Per Petterson
1
Leesclubdossier
Twee wegen
Biografie Per Petterson (Oslo, 1952) wordt in eigen land beschouwd als een van de grootste hedendaagse schrijvers. Behalve als auteur is Petterson bekend als vertaler (van onder anderen John Fante) en literatuurcriticus. Bij De Geus verschenen van hem eerder Kielzog, Heimwee naar Siberië, Ik vervloek de rivier des tijds en de internationale bestseller Paarden stelen.
Bibliografie Kielzog Arvid Jansen heeft bij een brand op een veerboot zijn ouders en twee broers verloren. Nooit heeft hij willen inzien welke invloed deze ramp heeft gehad op zijn leven en tot welke mislukkingen dat heeft geleid. Maar nu beseft Arvid dat het verlies definitief is en dat hij met het verleden in het reine zal moeten komen.
Paarden stelen De 67-jarige Trond trekt zich terug in een huisje aan een meer in het oosten van Noorwegen. Na de dood van zijn vrouw heeft hij zijn bedrijf en zijn huis verkocht. Nu woont hij alleen met zijn bastaardhond. Hij brengt de tijd door met praktisch werk. Een ontmoeting met een leeftijdgenoot maakt herinneringen los aan de zomer van 1948. Het was een zomer vol hooi, warmte, regen en mannen die hard hun best deden om het werk af te krijgen. Een perfecte zomer, totdat Trond voor het eerst in zijn leven de dood tegenkwam.
Ik vervloek de rivier des tijds Het is 1989, de Muur valt en de wereld is voorgoed veranderd. Arvid probeert in zijn bestaan krampachtig een nieuw houvast te vinden, een gevoel van geborgenheid. Hij beseft echter dat hij de tijd door zijn vingers heeft laten glippen en dat het misschien wel te laat is …
Heimwee naar Siberië Jytte en haar rebelse broer Jesper weten dat er meer in het leven moet zijn dan de schrale wind, het onvruchtbare zand en de koude zee van Noord-Jutland. Jesper voelt zich aangetrokken tot het socialisme en wil naar Marokko om tegen Franco te vechten. Jytte is nieuwsgierig naar andere werelden en droomt van Siberië.
Leesfragment JIM. SEPTEMBER. 2006
Donker. Het was half vijf ’s nachts. Ik reed van Hauketo naar de Herregårdsveien. Vlak voor het station van Ljan sloeg ik links af de brug op over het spoor, het licht stond op rood, maar er was niemand te zien, dus reed ik gewoon door. Toen ik aan de andere kant een stukje naar beneden was gereden, voorbij de winkel daar, Karusellen heet die, kwam er plotseling een man vanuit het donker het licht van de koplampen in struikelen, alsof hij werd gelanceerd. Op het moment dat ik hem zag, viel hij bijna. Ik trapte vol op de rem, de wielen blokkeerden en de auto slipte met een afschuwelijk gierend geluid zijdelings een paar meter door en stopte vlak bij de man. De motor sloeg in één klap af. Ik was ervan overtuigd dat ik hem met de bumper had geraakt. Maar hij viel toch niet. Hij steunde op de motorkap, deed drie stappen naar achteren en bleef staan, zwaaiend op zijn benen, ik zag hoe het licht zijn ogen overspoelde. Hij staarde naar de voorruit, maar hij kon me niet zien, hij kon niets zien. Zijn haar was lang, en zijn baard was lang, en hij hield een grijze zak stevig onder zijn arm geklemd. Eén moment dacht ik dat het mijn vader was. Maar het was mijn vader niet. Ik had mijn vader nog nooit gezien. Toen verdween hij in het donker aan de andere kant van de weg waar het pad steil naar beneden liep naar Ljansdalen. Ik bleef met stijve armen zitten, mijn handen stevig tegen het stuur gedrukt en de auto dwars op de Herregårdsveien, deels op de andere weghelft. Het was nog steeds donker, ja, nog donkerder. Twee koplampen kwamen dichterbij, op weg naar boven. Ik draaide het contactsleuteltje om, en toen wilde de motor niet starten, ik probeerde het nog een keer, en toen sloeg hij aan. Ik voelde mijn adem snel gaan, boven in mijn keel, zoals een hond ademt. Ik reed achteruit terug naar mijn eigen weghelft voordat de andere auto boven was, draaide voorzichtig, en reed langzaam naar beneden naar de Mosseveien en sloeg onder aan de weg af naar rechts, richting Oslo.
