Schoolondersteuningsprofiel Scholengemeenschap Panta Rhei
Amstelveen, september 2015
1. Inleiding Dit schoolondersteuningsprofiel beschrijft de mogelijkheden die Panta Rhei biedt om leerlingen met uiteenlopende onderwijsbehoeften te ondersteunen. De centrale gedachte van het ondersteuningsprofiel van Panta Rhei is dat ieder kind recht heeft op Passend Onderwijs. Het doel van goed onderwijs is om samen met ouders, docenten en leerlingen binnen de school te werken aan een optimale leerervaring op cognitief en sociaal gebied. Alle leerlingen worden opgeleid tot een diploma. Daarom legt de school in het schoolondersteuningsprofiel de basisondersteuning en extra ondersteuning vast. De school werkt planmatig door de onderwijsbehoeftes van de leerlingen te onderzoeken, het onderwijsaanbod daarop aan te passen en regelmatig het verloop hiervan te evalueren. Terwijl het voormalige systeem van ondersteuning zich richtte op de stoornis van het kind, gaat het nieuwe systeem juist uit van de onderwijsbehoeften van het kind. Dit betekent dat we ons onderwijsaanbod voor specifieke onderwijsbehoeften in kaart brengen. De middelen om dit te realiseren worden ons verstrekt door het Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden (SWV). Het uitgangspunt van Passend Onderwijs is dat ieder kind uniek is en recht heeft op het onderwijs dat tegemoet komt aan zijn leer- en ondersteuningsbehoeften. Wij streven er naar om op Panta Rhei de leerlingen een plek te geven die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden, ook als zij daar extra ondersteuning bij nodig hebben. Daarbij is de zorg die wij bieden ondersteunend aan goed onderwijs. We willen dat leerlingen produceren en leren door te ervaren en te onderzoeken. We vinden het belangrijk dat de leerlingen iets bijdragen en van betekenis zijn maar ook dat ze een persoonlijke ontwikkeling kunnen doormaken tot wie ze zijn. In het ondersteuningsprofiel 2014-2018 heeft het SWV vastgelegd wat het niveau van de basisondersteuning is waar alle deelnemende scholen aan moeten voldoen. Iedere school geeft op zijn eigen manier vorm aan de basisondersteuning.
2. Vormen van ondersteuning 2.1 Basisondersteuning De onderwijsondersteuningsstructuur is de manier waarop de school de ondersteuning heeft georganiseerd en met externe organisaties en specialisten samenwerkt. In deze structuur maken wij onderscheid tussen basisondersteuning en extra ondersteuning. Met de basisondersteuning garanderen wij de minimale onderwijskwaliteit die de Inspectie van ons vereist. Preventieve en lichte curatieve interventies zijn gericht op bijvoorbeeld dyslexie en het voorkomen van gedragsproblemen.
2.2 Extra ondersteuning Deze ondersteuning heeft de vorm van extra arrangementen die een antwoord zijn op specifieke ondersteuningsbehoeften van leerlingen.
Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
2
2.3 Grenzen Panta Rhei tracht op een integratieve manier de leerlingen te ondersteunen maar bereikt een grens wanneer het onderwijsleerproces, dat wil zeggen het behalen van een diploma, in gevaar wordt gebracht. Alvorens deze grens wordt bereikt, zullen we waar mogelijk kijken naar culturele, individuele en gezinselementen en proberen daarin te ondersteunen met de uitgebreide leerlingenzorg die binnen de school aanwezig is. Ook externe partners als de schoolarts, de leerplichtambtenaren, jeugdzorg of jeugdpsychiatrie kunnen daarbij betrokken worden. Soms is de expertise binnen de school niet toereikend om leerlingen de ondersteuning te bieden die noodzakelijk is. In overleg met ouders wordt dan buiten de school naar een oplossing gezocht. Een deel van onze leerlingen zit qua niveau op de rand van het Praktijkonderwijs en het regulier voortgezet onderwijs. Ook deze leerlingen trachten wij zo goed mogelijk te bedienen. Wanneer er echter via een intelligentieonderzoek wordt aangetoond dat de cognitieve vermogens van de leerling verwijzen naar het Praktijkonderwijs zullen wij ouders adviseren op zoek te gaan naar een Praktijkschool. Daarin is ons advies dan ook bindend voor ouders. Leerlingen die extra ondersteuningsvragen hebben kunnen door Panta Rhei worden geholpen. Wanneer een leerling echter teveel individuele begeleiding nodig heeft of beter op zijn plek is in een therapeutische setting of wanneer het gedrag het succesvol doorlopen van de schoolcarrière in gevaar brengt, dan zullen wij andere vormen van onderwijs adviseren.
