RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | nr 10 | JAARGANG 17 | oktober 2011
PG Albert van Wijk wil faciliteren 'Dreigen met "Alphen" tolereren we niet' Poenpakkers bij het BOOM
alert tijdens donkere dagen Speciale campagne voor meiden
Net als elk jaar start in oktober het Donkere-DagenOffensief. De politie is dan extra alert op overvallen. Verdachten komen bijna altijd voor de rechter. De officier eist standaard een lange gevangenisstraf. Onlangs startte de campagne “Een overvaller moet zitten. Toch?!”. Meiden in de leeftijdsgroep 16-20 jaar kunnen een belangrijke rol spelen bij het oplossen van overvallen. Ongeveer zestig procent van de daders van overvallen zijn jongens tussen de 18 en de 22 jaar. De doelgroep van de campagne deelt vaak dezelfde leefwereld en kan over waardevolle informatie beschikken. Iedereen kan meehelpen bij het oplossen van overvallen. Zie je een verdachte situatie, meld dit dan via 112 aan de politie. Anoniem informatie geven kan ook via Meld Misdaad Anoniem, tel. 0800-7000. Foto: ANP
2 | In Naam beeld artikel - Opportuun - Opportuun 10 - oktober 10 - oktober 2011 2011
Opportuun 10 - oktober 2011 - Naam artikel | 3
Vanuit professionaliteit elkaar helpen
6
vindt de nieuwe PG bedrijfsvoering belangrijker dan dat elk parket er hetzelfde uitziet. Waar hebben mensen behoefte aan? Zowel bij het OM als vanuit zijn bestuursfunctie bij een zorginstelling wil hij de visie horen van de organisatie én die van ‘tante’. Terreur, vastgoedfraude, onveilig vuurwerk, milieu: het OM stelt zaken aan de kaak en plaatst zaken in een breder perspectief. V oor PG Albert van Wijk ‘een mooi moment’ om in het College te komen
Oude gewoontes zijn hardnekkig
13
merkt Daniël. Na een voorgeschiedenis als harddrugsverslaafde en veelpleger, heeft hij zijn leven inmiddels gebeterd. Hij woont begeleid en heeft werk gevonden. Dan raakt Daniël toch weer even het spoor bijster, als hij dronken is en geld nodig heeft voor een treinkaartje. Verdient Daniël een allerlaatste kans?
Een zonnige zaterdagmiddag
14
liep uit op een inktzwart drama, toen Tristan van der V. het vuur opende op het winkelpubliek in Alphen aan den Rijn. Publiek en de media reageerden geschokt. Op social media zoals Twitter liepen de gemoederen zo mogelijk nog hoger op. Kwajongensstreek of reële dreiging? Officier van justitie Karin van Tuijn beoordeelde vijf zaken naar aanleiding van de schietpartij. In de dagen na ‘Alphen’ stond het hele land op scherp
Inhoud
Koploper die nog meer kan focussen
Plukken, afpakken en ontnemen. Niet alleen in Nederland zijn we bezig met het verbeteren van het afpakken van crimineel vermogen. Ook in Europa gaan de ontwikkelingen snel als het gaat om het afpakken van het criminele geld. Overal ontstaan er “BOOMachtige”-organisaties, net zoals wij in Nederland over een Bureau Ontnemingswetgeving OM beschikken. In Frankrijk bijvoorbeeld is op 1 februari het AGRASC gestart en in Oostenrijk is men op 1 september begonnen. Nederland, één van de grondleggers van het CARIN netwerk, staat internationaal gezien goed op de kaart. We zijn één van de koplopers. Zo zijn onze adviseurs in het ARO – Asset Recovery Office - het aanspreekpunt voor ontnemingszaken met internationale aspecten. En landen als Bosnië en Oostenrijk hebben ons gevraagd hen te ondersteunen bij het opbouwen van een AMO – een Asset Management Organisation. We hebben een voorbeeldfunctie. Ook in ons land, dat sinds 1993 een goede ontnemingswetgeving kent, gaat het nog niet goed genoeg. Op dit moment doen we in slechts twee procent van het totaal aantal vermogenszaken aan afpakken. Het gaat wel langzaam beter. Sinds 2006 is BOOM niet alleen kenniscentrum, maar is het ook zelf ontnemingszaken gaan draaien. Ik ben erg blij met het nieuwe project Afpakken. Daarin investeren we in structurele verbetering: meer deskundigheid in opsporing, vervolging en executie. Binnen de politie wordt daarmee het Finec-programma verder uitgerold. De bijzondere opsporingsdiensten en het CJIB worden versterkt. En bij het OM komen afneemteams. Op pagina’s 26-29 is meer te lezen over “De miljoenenjagers van het OM”. BOOM, waarvan ik ruim een jaar directeur ben, is een geweldige organisatie. Een club van deskundige, zeer betrokken en enthousiaste mensen. Het is belangrijk dat OM’ers en anderen lezen wat we doen. Belángrijker nog is dat we er vanaf moeten dat op sommige plaatsen überhaupt niet wordt nagedacht over afpakken. Er moet een grotere focus op afpakken komen. Als we afpakken beter aanpakken, wordt het eenvoudig om de doelstelling te halen van structureel 100 miljoen euro ontnemen. Dirk ten Boer, hoofdofficier / directeur BOOM
Riante villa’s, auto’s of antiek
26
Wat verdient een verdachte aan zijn strafbare feiten? Bij strafzaken kijkt het OM steeds vaker ook naar de veroorzaakte schade of de illegale winsten van criminelen. De financiële speurneuzen van Bureau Ontnemingswetgeving OM zorgen ervoor dat misdaad niet loont. Afpakken die handel!
En verder...
4 Vragen > 12 De Zaak > 13 Jurisprudentie > 19 Kortom > 20 Ut Recht > 25 De Stelling > 30 Column Gerben Kor > 31 Gespot: Heldentocht voor het goede doel > 32
OPPORTUUN | RELATIEMAGAZINE VAN HET OPENBAAR MINISTERIE | JAARGANG 17 | NUMMER 10 | oktober 2011 Opportuun wordt gratis verstrekt aan de medewerkers van het OM en andere geïnteresseerden. Het magazine verschijnt twaalf keer per jaar. De redactie is verantwoordelijk voor de inhoud. Aan de in Opportuun verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. Abonnementenadministratie Wijzigingen? Stuur de adresdrager met de aangebrachte wijzigingen naar het retouradres, of e-mail de wijzigingen naar
[email protected]. Redactieadres Openbaar Ministerie, Parket-Generaal, afdeling Communicatie, Prins Clauslaan 16, Postbus 20305, 2500 EH Den Haag. Eindredacteur Pieter Vermaas, 070 - 3399840 of
[email protected]. Plaatsvervangend eindredacteur Thea van der Geest, 070 - 3399825 of
[email protected]. Aan dit nummer werkten mee Anna Italianer, Foto omslag Cynthia Boll Bladformule en vormgeving Kris Kras Design Druk Tuijtel Oplage 8750
Opportuun 10 - oktober 2011- Inhoudsopgave | 5
Als scholier gedijde hij al niet in strakke systemen. Als bedrijfsvoerings-PG gelooft hij nog steeds niet in de eenheidsworst. Zonodig kiepert Albert van Wijk standaardisatie overboord. Interview over kranten als tantes, vraaggestuurd werken en zijn “welhaast cynisch makende” beroep.
‘HET GAAT OM MENSEN, PG Albert van Wijk wil vraaggestuurd werken
NIET OM STRUCTUREN’
Albert van Wijk :
‘Ik ben van de kranten en de klanten’
6 | Naam artikel - Opportuun 10 - oktober 2011
Nu eens voorover over de tafel leunend, dan weer achterover kantelend in zijn stoel met de handen in elkaar gevouwen achter het hoofd. De ontspannenheid die de startende ambitieuze PG's doorgaans zo kenmerkt, is ook te zien bij de Adrianus Huibert van Wijk (1962). De PG, die hoofdofficier van het Functioneel Parket was, noemt het “een mooi moment” om in het College te komen. ‘Ik mag voortbouwen op het werk van Henk van Brummen. Hij heeft het mogelijk gemaakt dat we nu het accent kunnen leggen op het faciliteren van de professionals. Ik voel me er dus senang.’ Dat hij van zijn eerste drie Collegemaanden een volle maand vakantie had, maakte het ook niet onaangenamer. Als de zon plots fel de werkkamer in schijnt, midden in het gezicht, peinst Albert van Wijk er niet over om te gaan verzitten. Nee, laat die zon maar lekker schijnen, de pg met de portefeuille “bedrijfsvoering en primair proces” zit prima. Geen onlogische portefeuille, bedrijfsvoering (waaronder finan-
ciën, huisvesting, ICT) en primair proces (resultaten van het OM). Het zijn taken die Van Wijk eerder uitvoerde als kwartiermaker (2001-2002) van het Functioneel Parket, en ook later als plaatsvervangend hoofdofficier van het Landelijk Parket (2002-2005), en mee initieerde als FP-hoofdofficier (2008-2011). Het is het terrein van verandermanagement, reorganisaties, de “harde” structuur. Tegelijkertijd heeft u een nevenfunctie als bestuurder in een zorginstelling. In de softe hoek. Dat lijken uitersten? Nou ja, ook daar vervul ik een bestuursfunctie. Ik zie veel overeenkomsten. In bejaardenhuizen, verpleeghuizen, thuiszorg en kleinschalige woonvormen, kom je als zorginstelling in de eigen leefomgeving van mensen. Je moet hen niet hospitaliseren, maar serieus nemen. Leveren wat ze nodig hebben. “Vraaggestuurd” werken. In de kern kent het OM in relatie tot zijn omgeving (“de klant”) dezelfde vragen. Waar is
behoefte aan? Wat kan en wil ik wel en niet leveren? Dus: de ander centraal stellen, en je eigen koers houden. Als je dat goed doet, worden mensen gelukkiger. Waarom juist zórgbestuurder geworden? We kennen allemaal wel een tante die in een zorgcentrum leeft. De aanleiding was dat ik vanuit de diaconale hoek gevraagd werd. En ik heb ervaren: hoe meer je ervan snapt, hoe meer je eraan wilt bijdragen. Bij de zorgboerderij, een klein commercieel gerund boerenbedrijf, vind ik de kleinschaligheid mooi. Twaalf jongens die autistisch en soms ook gehandicapt zijn, hebben er een thuis gekregen. Er is een paardenfokkerij, er lopen koeien: in die gestructureerde omgeving zíe je de jongens gewoon vooruitgaan. Veiligheid, ritme, eigen verantwoordelijkheid, dat zijn daar de succesfactoren. In de grote zorginstelling waar ik een functie in de Raad van Toezicht heb moeten we dat weer meer leren. De mens, de klant en z’n vraag, de werkne-
Opportuun 10 - oktober 2011 - Interview | 7
‘Ik ben bijna 50, dan ben je wat minder met jezelf bezig’
menu. De zorg en het OM, voor mij gaat het vaak over hetzelfde. In de zorg word je vaak verrast. Soms hoe goed het in een instelling geregeld is. En soms niet. Ik ben altijd nieuwsgierig naar de kwaliteit en dan leg ik twee dingen naast elkaar: wat zegt de organisatie zelf, en wat zegt de tante? Het OM heeft - nog een parallel met het de zorg – ook zo’n tante: de kranten en de klanten.
