PensioenPraat 30
www.gepensioenfonds.nl
UITGAVE VAN HET GE-PENSIOENFONDS
INHOUD 1 3 3 4 6 7 8 8
Veranderingen in pensioenreglement De Pensioenwet komt eraan Pensioen Helpdesk Wat doet de beleggingscommissie? Rob Nooren is nieuw bestuurslid Websites Pensioenfonds worden vernieuwd Overzicht van nog actuele artikelen Pensioenpraat kort
Nr. 30 - NOVEMBER 2006
Secretariaat bestuur Postbus 117 4600 AC Bergen op Zoom
Administratie TKP Postbus 501 9700 AM Groningen
Redactie Jan Aerts, Debbie Hameetman, Sjoerd Hoogterp, Rob Nooren
Vormgeving en druk Kreateam Communicatie bv, Wouw PensioenPraat is bestemd voor alle actieve en niet-actieve belanghebbenden. Aan de inhoud van dit blad kunnen geen rechten worden ontleend. Bepalend is het Pensioenreglement.
1
imagination at work
Invoering van de WIA (verzekering WGA-gat)
Veranderingen in pensioenreglement In verband met het vervangen van de WAO door de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, ontstaat er een geheel nieuwe inkomenssituatie voor werknemers die sinds 1 januari 2004 ziek zijn of werknemers die onverhoopt arbeidsongeschikt raken. Het grote verschil tussen beide wetten is, dat de WAO kijkt naar wat werknemers niet meer kunnen, terwijl de nieuwe WIA uitgaat van wat werknemers nog wel kunnen. Veel meer dan de WAO legt de WIA de verantwoordelijkheid voor een gezonde werkomgeving bij de werkgever en werknemer.
PensioenPraat 30 • november 2006ENGLISH
Dat blijkt bijvoorbeeld uit de ‘toelatingsdrempel’ van de nieuwe regeling: voor de WAO lag die bij 15% arbeidsongeschiktheid. Voor de WIA is dit percentage verhoogd naar 35%. Dit is positief voorzover het leidt tot Lees verder op pagina 2
TRANSLATION INCLUDED FOR SOME OF THE ARTICLES1
VERVOLG ‘VERANDERINGEN IN PENSIOENREGLEMENT’ grotere inzetbaarheid van gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerkers in het arbeidsproces. Voor mensen die tijdens hun gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid voldoende werken en voor mensen die echt niet meer kunnen werken is de WIA beter dan de WAO. Voor deze groepen is er namelijk geen WAO-hiaat meer. Omgekeerd kan er voor gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers die niet voldoende werken een sterke inkomensterugval zijn.
De nieuwe WIA in vogelvlucht Na invoering van de WIA op 1 januari 2006 kan een werknemer die langdurig arbeidsongeschikt wordt in de WIA belanden. De WIA is opgedeeld in 3 onderdelen: 1 0-35% arbeidsongeschikt: geen WIA van toepassing, de werknemer en werkgever moeten samen naar oplossingen zoeken om te kunnen blijven werken. 2 35-80% arbeidsongeschikt: WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten). Hierbij is het de bedoeling dat werknemers blijven werken voor het arbeidsgeschikte deel op basis van wat zij nog wel kunnen, dit wordt vastgesteld als restverdiencapaciteit. 3 >80% arbeidsongeschikt: IVA (Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten). Als werknemers meer dan 80% arbeidsongeschikt zijn en er is geen reële kans dat zij binnen 5 jaar beter worden, worden werknemers volledig arbeidsongeschikt verklaard en hoeven niet meer te werken. De inkomensgevolgen voor werknemers zijn globaal in 2 onderdelen te splitsen: het WIA Excedent, dat ontstaat als een werknemer meer verdient dan het gemaximeerde WIA dagloon van w 44.456 per jaar (voor 2006, regeling is vergelijkbaar met het oude WAO Excedent). Voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers kennen we nu daarnaast nog het zogenaamde WGA-gat. Dit gat ontstaat als de zogenaamde restverdiencapaciteit niet volledig wordt benut (vergelijkbaar met het oude WAO hiaat). Hieronder wordt kort toegelicht wat het Pensioenfonds regelt en waarvoor extern oplossingen worden gevonden.