3. Onderwijsvisie/schoolconcept Scholengemeenschap Panta Rhei is een vmbo-school voor de basis-, kader- en theoretische leerweg met een kleine 800 leerlingen waarvan ruim 60% lwoo (leerwegondersteuning) heeft. Panta Rhei is een grootstedelijke vmbo-school, waarvan de leerlingen voornamelijk uit Amsterdam en Amstelveen komen. De kleinschaligheid van de school zorgt ervoor dat wij onze leerlingen goed kennen. Om met deze diversiteit aan leerlingen om te gaan, zijn (of worden) onze docenten toegerust door het volgen van trainingen of door ondersteuning door de trajectfunctionaris. Ook het contact met ouders zien wij als essentieel: samen met hen proberen wij onze leerlingen in staat te stellen een diploma te behalen. Mentoren onderhouden intensief contact met ouders en wanneer het kind een extra ondersteuningsbehoefte heeft, zal de intern begeleider contact met hen zoeken. Naast de reguliere klassen heeft Panta Rhei in de onderbouw ook een sportklas, een media & entertainmentklas en een taalaccentklas. 3.1 Missie De missie van Panta Rhei is om het onderwijs op een inclusieve manier in te richten. Dit betekent in de praktijk dat wij niet in hokjes denken maar dat onderwijs en ondersteuning geïntegreerd zijn. Wij vinden het belangrijk dat leerkrachten goed onderwijs geven en tegelijkertijd oog hebben voor de ondersteuningsbehoeften van individuele leerlingen. Hieruit volgt dat basis- en extra ondersteuning primair worden aangeboden op klassenniveau. Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
3
Panta Rhei biedt een stabiele en inspirerende leeromgeving waarin de leerling op een positieve manier wordt benaderd. Wij hebben oog voor de sociale, culturele en individuele achtergronden van een leerling.
3.2 Visie Panta Rhei ziet zichzelf als een school die kwaliteit biedt op meerdere niveaus. Wij bereiden onze leerlingen voor op een diploma waarmee zij kunnen doorstromen naar het ROC. Wij zien onszelf ook als een school die de sociaal-emotionele ontwikkeling en de manier waarop onze leerlingen in de samenleving staan, in het onderwijs betrekt. De medewerkers van Panta Rhei geven vorm aan het onderwijs in een klimaat van vertrouwen en wederzijds begrip. Daarmee creëren wij veiligheid, vertrouwen en waardering. Vanuit deze basishouding benadert Panta Rhei onderwijs en ondersteuning waarbij ook ouders en vrije tijd betrokken worden.
3.3 Uitgangspunten van ons onderwijsconcept Onze missie en visie vertalen zich in een onderwijsconcept met de volgende uitgangspunten: Een uitdagende onderwijspraktijk In de bovenbouw wordt gewerkt met het concept van leerpleinen. In de onderbouw worden de leerlingen hierop voorbereid door de leerpleinuren waar leerlingen zelfstandig werken aan hun weektaken en huiswerk. Ze worden hierin actief bijgestaan door een leerkracht. In de bovenbouw vinden de beroepsgerichte activiteiten op de leerpleinen plaats. Zo worden leerlingen voorbereid op het werken in het vervolgonderwijs en in hun toekomstige beroep. Ook is er in Panta Rhei een sport- en een media & entertainmentklas waarin kinderen met talent voor sport of expressie, kunst, muziek, drama of dans zich kunnen aanmelden. Een actieve leerling De band die de leerling heeft met de leerkracht zien wij als essentieel in de ontwikkeling van de leerling. Wederzijds vertrouwen en respect zijn van groot belang. Wanneer aan deze basisbehoefte is voldaan zal dat gevolgen hebben voor de resultaten. Schoolresultaten zijn niet alleen afhankelijk van hard leren en de didactische aanpak, maar ook van een pedagogische aanpak waarin de waarde van de leerling gezien wordt. Een vakbekwame docent Goed onderwijs ziet Panta Rhei als beste preventie voor de zorg. Wanneer een docent goed onderwijs geeft en daarbij oog heeft voor de onderwijsbehoeftes van de leerling heeft dat een gunstig effect op de leerresultaten. Daarnaast vinden wij dat extra ondersteuning, wanneer deze nodig is, in de klas moet plaatsvinden. Docenten worden daarom optimaal toegerust om met (extra) ondersteuningsbehoeften om te gaan. De trajectfunctionaris is er om het handelingsrepertoire van de docenten te vergroten. Ze adviseert docenten over een juiste aanpak van leerlingen en coacht de docenten om hen
Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
4
meer handvatten te geven. Een sterke leerkracht is effectief voor alle leerlingen, ongeacht hun ondersteuningsbehoeften. Betrokken ouders Contact met ouders is gedurende de gehele schoolloopbaan van belang. Dit contact heeft invloed op het welzijn, de werkhouding en het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling. Wanneer de leerling extra ondersteuningsbehoeften heeft, kunnen ouders samen met een medewerker van de school het Ontwikkelingsperspectief (OPP) invullen. Op die manier zal het perspectief van de leerling steeds duidelijker worden en is het een verantwoordelijkheid die samen wordt gedragen.