TOMMY. 2006. LENTE. 1966 In mijn werkkamer ging de telefoon. Ik kwam net uit de garage en had de lift naar de negende verdieping van de nieuwe hoogbouw in Oslo vlak bij de kades genomen. Jim zat nog steeds in mijn hoofd. De aftandse tas. De schippersjas. De donkere gebreide muts. Ooit droeg hij van die mooie kleren, waar wij woonden was hij de eerste met lang haar, de eerste met een heupbroek met wijde pijpen, schippersjas en een halsdoek. Een langharige zeeman aan land. Hij zag er fantastisch uit. Het was het politiedistrict Øvre Romerike. Ik zei: ‘Met Tommy.’ Ik was een beetje buiten adem, ik had geen meter gerend. Ik dronk te veel, vandaar. ‘Kun je je vader komen ophalen.’ ‘Ik geloof niet dat mijn vader nog leeft’, zei ik, en toen zei de politieman: ‘Op het moment is hij niet echt topfit, maar dood is hij niet.’ ‘Weten jullie zeker dat het mijn vader is,’ zei ik, ‘hoe kunnen jullie dat weten’, en de politieman zei: ‘Wie zou het anders moeten zijn.’ Ik was ervan overtuigd geweest dat hij dood was. Ik probeerde uit te rekenen hoe oud hij moest zijn. Misschien vijfenzeventig. Misschien ouder. Dus hij leefde. Dat was moeilijk voor te stellen.
Over Twee wegen Twee wegen is een krachtige roman over vriendschap, familie en de onontkoombaarheid van het lot, geschreven door een van de grootste auteurs van Noorwegen. Een roman zoals het leven zelf: wondermooi, kwetsbaar en pijnlijk.
Uitgeroepen tot Boek van de Maand bij De Wereld Draait Door
‘Een literaire fjord, magnifiek en fenomenaal indrukwekkend, nog nooit is zo mooi verteld wat het is om vriendschap te hebben. Ongepolijst en van een ruwe schoonheid.’ – Gerda Aukes ‘Fenomenaal.’ – Wim Krings ‘Petterson voert je direct mee naar een diepte, een onderstroom van beleven en voelen, waar zichtbaar wordt hoe gebeurtenissen van vroeger een leven voor altijd kleuren.’ – de Volkskrant ‘Een donkere, extreem aangrijpende roman, die niets uitlegt, maar toont hoe broos vriendschappen zijn.’ – Trouw Letter & Geest ‘We lezen een roman als Twee wegen misschien wel zo graag omdat Petterson voor niets terugdeinst. Hij schroeft en boort diep in de gevoelens van de personages. In een mozaïekachtige opbouw komt het tragische verleden van Tom en Jim aan bod.’ – NRC Handelsblad ‘Ook Petterson houdt van uitweidingen. Hij verbindt op verbluffend soepele wijze heden met verleden en maakt duidelijk dat niemand aan zijn levenslot ontkomt, dat ooit in vroegere tijden is voorbestemd.’ – NRC Handelsblad en NRC Next ‘Met die rauwheid creëert Petterson intimiteit. Je moet als lezer veel invullen, dat is er mooi aan.’ – NRCV gids ‘Niet vaak worden totale verwarring, depressie en vervreemding zo invoelbaar gemaakt.’ – Het Parool
Brief van Per Petterson
