Personenregister: p.17
Brunelleschi : (1377-1446) Filippo Brunelleschi was een van de grootste Italiaanse renaissance-architecten en beeldhouwers van zijn tijd. Zijn eerste grote project was het Ospedale degli Innocenti (zie locaties p.20). Een leuke anekdote: Het ei van Columbus zou eigenlijk het ei van Brunelleschi moeten heten omdat hij, volgens Vasari*, de eigenlijke bedenker is van de truc om een ei rechtop te plaatsen. Volgens de overlevering heeft Brunelleschi ook de opdracht tot het ontwerpen van de Santa Maria del Fiore aan dit trucje overgehouden.
Santa Maria del Fiore, de duomo
*Vasari was een Italiaans schilder en architect uit de Italiaanse renaissance en een van de eerste kunsthistorici door zijn biografieën van Italiaanse kunstenaars. Standbeeld van Brunelleschi, naast de duomo, waar hij naar de koepel kijkt.
Domenico
Ghirlandaio:
(1449-1494)
de
werken van deze Italiaanse kunstschilder behoren tot de renaissanceschilderkunst van de vroegrenaissance.
Zijn beroemdste werken: de fresco's in de kerk van S. Trinità (zie locaties p.51) te Firenze (circa 1480-1485), en het koor van de kerk van Santa Maria Novella (zie locaties p.17), vervaardigd in opdracht van Giovanni Tornabuoni, eveneens te Firenze
(circa 1485-1490). Al eerder bracht Ghirlandaio samen met andere beroemde schilders als Botticelli muurschilderingen aan op de wanden van de Sixtijnse kapel te Rome (1481-1482)
Fresco in de Santa Trinità van Domenico Ghirlandaio
Familie Tornabuoni: Giovanni Tornabuoni was een rijke en machtige Florentijn die in status niet onder wilde doen voor de Medici. Lucrezia Tornabuoni (1425-1482) was getrouwd met Piero en was de moeder van Lorenzo de Medici .
Lucrezia Tornabuoni
p.18
Lorenzo de Medici: (ook: Lorenzo de prachtlievende = Il Magnifico) (1449-1492) was een zoon van Piero de Medici, de Jichtige. Hij was een van de beroemdste leden van het geslacht de Medici, en heerste over de republiek Firenze tijdens het hoogtepunt van de Italiaanse renaissance. p.22
Botticelli: (1445-1510) Alessandro Filipepi, beter bekend als Sandro Botticelli, was een Italiaans kunstschilder uit de vroegrenaissance. Twee zeer beroemde werken zijn: La Primavera (rond 1482) De geboorte van Venus (rond 1485) (zie titel van het boek) Deze twee schilderijen werden gemaakt in opdracht van leden van de familie de Medici, die in de quattrocento* (15de eeuw) Firenze domineerden en de schone kunsten en de klassieke filosofie zeer genereus ondersteunden.
La Primavera, Sandro Botticelli, Gallera degli Uffizi
De geboorte van Venus, Sandro Botticelli, Galleria degli Uffizi
* Quattrocento is een term die gebruikt wordt om de 15deeeuwse periode van kunst en literatuur uit de Italiaanse renaissance aan te duiden. Het is een Italiaanse afkorting voor mille quattrocento, veertienhonderd: quattro, vier (van het Latijnse quattuor) + cento, honderd (van het Latijnse centum).
p.23
Donatello: (1386-1466) Donatello was één van de grootste beeldhouwers uit de vroege renaissance in Firenze en favoriet van de Medicifamilie. Donatello staat nog steeds bekend als een beeldhouwer die definitief afrekende met de middeleeuwse vormen en grote betekenis hechtte
aan
een
correcte
anatomische
weergave en een soepele en vrije afbeelding van figuren.
Donatello
Een voorbeeld hiervan is zijn David, die duidelijk verwijst naar het Grieks-Romeinse vormideaal.
David van Donatello
Cosimo: Cosimo Il Vecchio, de grootvader van Lorenzo Il Magnifico.
Icarus: is in de Griekse mythologie de zoon van Daedalus. Omdat Icarus en Daedalus* door koning Minos gevangen worden gehouden op Kreta, bedenkt Daedalus een manier om te ontsnappen: hij bouwt vleugels van een houten raamwerk, veren en was. Omdat de was niet mag smelten, waarschuwt Daedalus Icarus om niet te hoog en te dicht bij de zon te vliegen, maar ook niet te laag, omdat de vleugels te zwaar zouden worden van het zeewater. In zijn enthousiasme wordt Icarus echter roekeloos; hij vliegt te hoog zodat de was toch smelt en hij neerstort in de Egeïsche Zee.