4. Onderwijsondersteuningsstructuur De specifieke aanpak van Panta Rhei richt zich op ondersteuning die verbonden is met de didactische en pedagogische aanpak van elke leerkracht. Deze ondersteuning vindt zo veel mogelijk plaats in de context van de klas. De zorgstructuur waarin zowel interne als externe medewerkers verbonden zijn is dusdanig georganiseerd dat deze aanpak mogelijk wordt gemaakt. Omdat alles gebeurt in en om de klas, passen leerlingen met een zeer grote behoefte aan individuele ondersteuning niet in ons inclusief model. Panta Rhei heeft vier kernteams met elk een eigen teamleider en een intern begeleider.
4.1 De praktijk van de ondersteuningsstructuur Eerste lijn De mentor wordt gezien als de spil van de zorg. Belangrijk is de band die de mentor met de leerling heeft en het inzicht dat hij heeft in de onderwijsbehoeften van de leerling. Hij is ook de contactpersoon voor leerlingen en ouders. De mentor ondersteunt de leerkrachten in de begeleiding van leerlingen. De mentoren in de bovenbouw maar ook in de onderbouw hebben een rol in de loopbaanbegeleiding. Zij worden hierin ondersteund door de decaan/loopbaanbegeleider. Eén keer in de twee weken hebben de mentoren overleg met de intern begeleiders. Wanneer een mentor een ondersteuningsvraag van de leerling niet kan beantwoorden bespreekt hij die met de intern begeleider. Groepsplannen Een groot deel van onze leerlingen komt in aanmerking voor leerwegondersteuning (lwoo). Panta Rhei kiest ervoor om deze leerlingen niet in aparte klassen te zetten. Ze worden gezien als reguliere leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning wordt zoveel mogelijk door de docenten zelf gegeven in de klas. Voor deze leerlingen wordt een pedagogisch didactisch groepshandelingsplan opgezet. In de schoolloopbaan wordt vier keer de CITO-toets afgenomen. De gegevens die hieruit komen, worden verwerkt in de groepsplannen. In het groepsplan komen de vakken Nederlands, rekenen en wiskunde aan bod, maar ook de onderwijsbehoefte op pedagogisch vlak. Bij de groepsplanbesprekingen zijn de teamleider, de intern begeleider, de mentor en alle docenten aanwezig. Iedere onderwijsperiode vindt er op basis van de behaalde cijfers een rapportbespreking plaats met de docenten. Zowel bij de groepsplanbesprekingen als de Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
5
rapportbesprekingen wordt er gewerkt via de richtlijnen van het handelingsgerichte werken. Tweede lijn: de interne specialisten De intern begeleider zal in eerste instantie een advies geven hoe er het best met de ondersteuningsvraag kan worden omgegaan. Soms is de ondersteuningsvraag complex en brengt de intern begeleider de vraag in binnen het intern ZAT (zorgadviesteam). Het intern ZAT vindt één keer in de twee weken plaats. De intern begeleider, de teamleider en de zorgcoördinator nemen deel aan het intern zorgoverleg. Daarnaast bewaakt de intern begeleider de absentie van leerlingen en onderhoudt hierover intensief contact met de leerplichtambtenaren en ouders. Binnen het intern ZAT wordt ook gekeken of er andere ondersteuning nodig is dan die in de klas wordt geboden. Het intern ZAT bepaalt dan gezamenlijk, en met toestemming van ouders, of de zorgcoördinator een aanvraag zal doen bij het schoolmaatschappelijk werk (SMW) of dat er moet worden doorverwezen naar een externe instantie. De zorgcoördinator De zorgcoördinator is het