Vraaggestuurd maatwerk leveren, past dat een bedrijfsvoerings-PG die waakt over efficiency, eenvormer met z’n ambities, kwaliteit en passie centraal. Natuurlijk gaat het migheid en rechtszekerheid? Efficiency en eenvormigheid - daar ook om resultaten boeken, om een ben ik niet zo mee bezig. Mij drijft goed kwaliteitssysteem, een strak de vraag: wat heeft de professional financieel systeem, om uren nodig? En: hoe faciliteert bedrijfsverantwoorden, om een duidelijke voering de “operatie”. Natuurlijk is en niet te ontkomen resultaatstuhet handig dat je vervolgens nog ring - maar vóór alles gaat het om kijkt of dingen eenduidig en klant en werknemer. Niet eten wat de pot schaft, maar vragen wat men efficiënt kunnen. Maar de maatschappij is veranderd, je komt er wil eten. Op zijn minst een keuze-
niet meer met traditionele bedrijfsvoeringsprincipes. Rechtszekerheid in termen van rigide eenduidigheid biedt niet altijd de beste oplossing, maatwerk juist wel. Kijk naar het project ZSM, waar OM en ketenpartners al op het politiebureau zaken snel en passend afdoen. Zaken maatschappelijk relevant afdoen is veel beter dan er een standaardrepertoire op loslaten. De laatste tijd heb ik veel aansluiting gezocht met de directeuren bedrijfsvoering van de OM-regio’s. Ze moesten de laatste jaren als nieuwe groep hun plaats bevechten. Gelukkig hebben ze hun eigenheid gehouden, maar het mooie is: ze zijn OM’ers geworden. Ook zij denken niet in eerste instantie: is er geld? Ze denken: hoe faciliteren we de maatschappelijke opdracht voor het OM zoals verwoord in Perspectief op 2015: een strafzaak in zijn omgeving; een OM dat een gezicht heeft voor de buitenwereld;
en veiligheid die je niet alleen maakt. Vanuit professionaliteit elkaar helpen, aan je maatschappelijke opdracht voldoen, is belangrijker dan dat elk parket er hetzelfde uit ziet. Vanuit die gedachte willen we als College met de parketleidingen praten. De dialoog moet niet gaan over het proces maar over doelbereiking: draag je als parketleiding, ook als persoon, bij aan de resultaten van het concern?
Wat is in drie woorden uw karakter? Direct, dat is het hoofdkenmerk. Emotioneel. En nieuwsgierig. In het College zitten ook nieuwsgierige, bewogen mensen. Je ziet er de ongelooflijke drive die OM’ers zo eigen is. We hebben er interessante discussies, waarin we ons scherp en direct uiten. We nemen duidelijk stelling. Niet vanuit domme eigenwijzigheid, maar vanuit de inhoud.
Wordt er door OM’ers over bedrijfsvoering geklaagd? OM’ers klagen niet zo snel, hè? Laatst was ik bij een Veiligheidshuis. Vroeg ik aan een OM’er die hard zat te werken of zij daar alles had om haar werk goed te doen. Ja hoor, zei zij, dat had ze. De systemen werken er inmiddels redelijk stabiel en naar behoren. Maar toen ik doorvroeg, bleek dat zij eigenlijk graag een koptelefoon wilde om tijdens telefoongesprekken te kunnen typen. Medewerkers leggen zich snel erbij neer dat bepaalde faciliteiten er niet zijn. Maar bij menig medewerker, ook bij mij, is er ergernis. Over bureaucratische formulieren die je moet invullen. Waarom doen we dat toch? Er is zo veel denkkracht in het OM, mensen moeten hun ideeën kwijt kunnen. Ik wil bereikbaar zijn op innovatie. Ik wil een project, een “brievenbus” waar mensen hun ergernis en ideeën voor verbetering kwijt kunnen. Da’s niet groots en meeslepend, maar raakt wel iedereen. Bedrijfsvoering moet de professional faciliteren. Het is niet zo dat we als College nu even de gouden bergen naar binnen gaan rijden. Vanuit onze rol kunnen wij niet direct zien wat iedereen in zijn of haar specifieke omgeving en taak vooruit helpt. Maar de kern is: als je gedwongen vier computerschermen door moet om te ontdekken wat je al weet, dan moeten we het anders inrichten. Je voelt je door het systeem niet geholpen maar “klein”gemaakt. Als ik zelf de zin van een voorschrift of systeem niet zie, ga ik ook bypasses maken.
Direct en emotioneel, als jurist moet je dat toch ook vaak uitschakelen? ‘Ja en nee. Je moet inderdaad ook afgewogen, rationeel zijn, maar dat mag nooit je betrokkenheid en je passie voor een onderwerp weghalen. Dat emotionele en rulle, dat leer je wat meer beheersen en stroomlijnen. Ik ben bijna vijftig, hè, dan ben je wat minder met je zelf bezig. In mijn jeugd was ik op momenten wel lastig. Niet zozeer als zoon: daarvoor was bij ons thuis de sfeer te warm, gelijkmatig en goed. Op school was dat wat moeilijker. Ik had nogal een sterke wil en moest me daar in strakke systemen bewegen. Of ik nu nog lastig ben? Ach, je wordt ouder, hè. Rotterdam hangt in uw werkkamer nogal prominent aan de muur Dat schilderij met de haven dat je daar aan de wand ziet, heb ik bij mijn afscheid van het FP van Marianne Bloos en de management assistentes gekregen. Prachtig vind ik dat. Ik ben in Krimpen aan den IJssel geboren, in de polder dicht bij de grote stad. Ik houd van de combinatie van de polder waar je rustig kunt wandelen en de grote stad. De intensiteit van Rotterdam, dat ook als groot dorp aanvoelt. De veelkleurigheid. De drukte en –heel calvinistisch- het harde werken. Ik ben met schepen opgegroeid. Met het harde werken en de internationale bedrijvigheid van de haven. Mijn vader werkte erg hard. Hij had een baan als financieel man van een grote rederij. In die wereld,
bij de Koninklijke Nederlandse Redersvereniging, heb ik ook mijn buitenstage gedaan. Ik ben opgevoed in een omgeving van veel bedrijfsleven en ondernemerschap. In mijn rechtenstudie studeerde ik af op privaatrecht en bedrijfsjuridisch. Wonderlijk dat ik bij de overheid terecht ben gekomen. Voor u Raio werd was u dienstplichtig militair. Hoe commandeerde u? Daar heb ik voor het eerst in de situatie gezeten dat ik leiding moest geven. Daar heb ik geleerd direct en op ieders niveau te communiceren. Het waren mensen van velerlei afkomst met heel erg grote verschillen in opleidingsniveau. Je bent met een groep mensen wekenlang in touw waardoor er tegelijkertijd een mix van zakelijk én privécontact ontstaat. Je drinkt met je mannen een biertje, maar je bent ook degene die de boel weer afsluit. De hiërarchie was duidelijk, we leerden een klus te klaren en vooral ook wat nog meer belangrijk was. De spullen en vooral je mensen. “Met eten gaan de huzaren voor” was er een gevleugeld woord. Ik was toen 22. Het IJzeren Gordijn hing er nog. Je wist wie de vijand was en je wist precies wat je moest doen als de vijand kwam. De tijd is gelukkig nu anders. Toch heeft die tijd heeft me ook gevormd en daar heb ik nog steeds plezier van. Het werd tot uw verbazing dus toch de overheid? Ja, da’s toch gebeurd. Het OM was helemaal geen roeping, ik wist niet wat ik wilde worden en ik dacht: ik doe eens mee met de Raioopleiding. Een prima opleiding, een combinatie van werken en leren, een goede opstap naar veel plekken op de arbeidsmarkt. Wel koos ik er ook voor omdat mijn beeld was dat het steeds ging om mensen en om bezig zijn met de meer onrustige kant van de maatschappij. Toen ik na mijn diensttijd op de rechtbank kwam, vond ik het eerst verschrikkelijk. Ik kwam uit het
Opportuun 10 - oktober 2011 - Interview | 9
het OM is altijd: het starten van een strafzaak en daarin een eis formuleren. Een zaak moet allereerst voor de dader betekenisvol zijn: die hoeft het niet met ons eens te zijn, maar moet merken wat het OM doet en snappen waarom. Dat heeft ook te maken met snelheid, kwaliteit en professionaliteit. Hoor je na een lichte overtreding pas laat iets van het OM, dan geef je maatschappelijk het omgekeerde signaal van wat je beoogt. Betekenis ook voor slachtoffers. Dat zal niet altijd ten volle kunnen, maar er moet recht aan hen worden gedaan. Ook qua bejegening. Het slachtoffer is geen technisch onderdeel van je zaak, het gaat om mensen, niet om structuren. Stel je zelf de vraag: hoe zouden de woorden in die brief van het OM op mij overkomen? En betekenis voor de samenleving: die samenleving moet zien dat het systeem een corrigerende functie heeft. We leveren een bijdrage aan wat anderen doen, geven het signaal dat sommige dingen echt niet kunnen. Met ons verticale optreden Kunt u daarvan een voorbeeld bevorderen we horizontaal aanspregeven? ken en (zelf)correctie. We willen Terreur bijvoorbeeld. Daar spelen bereiken wat ze in het bedrijfsleven altijd de vragen over wat je mag, “compliance” noemen: de wil om kan en wilt. Er is een grens aan zich aan de regels te houden. hoever je als overheid moet willen gaan. Alsmaar meer bevoegdheden Denk aan de vastgoedwereld, is niet gezond voor een overheid. Ik waarin grote fraudestrafzaken geloof niet in totalitaire staten – niet hebben bijgedragen aan het dat we daar nu dicht bij in de buurt ontstaan van een maatschappelijk debat. Er worden nu echt meters zitten overigens – ik geloof in evenwicht. Het debat over dit soort gemaakt. Denk ook aan vuurwerk. Jaarlijks kost dat tientallen oogletspanningen moet blijvend gevoerd sels, een enkele dode, en honderworden. Als OM hebben we zware, den miljoenen schade. Ook daar ingrijpende bevoegdheden, en aan brengen strafzaken over illegaal en de inzet daarvan moet je nooit onveilig vuurwerk mede het debat willen wennen. op gang. Niet alleen met de politie. Maar via afspraken met bedrijven en Vergis ik me of heeft u het begrip brancheverenigingen, tot en met de “betekenisvolle zaak” geïntrodubronlanden. Opdat het vuurwerk ceerd? Wat bedoelt u daar precies veilig wordt verstuurd en opgeslamee? gen, door bedrijven die gecertifiNee, dat begrip heb ik niet zelf verzonnen, maar ik heb het wel vaak ceerd zijn. gebruikt en als “merk” mede groot Dus ook in de hoek van fraude en milieu kan veel gebeuren. Daar worgemaakt. Het gaat om het maatschappelijk effect van een strafzaak. den we gewaardeerd om onze aanjaagfunctie. En we veroorzaken De ultieme “beleidsdaad” binnen mocht ik graag meedenken over juridische en tactische vragen. De juridische kant heb ik er eigenlijk later bij ontdekt, die ben ik steeds mooier gaan vinden. Als startende officier keek ik erg instrumentalistisch naar strafvordering, later ben ik de diepgang ervan gaan waarderen.