*Daedalus: is een figuur uit de Griekse mythologie. Hij is een groot uitvinder en architect. Hij was degene die het Labyrint van Knossos ontwierp, waar de Minotaurus gevangen werd gehouden. De Pazzi: de Pazzifamilie was een adellijke bankiersfamilie uit Firenze, die bekend werd door de Pazzi-samenzwering*. De familie werd ook bekend vanwege hun bijdrage aan de kunsten, zoals het Palazzo Pazzi en de Pazzi-kapel, waarvan deze laatste (van de architect Filippo Brunelleschi) een van de bekendste werd en omschreven werd als een van de hoogtepunten van de architectuur tijdens de renaissance.
*De Pazzi-samenzwering was een complot gericht tegen de familie de Medici. In 1478 zwoeren leden van de familie Pazzi samen met Girolamo Riario, een neef van paus Sixtus IV, tegen de Medici. Op paaszondag sloegen moordenaars toe in de duomo. Lorenzo, Il Magnifico, ontsnapte, maar zijn jongere broer Giuliano werd voor het altaar vermoord. Dit veroorzaakte een volksopstand ten voordele van de Medici. Het volk greep de moordenaars en doodde hen. Sixtus reageerde door de hele stad te excommuniceren, waarop Firenze de oorlog aan de paus verklaarde. De paus belegerde de stad, geholpen door Napolitaanse bondgenoten, maar Lorenzo smeedde een geheime overeenkomst met koning Ferrante van Napels, waarop de bondgenoten afdropen. Omdat Sixtus niet alleen opkon tegen de Florentijnen, moest hij de vrede tekenen.
p.32
Bartolommeo
di
Giovanni:
(1475-1511)
Italiaans
kunstschilder
uit
de
vroegrenaissance. Hij studeerde met en assisteerde Domenico Ghirlandaio. Bartolommeo di Giovanni werkte ook onder de leiding van Sandro Botticelli. Nastagio degli Onesti: ‘Nastagio van de eerlijke„ is de protagonist van het verhaal van de vijfde dag van de Decamerone* van Giovanni Boccaccio (Zie p. 118). * Decamerone van Giovanni Boccaccio : De titel is Italiaans voor “boek der tien dagen”. De cyclus omvat 100 verhalen die tien gasten op een landgoed buiten Firenze elkaar tijdens de pestepidemie van 1348 vertellen. p.33
De Sabijnse maagden: een legende uit de vroegste historie van Rome verhaalt dat de nederzetting van Romulus op de Palatijnse heuvel uit louter mannen bestond. Om in het tekort aan vrouwen te voorzien, namen de Latijnen hun toevlucht tot een list. Zij nodigden de leden van de Sabijnse nederzetting op de nabijgelegen Quirinalisheuvel uit tot een feest en schaakten bij die gelegenheid de Sabijnse vrouwen. p.41
Cennino: d'Andrea Cennini van Cennino (ca.1370–ca.1440) was Italiaans schilder die vooral bekend was voor het schrijven van zijn “Il libro dell'arte”, een handboek voor schilders. Deze verhandeling bevat informatie over het gebruik van de juiste pigmenten, borstels, het schilderen op panelen, frescotechnieken en over het overschilderen in tempera (een verfsoort bestaande uit een emulsie met kleurpigment).
p.45
Bartolommeo: (1472-1517) Italiaans renaissanceschilder, ook bekend als Fra Bartolomeo of Fra Bartolommeo. Hij streefde naar simpelheid en evenwicht in compositie en een sobere opzet van de omgeving, waarin een gebeurtenis geplaatst werd. Zijn ideeën vormden onderdeel van de stijlverandering tussen 15 de_
en
16deeeuwse Italiaanse kunst: de hoogrenaissance.
Ovidius: behoort samen met Vergilius, Horatius, Propertius en Tibullus tot de grote dichters uit het Augusteïsche tijdvak. Met deze laatste twee vormde hij ook de elegiaci*.