aanspreekpunt voor alles wat te maken heeft met ondersteuning (intern en extern). De zorgcoördinator onderhoudt contacten met externen zoals schoolmaatschappelijk werk, de trajectfunctionaris, leerplicht en schoolarts. De zorgcoördinator participeert in het netwerk van zorgcoördinatoren van het SWV. Het intern ZAT is de plek waar wordt bekeken of er klassen, dan wel individuele leerlingen zijn die geobserveerd moeten worden door de trajectfunctionaris. Zowel de SMW’er als de trajectfunctionaris hebben één keer in de twee weken overleg met de zorgcoördinator. De zorgcoördinator koppelt hun bevindingen weer terug naar het intern ZAT. De vertrouwenspersonen Op Panta Rhei zijn twee vertrouwenspersonen werkzaam, één voor de onderbouw en één voor de bovenbouw. De vertrouwenspersoon kan ingeschakeld worden bij klachten. Alle informatie wordt vertrouwelijk behandeld, de vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht. De beleidsmedewerker onderwijs/remedial teacher Leerlingen met dyslexie krijgen op Panta Rhei een dyslexiepas en er wordt gekeken waar de specifieke leerling behoefte aan heeft. De ene leerling heeft meer tijd nodig, de andere is gebaat bij mondelinge overhoringen in plaats van schriftelijke. Om ook bij deze leerlingen de ondersteuning in de klas te laten plaatsvinden worden zij meestal samen met leerlingen met forse leesachterstanden in de taalaccentklas geplaatst. De beleidsmedewerker onderwijs/remedial teacher gaat bij het vak Nederlands en/of bij de leerpleinuren de klas in en kijkt op welke manier de leerling goed kan leren omgaan met zijn/haar dyslexie. Dat kan zijn door het aanleren van strategieën, het leren structureren van de lesstof of het geven van extra uitleg. Ook hier worden de docent en de leerling ondersteund in de klas. Wanneer een leerling dyslexie heeft en in het bezit is van een dyslexieverklaring krijgt hij een dyslexiepas waarop wordt aangegeven waar de leerling recht op heeft.
Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
6
Bij dyscalculie krijgt de leerling een dyscalculiepas en recht op extra tijd en het gebruik van een rekenmachine. De uitleg die door de wiskundedocent wordt gegeven zal zo veel mogelijk visueel ondersteund worden. De LOB-coördinator/decaan De LOB-coördinator/decaan ondersteunt ouders/verzorgers en medewerkers van Panta Rhei op het gebied van identiteitsontwikkeling en loopbaanoriëntatie- en begeleiding (LOB) van leerlingen. De complexe arbeidsmarkt vraagt om een goede begeleiding van leerlingen. In samenspraak met het management initieert, coördineert en coacht de LOBcoördinator/decaan het proces van loopbaanbegeleiding binnen de school. Mentoren worden in dit proces betrokken. De schoolmaatschappelijk werker De schoolmaatschappelijk werker (SMW’er) is twee dagen aanwezig op Panta Rhei (vanuit Altra). In het intern ZAT wordt beoordeeld of een leerling in aanmerking komt voor SMW. Motivatieproblemen, scheidingsproblematiek, de maatschappelijk situatie, de etnische achtergrond, de invloed van leeftijdgenoten, plotseling dalende cijfers of een laag zelfbeeld kunnen redenen zijn om een leerling aan te melden bij SMW. De zorgcoördinator of de intern begeleider vraagt, na toestemming van ouders te hebben gekregen, SMW aan. De SMW’er heeft een vijftal gesprekken met de leerling en beoordeelt of de leerling moet worden doorverwezen of dat SMW zelf een vervolgtraject inzet. Eén keer in