‘Aan de inzet van onze ingrijpende bevoegdheden moeten we nooit willen wennen’ begint in het vak. Dat heb ik zelf toen zes maanden lang als Raio in de familiekamer van de rechtbank ervaren. Daar tref je alleen maar mensen die ruzie hebben. Over de kinderen, over een omgangsregeling, over geld. Of over alles tegelijk. Dan laat de mens zich niet op zijn best zien. Af en toe kwam er een adoptie tussendoor en was het feest. Maar verder denk je al snel: waar ben ik nu in beland? Datzelfde heb je als je als jonge officier leest in je dossiers over wat mensen elkaar allemaal wel niet aandoen. Eigenlijk ongelofelijk! Dan heb je collega’s, vrienden, je gezin nodig om er even uit te kunnen stappen. Om te beseffen dat je op je werk Ontdekte u daar dat OM’ers een “welhaast cynisch makend beroep” slechts een “deel van een deel van een deel” van de samenleving ziet. hebben, zoals ik u laatst hoorde Binnen het OM is steeds meer zeggen? ruimte voor dit soort gesprekken en Nou, dat wil ik straks nog wel even nuanceren. Maar het is waar: in ons emoties. Want ook al ben je verre vak moeten we uitkijken dat we niet van naïef, je komt als officier met dingen in aanraking waarvan je niet cynisch worden. Zeker als je jong veld, waar ik leiding gaf, ik woonde in Duitsland - ja, daar wachtten we toen nog op de vijand… En ineens zat ik in een werkkamer. Met een kast vól dossiers, maar weinig tot geen mensen om je heen. Prima collega’s hoor, maar weinig dynamiek. Verderop in de opleiding bleek mij gelukig: officier van justitie, dát was het. Dáár zat de dynamiek. De directheid. Midden in de maatschappij. Operationeel. Dicht op de recherche, waar óók de goede sfeer hing van met zijn allen bij één bedrijf aan één opdracht werken. Voor mijzelf in die fase van mijn leven meer een natuurlijke biotoop.
10 | Interview - Opportuun 10 - oktober 2011
wist dat ze bestonden. Je kunt het zwaar voor je kiezen krijgen. Collega’s die grote zedenzaken doen, daar heb ik ongelooflijk veel bewondering voor. Of de collega’s van het Landelijk Parket die in Rwanda onderzoek hebben gedaan naar misdaden tegen de menselijkheid. Wat zij daar zien, de mateloze verschrikkingen, dat weten andere OM’ers niet. Gelukkig zijn OM’ers vaak juridisch én geestelijk sterke mensen. U was hoofdofficier, nu PG – mist u het doen van strafzaken? ‘Mijn laatste strafzaak zal zeker zo’n tien jaar geleden geweest zijn. Ja, dat mis ik! Niet dat ik er morgen weer zou moeten gaan staan. Dan zou ik daar als een pianist met stroeve vingers staan. Maar de manier waarop we als parketleiding bij het LP en FP werkten was wel dat we als leiding heel betrokken waren bij de grote zaken. Daar
er, omdat we misstanden blootleggen, ook onrust. Dat is betekenisvol. Ook in veiligheidshuizen en nu weer bij ZSM zie je dat wij als OM vaak de aanjagers zijn. Niet dat we in ons eentje voor veiligheid en compliance kunnen zorgen; dat moeten we doen met onze relevante omgeving, met onze netwerken. Bij dat alles moeten we wel leren om niet alleen van binnen naar buiten te kijken. Kijk ook van buiten naar binnen. Op die manier moeten OM’ers ook de krant lezen: moet ik iets bijdragen om een probleem te verhelpen. En dát is een van mijn en onze “2015-ambities” voor het OM: we stellen niet alleen zaken aan de kaak, meer en meer zien we hoe we onze strafzaken in een breder perspectief plaatsen. Ook in die zin is sprake van “vraaggestuurd faciliteren”. We pakken niet alleen problemen aan, we bevorderen óók de compliance. We dragen bij aan veiligheid en normalisatie. Dan ben je niet cynisch, je wordt het ook niet, dan heb je geen “welhaast cynisch makend beroep”. Neen, je werkt mee aan een betere wereld. Tekst: Pieter Vermaas Foto's: Cynthia Boll
| 11
4
Vragen
Als de donkere dagen beginnen, stijgt het aantal overvallen. Vier vragen aan Frans Pommer, landelijk coördinerend officier overvallen.
1. Vorig jaar bleek uit het onderzoek van professor Fijnaut dat er geen ‘silver bullet’ is als het gaat om de aanpak van overvallen. Hoe zorgen we ervoor dat het aantal overvallen daalt? Ik ben ervan overtuigd dat we deze strijd tegen overvallen winnen als we samenwerken in een netwerk van partners binnen de overheid en het bedrijfsleven. Het besef moet doorklinken dat het strafrecht alleen niet de oplossing is voor de aanpak van een maatschappelijk probleem, in dit geval de gewelddadige vermogenscriminaliteit. Wil je echt aan de voorkant van het probleem komen en dus het verschil kunnen maken, dan moet je netwerkend opsporen en vervolgen. Dat begint bij het verzamelen van zoveel mogelijk informatie, bij iedereen die betrokken is bij het probleem. En vervolgens gaat het om een persoonsgerichte aanpak bestaande uit elementen van repressie, preventie en nazorg. Een goed voorbeeld hiervan vind ik de “Top X aanpak”: door zoveel mogelijk relevante informatie te verzamelen en te analyseren, zijn de ‘hotshots’ en de ‘hotspots’ in een bepaald gebied in kaart gebracht. Vervolgens wordt per hotshot een ketendossier aangelegd en de aanpak bepaald. Een overval is in die zin dus altijd maatwerk. Het zit hem volgens mij niet zozeer in het vinden de bullet, maar vooral in het gelijk richten van onze beste wapens.
Een blik in de zittingszaal. Wat gebeurt er bij de strafrechter en wat eist de officier? Wie worden en berecht en waarom? Deze keer: een aller-, allerlaatste kans
Laatste kans Daniël is toch weer de fout in gegaan
2. Vorig jaar heeft de Taskforce Overvallen een Actieprogramma opgesteld. Leiden de maatregelen al tot resultaten? Zeker. Het netwerk van politie, justitie, reclassering, gemeenten, detailhandel, banken en anderen weet elkaar steeds beter te vinden. Het Actieprogramma op zichzelf bevordert al het besef bij de deelnemers dat overvallen integraal moeten worden aangepakt. We zien dat het aantal overvallen daalt. Daarnaast worden meer verdachten aangehouden en met succes voor de rechter gebracht. En die kunnen, mede door de nieuwe richtlijn die het OM vorig jaar heeft ingevoerd, rekenen op forse gevangenisstraffen. Ook als het gaat om jonge daders. Onlangs nog heeft een rechter maar liefst twaalf jaar opgelegd bij een zeer gewelddadige overval.
3. Als de ‘donkere dagen’ weer beginnen, stijgt het aantal overvallen. Hoe gaan OM en politie hiermee om? In oktober starten we weer met het ‘donkere dagen offensief’. Met verscherpt toezicht op hotshots, intensievere surveillances op hotspots en voorlichtingscampagnes voor het bedrijfsleven en het brede publiek, proberen we deze traditionele piek in het aantal overvallen te voorkomen. Ook zetten we nieuwe opsporingstechnieken in bij winkels en horecabedrijven. We proberen hiermee de “heterdaadkracht” te versterken. Daarmee vergroten we de pakkans, hebben we meestal beter bewijs en daarmee een grotere kans op veroordeling. En een overvaller die vastzit, pleegt geen overval meer.
4. Wat is jouw boodschap voor (potentiële) overvallers? Alle (potentiële) overvallers krijgen een “VIP”-behandeling. Zij krijgen te maken met een “Very Irritating Police”, maar ook met een “Very Irritating Prosecutor”. En vervolgens kunnen zij rekenen op een “Volledige Intensieve Persoonsgerichte” aanpak. Daarnaast heb ik een boodschap voor de slachtoffers. Een overval is een delict met een enorme impact op het slachtoffer. Alle acties, maatregelen en ambities die ik hierboven heb genoemd zijn er ook op gericht slachtoffers het gevoel te geven dat wij alles uit de kast halen overvallen te voorkomen, gepleegde overvallen op te lossen en eenmaal aangehouden overvallers zodanig te bejegenen dat dit het grootste effect heeft voor het slachtoffer, de samenleving en de verdachte zelf.
