PERSDOSSIER Brussel, 07 oktober 2011 1
De oorsprong van dit project Francis Slomka, die op 3 juli 1958 in Parijs werd geboren, heeft altijd al twee passies gehad : de chirurgie en het beeldverhaal. De chirurgie: hij is een orthopedisch chirurg, die in 1985 zijn einddiploma haalde aan de faculteit geneeskunde in Parijs. Hij was eerst werkzaam in de Hôpitaux de Paris en werd later benoemd tot assistent-ziekenhuischef. In 1997 richtte hij in Parijs de Clinique du Genou op. Dit jaar vierde Francis Slomka het feit dat hij al dertig jaar als chirurg actief is. Het beeldverhaal: Francis Slomka was tijdens zijn studies bedrijvig als stripjournalist voor de Franse televisie (Antenne 2, 1976 tot 1978) en werd in 1979 uitgever van Iznogoud (Tabary en Goscinny). Doordat hij het gros van de Europese tekenaars (Hergé, Morris, Peyo, Moebius, Tabary, …) persoonlijk kende, kon hij in de loop der jaren een indrukwekkende collectie van originele tekeningen opbouwen. Samen met zijn drie zonen richtte hij in 2008 in Parijs de Galerie Slomka op en dit jaar opende hij ook in Brussel een gelijknamige zaak. Die galerie is inmiddels uitgegroeid tot een referentie op het vlak van originele tekeningen en is dan ook vertegenwoordigd op belangrijke kunstbeurzen, zoals Art Paris Art Fair en BRAFA. Het was tijdens de Brussels Antiques & Fine Arts Fair in 2010 dat hij besliste om ook in Brussel met een Galerie Slomka uit te pakken, meer bepaald op de prestigieuze Grote Zavel. Omdat hij daar al huurder en eigenaar was van een hele reeks ruimtes in de panden met huisnummer 8, 9 en 10 richtte Francis Slomka de bvba Village de la Bande Dessinée (Het Stripdorp) op. Dat ‘dorp’, dat in oktober 2011 zijn deuren zal openen, is een feestelijke plek die volledig aan het beeldverhaal is gewijd. Het kon worden gecreëerd met de steun van het Brussels Agentschap voor de Onderneming en van Benoit Cerexhe, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met 2
Economie, Tewerkstelling, Wetenschappelijk Onderzoek en Buitenlandse Handel, en met de goedkeuring van het Brussels Waarborgfonds. Francis Slomka is de trotse bezitter van een indrukwekkende verzameling van originele werken van de grootste namen uit het beeldverhaal (Hergé, Franquin, Jacobs, Pratt, Disney, Moebius, Morris, Tabary, Schulz, Tezuka, Peyo, Geluck,…). Twee jaar geleden wist hij in Parijs ook het standbeeld van Kuifje en Bobbie op de kop te tikken dat Hergé indertijd bij de bekende Belgische beeldhouwer Nat Neujean had besteld. Francis Slomka beloofde toen plechtig dat hij dat beeld naar zijn geboortegrond, zijnde Brussel, zou terugbrengen. Die belofte zal op 21 oktober a.s. worden ingelost, aangezien het beeld van dan af te pronk zal staan aan de ingang van Het Stripdorp en daar kosteloos bewonderd zal kunnen worden door al de fans van Kuifje.