de twee weken heeft de schoolmaatschappelijk werker werkoverleg met de zorgcoördinator. Deze koppelt weer terug naar het intern ZAT. De trajectfunctionaris Op 1 augustus 2014 is de Wet op Passend Onderwijs in werking gesteld. Daarmee verdween ook de traditionele ambulante begeleiding voor de REC 3 leerlingen (leerlingen met een verstandelijke of lichamelijke beperking of leerlingen die langdurig ziek zijn) en REC 4 leerlingen (leerlingen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek). In plaats hiervan is de trajectfunctionaris op Panta Rhei gekomen. Panta Rhei biedt inclusief onderwijs. Hiermee wordt bedoeld dat leerlingen met beperkingen, extra onderwijsbehoeftes, in een reguliere school hun schoolloopbaan kunnen volgen. Leerlingen met een speciale onderwijsbehoefte worden daarom ook begeleid in de context van de klas. De trajectfunctionaris speelt hier een belangrijke rol in. Zij ondersteunt in dit proces de leerling met de extra onderwijsbehoefte maar ook de docent. De trajectfunctionaris observeert in de klas de leerling met de extra ondersteuningsbehoefte maar kijkt ook hoe de interactie tussen de docent en de leerling verloopt. Leerlinggedrag en leerkrachtgedrag zijn beide bepalend voor een succesvolle schoolcarrière. Naar aanleiding van deze observaties voert zij gesprekken met docenten en geeft hen handelingsadviezen. Ook biedt zij docenten, als dat nodig is, een kortdurend coachingstraject aan waardoor zij beter in staat zijn de leerlingen met de extra ondersteuningsbehoeftes te bedienen. Ook geeft de trajectfunctionaris trainingen en voorlichting aan docenten. Incidenteel begeleidt ze een leerling buiten de klas. Dit gebeurt altijd in overleg met de zorgcoördinator en de ouders. De trajectfunctionaris, de zorgcoördinator of de intern begeleider schrijft dan een Ontwikkelingsperspectief (OPP). Een gedeelte daarvan wordt geschreven door en met de ouders en de leerling. Hierbij wordt ook de mentor betrokken. Wanneer alle betrokkenen het eens zijn met het plan, dan wordt het door de ouders en de school ondertekend. Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
7
De trajectfunctionaris heeft één keer in de twee weken overleg met de zorgcoördinator. De zorgcoördinator koppelt dan weer terug aan het intern ZAT. Om meer informatie over een leerling in te winnen heeft de trajectfunctionaris gesprekken met de teamleider, de intern begeleider of de mentor. Het Ontwikkelingsperspectief (OPP) Het OPP vervangt het handelingsplan en beschrijft haalbare doelen voor een leerling. Panta Rhei stelt een OPP op wanneer een leerling extra ondersteuning nodig heeft. Dit biedt handvatten aan de docent die het onderwijs dan kan afstemmen op de behoefte van een leerling. In het OPP staan de belemmerende en bevorderende factoren die van invloed zijn op het onderwijs aan de leerling en de verwachte uitstroombestemming. De veiligheidscoördinator Panta Rhei wil de leerlingen en het personeel een veilige omgeving bieden om in te werken en te leren. Dit verhoogt de goede leer-en werkprestaties van iedereen in de school. Het schoolgebouw maar ook de omgeving ervan moeten veilig zijn. De veiligheidscoördinator helpt hierbij door een teamgericht aanpak te realiseren op het gebied van preventie en opvang bij agressie, traumatiserende gebeurtenissen en calamiteiten. Samenwerking met teamleiders, het zorgteam en de wijkagent zijn hierbij van belang.