12 | 4 Vragen - Opportuun 10 - oktober 2011
Daniël is misschien geen goede vriend van justitie, maar een oude bekende is hij zeker wel. Al twintig jaar staat hij in de boeken. Een strafdossier van 24 pagina’s dik en een flink aantal veroordelingen kunnen op zijn naam worden bijgeschreven. Een veelpleger. Maar hij is veranderd, zo vertelt hij tijdens de rechtszitting. Zijn verslavingsverleden ligt definitief achter hem, hij woont begeleid en heeft werk gevonden. Goed nieuws dus, er is nog wel één “maar”. Daniël is toch weer de fout ingegaan en vandaag staat hij terecht voor winkeldiefstal: oogschaduw en oogpotloden bij het Kruidvat. Later en later kwamen daar uit andere winkels ook nog twee flessen parfum en een aantal T-shirts bij. De rechter wil graag weten wat hij met de cosmetica en geurtjes van plan was. Hij zou het niet weten, want hij gebruikt het niet, maar dat levert toch niets op? Toch wel, meent Daniël, in ieder geval wel in de tijd dat hij aan harddrugs verslaafd was. Maar deze tijd ligt achter hem. Deze diefstal? Een
noodsituatie: zijn ouders zijn ernstig ziek, hij wilde graag naar ze toe, maar was platzak en kon zich geen treinkaartje meer veroorloven. Hij was dronken, de weg kwijt, en verviel vervolgens helaas in zijn oude gewoonte. De rechter haakt hier meteen op in: geen geld voor een treinkaartje, maar wel voor drank? Hoe zit dat? Daniël heeft zijn antwoord klaar: drank had hij nog in huis. Hij was dronken, dat klopt, maar eenmalig, alcohol doet hem eigenlijk niets. In het weekend gaat hij naar zijn ouders (die voortaan zijn treinkaartje betalen), door de week werkt hij zodat hij niet gaat lopen lanterfanten met alle gevolgen van dien. Het gaat nu goed met hem. Zijn verhaal wordt bevestigd door een positief rapport van de reclassering. Een ISD-maatregel (maatregel om meerderjarige stelselmatige daders te plaatsen in een daartoe aangewezen inrichting , een soort allerlaatste kans voorziening) wordt door de reclassering afgeraden. Daniël zou dan zijn woning kwijtraken en deze maatre-
gel had in 2004 voor Daniël geenszins het gewenste effect. De officier vindt ook dat de toekomst van Daniël er rooskleuriger uitziet dan voorheen, maar ze wijst er wel op dat hij toch weer voor het dievenpad en de daarmee gepaard gaande ernstige overlast voor de winkeliers heeft gekozen. Dat moet ophouden. Ook de drank is zorgelijk. Het zal niet de eerste keer zijn dat de ene verslaving moeiteloos wordt ingeruild voor de andere. Ze eist een voorwaardelijke ISDmaategel. Daniël krijgt van de officier dus nog één kans, maar het is wel zijn aller, allerlaatste. Aan het eind van de zitting vraagt Daniël de rechters een wijs besluit te nemen. Is het wijsheid Daniël zijn allerlaatste kans te gunnen? De rechter lacht, maar neemt geen voorschot op zijn uitspraak: “een wijs besluit nemen, dat hoopt de rechtbank zelf ook altijd”, zegt hij. “Uitspraak over twee weken.” Tekst: Anna Italianer Illustratie: Guusje Kaayk
Opportuun Opportuun 10 - oktober 10 - oktober 2011 2011 - Naam - De artikel Zaak | 13
Officier van justitie Karin van Tuijn krijgt - nadat Tristan van der V. in het winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn dood en verderf heeft gezaaid - te maken met een bittere nasleep. Vlak na die bewuste 9e april krijgt ze vijf zaken op haar bureau die één gemeenschappelijke noemer hebben. Het zijn bedreigingen die verwijzen naar ‘Alphen’. Variërend van ‘Vanavond winkelshooting’ tot ‘Ik kom terug met een mitrailleur.’
‘Dreigen met “Alphen” tolereren we niet’
Officier Karin van Tuijn was helder op themazitting
14 | Naam artikel - Opportuun 10 - oktober 2011
De zaken trekken de volle aandacht van de media. Zeker als ze worden geplaatst op een themazitting bij de politierechter. Er waren overigens meer zaken, maar die werden vanwege psychische rapportages op een themazitting voor de meervoudige kamer gezet, bij Van Tuijns collega Ingeborg Doves. ‘Ondanks het verbindende thema “Alphen”, waren het vijf verschillende zaken’, zegt Van Tuijn. Ook wat leeftijd betreft. Het ging om drie minderjarigen, twee jongens van zeventien en een van dertien, en dan nog twee volwassenen van rond de veertig. En ook de manier van bedreigen liepen uiteen: ‘De ene deed zijn uitspraken op internet, een ander via sms, een ander bedreigde een ambtenaar achter een loket bij een gemeente en één van de jongens kwam in moeilijkheden om wat hij had gezegd op school.
Opportuun 10 - oktober 2011 - Alles afwegende | 15
Sommige verdachten, en hun advocaten, vonden het zwaar overdreven dat ze zich hiervoor moesten verantwoorden. Eentje zei: ‘U ziet toch dat ik geen kwaad in de zin heb.’ Ze wilden het zelf graag afdoen als een ‘kwajongensstreek’ , een ‘slecht gevallen grap’ of een ‘normale oprisping van frustratie’. De meerderjarigen vonden ook dat ze goede redenen hadden om uit hun slof te schieten. Willem K. had nu eenmaal ruzie met zijn voormalige huisgenoot Arie en de 39-jarige René van den O. had er zo de ziekte in dat hij op het Katwijkse gemeentehuis niet meteen een ID-kaart kreeg. Om hun boosheid kracht bij te zetten, refereerden ze aan Alphen.
Angst aangejaagd Van Tuijn: ‘Op het eerste gezicht waren het simpele zaken. Qua feiten was het allemaal niet zo ingewikkeld. De bedreigingen waren vaak gewoon vastgelegd. Maar daarna realiseerde ik me dat het toch wat complexer was. Er moet ook iemand bedreigd worden.’ Bij een aantal was dat helder. ‘Voor allemaal gold: mensen is angst aangejaagd, zeker omdat het zo kort – soms maar een dag later – na de 9e april was. Zulke bedreigingen komen hard aan bij de mikpunten, maar ook bij hulpverleners en andere betrokkenen.’ Van Tuijn pakt een stapel papieren. De vijf zaken die op de themazitting zijn behandeld. ‘Ik heb alles helemaal uitgeschreven, want ik wist dat er veel mediabelangstelling zou zijn en met de druk van camera’s en veel pers erbij, wilde ik er zeker van zijn dat ik niets uit mijn requisitoir zou vergeten.’ Er was veel belangstelling van zowel landelijke als lokale media, die vooraf al wilden weten hoe het OM de zaken zou aanpakken. De belangstelling nam op de zitting al gauw af, toen bleek dat drie van de vijf verdachten minderjarig waren en hun zaak dus achter gesloten deuren zou worden behandeld. Bovendien ging de aandacht van de pers vooral uit naar het fenomeen twitterbedreiging en daar gingen de zaken van de meerderjarigen nu net niet over. Er was achteraf dan ook kritiek op de wijze waarop de themazitting werd gepresenteerd. Van Tuijn is het daar niet mee eens: ‘Ik vond en vind het nog steeds heel goed dat er zoveel aandacht voor was. Ook dat de themazitting werd besproken door collega Susanne Terporten in RTL Boulevard. Het ging niet alleen om de aandacht voor de zitting zelf, maar ook om iedereen te laten weten dat dit soort bedreigingen absoluut niet getolereerd wordt en dat de verdachten snel op zitting zijn gebracht. Daarmee is op gepaste wijze gevolg gegeven aan eerdere waarschuwingen van
16 | Alles afwegende - Opportuun 10 - oktober 2011
hoofdofficier Kitty Nooy.’ Ieder velletje van het stapeltje papieren, begint hetzelfde. ‘Zo droeg ik het ook steeds voor: “Op 9 april werd heel Nederland opgeschrikt door de afschuwelijke gebeurtenissen in Alphen aan den Rijn. In winkelcentrum De Ridderhof schoot een man met een semi-automatisch wapen willekeurig mensen dood. Een drama van ongekende omvang, dat niet alleen voor gewone Nederlanders onzekerheid en onrust bracht, maar ook bij de politie voor de nodige beroering zorgde. (…) In deze situatie stond heel Nederland op scherp. Het was niet duidelijk wat de aanleiding was voor de ramp en het zou best kunnen dat er meer kon gaan gebeuren. Zo is bijvoorbeeld in andere winkelcentra gezocht en uitgezocht of de dader medeplichtigen had. Daarnaast komt het helaas voor dat andere mensen dit soort afschuwelijk voorbeelden volgen.”’
Social media Na een dramatische gebeurtenis wordt het informatieverkeer op social media steeds heftiger en belangrijker. “Alphen” was zo’n gebeurtenis. Fungerend hoofdofficier Kitty Nooy communiceerde via krant, radio en televisie, maar ook op Twitter. Op 10 april schreef zij: ‘Bedreigers via twitter moeten zich realiseren dat zij strak worden gevolgd en dat zij vannacht of nog veel langer niet meer thuis slapen!’ En op 24 april: ‘En dat strak volgen geldt natuurlijk ook voor bedreigingen via andere media!’ Er volgen ook corrigerende tweets, zoals op 21 juli: ‘Internet klopt niet: ouders vdV hebben in 2008 alleen GGZ en niet de politie gemeld dat wapenvergunning slecht idee was.’ Er werd op de bewuste 9e april opgeroepen tot een Twitterstilte van 15 minuten vanaf 20 uur. Daaraan werd massaal gehoor gegeven.
Flinke douw Daarna zoomt de officier in op de specifieke zaak. Eerst die van Willem K. ‘Juist in die tijd sms’te verdachte een bekende en geeft aan dat hij wat er in Alphen is gebeurd over gaat doen op de Vinkeweg in Katwijk.’ Ontvanger Arie schrikt, en ook zijn begeleidster in de GGZ-instelling. De 40-jarige K. mag volgens een eerder veroordeling helemaal geen contact meer hebben met Arie. Eerder heeft hij een begeleider bedreigt. Van Tuijn vindt dat K. een flinke douw moet krijgen: negen maanden cel, geheel onvoorwaardelijk. En verbeurdverklaring van zijn telefoon. De rechter komt tot zes maanden cel en drie voorwaardelijk. De andere volwassene, de 39-jarige René van den O., is de boze burger die een baliemedewerker in de gemeente Katwijk met de dood had bedreigd. Of zijn aankondiging om met een machinegeweer terug te komen achteraf gezien aannemelijk was, doet niet ter zake, vindt van Tuijn. ‘Het gaat om de context waarin hij dat op dat moment deed, de baliemedewerker kon niet weten hoe serieus de bedreiging was en was terecht bang.’ De rechter is het met haar eens. Zij neemt haar eis van 150 uur werkstraf en 60 uur voorwaardelijk over. Verder stonden er minderjarige verdachten op deze zitting. Van Tuijn treedt graag op bij de kinderrechter. ‘Daar heb je het idee dat je een grotere kans hebt om iets te bereiken dan met volwassenen. De sfeer is ook informeler, waardoor er meer ruimte is om tot een dialoog te komen. Uiteraard alles wel binnen de perken: bedreigen is een heel serieuze zaak, zeker wanneer daar de extra dimensie van een ramp als Alphen bij wordt gehaald. Daar hebben we geen misverstand over laten bestaan.’ Cees (17) (gefingeerde naam om reden van privacy, red.) zet enkele uren na het bekend worden van wat er in Alphen is gebeurd op internet: ‘Ik ben focked op agressief door die tweetstilte, ik ga uit woede naar een winkelcentrum met een automatisch pistool mensen doodschieten.’ Van Tuijn zegt in de rechtszaal: ‘Die tweet is door het hele land, zelfs wereldwijd, openbaar gemaakt.’ De eis van 120 uur werkstraf en 40 uur voorwaardelijk, wordt door de rechter omgezet in honderd uur en vijftig uur voorwaardelijk. Aan het verweer van verdachte, dat zijn tekst moest worden begrepen in samenhang met eerdere teksten op Hyves en MSN, gaan zowel de officier als de rechter voorbij. Van Tuijn: ‘De belevingswereld van deze jongen was dat de
Via de buitenstaan dersroute binnen gekomen
Over Karin van Tuijn: Karin van Tuijn (42) is in 2008 via de buitenstaandersroute binnengekomen bij het OM. Ze heeft daarvoor onder andere in de wetenschap gewerkt, op de Politieacademie in Apeldoorn en als wetgevingsjurist, projectleider en beleidsmedewerker bij verschillende departementen. Haar vrije tijd vult ze onder andere met brownies en cupcakes bakken, filmbezoek, wandelen met de hond, yoga en meditatie.
