Relatiemagazine Scholengemeenschap Panta Rhei, Amstelveen Jaargang 3, nummer 3 Juni 2010
PERSPECTIEF 3 Op woensdag 26 mei 2010 werd de raampartij in de gevel geplaatst.
Inhoud > > > > > > >
2 3 4 5 6 7 8
Column Bert de Weerd Interview met Nicole Vrugtman Interview met Jochem Peppelenbos Docenten over leerpleinen Eerstejaars leerlingen over Panta Rhei Project Tweede Wereldoorlog Kort nieuws
Vakantiedata 2010-2011 Schooljaar 2010-2011 begint in de week van 30 augustus. De ouders worden nog nader geïnformeerd over de eerste lesdag en het moment waarop de leerlingen hun rooster kunnen ophalen. De vakantiedata zijn als volgt: Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
ma 25 oktober 2010 t/m vr 29 oktober 2010 ma 20 december 2010 t/m vr 31 december 2010 ma 21 februari 2011 t/m vr 25 februari 2011 vr 22 april 2011 t/m ma 25 april 2011 ma 2 mei 2011 t/m vr 6 mei 2011 do 2 juni 2011 ma 13 juni 2011 ma 18 juli 2011 t/m vr 2 september 2011
Opening bovenbouw 19 november De finish van Panta Rhei’s bouwproject is in zicht. Op vrijdag 19 november vindt de officiële opening van het nieuwe bovenbouwgebouw plaats. In april 2011 wordt de nieuwe sporthal aan de Pandora waarschijnlijk in gebruik genomen. Dan is de nieuwbouw voltooid. Het bovenbouwgebouw is inmiddels winden waterdicht. Allerlei installateurs kunnen erin aan de slag om de vier lespleinen startklaar te maken. Dit is de zogeheten afwerkfase. “Uiteraard ligt de bouw tijdens de zomervakantie vier weken stil”, vertelt Frank Vijgen, directeur beheer. “Alleen een enkele zelfstandige vakman gaat door met het werk, zoals de ‘vloerenman’. Rond 20 september wordt het gebouw opgeleverd. Daarna verplaatsen weer andere installateurs de zware machines uit het gebouw aan de Hortensialaan naar de Pandora. Ook worden er dan nieuwe machines en meubels geleverd.” Buiten komt er een gedeeltelijke ‘droogloop’ tussen de twee gebouwen: hekwerk
begroeid met klimplanten. En er wordt een sportkooi gerealiseerd, met doelen, baskets en een tafeltennistafel.
Start op 4 november Vanaf 11 oktober pakken de docenten hun spullen in op ‘de Hort’ (het oude gebouw aan de Hortensialaan). Tijdens de herfstvakantie – van 25 tot en met 29 oktober – en drie dagen erna wordt er verhuisd. Het is de bedoeling dat de leerlingen op donderdag 4 november een start maken in het nieuwe gebouw. “Maandag tot en met woensdag na de herfstvakantie bieden we de leerlingen uit leerjaar 3 en 4 een Vervolg op pagina 2 >
PERSPECTIEF 3 2
Opening bovenbouw 19 november Vervolg van pagina 1
alternatief programma met sportdagen en toetsen”, vertelt Bert de Weerd, directeur van Panta Rhei. “We moeten namelijk voorkomen dat we niet aan de wettelijk verplichte onderwijstijd komen.”
Ballonvaart De opening op 19 november krijgt dezelfde opzet als de opening van het onderbouwgebouw: ’s morgens een feestelijke doeactiviteit voor de bovenbouwleerlingen en ’s middags de opening voor medewerkers en relaties. Er wordt weer een ballonvaart verloot op die dag. Bert De Weerd is ervan overtuigd dat Panta Rhei in de twee nieuwe gebouwen een eigentijds, niet op hol geslagen onderwijsconcept vormgeeft. “Deze gebouwen zullen niet alleen de dag van morgen, maar ook die van overmorgen halen.” Vermeldenswaard is ook dat de nieuwe gebouwen zowel aan een hoog ambitieniveau voldoen, als binnen het beschikbare bouwbudget zijn gerealiseerd. Het enige dat tot onvoorziene kosten en overschrijding van dit budget leidde, was het faillissement van de aannemer. Maar daar kan Panta Rhei niets aan doen, vandaar dat er overlegd wordt met de gemeente over het aanvullen van het tekort.