Het WIA Excedent Het WIA Excedent is vergelijkbaar met het oude WAO Excedent en is, net als
2
vroeger, in het huidige pensioenreglement opgenomen. De overheid verzorgt via de WGA regeling een uitkering tot 70% van het gemaximeerde WIA jaarloon w 44.456,-. (per 01-01-2006). Hierdoor ontstaat een gat, een excedent voor werknemers die méér verdienen dan het gemaximeerde WIA jaarloon. Dit excedent wordt gedekt in het Pensioenfonds waarbij het mogelijk is gemaakt de uitkering aan te vullen tot maximaal 70% bij volledige arbeidsongeschiktheid. De jaarlijkse WIAexcedentuitkering is bij volledige arbeidsongeschiktheid en bij een volledig dienstverband 70% van het positieve verschil tussen het pensioengevend salaris en het maximum jaarloon waarover uitkeringen ingevolge de WIA worden genoten (zie artikel 12 en 13 pensioenreglement). Kort gezegd: bij volledige arbeidsongeschiktheid ontvangt de (ex-) werknemer van de overheid en van het Pensioenfonds in totaal 70 % van het salaris.
Het WGA-Gat Naast het WIA Excedent kan er ook een WGA-gat ontstaan en dat is vergelijkbaar met het oude WAO-hiaat. Als een werknemer een WGA uitkering krijgt dan vindt eerst gedurende een bepaalde periode een zogenaamde loongerelateerde uitkering plaats. Die periode is afhankelijk van het aantal jaren dat een werknemer werkzaam is geweest (het zogenaamde arbeidsverleden). Als die periode beëindigd is volgt een zogenaamde vervolguitkering. Werknemers die de vervolguitkering ontvangen, kunnen ná de periode van de loongerelateerde uitkering sterk in inkomen terugvallen.
Een belangrijke rol bij de bepaling van de wettelijke inkomensaanvulling speelt het arbeidsongeschiktheidspercentage en de bijbehorende restverdiencapaciteit. Dit laatste is het deel van het salaris dat door een medewerker nog verdiend zou kunnen worden als hij blijft werken. Deze restverdiencapaciteit wordt door het UWV vastgesteld. Indien de restverdiencapaciteit niet benut wordt door de werknemer (d.w.z. als en voor zover, de werknemer niet blijft werken voor zover dat op medische gronden mogelijk wordt geacht), heeft dat gevolgen voor zijn of haar wettelijke uitkering. Bij niet of niet volledige benutting kan er een aanzienlijke inkomensterugval zijn. Met een verzekering is deze inkomensterugval in een aantal situaties te beperken. De terugval bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid kan worden ondervangen door een zogenaamde WGA-verzekering. GE is thans voor alle aangesloten ondernemingen in Nederland in onderhandeling met verzekeringsmaatschappijen voor een zogenaamde WGA-gat verzekering. Het bedrijf kijkt in dit proces naar de hoogte van de premie, de dekking en voorwaarden, service en bijzondere aspecten. De verwachting is dat deze verzekering voor 1 januari 2007 afgesloten zal zijn voor alle aangesloten Nederlandse GE-ondernemingen. Dit betreft een WGA-gat verzekering zodat medewerkers worden aangevuld bij sterke inkomensterugval. Met sociale partners vind thans overleg plaats over een WGA-gat oplossing (vergelijkbaar met WAO-hiaat verzekering).
Meer informatie Een WGA-Gat verzekering kan en mag van de overheid niet door het Pensioenfonds worden uitgevoerd. Hiervoor zijn de werkgevers nog in overleg met de sociale partners. Binnen het Pensioenfonds is inmiddels al wel de WIA Excedent dekking geregeld voor alle deelnemers. Als hierover nog vragen bestaan, kunnen werknemers contact opnemen met de helpdesk bij TKP. Debbie Hameetman
!