De bronzen sculptuur van Kuifje en Bobbie Nat Neujean was de eerste beeldhouwer, die – op vraag van Hergé – diens papieren helden Kuifje en Bobbie mocht vereeuwigen. Een eerste beeld van 20 cm. hoog werd in 1953 gecreëerd. Het fungeerde als basismodel voor speelgoed. In datzelfde jaar werd ook nog een buste gemaakt van 40 cm. Tweeëntwintig jaar later ontwierp Nat Neujean een model van de kleine reporter van 70 cm., maar dan zonder Bobbie, en uiteindelijk ook de bronzen sculptuur van 180 cm. waarvan een exemplaar op 21 oktober 2011 op de Grote Zavel zal worden onthuld. Nat Neujean, die op 5 januari 1923 in Antwerpen het levenslicht zag, studeerde beeldhouwkunst aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten en vestigde zich vanaf 1945 in Brussel. Zijn werk verwierf vrij snel internationale bekendheid. Zo realiseerde hij, als figuratief beeldhouwer en portrettist, een monumentale fontein voor de stad Namen (1950) en maakte hij ook tal van werken voor de stad Brussel, waaronder een bas-reliëf voor de Koninklijke Bibliotheek Albert I, het 3 meter hoge beeld ‘De twee verstrengelde vrouwen’ in de Kruidtuin en de buste van Schuman aan de ingang van het Jubelpark. Sinds 1960 beschikt Nat Neujean tevens over een atelier in New-York en in Milaan. Van 1940 af maakte Nat Neujean tevens tal van portretten van alom bekende personen, zoals Hergé, André Malraux, Henri Moore, David Ben Gourion, Salvador Dali, Paul Delvaux, Jean-Jacques Gaillard, Robert Schuman (één van de grondleggers van de Europese Unie), … Maar hoe kwam het eerste beeld van Kuifje in drie dimensies eigenlijk tot stand ? 3
Welnu, in 1951 hadden Hergé en de Éditions du Lombard het plan opgevat om samen met speelgoedfabrikant MIRIM beeldjes in vinyl van de verschillende strippersonages op de markt te brengen. Voordien had de tekenaar Nat Neujean al in zijn atelier ontmoet, ter gelegenheid van een receptie georganiseerd door de Franse ambassade. Toen Neujean in 1947 de buste van André Malraux overdroeg, vroeg Hergé hem om basismodellen van de familie van Kuifje te maken. De beeldhouwer hield lange tijd de boot af, ook al omdat het om reeds bestaande personages ging die hem niet toebehoorden, wat voor een inperking van het creatieve werk zorgde. Maar na vele ontmoetingen met Hergé en na talloze studies op papier, waarbij de modellen vanuit allerlei gezichtspunten werden benaderd, ging Nat Neujean in 1953 uiteindelijk toch overstag en vervaardigde hij een eerste, 20 cm. hoog, beeldje van Kuifje.
De bedenker van Kuifje en Bobbie was in de wolken met het bereikte resultaat : het was alsof hij zijn held voor de eerste keer in levende lijve zag ! Maar ook Haddock, Zonnebloem, Jansen en Janssen, Bianca Castafiore en Nestor waren van de partij, zij het dat de Milanese nachtegaal en de butler van kasteel Molensloot uiteindelijk nimmer werden gecommercialiseerd…. Korte tijd later besliste Nat Neujean om, op eigen houtje, een buste van Kuifje in klein te modelleren. Ook toen weer raakte Hergé zodanig diep onder de indruk van de realisatie dat hij bij de kunstenaar dezelfde buste, maar dan in graniet, bestelde. Dat werk stond vanaf 1954 op het bureau van de tekenaar en u kunt het nu gaan 4