Afscheid Leen de Korte Een directielid dat een belangrijke bijdrage leverde aan de nieuwbouw en verhuizing is Leen de Korte. Hij gaat op 1 september met fpu, en neemt afscheid in kleine kring. Leen is in 1974 uit idealisme gaan werken op Panta Rhei. Hij had verschillende functies, bijvoorbeeld decaan en afdelingsleider. Sinds anderhalf jaar vormt hij met Frank Vijgen een duo als bouwheer. Hij denkt bijvoorbeeld mee over tussentijdse aanpassingen van de bouwplannen, en helpt mee de verhuizing voor te bereiden. “Panta Rhei profiteert zo nog van zijn kennis en kunde,” zegt Bert de Weerd. “We zijn Leen erkentelijk voor wat hij in heden en verleden heeft betekend voor de school.” Leen kijkt terug op een tijd die ook vormend was voor hemzelf. “Veel dingen zijn goed gegaan”, zegt hij. “Ik heb hier over het algemeen met veel plezier gewerkt.”
Weinig last van de Eyjafjallajökull De uitbarsting van de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull was in het afgelopen halfjaar regelmatig onderwerp van gesprek. De kilometershoge askolom heeft meerdere malen het vliegverkeer verstoord. Luchtvaartmaatschappijen, waaronder onze ‘eigen’ KLM en Transavia, meldden miljoenenverliezen. Reizigers hingen soms dagenlang in vertrekhallen rond en het internationaal goederenverkeer ondervond stelselmatig hinder.
De Eyjafjallajökull op 17 april 2010
Zo’n vulkaanuitbarsting brengt wat teweeg. Daarbij komt nog dat ze niet goed te voorspellen is; zowel de eruptie zelf als de lengte ervan. Ook onze school ondervond wat last van dit natuurgeweld. Zo kon ik eind april niet voor de school naar Italië reizen en kwam een collega niet op tijd uit Egypte na de meivakantie. Ook een enkele leerling bleek soms nog in het buitenland te verblijven, terwijl er wel lessen voor hem of haar waren. In deze rubriek vergelijk ik het onderwijs altijd met de
luchtvaart, daarom biedt de uitbarsting mij ook de mogelijkheid om de situatie van de school tegen het licht te houden. De ontwikkeling van de school verloopt gelijkmatig en niet explosief. Tot heden beïnvloeden de processen op het gebied van onderwijsontwikkeling, huisvesting en reorganisatie elkaar op een positieve wijze. Panta Rhei komt gelukkig niet plotseling negatief in het nieuws vanwege grote incidenten en/of onvoldoende prestaties. Als school kunnen geweldsincidenten je weliswaar overkomen, maar het is mogelijk veel aan preventie te doen om ze binnen de perken te houden. Veel ouders hebben een positief gevoel over de school. Dit blijkt ook uit de uitslag van de laatste ouderconsultaties. Dat wil niet zeggen dat leerlingen, ouders en medewerkers geen fouten maken, maar altijd merk ik dat iedereen de wens heeft om ‘eruit’ te komen met de ander. We staan daarom zelden op de agenda bij de Landelijke Klachtencommissie. Ook de toekomst van de school is vrij zeker. Panta Rhei heeft zich ontwikkeld tot een stabiele, inspirerende vmbo-school. Het aantal aanmeldingen voor het komend schooljaar was zelfs zo hoog dat we moesten loten. Een beter compliment kunnen we niet krijgen! Bert de Weerd
Van links naar rechts: Bert de Weerd, Leen de Korte en Frank Vijgen bovenop het dak Bert het van de Weerd: nieuwePanta bovenbouwgebouw Rhei heeft gelukkig weinig last van de Eyjafjallajökull
Nieuwe rol voor Nicole Vrugtman
Zorgcoördinator op Panta Rhei Nicole Vrugtman (30), afgestudeerd aan de pabo en in pedagogiek, is vier uur in de week docente Engels. Naast docente is Nicole inmiddels één jaar zorgcoördinator op Panta Rhei. “Het was een intensief, pittig en leerzaam jaar voor mij.” Nicole begon op Panta Rhei als fulltime docente Engels en algemene vakken en als leerlingbegeleider. Nadat ze een aantal jaren had lesgegeven besloot Nicole terug te gaan naar de Fontys Hogeschool in Amsterdam. “Ik ben ambitieus en wilde een andere richting binnen het onderwijs inslaan. Ik heb gekozen voor pedagogiek en ben nu orthopedagoge.” Tijdens de opleiding pedagogiek leerde Nicole veel over jeugdhulpverlening, leerlingen met stoornissen en over jeugdrecht. Dit vond Nicole, naast coördineren en organiseren, zo interessant dat ze besloot om de baan van zorgcoördinator op Panta Rhei aan te nemen.