*De elegiaci is een omvattende term om vijf belangrijke Romeinse
dichters
van
elegieën
(klaagzang,
klaaglied,
treurdicht) uit de klassieke oudheid aan te duiden. p.46
Ovidius
Homerus: was een Griekse dichter en zanger die leefde van ca. 800 v.Chr. – ca. 750 v.Chr. Hij vervaardigde epische gedichten, waarin hij een groot aantal overgeleverde heldensagen, godenverhalen en mythische vertellingen uit zijn cultuur verwerkte. Twee epische gedichten, de Ilias en de Odyssee, de oudst bekende en bewaard gebleven literaire toegeschreven.
werken van de Griekse letterkunde, worden aan hem
p.58
Alberti: (1404- 1472) de vermaarde Leon Batista Alberti is beter bekend door wat hij schreef dan door wat hij maakte met zijn handen. Hij besteedde veel tijd aan het onderzoeken van de wereld en aan de bestudering van de verhoudingen bij de antieken; maar overeenkomstig zijn natuurlijke aanleg legde hij zich, meer dan op zijn praktische werk, vooral toe op zijn geschriften. Hij was een zeer bedreven wiskundige en hij schreef in het Latijn een werk over architectuur in tien boeken, dat in 1481 uitkwam. p.62
Santa Caterina van Alexandrië: Catharina (andere schrijfwijze) kwam volgens de populairste legende uit een roemrijk patriciërsgeslacht en was de dochter van Costus, de gouverneur van Alexandrië. Ze kende alle werken van Plato uit haar hoofd toen ze nog maar vijftien was. Ze was de Heer met hart en ziel toegedaan, en beloofde hem haar maagdelijkheid. Nauwelijks had ze dat gedaan, of keizer Maxentius werd verliefd op haar. Op haar weigering om met hem te trouwen, wilde hij haar dwingen haar geloof af te zweren onder bedreiging met gruwelijke folteringen. Ook stuurde hij zijn veertig heidense filosofen op haar af om haar te bekeren, maar dit pakte een beetje verkeerd uit: in plaats van Catharina werden de filosofen bekeerd, en wel tot het christendom. Daarop wilde hij haar laten verpletteren met een rad waarop scherpe ijzeren punten waren gemonteerd. In plaats van Catharina brak echter het rad, getroffen door de
Santa Caterina
bliksem. Hij wilde haar laten verbranden, maar het vuur waaide uiteen en verbrandde de beulen. Uiteindelijk lukte het dan toch haar te onthoofden. Uit haar halswond stroomde melk die de stad van de pest bevrijdde. Hierna werd ze door engelen naar de Sinaïberg gebracht waar later het Catharinaklooster werd gebouwd dat naar haar vernoemd is.
p.64
Girolamo Savonarola: tijdens de laatste jaren van Lorenzo‟s regeerperiode werd de dominicaan Girolamo Savonarola (1452-1498) de spil van het verzet tegen de Medici, die hij als corrupt zag. Dezelfde kritiek spuide hij tegen de paus, wat hem niet geliefd maakte bij zijn superieuren. Toen de Medici in 1494 werden verbannen, kreeg Savonarola het stadsbestuur voor korte tijd in zijn macht. p.72
Piero de Medici: Piero de Medici, de Onfortuinlijke (1471-1503) was de oudste zoon en opvolger van Lorenzo il Magnifico. Piero di Lorenzo de Medici was arrogant en een onbekwaam heerser. Kort na zijn aantreden in 1492 trok de Franse koning Karel VIII Italië binnen om zijn rechten op het Koninkrijk Napels te doen gelden. Op weg van Milaan naar Napels trok hij door Toscane. Piero wilde neutraal blijven, maar Karel viel Firenze aan. Piero gaf zijn verzet spoedig op en ging vervolgens over tot volledige overgave en
Piero de Medici
instemming met alle eisen van Karel. De inwoners van de stad waren hierover hevig verontwaardigd, Piero werd verjaagd en zijn bezittingen werden geplunderd (1494). Hij verdronk tijdens een vluchtpoging na een veldslag tussen de Fransen, wier bondgenoot hij was, en de Spanjaarden. Firenze kwam tot verval, maar slaagde er wel in zich als republiek te handhaven. Toen de Spanjaarden in Italië Lodewijk XII van Frankrijk versloegen, hielpen zij de Medici terug in het zadel.