Zie ook de informatie in eerdere edities van Pensioenpraat
PensioenPraat 30 • november 2006
Oude wet uit 1952 wordt vervangen
De Pensioenwet komt eraan Het ontwerp voor de nieuwe Pensioenwet, de belangrijkste wet in pensioenland, is klaar. Momenteel ligt het wetsvoorstel Pensioenwet ter behandeling in de Eerste Kamer. Als zij haar goedkeuring geeft, treedt de wet op 1 januari aanstaande in werking. De Pensioenwet gaat de huidige Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) die vanaf 1952 heeft gegolden, vervangen. Al in 1991 kondigde de toenmalige staatssecretaris Elske ter Veld van Sociale Zaken aan dat de vertrouwde Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) dringend aan modernisering toe was. Die wet had op dat moment bijna 50 jaar zonder noemenswaardige wijzigingen dienst gedaan. De modernisering heeft dus ruim 15 jaar in beslag genomen. Dit heeft vooral tot gevolg gehad dat de Pensioenwet een ‘dikke’ wet gaat worden. De nieuwe wet kent drie keer zo veel voorschriften als de PSW.
Meer voorschriften
Veiligstelling
Voor de deelnemers zal de Pensioenwet geen grote inhoudelijke wijzigingen meebrengen. Wel moet bijvoorbeeld geregeld gaan worden dat nieuwe werknemers al op 21-jarige leeftijd in de pensioenregeling opgenomen worden; nu ligt die leeftijd nog op 22 jaar. Verder wordt in de Pensioenwet geregeld dat bij beëindiging van de deelneming de opgebouwde aanspraken in een bedrag ineens kunnen worden uitgekeerd, wanneer dit bedrag onder de 400 euro ligt.
De oorspronkelijke doelstelling van de PSW staat ook bij de nieuwe Pensioenwet nog kaarsrecht overeind. Die doelstelling is de veiligstelling van de pensioengelden. Dit betekent dat de pensioenafspraken die in de CAO worden gemaakt, niet door de werkgever mogen worden beheerd, maar moeten worden ondergebracht bij een pensioenfonds of een verzekeringsmaatschappij. In het geval van GE is gekozen voor een eigen pensioenfonds. Dat fonds is dus verantwoordelijk voor het beheer van de pensioengelden en de uitkeringen van de pensioenen aan de gepensioneerden.
Veel informatie De informatie die aan de deelnemers van het pensioenfonds wordt verstrekt, neemt in de Pensioenwet een prominente plaats in. Ook op dat punt kent de nieuwe wet veel meer voorschriften dan de PSW. Zo zullen nieuwe deelnemers een zogeheten startbrief ontvangen, waarin op alle relevante punten van de regeling wordt ingegaan. Ook de bestaande deelnemers zullen uitgebreidere informatie ontvangen, bijvoorbeeld over het toeslagenbeleid dat het fonds hanteert. Bij deze toeslagen, ook wel indexering genoemd, gaat het om de verhoging van de uitkeringen, om deze zoveel mogelijk waardevast te houden. Voor alle duidelijkheid: toeslagen worden alleen verleend voor zover de middelen van het fonds dat naar het oordeel van het bestuur toelaten. Er bestaat dus geen recht op een toeslag.
PensioenPraat 30 • november 2006
Niet alleen op het gebied van de informatie kent de Pensioenwet uitgebreidere voorschriften. Ook op andere punten worden meer eisen gesteld, bijvoorbeeld aan de overeenkomst die de werkgever met het pensioenfonds af moet sluiten. Nieuw is ook dat in de Pensioenwet voorschriften worden opgenomen over de financiële positie waaraan het fonds moet voldoen. Het gaat hierbij om het zogeheten Financiële Toetsingskader (FTK).
