periodiek van draaistroomdispuut Waldur De Gjallar heeft even op zich laten wachten, maar staat ook deze keer weer boordevol, zoals we gewend zijn. De afgelopen tijd zijn er verschillende activiteiten georganiseerd, te beginnen met de studiereis naar Polen en Tsjechië in de zomervakantie. Doordat deze reis samen met onze moedervereniging e.t.s.v. Thor werd georganiseerd, konden we ook jongerejaars studenten trakteren op een substantieel aantal Waldur excursies. Doorgaans richten we ons namelijk op de mensen in de Masterfase van de studie.
Inhoud Voorzitter DSD Waldur
1
Opendag FOM Rijnhuizen TenneT lunchlezing
3 4
Buitenlandse stage in Londen 5 PREGO-project
6
Excursie Assembléon Studiereis WEST
7 8
Agenda 14 januari
Nieuwjaarsborrel
Nog geen datum bekend: KEMA Flexnet-dag Begunstigersdag
Ook de eerstejaars van dit jaar zijn bekend met het fenomeen Waldur. Tijdens het Thor Eerstejaars Weekeinde was er, net als afgelopen jaar, een Waldur-post! Een hele nacht in het bos zitten is natuurlijk al vermakelijk, maar kan nat en koud zijn, zelfs in de zomer. Proviand was ingeslagen en een enorm zeil gekocht om ons droog te houden, maar warmte, dat zou nog wel eens een probleem kunnen worden. Boels verhuurt alles, dus zij hadden wel een oplossing. Een terrasverwarming bood uitkomst. Als de organisatie ons ook nog eens op de route had gezet, was het helemaal perfect geweest. Waldur is nu zelfs bekend bij het Eindhovens publiek door ons optreden op de publieksdag van de TU Eindhoven (3 oktober). De bezoekers van Elektrotechniek werden voorzien van een elektrisch verwarmde knakworst, die zeker bij de kinderen erg in trek was, zoals te zien is op de foto. Maar ook voor onze eigen Waldur studenten hebben we activiteiten ondernomen. Zo brachten we een bezoek aan Nieuwegein, waar in het pittoreske kasteeltje Rijnhuizen het FOM-instituut huisvest. Hier onderzoekt men onder andere de mogelijkheden van kernfusie. Nu is dit voornamelijk natuurkundig werk, maar uiteindelijk blijkt ook hier alles om energie te draaien, waardoor Waldur niet kon ontbreken op de studenten-opendag bij FOM, zoals in deze Gjallar te lezen valt.
Excursie Smit Transformatoren Reisje Noorden
Draaistroomdispuut WALDUR Technische Universiteit Eindhoven E-laag 1.06 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Telefoon: 040 - 247 3562 Fax: 040 - 244 8375 E-mail:
[email protected]
De Waldur-worsten vinden gretig aftrek tijdens de publieksdag
1
Assembléon is een bedrijf, onderdeel van Philips, dat pick and place machines produceert. Dit zijn de machines die de weerstanden en chips razendsnel op een printplaat kunnen plaatsen. Daarnaast moeten de onderdelen ook nog eens erg precies op de juiste plaats worden gezet. Omdat de technologie snel voortschrijdt, worden de onderdelen die geassembleerd moeten worden steeds kleiner, dus de precisie moet steeds groter. En op het spanningsvlak van hoge snelheid en hoge precisie verkeert Assembléon elke keer weer. De landelijke netbeheerder TenneT gaat de komende jaren flink investeren in de Randstad. In dit gebied zou komend jaar al een capaciteitsgebrek ontstaan en kan dus niet meer aan de N-1 voorwaarde worden voldaan. Tot na 2015 wordt er continu gewerkt aan het aanleggen van lijnen, kabels en nieuwe onderstations. Tijdens een lunchlezing is Waldur uit de doeken gedaan wat de problemen zijn en hoe TenneT ze gaat oplossen. De laatste excursie van het jaar ging naar een ongebruikelijke eend in de bijt in Arnhem. Want naast de diverse energiebedrijven zetelt ook Nedstack in Arnhem. Nedstack maakt brandstofcellen volgens het PEM (Proton Exchange Membrane) principe. Vanwege de band met het voormalige moederbedrijf AkzoNobel is er bij Nedstack flink veel kennis van de materialen die nodig zijn voor efficiënte en niet snel verouderende cellen. Voor deze excursie werden we uitgenodigd door de vereniging EMVT
(ElektroMagnetische VermogensTechniek). Om de betrouwbaarheid van de energievoorziening in Nederland hoog te houden, wordt er constant onderzoek gedaan naar de behoeften van de gebruikers. Het Programma Elektriciteitsnetwerk Gebruikers Onderzoek (PREGO) beoogt om deze behoeften in kaart te brengen en oplossingen te bieden. In deze Gjallar wordt kort uiteengezet wat de conclusies van dit onderzoek zijn. Daarnaast vertelt Alexander Bosman over zijn stage in Londen. Hij werkt daar aan een PD-online project, een onderwerp wat velen bekend in de oren zal klinken. Vanuit het bestuur van Waldur kan ik nog melden dat Jan Schellekens op 21 december Justin van Essen is opgevolgd als secretaris. Justin is gedurende 2004 secretaris geweest en is inmiddels afgestudeerd. Ik wens u veel leesplezier met deze Gjallar! Pim Jacobs Voorzitter DSD Waldur
Colofon Gjallar: nr. 5, januari 2005 Redactie: Femke van Belzen, Justin van Essen, Marcel Geers E-mail:
[email protected] Oplage: 130 f/c print, 150 digitaal
Vol energie Nederland kan geen moment zonder spanning. Dat valt of staat met een perfecte elektriciteitsvoorziening. Als daaraan iets mankeert staat de hele samenleving stil. Het is dus van belang dat we blind kunnen vertrouwen op de levering van elektriciteit. In de complexe, geliberaliseerde energiemarkt is TenneT de onafhankelijke en stabiele factor. Wij zijn als beheerder
Gjallar (jachthoorn) is de hoorn gedragen door Heimdall, de wachter van de Noorse goden. Met een zachte toon kondigt Heimdall de komst van de goden aan, maar in tijden van gevaar klinken krachtigere tonen.
