Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
1
Petrus-Jozef Triest Vandaag ter gelegenheid van 25 jaar Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor
Dak- en thuislozen hebben duizend dingen niet, één ding wel: hun waardigheid. Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. Gezondheidstraat 2, 9000 Gent.
www.huizetriest.be
Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor Gezondheidstraat 2, 9000 Gent www.huizetriest.be 0473/75.67.04 (Werner Van de Weghe)
[email protected] [email protected] Sociale dienst: enkel op woensdag 0476/03.15.87 (Dirk Durant)
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Werner Van de Weghe, Gezondheidstraat 2, 9000 Gent Opmaak: Dienst Communicatie Broeders van Liefde Foto’s: Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor, Jef Boes
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
25 jaar INSPIRATIE en DESKUNDIGHEID Beste mensen,
G
raag bieden wij jullie allen bij ons 25-jarig bestaan deze jubileumversie van ons tijdschrift ‘Petrus-Jozef Triest, vandaag’ aan. Als vrijwilligersgemeenschap vormen wij een spirituele gemeenschap binnen de wereldwijde congregatie Broeders van Liefde. Wij proberen om dagdagelijks te werken vanuit de waardigheid van zij die op ons een beroep doen. Wij proberen de stem van dak- en thuislozen te zijn om zo te zorgen dat deze vergeten en niet bekende groep binnen onze samenleving op de agenda blijft staan. Als Broeders van Liefde vinden wij het belangrijk dat inspiratie en deskundigheid samengaat, ook als het gaat om gestructureerd vrijwilligerswerk. In deze uitgave krijgen jullie heel wat te lezen rond beleidsmatig en structureel vrijwilligerswerk. Tevens nemen wij heel wat info rond onze visie en spiritualiteit in dit tijdschrift op. Wij wensen jullie veel lees en kijk plezier. De redactie van ‘Petrus -Jozef Triest, vandaag’
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Inleiding - in de pers Hedendaagse structuur Doelen Startersvuur Teksten uitgesproken ter gelegenheid van 25 jaar werking op 26 november 2011 Bouwen aan waardigheid in Slovakije… Onze vrijwilligersgemeenschap als mobiel project, een fotoreportage…. Waardigheid, een kijk op armoede op nieuwe leest… Identiteit Caritas in de vrieskou Daklozen en voeding, een visie van vandaag voor morgen… In Memoriam Spiritualiteitsteksen Hoe ons helpen?
3
In de pers
20 11 21 de ce mb er
20 podium Hu
kerk & leven
Tabor s i u h s p a h c s emeen ize Triest-g thuislozen
aardigheid van w e d r o o v t d ij tr S
dak- en
schonken de luisteren, dat ie d n est in se en m men en van Huize Tri tot rust te ko n bij de start ze hetlo es ak ci d re e p ts r Een plek om n de Gen niet mee is aa e is d u ef h Li et n h r va , maa waardigbroeders iet, maar wel og steeds open n n t n aa ge st in r d eu n d ee d en van toen.” 1986. De hebben duizen ijven hangen bij de noden n ze lo ak „D zelfde. door te bl ecteer je niet heid. Die resp en van de
. De bedd t aan de gang pt de eerste gebedsmomen illiger verkoo de kapel een in ijw is vr n ag ee idd en m nd richel of een vo n na ee f va na or Vlak voor de va vo ar en daar, en. pvang zijn kla djeszaak. Hier t oog te houd oo he br in acute nachto de eid in igh drijv terhammen ik Triest de be nn nu driehoekige bo ka n va rstbeelden urend. kast, lijken bo ijfeld goedke t, hier binnen , maar ongetw Gent nog tel Onopvallend tafel legt ‘om legt hij die
Jozefien Van
Huffel
, op mensen staat” om de komt en 5 euro pen’? - ning van boelekes te ko r zitten n hebben van luiers voor die e daklozen Slo„Ook als ze hie . eluit gez t eventig mense wa ize sch en komen cht in Hu dat Belgi te ou ” Of or ged en? do ” al iër m. g dag rec daa r app uis n ze welko akse taart zee een sch ap sh te zoeken, zij t kijken of hij en aan wa Tr ies t-G em Van schap de Weghe gaa lgische dakloz Grotor Werner Van een Be ina g ge no örd Jon Co m t. centru Tabor. loops, niet zie in het inloop kan krijgen. Hij meldt het ter je het uiterlijk de Weghe ver magezinnen, kkend wie altijd een indrukwe e de te Slowaakse Ro ewinterde warme ma boterhammaar het is doorg ug met twee groeid én ter rt tijd gen r stic kee elin jaa pakt in een pla algetal. In vijf op de vlucht . Vooraf waarschuwden men, netje ver beroep doet ervers en zijn zw ijd alt ma cen groep die een inloop „Alle 120 het os. de do op et , „M ng . van ”, lacht hij nachtopva sociale dienst weer verkocht onnen we een trum of op de sonen per week. t nie odjeszaak beg je dak bro ijd per ge str mi 700 be r 60 naa Voor som „Armoede injaar geleden. loos. het mpel om in het De helft is dak t restjes” me naam draagt lozen is de dre gaan zitten en ele bb du t De te uig 2004. Hij get loopcentrum ” centrum sinds keuze om te vereten erg hoog. en zijn in est warm te radicale ier zitten ze sa het Huize Tri t voedselpakkett klozen ese families, h lukken, maar van een „We wilden geen strucs dat ati rop Gr Eu gen stmi eren. - som en en Oo rken me niet zou en tijd. Da wil and loz we et led ak te t h We ver e d n. da is ken sch ure ten hu est luk het Belgi zou dach ize Tri aan aande struct oit gen Hu het g no © mi om . ini aar e en om eit we „M rit lijk tur te . „S p. elgroe op de werke raken vooral men aan tafel norme onderlinge solida Weghe: die diverse do den inspelen n e n leren elkaar gepaste voeding. Van de e. ee nse gh aat Me We tst t. rde on fec er Van ring tetoch niet ove van lukt per noden”, zegt dat gaat verzu e moeten hen confituur, geen de doelgroep „W is nen is ien et ken „H dsd Sin e vrijchips of Weghe. nz t de „O me t. Van en t erk kre lad zeg tis het huis onbep niet wat iemand gen”, Marietje, een woon omdat we dat gra t we prachtig dat el wa willigers vragen moeten niet we- toch echte clochards gen? Wij serveren enk me dza gezel en We de s eten, ver komt doen. kreke- van ook zelf zouden d, maar armoeer op de ban ten hoeveel st gel tjes zond. Dat ko niet met de res je d trij bes de eving.” van de samenl ham ter bo of altijd Voor elke ma een - en thuislozen Advertentie tto betalen de dak drage. „Het mo bescheiden bij elijkheid geven. ord is: verantwo gratis, ts nie is ng evi In de samenl leer je niets.” cendus met geven en stil in het Het is intuss ten. ken is leeggege keu De m. ech tru lligers zijn „Enkele vrijwi Romagezinnen, t ter op pad me school voor de een ghe. op zoek naar t Van de We kinderen”, zeg terug en drinken ze „Straks keren .” ffie ko p psze nog een ko -Gemeenscha Huize Triest werkait op enkele huis Tabor dra erd vrijwilligers. nd nemers en ho elijks gecoacht”, en? dag ndig belegg „We worden t Pattijn. lijk versta lliger Huber ld, en tege jwi re vri t n We ofi zeg halfre Inc een bete moment om ouder van agen aan „Na het gebeds 2011 aandeelh en bed er dag ein nd de or mi vo we Wilt u bijdr n Word metee preken al bes r n jaa van tie n n nd ofi me lge l vo e we proble ciering via Inc cvso en betaa rkokijken we ho in microfinan r g kunnen voo Investeer dan idend en, onde teren vandaa rlastingen. div gis rve be jaa een n van gee ken een mooie cvso. U geniet men.” „We ma de boel om”, vult aarden, ook van g, we draaien en ondernemers bepaalde voorw sla rijv ine op sch kle s e ctu En „W . . e aan prospe indering uw hele Van de Wegh het volledige belastingverm nnen dankzij n doen en de Meer info en zaak ngslanden ku op een uit wat we gaa h achter dat doom/eengoede in ontwikkeli k uitbouwen en aart zic www.incofin.c zaa sch en ep eig gro een … investering n verbeteren ens cument.” nier hun bestaa est is overig duurzame ma Kanunnik Tri nloaden via de Van de die toekijkt. krijgen of te dow ver te tis gra nt. niet de enige ijd Kerstr u inteke alt r is bij Incofin voo en hie A rom is et daa FSM s r emWeghe: „H dgekeurd doo s het prospectu enkel op 25 dec hecvso werd goe dt risico’s in. Lee s van Incofin mis, dus niet ofin cvso hou het Het prospectu delen van Inc tal staat hier egging in aan oit ber. De kersts no hem ken website. Een bel bre le jaar door. We natuurlijk heeft En af, letterlijk. nis.” eke bet k rlij dat ook figuu
Z
14/11/2011
d 1
Leven_003.ind
dvertentie_Kerk&
Incofin_014_A
Uit: Kerk en Leven, 21 december 2011
16:39:07
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor bestaat 25 jaar en is klaar voor de winter GENT Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor is klaar voor de winter en viert het 25-jarig bestaan met de uitbreiding van haar acute nachtopvang. Elke winter zijn er vele daklozen in Gent die de koude temperaturen trotseren in de lokale nachtopvang. Ook de Broeders van Liefde bereiden zoals ieder jaar de winteropvang voor. Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor is in Gent een vaste thuis voor kansarmen en daklozen, waar ze terecht kunnen voor goedkope, gezonde broodjes, een maaltijd, acute nachtopvang of waar ze worden ondersteund in begeleid wonen. Op vijf jaar tijd is het aantal mensen dat een beroep doet op het centrum van 60 naar 700 personen per week gegaan. Om een antwoord te geven op deze vraag breidt Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor na 25 jaar uit. Sinds 1 december 2011 bouwt het huis haar acute nachtopvang verder uit tot zeven dagen op zeven. Daardoor kan men er tijdens de winter (van 1 december tot 15 maart) 22 personen dagelijks een bed geven. “De samenwerking met CAW Artevelde en Visserij, stad Gent, het OCMW Gent, de locale politie en het wijkgezondheidcentrum de Kaai ervaren wij als echt vruchtbaar. Wij zijn ervan overtuigd dat in Gent een waardig systeem aanwezig is om dak- en thuislozen te ondersteunen. Als Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor zijn wij hier graag partner in”, vertelt coördinator Werner Van de Weghe. Om 25 jaar Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor te vieren, waren er in het weekend van 26 en 27 november 2011 opendeurdagen. Op zaterdag was er ook een officieel moment gepland met toespraken van René Stockman, Generale Overste van de Broeders van Liefde, Broeder Godfried Bekaert en coördinator Werner Van de Weghe. Meer info: Werner Van de Weghe, Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor, tel. 0473/75.67.04,
[email protected].
5
In de pers
N GENT GEBONDEN
HELE BUSLADINGEN TEGELIJK WORDEN
‘De Kruisdraging’ van Jeroen Bosch. ©if
eent geen
N BOSCH uit
or Schone ek een Neoeksteam mde schilBosch te van het in n die wer-
andse stad verjaardag oom leeft er i - om een tstentoonzoveel mo-
bezit twee e Kruisdraonymus. Ze eeuw door Museum ge-
tleider van nd Conserde viering een onderen. Wij reidie een van osch-schilen. Met de ogie kunonderzoek n jaar gele-
WOENSDAG 24 NOVEMBER 2010
Roma staan voor 50 euro in Gent Gent krijgt de toestroom van Roma niet onder controle. ‘We krijgen meldingen van hele busladingen mensen die uit Slowakije hier aankomen, afstappen en verdwijnen in de stad’, zegt burgemeester Daniël Termont. TOM DAMS GENT
den. Met infraroodcamera’s en macrofotografie kunnen we zien hoe het paneel er onder de olieverf en vernislagen uitziet. De werken van Bosch kwamen tot stand in een familie-atelier. We hopen meer te weten te komen over wie wat heeft gedaan. Wij weten dat het onmogelijk is alle Bosch-werken naar Den Bosch te halen, maar wij hopen wel een mooie tentoonstelling over en rond Bosch te kunnen maken.’ Robert Hoozee, de directeur van het MSK, zegt dat die werken nog nooit werden uitgeleend. ‘Het is ons al gevraagd, maar we kunnen dat niet doen. Let wel, uit Den Bosch is nog geen vraag gekomen. Die schilderijen behoren tot de kern van onze vaste collectie. In de Michelingids staat dat je Bosch in zaal 2 vindt. We kunnen het niet maken die bezoekers te ontgoochelen. Dit patrimonium overstijgt de nationale grenzen. Ook in Londen en Madrid zullen ze geen Bosch uitlenen. Zelfs in Boymans-Van Beuningen in Rotterdam niet. Het transport van de onschatbaar dure en kwetsbare houten panelen is veel te riskant. Elke vrachtwagen op de weg is een risico. Dat neem je niet met zulke zeldzame werken.’ (KVK)
Bijna iedere dag - behalve donderdag en zaterdag - rijdt Eurolines met bussen tussen Gent en Kosice in Slowakije, de thuisstad van heel wat Roma die naar Gent komen in de hoop op een beter bestaan. En daarnaast zijn er ook kleinere Oost-Europese privébedrijfjes die bustransporten organiseren tussen Slowakije en Gent. ‘De prijzen worden ook almaar goedkoper’, zegt Daniël Termont. ‘Waar het tot voor een paar maanden 100 euro kostte om naar hier te komen, moeten de busreizigers nu nog maar 50 euro betalen.’ Nieuw beleid De gevolgen zijn er ook naar: de instroom van Oost-Europeanen - voor een groot deel Roma uit Slowakije - blijft aanhouden. Volkomen wettelijk, benadrukt Termont. Want de Roma die op die bussen naar Gent komen, zijn géén asielzoekers. ‘Het gaat niet om verstekelingen zonder papieren die, verstopt in een of andere container, het land in worden gesmokkeld. Het zijn Europese burgers, die perfect het recht hebben om naar hier te komen.’ Dat recht betekent nu echter dat
s roven 9.000 euro poort Bowling
Uit: Het Nieuwsblad, 24 november 2010
de stad Gent te maken krijgt met méér Oost-Europese nieuwkomers dan ze aan kan, zei Termont tijdens de gemeenteraad. ‘Zelfs al willen we een gastvrije en solidaire stad zijn, als het gaat over de opvang van Oost-Europeanen is Gent vol. We kunnen niet nog méér Roma opvangen dan we nu al doen.’ Daarom heeft de stad een nieuw beleid uitgestippeld, om de toevloed van nieuwe EU-burgers voor een groot deel Roma - een halt toe te roepen. Zo moet het onder meer moeilijker worden om huizen te kraken of om zich met verschillende families te do-
WE KUNNEN TOCH GEEN STADSPOORTEN BOUWEN OM HEN TEGEN TE HOUDEN...
’’
Burgemeester Termont
miciliëren in bouwvallige panden. Daarnaast wil de stad de grijze en criminele circuits aanpakken die zich rond de migratiegolf hebben ontwikkeld. ‘Er is sprake van georganiseerde bedelarij, van prostitutie... Dat zijn
Werner Van de Weghe: ‘Een bed en wat brood geven, daar help je niemand mee.’ ©fvv
praktijken waar we tegen moeten optreden.’ Maar intussen blijft de stroom mensen aanhouden, weet ook Werner Van de Weghe van Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor, waar onder meer daklozen worden opgevangen. ‘Vorige week nog heb ik zelf twee bussen en een grote bestelwagen tegelijk zien aankomen in de buurt van Huize Triest, aan de Nieuwevaart, en er een hele groep Roma zien afstappen. Waar die mensen daarna gebleven zijn? Bij ons zit alles vol, we kunnen niet méér doen dan we nu al doen. Vroeger kwamen er hier 60 daklozen per week over de vloer, nu zijn het er 650. Als wij daklozen opvangen
Zware straffen voor skimmers Gentse Feesten
aan het overzetten waren. minuten werk hebben gehad selaar open en haalden er het GENT In een uitgebreid vonnis legde voor ze die deur konden force- geld uit. Ze poogden ook een sioort Bow- ren’, zegt Sammy Van De Steene, garettenautomaat open te bre- Drie Bulgaren zijn door de rechter Bloch de rollen van de
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
7
AAN GENT GEBON
WOENSDAG 24 NOVEMBER 2010
GEDROPT IN DE STAD
DE PIN
Vanda Polder
Een nach merkte gi kenden in ning Bou Fabiolala hoogte va hadden g de voertu lopen. Vo nen ware de wielen gens geleg rasters in weg ware Wie voor woordelij niet achte alle deks weer teru
GENT
Inbraa
Bijna dagelijks rijdt Eurolines met bussen tussen Gent en Kosice in Slowakije, de thuisstad van heel wat Roma. © fvv
en helpen, doen we dat bovendien vanuit hun waardigheid. Gewoon een bed geven en wat brood, daar help je niemand mee. We proberen mensen echt te begeleiden.’ Van de Weghe merkt dat de instroom van Roma allesbehalve afneemt. ‘En wat me ook opvalt, is dat het minder sterke mensen zijn dan pakweg vijf jaar geleden. Het is een stuk moeilijker om hen te integreren en hier kansen te geven in de maatschappij.’ Toch pleit Van de Weghe er niet voor om een absolute stop te zetten op de instroom van Roma, zegt hij. ‘Dat is om te beginnen niet realistisch en bovendien begrijp ik maar al te goed waarom die mensen ginds op de bus stappen: het is voor hen een kwestie van overleven.’