Invoering Als de Pensioenwet op 1 januari aanstaande in werking treedt, betekent het niet dat op dat moment al direct aan alle nieuwe voorschriften moet worden voldaan. De pensioenfondsen krijgen een jaar de tijd om zich op de nieuwe situatie voor te bereiden door hun reglementen en procedures aan te passen. Dit betekent in feite dat de nieuwe wet op 1 januari 2008 volledig van kracht wordt. Meindert Alsma (TKP)
PENSIOENPRAAT KORT
Pensioen Helpdesk Correspondentieadres TKP Postbus 501, 9700 AM Groningen Bezoekadres TKP Stationsplein 9, 9726 AE Groningen Contactpersonen TKP (pensioendesk) Minne Dulleman Eef Duseé Telefoon pensioendesk TKP 050-582-193-4 of - 3 E-mail adres pensioendesk TKP
[email protected] Internet adres TKP www. tkppensioen.nl
Het TKP-gebouw in Groningen
Helpdesk Delta Lloyd (Geflex/Gesave) Informatie over beleggingsbeleid: 020 - 597 6100 Informatie over de rekening: 020 - 597 6300
3
Wat doet de beleggingscommissie? De leiding van het pensioenfonds is in handen van het pensioenfondsbestuur. De leden van dit bestuur zijn in deze Pensioenpraat te vinden. Als er bijzondere onderwerpen zijn die meer aandacht verdienen, dan kan het bestuur een commissie aanstellen, die extra aandacht aan dat onderwerp besteedt en daarover aan het bestuur advies uitbrengt. De beslissingen worden natuurlijk altijd door het bestuur genomen. De commissieleden zijn doorgaans bestuursleden, maar het is ook mogelijk iemand van buiten het bestuur aan de commissie toe te voegen. Dat kan van belang zijn als bijzondere deskundigheid van buiten gewenst is. In het jaarverslag van het pensioenfonds (zie internet of intranet) staan alle commissies netjes op een rij. Eén van die commissies is de beleggingscommissie. De beleggingscommissie heeft een permanent karakter, in tegenstelling tot andere commissies die in het leven geroepen worden totdat het werk van de commissie gereed is. Beleggen is echter een doorlopend fenomeen binnen het pensioenfonds en daarom is er altijd een beleggingscommissie. Op dit moment hebben de volgende personen zitting in de beleggingscommissie: ◗ ◗ ◗ ◗ ◗
André Rekveld Jan Aerts Olaf Tant Sjoerd Hoogterp William Bontes
Verder heeft de commissie een adviseur, die een beleggingsdeskundige is. Op dit moment is dat Jonathan Passmore van GE Asset Management.
Wat is het belang van de beleggingscommissie? Het doel van het fonds is om aan de deelnemers en de gewezen deelnemers pensioenaanspraken toe te kennen en om aan gepensioneerden en nabestaanden pensioenen uit te keren, conform het Pensioenreglement. Binnen het GE-Pensioenfonds vinden twee belangrijke activiteiten plaats, te weten de uitvoering van de Pensioenregeling en het beheer van het vermogen. Het vermogensbeheer neemt een zéér belangrijke plaats in teneinde te bewerkstelligen dat de werknemers van GE in Nederland, nadat deze met pensioen gegaan zijn, voor de rest van hun leven het toegezegde pensioen uitgekeerd krijgen. Om dat te kunnen doen betalen de werkgevers en werknemers pensioenpremies. Die premies worden door de werkgevers binnen GE maandelijks aan het pensioenfonds
! 4
Bewaar de uitgaven van PensioenPraat. Er staat steeds belangrijke informatie in.
overgemaakt. Vervolgens wordt dat geld belegd. Die beleggingen kunnen zijn: aandelen, obligaties, onroerend goed, en nog andere beleggingsinstrumenten die worden samengevat met het woord ‘alternatieve investeringen’ (alternative investments). Hier gaan we niet in op de betekenis van de beleggingscategorieën. We volstaan met op te merken dat in het algemeen aandelen de meest renderende beleggingen zijn, maar ook het meest risicovol en dat obligaties minder rendement opleveren, maar ook minder riskant zijn. Onroerend goed en alternatieve investeringen liggen daartussen in. Binnen de verschillende beleggingsvormen zijn ook weer categorieën, die zich onder meer van elkaar onderscheiden voor wat betreft rendementsverwachtingen en risicograad.