van het landelijk hoogspanningsnet verantwoordelijk voor de balans en het elektriciteitssysteem in Nederland. Als onpartijdige schakel leveren wij de marktpartijen een goed toegankelijk transportnet met internationale verbindingen. Daarnaast waken wij dag en nacht over de stabiliteit en de betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening, onder andere door continu de balans tussen vraag en aanbod in de gaten te houden. Met deze taken is TenneT onmisbaar voor een goede kwaliteit van het Nederlandse elektriciteitssysteem.
TenneT bv Transmission System Operator Utrechtseweg 310 Postbus 718 6800 AS Arnhem
2
Telefoon Telefax E-mail Website
026 373 17 17 026 373 13 95
[email protected] www.tennet.org
Studenten opendag FOM-Rijnhuizen Het was afwachten, maar ondanks de treinstaking ging de excursie naar het FOM instituut Rijnhuizen op 14 oktober jongstleden toch door! Waldur had als alternatief voor de trein nog mooi op tijd twee busjes kunnen regelen
De plasmafysica groep houd zich natuurlijk niet alleen bezig met de ECRH. Er wordt bijvoorbeeld ook onderzoek gedaan naar plasma- wand interactie en naar XUV bronnen voor de lithografische industrie.
Het FOM instituut Rijnhuizen is een van de drie FOM instituten in Nederland die zich bezig houden met Fundamenteel Onderzoek naar Materie (vandaar de naam FOM). Rijnhuizen is verdeeld in drie groepen, twee voor fundamenteel onderzoek en een technisch ondersteunende groep. Van de twee onderzoeksgroepen houdt er zich één bezig met plasmafysica, de andere heeft twee onderzoeksgebieden, namelijk moleculaire fysica en laser fysica. De technisch ondersteunende groep houdt zich bezig met de planning en ontwikkelt de elektronica en mechanica voor de verschillende onderzoeken die er plaats vinden. Het instituut wordt bijna helemaal gefinancierd door NWO (Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). Verder krijgt het instituut ook nog geld van de EU voor het onderzoek naar plasma fysica en een beetje geld vanuit het bedrijfsleven voor verschillende kleine onderzoeken, maar dit is maar een paar procent van het jaarbudget.
Als tweede kwamen we terecht bij een opstelling van de groep die zich bezig houdt met onderzoek naar moleculaire en laser fysica. Hier werden we rondgeleid langs FELIX. Dit is een 22 meter lange vrije elektronen laser met een optisch vermogen van 0.5 W en 100 MWpiek (500ns). Deze laser is afstembaar over het gehele infrarode gebied en wordt door wetenschappers over de hele wereld gebruikt voor onderzoek. Afstembare lasers in dit gebied zijn moeilijk te maken. Een vrije elektronen laser is dan ook de enige die dit kan. Infrarode lasers zijn erg belangrijk bij moleculair onderzoek. De meeste stoffen hebben namelijk veel absorptie pieken in het infrarode en röntgen spectrum. De laser wordt dan gebruikt om stoffen te identificeren.
Om 11:30 was het dan zover, nadat Justin de 27MC bakkies in de busjes had geïnstalleerd en samen met Pim de radio check had gedaan, konden we dan eindelijk op weg naar Rijnhuizen waar we na iets meer dan een uurtje aankwamen. Eerst gingen we naar het kasteeltje Rijnhuizen, wat ook op het terrein van het instituut staat. Daar waren we uitgenodigd voor een lunch in de Alexander zaal, die vernoemd is naar Alexander de Grote. Dit was overigens duidelijk te zien aan de wandschilderingen van verschillende veldslagen die hij ooit gevochten heeft.