Dat de Roma in Slowakije worden vervolgd, is immers geen geheim. Daarom wil burgemeester Termont ook dat Europa ingrijpt. ‘Vanuit de Europese Commissie krijgen wij te horen dat ze
niks kunnen doen, want dat er vrij verkeer is van personen. Maar dat klopt niet. Europa kan die landen die Roma discrimineren, hun geld afpakken. Geld dat dan naar steden als Gent kan
Bij een a werpsest kers op z gen aan d geldsom. ongemoe
vloeien, om de opvang beter te or- GENT ganiseren. Want iemand zal toch iets moeten doen. En Gent kan Gaske het niet alleen. Of wat moeten we doen? Opnieuw stadspoorten op- Uit een trekken?’ mentsgeb bleken g wandket
‘Groot hart doet meer kwaad dan goed’ Gentenaars die op eigen houtje Roma willen helpen, doen meestal meer kwaad dan goed, zegt burgemeester Termont. ‘Particuliere mensen die Roma helpen om een huis te huren en hen voedselpakketten bezorgen, die zorgen voor een verkeerd signaal. Want binnen de kortste keren komen er dan andere families en kennissen over en wordt het probleem alleen
Meer Gents nieuws op www.gentenaar.be
maar groter. Bovendien houdt dat soort hulp het systeem alleen maar in stand. Pas op: ik begrijp die Gentenaars. Als ik mensen in miserie zie leven, dan bloedt mijn hart ook. Maar die manier van helpen maakt de toestroom alleen maar groter en het probleem dus ook.’ Werner Van de Weghe van Huize Triest is het met die analyse eens. ‘Wij werken met des-
kundige vrijwilligers, met mensen die weten waar ze naartoe willen. Door mensen alleen maar een bed te geven op een zolderkamertje en af en toe een brood, help je hen niet echt. Goedmenende particulieren die los van organisaties werken, brengen op termijn zichzelf én de mensen die ze proberen te steunen in de problemen.’ (TOD)
SINT-M
Gemee aangep
Om de ge huis bete deze afge aluminiu het kleur om 120 lop taal geraa euro (zon
Omstreden kinderfuif komt na
valshoeken genoeg dus voor een wervelend muziekfestival. Het volledige GENT programma leest u op www.gentenaar.be. Op 29 december heeft nu ook in Gent een party voor 12- tot
cember is er een Fris-fuif in de Gentse Culture Club, de hippe en roemruchte danstempel waar op normale avonden nie-
aan de or men met Er wordt sap en w
In de pers
elberen Daklozen zijn geen knuff
OZENOPVANG? : HOE EERLIJK IS DAKL
SOLIDAIR OF MEDIAGEIL
) achter de rug. en de daklozenhype (bijna nd bra ver is m oo stb ker gedeeld, de gen bij de solidariteitsGENT - De pakjes zijn uit van Liefde, stelt zich vra rs de oe Br de n va lid ngeloten -aandacht. Heeft een t gewoon voor de media Werner Van de Weghe, aa he en do ers en ldo we . ‘Sommige golf van de jongste weken particulieren t in de krant te komen?’ nie om ht dagen warmte vinden bij ijs arme nog het rec ze de s en tijd zen klo . Volgens Werner hoeveel da erd om in cijfers te gieten Niemand kan inschatten ipp rsn ve en ef lsi pu im is te nemen meer gebeurt te er om een dakloze in hu thuis. Die opvangvorm mi pre de n va p roe op l vast dat de Van de Weghe staat we daan. ge eft he kwaad dan goed lek voor vluchtelinapshuis Tabor, een rustp ch ns ee em t-G ies Tr ize wonen’ kunnen 23 Gentse Hu In het project ‘begeleid Van de Weghe leidt het at. sta be nia cen de ee ize Triest-Gemeenmeer dan tw mogelijkheden biedt Hu gen en daklozen dat al he uc do en is thu ee al en aan. Bij dit weer een socia fde, zestien ‘acute’ bedd personen terecht. Naast Lie n va rs de oe Br de n tiatief va schapshuis Tabor, een ini g overvol. da na g da zitten de kamers straat een dakloze ed idee dat de man in de go en ge h toc u ns lge k is het vo Ondanks dat plaatsgebre opvangt. verdienen goed rden, want onze kinderen wo rg iru ch of t ach rkr g geen lee or daklozen kan en n ons prutsen. Maar vo ‘Lowieke uit de straat ma aa n ge mo a lom dip n ee kloze in huis haalt, nsen met eid. Wie nu plots een da onderwijs en alleen me igh nd sku de de t ach ge zorgen, on mag blijkbaar iedereen en rekenen.’ op media-aandacht kunn hij t da er weet bijna zek om hun armoede te iten één ding: het recht bu er, me ts nie na bij hebben blematiek. Zelfs de eld van de daklozenpro ‘Die mensen in armoede be erd rke ve l aa tot n ee era›s zeggen dat hij daardoor verbergen. Er ontstaat en geleefd voor de cam bb he te t aa str op en vangcentrum te zal na jar straat blijft dan in een op sterkste persoonlijkheid op n de en vri n zij bij r t hij lieve ze zijn net diep bet niet erg vinden. Maar ervoor heeft gekozen, da he ze t da je nk de t, zie beelden moeten slapen. Als je die .› tie ua sit n hu schaamd over ngvoorstellen weitalloze particuliere opva n ke we n pe elo afg de as moest zijn. Moeten jullie veel De hulporganisatie Carit klozen te groot zouden da de en ers en ldo we voor de geren, omdat de risico›s overschotteleurstellen? op r me ka n mensen met ee
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
en. Mijn gsm staat daklozen willen opvang die n ne rso pe n va n ne l voedselpakketten efoons bin gezin, dan hebben ze we n ‹Ik krijg dagelijks vijf tel ee or vo en op t nie r ndsspeelgoed. ze hun zolde n bus vol met tweedeha ee nauwelijks stil. Stellen r hie b he ik er, rn We zulke voorstellen. De nog: “Hallo, rden. We zijn niks met samengesteld. Onlangs oo tw an op f tie ga ne ik Daar moet Voor die arme sukkels., toeristische attractie.› vloer komen, zijn geen de er ov r daklozen die hie een dakloze man nen. “In Ledeberg heb ik bin r uu elf om nd avo donderdag lijk dat het onmogelijk Ik antwoordde vriende ‹De laatste telefoon liep ?, len ha op an ga t nie belt: “Ik ben veren jullie die er opnieuw die dame die lat en vrouw gezien, kunn el ve et Ni l. vo mp sta iszakken over straat vang zat al n die hier met drie vuiln was, want onze acute op ma die n aa en do n ete delt dat hij of zij lie iets mo sjaal en zakken rondwan pleegster en vind dat jul ile vu n ee t me d an iem niet omdat loopt., Maar het is toch › is? os automatisch daklo goeie structurele ar er is een gebrek aan ma , zen klo da or vo en zijn goed bedoeld, inspanning n er uit solidariteit en ze ‹De stad Gent doet veel me ko t aa str de in n ma en van de opvang. Die kleine prikk nsen.› aan de situatie van de me g ini we maar veranderen Hebt u dan liever dat ze
jullie met rust laten?
ns wil binnenkikomt droppen en hier ee dij kle n ke zak ig int tw ar iets mee is?, Of ze t iemand die rgens een kindje die da ‹Ik heb het moeilijk me ne r hie Zit je. alt sja n ee ligt er nog mag uitlepelen.› jken: “Oh, in mijn auto willen zelf kiezen wie ze en t ur gh yo s tje po ee tw komen toe met t toch goed.
Die mensen bedoelen he
ariteit. Heel wat nuit een gevoel van solid va rt, ha ed go n hu it nu en 193 mensen zich ren ons va eie week geleden meldd ‹Natuurlijk, ze contacte go n Ee . ng va top ch na februari, kom eens n bij onze contact op in januari of vrijwilligers willen helpe uw nie op m ee “N d: zeg n. Ik heb ge n benieuwd hoeveel er nter meedraaien,. Ik be aan om te komen helpe wi e nd lge vo je n ka n misschie langs om te proberen en n.› me zullen terugko ener spelen. Vrijwilen kan zomaar hulpverl ere ied t nie ar ma , sse bij ons samen.› de intere ‹Wij zijn dankbaar voor e en deskundigheid gaan ati pir Ins id. he dig fda iver om lie ligerswerk gaat niet zu bt een deskundige leger professionals. Je he n ee ast na n we du el best mee op. Dakn een rolsto trokken raakt, hou je er ‹Het is geen kwestie va be l ee on oti em te je t moment da vorming nodig. Op het eren.› elb uff kn lozen zijn geen Nikolas Vanhecke
Uit: De Standaard, 9 januari 2010
9
EIGENZINNIGE VERHALEN MENSEN EN IDEEËN
39 ‘Over honderd jaar werken we
ekend In de pers
40 Walvissen vangen
LAURA CARSTENSEN
tot ons tachtigste’
ZATERDAG 4 FEBRUARI 2012
43 Feesten met Claude
IN BEELD
ANIMA ETERNA
in Alaska
Debussy
Arm Vlaanderen Apart
Terwijl alle schijnwerpers gericht zijn op verkleumde asielzoekers in de straten van 37Brussel, botsen in Vlaanderen steeds meer DAK- EN THUISLOZEN op een muur van onverschilligheid. De rauwe armoede neemt toe. Het onbegrip eveneens.39 Onze verontwaardiging is gefragmenteerd, 40 Walvissen 43 Feestenpervers en soms zelfs nefast. ‘Over honderd weekend EIGENZINNIGE VERHALEN MENSEN EN IDEEËN
DE TIJD | ZATERDAG 4 FEBRUARI 2012
INE RENSON
Z
es dagen oud was het kind. Het sliep deze week met zijn moeder in een stapelbed in de acute nachtopvang van het Gentse Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. Van de kraamkliniek recht naar het daklozentehuis. Geen dak, geen roze wolk, geen vooruitzichten. ‘Begin zo maar eens je leven’, opper ik. Werner Van de Weghe, de coördinator van het dak- en thuislozenhuis van de Broeders van Liefde kijkt me onderzoekend aan. Alsof hij wil peilen of mijn verontwaardiging echt is. Eerder had ik aan de telefoon al zijn aarzeling gevoeld. Eigenlijk wilde hij geen journalisten meer binnenlaten. Hij zegt het niet, maar je hoort hem denken: die aasgieren van de media die enkel neerstrijken als het kwik
onder nul zakt. Net nog belde een televisiejournalist met de vraag waar hij mensen kon gaan filmen die niet binnen geraakt waren in de noodopvang en bij -10 op straat zouden moeten slapen. Hij heeft gelijk. Zo cynisch is het geworden. De asiel- en opvangcrisis was al wekenlang aangekondigd. Bij elk verwijt aan het adres van de nieuwe staatssecretaris Maggy De Block (Open VLD) ging het vingertje verwijtend in de lucht. Straks zou het gaan vriezen. En dan zou de staatssecretaris onder druk van de mediamachine wel in actie móéten schieten. We konden zo voorspellen dat het reportages zou regenen in Brusselse kazernes waar asielzoekers in allerijl naartoe zouden worden gevoerd. Dat de onmenselijkheid van ons asielbeleid zou worden gehekeld in nieuwsuitzendingen en al dan niet open brieven van hooggeplaatste ambtenaren. Maar dan zou het te laat zijn. Zoals steeds. Alsof het ooit te vroeg is. Terwijl de
LAURA CARSTENSEN
IN BEELD
ANIMA ETERNA
jaar werken we tot ons tachtigste’
vangen in Alaska
met Claude Debussy
volgspot op ‘mediagenieke’ asielzoekers in de straten van Brussel is gericht en de bevoegde staatssecretaris moeizaam door het voor haar uitgestrooide mijnenveld laveert, zitten de opvangcentra voor dak- en thuislozen in Vlaanderen vol. Enkele maanden geleden was het ook al dringen in de sociale eethuizen en de acute nachtopvang. Daar schuilt een rauwe realiteit van diepe armoede, die woekert tot in de diepste vezels van onze samenleving. In het welvarende Vlaanderen neemt de armoede toe. Niet alleen bij allochtonen, maar ook en vooral bij mensen van Vlaamse origine. Mensen die door een opeenstapeling van tegenslagen in de onderlaag van de maatschap-
pij beland zijn. Generatiearmen, maar ook steeds meer nieuwe. De cijfers zijn niet om vrolijk van te worden. Als u met zeven mensen op de bus zit, is daar één persoon bij die onder de armoedegrens leeft. Alleen zult u het aan zijn uiterlijk wellicht niet merken. Armoede is een grotendeels verborgen
Het is erger dakloos te zijn in augustus dan in februari. Want dan is niemand nog geïnteresseerd.
fenomeen in Vlaanderen. En daardoor geweldig onderschat. Het is structureel en mensonterend en overstijgt de problematiek van dakloos zijn als het de stenen uit de grond vriest. ‘Het is erger dakloos te zijn in augustus dan in februari’, gooit Van de Weghe me provocerend voor de voeten. ‘Want dan is niemand nog geïnteresseerd.’ Ik slik en besef dat ik er zelf ook ben ingelopen. De coördinator van Huize Triest is moe, zegt hij. Zeven dagen op zeven is hij stand-by. Dag en nacht. Twee nachten per week slaapt hij zelf in het daklozentehuis, samen met twee of drie vrijwilligers. Hij heeft in principe 22 bedden beschikbaar voor acute nachtopvang, maar door te spelen met de kamerverdeling kan hij tot 28 mensen te slapen leggen. Deze nacht zullen het er 28 zijn. Behalve het privé-initiatief van de Broeders van Liefde zijn er in Gent nog 65 bedden beschikbaar in de acute nachtopvang van het Centrum voor Algemeen Welzijns-
werk (CAW). Wie een pla opvang wil bemachtige 11 en 16.30 uur reservere 0800-nummer. De stad G daklozen dan over de tw Het is 12 uur ’s middags, zitten vol. TRANENDAL
Ik schuif aan voor het Huize Triest. In het socia nen eenzamen en daklo maaltijd krijgen voor 2 e boterhammen voor 1 eu 16 uur kunnen ze er douc ken of een pannenkoek eetzaal zit tjokvol. Dageli zo’n 120 warme maaltijde hampakketten uitgedeeld men elke dag. Er zitten opvallend veel jonge gezi
Arm Vlaanderen WERNER VAN DE WEGHE, coördinator Huize Triest
LEES VERDER PAGINA 38
Terwijl alle schijnwerpers gericht zijn op verkleumde asielzoekers in de straten van Brussel, botsen in Vlaanderen steeds meer DAK- EN THUISLOZEN op een muur van onverschilligheid. De rauwe armoede neemt toe. Het onbegrip eveneens. Onze verontwaardiging is gefragmenteerd, pervers en soms zelfs nefast. © JEF BOES
Arm Vlaanderen
onder nul zakt. Net nog belde een televi- volgspot op ‘mediagenieke’ asielzoekers pij beland zijn. Generatiearmen, maar siejournalist met de vraag waar hij men- in de straten van Brussel is gericht en de ook steeds meer nieuwe. sen kon gaan filmen die niet binnen ge- bevoegde staatssecretaris moeizaam De cijfers zijn niet om vrolijk van te es dagen oud was het raakt waren in de noodopvang en bij door het voor haar uitgestrooide mijnen- worden. Als u met zeven mensen op de kind. Het sliep deze -10 op straat zouden moeten slapen. veld laveert, zitten de opvangcentra voor bus zit, is daar één persoon bij die onder week met zijn moeder Hij heeft gelijk. Zo cynisch is het ge- dak- en thuislozen in Vlaanderen vol. En- de armoedegrens leeft. Alleen zult u het in een stapelbed in de worden. De asiel- en opvangcrisis was al kele maanden geleden was het ook al aan zijn uiterlijk wellicht niet merken. Terwijl wekenlang alle schijnwerpers gericht verkleumde asielzoekers in de straten van Brussel, botsenis een grotendeels verborgen acute nachtopvang dringen in de sociale eethuizen en de aangekondigd. Bijzijn elk op verwijt Armoede van het Gentse Huize acuteop een nachtopvang. aan het adres de nieuwe staatssecrein Vlaanderen steedsvan meer DAK- EN THUISLOZEN muur van onverschilligheid. De rauwe armoede Triest - Gemeenschapshuis Tabor.neemt Van toe. rauwe tarisHet Maggy De Block (Open Onze VLD) verontwaardiging ging Daar schuiltiseen onbegrip eveneens. gefragmenteerd, pervers en soms zelfs nefast. de kraamkliniek recht naar het daklozen- het vingertje verwijtend in de lucht. realiteit van diepe artehuis. Geen dak, geen roze wolk, geen Straks zou het gaan vriezen. En dan zou moede, die woekert tot INE RENSON onder nul zakt. Net nog belde een televi- volgspot op ‘mediagenieke’ asielzoekers pij beland zijn. Generatiearmen, maar fenomeen in Vlaanderen. En daardoor werk (CAW). Wie een plaats in de noodvooruitzichten. de isdiepste van de staatssecretaris druk siejournalist metonder de vraag waar hij men-van ook steeds meer nieuwe. geweldig onderschat. Het is structureel opvang wil bemachtigen, moet tussen in de de straten vanin Brussel gericht en devezels sen kon gaan filmen die niet binnen ge- bevoegde staatssecretaris moeizaam De cijfers zijn niet om vrolijk van te en mensonterend en overstijgt de proble- 11 en 16.30 uur reserveren via een gratis ‘Begin zo maar eens je leven’, opper ik. esmediamachine onze samenleving. In actie móéten dagen oud was het raakt wel door het voor haar uitgestrooide mijnen- worden. Als waren in in de noodopvang en bij schieu met zeven mensen op de matiek van dakloos zijn als het de stenen 0800-nummer. De stad Gent verdeelt de kind. Het sliep deze -10 op straat zouden moeten slapen. veld laveert, zitten de opvangcentra voor bus zit, is daar één persoon bij die onder uit de grond vriest. ‘Het is erger dakloos daklozen dan over de twee instellingen. Werner Van de Weghe, de coördinator week het welvarende Vlaanten. We konden zo voorspellen dat het met zijn moeder Hij heeft gelijk. Zo cynisch is het ge- dak- en thuislozen in Vlaanderen vol. En- de armoedegrens leeft. Alleen zult u het te zijn in augustus dan in februari’, gooit Het is 12 uur ’s middags, en alle bedden in reportages een stapelbed in de zou maanden deren geleden was het ook alde worden. De asiel- en opvangcrisis was al kelekaaan zijn uiterlijk wellicht niet merken. Van de Weghe me provocerend voor de zitten vol. van het dak- en thuislozenhuis van de acute neemt armoeregenen in Brusselse nachtopvang wekenlang aangekondigd. Bij elk verwijt dringen in de sociale eethuizen en de Armoede is een grotendeels verborgen voeten. ‘Want dan is niemand nog geïnvan het Gentse Huize acute nachtopvang. het adres van de nieuwe teresseerd.’ Ik slik en besef dat ik er zelf Broeders van Liefde kijkt me onderzoede toe. Niet alleen bij zernes waaraan asielzoekers instaatssecreallerijl naarTRANENDAL Triest - Gemeenschapshuis Tabor. Van taris Maggy De Block (Open VLD) ging Daar schuilt een rauwe ook ben ingelopen. Ik schuif aan voor het middagmaal in de kraamkliniek rechttoe naar het daklozen- worden realiteit van diepe arhet vingertje verwijtend in deDat lucht. de De coördinator van Huize Triest is kend aan. Alsof hij wil peilen of mijn verallochtonen, maar ook zouden gevoerd. ontehuis. Geen dak, geen roze wolk, geen Straks zou het gaan vriezen. En dan zou moede, die woekert tot moe, zegt hij. Zeven dagen op zeven is hij Huize Triest. In het sociaal eethuis kunis erger dakloos vooruitzichten. diepste vezels de staatssecretaris druk van de in de stand-by. Dag en nacht. Twee nachten nen eenzamen en daklozen een warme ontwaardiging echt is. Eerder had ik aan menselijkheid envanvooral bij Het mensen van onsonder asielbeleid zou ‘Begin zo maar eens je leven’, opper ik. mediamachine wel in actie móéten schie- onze samenleving. In per week slaapt hij zelf in het daklozen- maaltijd krijgen voor 2 euro of belegde zijn in augustus de telefoon al zijn aarzeling gevoeld. Ei-de Weghe, origine. worden gehekeld in nieuwsuitzendingen Werner Van de coördinator Vlaan- Vlaamse te ten. We konden zo voorspellen dat het het welvarendevan tehuis, samen met twee of drie vrijwilli- boterhammen voor 1 euro. Tussen 9 en van het dak- en thuislozenhuis van de reportages zou regenen in Brusselse ka- deren neemt de armoegers. Hij heeft in principe 22 bedden be- 16 uur kunnen ze er douchen, koffie drindan ineen februari. genlijk wilde hij geen journalisten meer Mensen die door alonderzoedan niet brieven Broeders van Liefde en kijkt me de toe. Niet alleen bij zernesopen waar asielzoekers in allerijlvan naar- hoogschikbaar voor acute nachtopvang, maar ken of een pannenkoek eten. De kleine aan. Alsof hij wil peilen of mijn ver- toe zouden worden gevoerd. Dat de on- allochtonen, maar ook door te spelen met de kamerverdeling eetzaal zit tjokvol. Dagelijks worden hier dan is niemand kan binnenlaten. Hij zegt het niet, kend maar jeecht is.geplaatste opeenstapelingWant van teMaar dan het bij mensen zo’n 120 warme maaltijden en 160 boterontwaardiging Eerder had ik aan ambtenaren. en vooral menselijkheid van ons asielbeleid zouzou hij tot 28 mensen te slapen leggen. telefoon al zijn aarzeling gevoeld. Ei- worden gehekeld in nieuwsuitzendingen van Vlaamse origine. Deze nacht zullen het er 28 zijn. Be- hampakketten uitgedeeld. Sommigen konog geïnteresseerd. hoort hem denken: die aasgierende van de genslagen in de onderte laat zijn. Zoals steeds. WERNER VAN DE WEGHE, Huize Triest men coördinator elke dag. Er zitten ouderen, maar genlijk wilde hij geen journalisten meer en al dan niet open brieven van hoog- Mensen die door een halve het privé-initiatief van de Broeders binnenlaten. niet, maarhet je geplaatste van te- van de maatschapMaaris. dan zou het opeenstapeling van Liefde zijn er in Gent nog 65 bedden opvallend veel jonge gezinnen. media die enkel neerstrijken als het kwikHij zegt het Alsof ooit ambtenaren. te vroeg Terwijl de laag hoort hem denken: die aasgieren van de te laat zijn. Zoals steeds. genslagen in de onderbeschikbaar in de acute nachtopvang van WERNER VAN DE WEGHE, coördinator Huize Triest
fenomeen in Vlaanderen. En daardoor © JEF BOES geweldig onderschat. Het is structureel en mensonterend en overstijgt de problematiek van dakloos zijn als het de stenen uit de grond vriest. ‘Het is erger dakloos te zijn in augustus dan in februari’, gooit Van de Weghe me provocerend voor de voeten. ‘Want dan is niemand nog geïnteresseerd.’ Ik slik en besef dat ik er zelf ook ben ingelopen. De coördinator van Huize Triest is moe, zegt hij. Zeven dagen op zeven is hij stand-by. Dag en nacht. Twee nachten per week slaapt hij zelf in het daklozentehuis, samen met twee of drie vrijwilligers. Hij heeft in principe 22 bedden beschikbaar voor acute nachtopvang, maar door te spelen met de kamerverdeling kan hij tot 28 mensen te slapen leggen. Deze nacht zullen het er 28 zijn. Behalve het privé-initiatief van de Broeders van Liefde zijn er in Gent nog 65 bedden beschikbaar in de acute nachtopvang van het Centrum voor Algemeen Welzijns-
fenomeen in Vlaanderen. En daardoor geweldig onderschat. Het is structureel en mensonterend en overstijgt de problematiek van dakloos zijn als het de stenen uit de grond vriest. ‘Het is erger dakloos te zijn in augustus dan in februari’, gooit Van de Weghe me provocerend voor de voeten. ‘Want dan is niemand nog geïnteresseerd.’ Ik slik en besef dat ik er zelf ook ben ingelopen. De coördinator van Huize Triest is moe, zegt hij. Zeven dagen op zeven is hij stand-by. Dag en nacht. Twee nachten per week slaapt hij zelf in het daklozentehuis, samen met twee of drie vrijwilligers. Hij heeft in principe 22 bedden beschikbaar voor acute nachtopvang, maar door te spelen met de kamerverdeling kan hij tot 28 mensen te slapen leggen. Deze nacht zullen het er 28 zijn. Behalve het privé-initiatief van de Broeders van Liefde zijn er in Gent nog 65 bedden beschikbaar in de acute nachtopvang van het Centrum voor Algemeen Welzijns-
werk (CAW). Wie een plaats in de noodopvang wil bemachtigen, moet tussen 11 en 16.30 uur reserveren via een gratis 0800-nummer. De stad Gent verdeelt de daklozen dan over de twee instellingen. Het is 12 uur ’s middags, en alle bedden zitten vol.