p.75
Fra Filippo: (1406-1469) één van Alessandra‟s favoriete schilders. Filippo Lippi‟s ouders stierven toen hij nog jong was. Door zijn tante werd hij vervolgens naar het karmelietenklooster in Firenze gebracht. Hier leerde hij tekenen en schilderen. In 1421 trad hij toe tot de orde der karmelieten. Filippo verliet het klooster maar bleef wel tot de kloosterorde behoren. In 1439 beschreef hij zichzelf als de "armste broeder van Firenze", belast met het onderhoud van zes van zijn nichtjes. In 1452 werd hij benoemd tot kapelaan* van de San
De Madonna van Fra Filippo
Giovanninokerk in Firenze en in 1457 werd hij rector van de San Quirico in Legnaia, een wijk in de stad Firenze. Hij verdiende op dat moment een aardig salaris, dat hij even hard weer uitgaf aan zijn minnaressen. Omstreeks 1458 krijgt Filippo Lippi een opdracht om fresco‟s in de kerk van Santa Margherita in Prato** te schilderen. Daar ontmoette hij Lucrezia Buti, een jonge non. Lippi schaakte de jonge vrouw en nam haar met zich mee naar zijn huis. Ze kregen een zoon, Filippino Lippi, die later in de voetsporen van zijn vader zou treden. In 1434 krijgt hij een opdracht van Cosimo de Medici voor het schilderen van een Madonna en een geboorte van Christus. Daarna volgde een periode waarin Filippo zich liet beïnvloeden door de Vlaamse schilders. Hij ontwikkelt vervolgens zijn eigen stijl die gekenmerkt wordt door dynamiek en beweging. Bovendien schildert hij zijn figuren vaak in verschillende ruimten binnen een doek, soms worden ze van elkaar gescheiden door dat ze in verschillende vertrekken of omgevingen worden geplaatst, of door een andere lichtval. Waarschijnlijk is Sandro Botticelli een leerling van Filippo Lippi. *Kapelaan: geestelijke, onder de pastoor werkzaam. **Prato: stad 20 kilometer ten noordwesten van Firenze gelegen.
p.83
Giuliano de Medici: (1479-1516) was de jongste zoon van Lorenzo de Medici en dus een broer van Piero II en paus Leo X. Nadat de familie de Medici in 1494 uit Firenze verjaagd werd, was Giuliano de eerste die namens het geslacht in 1512 weer aan de macht kwam.
Giuliano de Medici
p.90
De Signoria: het stadsbestuur, bestond in Firenze uit negen leden van de gilden, de „prioren‟, die om de twee maanden werden gekozen. Zes prioren waren afkomstig uit de grote, twee uit de kleine gilden. De negende was de gonfaloniere, de standaarddrager van de republiek. p.97
De raad van acht: acht leden van de Signoria. p.98
Charybdis en Scylla: twee zeemonsters in de Griekse mythologie. Charybdis was oorspronkelijk een zeenimf, die door Zeus in een monster werd veranderd toen zij diens koninkrijk onder water zette. Scylla was een monster met zes hondenkoppen. Zeelui die door de straat van Messina* voeren, moesten zo veel mogelijk in het midden varen, om hun tocht niet met de dood te bekopen. *De straat van Messina
De straat van Messina
p.100
Girolamo: zie Girolamo Savonarola p. 64 p.109
Fra Angelico: (1395-1455) Fra Giovanni Angelico Da Fiesole, beter bekend als Fra Angelico (de "Engelachtige Broeder") was een beroemd 15 deeeuwse schilderfrater in Firenze. Hij was een dominicaan*. Tot zijn bekendste werken behoren de fresco's die hij maakte in het San Marco klooster te Firenze. Hij werd zalig verklaard door paus Johannes Paulus II in 1982. Zijn feestdag valt op 18 februari.
* De dominicanen of predikheren vormen een kloosterorde die in 1216 is gesticht door Dominicus Guzman. Een van de eerste kloosters werd in Toulouse gevestigd.
Kruisafname, Fra Angelico, Museo di San Marco
p.118
Andrea Orcagna: (1308-1368) Florentijnse schilder, beeldhouwer, architect en administrator. Orcagna‟s belangrijkste werk was een fragmentarisch bewaarde frescotrilogie over de Triomf van de Dood, het Laatste Oordeel en de Hel in de Santa Croce.
Boccaccio: zie ook Nastagio degli Onesti p. 32. (1313-1375) Giovanni Boccaccio was een Italiaans dichter en schrijver. Boccaccio's roem en invloed op latere schrijvers berust vooral op zijn Decamerone, een cyclus van honderd verhalen. Tien gasten zijn tijdens de pestepidemie van 1348 Firenze ontvlucht en vertellen elkaar op een landgoed verhalen over liefde en list.