Als laatste kwam het groepje terecht bij de technisch ondersteunende groep en dan wel bij de groep die zich bezig houdt met ons interessegebied, namelijk de vermogenselektronica. Binnen Rijnhuizen wordt de elektronica voor de experimenten die niet direct in te kopen is zelf ontwikkeld. Een 60T elektromagneet is een van deze dingen. Deze spoel was samengesteld uit twee 30T lucht spoelen die in elkaar zijn geschoven. De spoelen worden gevoed
Na de lunch gingen we het instituut binnen waar we eerst een korte voordracht kregen over de organisatie van Rijnhuizen en de verschillende onderzoeksgebieden met hun toepassingen. Daarna werden we in drie groepjes opgedeeld en kregen we een rondleiding langs de onderzoeksopstellingen van de drie groepen. Onze groep begon bij de groep plasmafysica, waar we alles te horen kregen over de ECRH (Electron Cyclotron Resonance Heating) een soort magnetron maar dan van enkele tientallen mega Watten. Dit onderzoek werd gedaan voor de ITER (International Thermonuclear Experimental Reactor), het internationale kernfusie experiment waarover meer stond in de afgelopen Gjallar. Het plasma in de ITER wordt voornamelijk verwarmd door het magnetische insluitingveld. De tokamak kun je namelijk zien als een grote transformator, waarbij de secundaire winding het plasma is. Door de plasmastroom die dan ontstaat wordt het plasma verwarmd. Helaas neemt de weerstand van plasma af bij hogere temperaturen (dit geldt overigens ook voor de Waldur worsten tijdens de afgelopen publieksdag) waardoor het plasma niet warm genoeg wordt voor fusie. Door ECRH te gebruiken wordt het plasma dan verder verhit tot de temperatuur waarbij de fusie op gang komt. Verder heeft de ECRH nog een tweede functie, namelijk het stabiliseren van het plasma. Dit wordt gedaan door het veld wat uit de ECRH komt te sturen. Het is bij de temperatuur in de reactor natuurlijk niet mogelijk beweegbare delen te gebruiken maar daar hebben de onderzoekers bij Rijnhuizen iets op gevonden: door golfgeleiders te gebruiken kun je de bron ver genoeg van de reactor af houden, het veld wordt gestuurd door de golfgeleider onder een bepaalde hoek in te stralen.
Enkele deelnemers bekijken de “Fusie-roadshow” demonstratie
door twee condensatorbanken die voor de buitenste trage spoel geschakeld werd door IGBT’s en voor de snelle binnenste spoel met een Igniton, een schakelaar die verbinding maakt door kwik te verdampen (en die om die reden niet meer te koop is). Verder kregen we nog uitleg over een voeding die ze hadden ontworpen om snel een bepaalde stroom door een spoel te realiseren en werd er een Marx generator getoond. Na het bezoek aan de laatste groep konden we nog even rond kijken bij verschillende andere proefjes en stands. Tot slot kregen we een video te zien over de ITER en de JET en was er natuurlijk nog gelegenheid om vragen te stellen over misschien wel de energiebron van de toekomst.
3
Nadat Pim de mensen van Rijnhuizen had bedankt voor de informatieve dag gingen we om 17:00 met twee busjes op weg naar de dichtstbijzijnde chinees, om daar als afsluiting nog even lekker te gaan eten en bij te kletsen. Want uit eten is toch wel veel beter dan in de file staan. Om 21:30 reden we de parkeerplaats van EH op en kwam er een eind aan een super geslaagde open dag bij het FOM instituut Rijnhuizen. Jan Schellekens Het kasteeltje Rijnhuizen
TenneT lunchlezing Onder het motto, de liefde van de man (en vrouw) gaat door de maag, organiseerde DSD Waldur samen met TenneT een lunchlezing. Het komende decennium gaat TenneT een bedrag van ongeveer 400 miljoen Euro investeren in het hoogspanningsnet in de Randstad. Gerrit Boudewijn kwam op 24 november naar de TU/e, waar hij de plannen uitgebreid toelichtte op het bordes voor de hoogspanningshal in het EE-gebouw. Het 380 kV net in de Randstad heeft op dit moment net voldoende capaciteit om dit gebied volgens de netcode van energie te voorzien. Zonder maatregelen zou er echter in 2005 al niet meer aan het N1 criterium voldaan kunnen worden. In de Randstad spelen namelijk een aantal factoren die ervoor zorgen dat nu en in de toekomst de energievraag zal toenemen. Om te beginnen wordt de Randstad steeds drukker bevolkt en dat gaat gepaard met een groter verbruik van energie. Daarnaast bevindt zich in dat gebied het Westland, een enorm kassengebied waar meer en meer assimilatielampen worden gebruikt. Deze groei versnellende lampen verslinden energie. Het