INE RENSON
Z Arm Vlaanderen
Het is erger dakloos te zijn in augustus dan in februari. Want dan is niemand alle schijnwerpers gericht zijn op verkleumde asielzoekers in de straten van Brussel, botsen nog geïnteresseerd. deren steeds meer DAK- EN THUISLOZEN op een muur van onverschilligheid. De rauwe armoede oe. Het onbegrip eveneens. Onze verontwaardiging is gefragmenteerd, pervers en soms zelfs nefast.
agen oud was het d. Het sliep deze k met zijn moeder en stapelbed in de e nachtopvang het Gentse Huize shuis Tabor. Van naar het daklozenn roze wolk, geen
je leven’, opper ik. e, de coördinator ozenhuis van de jkt me onderzoeeilen of mijn verEerder had ik aan eling gevoeld. Eiournalisten meer het niet, maar je aasgieren van de ijken als het kwik
Z
media die enkel neerstrijken als het kwik
onder nul zakt. Net nog belde een televisiejournalist met de vraag waar hij mensen kon gaan filmen die niet binnen geraakt waren in de noodopvang en bij -10 op straat zouden moeten slapen. Hij heeft gelijk. Zo cynisch is het geworden. De asiel- en opvangcrisis was al wekenlang aangekondigd. Bij elk verwijt aan het adres van de nieuwe staatssecretaris Maggy De Block (Open VLD) ging het vingertje verwijtend in de lucht. Straks zou het gaan vriezen. En dan zou de staatssecretaris onder druk van de mediamachine wel in actie móéten schieten. We konden zo voorspellen dat het reportages zou regenen in Brusselse kazernes waar asielzoekers in allerijl naartoe zouden worden gevoerd. Dat de onmenselijkheid van ons asielbeleid zou worden gehekeld in nieuwsuitzendingen en al dan niet open brieven van hooggeplaatste ambtenaren. Maar dan zou het te laat zijn. Zoals steeds. Alsof het ooit te vroeg is. Terwijl de
Alsof het ooit te vroeg is. Terwijl de
laag van de maatschap-
volgspot op ‘mediagenieke’ asielzoekers in de straten van Brussel is gericht en de bevoegde staatssecretaris moeizaam door het voor haar uitgestrooide mijnenveld laveert, zitten de opvangcentra voor dak- en thuislozen in Vlaanderen vol. Enkele maanden geleden was het ook al dringen in de sociale eethuizen en de acute nachtopvang. Daar schuilt een rauwe realiteit van diepe armoede, die woekert tot in de diepste vezels van onze samenleving. In het welvarende Vlaanderen neemt de armoede toe. Niet alleen bij allochtonen, maar ook en vooral bij mensen van Vlaamse origine. Mensen die door een opeenstapeling van tegenslagen in de onderlaag van de maatschap-
het Centrum voor Algemeen Welzijns-
pij beland zijn. Generatiearmen, maar ook steeds meer nieuwe. De cijfers zijn niet om vrolijk van te worden. Als u met zeven mensen op de bus zit, is daar één persoon bij die onder de armoedegrens leeft. Alleen zult u het aan zijn uiterlijk wellicht niet merken. Armoede is een grotendeels verborgen
Het is erger dakloos te zijn in augustus dan in februari. Want dan is niemand nog geïnteresseerd. WERNER VAN DE WEGHE, coördinator Huize Triest
LEES VERDER PAGINA 38
TRANENDAL
Ik schuif aan voor het middagmaal in Huize Triest. In het sociaal eethuis kunnen eenzamen en daklozen een warme maaltijd krijgen voor 2 euro of belegde boterhammen voor 1 euro. Tussen 9 en 16 uur kunnen ze er douchen, koffie drinken of een pannenkoek eten. De kleine eetzaal zit tjokvol. Dagelijks worden hier zo’n 120 warme maaltijden en 160 boterhampakketten uitgedeeld. Sommigen komen elke dag. Er zitten ouderen, maar opvallend veel jonge gezinnen. LEES VERDER PAGINA 38
werk (CAW). Wie opvang wil bema 11 en 16.30 uur res 0800-nummer. De daklozen dan over Het is 12 uur ’s mi zitten vol.
TRANENDAL
Ik schuif aan vo Huize Triest. In he nen eenzamen en maaltijd krijgen v boterhammen vo 16 uur kunnen ze e ken of een pannen eetzaal zit tjokvol. zo’n 120 warme ma hampakketten uitg men elke dag. Er opvallend veel jon
LEES VERDER PAGIN
e maken over mijn collega op spot en e bij mij geen belik dezelfde avond worden op eigen f. ik mijn laptop met in de zetel kijken . And proud to be. n mens moet toch s mijn zoon móét e week een taakje af, mama.’ Ochemaar vijf. Maar ik
ontspanning, zo’n et einde van een et is alweer een tamijdelijk gaat einpulariteitstest. Nagramma niet als este zangstem van maar wel kijkend zakken te kloppen de charme van het els af nu de ‘blind kel meer op stemop uiterlijk. Welaarder wegen dan v. Wat hadden we er dan een spiegel y, ik wijk af. Terwijl de jury in nsen af te kraken, n de juryleden van eren zich om hun
t af. Gesteld dat ik n te schrijven voor Leuk snoetje, maar n. Zangeres Nataarmend is, en een er heure doen.’) ach? Zachtaardig, n staan, en eerlijke end wordt. Ik twijlex Callier. ‘Nu ga n pupillen zijn adame Koen zien dat
inde van de vorige ar huis moest stuhap van een coach ijn doet als hij een n levensles opgeaar maar niet ach-
K
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Arm Vlaanderen VERVOLG VAN PAGINA 37
‘Vergeet het beeld van de clochard met zijn vuile hond en zijn fles wijn’, had de coördinator op voorhand gezegd. ‘Die mensen vormen maar enkele procenten van de dak- en thuislozen die we hier over de vloer krijgen. Ook de sans-papiers vormen een minderheid. De grootste groep bestaat uit jonge Belgische mannen en vrouwen tussen 18 en 40 jaar. Daarnaast zijn er de gezinnen met heel veel kinderen, vooral uit Oost-Europa. Naast mij zit een Gents koppel met twee jonge kinderen. Het jongetje van drie eet gulzig mee, zijn zusje van één ligt in de buggy te slapen. Hun moeder is zwanger van een derde. Ze leven al twee maanden op straat. ‘We hadden vroeger een huis, maar de vloeren stonden krom van het vocht’, vertelt de jonge vrouw. ‘Daarom zijn we bij mijn schoonmoeder ingetrokken, in haar sociale woning. Maar mijn schoonma is onverwachts overleden. En wij vlogen uit het huis, omdat het niet op onze naam stond. Sindsdien staan we op straat. En op elke wachtlijst voor een sociale woning. Maar dat kan nog maanden duren.’ In een ander leven zou dit een aantrekkelijke vrouw zijn, bedenk ik me. Lange bruine haren, felle donkere ogen. Alleen haar gebit verraadt hoezeer het leven haar al heeft getekend. Haar zoontje van drie staart me met zijn grote blauwe kijkers aan van boven een bord wortelpuree met hamburger. Angel heet hij. Geboren met zijn navelstreng drie keer rond de nek en ei zo na rechtstreeks naar het paradijs gevlogen. Maar als bij wonder gered, om al snel te ontdekken dat het aardse leven een tranendal is. Maar toch: Angel. Angel gaat niet naar school. ‘Waarom niet?’, vraag ik. Zijn moeder kijkt me met haar donkere ogen aan zoals alleen verontwaardigde moeders dat kunnen. ‘Wij kunnen maar om negen uur ’s avonds binnen in de nachtopvang. Die kleine zit pas tegen tienen in bed. Hij is te moe om naar school te gaan. Wij geraken daar nooit op tijd. En als hij te laat is, mag hij niet meer binnen.’ Dus dolen ze met het ventje en zijn zusje rond in de stad. Van het ene sociaal eethuis voor een bord soep naar het andere inloopcentrum voor een kop koffie. Op zoek naar een plek waar ze voor een paar uur de kou en de doelloosheid kunnen verdrijven. Vaak belanden ze in het station. ‘Maar voor zo’n kleine is dat toch geen ideale omgeving om te spelen, hè.’ UITGERANGEERD
De verhalen die me hier deze middag toewaaien, zijn zeer uiteenlopend. Maar telkens tot dezelfde essentie terug te brengen: het gaat over mensen die zo diep in de armoedeval zitten, dat ze er niet meer uit geraken. ‘Multiproblem cases’, zal Alain Slock, de coördinator van het CAW Artevelde, later uitleggen. ‘Uitgehulpverleend’, ook. Zoals Willy, een drank- en drugsverslaafde met een verleden dat zelfs too much zou zijn om te verfilmen, die enkele maanden in een afkickcentrum terecht kon, daar ‘een stoot’ uithaalde (schuldbewuste grijns), en sinds twee weken weer op straat staat. Er zijn ook kleine zelfstandigen die door de crisis failliet zijn gegaan, rekeningen niet meer betaalden, deurwaar-
FOTO’S JEF BOES
ders over de vloer kregen en uiteindelijk uit hun huis werden gezet. Vrouwen op de vlucht voor familiaal geweld. Mensen die het te bont maakten en door hun huisbaas op straat werden gezet. Jongeren die uit de bijzondere jeugdzorg komen, op hun 18de hun middelvinger opstaken naar de hele samenleving en ‘hun eigen plan wel zouden trekken’. Om na drie jaar miserie met hangende pootjes terug te keren naar de hulpverlening en onderaan op de wachtlijst te belanden. Het zijn die vicieuze cirkels ook die spelen. Zonder domicilie is het niet vanzelfsprekend een vaste job te vinden. Wie wel ergens een kans krijgt, houdt het meestal niet lang vol. Als je ’s nachts niet in een deftig bed slaapt, presteer je de volgende dag niet op je werk. Zonder dak boven je hoofd is het ook moeilijk om van de drank en de drugs te blijven. Om niet depressief te worden. ‘De CAW’s in Vlaanderen vangen mensen op die overal uit de boot vallen’, zegt Alain Slock. ‘Mensen die in de reguliere hulpverlening uitgerangeerd zijn. ‘Hopeloze gevallen’ die met niets meer in orde zijn, en waar de psychiatrie en het OCMW zich ook geen raad meer mee weten. Mensen die zo ontheemd leven dat ze geen aansluiting meer vinden bij de samenleving. Waar ten slotte niemand nog naar omkijkt. En dat zijn er, helaas, steeds meer.’ De armoedecijfers in Vlaanderen zijn al enkele jaren stabiel. 14 procent of een op de zeven leeft onder de armoedegrens van 1.040 euro inkomen per maand (voor een alleenstaande). Maar die cijfers geven niet helemaal de onderliggende realiteit mee, geeft Daniëlle Dierckx toe, auteur van het jaarlijkse Armoedejaarboek van de Universiteit Antwerpen. Zij stelt vast dat steeds meer mensen met de armoedegrens flirten. Hulpverleners zien ook de echte dak- en thuislozen (die laatsten wonen bijvoorbeeld in een kraakpand, of in een onleefbaar verklaard huis) toenemen. Officiële cijfers over het aantal daklozen in Vlaanderen bestaan niet. Omdat ze geen inkomen hebben, komen ze vaak niet in de statistieken voor. Dat zegt misschien al genoeg. Het is een categorie die zo miskend is, gebukt gaat onder een verkeerde beeldvorming, die politiek niet interessant is en voor het beleid hopeloos,
dat hun aantal zelfs niet wordt gemeten. De OCMW’s, die ongeveer de helft van de zorg voor dak- en thuislozen op zich nemen via nood- en transitwoningen, hebben geen officieel registratiesysteem. De 25 CAW’s in Vlaanderen en Brussel hebben dat wel. Naast de acute nachtopvang proberen zij vooral op middellange termijn mensen te begeleiden in opvangcentra of doorloophuizen. In 2010 deden zij 8.500 begeleidingen, noodopvang niet meegerekend. Ruim een derde waren vrouwen, een vierde jongeren tussen 18 en 25 jaar. Omdat de CAW’s tegen hun maximumcapaciteit aanzitten, kan je al enkele jaren geen evoluties in de cijfers meer vaststellen. Met de officieuze tellingen van Huize Triest kan je dat wel. Werner Van de
Vlaanderen haalt zijn zolders leeg. Maar ik ben geen directeur van een containerpark. WERNER VAN DE WEGHE, coördinator Huize Triest
Weghe ziet wekelijks 700 tot 750 verschillende mensen in de dag- en nachtopvang, gecorrigeerd op dubbeltellingen. Vijf jaar geleden waren dat er maar vijftig. FRESCO’S EN SMOOTHIES
Wat is er met onze samenleving aan de hand? We worden rijker en welvarender maar tegelijk neemt de diepe armoede toe. De kloof groeit, ook elders in Europa. De aanhoudende crisis speelt zeker een rol, zeggen hulpverleners. Wie zijn baan of zijn zaak verliest en geen reserves heeft opgebouwd, kan snel afglijden. Cruciaal ook: de stijgende huis- en energieprijzen. Wie onder de armoedegrens zit, kan zich geen deftig huis veroorloven op de private woningmarkt. Tegelijk zijn de wachtlijsten voor sociale woningen ellendig lang. Hoe komen we uit dat dilemma? Nog meer sociale woningen bouwen? Of mensen aan een beter inkomen proberen te helpen? Activeren dus? Het lijkt simpel. Maar
dat is het niet. ‘Armoede zit niet in de eerste plaats in de portefeuille, maar in het hoofd’, zegt de coördinator van Huize Triest. ‘Mensen haken af’, beaamt Alain Slock van het Gentse CAW. ‘Ze voldoen niet meer aan de eisen van deze maatschappij, die de lat steeds hoger legt. Sommigen willen zelfs niet meer geholpen worden. Of ze kunnen het gewoon niet aan.’ We zijn het prototype van de welvaartsstaat, maar tegelijk ook een harde samenleving. Wie uit de boot valt ‘heeft het zelf gezocht’. Niemand hoeft op straat te slapen, toch? Ik heb het zelf ook al vaak gedacht. Maar de ellende achter de doffe blikken in het sociaal eethuis zegt iets anders. Soms is er hoop. Maar velen geraken nooit nog uit het moeras. ‘Dit kan toch niet goed zijn hè, voor zo’n kind’, zegt de papa van Angel, terwijl hij naar diens slapende zusje in de buggy kijkt. ‘Dat kind voelt dat toch zeker, al die stress.’ Zelf is hij, sinds het transportbedrijf waar hij werkte failliet ging, niet meer aan de bak geraakt. Ook zijn levensverhaal is een aaneenschakeling van tegenslag en ellende. Ik vraag wat hij zal doen straks, als het hier sluit. Hij haalt de schouders op. ‘Zien we nog wel.’ Een glimlach. Verontschuldigend. ‘Wij leven van dag tot dag. Van uur tot uur, eigenlijk.’ Als die mensen al uit het slop geraken, zal het niet zijn door de barmhartigheid die de plotse vrieskou losweekt. Hoe goedbedoeld ook. ‘Met wilde solidariteit zijn we niets’, zegt Van de Weghe bits, doelend op de stapels kleren, huisraad en (vaak belegen) voedsel die dezer dagen voor zijn deur worden gedropt. ‘Vlaanderen haalt zijn zolders leeg. Maar ik ben geen directeur van een containerpark.’ Van echte armoede hebben we geen snars begrepen. Maar wie bij vriestemperaturen op straat staat, heeft recht op een aalmoes, vinden we. Op de radio hoor ik over een Brussels hotel dat de deuren opengooit voor daklozen en asielzoekers. De eigenares toont enkele mooie kamers. Met fresco’s! Ze troont de verbaasde reporter mee naar de ontbijtzaal, waar ze vertelt dat voor de sukkelaars ‘smoothie shots’ klaar staan. Drie soorten fruitsap. En eieren met spek en worstjes. ‘Het zal voor hen een hele belevenis zijn’, zegt ze verrukt. Met plaatsvervangende schaamte denk ik aan wat de coördinator van Huize Triest maar bleef herhalen. ‘Arme mensen hebben duizend dingen niet. Maar ze hebben wel nog hun menselijke waardigheid.’
Uit: De Tijd, 4 februari 2012
11
Hedendaagse
structuur
Van september tot en met juni bieden wij: 1. Acute nachtopvang op maandag-, dinsdag-, woensdagen donderdagnacht van 21 tot 8.45u, van 1 december tot 15 maart ook op vrijdag-, zaterdag- en zondagnacht. Mogelijkheid tot binnen komen van 21 tot 22u, na 22u deur gesloten.
Intake alleen via noodnummer 0800/62227 vanaf 11u tot 16.30u. 2. Begeleid wonen naar vluchtelingen met en zonder papieren. Permanent open. Alle contacten via 0473/75.67.04,
[email protected]
3. Inloopcentrum van maandag tot en met vrijdag van 9 tot 16u. Telefonisch bereikbaar op 0473/75.67.04,
[email protected] 3.1 Gratis douchemogelijkheid. Breng wel handdoek en shampoo zelf mee.
3.2 Gratis koffie, thee, melk en water voor iedereen.
3.3 Frisdranken aan de automaat (1 euro). 3.4 Mogelijkheid tot middagmaal van 12 tot 13.30u (2 euro voor 12+ en 1 euro voor kinderen van 3 tot 12jaar). 3.5 Mogelijkheid tot spel, tv, pannenkoeken (1 euro), bezinning, plaats om tot rust te komen binnen ons inloopcentrum.
3.6 Broodjespunt voor dak- en thuislozen van 12 tot 16u.
Vier gezonde belegde boterhammen aan 1 euro , groentesoep aan 0.5 euro.
3.7 Kleding op aanvraag op maandag vanaf 14 tot 16u.
3.8 Nederlands voor anderstalige nieuwkomers: enkel op maandag van 10.30 tot 12u (inschrijving verplicht).
3.9 Sociale dienst op woensdag. Telefonisch bereikbaar op 0476/03.15.87–
[email protected]
1. 7.45 tot 8.45u: Voor dak- en thuislozen die van dinsdag op woensdag bij ons overnachten.
2. 10.30 tot 11.30u: Voor dak- en thuislozen en voor onze bewoners uit het begeleid wonen.
3. 14 tot 16u: Voor mensen uit het inloopcentrum en bewoners uit het begeleid wonen. Onze sociale dienst is op woensdag ook toeleider binnen de acute nachtopvang van de stad Gent. 4. Gemeenschapsgebed en - maaltijd: Op vrijdag om 18 tot 20.30u. Telkens op uitnodiging! Telefonisch bereikbaar op 0473/75.67.04 -
[email protected] Tijdens juli en augustus:
1. Begeleid wonen.
2. Kleinschalig mobiel bouwproject in Slowakije, ter ondersteuning van gezinnen ter plekke.
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Doelen
Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor, een thuis voor zij die er één missen, een hedendaags signaal tegen verzuring... In alles wat we ‘doen’, proberen wij er op de eerste plaats te ‘zijn’....
1. Met de mensen die in het sociaal eethuis te gast zijn, de daklozen uit de nachtopvang, de bewoners van ons gemeenschapshuis Tabor, met onze medewerkers en sympathisanten willen we een authentieke leef- en werkgemeenschap uitbouwen. Een echte thuis voor zij die er één missen... 2. We zijn geen winstgevend project en proberen waar het kan in eigen onderhoud te voorzien. We creëren ruimte tot vrijwillig engagement en willen op die manier de verpletterende kracht van de uitsluiting van de arbeidsmarkt trotseren door onze mensen en vrijwilligers te laten participeren binnen Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. 3. Het ondersteunen van onze mensen leert hen op eigen benen staan.
4. De ouders van kinderen uit kansarme gezinnen willen we ondersteunen bij het begeleiden van hun kinderen. 5. Integratie van vluchtelingen binnen de wereld van de kansarmen. We proberen waarlijk een hedendaags signaal tegen verzuring te zijn. 6. Jongeren uit de eerste wereld in contact brengen met onze mensen uit de vierde wereld. We willen tevens jonge mensen laten kennismaken met onze spiritualiteit. Binnen Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor klopt het hart van de stichter van onze congregatie: Petrus-Jozef Triest. 7. Meewerken aan juistere beeldvorming, spreekbuis zijn voor hen die op ons een beroep doen, vinger durven op de wonde te leggen.