bewonderen in het Brusselse Stripmuseum. Tegelijk werkte Nat Neujean ook aan een buste van de tekenaar. Dat beeld raakte nooit volledig afgewerkt maar een ontwerp werd enkele maanden later toch in brons gegoten. Hergé wist één van die exemplaren te bemachtigen. In 1975 bedachten Raymond Leblanc (van de Éditions du Lombard) en Guy Dessicy (Publiart) Hergé met een grote verrassing : ze hadden naar aanleiding van de 30ste verjaardag van het weekblad Kuifje een nieuw beeld van Kuifje en Bobbie besteld ! Nat Neujean ging daarbij eerst van start met een voorbereidende studie van 70 cm., zonder Bobbie, en vervolgens met een andere, dit keer in het gezelschap van de viervoeter. Voor de uitwerking van het 180 cm. hoge definitieve beeld was een goede maand vandoen, met o.m. een tijdsspanne van vier weken om de problemen inzake proporties te regelen. Door zijn eigen zoon als model in te schakelen, slaagde Neujean er b.v. in om het hoofd van Kuifje te verkleinen. Maar voor wat Bobbie betreft, liep eenzelfde operatie minder van een leien dakje. Het model, de hond van Alain Baran (de laatste privé-secretaris van Hergé), toonde zich immers niet bijster inschikkelijk ! De poseersessies verliepen dan ook bijzonder bewogen, temeer omdat de beeldhouwer lange uren van observatie vandoen had om de onafhankelijkheidsdrang van het dier juist in beeld te kunnen brengen. Maar probleem was nu eenmaal dat Bobbie aan geen enkele werkelijkheid beantwoordt. Uiteindelijk werd beslist om de metgezel van Kuifje aan diens zijde te plaatsen, terwijl het dier zich van zijn baasje afwendt. Zo kon diens autonoom bestaan extra worden onderstreept. Een eerste exemplaar van het standbeeld werd op 29 september 1976 in het Wolvendaal-park, in Ukkel, onthuld. Maar in werkelijkheid ging het om het origineel van Nat Neujean, maar dan wel in gepatineerd plaaster ! Dat kwam omdat het bronzen exemplaar zich nog in de gieterij in Milaan bevond ! De dag daarop werd het standbeeld dan ook, omwille van de aanhoudende regen, door gemeentearbeiders weggehaald. En onmiddellijk ging dat nieuws een eigen leven leiden : het standbeeld van Kuifje was gestolen !
5
Gelukkig kon het snel door het bronzen exemplaar worden vervangen. Nu staat het beeld jammer genoeg niet langer te pronk in het park, want na tal van pogingen tot diefstal en vandalenstreken besliste het gemeentebestuur van Ukkel om de sculptuur in een gebouw van de gemeente in veiligheid te brengen. Het tweede exemplaar van datzelfde beeld zal nu tentoongesteld worden op de Grote Zavel waar het door het grote publiek, de bewonderaars van Hergé en Nat Neujean, Kuifje-fans, wandelaars en toeristen zal kunnen bewonderd worden. Let bij een bezoek zeker op het feit dat het hier niet om een Kuifje in pure BD-stijl gaat, maar wel om een vermenselijkte adolescent, geïnspireerd door de getekende trekken van zijn bedenker, Hergé.
6
Het Stripdorp Het Stripdorp belooft een droomplek te worden voor al de liefhebbers van het beeldverhaal. Het zal bestaan uit een museum, waarbij in hoofdzaak zal worden geput uit de persoonlijke verzameling van Francis Slomka (originele platen van Kuifje, Asterix, Iznogoedh, Lucky Luke, Guus Flater, Blake en Mortimer, De smurfen, Corto Maltese, Spiderman, Batman, Superman, Astro Boy, Robbedoes, XIII, Le Chat,…). In het museum zullen tevens werken te zien zijn, ontleend door andere grote verzamelaars, tekenaars of hun erfgenamen. Liefhebbers zullen tevens op hun wenken worden bediend in de kunstgalerie. Originele tekeningen, gesigneerde litho’s, oude albums en verzamelobjecten…, er is voor elk wat wils. Er is ook een strip-boekhandel, meteen één van de grootste in Brussel, een partnership met de Belgische groep BD World. En omdat in het beeldverhaal – denk maar aan Asterix – een avontuur vaak met een festijn wordt afgesloten, is er in het Stripdorp een Comics Café voorzien. Daar kan, in een decor dat volledig aan het beeldverhaal is gewijd, gedronken, gegeten en feest gevierd worden. Deze brasserie zal worden geleid door de 28-jarige Fabrice Nessi, die in Frankrijk o.m. bij Alain Ducasse en Alain Dutournier in de leer is geweest.
7
8