zijn trouwens dezelfde lampen die worden gebruikt bij het illegaal telen van cannabis, en die in de winter gemakkelijk te vinden zijn door vanuit een helikopter op een wijk neer te kijken waar de sneeuw van de daken is verdwenen. Tevens bevinden zich in de Randstad grote ICT “Data warehouses”, die naast het gebruik van energie ook erg veel belang hechten aan de betrouwbaarheid van die voorziening. Naast dit toenemende verbruik, is ook besloten om een enorm windpark voor de kust aan te leggen. Deze energie moet ook worden gedistribueerd. Zonder aanpassingen aan het net in de Randstad, is dit onmogelijk. Al met al dus reden genoeg om maatregelen te nemen. De maatregelen die worden genomen in de Randstad leiden uiteindelijk tot twee 380 kV ringen. De huidige structuur heeft één arm naar de Maasvlakte en één arm naar Diemen lopen. Deze twee armen zullen op termijn worden gesloten via Bleiswijk waardoor er twee ringen ontstaan. Met de investeringen is, zoals gezegd, een enorme som geld gemoeid en om de kosten te beperken en het geld pas uit te geven op het moment dat het nodig is, is een goede planning van belang. Want als je wacht met een investering, kun je het geld langer in bezit houden en er rente aan overhouden. Daarom wordt er gewerkt met prognoses voor het energieverbruik in de komende periode. Als hieruit blijkt dat ingrijpen nodig is, kunnen de investeringen worden gedaan. Het sluiten van de ring wordt zoveel mogelijk gedaan door het ‘upgraden’ van bestaande 150kV lijnen, maar dat is niet overal mogelijk. Het aanleggen van nieuwe hoogspanningslijnen heeft altijd veel voeten in de aarde, vooral in dichtbevolkte gebieden. De inspraakprocedures die hiermee gepaard gaan kosten vooral veel tijd, dus deze moeten tot een minimum worden beperkt. Aan het uitvoeren van de uitbreidingen gaat dus een heel voorbereidingstraject vooraf.
4
Het eerste onderdeel van het project is inmiddels al bijna afgerond. Tussen Westerlee en de Maasvlakte worden vier buizen onder het Calandkanaal en de Nieuwe Waterweg geboord. Hierin komen op termijn drie 380 kV kabels te liggen, maar zolang dat nog niet nodig is, wordt pas één kabel aangelegd en bedreven op 150 kV. In een later stadium wordt de spanning op deze kabel opgevoerd tot 380 kV. Dan zullen ook de (in het begin nog holle) buizen worden gevuld met een kabel en op spanning worden gebracht. Daarnaast zal een heel pakket aan maatregelen worden genomen om het project voort te zetten, zoals nieuwe 380 kV stations (Wateringen en Westerlee) en aanpassing van huidige stations (Bleiswijk, Beverwijk en Diemen). Tussen Beverwijk en Diemen is de bestaande 150 kV verbinding al voorbereid op de hogere spanning. De nieuwe verbindingen zullen zoveel mogelijk buiten de bewoonde gebieden worden aangelegd, maar op de tracés waar het niet anders kan zal de verbinding onder de grond moeten worden gelegd. Na een boeiende en heldere presentatie, waarin meer slides zaten dan in eerste instantie verwacht (slide 31 van 18), was de tijd daar voor het tweede deel van het programma, een discussie annex lunch op het plateau voor de Leidse Flessen. Nadat iedereen had genoten van de lunch en de kans had gehad om nog wat lastige vragen te stellen, werd dhr. Boudewijn met de gebruikelijke Waldurdrank bedankt voor deze interessante lunchlezing. Een concept wat zeker voor herhaling vatbaar is. Pim Jacobs
Er wordt aandachtig geluisterd naar het verhaal van dhr Boudewijn
Buitenlandse stage in Londen Net als veel medestudenten besloot ik zo’n jaar geleden dat het wel leuk zou zijn om eens een tijdje in het buitenland te wonen. M’n bedrijfsstage leek de ideale gelegenheid. Na wat rondvragen bij studenten die al een buitenlandse stage gedaan hadden en wat medewerkers aangesproken te hebben, kwam ik uiteindelijk bij Fred Steennis terecht. Die bleek goede contacten te hebben met wat mensen van het Britse EDF Energy, een dochter van EDF (Electricité de France). Het bedrijf maakt onderdeel uit van het Engels-Nederlandse consortium dat zich bezighoudt met (je raadt het al) het on-line meten van partiële ontladingen. EDF Energy is actief op alle fronten van de elektriciteitsmarkt (opwekking, distributie, handel en verkoop) en beheert het distributienetwerk van Londen en zuidoost Engeland (zo, die £100 reclame-inkomsten zijn ook weer binnen). Een emailtje en een CV later was het geregeld dat ik vanaf september voor vijf maanden een opdracht kon doen binnen het PD project.