Opportuun 10 - oktober 2011 - Naam artikel | 17
STIEKEM BESNEDEN Recente jurisprudentie over jongensbesnijdenis
‘Zulke bedreigingen komen hard aan bij de mikpunten, maar ook bij hulpverleners en andere betrokkenen’ lezer van zijn tweet doorklikt naar de Hyvespagina van zijn account om het hele verhaal te lezen, en ook de achterliggende discussie via MSN kent. Dat is niet realistisch. Mensen zien die ene tekst en voelen zich dan bedreigd. Daar gaat het om. Daarnaast, derden kunnen MSNdiscussies helemaal niet lezen.’
Supermarkt Stefan (ook niet de echte naam, red) is ook zeventien als hij de volgende tweet verstuurt: ‘Vanavond winkelshooting.’ Hij noemt een bestaande werknemer die hij te grazen wil nemen, ‘met M16’, voegt hij er aan toe. De manager communicatie van de supermarktketen, die voor het hele land de twitterberichten over
18 | Alles afwegende - Opportuun 10 - oktober 2011
Twee broertjes, de een zes en de ander drie jaar oud, zijn een paar dagen bij hun vader op bezoek in Amsterdam. Hij neemt de jongens mee naar een besnijdeniskliniek, waar hij ze laat besnijden. De vader heeft de kinderen wel erkend maar heeft geen formeel gezag over de kinderen. De jongetjes wonen bij hun moeder die het volledige gezag heeft. De moeder heeft eerder de vader laten weten dat zij niet wil dat de kinderen zo jong al besneden worden. Zij wil die beslissing aan de jongens zelf overlaten wanneer ze twaalf geworden zijn. De moeder doet aangifte van onttrekking aan het ouderlijk gezag en van (zware) mishandeling. zijn bedrijf scant, onderschept het bericht en schakelt de Leidse politie in. ‘Terecht,’ oordeelt Van Tuijn, ‘deze dreiging kwam wel heel erg dichtbij de mensen in deze supermarkt.’ Van Tuijn op de themazitting: 'Het feit is zeer ernstig en om dat in te prenten, vind ik een straf zin hebben. Bovendien hebben we niet alleen met Stefan te maken, maar ook met de maatschappij, waaraan ik niet kan uitleggen waarom deze verdachte er zonder straf vanaf komt.’ De eis is 120 uur werkstraf en zestig uur voorwaardelijk, de rechter maakt daar honderd uur werkstraf en 50 uur voorwaardelijk van. En dan is er nog de 13-jarige Aman (naam gefingeerd, red.). Op school stond hij een beetje op te scheppen met vrienden over hoe vervelend de school wel niet is en wat hij het liefst zou willen doen met school, daarbij verwijzend naar Alphen. Van Tuijn eist vrijspraak. In zijn zaak vond de officier dat gezien de context van het gesprek en de manier waarop hij het had gezegd voor alle aanwezigen het voldoende duidelijk was dat er sprake was van een misplaatste grap. Daarom eiste zij vrijspraak en de rechter was het hiermee eens en sprak de jongen vrij. Al noemt Van Tuijn zijn opmerkingen ´smakeloos´ en ´respectloos naar nabestaanden en andere betrokkenen´, het gaat hier niet om strafbare bedreigingen. Tekst: Louis Cornelisse Foto’s: Robin Utrecht
Het gerechtshof in Amsterdam spreekt de vader vrij van de mishandeling. Naar het oordeel van het hof is jongensbesnijdenis, mits deskundig uitgevoerd -en dat was zo in deze zaak- niet aan te merken als (zware) mishandeling. Het feit dat de besnijdenis heeft plaatsgevonden zonder toestemming van de moeder die over de zoontjes het gezag uitoefent, doet hier volgens het hof niet aan af. Het OM gaat in cassatie tegen deze vrijspraak. Besnijdenis is niet specifiek strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht. Dat de meeste vormen van meisjesbesnijdenis genitale verminking opleveren en daarom strafbaar zijn als zware mishandeling, staat vast. Maar de vraag of ook het besnijden van jongens als (zware) mishandeling kan gelden, is nog niet eerder door de Hoge Raad beantwoord. In zijn conclusie bij het arrest van de Hoge Raad (LJN BQ6690) gaat AG Silvis dan ook uitgebreid op deze vraag in. De besnijdenis bestaat uit het wegsnijden van een stukje huid, waardoor een wond ontstaat. De jongensbesnijdenis, ook al is deze kundig verricht, heeft altijd pijn en enig lichamelijk letsel tot gevolg. Silvis stelt vast dat de opvattingen over jongensbesnijdenis in de loop der tijd zijn gewijzigd. Tot in 1999 werd besnijdenis van jongens en mannen, al of niet medisch geïndiceerd, vergoed uit het pakket van de ziekenfondsverzekering. Inmiddels is in de medische wereld sprake van een toenemende zorg over het letsel en de kans op complicaties. Jongensbesnijdenis wordt in de westerse wereld steeds meer gezien als een medisch niet-noodzakelijke ingreep met een reële kans op complicaties. Leiden deze gewijzigde inzichten ertoe dat jongensbesnijdenis als mishandeling gekwalificeerd kan worden? Niet indien er sprake is van een rechtvaardigingsgrond, aldus Silvis. Het toebrengen van lichamelijk letsel of pijn kan -binnen bepaalde grenzen- gerechtvaardigd worden door toestemming, zoals van de patiënt die zich vrijwillig aan een tandartsbehandeling onderwerpt. Bij jonge kinderen dient de toestemming van het bevoegde ouderlijk gezag te komen. In de zaak van de twee jongetjes had de vader gehandeld tegen de uitdrukkelijke wens van de moeder, het bevoegd gezag. Silvis schrijft niet te kunnen begrijpen hoe het hof heeft kunnen oordelen dat het gebrek aan toestemming van de moeder irrelevant was. Hij acht het cassatiemiddel van het OM gegrond. De Hoge Raad volgt de lijn van Silvis. Het hof Amsterdam had het ontbreken van toestemming van de moeder moeten betrekken in het oordeel of de besnijdenis van de jongetjes als mishandeling gekwalificeerd kon worden. Uit de formulering van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat een oordeelkundig uitgevoerde jongensbesnijdenis mishandeling op kan leveren als er geen rechtvaardigingsgrond voor bestaat. Op de vraag of hier ook van zware mishandeling sprake geweest zou kunnen zijn gaat de Hoge Raad niet in. AG Silvis wel: hij vond van niet. Tekst: Miranda van Turennout en Juriaan Simonis, werkzaam bij het WBOM.
Opportuun 10 - oktober 2011 - Jurisprudentie | 19
kortom
Kijk voor meer actueel nieuws op www.om.nl
‘Nederland veiliger’ Door paal en perk te stellen aan criminaliteit, overlast en geweld, moet Nederland veiliger worden. Dat schrijft het kabinet-Rutte-Verhagen in de begroting voor Veiligheid & Justitie. Allereerst moet de “slagkracht voor de professional groter”. Via de komst van een Nationale politie en een herziene Gerechtelijke Kaart met tien in plaats van negentien arrondissementen moeten politie en rechtelijke macht krachtiger kunnen optreden. Het OM heeft zich hier de afgelopen jaren al op voorbereid. Verder moet de slagkracht groter worden door meer blauw op straat en minder bureaucratie, door ICT die op orde is, en meer politievrijwilligers. Creativiteit en innovatie is een rode draad in alle kabinetsplannen. ‘Het terugdringen van bureaucratie biedt mensen in de publieke dienstverlening meer mogelijkheden hun vakmanschap te ontplooien’, sprak Koningin Beatrix in haar Troonrede. Ten tweede wil het kabinet een
“offensief tegen ondermijnende en georganiseerde criminaliteit”. Daartoe wil het kabinet een verdubbeling van het aantal aangepakte criminele groepen in 2015. Het kabinet versterkt de aanpak van mensenhandel en begint een offensief tegen kinderporno. Het kabinet wil daders financieel treffen. Daarvan profiteren ook slachtoffers wier schade vergoed wordt door veroordeelden. Het strafrechtelijk ontnomen crimineel vermogen zal oplopen naar 100 miljoen euro in 2018. De georganiseerde misdaad moet verder worden ingedamd via intensivering van de cybercrime-aanpak en via het gezamenlijk bestuurlijk, fiscaal en strafrechtelijk optrekken van handhavingspartners. “De buurt moet veiliger”, is een derde lijn in de begroting. Overvallen, straatroof, inbraken en jeugdbendes wil het kabinet aanpakken. Dat kan onder meer via een dadergerichte aanpak, het tegengaan van wapenbezit en eenvoudiger aangifte doen. Tot slot beoogt het kabinet een
100.000 anonieme tips “geloofwaardige rechtstaat”. Het wil sneller rechtdoen en sneller straffen. Het OM en politie kunnen “aan de voorkant” zaken samen direct afdoen, zoals nu al gebeurt in het project ZSM (zo selectief, snel, simpel, slim en samen mogelijk). Ook buiten de gebruikelijke kantooruren en gebruik makend van het instrumentarium van de Wet OM-afdoening. Verder wil het kabinet met zwaardere straffen en minimumstraffen daders stevig aanpakken, wil het kabinet met adolescentenstrafrecht maatwerk bieden, en wil het slachtoffers een sterkere positie geven. ‘Dit zijn voor ons herkenbare thema's waarop we volop inbreng hebben gehad’, zegt Collegevoorzitter Herman Bolhaar in een reactie. ‘Het is nu vooral aan de parketten om met een daadkrachtige aanpak zichtbaar te maken dat we zaken als mensenhandel, kinderporno, slachtofferzorg, straatroof en overvallen zeer serieus nemen. De maatschappij vraagt dat van ons.’