13
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Startersvuur
van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor is gegroeid uit de communiteit Heilige Engelen (het huidige Broederhuis), verbonden aan het Dr. Guislainziekenhuis. Het is tot op de dag van vandaag een intitiatief in het hart van de congregatie van de Broeders van Liefde en behoort tot de vzw Projecten Broeders van Liefde. VAN HUIZE TRIEST (1986) NAAR HUIZE TRIESTGEMEENSCHAPSHUIS TABOR (2004)...
Het begeleid wonen wil een antwoord geven op de schreeuw van de vluchtelingen (met en zonder papieren) in Gent
Dagelijks kwamen daklozen en armen aan de deur van de gemeenschap kloppen, vragend om geld en eten. Maar misschien zochten ze iets meer? Een stoel om even op te rusten, een tafel om de voeten onder te schuiven, een medemens die tijd maakt om naar hen te luisteren. Broeder Godfried Bekaert, Broeder Clariet Lippens en Broeder René Stockman waren getroffen door deze nieuwe noden en startten vanuit de congregatie met de oprichting van Huize Triest.
Broeder René Stockman, de Generale Overste van de Broeders van Liefde, was één van de stichters van Huize Triest. Tot op heden behoort hij tot het bestuur van Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor.
Het huis opende officieel haar deuren op 22 september 1986.
In dezelfde geest staat tot op vandaag de deur elke dag open. Er is een inloopcentrum (9u-
16u) met sociaal eethuis (maaltijd 12u13u30) en broodjespunt (12u-16u), en elke werkdag gratis douchemogelijkheid. Onze laagdrempelige nachtopvang opent zijn deuren van 21u tot 9u. Op 18 december 2004 werd Huize Triest geherstructureerd tot Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. We zochten antwoorden op de vragen: “Wie zijn de armen vandaag? en Wat kunnen wij als vrijwilligersploeg aan?” Onze hedendaagse werking ontstond vanuit een authentiek en eerlijk antwoord op deze vragen. Het begeleid wonen naar vluchtelingen toe en de acute nachtopvang werden een fundamenteel onderdeel van de werking van Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. Een vorm van begeleid wonen naar vluchtelingen binnen de werking van Huize Triest Gemeenschapshuis Tabor en een verblijf
voor dak- en thuislozen voor maximaal vier dagen (acute nachtopvang). Het kleinschalig, familiaal karakter blijft ook hier behouden. Het begeleid wonen is permanent open.
Sedert 18 december 2004 dragen wij dan ook de naam Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. Het begeleid wonen binnen Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor werd gesticht door Werner Van de Weghe (aangesloten lid in de congregatie van de Broeders van Liefde en vader van vier kinderen), samen met de vrijwilligersploeg, en wil een antwoord geven op de schreeuw van de vluchtelingen (met en zonder papieren) binnen onze samenleving in Gent. Sinds 1 september 2011 is er op woensdag een sociale dienst met hulpverleners, getrokken door de heer dHuize Triest - Gemeenschapshuis Tabor wordt gedragen door aangesloten leden, broeders, medewerkers en vele vrijwillig helpende handen. Een honderdtal vrijwilligers die samen een spirituele gemeenschap vormen in het hart van de spiritualiteit van Petrus-Jozef Triest.
15
Introductie en aankondiging van sprekers ter gelegenheid van het zilveren jubileum, op 26 en 27 november 2011, door de heer Dirk Durant.
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor opende voor het eerst haar deuren op 22 september 1986. Zo leert ons een blinkende tekst in het midden van de tuin. Tussen 1986 en 2011 liggen exact 25 jaar. Naar goede traditie is dat tijd voor ‘een jubileum’. Aan jubilea, in Vlaanderen, geen gebrek: - 5 jaar: houten jubileum - 10 jaar: tin - 15 jaar: kristal - 20 jaar: porselein - 25 jaar: is het eerste plechtige jubileum met een edelmetalen vermelding ‘zilveren jubileum’ Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor is dus meer dan zilver en volwassen, ruim afgestudeerd, toch nog heel jong en ambitieus en klaar voor het volgend jubileum, 30 jaar, het ‘parel’ jubileum... met een duidelijk gevoel dat er nog heel wat te realiseren valt... Toch willen wij nog even stilstaan bij de gezegende leeftijd van 25 jaren van deze gemeenschap in het hart van de Broeders van Liefde. Aan de wieg van Huize Triest –Gemeenschapshuis Tabor stonden Broeder René Stockman en Broeder Godfried Bekaert, die vanuit de spiritualiteit van de congregatie oog en oor hadden voor de arme, eenzame mensen in de Bloemekenswijk. Ook Werner Van de Weghe stond aan de bakermat van dit initiatief. Kleinschalig en met een lage drempel ging de deur open voor allen die een rustpunt zochten om hun nood te vertellen, een gezonde maaltijd te delen met anderen en als het nodig bleek een warm bed te krijgen om te slapen. Veel luisteren en zorgzaam praten met iedereen die hier nood aan had. Toen al bleek het huis te klein...
René Stockman is de Generale Overste van de Broeders van Liefde. Hij is een authentieke telg van de Oost-Vlaamse gemeente Assenede. Na zijn middelbare studies in Zelzate trad hij toe tot het noviciaat van de broeders in Sint-Maria-Aalter in 1972 en vervolmaakte zich ook als gegradueerde verpleegkundige in Gent. Aan de katholieke Universiteit Leuven promoveerde hij als licentiaat met een thesis over de geestelijke gezondheidszorg in Rwanda en Burundi. Aanvullend doctoreerde hij ook met een eindwerk “maatschappelijke gezondheidszorg”. Als Generale Overste stond hij steeds mee in de branding van alle nieuwe initiatieven in de congregatie wereldwijd, ook het ontstaan van de aangesloten leden in onze congregatie werd door hem mee begeleid.
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Teksten ter gelegenheid van
25 jaar
werking
1 Toespraak Broeder-Generaal René Stockman
A
ls ik terugkijk op 25 jaar Huize Triest, dan kan ik niet anders dan verheugd zijn, zeer verheugd zijn. Ik herinner me nog levendig dat we op dezelfde dag dat het museum werd ingewijd, ook Huize Triest boven de doopvont hielden, want geschiedenis en toekomst moesten op die dag in mekaar vloeien. Ik zag het als een cumulatie van drie elementen: de bevestiging dat het Guislaininstituut nu in goede handen was, met name in de handen van de congregatie na jaren onzekerheid rond de beslissing van het OCMW die tot dan toe de eigenaar was; een fier en gelukkig terugkijken in de geschiedenis op de plaats waar de psychiatrische zorg in Vlaanderen echt gestalte had gekregen en een vertrouwvol tegemoetzien in de toekomst, dat we als congregatie nog een rol te vervullen hadden, en dat zelfs via nieuwe en vernieuwende initiatieven. Nieuw en vernieuwend, zo mochten we Huize Triest 25 jaar geleden noemen. De congregatie was niet gewoon om buiten de krijtlijnen van haar beproefde apostolaatsvelden te wandelen, namelijk het onderwijs, de zorg voor mensen met een handicap en de geestelijke gezondheidszorg. Inderdaad, onze rol was daar nog niet uitgespeeld, wel integendeel. En zo leefde de vaste overtuiging dat daar ons heil gevonden moest worden, door dynamisch trouw de bestaande
apostolaatswerken verder te zetten en verder goed uit te bouwen. En dat konden we volledig onderschrijven, ikzelf toen directeur van een school en een ziekenhuis. Maar op die morgen na het ontbijt, het moment waarnaar Br. Godfried wellicht ook zal verwijzen, gebeurde er iets merkwaardigs. Ik noem het nog een ingreep van de heilige Geest en het werk van de Voorzienigheid. We bleven met een paar broeders langer dan gewoonlijk aan tafel zitten, het ontbijt gaat bij de broeders meestal tamelijk vlug, en het gesprek ontspon zich rond de vraag of het feit dat er zich voortdurend bedelaars aandienden aan de poort van het instituut wel op een voldoende wijze werd beantwoord. En we hoorden de slogans: “We kunnen toch niet alles doen”, “Wat kunnen we nog meer doen”, “We zijn toch in eerste instantie een ziekenhuis en geen opvang van armen uit de buurt”. Maar ergens klonken ook de vragen: “Maar kunnen we echt niet meer doen”, “Kunnen we onze ogen en oren sluiten voor de kreten die hier klinken”, “Is het zorgen voor armen niet geschreven in de kern van ons charisma als Broeders van Liefde”? Die morgen hebben we geen besluit genomen, maar werd wel een richting bepaald: we zouden onze ogen en oren niet sluiten voor deze kreten en het gesprek verder zetten, zoekende en tastende wat een
mogelijk antwoord zou kunnen zijn. Het gesprek werd in de gemeenschap verdergezet en zo zijn we gegroeid tot een heel concreet voorstel: dat iemand van de broeders deeltijds die nieuwe vraag zou beantwoorden en dat de gemeenschap hem daarin zou ondersteunen. Het feit dat we erin geslaagd zijn dit project binnen de congregatie aanvaardbaar te maken, heeft ermee te maken dat de persoonlijke gevoeligheid van één confrater een bekommernis was geworden van de ganse gemeenschap en dat we een antwoord formuleerden dat helemaal geen afbreuk deed aan onze bestaande apostolaatswerken, maar
17
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
er een aanvulling, een actualisatie van werd. We zouden blijven zorgen, met veel enthousiasme, voor school en ziekenhuis, maar we zouden met evenveel enthousiasme ook zorgen voor die concrete armen die dagelijks aan onze poort kwamen aankloppen. We noemden het de “en-situatie”: blijven kiezen voor de bestaande apostolaatswerken en tegelijk ook kiezen voor antwoorden op nieuwe noodsituaties, en daarrond verantwoorde risico’s nemen. Huize Triest was geboren, en met Huize Triest een nieuwe beweging in de congregatie, die vandaag heel duidelijk klinkt in haar missie: “We staan ook open voor nieuwe noden. Als gemeenschap zoeken we welke antwoorden we hierop kunnen geven”. Dat is voor mij de eerste verdienste van Huize Triest: dat met de start van dit huis een nieuwe wind in de congregatie heeft gewaaid, geen wervelwind, maar toch meer dan een zachte bries, noem het een stoot van de heilige Geest om tot een actualisatie en tegelijk uitzuivering van ons charisma te komen. We kozen welbewust die naam: Huize Triest. Want we zagen het helemaal in de lijn van wat Vader Triest 150 jaar vroeger in dezelfde stad in gang had gebracht: te zorgen voor hen waarvoor anderen de deuren sloten, waarvoor de bevoegde instanties geen tijd noch middelen hadden. Het waren toen de ongeneeslijke zieken in de oude abdij Ter Hagen, de geesteszieken die als gevangenen opgesloten zaten in de kelders van het Gerard de Duivelsteen, de kinderen die ten vondeling werden gelegd, de wezen die werkeloos en thuisloos rondhingen en in de criminaliteit werden getrokken, de blinden en doven die tot de bedelstaf waren veroordeeld, de arme bejaarden die allesbehalve een menswaardige opvang kregen in de twaalf kleine gestichten die de stad Gent toen rijk was. En ons lijstje is verre van volledig. Triest sloot noch zijn ogen, noch zijn oren en vooral niet zijn hart wanneer hij geconfronteerd werd met een vraag om hulp. En dat zou Huize Triest worden: een plaats waar men noch ogen, oren of hart zou sluiten voor de kreten van de armen, de oude armen en de nieuwe armen. Feit is dat na een paar dagen functioneren we tegen mekaar zeiden: “We wisten het niet dat er in onze buurt zoveel armen waren.” Wellicht hadden we voorheen toch onze ogen, oren en harten te veel gesloten gehouden en werd Huize Triest een oefenschool voor aandachtig luisteren, zien en liefhebben.
We kozen Vader Triest als ons model, als onze patroon en we vertrouwden heel veel aan hem toe; we vertrouwden hem vooral de toekomst van het nieuwe huis toe. En hij heeft voor ons gezorgd, reeds 25 jaar lang. We zullen aan het Vaticaan vragen om de normen voor de zaligverklaring toch eens wat aan te passen en dergelijke mirakels ook in aanmerking te nemen. Vragen staat vrij, ook in het Vaticaan. Vader Triest heeft ons vanaf het begin het model gegeven waarmee we naar de armen moesten gaan: met eerbied, met liefde, met voorkomendheid, en ons altijd afvragend hoe we hen echt konden helpen: zowel in hun dagelijkse noden als in hun meer structurele noden, zowel op materieel vlak als op spiritueel en geestelijk vlak. En gedurende de 25 jaar bestaan van Huize Triest hebben we ons door deze waarden laten leiden en werd Huize Triest een huis met een eigen gelaat, een eigen atmosfeer, een eigen klimaat, de plaats waar de persoon die het op de een of andere wijze moeilijk heeft met respect wordt benaderd, zonder paternalisme noch overbemoedering, opnieuw in lijn met wat in onze missie is neergeschreven: “Een onvoorwaardelijk respect voor elkeen is de basis voor onze inzet”. Huize Triest werd ook de plaats waar een nieuw fenomeen in de zorg werd geoefend: de inbreng van vrijwilligers. We moeten toegeven dat het vrijwilligerswerk 25 jaar geleden binnen de bestaande voorzieningen nog in zijn kinderschoenen stond. We hadden enige ervaring met Caritas Gemeenschapsdienst, maar dat beperkte zich meestal tot de vakantiekampen voor jongeren, en soms kwam wel eens een klas langs die wat ervaring wou opdoen in de zorg voor geesteszieken. Maar de rest was en bleef in de handen van de professionelen, en velen zagen vrijwilligers veeleer als lastige, en dus te vermijden, pottenkijkers. Huize Triest zou daarmee breken, want vanaf de eerste dag werd er gewerkt met vrijwilligers. Maar we vroegen aan de vrijwilligers dat ze de basiswaarden van het huis zouden respecteren en van harte zouden beoefenen. Gelukkig hadden we een aantal professionele vrijwilligers, die vanaf die eerste dag een stempel hebben gezet op het vrijwilligerswerk dat doorheen de jaren verder is uitgebouwd en uitgegroeid. Mag ik hier de naam van ons aller beminde en sterk gewaardeerde Broeder Clariet uitspreken, die heel spontaan tijdens dat
19
Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor is in die 25 jaar een expertisecentrum geworden voor het armoedebeleid in Vlaanderen
gesprek aan de ontbijttafel had gezegd zeker bereid te zijn als vrijwilliger mee te werken, nu hij toch zinnens was om met pensioen te gaan. Ik denk dat Br. Clariet voor velen een levende heenwijzing is geweest van hoe men zich als vrijwilliger moest ontwikkelen in Huize Triest. Maar we mogen en moeten hier ook de leden van de andere Triestcongregaties vermelden die vanaf het begin actief betrokken waren als vrijwilliger in Huize Triest. Ik moet zeggen dat we nog in de nasleep zaten van onze gemeenschappelijke viering rond Triest - wiens 150-jarig afsterven we dat jaar herdachten - en dat de drie Triestcongregaties dichter bij mekaar had gebracht. Het samen meebouwen aan een nieuw tehuis dat de naam droeg van de gemeenschappelijke stichter was een concretisatie en realisatie van dat verlangen om meer samen op weg te gaan. Wanneer we de 25 jaar in ogenschouw nemen, dan mogen we zeggen dat Huize Triest ook een expertisecentrum is
geworden voor het armoedebeleid in Vlaanderen. Het werd geen plaats van wetenschappelijk onderzoek, en ook geen studiecentrum rond armoedebeleid, maar een plaats waar men de vinger aan de pols kon houden en ervaren hoe de armoede steeds nieuwe gezichten kreeg. Vooral de laatste jaren hebben we een ganse beweging gezien, gelijklopend met de hele vluchtelingenproblematiek en de migratiegolf die over onze streken heeft gewaaid en nog blijft waaien. Huize Triest heeft er geleerd zich steeds opnieuw aan te passen, creatief en dynamisch in te spelen op nieuwe noodsituaties, gedurfde initiatieven te nemen en soms zelfs eens aan de boom te schudden om bepaalde instanties wakker te maken en hen de ogen te openen voor
nieuwe noden. Ja, ook dat is in onze missie opgenomen: “In ons streven naar een grotere menswaardigheid voor iedereen nemen we verantwoorde risico’s en ontwikkelen we op maatschappelijk vlak een duidelijke stellingname”. We zijn natuurlijk dankbaar dat instanties waarvan sprake zich inderdaad wakker hebben laten schudden en daadwerkelijk ter hulp zijn gekomen. We mogen hier zeker de stad Gent vermelden die de laatste jaren ernstige inspanningen heeft gedaan om de werking en vooral de nieuwe initiatieven binnen de werking van Huize Triest effectief te steunen. Huize Triest als plaats waar de armen van vandaag terecht kunnen, Huize Triest als een oefenschool voor nieuwe invullingen van ons charisma als congregatie van de Broeders van Liefde, Huize Triest als plaats waar het vrijwilligerswerk in de congregatie van de Broeders van Liefde een grote sprong voorwaarts kon maken en Huize Triest
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
als laboratorium waar nieuwe vormen van armoede scherp kunnen worden gedetecteerd en waar nieuwe methoden van opvang en begeleiding als expertise kunnen groeien: met deze vier eigenschappen kunnen we het nieuwe en vernieuwende van Huize Triest omschrijven. Huize Triest zou Huize Triest niet zijn was Broeder Godfried er niet geweest, de bezieler van het eerste uur. Hij was het die aan de ontbijttafel me de vraag stellen: “Maar kunnen we echt niet meer doen?” Ik weet niet meer wat ik toen geantwoord heb, maar het was een vraag die ons niet meer losgelaten heeft. Broeder Godfried, in naam van de congregatie, in naam van die velen die u heeft opgevangen in Huize Triest, in naam van die vele vrijwilligers die ook in u een model hebben gevonden, dank ik u voor uw innoverende inbreng die u heeft gehad, niet alleen hier te plaatse, maar in feite in gans de congregatie, want op de dag dat Huize Triest werd ingewijd, was de congregatie niet meer dezelfde als voorheen. Mijn dank gaat ook uit naar Werner Van der Weghe, die Broeder Godfried heeft opgevolgd als verantwoordelijke
van Huize Triest, en dit als zending die hij heeft ontvangen en aanvaard als aangesloten lid van de Broeders van Liefde. Bij Werner zien we enerzijds een trouw aan de basisdoelstellingen van Huize Triest en aan de traditie die er zich ondertussen heeft genesteld, maar anderzijds een grote openheid voor de nieuwe kreten die op hem en zijn medewerkers afkomen. Neen, de ogen, oren en harten worden niet gesloten in Huize Triest, en daarvoor kunnen we alleen maar dankbaar zijn en met de woorden van Vincentius zeggen: davantage, steeds meer, als het gaat om de liefde voor de concrete medemens in nood. Wanneer ik Broeder Godfried en Werner bij name noem, dan noem ik natuurlijk alle medewerkers en vrijwilligers die Huize Triest in de voorbije 25 jaar tot op vandaag mogelijk hebben gemaakt. Jullie maken Huize Triest, maar ik hoop dat ook Huize Triest jullie heeft gemaakt. Om opnieuw een woord van Vincentius te gebruiken: “de armen zijn onze meesters”, en dan gebruikte hij het woord meester als baas, chef, maar ook als leermeester. Ik hoop echt dat de armen die u dienstbaar mocht zijn in Huize Triest ook voor een stukje uw
leermeesters zijn geworden. En Huize Triest zou Huize Triest niet zijn zonder de weldoeners die ons gedurende de voorbije 25 jaar hebben ondersteund. De congregatie van de Broeders van Liefde blijft nog steeds de voornaamste sponsor, en ik ben dankbaar dat de Belgische regio binnen de congregatie deze eigen initiatieven, want er zijn er ondertussen reeds een aantal broertjes of zusjes bijgekomen, van harte blijft ondersteunen, ook in een tijd dat iedere euro wel eens omgedraaid moet worden vooraleer iets aan het rollen kan worden gebracht. We hebben de volgende 25 jaar ingezet, en ik kan alleen maar hopen dat over 25 jaar ook hier mag worden gezegd dat het de moeite was dat Huize Triest in september 1986 zijn deuren openden. Maar denk eraan, het begon allemaal tijdens een uitgelopen ontbijt, toen we veel te lang aan tafel blijven zitten. Het weze ons een les.
Br. René Stockman Generale Overste Broeders van Liefde
21
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor zou nooit zijn wat het nu geworden is zonder de daden van Broeder Godfried Bekaert. In het allereerste fotoalbum is hij al prominent aanwezig: de eerste opvang van armen, buurtbewoners en daklozen … Hij is een heuse “founding father”. Bouwplannen maken, afbreken en weer opbouwen, metselen, dopen, vieren, … kortom het echte basiswerk… niets ging Broeder Godfried uit de weg. In het jaar 2004 ging broeder Godfried andere wegen uit … India, Azië … de hele oosterse wereld reisde hij door. Hij werd er provinciaal overste. Maar diep in zijn hart liet hij zijn oogappel nooit los. Terug in België… en Godfried was terug in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor. Ook vandaag staat hij hier.
2 Toespraak door Broeder Godfried Bekaert, stichter van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor en huidige proviciaal overste van Azie.