Samenwerking met begeleiders Een zorgcoördinator houdt zich bezig met de algehele zorg binnen een school. De zorgcoördinator begeleidt onder andere leerlingen die een rugzakvoorziening hebben; op Panta Rhei zijn dat er twintig. Leerlingen ‘met een rugzakje’ zijn leerlingen met bijvoorbeeld ADHD, PDD/NOS of ADD, zij hebben meer begeleiding en individuele aandacht nodig om hun weg door het voortgezet onderwijs te vinden. Dankzij de rugzakvoorziening is er meer geld beschikbaar voor die begeleiding. Nicole zorgt ervoor dat er per rugzakleerling een handelingsplan is voor de docenten en de mentoren. Daarnaast werkt ze samen met de ambulante begeleider van de leerling, zodat die begeleiding op maat krijgt.
Nicole Vrugtman: “Ik heb het afgelopen jaar meer geleerd dan in de zes jaar waarin ik lesgaf.” Ook maakt ze samen met ouders en de ambulante begeleider de formulieren in orde die nodig zijn om een nieuwe rugzak aan te vragen. Intern en extern ‘zat’ Nicole investeert veel in overleg en contacten. Zo vergadert ze een keer in de maand met de vier leerlingbegeleiders van de school – elk kernteam heeft één zo’n docent met een extra taak –, om de leerlingen en de zorg binnen de school te bespreken. Dit overleg heet het intern zorgadviesteam (‘zat’).
‘Structuur, rust en veiligheid kunnen veel betekenen’ Er is ook een extern zorgadviesteam. Nicole legt uit wat dit ‘extern zat’ inhoudt: “Dat bestaat uit de leerplichtambtenaar, de schoolarts, de buurtregisseur van de politie, de toegangsmedewerker van bureau Jeugdzorg, de schoolmaatschappelijk werkers van Spirit, onze leerlingbegeleiders, de ambulante begeleiders en mijzelf. We bespreken hierin leerlingen waar zorgen over zijn die we met het intern zat niet kunnen oplossen. Vaak spelen er dan niet alleen leerproblemen. Als we leerlingen hierin willen bespreken, moeten hun ouders hiervoor toestemming geven.” Verder ontmoet Nicole zes keer per jaar andere zorgcoördinatoren van Amsterdamse scholen. Dan worden ze op de hoogte gebracht van alle veranderingen en vernieuwingen van de zorg binnen het onderwijs in Amsterdam.
Begeleiding door collega’s Een zorgcoördinator moet goed kunnen organiseren, flexibel en inzetbaar zijn, vertelt Nicole. “Je moet in ieder geval in staat zijn om meerdere ballen in de lucht te houden. Ik heb het idee dat ik het afgelopen jaar meer heb geleerd dan in de zes jaar waarin ik lesgaf.” Volgens Nicole reikt een pedagogische aanpak met leerlingen heel ver. Structuur, rust en veiligheid op school kunnen veel betekenen. De begeleiding van de leerlingen door de collega’s is ook belangrijk. “Door de vroege signalering van de medewerker zorg je ervoor dat de juiste begeleiding ingezet kan worden voor een leerling.“ <
PERSPECTIEF 3 2
‘Nieuwe leerlingen zijn geen nummer’
Gedegen besluit over aanname “We zijn populair! We hadden 25 aanmeldingen meer dan we konden plaatsen. Er moest zelfs geloot worden.” Dat vertelt de trotse teamleider onderbouw Jochem Peppelenbos. Hoe gaat de school te werk bij het aannemen en indelen van nieuwe leerlingen? In plaats van 160 leerlingen heeft Panta Rhei dit jaar ruim 180 leerlingen toegelaten, twintig meer dan voorheen. En toch moest de school leerlingen voor basis/kader teleurstellen. Van de nieuwe brugklassers komen er relatief meer uit Amstelveen dan voorheen, weet Jochem. Maar door de regiofunctie van de school komen er ook veel leerlingen uit Amsterdam en uit de omliggende dorpen Aalsmeer, Abcoude en Uithoorn.
Drempelonderzoek De ondertekende aanmeldingsformulieren komen binnen bij de leerlingadministratie, waar de gegevens worden ingevoerd in het leerlingadministratiesysteem. Panta Rhei nodigt de aangemelde leerlingen vervolgens uit voor een drempelonderzoek, een toets om het instroomniveau te bepalen. Jochem: “Niet alle leerlingen maken de Cito-toets. Ook zijn niet alle adviezen van het basisonderwijs betrouwbaar, want sommige leerkrachten van groep 8 hebben geen goed beeld van de niveaus in het vmbo. Het drempelonderzoek is dus een extra instrument om te beoordelen hoe de leerling ervoor staat en of er leerachterstanden zijn die de basisschool niet heeft gemeld.”
Teamleider onderbouw Jochem Peppelenbos
De uitslag van dit onderzoek wordt ook ingevoerd in de database. Daar komen andere gegevens bij, bijvoorbeeld het onderwijskundig rapport van de basisschool, en informatie over medicijngebruik, ontwikkel- en gedragsstoornissen.
