Kapitein Michel de Bruijn: formatieadviseur bij het Uitvoeringsbedrijf Organisatie en Formatie (UBOF) “UBOF houdt zich bezig met de organisatorische kant van het vakgebied P&O. Van het begin tot het einde begeleiden wij Defensieonderdelen met reorganisaties. Ik draag het marechaussee-uniform, maar lever diensten aan álle Defensieonderdelen. We staan voor een goed product, de kleur van je pak doet er niet toe. De DPOD is een ‘paarse’ eenheid. Als je dat geen warm hart toe draagt, zit je hier verkeerd. Je kunt collega’s niet alleen laten staan. Ik merk dat die gedachte binnen de DPOD aanwezig is.”
Kapitein-luitenant-ter-zee van administratie Ineke Dekker-Prinsen: “Sinds kort ben ik geplaatst bij het Defensie Coördinatiecentrum (DCC) Veiligheid en Vakmanschap (VeVA) van de DPOD. Wij zorgen ervoor dat de theorie van de VeVa-opleiding goed aansluit bij de praktijk. Deze ‘paarse’ functie is nieuw voor mij. Ook mijn collega’s en de werkplek zijn nieuw. De oprichtingsdag is voor mij een mooie kans om meer mensen te leren kennen en me voor de nieuwe divisie open te stellen. Tijdens de lunch kwam ik met veel mensen in contact. Ik werk in een leuk team met een goede sfeer. Respect hebben voor elkaar en mensen behandelen zoals je wilt dat de mensen jou behandelen: dat is voor mij heel belangrijk. Ik hoop dat binnen deze nieuwe divisie terug te vinden.”
We zijn inmiddels alweer een week van huis. Om met een simpel Engels adagium te beginnen: time flies when you’re having fun. En fun hebben we zeker. Althans, zo ervaar ik het in ieder geval. Na de afgelopen dagen mee te hebben Zweten op het helidek tijdens het binnenhalen van een sleeptros.
gelopen bij de nautische dienst, is het de komende (vier) dagen de wapentechnische dienst waar wij het één en ander van mogen en kunnen opsteken. Zoals elke dag was het vanochtend om 06.30 uur opstaan. Daarna bestond tot 07.30 uur de mogelijkheid te eten, gevolgd door het dagelijks terugkerende ritueel ‘schoonschippen’. Onze eerste dag begon met een korte kennismaking met de wapentechnische dienst aan boord van het nieuwe patrouilleschip Zr. Ms. Friesland. Na deze korte introductie werden we écht aan het werk gezet. Enkele dagen geleden kon het (gehele) schip nog ‘genieten’ van het wapengekletter van de HM2HB.50 gun. Maar je kunt het vast al raden: die moet na gebruik schoongemaakt worden. Een taak die voor ons, adelborsten van groep Bravo, was weggelegd.
Het middagprogramma bestond uit het slepen van een Letse mijnenjager door Zr. Ms. Friesland. Hoewel dit meer een taak lijkt te zijn voor de nautische dienst, deden alle adelborsten aan deze oefening mee. Zoals gezegd: lijkt. Schijn bedriegt namelijk, de aanwezigheid van de wapentechnische dienst was ook nodig. Met behulp van een FAL schoot die een lijn over naar het Letse schip, waarna de sleepprocedure begon. Elke adelborst kreeg het verzoek om naar het helidek te gaan, om mee te helpen de sleeptros aan boord te krijgen. Zweten op het helidek dus. Met enige trots kan ik melden dat we het record ‘sleeptros binnenhalen’ verbraken.
Zondag 13 oktober 2013 De tweede en laatste dag in en rondom de Poolse havenplaats Gdynia. Waar voor de één de dag pas rondom het middaguur begint, gaat de mijne al om 03.30 uur van start. De veiligheid van bemanning, opstappers en het schip, kan natuurlijk niet (volledig) gewaarborgd worden zonder de aanwezigheid van de (onder)officier van de wacht. Bij het opkomen van de zon zocht iedereen zijn warme bed op en was het voor ons - degene belast met de wacht - tijd om die over te dragen. Ook voor ons lonkt de horizontale houding, voor een - al zeg ik het zelf - welverdiende rust. Nog geen drie uur later gaat de wekker. Tijd om op te staan. Het is immers, vind ik, zonde om een dag voorbij te laten gaan, zonder iets te ondernemen terwijl er genoeg te doen is. Na veel overleg ging de langverwachte kogel door de kerk: we zetten koers (weliswaar met de taxi) naar Stutthof. Voor mij persoonlijk mijn eerste bezoek aan een concentratiekamp. Wat een indrukwekkende ervaring! Na er zoveel over gelezen en gehoord te hebben, liep ik zelf op de plek waar tientallen jaren geleden de meest verschrikkelijke misdaden tegen de mensheid werden begaan. In Stutthof krijgt de geschiedenis vorm en een gezicht. Meer in de volgende Pijler. Lees ook: intranet. mindef.nl/cdc/kim/publicaties/bootjesreis.
Foto van de maand De fotografen van de Audiovisuele Dienst Defensie (AVDD) maken elke maand in binnen- en buitenland talloze foto’s. Hoewel de meeste beelden van prima kwaliteit zijn, halen ze niet allemaal de publiciteit. De rubriek Foto van de Maand schenkt aandacht aan een opvallend shot dat anders in de anonimiteit was verdwenen. Dit keer een opname van sergeant 1 Dave de Vaal van een duiker van de Defensie Duikgroep tijdens een oefening in de Amsterdamse haven. De man controleert een kademuur op onder meer de aanwezigheid van explosieven. De Vaal, zelf gecertificeerd
duiker, is niet helemaal tevreden over de foto. Dat komt omdat hij de lat voor zichzelf altijd hoog legt. Volgens hem kunnen veel foto’s vaak beter. “Aan de andere kant”, nuanceert hij, “waren de omstandigheden voor deze foto erg lastig. Door de intensieve scheepvaart in het Amsterdamse havengebied, en door vuil, is het water troebel. Dat bemoeilijkt het fotograferen. Ik moest de duiker tot op enkele centimeters naderen, anders had ik hem niet in beeld kunnen brengen. Als je de omstandigheden meerekent, is deze plaat zo slecht nu ook weer niet.”