119
Dante Alighieri: (1265-1321) was een Italiaanse dichter, schrijver en kortstondig politicus. Zijn voornaamste werk staat bekend als “La Divina Commedia” (vertaling: “De goddelijke komedie”).
Paolo Uccello: (1397-1475) één van de belangrijkste schilders en tekenaars van het Quatrecento. Uccello ontwikkelde zich tot één van de grootste meesters van het perspectief*. Een
De slag om San Romano, Paolo Uccello
van zijn bekendste werken is het hierboven getoonde “De slag om San Romano”, een beslissende veldslag die in het voordeel van de stadstaat Firenze beslecht werd en waardoor zij heersers werden over Toscane. In dit werk blijkt duidelijk Ucello's passie voor het perspectief als hij de gevallen lansen op het slagveld en de soldaten laat sneuvelen naar een denkbeeldig verdwijnpunt toe.
* Perspectief: het uitbeelden van ruimte en diepte door o.a. toonnuances (licht en donker), lineair perspectief en kleurperspectief.
p.124
Nastagio: zie Nastagio degli Onesti p.32 p.125
Karel de Achtste:
-
, was koning van Frankrijk van 1483 tot aan
zijn dood. p.147
Ghiberti: (1378 -1455) Lorenzo Ghiberti was Italiaans beeldhouwer. Het werk van de Florentijnse beeldhouwer markeert de overgang van de gotische naar de vroegrenaissancistische beeldhouwkunst. Hij werd opgeleid tot edelsmid, maar was ook actief als kunstschilder en architect. Zijn werk en geschriften vormden de basis voor de stijl en regel van de latere hoogrenaissance. p.153
Vergilius: Publius Vergilius (70 v.Chr. - 19 v.Chr.) was een Romeins dichter. p.155
Marsilio Ficino: (1433-1499) Hij was een astroloog en één van de meest invloedrijke humanistische filosofen van de vroege Italiaanse renaissance. p.171
Luca Rusticci: fictief personage p.189
Marsilio Trancolo: fictief personage
p.191
Plato: (427v.Chr.- 347 v.Chr.) was een Grieks filosoof en schrijver. Plato behoort tot de meest invloedrijke denkers in de westerse filosofie en was ook de stichter van de Atheense Academie, het eerste instituut voor hoger onderwijs in het westen. p.238
Borgia-paus: Alexander VI, geboren als Rodrigo Borgia (1431 - 1503) was paus van 1492 tot 1503. p.240
Pico della Mirandola: (1463 -1494) was een Italiaans humanist. Hij benadrukte de vrije en centrale positie van de mens. Anders dan zijn voorgangers plaatste hij de mens niet op een vaste plaats in de kosmische hiërarchie. Naar zijn overtuiging schiep God de mens als een vrij wezen.
De familie Rucellai: vooraanstaande familie in Firenze tijdens de 15de eeuw. Deze familie liet Leon Battista Alberti tussen 1446 en 1451 het Palazzo Rucellai ontwerpen. De prachtige voorgevel was een van de eerste voorbeelden
van
de
nieuwe
renaissance-
architectuur met pilasters en entablementen in evenredige verhouding tot elkaar. Het ontwerp is veel verschuldigd aan Alberti's studies van de Romeinse Colosseum.
architectuur,
met
name
van
het Het Palazzo Rucellai
p.253
Della Robbia: (1435 - 1525) Andrea della Robbia was een Italiaans beeldhouwer uit de renaissance die bekend is om zijn beelden en reliëfs van geglazuurd aardewerk. p.262
Filippo Strozzi: (1489-1538) was een van de belangrijkste en meest bekende leden van de Strozzi familie, een machtige adellijke familie in Firenze. Ondanks het feit dat hij was getrouwd met een vrouw die lid was van de machtige de Medicifamilie, was hij een fel tegenstander van de zelfverklaarde heerschappij over Firenze van deze familie. p.264
Herodotus: Grieks schrijver. Ook wel „Vader van de Geschiedenis‟ genoemd. p.318
Donatello: zie p. 23 p.319
Fra Bartolommeo: zie p.45
Sandro Botticelli: zie p. 22 p.322
Salvi Panizzi: fictief personage p.362
Brunetto Datto: fictief personage