Meld Misdaad Anoniem (M.) heeft de mijlpaal van 100.000 meldingen gepasseerd sinds de oprichting in 2002. Getuigen van moord melden steeds vaker bij M. In de eerste helft van 2011 belden anonieme melders veel naar M. om te helpen misdrijven op te lossen. Van de duizenden tips is 118 keer bruikbare informatie binnengekomen over moordzaken. De medewerkers voerden niet alleen meer gesprekken met getuigen van
Opvallende stijgers en dalers van meldingen ten opzichte van dezelfde periode in 2010 - drugshandel, 3.743 meldingen (+9%) - wapenbezit, 238 meldingen (-21%) - inbraken, 122 meldingen (+30%) - moord- en doodslag, 118 meldingen (+20%) - seksueel misbruik, 50 meldingen (+52%) - gedwongen prostitutie, 36 meldingen (+57%)
moordzaken, maar ook met getuigen van gedwongen prostitutie, seksueel misbruik en inbraken. In
Schadefonds Geweldsmisdrijven In 2010 ontving het Schadefonds Gewelds misdrijven een recordaantal aanvragen van slachtoffers van een geweldsmisdrijf, ruim 9.000.
Slachtoffers van ernstige misdrijven en hun nabestaanden kunnen een financiële tegemoetkoming aanvragen voor opgelopen letselof overlijdensschade. Het aantal aanvragen is ten opzichte van 2004
bijna verdubbeld. Het schadefonds keerde in 2010 een totaalbedrag van 11 miljoen euro uit. Dat is gemiddeld € 2.333 per slachtoffer.
Minder gedetineerden Nederland telt in 2015 nog maar zo`n 9000 gedetineerden.
overgaan tot wraking van rechters, dat verdachten er steeds vaker het zwijgen toe doen en dat het OM zich steeds meer als crime fighter presenteert.’ In 2005 waren er gemiddeld nog Ook het toenemend gebruik van 14.000 gevangenen; in 2009 was dat aantal gedaald tot ruim 11.000. hoger beroep als rechtsmiddel Dit blijkt uit het Trendwatch onder- draagt bij aan de daling, aldus het rapport. ‘Uit onderzoek blijkt onder zoek van het Wetenschappelijk meer dat de straf in zware zaken Onderzoek- en na hoger beroep in 45 procent van Documentatiecentrum (WODC) de gevallen aanzienlijk lager verbonden aan het Ministerie van uitvalt dan in eerste aanleg.’ De Veiligheid en Justitie. afnemende kwaliteit van bewijsAls redenen voor de daling noemt het rapport onder andere de toene- constructies levert daarnaast ook mende polarisatie in de rechtszaal. een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling. Als verklaring noemt ‘Indicaties hiervoor zijn onder het rapport onder andere ‘de meer dat advocaten steeds vaker
20 | KortOM - Opportuun 10 - oktober 2011
de eerste zes maanden kwamen in totaal 6.330 serieuze meldingen binnen, evenzoveel als vorig jaar.
toenemende werkdruk bij opsporing en vervolging (zowel qua belasting als qua media-aandacht).’
| 21
Veertig ‘geldezels’ medeplichtig Veertig geldezels zijn opgespoord in een onderzoek naar phishing-fraude. De geldezels hadden hun bankrekening en pinpas beschikbaar gesteld, waardoor cybercriminelen gestolen geld konden verzilveren.
zonder sporen achter te laten naar organisatie achter phishing-fraude.
‘Het traceren van geldezels is relatief eenvoudig: de pakkans is 100 procent,’ zegt cybercrimeofficier Jacqueline Bonnes. ‘Behalve strafrechtelijk worden ze ook nog door de banken aangeCybercriminelen stuurden e-mail- pakt. Een aantal geldezels stelde hun bankrekening voor geld ter berichten die zogenaamd van de bank afkomstig waren met een link beschikking. Anderen werden met naar een valse ING-site. Daar vroe- een smoes overgehaald. Sommige zeiden hun pinpas te zijn verloren.’ gen ze (niets vermoedende) rekeninghouders hun gegevens achter De geldezels moeten het geld aan te laten. Zo konden de criminelen grote bedragen onterecht afschrij- de bank terugbetalen en kunnen acht jaar lang (vier jaar voor minven. Het gestolen kapitaal werd verdeeld over bankrekeningen van derjarigen) geen bankrekening openen bij banken in Nederland. de geldezels, en meteen gepind. Daarmee werd het geld verzilverd, Eind september moeten de geld
ezels zich verantwoorden op een TOM zitting (Taakstraf OM). Zij worden verdacht van medeplichtigheid aan oplichting, witwassen of heling. Het onderzoek naar de rest van de organisatie loopt nog. ‘Deze criminaliteit is gemakkelijk te voorkomen’, aldus de officier. ‘Als mensen hun bankpas en -gegevens voor zichzelf houden. Op het internet zijn mensen minder voorzichtig.’
Eerste uitkeringen slachtoffers voorschotregeling 1 september was een belangrijke datum voor slachtoffers van gewelds- en zedenmisdrijven. Op deze datum zijn namelijk de eerste uitkeringsbrieven aan slachtoffers verstuurd, die vallen onder de voorschot regeling. Deze regeling vloeit voort uit de nieuwe wet die sinds januari van kracht is en ervoor zorgt dat de positie van slachtoffers in het strafproces wordt verbeterd. De voorschotregeling is bedoeld voor slachtoffers van gewelds- en zedenmisdrijven die door een rechter een schadevergoedingsmaatregel toegewezen hebben gekregen. De voorschotregeling wordt uitgevoerd door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Op donderdag 1 september heeft staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven tijdens een bijeenkomst bij het CJIB de officiële
openingshandeling verricht door het ondertekenen van de eerste uitkeringsbrief (zie foto). Slachtoffers zijn met de nieuwe regeling niet langer afhankelijk van de dader. Als de dader acht maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis nog steeds niet (volledig) aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, betaalt het CJIB het resterende bedrag aan het
slachtoffer. Het CJIB gaat onverminderd door met het incasseren van het (resterende) bedrag bij de dader. Er is geen maximum verbonden aan het voorschot. Op deze manier heeft het slachtoffer de zekerheid dat acht maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis de schadevergoeding volledig is betaald.
“BOSZ” voor zicht op zaken Met het systeem BOSZ (Betere Opsporing door Sturing op Zaken) krijgen politie en OM beter zicht op alle opsporingszaken en kernbeslissingen daarin.
korpsen dat met BOSZ werkt op negen en de rest volgt snel. Het OM is in Amsterdam met BOSZ begonnen, en start naar verwachting in april 2012 met de verdere uitrol.
Doordat BOSZ gebruikt wordt door medewerkers in de korpsen en bij de parketten, ontstaat een sluitend systeem rondom de behandeling van misdrijven.
BOSZ dwingt politie en OM om aan het begin van het opsporings proces weloverwogen te kiezen, zei korpschef Stoffel Heijsman bij de ingebruikname. ‘Het is niet altijd de zwaarte van een zaak die telt, het gaat ook over effectiviteit. Dus denk eerst na of je de zaak rond kunt krijgen en wat de gevolgen kunnen zijn voor slachtoffer, dader en omgeving.’
Op vrijdag 16 september vond de officiële ingebruikname plaats van BOSZ bij de politie. Dit gebeurde in Gelderland-Zuid waar de implementatie op dit moment in volle gang is. Daarmee komt het aantal
22 | KortOM - Opportuun 10 - oktober 2011
BOSZ geeft politie en OM meer inzicht in de bedrijfsvoering én in de resultaten, sprak procureurgeneraal Albert van Wijk. ‘Nu worden we gedwongen om klip en klaar afspraken met elkaar te maken. Door dit systeem kunnen we zien of we de juiste dingen aan het doen zijn, en of er voortgang zit in een zaak.’
| 23
Actievoerders zijn geen veelpleger De politie mag actievoerders niet aanmerken als veelplegers. Dat heeft de Nationale ombudsman beslist naar aanleiding van een klacht van een actievoerster. De ombudsman vindt dat actievoerders niet als veelplegers aangemerkt mogen worden. Dat heeft te maken met allerlei beperkingen die de politie hen dan kan opleggen. Dat strookt niet met de vrijheid van meningsuiting.
Ut Recht
Onder druk van… Vroeger begon de feitenbehandeling van een rechtszaak nog wel eens als volgt. De rechter: “U heeft bij de politie verklaard dat u op 10 juni een bushokje aan de Veldbloemenlaan in Woerden hebt vernield.” Verdachte: “Ja, maar dat klopt niet”. De rechter: “Wat klopt er dan niet?” De verdachte: “Alles, ik heb het niet gedaan.” De rechter: “Maar u heeft dat wel bekend.” De verdachte: “Ja, maar dat was onder druk van de politie.”