Discussievragen 1. Per Petterson begint Twee wegen met een motto: ‘Oh sister am I not a brother to you and one deserving of affection.’ Waarom zou Petterson zijn roman met deze quote van Bob Dylan beginnen? 2. Petterson schrijft afwisselend vanuit Jim, Tommy, Siri en een enkele keer vanuit mevrouw Berggren. Ook wisselt hij het heden af met het verleden. Wat vindt u van deze manier van vertellen? 3. Jim heeft geen vader die aanwezig is, en Tommy geen moeder. Later verliest Tommy als het ware ook zijn vader. Denkt u dat het gemis van een ouder een rol speelt in de vriendschap van Jim en Tommy? 4. Wat zijn de belangrijkste thema’s in Twee wegen? Voor welke personages gaan ze op en zijn er parallellen aan te wijzen in hun verhalen? 5. Twee wegen bewijst als geen ander boek dat vriendschappen broos kunnen zijn, misschien wel zonder aanwijsbare reden: ‘“Jezus, hoelang is het geleden. Vijfentwintig jaar. Dertig.” En ik zei: “Zoiets. Iets meer.” Hij glimlachte. “We gingen ieder onze eigen weg, nietwaar.” Hij zei het niet op een bepaalde manier. “Inderdaad”, zei ik.’ (p.17) Waarom denkt u dat Jim en Tommy elkaar al vijfendertig jaar niet hebben gezien? Is het toeval, iets dat gewoon zo loopt, of schuilt er meer achter? Hoe denken de hoofdpersonages erover? 6. ‘Dat was het punt met Mørk, dat het overal had kunnen zijn.’ (p. 62) Vindt u zo’n uitspraak een typische illustratie van de plaatsen in Twee wegen of denkt u daar anders over? 7. Tommy is extreem bezorgd over Siri vanaf het moment dat ze bij de familie Lydersen gaat wonen. Toch komt hij steeds minder vaak opdagen. Waarom groeien ze uit elkaar? 8. ‘En het dreigde fout te gaan, dat voelden ze allebei, of in elk geval voelde Jim dat, dus sloeg hij met opzet of per ongeluk zijn rechterarm uit en zijn handpalm in de want trof Tommy vlak boven zijn borst en gaf hem een harde zet naar achteren terwijl Jim zelf naar voren schoot, en Tommy zeilde achteruit het meertje op, viel op zijn knieën en gleed nog een paar meter door en bleef ten slotte met zijn ellebogen op het ijs en zijn handen omhoog zitten kijken hoe Jim en zijn rug de kant bereikten.’ (p. 164) Deze gebeurtenis lijkt voor Jim erg belangrijk te zijn. Op welke manier? 9. ‘Maar ik kon me niet herinneren waarom ik had geprobeerd me te verhangen. Eigenlijk herinnerde ik me ook niet dat ik gek was. Of ziek, dan.’ (p. 189) Wat leidde tot Jims opname in de Bunker, volgens u? 10. ‘(…) en hij dacht, verdomme, Jim, je kunt niet wegblijven. Dat kun je gewoon niet maken.’ (p. 285) Denkt u dat Tommy en Jim elkaar nog eens zullen zien?
11. ‘Op de ene foto stond een jongen, hij was misschien dertien, niet ouder, en op een andere stond een meisje, ongeveer twee jaar jonger, en op de laatste stonden twee kleinere meisjes, duidelijk een tweeling, ze hadden allebei vlechtjes met dezelfde strikken erin, en ik nam de foto’s een voor een in mijn hand, bestudeerde ze aandachtig en dacht: dat zijn wij niet.’ (p. 314) Wat brengt Siri tot de gedachte dat zij het niet zijn op die foto’s? En hoe verhoudt zich dat tot de thema’s in het boek? 12. Volgens NRC Handelsblad maakt Petterson duidelijk dat niemand aan zijn levenslot, dat ooit in vroegere tijden is voorbestemd, ontkomt. Blijkt dat voor u ook uit het boek en hoe denkt u daar zelf over? 13. Mocht u meer werk van Petterson hebben gelezen: hoe verhoudt Twee wegen zich tot zijn overige boeken?
Meer van Per Petterson
Ik vind het best: de nieuwe roman ligt van Per Petterson ligt vanaf 17 november 2014 in de boekhandel.
Per Petterson cadeau doen? Geef een Colibri! De luxeeditie van Paarden stelen is reeds verkrijgbaar, Ik vervloek de rivier des tijds verschijnt op 23 september 2014.