Zoals de meesten van jullie wel weten, worden onder andere PD metingen gebruikt bij het bepalen van de gesteldheid van middenen hoogspanningsapparatuur. Voor ondergrondse hoogspanningskabels wordt al geruime tijd een methode gebruikt waarbij de kabel wordt losgekoppeld van het net en met behulp van een externe laag frequente bron onder spanning wordt gebracht. Omdat de kabel losgekoppeld wordt van het net, wordt dit “offline” meten genoemd. Off-line meten heeft een aantal nadelen en daarom wil men graag on-line meten, dat wil zeggen zonder de kabel los te koppelen van het net. EDF Energy en een groep van andere kleinere bedrijfjes is sinds een aantal jaren bezig met het ontwikkelen van apparatuur die in onderstations neergezet kan worden en continu de circuits in de gaten houdt. Door naar het verloop van de PD activiteit over een lange tijd te kijken hoopt men in de toekomst een uitspraak te kunnen doen over de conditie ervan, om zo te helpen bepalen welke circuits vervangen moeten worden teneinde het aantal stroomuitvallen te minimaliseren. Momenteel zijn er al honderden circuits waaraan gemeten wordt. Alle meetdata wordt gedownload naar een centrale database waar het via een web frontend bekeken kan worden. Circuits die interessante data opleveren worden nader onderzocht om kennisregels te ontwikkelen. Echter, met zoveel kanalen is het een enorm karwei om na te gaan welke circuits nader bekeken moeten worden. Mij is gevraagd aan de hand van kennis die er is, software te schrijven die alle meetdata analyseert en een uitspraak doet over wat de meest ‘kritieke’ circuits zijn. In de praktijk komt dat neer op het bedenken van analysemethodes en het implementeren daarvan in een applicatie die op de webserver gedraaid kan worden. Ik houd me dus met een heleboel verschillende dingen bezig. Doordat ik veel kanten van het project raak, overleg ik met bijna alle partijen van het onderzoek en dat is erg interessant. Bovendien is het leerzaam om te zien hoe de samenwerking tussen de verschillende partijen (met elk hun eigen belangen) verloopt.
In Londen kun je goed de big spender uithangen (voor Royal Stock Exchange in 'The City of London')
Een tijdje later was er een consortiumbijeenkomst in Arnhem waar ik kennis kon maken met iedereen die betrokken was; wel fijn dat je een gezicht kunt plakken bij iemand waarnaar je e-mail stuurt. De standaard dingetjes geregeld en eind augustus zat ik in Londen. Van een ex-student van Eindhoven (Nico van Luijk) die bij EDF Energy is afgestudeerd en is blijven hangen, had ik gehoord wat goede wijken zijn om te wonen, en omdat een kamer op afstand vinden erg moeilijk was had ik voor de eerste twee weken een hostel in die buurt geboekt. Dit beviel echter zo goed dat ik er maar ben blijven wonen. Er wonen nog meer ‘gestrande’ jonge mensen en dat maakt het geheel nogal studentikoos. Maar laat ik eerst even over de inhoudelijke zaken uitweiden.
Maar goed, jullie willen natuurlijk ook wel weten wat ik zoal na werktijd doe. Doordat ik in Londen woon en buiten de stad werk heb ik door de week niet zoveel tijd om te feesten, maar een pubbezoekje kan er natuurlijk altijd wel af. Elke pub heeft zijn eigen quizavond. Er worden allerlei vragen gesteld over uiteenlopende onderwerpen en meestal weet ik geen enkel antwoord, maar dat kan de gezelligheid niet drukken. De meeste pubs serveren redelijk goed eten voor een lage prijs, dus over het avondeten hoef je je ook geen zorgen te maken. De betrekkelijke rust door de week wordt in het weekend natuurlijk goed gemaakt en dat is helemaal geen probleem. Ik woon in een wijk dicht bij het centrum van de stad die populair is bij wat ze “young urban professionals” (yuppies) noemen. Met andere woorden, 25 tot 30 jaar, single en een goede baan in het centrum van de stad. Je ziet dan ook zelden iemand ouder dan 35 in de vele trendy bars en restaurants. Londen is heel erg internationaal en iedereen is altijd wel in voor een praatje (voor de mannelijke lezers: ja, Engelse dames zijn veel losser dan de Nederlandse en nee, ze zijn verre van lelijk). Het centrum is maar 15-20 min met de metro of bus en daar vind je alles van traditionele pubs tot exclusieve clubs. Londen is de stad waar de rijken elkaar ontmoeten. Als je in het centrum rondloopt voel je de rijkdom. De prachtige gebouwen en parken, tientallen luxe hotels, de talloze Bentlys, Ferrari’s, BMW’s, de ultra luxe warenhuizen en winkelstraten, luxe fitnessclubs, uitgebreide champagnecollecties in de super om de hoek, enzovoorts. Het is dan ook geen goedkope stad om te leven. Volgens