Omgeslagen Voetbalvandalisme ‘Mensen zijn gewend aan een opstootje bij het voetbal. Natuurlijk weet de politie veel problemen te voorkomen. Maar er zijn nog steeds tal van situaties dat het bijna of helemaal misgaat.’ Ronald Moes, hoofd van het Centrale Informatiepunt Voetbalvandalisme De Groene Amsterdammer 1 september 2011
Fraude-indicator ‘Fraude-indicatoren moeten niet openbaar worden. Als een fraudeur weet waarnaar we kijken, gaat hij er rekening mee houden.’ Robert Los, tactisch analist VROM-inspectie Handhaving nr.4, augustus 2011
Angst ‘Er wordt ons al jaren aangepraat dat Nederland heel onveilig is geworden. Dat je daar aan de hand van objectief meetbare, wetenschappelijke criteria ook heel anders over kunt denken, vertelt men er liever niet bij.’ Reinier van Zutphen, voorzitter Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak De Groene Amsterdammer 11 augustus 2011
Nationale politie ‘Rechercheurs die zich bezighouden met de bestrijding van wapenhandel smeken al tien jaar om de komst van een nationale politie. Als je achter een wapenhandelaar aanzit die naar een andere regio verkast en je weet dat daar niemand zit die verstand van wapens heeft, dan loopt zo’n zaak dood.’ Cyrille Fijnaut, criminoloog Vrij Nederland 27 augustus 2011
Wat flauw, dacht ik dan altijd. Eerst bij de politie de waarheid vertellen, dan met je advocaat praten en bij de rechter alles ontkennen. Wees een kerel, maak schoon schip en leef verder. Sinds het Salduzpiket hoor je dit niet meer zo. De advocaat zit er immers vanaf uur nul bij en zal gelijk duidelijk maken dat het beter is de bekklem op te doen. Hoe zal dat zijn voor de rechttoe rechtaan boevenvanger bij de politie of de rechercheur met zijn keurig voorbereide verhoorplan? Frustrerend, las ik in Blauw. De advocaat mag dan weliswaar niet actief interveniëren, er wordt wat afgekucht in de verhoorkamer. En wat is er mis met een fatsoenlijke dosis druk tijdens een verhoor? Natuurlijk zit er ook een andere kant aan. Hoewel de meeste beroepsmatige criminelen ook beroepsmatig zullen ontkennen tijdens een verhoor, zit Putten en Schiedam ons nog vers in het geheugen. Je kunt je erover verbazen dat iemand iets bekent, dat hij echt niet heeft gedaan, het gebeurt blijkbaar wel. Dan is het goed dat er een advocaat bij is die de belangen van de verdachte in de gaten kan houden, zoals voorzien in het wetsvoorstel Raadsman en politieverhoor. Bovendien ben je er niet met een verklaring alleen en zal er steeds ander, technisch of tactisch bewijs nodig zijn. Zoals altijd is het een kwestie van balans. Uiteindelijk moet de verdachte ongestuurd en zo spontaan mogelijk verklaren, in het belang van de waarheid. Dat de belangen van de verdachte nu zwaarder gaan wegen ten opzichte van de belangen van het opsporingsonderzoek, is duidelijk. We zullen zien of de balans doorslaat. De rechter: “Ik lees in het dossier dat u ontkent op 10 juni een bushokje te hebben vernield aan de Veldbloemenlaan in Woerden”. De verdachte: “Ja, maar dat klopt niet”. De rechter: “Wat klopt er dan niet?”De verdachte: “Alles, ik heb dat bushoekje wel vernield.” De rechter: “Maar bij de politie heeft u ontkend.” De verdachte: “Ja, maar dat was onder druk van mijn advocaat. Ik wil schoon schip maken en verder met mijn leven.” Mary Hallebeek, persvoorlichter parket Utrecht
24 | KortOM - Opportuun 10 - oktober 2011
Opportuun 10 - oktober 2011 - Ut Recht | 25
De miljoenenjagers VAN HET BOOM
Profiel BOOM
Ontnemingsspecialisten onderzoeken, adviseren, traceren en pakken af
Het BOOM levert jaarlijks een bijdrage aan miljoenen opgelegde ontnemingsmaatregelen in eerste aanleg en miljoenen aan geïncasseerde ontnemingen. Daarnaast is het BOOM voor parketten, opsporingsdiensten en ketenpartners in binnen- en buitenland, hét kenniscentrum ontnemingen. Een nadere kennismaking met deze foutgeld-fighters van Bureau Ontnemingswetgeving OM.
Ontnemingsonderzoeken Bij de BOOM-vestigingen Den Bosch, Rotterdam, Amsterdam en Zwolle werken officieren van justitie aan complexe ontnemingsonderzoeken. Zij laten zich ondersteunen door civiel-juridisch en internationaal-juridisch adviseurs, forensisch accountants, vermogenstraceerders (VT), parketsecretarissen en een administratieve staf. Zij werken samen met parketten en opsporingsdiensten aan honderden ontnemingsonderzoeken. Dat leidde in 2010 landelijk tot € 60,9 miljoen aan opgelegde ontnemingsmaatregelen in eerste aanleg.
Stephanie Massier, officier van justitie Den Bosch: ‘Ik heb vorig najaar een bewuste overstap naar het BOOM gemaakt want ik heb wel iets met de financiële aspecten van een onderzoek. Mede vanuit mijn werkervaring in het bankwezen. Wat mij positief verraste, is dat het BOOM steeds eerder betrokken is bij grote onderzoeken. Samen met parketten, maar ook met het LP of FP draai je mee in onderzoeken. Een prima zaak. Voor mij ook leerzaam, alleen al om te kijken hoe de verschillende zaaksofficieren hun stuk van het onderzoek aanpakken. Dat is soms verrassend.
Het BOOM streeft ernaar om zo vroeg mogelijk betrokken te worden bij een zaak. Het liefst al in de fase van het plan van aanpak of via het pre-weegdocument. Zo kun je samen een optimale onderzoekstactiek uitstippelen. Verzoeken voor onze ondersteuning komen via diverse kanalen binnen. Een zaaksofficier benadert ons namens een regioparket en we zitten aan tafel bij de Nationale Recherche. Ook horen onze vermogenstraceerders informatie over zaken van de politieteams. Ik heb vaak contact met de zaaksofficieren van een parket, evenals met regiokorpsen en de Bureaus Financiële Recherche. BOOM Den Bosch heeft momenteel 51 ontnemingsonderzoeken in behandeling die in verschillende stadia zitten. Daarin hebben 165 verdachten een rol. We merken in toenemende mate dat het financiële aspect niet langer ondergeschikt is aan de strafbare feiten. Er zijn geregeld onderzoeken waarbij het financiële gewin van de verdachte juist de boventoon voert. Maar er valt nog heel veel te halen.’
Vermogenstracering Gedurende het hele onderzoekstraject kunnen vermogenstraceerders worden ingezet om zoveel mogelijk verborgen vermogen zichtbaar te maken en daarop beslag te leggen. Het BOOM heeft 15 vermogenstraceerders in dienst. Deze speurders zijn actief bij alle BOOM-vestigingen en draaien mee in ontnemingsonderzoeken.
Leeftijd:1996 invoering ontnemingswetgeving, start BOOM Taak: afnemen crimineel vermogen inzake fraude, handel verdovende middelen, witwassen, mensenhandel, deelname criminele organisatie, Filosofie: misdaad mag niet lonen. Het maakt niet uit hoe het criminele vermogen afgepakt wordt, als het maar gebeurt. Vanuit die filosofie coördineert het BOOM sinds 2001 complexe ontnemingsonderzoeken en biedt het juridisch advies aan regioparketten en nationale en internationale justitiële ketenpartners. Core business: ontnemen (art. 94 en 94a Sv.), afnemen (verbeurverklaring, boete, schikking), ondersteuning parketten, expertisecentrum ontnemen, sturing op executie, beslagbeheer, vermogenstracering, regierol afpakken, landelijke monitor incasso ontnemingen. Aantal BOOM medewerkers: 102. Vestigingen: Leeuwarden (32 medewerkers), Amsterdam (19 medewerkers), Rotterdam (16 medewerkers), Zwolle (13 medewerkers), Den Bosch (14 medewerkers), ARO Den Haag (8 medewerkers)
Gerrit van der Meulen, vermogenstraceerder vestiging Den Bosch: ‘Het geld ligt op straat…Neem bijvoorbeeld een henneponderzoek met ontnemingsrapportage, maar zonder beslaglegging. Dan gaan wij aan de slag. Bij het zoeken naar vermogensbestanddelen van de verdachte, maken we gebruik van diverse bronnen. Wij analyseren het getraceerde vermogen, vervolgens maken we een voorstel tot het leggen van conservatoir beslag. Na overleg
Gerrit van der Meulen (links),
Officier Stephanie Massier:
vermogenstraceerder vesti-
‘Er zijn geregeld onderzoe-
ging Den Bosch: ‘Het geld ligt
ken waarbij het financiële
op straat…Bij het zoeken naar
gewin van de verdachte juist
vermogensbestanddelen van de
de boventoon voert. Maar het
verdachte, maken we gebruik
kan zeker nog beter. Er valt
van diverse bronnen.’
nog heel veel te halen.’
26 | Het Parket - Opportuun 10 - oktober 2011
| 27
met de betrokken officieren, gaan we met opsporingsdiensten, deurwaarders en Beslagbeheer BOOM over tot beslaglegging op onroerend goed, banktegoeden, voertuigen, of andere vermogensbestanddelen. Ik vind het belangrijk dat de focus niet alleen op de strafzaak ligt. Bij het plegen van een misdrijf is het motief van een verdachte hartstocht, of geldelijk gewin. Je dient je bij iedere strafzaak af te vragen of de verdachte daar ook geld aan verdiend heeft. Kijk niet alleen naar de strafrechtelijke componenten, onderzoek ook of hij daar beter van geworden is en kijk of we niet meer af kunnen pakken. Vanuit deze vestiging werk ik samen met vermogenstraceerders Mario Schouw en Cindy Schoemans aan 75 onderzoeken. Ieder onderzoek kent meerdere verdachten en de onderzoeken variëren van een recente actiedag met veel beslagleggingen, tot de fase tussen eerste aanleg, appel en cassatie. Wij werken veel samen met alle opsporingsdiensten en de Belastingdienst waar we via formele kanalen veel informatie halen. Natuurlijk ook met experts van het BOOM, zoals een civiel jurist. Met name bij ingewikkelde conservatoire beslagen is hun kennis uitermate van belang. Met al die ketenpartners werken we intensief, maar ook plezierig samen. Want ook al zijn het langdurige onderzoeken die soms veel geduld vragen, we hebben wel lol in ons werk!’
BOOM Internationaal – Asset Recovery Office (ARO) Voor veel ontnemingszaken geldt dat bij opsporing, veiligstellen en afnemen van crimineel vermogen, regelmatig een beroep op het buitenland wordt gedaan. De internationaal strafrechtelijk juridisch adviseurs van het ARO zijn aanspreekpunt voor internationale aspecten in ontnemingszaken.
Willemijn van Elk, internationaal strafrechtelijk juridisch adviseur:
Ingeborg Beerdsen, forensisch accountant vestiging Rotterdam
‘Ik krijg energie als zaken slagen, vooral door samenwerking met mijn netwerkpartners. Een beslaglegging op een groot geldbedrag is geweldig en van groot belang. Maar het blijft ook mijn uitdaging om mee te denken in internationaal-juridische mogelijkheden. Vanuit het ARO Den Haag en de vier BOOM-vestigingen leveren wij advies op het gebied van internationale ontneming aan binnen- en buitenlandse ketenpartners. Zoals advies over een uitgaand rechtshulpverzoek, waarbij vooraf overleg is geweest met een buitenlandse officier of politiefunctionaris. Ons internationale netwerk is erg belangrijk bij de uitvoering van uitgaande rechtshulpverzoeken. Andersom natuurlijk ook. Op verzoek van het buitenland kan conservatoir beslag gelegd worden op een object in Nederland. Dan is van belang dat je nationale netwerk op orde is en met korte lijnen zaken doet. We zijn ook intermediair, bijvoorbeeld voor een in het Verenigd Koninkrijk opgelegde ontnemingsmaatregel die door een Nederlandse rechtbank omgezet moet worden in een Nederlands vonnis. Doel: uitwinnen van de beslaglegging in Nederland. Binnen het ARO werk ik met vier adviseurs, een vermogenstraceerder en twee administratieve medewerkers. Dus zie je kansen voor een internationale ontneming, denk dan aan het ARO.’