‘Panta Rhei nodigt de aangemelde leerlingen uit voor een drempelonderzoek, om hun niveau te bepalen.’ Taalaccentklas Dan breekt het moment aan dat een commissie alle complete dossiers doorneemt en beoordeelt of een leerling aangenomen of afgewezen wordt. De school kan bijvoorbeeld een leerling afwijzen omdat deze te weinig capaciteiten heeft of veel extra begeleiding nodig heeft die Panta Rhei niet kan bieden. De commissie bestaat uit teamleiders – onder wie dus Jochem zelf –, leerlingbegeleiders, een directielid, de zorgcoördinator en remedial teacher. Jochem benadrukt dat de leerlingen niet als nummers behandeld worden. “De commissie vormt zich in haar vergadering die twee dagen duurt een goed beeld van elke leerling, en neemt daarna een gedegen besluit. Geen enkel type leerling is bij voorbaat uitgesloten.” Ouders krijgen na deze ronde een eerste brief van de school, over de aanname. Daarna breekt de fase aan van de indeling van leerlingen. Leerlingen voor de sport- en expressieklas worden meteen ingedeeld bij de aanname, nadat zij een toelatingstest hebben gedaan. Andere leerlingen passeren weer een keer de revue in dezelfde commissie. Die bepaalt dan of een leerling thuishoort op het niveau kader/gemengd of basis/kader. Leerlingen worden niet meteen ingedeeld voor de mavo (theoretische leerweg); pas als
een leerling goed presteert op het niveau van kader/gemengd, krijgt hij of zij stof op een hoger niveau voor bepaalde vakken. Panta Rhei stelt ook nog twee taalaccentklassen samen, waar leerlingen met dyslexie en/of taalachterstand extra taalbegeleiding krijgen. De school stuurt de ouders hierover een tweede brief, en nodigt de leerlingen meteen uit voor een kennismakingsmiddag in juni.
Goede klassen “Bij de indeling in klassen letten we op de verhouding meisjes en jongens, en dat er niet teveel leerlingen bij elkaar zitten die veel extra begeleiding nodig hebben. Het moet voor de mentor ook te behappen zijn! We hopen dat we het goed doen, en dat er goede klassen ontstaan. Dat zijn klassen waar een taalgerichte sfeer hangt, en die het gezellig met elkaar hebben. Het liefst zonder kleine groepjes binnen een groep, maar een eenheid.” Er wordt niet ingedeeld op basis van plaats van herkomst, want die leerlingen treffen elkaar toch wel bij de metro of de bus, vertelt Jochem. “Wel vragen ouders soms gericht of leerlingen bij elkaar in een klas mogen, of juist niet. Daar proberen we rekening mee te houden.” <
In het nieuwe bovenbouwgebouw
Bovenbouwdocenten:
komen naast leslokalen vier grote
Leerpleinen bieden nieuwe mogelijkheden
leerpleinen. Op deze leerpleinen zullen meerdere klassen tegelijk les hebben. Vooral de beroepsgerichte vakken worden hier ingeroosterd. Vier docenten uit de verschillende beroepsafdelingen, Daan Aerts, Erica Ludriks, Frans van de Mortel en Daan Pesch, vertellen wat zij verwachten van het werken op leerpleinen. Wat is de grootste verandering? Daan Aerts: “Bij Handel en Administratie gaan we verder met de huidige manier van werken. Wel komen er meer projecten, zoals Business School en een etalage maken. Daarnaast gaan we vaker op bezoek bij bedrijven en komen mensen van buiten meer gastcolleges geven.” Erica: “Bij Zorg en Welzijn Breed werken de basis- en kaderleerlingen nu al in groepen door elkaar aan verschillende opdrachten. Dit lijkt erg op het werken op leerpleinen. De grootste verandering ligt in de nieuwe inrichting van de werkplekken.” Frans: “Straks zijn alle soorten techniek gesitueerd op één plein voor Techniek Breed. Alle machines en gereedschappen zijn opgeknapt of vernieuwd. Op het techniekplein kunnen de leerlingen beter ontdekken in welke vorm van techniek zij de meeste interesse hebben.” Daan Pesch: “Bij Sport, Dienstverlening en Veiligheid proberen we nu al het werken op een leerplein vorm te geven. De belangrijkste veranderingen in de nieuwbouw zijn: nieuw materiaal, een beter overzicht, meer verschillende werkplekken en werkvormen en nog meer samenwerking met collega’s.”