5
een krantenartikel dat ik las is Londen de op een na duurste stad ter wereld en dat geloof ik graag. Ik krijg een goede stagevergoeding, maar ik moet zuinig zijn om rond te komen. Vooral diensten en huisvesting zijn duur. Een appartement buiten het centrum kost je al snel zo’n 500 euro per week en een los retourtje naar m’n werk kost 20 euro terwijl het maar zo ver is als Eindhoven-Tilburg. Het is dan ook erg uitzonderlijk als je voor je 35ste een eigen woning hebt. Veruit de meeste mensen wonen in een gezamenlijk huis, terwijl ze een goed betaalde baan hebben en 50 uur per week of meer werken. Maar goed, daar zit ik niet mee. Ik heb de kans gekregen een half jaartje mee te doen in deze gekte en dat is een te gekke ervaring. Ik kan het dan ook iedereen aanraden hierheen te komen (of een buitenlandse stage in het algemeen). Het is natuurlijk ook niet slecht voor m’n Engels. Ik zal het jammer vinden om weg te moeten gaan, maar zoals men zegt: het is ook goed weer thuis te komen. In februari begin ik met afstuderen en dat is dan weer een nieuwe uitdaging. “Cheers!”, zoals ze hier zeggen en tot in het Walhalla! Alexander Bosman
Big Ben en Westminster Underground Station
Onderzoek: PREGO project: vertrouwen in de toek omst toekomst Hoe ziet de toekomst voor het elektriciteitsnet en zijn gebruikers er uit? Om hierin inzicht te krijgen hebben KEMA en ECN onderzoek gedaan. In dit artikel een verslag. De energiemarkt verandert, de markt is ‘turbulent’ zoals dat zo mooi heet. Liberalisering, duurzaamheid, nieuwe decentrale opwekkers, fluctuerende opwekkers, vrije handel en vooral kostenbesparingen. De veranderingen lijken niet op te kunnen. Maar het eindproduct, de stroom, verandert niet. Dat is ook niet de bedoeling; de stroom elektronen die Edison zijn wijkje in stuurde is in opzet nog steeds deze stroom elektronen die nu uit je stopcontact komt rollen. Dit is de verantwoordelijkheid van de netbeheerder. Om deze twee factoren, de veranderingen in opwek en transport en het stabiele eindproduct, toch goed aan elkaar te rijgen, is onderzoek en ontwikkeling nodig. Onderzoek waar je op je eigen faculteit ongetwijfeld al een keer tegenaan gelopen bent. Maar universiteiten zijn niet de enige bron van onderzoek… De bedrijven en instituten uit de energiesector zelf zijn natuurlijk ook continu op zoek naar oplossingen om de nieuwe ontwikkelingen in te passen in het energienet. Een aantal van deze onderzoeken wordt vanuit het Ministerie van Economische zaken gestimuleerd, omdat een goede en betrouwbare elektriciteitsvoorziening immers van levensbelang is voor de samenleving én de nationale economie. De afgelopen drie jaar heeft KEMA samen met ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) een van deze stimulatie-
6
programma’s, het PRogramma Elektriciteitsnetwerk Gebruikers Onderzoek (PREGO), uitgevoerd. Wat voor onderwerpen passeren tijdens zo’n programma allemaal de revue? Een greep uit de onderwerpen van dit jaar: crisisbeheer, classificatie en rapportage van spanningskwaliteit, vermogenssturing, elektriciteitsopslag, bedrijfsvoering, dynamisch netbeheer en netinvesteringen voor de lange termijn. Op 19 januari zullen de resultaten van dit onderzoeksprogramma gepresenteerd worden op de slotconferentie in Arnhem. Tijdens deze conferentie, waaraan ook een beurs is gekoppeld, worden een tweetal presentaties voor het gehele gezelschap en een drietal interactieve workshops voor kleinere groepen gegeven. Tevens zal aan het eind van de dag teruggeblikt worden op de resultaten van drie jaar PREGO. De dag wordt afgesloten met een discussiepanel dat zich gaat buigen over de toekomst van het onderzoek naar en innovatie in netbeheer in Nederland. De conferentie is technisch-inhoudelijk van aard en is in eerste instantie bedoeld voor netbeheerders. Daarnaast zijn technisch geïnteresseerden bij overheden, producenten, belangenverenigingen en universiteiten zeer welkom. De slotconferentie van PREGO vindt plaats op 19 januari 2005, 9:30 – 18:00, bij KEMA in Arnhem. Meer informatie over de in het kader van PREGO uitgevoerde studies en de workshops en presentaties die gehouden zullen worden tijdens de slotconferentie is te vinden op www.kema.com/nl/prego. Belangstellenden zijn welkom op deze dag, opgeven voor deze dag kan via Waldur of via de uitnodiging voor de slotconferentie op bovenstaande site.