H
et is vandaag voor mij een grote vreugde en een gelukkig moment om hier vandaag bij deze viering aanwezig te zijn van het 25-jarig bestaan van Huize Triest. Aangenaam om sommigen van jullie terug te mogen ontmoeten, voor sommigen na vele jaren. 25 jaar, waar is de tijd naartoe! Fris in het geheugen die zondag voormiddag dat broeder Generaal mij uitnodigde voor een korte wandeling. Wij kwamen hier aan de voordeur van het leegstaand huis, hij haalde een sleutel uit zijn broekzak en vroeg mij de voordeur te helpen open duwen, daar de binnenkant vol lag met reclamebladen. Eenmaal binnen zei hij: “De congregatie heeft zijn toestemming om uw droom nu waar te maken en dit huis te openen voor de armen van Gent.” Voor mij een heel gelukkig moment, maar ik stond daar met een leeg huis dat meer dan ooit opgekuist en klaar gemaakt moest worden. Het project Huize Triest was in 1986 inderdaad vanaf het begin een communiteitsproject geworden, gedragen door de communiteit H. Engelen. Alle broeders staken de handen uit de mouwen en hadden een inbreng in het huis. Broeder Clarit zaliger en mezelf waren de verantwoordelijken. Het was een uitdaging voor ons allen om een nieuw huis te mogen openen in Gent en een antwoord te zijn “op de nieuw noden van de tijd”, de zorg voor de armen. Iedereen had zijn eigen inbreng met zijn eigen mogelijkheden om het lege huis te veranderen tot een leefbare thuis.
Het werd inderdaad een communiteitsproject, de broeders werden schilders, behangers, poetsvrouwen en de grote schattenjacht begon in de kelders en de zolders van het instituut naar dingen die bruikbaar waren. Dat was het begin van Huize Triest. We waren arm en sober gestart, maar spoedig kwam daar ook verandering in en werd het huis met de dag gezelliger en leefbaar, het kreeg een gezellig “thuisgezicht”, zodat we na enkele weken hard werken op 23 september1986 klaar waren om de eerste gasten te ontvangen in het huis. Gelukkig en met grote dankbaarheid denk ik hier ook terug aan onze eerste medewerkers die op een vrijwillige basis elke week één dag of meer in de week kwamen meehelpen om ons te ondersteunen. Het is 25 jaar later en velen van het eerste vuur en uur zijn niet meer aanwezig of vieren met ons vandaag mee van hier boven, want hun hemel hebben ze hier op aarde reeds verdiend. Beste vrienden, op 25 jaar tijd is hier veel gebeurd en het huis kende zijn grondige verandering met het bouwen van de nieuwbouw , die nog altijd getuigt van een ‘uitzonderlijk pareltje’ te zijn. De mooie binnentuin en constructie roep velen momenten van verbazing en vrede op. De kleine deur blijft een uitnodiging om even binnen te kijken of binnen te lopen en de gezellige sfeer te ervaren van een druk leven ‘verborgen achter de muren’. Een huis openen voor de armen van Gent: een huis dat spreekt in de geest van gastvrijheid, liefde, nieuw leven geven, luisteren, eten, aanvaarden wie
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
binnenkomt, mensen graag zien en van hen houden en dat rekening houdend met de vele omstandigheden van het leven waarin velen zijn komen aankloppen tot op de dag van vandaag . Wie de armen waren, was ons in de praktijk duidelijk geworden. Levenshoudingen en de goede geest die ik blij verder mag ervaren in het huis maar die de dag van vandaag niet zo vanzelfsprekend zijn in onze maatschappij. Vele jaren hebben broeder Clariet, onze medewerkers en mezelf hier leren luisteren en zijn we op stap gegaan met mensen die het leven alleen niet aankonden en zelfs geen zin meer in het leven zagen. Zo dikwijls heb ik de vraag moeten horen: “broederke, waarom leven wij nog, wie kijkt nog naar ons, wie kan ons of wil ons helpen?” Heel vlug hadden we ook allen het besef dat wij het niet alleen konden. Vanaf het ontstaan van het huis, heb ik er altijd op vertrouwd dat Gods werk en aanwezigheid zichtbaar gemaakt wordt door mensen. Mijn motto was dan ook “Als de Heer het huis niet bouwt , werken we hier vergeefs en verloren.” De rijke gebedsmomenten en bezinning in de sfeervolle kapel zijn vruchtbaar geweest om het huis op een rots te bouwen. Matheus 25 blijft dan voor ieder van ons een uitnodiging en een levenswandel om Christus zelf te herkennen en te ontmoeten in de arme en de noodlijdende die komt aankloppen. Ons dagelijks uur gebed in de bidplaats in de namiddag was een teken van dank voor zijn bescherming in de voorzienigheid, en een hulp in het teruggeven van alle gebrokenheid waar wij als mensen geen antwoord op konden geven. Wij waren wel bereid Zijn kruis te helpen dragen. In het morgengebed wordt Christus bij het begin van elke dag hier centraal gesteld. Het werk dat we hier doen, onze aanwezigheid blijft nog steeds het werk van Zijn handen, we blijven enkel dienaars, instrumenten in Zijn liefde. Ook het middaggebed tot Maria, onze hemelse Moeder, brengt ons in dezelfde Spirit. En wanneer we hier verder samenkomen elke vrijdag, dan blijven we geloven in deze spirituele gemeenschap met de armen, blijven we geloven in het de geest en het hart van de eerste Christen: één in geloof, kwamen samen om te bidden, delen met de armen en zorg dragend voor de armen.en de Heer bracht er elke dag meer bijeen. Allen waren gelukkig en deelden in de vreugde. Een voorbeeld dat ons 25 jaar
23
trouw is gebleven en waar we Zijn liefde in de praktijk hebben gebracht. Dank aan Werner dat deze Spirit bewaard is in Huize Triest, dat groeit en bloeit. Gebroken mensen ontmoeten is een houding , een therapie van het hart. Zovele winkels zien en voorbij lopen, maar geen geld hebben om eten te kopen en honger hebben ook? Hoe moet dat aanvoelen? Een kamer of een huis hebben, maar alleen de kale muren die naar je toekijken, het dak dat lekt, elektriciteit minimaal, een paar stoelen om op te zitten. Hoe moet dat aanvoelen? Deuren van familie en vrienden die dicht gaan. Hoe moet dat aanvoelen? Als de straat of de stad uw groot huis wordt, daar je dakloos bent en niet weet waar je bed is te vinden voor de nacht of vervolgende dagen, nooit eens iemand in uw huis kunnen uitnodigen. Hoe moet dat aanvoelen? Pas uit de gevangenis, gezin verloren, op de vlucht, zoekend naar iemand die met je wil op stap gaan, maar niemand of weinig mensen ontmoeten die luisteren, die in je ellende willen of kunnen delen en helpen. Hoe moet dat aanvoelen? We hebben allen een naam, zijn uit de moederschoot geboren, maar elk mensenleven is dan ook zo verschillend en uniek , zijn we dan echt broers en zussen als mensen kinderen in deze wereld. Hoe moet dat aanvoelen? Beste vrienden van Huize Triest, de geest van Huize Triest is en blijft ook een geest van gemeenschap. - samen sterk - samen delen en lijden dragend - samen op weg in delen van lief en leed - samen weer mens worden en levenskansen krijgen. Dankbaar om het verleden, het heden en de toekomst. Dat mensen met een sprekend hart openstaan, behulpzaam zijn, hun tijd toewijden om hier met een
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
zekere regelmaat aanwezig te zijn en één of andere verantwoordelijkheid in het huis opnemen, de meesten vanuit een vrijwillige basis. Dankbaar dat velen individueel of in groep het huis hebben ondersteund en mede opgebouwd. Dankbaar om de vele weldoeners die de ganse werking door hun steun mogelijk maken. Ja, het huis is gegroeid in 25 jaar, daar ben ik heel blij om, zo kunnen vele helpende handen in het huishouden hier dan ook gebruikt worden, zowel tijdens de dag als tijdens de nacht. Dankbaar voor de steun die we altijd van onze congregatie hebben mogen ervaren, een deel te mogen zijn van die grote congregatie, als het lenigen van een nieuwe nood hier in Gent, waar ook eens alles is begonnen met de congregatie in 1907. Mooi om in Vader Triest zijn voetstappen te mogen wandelen hier in Gent. Dank aan de Sint-Stanislas gemeenschap van Sint-Maria-Aalter voor hun wekelijkse aanwezigheid voor de nachtopvang en het vrijdagavondgebed. Ik vind het heel waarderend dat onze jonge broeders, komende uit verschillende landen van de wereld, ook geconfron-
vele jaren 2 maal per week één dag als medewerker aanwezig is in Huize Triest. Dank ook dat vanaf het begin de 3 congregaties die Vader Triest heeft gesticht een ondersteuning zijn van het project. De Zusters van Liefde en de Zusters Kindsheid Jezus en de Broeders van Liefde dragen samen Vader Triest zijn Charisma uit hier in Gent. Huize Triest blijft een klein project , ook kwetsbaar maar gegroeid vanuit het hart van ons Charisma en blijven ook trouw aan Zijn Charisma dat Vader Triest ons heeft meegegeven. In de schaduw van het grote instituut Dr. Guislain kunnen we zeggen dat hier reeds 25 jaar lang wonderen gebeuren. De therapie van het hart, dat liefde is, blijft de grondhouding: - om mensen die het moeilijk hebben te ondersteunen en te bemoedigen - gisteren te doen vergeten en te leren bouwen aan morgen - overtuigd zijn dat de puinhoop van het leven kan veranderen in een oase van rust en vrede wanneer we mensen ontmoeten die het hart op de juiste plaats hebben en delen en luisteren naar elkaar.
We waren arm en sober gestart, maar spoedig werd het huis gezelliger en leefbaar teerd worden dat er in Europa – Gent ook nog armen zijn. Dank ook aan het Broederhuis, de communiteit H. Engelen van het Guislainhier, Waar broeder George, een Indische broeder, fulltime werkzaam is in het huis en waar de overige leden ook wekelijks aanwezig zijn in het vrijdaggebed en lid moge zijn van deze spirituele gemeenschap. Dank dat broeder Laurent vanuit de communiteit van Gentbrugge, trouw al
Mogen we dan ook Werner en zijn familie dankbaar zijn om het verder bewaren, voortzetten, uitbouwen en uitdragen van diezelfde geest zoals het eerste startersvuur was begonnen. Wij wensen u verder heel veel moed toe om uw missie als huisvader en verantwoordelijke van het huis te dragen. Niet altijd een gemakkelijke opdracht, maar we zijn u oprecht dankbaar en blijven u steunen. Over uw project van de Romamensen heb ik nu niet gesproken, maar
ik geloof dat u ons dat uitvoerig zal toelichten in uw gesprek. Werner en Ruth en de ganse familie : Mijn dank en proficiat. Gesteund door de Congregatie en de vele vrijwilligers voor dag en de nacht, die het huis helpen dragen en uitbouwen. Ook mijn dank en proficiat. Beste vrienden van Huize Triest, een mooi moment om hier even terug bij jullie aanwezig te zijn geweest. Een gelukkig moment dat Huize Triest zijn 25-jarig bestaan heeft kunnen vieren en hoopvol kijken we verder uit naar de toekomst. Armen zullen altijd onder ons zijn, het is de vraag hoe we hen zullen zien en ontmoeten en hoe we hen een steun willen en kunnen zijn? Dank om jullie luisterbereidheid Tot wederzien en moge God jullie allen zegenen met veel liefde om naar de mensen in nood te kunnen gaan met een hart vol liefde en genegenheid.
Broeder Godfried Bekaert
25
Alle goede dingen bestaan uit drie... Last but not least: een derde spreker om het gesproken gedeelte af te ronden: Werner Van De Weghe. Je kan veel zeggen, maar dat je Werner niet kent, lijkt me onwaarschijnlijk. Hij woont in Wondelgem, is zeer vaak aanwezig in de Gezondheidsstraat 2, is gehuwd met Ruth, en papa van Nadine, Arthur, Jakob en Marthe. Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor is zijn vijfde kind… een warme erfenis van Godfried en zijn ploeg. Werner is de coördinator en de huidige bezieler, leidsman, voorganger die samen met zijn grote groep toegewijde vrijwilligers dagelijks op weg gaat om het onrecht van armoede, achterstelling en de onmenselijke situatie van dak- en thuislozen proberen te tackelen. Dag in, dag uit, nagenoeg dag en nacht in de bres staan voor hen die minder fortuinlijk zijn, om welke reden dan ook. Basiswerk, netwerken, lobbyen, bezoekers ontvangen, getuigen, gesprekken voeren, luisteren, troosten, bemoedigen, eens streng tussenkomen… je noemt maar op, Werner doet het elke dag.
3 Geloof en hoop in de toekomst…
25
jaar Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor, een dag van geloof en hoop in de toekomst. Dankbaar om de inzet van velen, dankbaar voor de samenwerking met velen, dankbaar voor de gemeenschap die wij zijn: ‘Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor’. Gegroeid uit de spiritualiteit van Petrus-Jozef Triest die in onze stad 200 jaar gelden zorg droeg voor mensen. Ontstaan uit het klooster Heilige Engelen verbonden aan het Guislainziekenhuis waar Broeder René Stockman en Broeder Godfried Bekaert 25 jaar geleden zorg droegen voor medemensen vanuit hun gemeenschap. Vandaag zijn wij een groep van een kleine 100 mensen die vanuit onze gemeenschap zorg dragen voor medemensen. Zorg dragen voor 700 mensen per week binnen onze structuur, vanuit onze spirituele gemeenschap binnen de congregatie Broeders van Liefde. Als Broeders, aangesloten leden en vrijwilligers samen op weg. Wij bieden: • Een acute nachtopvang voor 22 personen per nacht, voor dak - en thuislozen. • Een inloopcentrum met 120 warme maaltijden, gratis douchemogelijkheid en broodjespunt voor dak- en thuislozen. • Een begeleid wonen voor dakloze gezinnen. (150 personen de laatste zes jaar) • Een vrijdagavondviering met maaltijd. “Beste vrijwilligers van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor, de straat zal
meestal lang zijn, de trappen steil en de armen wel eens ondankbaar. Jullie zullen gauw inzien dat de naastenliefde een veel zwaardere last is om te dragen dan het inloopcentrum of acute nachtopvang. Maar lieve mensen, hou jullie zachtheid en vooral jullie glimlach. Het komt er niet op aan om die maaltijd gestructureerd te geven of om dat bed te geven, dat kunnen de rijken even goed en misschien nog beter. Maar jullie, vrijwilligers van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor, jullie willen er ‘zijn’ voor de mensen, jullie willen kleine dienaren van de armen zijn. Zij zijn jullie meesters, die soms heel veeleisend kunnen zijn. Dat zal je hier dagelijks ondervinden. Hoe afstotelijk en vuil ze ook zijn, hoe onrechtvaardig en grof, hoe dwaas en onredelijk, hoe meer liefde je hen zult moeten geven. Het is slechts om de liefde, alleen om de liefde dat de armen het je zullen vergeven dat je ze een maaltijd of een bed geeft. Ja, alleen om die liefde.” Beste mensen, ongeveer 1 jaar geleden gaven wij als vrijwilligersgroep een duidelijk signaal aan maatschappij en samenleving en gaven wij een pleidooi voor een armoedebestrijding op een nieuwe leest: 27 november 2011 werd voor ons de dag van de waardigheid. So others might eat, zoals anderen ook zouden eten, werd en is ons motto. De waardigheid van zij die op ons een beroep doen staat bij ons centraal. De conclusie toen was en is hard en helder: iedere vorm van liefdadigheid die – minstens bij de organisatoren van de hulp – niet stoelt op deskundigheid, dreigt zijn doel te missen. De armoede-
bestrijding moet zowel vanuit de overheid als vanuit de private initiatieven op een nieuwe leest worden geschoeid. Daarbij moet veel meer worden geïnvesteerd in de armen van vandaag, de daklozen. Er moet veel meer worden geïnvesteerd in vorming, opleiding en het deskundig coachen van vrijwilligers. Een vernieuwd vrijwilligersmanagement dringt zich op. Laat ons ook samenwerken aan een vernieuwde, realistische beeldvorming rond armoede, want 90 procent van de mensen rondom ons weet niet wie de armen vandaag zijn, 90 procent van de mensen weet niet wat de noden van de armen vandaag zijn. Met andere woorden, investeren in mensen en niet alleen in structuren, dit met één doel voor ogen: ‘Het respecteren van de waardigheid van alle mensen, specifiek de armen en daklozen.’ Alleen
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
27
op die manier kan één van de ergste maatschappelijke abcessen op een efficiënte manier worden bestreden. Tot vandaag blijven wij als vrijwilligersgroep een gestructureerd antwoord bieden op de noden rondom ons. Zo proberen wij dagelijks ook de beeldvorming rond armoede bij te sturen. Armoede is niet op de eerste plaats gebrek aan voeding, geld of kleding. Armoede zit hem veelal in hoe omgaan met voeding, geld of kleding. De vraag op de eerste plaats is een vraag naar begeleiding en coaching. Armoede is als een octopus met vele tentakels. Laat het me nogmaals duidelijk herhalen dat wij deze vreselijke octopus niet gaan bestrijden met het gratis uitdelen van voeding en kleding alleen. Opnieuw een duidelijke oproep om gestructureerd en deskundig te werk te gaan. Ondertussen wordt ons aanbod in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor ondersteund en gedragen door een goed gestructureerde sociale dienst, waar hulpverleners de mensen die een beroep doen op onze structuur deskundig ondersteunen. Ik denk dat wij hier echt fier mogen op zijn. Het doet deugd om mensen dagelijks in hun waarde te mogen bevestigen. Wij wensen ook van ons feest gebruik te maken om nogmaals aan de noodbel te trekken voor één bepaalde groep onder de daklozen in Gent. De Roma Gemeenschap in Gent, die ook deelt in de foutieve beeldvorming rond armoede. Laat ons maar spreken van een ‘grote
paradox’. In 2008 werd Kosice, in Oost-Slowakije, uitgekozen tot een van de twee culturele Europese hoofdsteden in 2013. De stad in Slowakije won het van drie andere steden in de EU. Kosice is de op één na grootste stad van Slowakije en staat bekend om zijn vele monumenten, waaronder een veertiende-eeuwse gotische kathedraal. In het Europees dossier moet een kandidaat-stad aangeven hoe zij, als Europese entiteit, binnen een gekozen thema, voornemens hebben om: • culturele stromingen die de Europeanen gemeen hebben te beklemtonen • evenementen en scheppend werk te bevorderen • voor de opvang van de burgers van de Unie te zorgen en de uitstraling van de op te zetten evenementen via de verschillende media en volgens een meertalige aanpak te bevorderen. • de dialoog tussen de vertegenwoordigers van de culturen in Europa en de andere culturen in de wereld te bevorderen. • de dialoog tussen de culturen van Europa en die van andere delen van de wereld te bevorderen. • het historisch erfgoed en de stedelijke architectuur en de kwaliteit van het leven in de stad op te waarderen. Die stad is ook het epicentrum van het mobiel bouwproject van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor. Reeds 6 jaar bezoekt een delegatie uit
Gent Slowaakse Roma-families in het oosten van de Slowaakse republiek. Daar zien we jaar na jaar ook een ander “erfgoed”: de leefsituatie van de Roma. De grootste minderheid van dat land woont ook in Kosice en heeft het daar al sinds de val van het communisme niet onder de markt. Een heuse verplichte ontvolking uit de steden zorgde voor ghetto’s en wijken aan de rand van de toekomstige culturele hoofdstad van Europa. Een paradox!!! Reden voor het terugkerende bezoek aan gezinnen van ons mobiel bouwproject is het zoeken naar oorzaken en gevolgen van migratie van een grote groep vooral Slowaakse Roma naar Vlaanderen. Een migratiegolf die veroorzaakt wordt door een verregaande achterstelling en systematische discriminatie van deze etnische groep in Oost-Europa. Deze bezoeken maakten veel duidelijk: binnen de regio van Kosice leeft een zeer grote groep van Roma in onmenselijke omstandigheden en botst daar tegen de hoogste mogelijke muur van onbegrip, racisme en verregaande structurele achterstelling. Tijdens de maand juli bezochten we weer Lunik IX, maar ook dorpen die in de ruime regio van Kosice liggen. Kecerovce, Vaharnovce, Velka Ida, Svinia, Jarovnice ... Spisky Nova Ves. Steeds dezelfde verhalen, telkens weer opnieuw onmenselijke leefomstandigheden. Migreren zit in de genen van deze
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Lieve mensen, hou jullie zachtheid en vooral jullie glimlach mensen. Het zoeken naar een betere toekomst voor hun kinderen. De vlucht voor de voelbare haat en onbegrip doet hen naar Vlaanderen, Nederland, Duitsland, Engeland ... trekken. Ook bij ons loopt het niet steeds op wieltjes ... Twee dingen zijn alvast zeker : 1. De Roma voelen zich hier heel wat beter dan in hun geboortelanden, ondanks hun moeilijke integratie. 2. Een blijvende instroom naar Vlaanderen is geen goede zaak en zal zich maar kunnen oplossen als de paradox in de thuislanden verdwijnt. Kosice bereidt zich alvast voor op zijn culturele hoogdagen. Wij kunnen slechts hopen dat hun vergeten groepen ook aan bod komen! Beste vrienden, vandaag willen wij naast onze noodkreed ook dankbaar zijn, dankbaar zijn voor de belangeloze inzet van velen de voorbije 25 jaar. De vele vrijwilligers die zich dagelijks inzetten om deze werking mogelijk te maken verdienen vandaag een grote pluim! Ook gaat onze dankbaarheid naar de velen die met ons samenwerken, onze dank aan: 1. De drie congregaties van PetrusJozef Triest, Zusters van Liefde, Broeders van Liefde en Zusters van de Kindsheid Jesu voor de onder-
steuning de voorbije 25 jaar. 2. Het OCMW van Gent, specifiek de dienst thuislozen. Het out-reachingproject ervaren wij als de kers op de taart. 3. De samenwerking met de werkgroep dak- en thuislozen binnen de stad Gent. Gent heeft in vergelijking met vele andere steden een waardig en deskundig systeem om dak- en thuislozen op te vangen. Hier zijn wij graag partner in. 4. De samenwerking met onze partners acute nachtopvang binnen het CAW Artevelde en Visserij. 5. De samenwerking met vele andere initiatieven in onze buurt, onder andere het straathoekwerk, het gezondheidcentrum De Kaai, de politie (sociale politie en onze wijkagent) en natuurlijk de vele scholen die onze kinderen onderwezen. Wij willen ook vandaag iedereen bedanken die ons de voorbije 25 jaar financieel ondersteund heeft. Zonder deze steun konden wij geen thuis creëren. Mogen wij onze hoop uitdrukken dat wij ook in de toekomst op jullie allen mogen blijven rekenen. Bouwen aan waardigheid kost nu eenmaal geld. Tot slot wens ik in naam van alle vrijwilligers twee mensen vandaag te huldigen. Twee mensen die zowel in het verleden
als in het heden onze werking ten volle ondersteund hebben. Broeder Godfried Bekaert: Stichter van Huize Triest – Gemeenschapschapshuis Tabor. Broeder Godfried, jij was en blijft voor ons werk en leven een echte bezieler. Broeder René Stockman, onze Generale Overste. Sinds het begin van onze werking 25 jaar geleden was Broeder Generaal een sturend iemand voor onze werking. Tot op vandaag mogen wij op zijn steun rekenen. Als lid van onze stuurgroep begeleidde hij alle herstructureringen mee. Hij blijft ondanks zijn heel drukke agenda onze werking mee dragen en begeleiden. Broeder Generaal, onze waardering over de wijze waarop u leiding geeft binnen onze congregatie, is groot. Wij vinden het belangrijk om op ons feest dit uit te spreken. Wij wensen het adagium van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor te herhalen: “Als Broeders van Liefde stellen God en de mens centraal, wij zijn het onszelf verplicht om op te komen voor de waardigheid van ons allen, met een knipoog naar onze stad Gent waar er een goed sociaal beleid gevoerd wordt. Waardigheid, dignity, waardigheid en dignity.