Waar kijk je het meest naar uit? Daan Aerts: “Het lijkt mij fijn dat de bovenbouw en de onderbouw naast elkaar worden gehuisvest, waardoor er meer onderling contact komt. Ik denk dat het onderwijs een stuk leuker wordt op het leerplein, met samenwerkingsopdrachten, de vele projecten en de gastcolleges. Verder kijk ik uit naar het
De vakgroepcoördinatoren, van links naar rechts: Daan Pesch (Sport, Dienstverlening en Veiligheid), Erica Ludriks (Zorg en Welzijn Breed) en Frans van de Mortel (Techniek Breed). Inzet: Daan Aerts (Handel en Administratie).
continurooster voor de leerlingen waardoor docenten makkelijker voor elkaar kunnen invallen en er minder lessen zullen uitvallen.” Erica: “Ik verwacht dat een schone en frisse leeromgeving ook op de leerlingen een positieve uitwerking heeft.” Frans: “Eindelijk een groot plein waar je de mogelijkheid krijgt om verschillende vormen van techniek te combineren.” Daan Pesch: “De nieuwe frisse omgeving en de toegenomen mogelijkheden.”
‘Onze grootste opdracht is: structuur bieden!’ Welke uitdaging zie je voor jezelf? Daan Aerts: “Ik hoop dat we op de leerpleinen de komende jaren meer vakoverstijgend gaan werken, zodat ons onderwijs nog beter wordt.” Erica: “Onze grootste opdracht is om leerlingen structuur te bieden, zodat de lessen goed verlopen. Een uitdagend lesprogramma helpt om rust te creëren, terwijl veel leerlingen in dezelfde ruimte aan zowel praktijkopdrachten als theorieopdrachten werken.” Frans: “De grootste uitdaging is en blijft het stimuleren en motiveren van de leerlingen om op ontdekkingstocht te gaan door de wereld van de techniek.” Daan Pesch: “Ik zie de intensieve samenwerking met collega’s als een belangrijke uitdaging. Samen zijn we verantwoordelijk voor de lessen en de leerlingen. En niet
alle lessen zullen op het leerplein gegeven worden. Van tijd tot tijd hebben de leerlingen – ook voor het beroepsvak – het juist nodig om klassikaal les te krijgen!”
De rol van de docent verschuift meer naar de rol van coach; hoe kijk je hier tegenaan? Daan Aerts: “Het helpt ons als ons onderwijs vooral activerend is. Verder is het belangrijk dat leerlingen zelf nadenken over wat ze moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het leerproces meer van henzelf.” Erica: “De afdeling Zorg en Welzijn heeft nu al een lesprogramma met praktijk- en theorieopdrachten, waardoor de leerlingen vaak zelfstandig werken. Hierdoor dragen wij niet alleen kennis over, maar coachen we de leerlingen ook. We moeten daarbij wel waken voor een evenwicht tussen dat coachen en lesgeven.” Frans: “Het coachen van de leerlingen zal inderdaad belangrijker worden. Dit is een positieve ontwikkeling omdat je als coach dichter bij de leerlingen komt te staan en hen dus ook echt onderwijs op maat biedt.” Daan Pesch: “Het spreekt mij erg aan dat leerlingen in het hedendaagse onderwijs nu eens individueel, dan weer in een tweetal of met een groep werken. Motiveren, stimuleren, begeleiden, maar zeker ook controleren, zullen meer aan bod komen. Ik ben ook voor een gezonde balans tussen coachen en lesgeven.” <
PERSPECTIEF 3 2
Interview met eerstejaars Donald en Fahd:
‘School is net één grote familie!’ Donald en Fahd wonen in Amstelveen en zitten in de eerste klas. Ze vertellen over wat ze op
Fahd Nouasri en Donald Meijer op het schoolplein aan de Pandora.
school meemaken en hoe ze over
Heb je inmiddels vrienden op Panta Rhei?
de school denken. Donald Meijer is veertien jaar en volgde het basisonderwijs in Ouderkerk, aan basisschool Jan Hekman. Fahd Nouasri is dertien en zat op basisschool ‘t Koggeschip in Amsterdam-West, waar hij toen nog in de buurt woonde. Beide jongens hadden de keuze voor Panta Rhei snel gemaakt: de school ligt dichtbij hun huis en maakte een goede indruk. Donald had nog een extra motivatie: zijn moeder heeft ook op Panta Rhei gezeten.
Donald: “Ik heb vooral vrienden uit Ouderkerk en Amstelveen. In mijn eigen klas heb ik een aantal vrienden, waar ik wel eens mee afspreek. Sommige vrienden van de basisschool kom ik wel eens tegen op de fiets of in het dorp. Als ik hen mis, spreken we gewoon weer af.” Fahd: “Sinds mijn derde jaar zat ik op een brede basisschool, met een crèche erbij. Omdat we veel herinneringen samen heb-
‘Een projectweek, dat is weer eens wat anders!’