Excursie Assembléon “Waar zijn die gordijnrails eigenlijk voor?”, was tijdens de heenreis de centrale vraag. Waldur reisde nu eens niet met de trein en ook niet met op toeren begrensde busjes. Integendeel zelfs. De zes deelnemers aan de excursie naar Assembléon werden door chauffeur Dirk vakkundig naar Veldhoven gedirigeerd. De mediterrane sferen die het bestelbusje aan alle kanten uitademende, versterkte het prachtige herfstweer. Voorwaar een mooie achtergrond om bij een interessant bedrijf langs te gaan. Te Veldhoven aangekomen bleek het bedrijfsterrein van Assembléon veel groter te zijn dan verwacht. De zes deelnemers meldden zich bij de receptioniste met een voor de hand liggend “Goedemiddag. Wij zijn van Waldur en komen hier voor de excursie”. Toen de vrouw achter de balie diverse mensen binnen de organisatie begon te bellen met de mededeling: “Ja, de cursusdeelnemers zijn gearriveerd”, was het even onduidelijk of we wel op de juiste manier werden ingeschat. Gelukkig werden we nog net op tijd van de receptie verlost door Ad Vermeer, senior systems architect van Assembléon. Na een eindje lopen over het grote terrein gaf Ad een korte introductie over Assembléon. Het bedrijf ontwikkelt en vervaardigt assemblageapparatuur voor printplaten. De hoogwaarde surface mounting devices kunnen op meer dan een millimeter nauwkeurig componenten op printplaten aanbrengen. Assembléon is momenteel nog een 100% dochter van Philips, maar staat op de verkooplijst. De tweede presentatie werd gegeven door Alain de Bock. Alain gaf een inleiding in de complexe, haast wiskundige technieken die gebruikt worden om de apparatuur voldoende nauwkeurig te krijgen. Heel belangrijk hierin is dat er voldoende overlap wordt gerealiseerd tussen de sporen van de printplaat en de component die geplaatst moet worden. Als er voldoende overlap is, is er i m m e r s voldoende elektrisch contact tussen printplaat en component. Rik van der Burg was de derde en laatste spreker. Hij ging kort in op de aandrijvingen die in de apparatuur van Assembléon gebruikt worden. In het verleden werd de
apparatuur uitgerust met rotatie-translatie omzetters zoals spindels, maar tegenwoordig voeren lineaire motoren de boventoon. Na de presentaties kregen de deelnemers aan de excursie een uitgebreide rondleiding door de fabricagehallen en testlaboratoria van Assembléon. Uit het fabricageproces blijkt dat de naam van het bedrijf goed aansluit op de werkelijkheid. Assembléon krijgt alle onderdelen kant-en-klaar aangeleverd en houdt zich nadrukkelijk bezig met de assemblage van het geheel. Door de grootte van de markt in te schatten wordt het aantal te assembleren apparaten ingeschat. Dit blijkt in praktijk vrij goed te werken, zodat de voorraden bij het bedrijf vrijwel altijd minimaal kunnen blijven. In het testlaboratorium wordt de apparatuur aan intensieve beproevingen onderworpen. Eén van de testen behelst het nagaan van de nauwkeurigheid van de mounting devices. Het is zeer indrukwekkend om te zien dat de apparatuur zelfs componenten ter grootte van een zandkorrel precies op de juiste positie weet te plaatsen. In een ander laboratorium, genaamd “Eddy’s duurproefruimte” worden delen van de assemblageapparatuur aan brute duurproeven blootgesteld. Eddy de beul was zelf niet aanwezig, maar door de geblindeerde ramen konden de deelnemers de mishandeling van een lineaire motor waarnemen. Toch zijn dit natuurlijk zeer nuttige experimenten om ervoor te zorgen dat na aflevering van een apparaat minder vaak een monteur van Assembléon hoeft langs te komen. Heel erg rendabel dus als je je bedenkt dat Assembléon aan bedrijven over de hele wereld levert. Na afloop van de excursie werd nog gevraagd naar mogelijke nieuwe ontwikkelingen van de apparatuur. Momenteel werkt Assembléon voornamelijk aan het optimaliseren van de huidige productlijn, maar in de toekomst zal de nadruk zeker op het ontwikkelen van nog nauwkeurige en snellere apparatuur komen te liggen. Een terugreis in de b e f a a m d e Eindhovense avondspits maakte een einde aan een zeer geslaagde excursie. En de gordijnrails? Misschien komen we er bij een volgende excursie achter. Marcel Hamoen
De deelnemers zijn net weer ontsnapt uit de doolhoven van het Assembléon-gebouw
7
Studiereis PPolen olen en TTsjechië sjechië (WEST) Het begon goed, zaterdag, de ochtend van vertrek waren de laatste deelnemers net op tijd aanwezig. Het was nog even wachten op het arriveren van de busjes, maar gelukkig geen zwaar oponthoud. Nadat iedereen zijn plek had gevonden was het dan zo ver, de start van de studiereis: Nu kan je niet meer terug! Voor mij in het begin een beetje ‘eng’, ver land met een heel diverse groep, maar in de eerste twee uur in de bus was dat probleem met veel gezelligheid al verdreven. De West’04 zou door Polen reizen om dan in een net iets kortere tijd Tsjechië te bezoeken en daar vandaan direct terug naar Eindhoven te gaan. De eerste dag zijn we gestopt in Berlijn, om niet meteen oneindig lang in de bus te zitten. Berlijn is uiteraard een interessante stad en gelukkig had de organisatie contacten in Berlijn die het geweldig vonden ons rond te leiden. Opvallend was het dat door de huidige beschildering de Berlijnse muur niet direct door ons herkend werd. Maar de dag daarna begon het pas echt, Polen! We waren maar net de grens over en we ontdekten meteen dat het beter is met een busje te gaan dan met een sportwagen: De kuilen die daar in de weg zitten kunnen schatgravers nog trots maken. Als eerste gingen we naar Poznan om dan door te gaan naar Warschau en Krakau, in de genoemde volgorde.