4.2 Trainingen op school Rots en Watertraining In de onderbouw van Panta Rhei wordt door de schoolmaatschappelijk werker en één van de IB’ers een Rots en Watertraining gegeven. Dit is een sociale weerbaarheidstraining voor leerlingen. De leerlingen leren om op een goede manier voor zichzelf op te komen in de omgang met anderen. De groepjes bestaan uit ongeveer acht leerlingen. In deze training is veel aandacht voor: • het verbeteren van zelfbeheersing, zelfreflectie en zelfvertrouwen • het fysiek, mentaal en verbaal weerbaarder worden • sociale en communicatieve vaardigheden Sociale vaardigheidstraining (SOVA) In de bovenbouw wordt door twee intern begeleiders een Sociale vaardigheidstraining (SOVA) gegeven. Deze training is bedoeld voor leerlingen die problemen ondervinden in de omgang met anderen. Soms zijn dat (faal)angstige kinderen, gepeste kinderen of kinderen met teruggetrokken gedrag. Ook zijn bazige, agressieve leerlingen, pesters gebaat bij deze training. Het doel van deze training is leerlingen vaardigheden leren waardoor ze adequaat kunnen reageren in sociale situaties. Scheidingsgroep In het schooljaar 2015-2016 zal er worden gestart met een scheidingsgroep. Leerlingen van gescheiden ouders die moeite hebben met de verwerking hiervan kunnen hier onder leiding van de schoolmaatschappelijk werker over praten.
Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
8
Stichting Wolf Stichting Wolf is een organisatie die het belangrijk vindt om maatschappelijke thema’s bij jongeren onder de aandacht te brengen. De opkomst van internet en de sociale media heeft veel positieve kanten maar er zijn ook risico’s en gevaren aan verbonden. Stichting Wolf maakt de leerlingen bewust van deze risico’s. Panta Rhei heeft de stichting ingehuurd om jaarlijks een aantal lessen te verzorgen in zowel de onderbouw (eerste klassen) en de bovenbouw (derde klassen). Thema’s die daarbij aan de orde komen zijn cyberpesten, internetverslaving, het delen van persoonlijke informatie, loverboys en privacy. Individuele faalangsttraining De SMW’er zal het schooljaar 2015-2016 starten met een individuele faalangsttraining.
4.3 De externe specialisten Extern ZAT Wanneer de extra ondersteuning stagneert of te veel vragen oproept wordt de leerling besproken in het extern ZAT (derdelijns zorg). Vaak betreft dit leerlingen die hulp van buiten de school nodig hebben. Gezamenlijk wordt geprobeerd hulp rondom de leerling (of thuis) te organiseren zodat het kind beter kan functioneren op school. Het extern ZAT vindt één keer in de zeven weken plaats. De zorgcoördinator, de intern begeleiders, de leerplichtambtenaren van Amsterdam en Amstelveen, de schoolarts en de schoolmaatschappelijk werker nemen hier aan deel. Op aanvraag nemen de trajectfunctionaris en de wijkagent hier ook aan deel. In het eerste half uur van het extern ZAT worden regelmatig sprekers uitgenodigd. Het Sociale Team (Amstelveen), het Samen Doen Team (Amsterdam), de ouder-kind adviseurs hebben er hun werkwijze gepresenteerd en ook de manier waarop de school van hun diensten gebruik kan maken. Multi Disciplinair Overleg (MDO) Behalve de externe ZAT’s wordt er op Panta Rhei vaak gebruik gemaakt van een Multi Disciplinair Overleg (MDO), waar de zorgcoördinator en/of de intern begeleider samen met ouders en eventueel andere externen kijken hoe de ondersteuningsbehoeften van een leerling het best kunnen worden gerealiseerd. Het MDO is een versterking van het educatief partnerschap met ouders, leerlingen en andere belangrijke betrokkenen. De werkwijze van een MDO is gebaseerd op de theorie van het handelingsgerichte werken (HGW), een oplossingsgerichte werkwijze in het onderwijs met de volgende uitgangspunten: • constructieve samenwerking • afstemming en afwisseling • de onderwijsbehoefte van de leerling staat centraal • docenten maken het verschil • aandacht voor positieve aspecten • doelgericht werken De leerplichtambtenaar Aan het extern ZAT neemt zowel de leerplichtambtenaar van Amsterdam als die van Amstelveen deel. De intern begeleiders hebben het meest contact met de leerplichtambtenaren. Zij zijn degenen die de afwezigheid van leerlingen bijhouden en Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
9