Wat vinden jullie van Panta Rhei? Donald: “Ik vind Panta Rhei een leuke school, je ontmoet er veel andere culturen. Zo kun je met iemand die van huis uit Engels spreekt, je Engels oefenen. En er is ook een meisje uit India dat heerlijk kan koken. Zij had trouwens gewonnen met het project Multi Culti Cooking.” Fahd: “Panta Rhei is gezellig, er zijn veel kinderen uit andere landen. Elke cultuur heeft zijn eigen verhaal. Mijn familie komt uit Marokko, maar ik ben hier geboren en voel me Nederlander. Ik heb inmiddels veel vrienden op Panta Rhei, dat is heel gezellig! School is net één grote familie.”
Donald (rechts) met de chocolade Eiffeltorens bij Multi Culti Cooking
ben, mis ik sommige kinderen wel eens. De meeste vrienden van Panta Rhei heb ik op Hyves of MSN leren kennen, daar kun je makkelijker met elkaar in contact komen. Nu spreek ik ook wel eens met hen af.”
Wat vind je van de lessen en de docenten? Donald: “De meeste lessen vind ik wel leuk, maar het leukst vind ik techniek, beeldende vorming en gym. De juffen en meesters zijn vaak aardig. Soms zijn ze wel streng, maar dat is normaal. Juf Kiebert vind ik de leukste juf, want zij is jong en begrijpt je goed.” Fahd: “We krijgen veel minder huiswerk dan op de basisschool. Dat mis ik wel eens. Dan heb ik mijn huiswerk op school al af en heb ik thuis niet zoveel te doen. Ik wil graag veel leren, want ik wil veel bereiken in het leven. Meester Koster vind ik de leukste meester. Hij is heel aardig en geeft geweldige tips.”
Wat is het leukste dat je hebt meegemaakt? Donald: “Dat zijn absoluut de projectweken! Dat is weer eens wat anders dan les! We hadden er drie: over sport, koken en pesten.
Al in de eerste week gingen we met de klas naar het zwembad. Bij het project Multi Culti Cooking heb ik met mijn groepje van cake en chocola een Eiffeltoren gemaakt!” Fahd: “De workshops drummen en rappen/beatboxen bij belangstellingsonderwijs. Ik was echt verrast toen bleek dat mijn oude overblijfmeester de workshop rappen leidde! Hij is rapper Kamikaze en op ‘t Koggeschip mocht ik zelfs in clips van hem meedoen: hij deed dan de rap en ik de beat.”
Welke hobby’s en dromen heb je? Donald: “Ik ben een echte knutselfanaat, vooral origami vind ik superleuk. Maar ik houd ook heel erg van alle sporten met ballen, zoals voetbal en basketbal. En ik oefen vaak met diabolo. Later zou ik graag een uitvinder willen zijn, misschien het beste in een combinatie van sport en uitvinden.” Fahd: “Ik wil graag autocoureur worden. Daarvoor moet je slim zijn, en veel van de techniek weten. Ik ga proberen om de mavo te doen, zodat ik uiteindelijk naar het hbo kan. Ik hou nu al veel van karten. Verder ga ik graag voetballen en zwemmen. Ik ben wel bezig met mijn toekomst. Je leeft maar één keer!” <
Fahd stuurde deze foto: extreme karting is voor hem nu nog een droom...
Een lokaal vol dertien- en veertienjarigen die anderhalf uur lang
Ooggetuigen maken indruk
muisstil luisteren. Het was duidelijk zichtbaar dat de ooggetuigenverslagen bij het project Tweede Wereldoorlog indruk maakten. Alle tweedeklassers van Panta Rhei namen begin april deel aan
Joël Splint legde een bloemstuk bij het oorlogsmonument in Oosterbeek.
deze projectweek.
Er moest verdieping in zitten, dus informatie die de rest van de klas niet kent.” Op vrijdag presenteerden de leerlingen hun resultaten: knutselwerken, tekeningen, powerpointpresentaties en zelfs raps. “Het cijfer telde vier keer mee bij Mens en maatschappij”, benadrukt Brigitte. “Dat gaf gewicht aan dit project. Het was absoluut niet vrijblijvend.”
Het ‘creatieve brein’ achter het project Tweede Wereldoorlog is avo-docent* Pjotr Neering. Brigitte van den Broek en Albert Carrilho, beiden ook avo-docent*, werkten zijn ideeën verder uit. Brigitte vertelt: “We hebben acht thema’s gekozen aan de hand van de tv-serie ‘13 in de Oorlog’ van de NPS. In groepjes kozen leerlingen een thema. Kort gezegd ging het om de volgende thema’s: het gewone leven in de oorlog, onderduiken, verzet, verraad, D-day, de Slag om Arnhem, de Hongerwinter en de bevrijding. Bij elk thema hoorden een of twee afleveringen van de NPS-serie, een speelfilm en een excursie.”