Werner Van de Weghe
29
Bouwen aan waardigheid in
Slovakije
…
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Onze vrijwilligersgemeenschap als mobiel project, een fotoreportage
31
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
33
Waardigheid
een kijk op armoede op nieuwe leest… Beste vrienden In de vooravond van 25 jaar Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor werd mij gevraagd als coördinator van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor en als aangesloten lid van de Broeders van Liefde om een toelichting te geven over armoede in Gent, gekleurd vanuit 25 jaar samenleven met mensen in armoede in onze stad. Laat ons samen even zoeken naar wie deze mensen in armoede zijn, laat ons even stil staan bij wat het betekend om arm te zijn in onze stad, laat ons even samen de verkeerde beeldvorming rond armoede bijstellen.
Armoede is als een octopus, met vele tentakels
Ik ben Stefaan, geboren in Gent, misschien een buurman, 26 jaar, sinds mijn 18 jaar alleenwonende, omdat het thuis moeilijk was met vader, moeder was lief.” “Toen ik 20 was ging ik samenwonen, na twee jaar stuurde zij mij wandelen, nu sta ik er alleen voor. Mijn kindje Sofie wordt morgen vier jaar, maar ik zie haar weinig, ze is geplaatst.”
“ Ik ben Katrijn, 24 jaar, uit Aalst. Mijn kindje Anais is 2 maanden. Via de politie vond ik Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor. Ik ben een slachtoffer van gezinsgeweld. Kan ik samen met mijn kindje enkele nachten bij jullie verblijven?” “ Ik ben Louis, 63 jaar, wonende in de Bloemekenswijk te Gent. De muren in mijn studio komen op mij af, ik ben eenzaam, niemand kijkt nog naar mij om. Mag ik tijdens jullie namiddagactiviteiten in Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor verblijven.”
“Ik ben Luc, 32 jaar, ik had een eigen bedrijf opgestart. Ik was slager van beroep, maar mijn zaak ging teloor toen mijn vrouw mij verliet. Nauwelijks besef ik nog dat ik leef. Weinig mensen kijken nog naar mij. Ik leerde leven met weinig geld, weinig voeding en gekregen kleding. Ik ben nu dakloos, mis liefde en genegenheid. Vaak stel ik me de vraag: waarom leef ik nog? Waaraan heb ik dat verdiend?”
“ Ik ben Lucas, 39 jaar. Ik woon in Aalter. Ik heb kanker en neem morfine, al mijn geld gaat naar medicatie, ik kan niet meer koken voor mezelf. Mag ik in jullie sociaal eethuis komen eten? Ik ben bang alleen, bang voor wat komen gaat...”
“Ik was een slechte vader, zeggen ze, juist zoals mijn eigen vader die dronk. Nu ben ik drie jaar op de sukkel. Ik doorkruiste vele wegen: drie maanden gevangenis, zes maanden psychiatrie, verschillende onthaaltehuizen, en nu zit ik weer op straat. Waarom heeft het leven nog zin?”
“Ik ben Guido, 57 jaar. Het enige wat ik heb, is mijn hond. Ik weet dat ik niet binnen kan met hem in jullie sociaal eethuis. Mag ik wel om wat voeding komen? Ik sta er alleen voor, mag ik toch een beetje bij jullie thuis komen...”
“ Ik ben Milan, 43 jaar, van Slovaakse afkomst, ik ben papa van zeven kindjes, samen met mijn kinderen en vrouw sta ik op straat, we leven in kraakpanden tussen ratten en ongedierte. Hebben jullie aub geen bed voor deze nacht? Mijn kinderen zijn onderkoeld en hebben honger, ik weet echt niet wat ik moet doen...”
“Ik ben Irene. Mijn man is ziek, we leven met weinig geld, het is koud in ons huis. Mogen wij bij jullie thuis zijn? Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor is mijn tweede thuis geworden, hier leerde ik inzien dat mensen van vreemde origine ook mensen zijn zoals wij. Wij delen in dezelfde miserie, samen thuis zijn leert ons samen leven...”
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Dagelijks worden wij geconfronteerd met de gevolgen van een foutieve beeldvorming rond armoede vandaag in onze maatschappij: ‘Armoede zit hem in de geldbeugel. Alle Roma uit Gent komen uit één dorpje in Roemenië. Alle daklozen in Gent zijn Roma uit Oost–Europa. Het Roma-probleem zou een Gents probleem zijn. Er zijn diverse oproepen om kleding te verzamelen voor de armen vandaag. De daklozen kunnen terecht in verschillende voedselpunten. Er worden nog steeds kilo’s chocolade, spaghetti, bloem, suiker en diepvriesproducten uitgedeeld, eveneens producten die niet meer verkoopbaar zijn; aan daklozen of mensen in armoede. Het is voldoende om mensen zonder papieren, vluchtelingen uit Europa of Belgische daklozen van onderdak en voeding te voorzien.’ Wij willen een authentiek een eerlijk antwoord geven vanuit onze dagdagelijkse werking. Armoede zit hem veelal niet in de geldbeugel. Er zijn maar enkele families Roemeense Roma in Gent, 80 procent van de Roma komt uit Slowakije en zijn totaal andere mensen. De start van een oplossing voor de Roma-zaak ligt duidelijk in de landen waar zij geboren zijn. Naast een nieuwe groep binnen de daklozen (nieuwe Europeanen, grote gezinnen die dakloos zijn) hebben we in Gent een grote groep jonge Belgen, tussen de 18 en 40 jaar, die geen vaste verblijfplaats hebben. Kleding is maar een heel klein deeltje van hun nood. Nochtans verdrinken de armoedediensten en kringloopwinkels erin. In de realiteit vinden de daklozen in Gent geen aangepaste voeding in de voedselpunten. Ze kunnen er onvoldoende terecht. Mensen in armoede en ook daklozen hebben nood aan gezonde voeding, daklozen hebben nood aan hapklare, bereide voeding. Opvang van daklozen en vluchtelingen moet steeds projectmatig gebeuren, vanuit een duidelijke structuur, gekoppeld aan begeleiding met het oog op integratie en menswaardige participatie. Het is een dringende zaak geworden om de beeldvorming rond armoede bij te stellen. Dak- en thuislozen hebben niets aan een traditioneel voedselpakket, ze hebben immers geen keuken in hun rugzak. Mensen in armoede hebben 1.000 dingen niet, ze hebben allen één ding wel. Het recht op mens zijn, het recht op waardigheid. Een verkeerde beeldvorming treft mensen in armoede in hun waardigheid. De vraag: ‘Wat zijn de noden van de armen vandaag?’ krijgt best een genuanceerd en correct antwoord. Anders nemen wij hen het enige af dat ze hebben: ‘hun waardigheid’. Beste mensen: “Wie zijn de armen van vandaag?” • • • • •
Verslaafden, vaak na mislukte of ontgoochelende behandeling. Gescheiden families, eenzaamheid en verdriet, een gebroken vrouw of man. Ex-psychiatrische patiënten of ex-gevangenen, vaak na ontslag thuisloos. Mensen die arm geboren zijn en ook arm zullen sterven, de generatiearmen. Nieuwe armen, mensen die het goed gehad hebben, maar door levensomstandigheden nu gebroken zijn, misschien geen dak meer boven het hoofd hebben.
35
• •
Daklozen, die enkele nachten op straat rondzwierven. Thuislozen, eenzame mensen, één kamer van 3 op 2, geen comfort, ingesloten. • Mensen die letterlijk op de vlucht zijn, gezinnen zonder een huis en een thuis. We zien op het terrein een duidelijke verschuiving van eenzaam naar dakloos. We zien op het terrein een vertienvoudiging van het aantal mensen die elke week op ons een beroep doen. Op vijf jaar tijd van 60 personen naar 700 personen die wekelijks op Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor een beroep doen. Aan de grote groep daklozen kan je uiterlijk niet zien dat ze dakloos zijn. We spreken over verborgen armoede, maar nu ook over verborgen dakloosheid. We zien de laatste maanden een grote toename van het aantal vluchtelingen uit Oost -Europa, vooral uit Oost - Slowakije. Wij zijn genoodzaakt om ons ook de vraag te stellen: “Wie zijn die daklozen, vandaag in onze stad”? 1. Jonge Belgische mannen en vrouwen tussen de 18 en 40 jaar die in geen enkel project op langere termijn binnen geraken om welke reden ook. Hun dakloos zijn is verborgen, je ziet het niet uiterlijk. 2. Gezinnen met heel veel kinderen, vooral uit Oost-Europa. 3. Mensen zonder papieren. 4. Belgische mannen en vrouwen die langdurig dakloos zijn. Zij kunnen hun dakloos zijn niet meer verbergen. Je ziet het uiterlijk. De eerste en de tweede groep zijn de laatste vijf jaar in aantal toegenomen. Het is onmogelijk om ‘de’ daklozen te typeren. Het gaat om een zeer gedifferentieerde groep mensen die om zeer uiteenlopende redenen dakloos geworden is. Het zijn enkel de twee laatste groepen die gekend zijn, deze groepen komen op regelmatige basis aan bod binnen pers en media, de eerste groep niet zichtbare daklozen wordt volgens ons totaal vergeten.
Graag pleiten wij dan in alle bescheidenheid maar wel in alle duidelijkheid voor een “Armoedebestrijding op nieuwe leest”. De daklozen binnen onze stad zijn volgens ons de echte armen. Op dit ogenblik komen zij binnen de armoedediensten onvoldoende aan bod. De verschuiving van eenzaam naar dakloos is een feit, de noden van daklozen zijn anders. Indien we hier geen rekening mee houden, treffen wij ook hen in hun waardigheid. Herstructurering dringt zich op. Diensten moeten evolueren. Structuren staan ten dienste van mensen en niet omgekeerd! Het is duidelijk dat er binnen de armoedebestrijding op dit ogenblik allereerst extra aandacht besteed moet worden aan deze vergeten groep daklozen binnen de vergeten groep armen. Mogen wij kerk en maatschappij oproepen om vanuit een eerlijk en authentiek antwoord op de vraag wie de armen zijn, zich duidelijk te engageren naar de vergeten groep daklozen? Mogen wij allen oproepen om mee te werken aan een nieuwe beeldvorming rond armoede? Armoedediensten mogen niet herdoopt worden tot containerparken, plaatsen waar eenieder zijn niet-bruikbare spullen komt dumpen. Vrijwilligerswerk is niet hetzelfde als werken in een beschutte werkplaats, daar wordt het nog al eens toe herleid. Mogen wij allen oproepen om mee te denken rond een structureel aanbod en een deskundige aanpak voor deze groep? Mogen wij vragen om een beleid uit te stippelen dat rekening houdt met alle daklozen en niet met één groep onder hen? Het gaat om een zeer gedifferentieerde groep. Mogen wij het ethisch bedenkelijk vinden indien armoedediensten in zee gaan met commerciële instellingen. De armoede van mensen wordt hier gebruikt als reclamestunt! Mogen wij ook enkele pijnpunten opsommen en de vinger in de wonde leggen? Wij vragen om in deze groep meer te investeren, zodat een structurele aanpak mogelijk wordt. Het is niet voldoende juist
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
genoeg te investeren om de naam van de dienst in leven te houden. Een dienst of structuur is geen doel op zich, maar een middel om de waardigheid van mensen te proberen garanderen. Wij blijven oproepen om voor deze groep gezonde voeding te voorzien in de vorm van hapklare maaltijden. Dagelijks komen er bij ons daklozen met diepgevroren voeding aankloppen met de vraag hun voeding te ontvriezen. Er is gewoon geen aangepaste voeding voor dak- en thuislozen. Het migratieprobleem, de overspoeling van Slowaakse Roma wordt niet opgelost door deze mensen te dumpen in kraakpanden en mensonwaardige huisvestingtoestanden en deze mensen dan te voorzien van voeding. Oproepen om deze mensen te huisvesten in containers zijn volgens ons totaal zinloos. Er zijn nog steeds onvoldoende plaatsen om op een menswaardige wijze de nacht door te brengen. Er zijn onvoldoende douchemogelijkheden. Gesterkt door onze dagdagelijkse ervaring bepleiten wij de noodzaak aan deskundigheid. Vanuit het recht op waardigheid, vinden wij dat daklozen het recht hebben om goed verzorgd te worden. Er is meer nodig dan een goed hart en een plaats op zolder. De verborgen dak- en thuislozen zijn ook niet gebaat met kleding alleen. We moeten dus dringend werk maken van een nieuwe beeldvorming rond armoede en stoppen met blinde oproepen tot extra solidariteit. Als armoededienst moeten wij structureel te werk gaan, anders schieten wij hun doel voorbij. Soms is het beter om dingen niet aan te bieden dan ze verkeerd te doen. Wij kunnen ons geen bloedarmoede permitteren binnen ons gestructureerd vrijwilligerswerk. Poging tot antwoord op migratie (vooral uit Oost-Slowakije): De sleutel om een antwoord op dit vraagstuk ligt duidelijk in de landen van herkomst. Ondertussen blijven mensen wel massaal hun landen van herkomst verlaten en hun intrek vinden in onze stad. Mogen wij pleiten voor een menswaardige aanpak op maat van elkeen? Arbeid en migratie moeten samengaan. Ieder mens heeft recht op onderwijs en medische verzorging, maar een vrijgeleide naar een leefloon is ook voor ons een brug te ver. Huisvesting en voeding voor deze groep is niet voldoende, begeleiding is een noodzaak. Dit vanuit waardigheid. Poging tot antwoord op voeding voor daklozen specifiek: Vanuit Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor bieden wij in ons inloopcentrum hapklare maaltijden aan, dit op vraag van de daklozen zelf. Elke werkdag geven wij 80 mensen een warme
maaltijd en onze broodjeszaak telt elke dag 160 belegde boterhammen. Mogen wij hier pleiten voor meer dergelijke initiatieven verspreid over de stad, hapklare maaltijden, specifiek voor daklozen. Dit vanuit waardigheid. Poging tot antwoord op vrijwilligersmanagement: Niet iedereen kan voor daklozen en armen zorg dragen. Vorige winter hebben wij als werking duidelijk gereageerd op de wilde oproepen tot extra solidariteit. Daklozen hebben meer nodig dan een zolder en een stukje brood. Gestructureerde en deskundige begeleiding is een noodzaak! Hierbij willen wij duidelijk zeggen dat het openstellen van loodsen, leegstaande openbare gebouwen, leegstaande kloosters of kloosterruimten schijnbaar een fantastische oplossing kan zijn als daarvoor in een competente en deskundige begeleiding voorzien kan worden. Want dak- en thuislozen hebben recht op een correcte begeleiding. Het openstellen van legerkazernes, kloosters of loodsen is volgens ons gewoon uitstel van executie, indien dit niet gekaderd wordt in een traject van begeleiding. Zonder deze begeleiding zijn wij hier duidelijk geen voorstanders van. De begeleiding die daklozen en vluchtelingen nodigen hebben, is een deskundige begeleiding, een begeleiding van nabij zijn op deskundige wijze. Jan met de pet kan dit niet. Ook dak en thuislozen hebben recht op een waardige begeleiding. Mensen die maatschappelijk gezien niet mee kunnen, mensen die zelf te veel problemen hebben, kunnen deze begeleiding volgens ons niet geven. Vanuit Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor vinden wij dat vrijwilligers die werken met en voor mensen een zeker basis deskundigheid moeten bezitten om de waardigheid van de mensen die op ons een beroep doen te bewaren en te verzekeren. Niet iedereen kan dit, wij zijn geen beschutte werkplaats waar mensen een zinvolle dagbesteding kunnen vinden door voor anderen zogezegd zorg te dragen. De conclusie is hard en helder: iedere vorm van liefdadigheid die – minstens bij de organisatoren van de hulp – niet stoelt op deskundigheid dreigt zijn doel te missen. De armoedebestrijding moet zowel vanuit de overheid als vanuit de private initiatieven op een nieuwe leest worden geschoeid. Daarbij moet veel meer worden geïnvesteerd in de armen van vandaag, de daklozen. Er moet veel meer worden geïnvesteerd in vorming, opleiding en het deskundig coachen van vrijwilligers. Een vernieuwd vrijwilligersmanagement dringt zich op. Laat ons ook samenwerken aan een vernieuwde realistische beeldvorming rond armoede, want 90 procent van de mensen rondom ons weet niet wie de armen vandaag zijn, 90 procent van de mensen weet niet wat de noden van de armen vandaag zijn. Met andere woorden, investeren in mensen en niet alleen in structuren, dit met één doel voor ogen: ‘Het respecteren van
37
de waardigheid van alle mensen, specifiek de armen en daklozen.’ Alleen op die manier kan één van de ergste maatschappelijke abcessen op een efficiënte manier worden bestreden. Hier willen wij dan ook ons nieuw project voorstellen. Vanuit het principe van waardigheid willen wij starten met onze zoektocht naar extra centen. Graag zouden wij een sociaal assistent aannemen die onze werking in zijn totaliteit mee ondersteund en start met de uitbouw van een eigen sociale dienst. Enige tijd geleden waren wij met twee vrijwilligers van ons huis aanwezig bij onze collega broeders in Washington DC. Een van onze broeders werkt daar in de organisatie SOME - So Others Might Eat, die dagelijks voor meer dan 1.000 daklozen een maaltijd voorziet. De naam van deze organisatie geeft precies weer wat wij bedoelen rond voeding en daklozen: ‘Wat anderen ook zouden eten’, met andere woorden wij geven enkel door wat we zelf zouden op eten, dit vanuit waardigheid. Bij de opening van onze broodjeszaak bleek nog eens hoe moeilijk het is om hier over te communiceren. Werken rond beeldvorming rond armoede is een moeilijke zaak, wij willen ons steentje bijdragen, maar kunnen het zeker niet alleen. Vandaar onze oproep aan iedereen om hierover samen rond te werken. Wij ervaren dagelijks dat de zonering tussen de verschillende voedselpunten in de stad Gent voor daklozen een probleem is. Vele daklozen vallen door dit systeem door de mazen van het net omdat ze geen adres hebben. De aard van de voeding is ook voor daklozen een probleem, omdat ze geen keuken in hun rugzak hebben en dus met basisproducten als bloem en suiker weinig zijn. Als Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor stellen wij dus duidelijk de zonering van de voedselpunten in vraag en roepen op om samen na te denken rond daklozen en voeding. In de kranten verscheen begin september ons verhaal en onze oproep, maar het woord voedselpunt werd vervangen door voedselbank. Laat het ons heel duidelijk stellen: ‘de voedselbank Oost-Vlaanderen’ heeft als vrijwilligersorganisatie niets te maken met de zonering die wij wensen in vraag te stellen. Als vrijwilligersorganisatie zijn wij dankbaar voor alles wat anderen voor ons doen en ons schenken. In het bewuste artikel in de Gentenaar ging het duidelijk om een oproep van ons aan alle particulieren die ons voeding schenken die over datum is. Vanuit de eigenheid van onze congregatie vinden wij dat hospitaliteit en waardigheid hand in hand gaan. Als Broeders van Liefde proberen wij de gastvrijheid of hospitaliteit binnen Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor verder te ontwikkelen vanuit de volgende doelstellingen: Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor, een thuis voor zij die er één missen, een hedendaags signaal tegen verzuring... In alles wat we ‘doen’, proberen wij er op de eerste plaats te ‘zijn’.... Wij wensen het adagium van Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor te herhalen: “Als Broeders van Liefde stellen God en de mens centraal, wij zijn het onszelf verplicht om op te komen voor de waardigheid van ons allen, met een knipoog naar onze stad Gent waar er een goed sociaal beleid gevoerd wordt.”