melden. De mentoren houden de ouders van de leerlingen die (ongeoorloofd) verzuimen op de hoogte. De leerplichtambtenaren houden de zorgcoördinator, de intern begeleiders en de ouders op de hoogte van de acties die zij ondernemen. Op school zijn er leerplichtspreekuren waarin leerlingen die vaker (ongeoorloofd) afwezig zijn, worden aangesproken door de leerplichtambtenaar. Urgente zaken worden door de leerplichtambtenaren meestal wekelijks besproken met de intern begeleiders. Ook wordt er regelmatig een spijbelbus ingezet. Leerlingen die ongeoorloofd afwezig zijn worden door deze bus thuis opgehaald. De leerplichtambtenaren worden soms ook uitgenodigd om bij een MDO aanwezig te zijn. De schoolarts (GGD) en de schoolverpleegkundige De schoolarts maakt deel uit van het extern ZAT. Wanneer een leerling opvallend vaak ziek is en daar onduidelijkheid over bestaat zal de schoolarts de leerling en diens ouders uitnodigen voor een gesprek. Na het afnemen van een elektronische gezondheidsmonitor (E-MOVO) in de tweede en vierde klassen volgt er een gesprek met een sociaal verpleegkundige of de schoolarts. Deze bespreekt het gezondheidsprofiel dat uit de vragenlijst is gekomen en geeft adviezen. De privacy van de gegevens is hierbij gewaarborgd. Ambulant begeleider cluster 2 Het cluster 2 is tot nog toe onveranderd gebleven binnen het Passend Onderwijs. De ambulante begeleider van REC 2 heeft regelmatig contact met de zorgcoördinator. De Brijderstichting Zowel op klassenniveau als in individuele gesprekken krijgen leerlingen voorlichting over het gebruik van drugs, alcohol of overmatig gamen. Ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Voor de individuele gesprekken kunnen leerlingen zelf met vragen komen of worden ze doorverwezen door school, jeugdarts of schoolmaatschappelijk werkerker. Protocollen Wij beschikken over de volgende protocollen: • anti-pestprotocol, • protocol signalering kindermishandeling • veiligheidsprotocol • vage klachten protocol • HIV-protocol • dyslexieprotocol • werkprotocol kleine en grote crisis • draaiboek trieste zaken (wat te doen bij overlijden, chronisch zieke leerlingen)
4.4 Extra ondersteuning De basisondersteuning zoals die door het SWV is vastgelegd en de extra ondersteuning die Panta Rhei biedt zijn zoveel mogelijk geïntegreerd en op elkaar afgestemd en vinden dus voornamelijk plaats in de context van de klas. Dit geldt ook voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven. In overleg met ouders en leerling worden voor hen de ondersteuningsbehoefte, de hulpvraag en de doelen, vastgelegd in een OPP. Wanneer het niet anders kan, wordt een enkele keer een individueel traject uitgezet. De Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
10
trajectfunctionaris het zorgteam en de teamleiders spelen hierin een belangrijke rol. Belangrijk is dat de leerling met extra ondersteuningsbehoefte in staat is zelfstandig in de klas te functioneren en er sprake is van studievooruitgang, ook mag hierbij het onderwijsleerproces van de andere leerlingen niet verstoord worden. De trajectfunctionaris zal observaties doen en de mentoren en docenten van handelingsadvies voorzien. De zogenaamde onderwijsondersteuningsarrangementen worden in principe geschreven voor leerlingen die een diagnose hebben die extra ondersteuning behoeft. Voor leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum Leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum hebben doorgaans extra ondersteuningsbehoeften. Voor hen wordt altijd een OPP opgesteld en in samenspraak met de mentoren, het zorgteam, ouders en de trajectfunctionaris wordt gekeken hoe deze individuele leerling in de klas kan worden ondersteund. Ook bij deze leerling is het een vereiste dat hij in de klas zelfstandig kan werken. Voor leerlingen met ADHD, ODD en angststoornissen Voor leerlingen met gedragsondersteuningsvragen zoals ADHD, ODD en angststoornissen wordt ook altijd een OPP geschreven en ook bij deze leerlingen geldt dat hij zelfstandig moet kunnen werken in de klas zonder dat de studievoortgang van hemzelf of van andere leerlingen wordt verstoord. Extra onderwijsarrangement Ook voor leerlingen zonder diagnose kan er een OPP worden opgesteld om een extra onderwijsarrangement in te zetten. Dat arrangement kan worden ingezet op grond van bijvoorbeeld sociaal-emotionele problemen, gedragsproblemen of onderwijstekorten. Vervolgens wordt er geïnventariseerd of er naast de ondersteuning in de klas nog trainingen of gesprekken met de SMW’er nodig zijn. Een enkele keer gebeurt het dat leerlingen met ondersteuningsvragen toch vastlopen, ondanks de intern geboden hulp. In overleg met ouders zal dan worden gezocht naar een extern traject waar meer individuele aandacht in kleine groepen mogelijk is.