Tekeningen of raps De organisatoren van het project wilden niet alleen lessen en workshops geven, maar ook een hoger doel bereiken: “We wilden dat de leerlingen op hun eigen manier aan de slag gingen met het thema door een zelfbedacht werkstuk”, legt Brigitte uit. “We vroegen de leerlingen van tevoren om goed na te denken en iets origineels te verzinnen.
Oorlogsgraven Een hoogtepunt van de week waren de excursies. Zo bracht een aantal groepen een bezoek aan het Anne Frankhuis, de Hollandse Schouwburg of het Museum van de 20e eeuw. Erg indrukwekkend was het bezoek aan het Airborne Museum in Oosterbeek en de oorlogsgraven op de Oosterbeek War Cemetery. Een ooggetuige van de Slag om Arnhem leidde de leerlingen langs enkele graven. Toen Joël Splint (klas 2b3) een bloemstuk bij het oorlogsmonument legde, nam de groep enkele ogenblikken stilte in acht.
Muisstil De thema’s ‘onderduiken’ en ‘de Hongerwinter’ hadden iets extra’s: een ooggetuige die op school kwam vertellen, Hans Aussen.
Brigitte is nog steeds verrast door de aandacht voor het verhaal van Aussen, die ondergedoken was in de oorlog: “De leerlingen waren muisstil. En dat anderhalf uur achtereen! Naderhand bleek dat veel leerlingen van alles hadden opgeschreven van zijn verhaal. Twee basisleerlingen bleven nog met Aussen napraten, ik heb hen samen met hem uiteindelijk gewoon de tent uit moeten zetten!”
Burgemeester Stichting Cardanus, de welzijnsorganisatie van Amstelland, verzorgde voor de hele school een workshop met als onderwerp ‘65 jaar vrijheid’. In het kader hiervan maakten de leerlingen onder meer collages, gedichten en raps. De mooiste resultaten zijn tijdens de afsluiting van het project aangeboden aan de Amstelveense burgemeester Jan van Zanen. Op vrijdag 9 april kwam hij op Panta Rhei voor de afsluiting van het project. Van Zanen hield een korte toespraak over het belang van herdenken, ook nu het einde van de Tweede Wereldoorlog al 65 jaar geleden is. Hij benadrukte dat vrijheid voor iedereen een groot goed is waar we aan moeten blijven werken.
Burgemeester Jan van Zanen bewondert het werkstuk van enkele leerlingen Na afloop van het project zijn de meningen eensluidend positief. “Van tevoren denk je”, zegt Pjotr verrast, “dat er één manier is om met het project bezig te zijn. Het is leuk om te zien hoe iedereen het op zijn of haar eigen manier oppakt, maar toch bij hetzelfde doel uitkomt.” Brigitte voegt toe: “Leuk vond ik dat een leerling die normaal met totaal andere dingen bezig is, nu de hele week huppelend naar school is gekomen!” < * avo = algemeen vormend onderwijs; hiermee worden deze vakken in de onderbouw bedoeld: Nederlands, Mens en maatschappij (aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer en economie), informatiekunde en wiskunde.
PERSPECTIEF 3 2
Kort nieuws
Wilt u reageren op deze uitgave van PeRspectief? Dat kan op
[email protected] met elkaar om. De zorg buiten de klas, zowel sociaal-emotioneel als cognitief, is ook goed geregeld. De onderwijstijd wordt als voldoende gewaardeerd. Daarbij voert de school actief beleid om ongeoorloofd schoolverzuim tegen te gaan. De opbrengst van de mavo-afdeling kan echter beter. Een punt van aandacht is de samenhang tussen de onder- en bovenbouw. De school verwacht een flinke verbetering hiervan door de nieuwbouw.
BNA Gebouw van het jaar
Aanmelding nieuwe leerlingen
De Bond van Nederlandse Architecten (BNA) organiseerde onlangs voor de vijfde keer de wedstrijd voor het “gebouw van het jaar”. Ons huidige hoofdgebouw is het niet geworden, maar we zijn ver gekomen. Er waren maar liefst 294 inzendingen. Hiervan hebben vijf regionale jury’s er 23 genomineerd. Per regio is daaruit één winnend gebouw gekozen dat samen met de overige nominaties meedeed voor de hoofdprijs. De jury van de regio Noordwest/centrum koos jubelend voor ons schoolgebouw. Volgens deze jury hebben de architecten in een omgeving van wederopbouw-architectuur een open, licht en optimistisch gebouw neergezet. Een dergelijk type schoolgebouw is doorgaans voorbehouden aan scholieren met een hoger concentratievermogen. De jury ziet het als een teken van hoop en vertrouwen dat een dergelijk type gebouw nu is ingezet voor het vmbo. Hoewel wij dus niet de hoofdprijs gewonnen hebben – maar wel de regioprijs – werd Panta Rhei onder meer uitvoerig in het dagblad Trouw genoemd.