Waardigheid, dignity, waardigheid en dignity.
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
39
Vrijwilliger zijn in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor is vrijwillig maar niet vrijblijvend
verbonden
is maar niet gebonden is gestructureerd maar niet wettisch
deskundig
is maar niet over professioneel
ja
is blijven zeggen ondanks het feit dat wij 1000 redenen hebben om neen te zeggen is onbetaalbaar maar niet te koop is
positief denken is positief doen
goed gevoel
met als enig doel voorjezelf en de ander een . Van uit waardigheid een hedendaags signaal om verzuring tegen te gaan, een
thuis
voor onszelf en voor wie een thuis mist. Vrijwilliger zijn in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor, vertrekt vanuit de waardigheid van zij die op ons beroep doen. Werner Van de Weghe, aangesloten lid Broeders van Liefde, coördinator Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor.
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Verborgen armoede in Gent…
41
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Verborgen armoede in Gent…
43
identiteit
Op zoek naar een christelijke binnen Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor, met vallen en opstaan, een waarlijk Tabor-Gebeuren. Binnen Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor werden op verschillende vergaderingen met onze vrijwilligers vragen gesteld naar onze christelijke identiteit. De vrijwilligers worden opgeroepen om binnen onze werking zorg te dragen voor de horizontale- en de verticale dimensie van ons werk in onze thuis ‘Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor’. Wat houdt deze verticale dimensie in? Wat maakt onze thuis tot een christelijk thuis? Deze paper is het resultaat van ons samen denken, samen reflecteren rond deze vragen. Je kan dit schrijven lezen als een poging om één van onze doelstellingen verder uit te diepen. Het is geen theoretische bezinning. Onze christelijke identiteit maakt ons tot wat we zijn, elke dag opnieuw. Vanuit een hedendaagse realiteit, vanuit een hedendaagse kijk op armoede, mens onder de mensen zijn, herder als God, trooster voor groot en klein zo lief als God.
Een eigen identiteit:
We kiezen ervoor een huis met lage drempel te zijn. Geen dossiers en verplichte ondervragingen. Dit houdt onder andere in dat het project niet gesubsidieerd wordt. Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor omvat een inloopcentrum (9u - 16u) met een sociaal eethuis voor 120 mensen, heeft een broodjespunt voor daklozen, heeft een kleinschalige verblijfsfunctie (vorm van begeleid wonen naar vluchtelingen ‘24 personen’ en acute nachtopvang ‘22 personen’) en biedt elke vrijdagavond vanuit zijn spirituele gemeenschap een viering aan. Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor is een kleinschalig project met een familiaal karakter, een plaats waar mensen mens voor mensen mogen zijn. Heel wat mensen komen binnen de gestructureerde zorgverlening niet aan bod. Voor hen is de weg naar de instelling te lang en de drempel te hoog. Armoede is vaak een onzichtbaar en moeilijk beschrijfbaar fenomeen. We kunnen het erover eens zijn dat armoede bestaat,
ook al wordt ze niet gezien en is ze moeilijk te definiëren. De vraag van onze mensen kan omschreven worden: Aanvaard ons zoals we zijn, zodat we uit de ontmoeting de kracht putten om opnieuw met onze mogelijkheden en beperkingen te kunnen functioneren binnen de maatschappij.
Hedendaagse visie:
In Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor leven en werken we vanuit de visie dat elke mens recht heeft op respect en op een menswaardig leven. Dit uitgangspunt heeft als direct gevolg dat de geboden hulp niet betuttelend mag zijn, maar gericht op het creëren van betere levensperspectieven voor de mens in armoede. Kansarmoede heeft als hoofdkenmerk het gelijktijdig samengaan van achterstellingsfactoren op alle essentiële levensdomeinen. Kwalitatieve basishulp moet dan ook veelzijdig zijn: individuele begeleiding op maat gaat samen met bemiddeling, doorverwijzing, samenwerking en netwerkvorming. Mensen in precaire levensomstandigheden moeten de mogelijkheid krijgen om tot rust te komen. Het creëren van kansen op ontmoeting in een bemoedigende omgeving kunnen een eerste aanzet vormen tot het doorbreken van het maatschappelijke isolement en tot maatschappelijke (re-)integratie en participatie. Elke kans dient aangegrepen te worden om mensen in armoede te bevestigen in hun waardigheid. Zo verhoogt hun zelfbeeld. Groepswerking en samenwerking ondersteunen en versterken de stem van de mens in armoede, tot ze klinkt op alle beleidsniveaus. Wat wordt er in Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor verwacht van de vrijwilligers? 1. “Er zijn” voor mensen. Tijd vrijmaken. Een groot hart
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
hebben voor medemensen in nood. Communicatievaardigheid. 2. Discretie (respect voor het toevertrouwde). 3. Samen zorg dragen voor de horizontale - en de verticale dimensie van ons werk in Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. 4. Meedenken rond de verdere uitbouw van onze thuis in Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor. Bijdrage leveren in onze zoektocht naar extra vrijwilligers en fondsen. Aanwezigheid bij ons jaarlijks groot evaluatiemoment. Onze doelen zijn mooi geformuleerd, onze eigenheid is omschreven. We weten wat we verwachten van onze vrijwilligers. Maar wat maakt ons binnen onze eigenheid christelijk? Waarom noemen wij ons een christelijk project dat een thuis wil creëren voor hen die er één missen? Om op deze vragen een antwoord te proberen geven, denken wij dat het noodzakelijk is om te gaan kijken naar onze ontstaansgeschiedenis, naar het waarom wij in het leven geroepen zijn. Deze ontstaansgeschiedenis moeten wij durven toetsen aan de hedendaagse realiteit. Het werd een zoektocht met vallen en opstaan, een waarlijk Tabor - Gebeuren. We lieten ons inspireren door drie verhalen om zo vanuit onze ontstaansgeschiedenis een hedendaags antwoord te proberen formuleren... 1. Kerk aan de rand...
2. Een stem uit de hemel... Mt.17, 1-13
3. Het verhaal van de bootvluchtelingen...
1. K(k)erk aan de rand -
K(k)erk in de stad
De stad
In de stad willen de mensen zijn. Ze zoeken er werk en welvaart, geluk, ontspanning en vertier. In de stad wordt gebouwd en gesjouwd, mensen hollen en draven, heen en weer. Er is van alles te krijgen en te beleven. Je vindt er de laatste nieuwe snufjes, de gekste ideeën, de mooiste hoekjes, de boeiendste spektakels, de lekkerste hapjes. In de stad is er licht en warmte. De stad is een centrum van macht en kennis, van rijkdom en nieuwe mogelijkheden. In de stad willen de mensen zijn. De rand van de stad
Aan de rand van de stad schilferen de huizen af en zijn de voetpaden hobbelig. Aan de rand van de stad vinden we nog steeds bouwvallige huizen, kraakpanden en flats vol eenzaamheid en mensonwaardige toestanden. Verlaten werkplaat-
sen en krottige woningen worden schaars verlicht. Aan de rand van de stad hokken allerlei mensen samen. Belgen en niet-Belgen, met papieren en zonder papieren, gelovigen en ongelovigen, rijken en armen, eenzame mensen, daklozen en thuislozen, mensen op de vlucht. Zij die afkomen op de geur en de glans van de stad, soms van heel ver, uit een arm vaderland. Zij ook die elders uit de boot gevallen zijn, of die schipbreuk leden. Mensen onderweg of op de vlucht, zoeken in de randstad een goedkope haven of een anoniem onderkomen, een thuis om te overleven, een thuis om gelukkig te zijn. Er zijn er zovelen die, door mensen of door omstandigheden, naar de marge van de samenleving gedreven werden. Aan de rand van de stad vinden we de marginalen van onze maatschappij bijeen. Kerk aan de rand van de stad Aan de rand van de stad tref je ook de kerk aan. Zij bevindt zich ‘aan de rand van de stad’ in meer dan één opzicht. De kerk is in haar geheel een randverschijnsel geworden in onze samenleving. Niet alleen in de randstad, maar ook in het centrum van de Stad van de Mens is de kerk - en zijn de christenen - marginaal. De kerk is ook aanwezig aan de rand van de stad omdat daar, een lange of korte tijd geleden, grote parochiekerken werden gebouwd in een poging om de stad te kerstenen. Veel parochies hebben een groot verleden. Welke toekomst zullen zij maken? En je hebt ook de kerk die kiest voor de rand. Een kerk die niet alleen het centrum maar ook de gevestigde parochiestructuur durft verlaten. Omdat ze zich gezonden weet door een Heer die zelf is uitgegaan naar mensen aan de rand, door een Christus, die zelf aan de kant werd gezet. Nu heel onze samenleving verstedelijkt is en geseculariseerd zal de kerk - en zullen de christenen - zich moeten bezinnen over haar plaats ‘aan de rand van de stad’. (Naar Paul Van Puyenbroeck)
45
2. Een stem uit de hemel Mt 17, 1-13
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: “Heer het is goed dat wij hier zijn. Als u wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor u, een voor Mozes en een voor Elia.” Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: “Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!” Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: “Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn.” Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen. Toen ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: “Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.” De leerlingen vroegen hem: “Waarom zeggen de schriftgeleerden toch dat Elia eerst moet komen?” Hij antwoordde: “Elia zou inderdaad komen en alles herstellen. Maar ik zeg jullie dat Elia al gekomen is; ze hebben hem alleen niet herkend, en ze hebben met hem gedaan wat ze wilden. Zo zal ook de Mensenzoon door hun toedoen moeten lijden.” Toen begrepen de leerlingen dat hij op Johannes de Doper doelde.
3. Het verhaal van de bootvluchtelingen
Eens gebeurde het... Mensen spoelden letterlijk aan, mensen op de vlucht, mensen die alles achter lieten en hun toevlucht in een vreemd land gingen zoeken. Sommigen overleefden de overtocht per boot, anderen niet. Menselijk leed, uitgehongerde mensen, mensen ontdaan van hun menselijkheid, overleven... Op de vlucht met de boot, snakkend naar een menselijker bestaan, snakkend naar recht om mens te zijn, snakkend naar een echte thuis. Mensen werden getroffen door het leed van de bootvluchteling, mensen waren bereid om hen te helpen, om hun leed te verzachten, al dan niet in navolging van de Levende. Vrijwilligers gingen de bootvluchtelingen redden, redden van de verdrinkingsdood! Omdat het officieel kader niets deed of niets kon doen, deden deze vrijwilligers dit gratis, belangeloos en voor niets. Men begon op het strand deze vluchtelingen te verzorgen, hen eten te geven, in schamele hutjes en tenten hen onderdak te geven. Na een poosje stroomden de vrijwilligers toe om hun steentje bij te dragen. Het belangeloze engagement inspireerde anderen om zich ook in te zetten. Men bouwde een volwaardig sociaal eethuis, de acute nachtopvang werd georganiseerd, men richtte een sociaal praat-café in, na enige tijd kon men met officiële subsidies een kringloopwinkel oprichten en nog wat later werd de gestructureerde sociale dienst geboren. Wat was men druk bezig met zich te engageren voor de armen. Vanuit het vrijwilligersengagement was men zeer druk bezig met bouwen en structureren. De bootvluchtelingen bleven komen, maar men vergat om ze te redden uit het water. De vluchtelingen verdronken terwijl mensen aan het structureren en bouwen waren. Na een poosje merkten anderen dit op en ze begonnen terug, iets verder op het strand met het bouwen van schamele hutjes en het oprichten van tenten om deze vluchtelingen te verzorgen, hen eten te
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
geven, een luisterend oor voor hen te zijn, om voor hen mens voor de mensen te zijn, herder als God, trooster voor groot en klein, zo lief als God.
K(k)erk aan de rand, vandaag, 2012. Moeten wij ons vandaag als christenen laten verdrijven naar de rand, moeten wij ons laten marginaliseren? Neen, duidelijk neen. Wij moeten zelf kiezen, heel bewust kiezen voor die rand. Een duidelijke keuze om K(k)erk aan de rand te zijn. Wij mogen dit niet ervaren als iets dat ons opgedrongen wordt; we moeten vanuit onze eigenheid en vanuit ons fundament die keuze zelf bewust maken. 2000 jaar geleden is de Levende voor ons bewust gestorven en nadien verrezen. Het zijn niet de mensen die Hem dit opgedrongen hebben, het is Jezus zelf die heel bewust deze keuze gemaakt heeft. Hij is voor ons gekruisigd, gestorven en verrezen. Hij is ons fundament die ons dagdagelijks laat G(g)emeenschap vormen met de armen. Met andere woorden de armen zijn de K(k)erk! De sociale sector, de vrijwilligersdiensten, de gelovige gemeenschappen worden vandaag geconfronteerd met heel veel bloedarmoede. Te veel taken en te weinig dragende krachten. We worden nog steeds geconfronteerd binnen onze diensten met mensen die ‘hun hemel komen verdienen’, met mensen die caritas totaal verkeerd invullen en een middeleeuwse visie rond armoede hanteren. Soms zien we dat we maatschappelijk geïsoleerd worden omdat het christelijke soms nog vereenzelvigd wordt met het onstabiele, ouderwetse, zuiver caritatieve. ‘Gelukkig dat er armen zijn, dan kunnen wij goed werk doen!’ We horen soms zeggen: “We profileren ons niet meer christelijk omdat we anders niet meer au sérieux genomen worden.” Wij vinden het noodzakelijk om vanuit een hedendaagse visie rond armoede ons nog steeds duidelijk christelijk te profileren. We moeten proberen om aan de bloedarmoede iets te doen, desnoods onze activiteiten te beperken. Beter enkele zaken goed doen, dan vele zaken half. Wat we niet goed kunnen doen, doen we beter niet. Deskundigheid en inspiratie moeten samengaan. We denken dat de K(k)erk een bescheiden rol is weggelegd in de marge van de samenleving, maar het is fundamenteel dat onze K(k)erk daar zelf bewust voor kiest. Op deze wijze kan de K(k)erk, au sérieux genomen worden op maatschappelijk vlak en toch mens voor de mensen zijn, herder als God, trooster voor groot en klein, zo lief als God. Dit in navolging van Jezus, de Christus! De eerste stap in dit proces is zelf erkennen dat er bloedarmoede is en ons als christenen gaan bezinnen over onze bescheiden rol aan de rand van de samenleving. Wij pleiten dus voor de gulden middenweg; vertrekkend vanuit onze inspiratie, onze deskundigheid ontwikkelen, binnen een soepele
structuur die ons niet wegdrijft van de echte armen. Onze kansarmoedewerkingen zijn opgericht omdat velen door de mazen van de officiële structuren vielen. Durven wij de vinger in eigen wonde leggen? Durven wij erkennen dat na al die jaren onze diensten soms overgestructureerd zijn? Dat de armen ook door de mazen van onze netten vallen? Dat er reeds mensen bezig zijn met hutjes bouwen voor hen die aan het verdrinken zijn. Met andere woorden dat wij de echte armen niet altijd meer bereiken, dat onze structuur en eigen wetgeving ons hinderen? Wij zijn er ons van bewust dat elke dienst een structuur moet hebben, anders overleef je als dienst niet. Maar deze structuur moet dienen als een kapstok om ons aan recht te houden, niet als een stok om mee te slaan. Kunnen wij ons zelf in vraag stellen, of zitten we vast in zelfbehoud? Durven we waarlijk mens onder de mensen zijn en dit in navolging van de Levende? Zou hier onze christelijke identiteit niet tastbaar worden? Durven wij ons de vraag stellen: ‘Wie zijn de echte armen vandaag?’ Durven wij ons ook de vraag stellen: ‘Wat kunnen wij als vrijwilligersdienst aan?’ Kunnen wij dan samen-K(k)erk-vormen vanuit een eerlijk en authentiek antwoord op deze vragen? Indien we onze bloedarmoede gaan erkennen en de vinger in eigen wonde durven leggen, zullen we in staat zijn om onze plaats aan de rand te vinden. Om een waarachtige kerkgemeenschap te vormen, daar aan de rand, samen met de Levende Heer in de armen. Indien we onze ogen openen, moeten we eerlijk erkennen dat er reeds een nieuwe groep gelovige vrijwilligers ontstaan is, een groep mensen die de echte armen die aan het verdrinken zijn, eten geeft naast een gevestigd sociaal eethuis; een groep mensen die de kosten draagt van vluchtelingenfamilies, ondanks dat de sociale dienst dit niet goedkeurt; een groep mensen die onderdak verleent omdat de acute nachtopvang in het weekend gesloten is. Laat ons toe om te zeggen dat deze groep mensen nog al eens gelovige mensen zijn? Zit hier onze christelijke eigenheid niet in? We hebben soms meer dan 1000 redenen om de armen niet te helpen vanuit onze diensten. Wij denken dat onze christelijke eigenheid juist hier in zit, dat wij ondanks deze 1000 redenen deze mensen, de echte armen, te helpen en bij te staan, en dit in navolging van de Levende. Onze christelijke identiteit zit hem niet enkel in ons gebed voor de zoveelste vergadering; zit hem niet in ons bidden voor het eetmaal, zit hem niet in onze jaarlijkse bedevaart naar Lourdes - Oostakker. Onze christelijke identiteit zit hem in onze keuze voor de allerarmsten, ondanks alles, onze bewuste keuze om zelf kerk aan de rand te zijn. Dit zal een proces van vallen en opstaan worden, wetende dat de plaats van de K(k)erk niet alleen bovenaan de berg zal zijn. Werner Van de Weghe
47
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Caritas
Z
ij die dachten dat daklozen en straatkinderen alleen in bepaalde zuiderse landen voorkomen, kwamen verkeerd uit toen de winter in Europa hard toesloeg. Plots was daar een groep die voorheen als vergeten leek. Onverwachts kwamen ze zelfs op de politieke agenda, en sommige politieke partijen staken de schuld in de schoenen van de overheid omdat deze in betere tijden, dus wanneer het minder koud was, hen als niet bestaande beschouwden. Hoe kouder het buiten werd, hoe heter de topic van de daklozenopvang werd. Maar wat zal er gebeuren als de lente weer in het land komt, en het gevaar om dood te vriezen opnieuw voor een aantal maanden geweken is? Dat gevaar zal zijn geweken, maar de daklozen en de straatkinderen zullen nog altijd hun toevlucht zoeken in portalen, in leegstaande panden, in stations en op de banken van de stadsparken. Maar ze zullen verdwenen zijn van de politieke agenda, en in de media zal men er niet meer over schrijven. Men moet dus in doodsgevaar zijn, of een smet dreigen te worden op het blazoen van de openbare orde om enige maatschappelijke aandacht te verkrijgen, een aandacht die echter tijdelijk is en zeer vergankelijk.