4.5 Voorzieningen waarnaar wordt verwezen Transferium Wanneer een leerling tussen de 12 en 16 jaar het niet redt op school door leer- of gedragsproblemen, kan op Transferium aan de toekomst worden gewerkt. Er zijn klassen van maximaal 12 leerlingen en er is intensieve begeleiding aanwezig. Er wordt onderwijs op maat geboden en het traject duurt 6 maanden. In die tijd wordt het duidelijk welke school het best past bij de leerling. In de tussentijd blijft de leerling ingeschreven op de school van herkomst. De leerling gaat in de meeste gevallen niet meer terug naar Panta Rhei. Soms gaat de leerling naar het speciaal onderwijs, soms naar een reguliere andere school en het gebeurt ook dat er een leer-werktraject voor de leerling wordt gezocht. STOP (School Time-Out Project) Ook bij deze leerlingen zijn de ondersteuningsbehoeften door leer-of gedragsproblemen zo groot dat ze dreigen uit te vallen. Bij STOP wordt ook in kleine klassen met extra begeleiding gewerkt. De nadruk ligt niet alleen op het onderwijs maar ook op jeugdzorg. Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
11
De leerling verblijft hier drie maanden en wordt er in kaart gebracht wat de leerling nodig heeft. De leerling blijft terwijl hij op STOP zit onder de verantwoordelijkheid van de mentor en intern begeleider van Panta Rhei vallen. In tegenstelling tot Transferium gaat de leerling in de meeste gevallen na het verblijf op STOP weer terug naar Panta Rhei. School2Care Onderwijs, jeugdhulp en vrije tijd komen samen in de 12-uursvoorziening School2Care. Deze voorziening richt zich op jongeren met ernstige gedragsproblemen en veelvuldig schoolverzuim. Het doel van deze voorziening is te voorkomen dat leerlingen helemaal uitvallen of afglijden en geplaatst moeten worden in de gesloten jeugdzorg. Nova Plus Wanneer aan de ondersteuningsbehoeften van leerlingen op pedagogisch en/of didactisch vlak niet meer kan worden voldaan en ze gemotiveerd zijn voor het lopen van een stage kunnen ze terecht bij de Plusvoorziening. Het doel van dit traject is leerlingen te behouden voor onderwijs. Leerlingen krijgen een perspectief aangeboden door het aanbod van een passend vervolgtraject. Soms is dat een Entree-opleiding (niveau 1), soms ook een doorstroom naar de arbeidsmarkt.
5. Verdere ontwikkelingen In de visie van Panta Rhei vormen ondersteuning en onderwijs een samenhangend geheel. Belangrijk hierbij is dat elke vorm van ondersteuning hoofdzakelijk plaatsvindt in de context van de klas. De ondersteuningspraktijk is volop in ontwikkeling en vraagt van alle betrokkenen een grote inzet. Belangrijk hierbij is een goede samenwerking en een heldere communicatie daarover. Deze samenwerking en communicatie vraagt van zowel het zorgteam als de docenten een grote inzet en een aantal specifieke kwaliteiten. Centraal hierbij staan competenties om de grote diversiteit aan onderwijsbehoeften en achtergronden van leerlingen te kunnen zien, analyseren en hanteren. In de praktijk van alledag betekent dit wegwijs raken in het werken met de groepsplannen en de OPP’s. Ook ouders maken steeds meer onderdeel uit van het ondersteuningstraject dat hun kind doorloopt. Samen met leden van het zorgteam en de mentoren formuleren ouders de doelen waaraan de leerling moet werken om zijn opleiding succesvol te kunnen afronden. Volgens Luc Stevens (hoogleraar orthopedagogiek) is een goed pedagogisch klimaat op school niet te waarborgen door procedures, afspraken of regels maar is afstemming van het handelen op de behoefte essentieel. Pedagogische tact bepaalt volgens hem de kwaliteit van de interactie en daarmee de kwaliteit van de school. Marian Vincken zorgcoördinator
Schoolondersteuningsprofiel
Scholengemeenschap Panta Rhei, versie september 2015
12