Panta Rhei heeft ruim honderdtachtig nieuwe brugklassers aangenomen. Dit zijn er bijna twintig meer dan vorig jaar. Er is zelfs, zij het zeer beperkt, geloot. Verheugend is ook dat daarnaast het aantal leerlingen uit Amstelveen is toegenomen.
BNA Regioprijs voor Panta Rhei
Inspectiebezoek In het begin van 2010 heeft de Inspectie van het Onderwijs opnieuw onze school bezocht. Deze keer was er vooral aandacht voor de afdeling kader-gemengd (de onderbouw) en de afstudeerrichting mavo. De Inspectie constateert dat de school zich met succes inspant om verbeteringen aan te brengen. Ze ervaart de school als een veilige school voor leerlingen die zorg behoeven en waarbij het kansen geven aan leerlingen beleid is. De leerlingen uit de verschillende culturen gaan goed
maanden niet of nauwelijks sprake. Daarnaast houden de leerlingen zich niet meer op in brandgangen en op speelplaatsen. Een onderwerp van blijvende aandacht is het zwerfvuil. Beide scholen werken aan een structurele oplossing voor dit probleem.
Andere lestijden De schoolleiding heeft besloten om met ingang van het nieuwe schooljaar de aanvangstijden en de pauzes van de onder- en de bovenbouw niet gelijk te laten lopen. De reden hiervoor is dat het in het belang van onze leerlingen is om de school overzichtelijk te houden. Dat lukt beter met verschillende tijden. De onderbouw begint vanaf augustus om half negen en de bovenbouw om kwart voor negen.
Nieuwe adjunct-directeur
Avond met buurtbewoners Op woensdagavond 19 mei hebben Panta Rhei en basisschool Joost van den Vondel, ook gelegen aan de Pandora, voor de derde keer een buurtbijeenkomst gehouden. Beide scholen voelen zich namelijk verantwoordelijk voor hun onmiddellijke omgeving. Op de bijeenkomst constateerden de buurtbewoners dat de leerlingen eigenlijk geen overlast veroorzaken. Sterker nog, er was zelfs een enthousiaste reactie over hulp die leerlingen aan een oudere heer hadden geboden. Van overlast in het winkelcentrum is de laatste
Panta Rhei heeft Christa Zonneveld benoemd tot adjunct-directeur. Zij is onder meer directeur geweest van Heliomare in Wijk aan Zee. Tegenwoordig werkt zij aan het Regio College in de Zaanstreek, een ROC (mbo). Christa, Frank Vijgen (eveneens adjunct-directeur) en Bert de Weerd vormen vanaf het nieuwe schooljaar de directie van Panta Rhei.
Christa Zonneveld
Colofon
De missie van Panta Rhei
Uitgave Scholengemeenschap Panta Rhei Postbus 590 1180 AN Amstelveen T 020 503 21 21 E
[email protected] I www.sgpantarhei.nl
Panta Rhei is een stabiele, inspirerende school met een positieve uitstraling. Op onze school werken wij leerlinggericht vanuit maatschappelijk relevante contexten. Dit doen we door waardering en respect te tonen voor de leerbaarheid en inzet van de leerling en deze zijn weg te wijzen. We gaan daarbij uit van de kracht van iedere leerling en brengen in kaart waar kansen liggen.
Hoofdvestiging (onderbouw) Pandora 1 1183 KK Amstelveen Nevenvestiging (bovenbouw) Hortensialaan 1 1185 ED Amstelveen
Redactie en teksten Annelous Neven, Jasmijn Vreugdenhil, Bert de Weerd, Anja de Zeeuw Eindredactie Anja de Zeeuw Foto’s Árni Friðriksson (p.2 boven), ImageShack (p.6 rechtsonder), Stephanie Kiebert (p.6 linksonder), Pjotr Neering (p.7 onder),Jeroen Poortvliet (p.3 onder, p.4 boven, p.4 rechtsonder, p.8 midden), Hans Viskil (p.7 boven), Jasmijn Vreugdenhil (overige foto’s) Basisvormgeving studio Tineke Wieringa Opmaak Panta Rhei, Jasmijn Vreugdenhil Druk drukkerij Mart.Spruijt