in de vrieskou
Een paar elementen komen hier op de voorgrond die om een reflectie vragen. Blijkbaar bouwen we een maatschappijbeeld op dat geacht wordt geen marginalen te tellen, geen asielzoekers, geen straatkinderen noch daklozen, en leeft diep in ons de overtuiging dat wie tot die categorie behoort eigenlijk de hand in eigen boezem moet steken en maar de gevolgen van zijn gedrag moet dragen. Men moet dus maar zien dat men mee kan in de maatschappij, men moet maar in zijn land blijven en niet op de vlucht gaan, men moet maar zien dat men een dak boven het hoofd heeft en dat men als kind mooi thuis blijft. De realiteit is echter anders, grondig anders, en dat is de eerste les die we eruit moeten trekken: een maatschappij als de onze die zo op economische vooruitgang is gesteld, zal altijd mensen aantreffen die uit de boot vallen en waarvoor in de normale sociale zekerheidssystemen niet onmiddellijk in een plaats voorzien is, en zal ook altijd mensen van buiten aantrekken die, als het ware verblind door de glitter, naar betere oorden afzakken. Vergeten we de tijd dat er ook uit Vlaanderen boeren en anderen naar Canada,
Amerika en Zuid-Afrika trokken om hier uit de dreigende armoede te ontsnappen? Werden ze er ook eerst voor een lange periode in asielcentra en transitcentra ondergebracht en dan als uitgeprocedeerden naar hun land van herkomst teruggezonden? Het hele probleem van de asielzoekers, van de daklozen, van de straatkinderen, en we kunnen er nog een aantal categorieën aan toevoegen, is materie voor de politieke agenda in een maatschappij als de onze en niet alleen wanneer het buiten vriest of wanneer de media bepaalde politici rode kaken doet krijgen ( niet van de kou, maar van schaamte). Het blijft immers een gegeven: een maatschappij toont haar humaniteit in de wijze waarop ze omgaat met haar marginalen, met de armsten. En het is aan die maatschappij en haar dirigenten om structurele maatregelen uit te werken om een duurzame en vooral menswaardige oplossing te vinden voor deze problemen. We beseffen dat dit nooit gemakkelijk zal zijn, en dat er steeds individuen of groepen zullen zijn die er niet zullen bijhoren, maar dat garandeert juist dat er wel altijd sociale aandacht nodig zal blijven bij het opstellen van de politieke agenda’s, op alle niveaus. Zouden we dat
49
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
de altruïstische noot kunnen noemen die op geen enkele agenda zou mogen ontbreken? Iemand sprak over een geïmproviseerde naastenliefde, van sentimentele caritas bij de overheid die nu plots de kop opsteekt (Stefan Hertmans in zijn opiniestuk in De Morgen). Steeds gaat het over de vraag of er een tegenstelling hoeft te bestaan tussen het heel concreet meeleven met een noodsituatie en die proberen momentaan te verhelpen en het zoeken naar meer structurele oplossingen. Eigenlijk moeten ze hand in hand gaan, en zolang er geen structurele oplossing is gevonden, zal er voor de geïmproviseerde naastenliefde ruimte moeten zijn. Ja, misschien zelfs op een structurele wijze! Iedere hulpverlening, van welke aard ook, zal steeds moeten inspelen op een acute nood en daar alle energie in steken om die zo vlug als mogelijk te verhelpen, maar zal tegelijk ook op zoek moeten gaan hoe aan die nood een meer duurzaam antwoord te geven, en, in het beste geval, omstandigheden te creëren waarbij de nood definitief wordt opgelost. Het valt op dat voor de meer structurele oplossingen meestal in de richting van de overheid gekeken wordt, terwijl voor de zogenaamde noodhulp heel dikwijls in een eerste instantie een beroep wordt gedaan op de goodwill en de inzet van individuen en private groepen. Dat was en is bij de nachtopvang van de daklozen opnieuw het geval. Op zich is dat niet verkeerd, op voorwaarde dat bij beiden de reflex van de andere aanwezig is: zij die geroepen zijn om structurele oplossingen te zoeken, moeten ook aandacht en dus middelen hebben om aan noodhulp te doen, en zij die aan noodhulp doen, moeten bereid zijn mee te zoeken naar meer structurele oplossingen, waarvoor zij meestal zeer goed geplaatst zijn omwille van hun terreinkennis. Hier ontstaat een maatschappijbeeld waar de overheid en het private initiatief de handen in mekaar slaan om de humaniteit van deze maatschappij te verhogen, door samen te zorgen voor de meest hulpbehoevenden via directe hulp, via financiële ondersteuning van de hulpverlenende intitiatieven en via het samen op zoek gaan naar meer structurele oplossingen. In een maatschappij waar dit ideaal model wordt bereikt, zal er nog steeds ruimte moeten blijven voor
de heel directe hulp bij onverwachte, onvoorspelbare en onopgeloste noodsituaties en zal men er steeds moeten blijven over waken dat deze en iedere hulpverlening ook een menselijk gelaat behoudt. De geïmproviseerde naastenliefde zal nooit volledig verdwijnen, en daarom is het goed dat er groepen blijven die alert blijven en stand-by om die noodgevallen op te vangen. En het zullen die groepen zijn die de caritas in de echte zin van het woord zullen beleven en voorleven in de zin zoals dit zo sterk is uitgedrukt in de encycliek “Deus Caritas est”: “Er is geen rechtvaardige staatsvorm die de dienst van de liefde overbodig zou kunnen maken. (...) Er zullen altijd situaties van materiële nood zijn, waarbij hulp in de zin van concrete naastenliefde nodig is. De totale verzorgingsstaat die alles naar zich toetrekt wordt uiteindelijk een bureaucratische instantie, die het wezenlijke niet kan geven wat de lijdende mens – iedere mens – nodig heeft: liefdevolle persoonlijke aandacht. We hebben geen behoefte aan een alles regelende en beheersende staat, maar aan een staat die, volgens het subsidiariteitsbeginsel, edelmoedig initiatieven erkent en steunt, die uit de verschillende maatschappelijke krachten voortkomen en spontaniteit verbinden met het nabij zijn van de mens die hulp nodig heeft” (nr. 28). En even verder lezen we: “Achter de bewering dat rechtvaardige structuren de liefdadigheid overbodig zouden maken, gaat in feite een materialistisch mensbeeld schuil, een overtuiging die de mens verlaagt en juist het specifiek menselijke miskent.” Concreet vertaald naar het daklozenbeleid klinkt het dan dat deze man of vrouw aan de deur meer nodig heeft dan een bed om de nacht door te brengen. En dat meer is dan een medemens die hem of haar in zijn of haar menswaardigheid eerbiedigt, bevestigt en herstelt. De meer structurele oplossing neemt een aanvang wanneer men een geval gaat zien als een medemens en zich medeverantwoordelijk gaat voelen voor het welzijn van die medemens. Dat is naastenliefde in de meest letterlijke zin van het woord en dit moet het hart blijven van iedere vorm van hulpverlening. Br. dr. René Stockman Generale overste Broeders van Liefde
51
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Daklozen
en voeding/hygiene/gezondheid
Vanuit Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor proberen wij als vrijwilligersgroep een antwoord te geven op de vragen, noden van daklozen vandaag bij ons in Gent. Noden: 1. Nood aan een slaapplaats (acute nachtopvang en begeleid wonen) 2. Nood aan gezonde, hapklare voeding ( warme maaltijden en broodjespunt specifiek voor dak en thuislozen) 3. Nood aan een douche (gratis douchen in ons inloopcentrum) Aangezien wij echt overspoeld worden, pleiten wij voor het uitbreiden van het aantal douchemogelijkheden in Gent. Liefst verspreid over Gent. Naar gezondheid toe ervaren wij de samenwerking met het wijkgezondheidcentrum De Kaai als zeer positief. Wij pleiten ook dat er vanuit de Stad degelijk nagedacht zou worden over ‘daklozen en voeding’. Wij zijn er van overtuigd dat daklozen in onze stad onvoldoende aan bod komen binnen de bestaande voedselpunten. Wij pleiten dus voor voedselpunten waar er specifiek voor daklozen gewerkt wordt. We zien op het terrein dat daklozen door de mazen van de structuur van bestaande voedselpunten vallen om diverse redenen. 1. Aard van de voeding. 2. Wijze van bedeling. 3. Wie de daklozen zijn? 4. Zonering. Extra investeringen zouden moeten gaan naar ‘specifieke voeding voor daklozen’ en niet naar algemene voedselpunten. Het wordt tijd dat de vergeten groep daklozen binnen de groep armen ook eens specifiek aan bod komen als het gaat rond ‘gezonde voeding’! Enkele principes: 1. Het gratis verhaal is een nefast verhaal. 2. Steeds vertrekkend vanuit de visie ‘so others might eat’, ‘zoals anderen ook zouden eten’. 3. De armoede rond voeding zit hem op de eerste plaats in ‘hoe omgaan met voeding’ en niet in het ontbreken van voeding. 4. Voeding is een heel klein onderdeel van een totaal pakket ‘Hulpverlening’. Voeding moet steeds gekaderd zijn in een traject van begeleiding. Met andere woorden: Laat ons stoppen met zaken en voeding gratis uit te delen omdat wij ze gratis gekregen hebben.. Laat ons stoppen met het dumpen van kilo’s suiker, chocolade en dergelijke. Laat ons stoppen met het verdelen van ‘de overschotten’, die anderen niet meer wensen. En laat ons een voedselpunt specifiek voor dak- en thuislozen creëren waar wij zelf zouden gaan eten. Laat ons maar investeren in voeding. Enkel wat wij zelf zouden op eten is goed genoeg voor een voedselpunt, en ook voor een voedselpunt specifiek voor daklozen. Wij staan voor 100% achter de ecologische gedachte van een kringloopwinkel. De recyclage gedachte en het hergebruiken van goederen is een duidelijke meerwaarde. Maar dit principe kan en mag niet gehanteerd worden indien het gaat om voeding. Laat ons dus duidelijk stoppen met het recycleren en hergebruiken van voeding. Een voedselpunt voor armen en ook een voedselpunt voor daklozen mag geen punt zijn waar men resten en overschotten verdeeld.
53
Wij pleiten voor een extra broodjeszaak voor dak- en thuislozen aan de andere kant van de stad. Een voedselpunt dat vertrekt vanuit de daklozen en hun noden en niet vanuit het aanbod overschotten van het moment. Een voedselpunt waar men mensen in hun ‘waarde’ laat. 1. Met de nadruk op gezonde voeding. 2. Met de nadruk op verse voeding 3. Met de nadruk op lekkere voeding 4. Hapklaar en Gezond Volgens deze principes wordt er gewerkt in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor. Wij hebben ons grondig geherstructureerd en proberen op deze wijze ook te werken om de foutieve beeldvorming rond armoede en vooral rond daklozen bij te stellen. Werner Van de Weghe
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
In Memoriam Mysterie Om te beginnen is er niets dan het mysterie van het leven onzichtbaar en onwerkelijk als liefde en lijden voelbaar en alledaags zo leef ik steeds meer om te eindigen met niets dan sterven dat vol is van herinnering en nieuw beginnend leven mysterie onzichtbaar en onwerkelijk Br. Jos Rossini, Broeder van Liefde Overleden te Jambes op 28 maart 2011 Broeder Jos trad binnen in het noviciaat van de Broeders van Liefde in het jaar 1989, hij legde zijn geloften af op 15 augustus 1991. Na zijn noviciaat nam hij zijn intrek in zijn ‘geliefde Dave’. Hij was er werkzaam in onze psychiatrische instelling. Na enkele jaren ging hij dit werk doen in Zelzate om vlug terug te keren naar zijn Dave. Hij was er graag gezien. Broeder Jos ging werken in Sauverdias, ons ‘broerhuis’ in Jambes. Zijn hart klopte voor arme mensen, hij was dan ook heel blij dat hij Broeder Henri kon helpen met het uitbouwen van Sauverdias. Doorheen de jaren bleef Broeder Jos ook vriend aan huis in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor. Hij kwam er graag over de vloer en wij bij hem in zijn geliefde Dave. In de vooravond van ons 25-jarig bestaan kregen wij heel onverwachts te horen dat onze vriend en collega was heen gegaan. Broeder Jos straalde de eenvoud en gastvrijheid uit. Wij zijn fier om zijn medebroeder te mogen zijn. Broeder Jos ligt begraven op ons sfeervol kloosterkerhof op zijn rots te Dave, de rots waar we samen honderden wandelingen maakten. Beste Jos, in alle vriendschap, voor altijd en nog veel veel langer. Werner en Ruth Van de Weghe-Rogiers
55
Spiritualiteit
steksten
Voortdurend geconfronteerd worden met Hem Het geloof is dood, er is geen plaats meer voor religie. Er is geen geloof meer aanwezig bij jongeren van deze tijd. We leven in een maatschappij van hollen en draven. Time is money! En toch... Carrière maken, het recht van de sterkste. En toch... Meelopen in een kuddementaliteit, de grootste zijn, de beste zijn, de rijkste zijn, de mooiste zijn, de slimste zijn, blijven presteren om aanzien te krijgen en zorgen dat ‘wij’ het hoofd boven water houden. En toch... En toch worden wij voortdurend geconfronteerd met Hem. Hij blijft ons allen oproepen. In deze tijd, in deze maatschappij is Hij aanwezig als een blijvende getuigenis. Maken wij plaats voor Hem of staat Hij terug op straat zoals vele eeuwen terug? Wij kunnen onze ogen toch niet blijven sluiten. Vroeg of laat opent Hij ze toch. De kleine, eenvoudige man is weer onder ons. Hij is er tevens altijd geweest. Hij blijft aanwezig als een ware getuigenis van de echte liefde. De kleine man, kijk daar is Hij: “De vluchteling die niet aanvaard wordt omdat hij kleurling is; het kleine meisje dat geen kansen krijgt omdat haar ouders kansarm zijn; de bejaarde man die vraagt om met hem wandelen te gaan; die eenzame man of vrouw die om wat liefde en genegenheid vraagt, die hunkert om een kleine attentie; die jonge kerel die in de gevangenis zat en geen vrienden meer heeft; de clochard die niet begrepen wordt omdat hij zo wil leven; die verslaafde man die al verschillende mislukte behandelingen achter de rug heeft; dat kindje wiens ouders gescheiden zijn, die klasgenoot die er raar bijloopt; je vriend die in de put zit.” Dagelijks blijft de lijdende Christus ons oproepen om duidelijk stelling in te nemen, om aandacht te schenken aan evangelische waarden. Een duidelijke oproep om als biddend mens aanwezig te zijn midden onder hen, midden in deze maatschappij. Je ervaart Zijn echte liefde. In de glimlach van die bejaarde man, in de klus van dat kleine meisje, in het dank-je-wel van die clochard, in de woorden van je vriend: “We zijn er voor elkaar!”, in zoveel kleine en spontane dingen. Je leert nieuwe waarden ontdekken, anderen gelukkig maken en zelf gelukkig zijn. Niemand kan deze confrontatie uit de weg gaan. Zijn oproep is duidelijk en van blijvende aard. Iedereen kan er vrij op ingaan. Eén ding is duidelijk: “Hij leeft... Hij leeft midden onder ons in zoveel kleine attenties!!!” Werner Van de Weghe
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Suite Armoede Omwille van verbondenheid.
STIL GEBROKEN Stille tafel. KOMEN ETEN
Op de stoel zit het gebroken brood.
Het kookprogramma weergalmt tegen de kale muren
IK BEN
GELAAT Langsheen de straten glijden zakken gedragen door handen zoekend gelaten Op zoek naar een Gelaat
De waterketel fluit naar het aangeladen raam Wachten? Hopen? Wanneer hopen? Wanhoop neer! Eer!
Een vinger tekent een lachend gezicht De damp - traan glijdt naar beneden. VRIJ WILLEN Aan tafel zitten verhalen beluisterd door opdienende handen kristalhelder klatert het geschonken water Ontluikend staat de wijnrode roos tussen de dampende potten Smakelijk zeggen de handen Zacht - Moedig zijn de ogen Gegeven is de tijd
Teksten: Koenraad De Smet, dorpsdichter van Destelbergen en vrijwilliger Huize Triest-Gemeenschapshuis Tabor
57
Gouden Druppel Mistig zwevende dauw druppelt in de Aarde, langend naar weids kringelende Vijvers in hooggestemde zalen. Verweerde steen openschurend, bezwangert de onstuimige Rivier de ochtendlucht met gouden bogen Tekst: Koenraad De Smet
Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor
Mijn Rabot-ervaring… De kracht van het ritueel… Stafke…
Toen ik zeventien was. Stafke, een mens zoals vele mensen, alleen en vergeten. Heel overwachts ontmoette ik Stafke, toen ik zeventien was. Te vroeg van de tram gestapt en de weg verloren. Plots geschreeuw, ergens in de buurt van het Rabot. Daar lag hij, daar lag een man die fluisterde: Ik ben Stafke en ik heb mijn hele leven gedronken, ik heb maar één maal in mijn leven gewerkt, in het metaal, het enige wat ik ooit gedaan. Toen blies hij zijn laatste adem uit en drukte een klein stukje metaal in mijn hand. Toen ik zeventien was, ontmoette ik Stafke, 15 minuten lang. Ik wist niet was me overkwam. Nu ongeveer zeventien jaar later, weet ik het wel. Dat stukje metaal, heb ik nog, en die man die toen 83 was, die leeft nog, die leeft nog in mijn hart. Is dit niet een stukje verrijzen? Weet dat Hij pas sterft als wij Hem vergeten zijn. Nu ongeveer 25 jaar later zit ik terug op de tram in de buurt van het Rabot in Gent…
Mevrouw Agneszka en kleinzoon Jurek uit Polen…
Ik was één van onze mensen in het ziekenhuis gaan bezoeken. Rond 18 uur nam ik de tram richting Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor. De tram stopt aan het Rabot en daar begon een man op het raam van de tram te kloppen. Ik keek naar hem en dacht: “Dit is precies een Bulgaarse vluchteling die ik enkele jaren geleden geholpen heb, maar ik was het niet zeker.” De tram vertrok en die man begon te lopen. De volgende halte sprong hij op de tram en vroeg me om mee te komen in zeer gebrekkig Nederlands. “Broeder, broeder, kom mee, we hebben een broeder of een pastoor nodig.” Ik kreeg de man maar niet uitgelegd dat ik geen broeder ben en zeker geen pastoor. Hoe meer ik mijn best deed om uit te leggen wie ik was, hoe meer hij zei: “Broeder, meekomen, wij hebben je nodig” Hij loodste me binnen in een bouwvallig huisje, waar er in een klein kamertje een vrouwtje lag in een zetel. Er waren in deze kamer heel veel mensen aanwezig, dit bracht een enorm lawaai met zich mee. Er werd geroepen in een taal waar ik niets van begreep. Dat vrouwtje was stervende en deze mensen hadden een priester nodig voor de laatste sacramenten. Ik heb dat vrouwtje een gewoon ‘kruisje’ gegeven. En plots werd het muisstil in de lawaaierige kamer. Zo stil, dat ik er kou van kreeg. Ik dacht, als dit niet de kracht van het ritueel is. Het bleek te gaan om een rondzwervende familie uit Polen op doorreis in Gent Ik had me dus vergist, het waren geen Bulgaarse mensen. Dat moedertje dat stervende was heette: ‘Mevrouw Agneszka”. Ik bleef nog even en verliet de familie om in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor te bekomen van deze ingrijpende ervaring. Zes dagen later, 8 uur ‘s morgens in Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor. Die jonge man die mij van de tram gehaald had, stond aan onze deur. “Hier broeder voor jou, een klein geschenkje”. Het bleek een klein flesje vodka te zijn. Jurek had geen tijd voor een tas koffie, hij verliet me met de woorden: “Bedank, wij gaan Brussel, gij geen broeder, maar toch onze broer.” “Stafke, Agneszka en Jurek; ik heb ze gezien in de buurt van het Rabot in Gent en nooit zal ik ze vergeten…” Werner Van de Weghe
59
Hoe ons
helpen?
We zoeken enkele enthousiaste vrijwillig(st)ers om zich een aantal uren per week vrij te maken. Vanuit de spiritualiteit van Petrus-Jozef Triest zetten we ons samen in voor mensen in nood. Bent u bereid warm menselijk om te gaan met de mensen in nood? Neem dan gerust contact op. Wenst u ons project financieel een warm hart toe te dragen, dan kan dat. Stort een gift op rekeningnummer IBAN: BE30-440-0340021-11 BIC KREDBEBB (met fiscaal attest), vzw Projecten Broeders van Liefde, Stropstraat 119, 9000 Gent, met vermelding ‘Huize Triest - Gemeenschapshuis Tabor’ of op rekeningnummer IBAN - BE86 4453 5467 9150 - BIC: KREDBEBB (zonder fiscaal attest). Voor giften uit het buitenland (andere landen buiten België) gebruik volgende rekeningnummer: IBAN - BE86 4453 5467 9150 - BIC: KREDBEBB
‘ Een maaltijd en een bed voor de armsten onder de dak- en thuislozen in Gent.’
Je kan ons ook helpen met het schenken van.... 1. Hygienische producten (shampoo, scheermesjes, maandverband, pampers, zeep, tandpasta, tandenborstels, deo, douchegel en badhanddoeken.....) 2. Keukenmateriaal. (servietten, keukenrol, bestek -vooral koffielepeltjes-, keukenhanddoeken...) 3. Onderhoudsproducten en reinigingsproducten 4. Waspoeder Tweedehands kleding ontvangen wij enkel nog op maandag van 8 tot 16u. Op andere dagen is dit niet mogelijk. Bezorg gerust tweedehands kleding aan de kringloopwinkel in jouw buurt. Wij ontvangen geen meubels en geen overschotten van voeding!
Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor Gezondheidstraat 2, 9000 Gent www.huizetriest.be 0473/75.67.04 (Werner Van de Weghe)
[email protected] [email protected] Sociale dienst Huize Triest – Gemeenschapshuis Tabor: enkel op woensdag 0476/03.15.87 (Dirk Durant)
[email protected]
Petrus-Jozef Triest Vandaag