Ingeborg: ‘Mijn baan is veelzijdig en kleurrijk. Je bent aan het puzzelen, je werkt met mensen en het gaat om maatschappelijke belangen. Ik ga graag met milieuzaken aan de slag, dat delict raakt mij sterk. Zowel de veroorzaakte schade als de verdiensten kunnen omvangrijk zijn. Om het voordeel te bepalen, is het nodig om je te verdiepen in het productieproces en de administratie van het betrokken bedrijf. Als accountant is dat natuurlijk interessant. In ons vestigingsoverleg BOOM worden de ontnemingszaken geselecteerd. Vervolgens bepalen we welke teamleden het nieuwe financiële onderzoek gaan draaien. Een officier, parketsecretaris, accountant, vermogenstraceerder, zo nodig een civilist, een international-juridisch adviseur en natuurlijk onze administratieve ondersteuning gaan gezamenlijk aan de slag. Met de opsporingsdiensten bespreken we hoe het tactische en het financiële onderzoek elkaar versterken, want je gebruikt toch elkaars gegevens. Ik heb vaak contact met financieel rechercheurs. Wat we bespreken, hangt sterk af van het stadium van het onderzoek. Eerst overleggen we met het onderzoeksteam over bijvoorbeeld de aanpak, de doorzoeking of berekeningskeuzes. Later begeleid ik rechercheurs bij het opstellen van de berekening en de rapportage. Die berekening is onderbouwd met informatie uit bijvoorbeeld administraties, overeenkomsten, verklaringen, tapgesprekken en observaties. Dat leidt tot een ontnemingsrapportage met een beschrijving van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Ook adviseer ik de officier bij de conclusiewisseling, neem ik deel aan gesprekken gericht op het bereiken van een transactie- of schikkingsovereenkomst en zo nu en dan geef ik les.’
Forensisch accountant Iedere BOOM-vestiging heeft ook forensisch accountants in dienst. Zij adviseren de BOOMofficier over complexe, financieel-economische vragen op het gebied van ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
Beheer 660 miljoen conservatoir beslag Het BOOM neemt in samenwerking met OM-onderdelen, opsporingsdiensten en ketenpartners, illegale winsten van veroordeelde criminelen af. Dat foute vermogen zit vaak in het buitenland en heeft vele vormen; riante bankrekeningen, vastgoed, auto’s, antiek, aandelen, kunst of luxueuze jachten. Het BOOM beheert 660 miljoen euro aan conservatoir beslag, tot de rechter uitspraak doet. Het BOOM adviseert parketten, evenals opsporingsdiensten en is expert in schikkingsonderhandelingen. In het kader van het landelijke ketenprogramma Afpakken, worden de BOOM-activiteiten de komende jaren geïntensiveerd. Samenvoeging FP-BOOM Het BOOM wordt in de nabije toekomst samengevoegd met het Functioneel Parket. Het organisatorische eindplaatje voor het FP en het BOOM is nu nog niet helder. Uitgangspunt van deze samenvoeging is dat de vestigingen Zwolle, Den Bosch, Amsterdam en Rotterdam blijven bestaan. Contactgegevens BOOM Telefoon: 058 – 234 1174 Mail:
[email protected] BOOM Internationaal: irc.aro.boom@ om.nl www.om.nl/Onderwerpen/Ontneming
Tekst: Dickey Gardenier Foto’s: Robin Utrecht
Gedurende het hele
Bij het afnemen van
onderzoek kan BOOM
crimineel vermogen
verborgen vermogens
doet BOOM regelmatig
zichtbaar maken
een beroep op het buitenland
28 | Het Parket - Opportuun 10 - oktober 2011
| 29
De Stelling
'ANPR* is een prachtig opsporingsmiddel dat vaker toegepast zou moeten worden.' Column Gerben Kor
'Hallo, met Ivo' Peter Verhofstad, landelijk programmamanager ANPR voor de Nederlandse politie
Jacob Kohnstamm, voorzitter College bescherming persoonsgegevens
'Ja, helemaal mee eens. Er rijden steeds meer voertuigen over het Nederlandse (snel)wegennet. Grenzen zijn weggevallen, en de mensen worden steeds mobieler. Dat geldt ook voor de criminaliteit. Het is zo druk geworden dat ons waarnemingsvermogen ons wel eens in de steek laat. De politie is eenvoudigweg niet meer in staat om, gewapend met het ouderwetse ‘blauwe notitieboekje’, zicht te houden op (criminele) vervoersstromen. Met behulp van moderne techniek is naar een oplossing gezocht. ANPR stelt de politie in staat om op een moderne, geautomatiseerde manier criminelen op te sporen, vermiste en/of gezochte personen te traceren, boetes te innen en bij grootschalige evenementen preventief te selecteren op risicogroep/-personen. Op dit moment worden de met ANPR verkregen passagegegevens niet opgeslagen. Opsporing is echter een proces wat per definitie achteruit kijkt. Het onder strikte voorwaarden raadplegen van opgeslagen passagegegevens zou de opsporing van strafbare feiten nog effectiever maken. Kortom ouderwets politiewerk maar dan met modern gereedschap. Wie kan daar nu op tegen zijn?'
'ANPR kan de politie helpen om effectief op te treden. Als er sprake is van een ‘hit’ kan de politie bijvoorbeeld direct een auto in beslag nemen of een boete innen. Het is daarom begrijpelijk dat politiekorpsen enthousiast zijn over ANPR. Dit opsporingsmiddel heeft echter ook een keerzijde. Stel, de politie verzamelt ongelimiteerd kentekens en slaat deze op, niet alleen voor lopende maar ook voor eventuele toekomstige onderzoeken. Iedere automobilist kan dan als potentiële verdachte in politiebestanden terechtkomen. Dit is een onrechtmatige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Het zou ook de omgekeerde wereld zijn: het bouwen van een hooiberg om daarin een speld te vinden. De gouden regel bij het aanleggen van databases is niet voor niets ‘select before you collect’. Bovendien is het ongebreideld verzamelen van persoonsgegevens in strijd met de wet. Om duidelijk te maken welke wettelijke normen bij ANPR moeten worden nageleefd, heeft het CBP richtsnoeren opgesteld. De belangrijkste regel is dat de politie alle no-hits direct vernietigt.'
'Onze Minister kan algemene en bijzondere aanwijzingen geven betreffende de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie'. Zo staat geschreven in artikel 127 van de Wet RO. Daarover later meer. Eerst wil ik het over hockey hebben. Jeugdhockey. Ik was een jaar of tien en aanvoerder van ons jongelingenelftal in een plaats hier ver vandaan. We verloren wel eens. We wonnen wel eens. Het was een mooie tijd. Er was één wedstrijd die ik nooit zal vergeten. Zwaar regenachtig weer. Zompig veld. Onze verdediging was glippende. Onze voorhoede had niet het tieskruizegevoel. Ons middenveld liep letterlijk met lemen voeten. Nog tien minuten te gaan. We stonden achter met 4-2. De meisjespartij op veld 1 was al klaar en alle ouders stonden langs ons veld. Ik had de bal en keek om me heen, op zoek naar een vrije jongen. Op dat moment klonk die machtige bulderstem: 'Kom op jongens, aanvallen, nu!' Een elektrische schok ging door mijn lijf. Ik keek op en zag in al mijn teamgenoten eenzelfde reactie. Edo liep een gat achter de verdediging in, ik gaf een snijdende pass, we scoorden, we renden terug, we hielden de druk hoog, we bleven vechten en jawel, bij het eindsignaal hadden we met 5-4 gewonnen! Die bulderstem behoorde toe aan de vader van een klasgenootje waar ik stiekem verliefd op was (het meisje, niet de vader). Hij was de burgemeester. Nu, dertig jaren later, kan diezelfde stem dus door een telefoonlijn komen. Een nietsvermoedende officier van justitie die op een regenachtige dag in een zompige zaak twijfelt over de voortgang, kan de telefoon oppakken en dan van de andere kant horen: 'Hallo, met Ivo, ik hou het kort jongen, aanvallen, nu!' Qua trias politica heb ik dit zelf altijd een vervelend wetsartikel gevonden. Het wringt, ook al is het nog zo goed te wetshistoriseren en teleologiseren. Maar ik moet eerlijk zijn: als ik als OvJ die bulderstem zou horen, die nog wettelijk onderbouwd is ook, dan zou mijn reactie precies dezelfde zijn als die van dat tienjarige aanvoerdertje op het hockeyveld. Ik zou gaan rennen als de wind en ik zou zorgen dat ik de beslissende goal maakte - want dat deed ik die bewuste dag. Dankzij de bommelstem van Ivo Opstelten. Gerben Kor, advocaat en mediaconsultant
Foto: Mark Kohn
Foto: Ivar Pel * Met ANPR (Automatic number plate recognition) scant de politie kentekens en vergelijkt deze met informatie uit politiebestanden. 30 | Stelling - Opportuun 10 - oktober 2011
Opportuun 10 - oktober 2011 - Column | 31
Heldentocht voor goed doel
GESPOT: In de kantine van de Haarlemse rechtbank WIE : OM’ers en ZM’ers DATUM: Zondag 18 september
Wielerronde ter ere van 200-jarig bestaan van de Rechtelijke Macht
‘Helden voor het goede doel.’ Zo noemde PG Herman Bolhaar op voorhand de mannen en vrouwen bij het startsein van de 100 kilometer wielerronde. Van het Paleis in Den Haag naar de rechtbank in Haarlem en visa versa. Het goede doel: Slachtofferhulp Nederland. Regen, hagel en onweer stortten zich uit op de gebogen ruggen van zo’n veertig wielrenners. Vooral onderweg naar Haarlem werd het peloton geteisterd door noodweer. Wielrenners op carbon met hightech gear konden onderkoeling niet voorkomen. De woorden van Herman resoneerden als iemand er doorheen zat: Een held ben je! Er werden sterke verhalen gedeeld: PG Han Moraal had op de avond voor vertrek de banden zo hard opgepompt (op aanraden van de organisatie) dat al vóór aanvang van de wielertocht een binnenband was gesneuveld. Gelukkig viel het aantal lekke banden tijdens de tocht mee: vijf. Waarvan het driemaal dezelfde band betrof. In Haarlem stonden EHBO’ers klaar met aluminium dekens om de klappertandende renners warmte te bieden. De warme soep en kroketten deden de renners goed. En op de terugweg brak zowaar even de zon door. Bij de finish in Scheveningen overhandigde Han Moraal een cheque van 2.500 euro aan een vertegenwoordiger van Slachtofferhulp Nederland. ‘Wij vieren een feestje en geven graag een cadeautje weg. Waarop iedereen proostte met een glaasje sportdrank.’
Foto: Jurriaan Hoefsmit