Auschwitz
Opvallend was het dat in Polen in alle steden waar we geweest waren de 24-uurs winkels goed te vinden zijn, ideaal voor een student. In Poznan vonden we zelfs op de eerste dag al meteen twee goede kleine, altijd geopende kubussen. In Polen hebben wij onder andere een prehistorisch dorp (waar we in het Nederlands werden rondgeleid), de beheerder van het energiedistributienet, de power exchange, een kolencentrale en een telecom bedrijf bezocht. Over het algemeen een erg energetisch begin dus. Verder was er natuurlijk een boel te doen op het gebied van cultuur. Een van de belangrijkste culturele plaatsen van Polen is natuurlijk het vernietigingskamp Auschwitz(-Birkenau) uit de tweede wereldoorlog, waar we dan ook een uitgebreid bezoek aan hebben gebracht. Een compleet dagprogramma, met rondleiding. Verder hebben we gepoogd alle steden uitgebreid te bekijken. Na de telecom excursie heeft een van de medewerkers van het bedrijf ons zelfs in zijn eigen tijd rondgeleid door Warschau, om mij ook meteen te vertellen dat pinda’s “orcheski ziëmne” zijn. En als laatste, maar zeker niet het minste, zijn we in een heel grote zoutmijn geweest, waar de gids duidelijk liet merken niet met zich te laten spotten. Jurjen Westra, een van de begeleiders, werd door haar vergeleken met een puberale tiener, geheel terecht overigens! De indruk die ik kreeg in Polen was dat de mensen die je kunnen verstaan best vriendelijk en behulpzaam zijn, maar het aantal Engels sprekende mensen is niet overal even groot.
8
De oplettende lezer heeft al geconcludeerd dat ik natuurlijk nog niet klaar ben, ik heb immers nog helemaal niets over Tsjechië verteld. Na tien dagen in Polen te zijn geweest werd het tijd om er weer een hele dag reizen tegen aan te gooien om ons naar Tsjechië te verplaatsen. Gelukkig waren er in de twee busjes al na een paar dagen hechte groepen gevormd, dus gezellig was het zeker! Ook hier vielen de omstandigheden van de weg op, echter ditmaal in positieve zin, in vergelijking met Polen. Verder reden hier de door ons in Polen gevonden “fiat polski’s” niet; een “fiat polski” is een bijna kubusvormig vehikel van het formaat smart, maar daar passen blijkbaar wel fietsen in. In Tsjechië zouden wij maar twee steden aan doen, te weten: Praag en Pilzen, waarbij we in Pilzen niet hebben overnacht. Drie en een halve dag hebben wij van alles gedaan in en om Praag. Uiteraard waren wij uiterst gelukkig met de portier van het parkeerterrein die geen woord anders dan Tsjechiesch sprak en ons in eerste instantie ook niet doorliet om een tolk te halen. In Praag zijn we met Areva naar een onderstation in aanbouw geweest, een heel leuke excursie. De persoon waarmee dit geregeld was kon heel goed uitleggen wat het nut was van alle onderdelen en de werking van het net. Het leukste van de excursie was echter dat wij de lunch, een rondleiding door de stad en het avondeten ook van Areva kregen. In Praag is verder geen excursie geweest, maar iedereen heeft op zijn/haar eigen manier gebruik gemaakt van de vrije dag, inkopen doen of uitslapen om een kater te voorkomen. Heel trots op de geweldige staat waarin de busjes nog verkeerden zijn wij naar Pilzen vertrokken, onze laatste excursie voor we weer naar Nederland zouden vertrekken. Daar hebben wij het ambachtelijke brouwproces van Pilsner Urquell bekeken, we hebben het ambachtelijk gebrouwen bier geproefd en natuurlijk het museum bekeken en overmatige hoeveelheden souvenirs ingekocht, althans, enkelen van ons. De lezer rook twee zinnen terug wellicht al onheil en terecht, want het bleek dat iemand een aantal Nederlandstalige Cd’s en wat (redelijk goedkope) souvenirs reden genoeg vond om in te breken in de busjes. Gelukkig was er per busje maar een, klein en waarschijnlijk relatief goedkoop ruitje ingeslagen en kon het geheel de volgende dag voor vertrek nog net op tijd vervangen worden. Al met al kan ik zeggen dat ik me voor het geld heb verbaasd over de kwaliteit van de reis en slaapgelegenheden, ik weet van een schoolreis een aantal jaar geleden nog wel dat het ook veel slechter kan. Commissie: bedankt! Robert van Leeuwen
De groep bij wat grote Oosteuropese techniek