Naast deze tweewekelijkse bijeenkomsten vindt elk kwartaal een meeting plaats met de beleggers. Die beleggers zijn momenteel GE Asset Management en Delta Lloyd Bank. GE Asset Management beheert de beleggingen die er zijn om aan de reguliere pensioenverplichtingen van het pensioenfonds te kunnen voldoen; Delta Lloyd Bank beheert de GEFLEX- en GESAVE investments. Daarnaast zijn er ook nog beleggingen bij de verzekeringsmaatschappij Generali. Die zijn vanaf 1 januari 2006 niet meer ter afdekking van een deel van de pensioenverplichtingen van het pensioenfonds, maar enkel om de pensioenen te betalen van ex-ABS personeel. Eenmaal per jaar heeft de beleggingscommissie een onderhoud met Generali; een activiteit die de commissie uitvoert op verzoek van GE Plastics.
Allocatie van beleggingen De leden van de beleggingscommissie komen regelmatig bij elkaar, in principe elke twee weken. De belangrijkste onderwerpen die dan ter tafel komen zijn: ◗ de allocatie van de beleggingen; ◗ review van de gemaakte rendementen; ◗ bespreking van onder handen zijnde projecten.
De beleggingscommissie ziet er op toe dat er een redelijke balans is tussen de verschillende beleggingscategorieën; zodanig dat er een behoorlijk rendement behaald wordt en toch niet te veel risico gelopen wordt. Met de beleggers heeft het pensioenfonds Lees verder op pagina 5
PensioenPraat 30 • november 2006
overeenkomsten gesloten. Die komen tot stand na stevige onderhandelingen met de belegger, in het Engels de ‘asset manager’. Het mandaat vormt een onderdeel van de overeenkomst met de asset manager. In het mandaat staan afspraken tussen het fonds en de asset manager, die aangeven binnen welke grenzen de asset manager mag beleggen in verschillende beleggingscategorieën en wordt tevens aangegeven waarmee de rendementen, gerealiseerd door de asset manager, worden vergeleken. De rendementen worden vergeleken met zogenaamde benchmarks. Tevens wordt in het mandaat vastgesteld wat de benchmark asset allocatie is. Bij ons pensioenfonds heeft het bestuur, na advies van de beleggingscommissie, de bench mark asset allocatie vastgesteld op 55% aandelen (inclusief vastgoed) en 45% vastrentende waarden (obligaties). Binnen deze groepen vinden dan weer verdere verdelingen plaats, bijvoorbeeld Europese aandelen en niet Europese aandelen. Naast het vaststellen van benchmarks (waarmee de resultaten van de asset manager vergeleken worden), wordt ook aangegeven binnen welke grenzen de de asset manager mag afwijken van de benchmark asset allocatie. Zo mag de asset manager in principe maximaal 65 % in aandelen beleggen en moet hij minimaal 45 % in aandelen beleggen. Er zijn nog veel andere, meer gedetailleerde, afspraken tussen de asset manager en het pensioenfonds in het mandaat vastgelegd, waar we hier niet op ingaan. Indien de asset manager veranderingen wil aanbrengen in de asset allocatie die groter zijn dan 2,5% van de beleggingen dan is daarvoor de toestemming van het bestuur, na advies van de beleggingscommissie, vereist.
Review van de gemaakte rendementen De beleggingscommissie ontvangt elke maand de resultaten van de beleggingen van de voorgaande maand, het laatste kwartaal en vanaf het begin van het jaar. Die resultaten worden vergeleken met de resultaten van de benchmark. De asset manager geeft een uitleg over de afwijkingen ten
PensioenPraat 30 • november 2006
opzichte van de benchmark. Indien de belegger langere tijd ondermaats presteert, wordt de portefeuille onder zijn beheer ingekrompen of kan hij zelfs worden ontslagen. Sedert 2000 heeft ABN-AMRO Bank, de toenmalige asset manager, zeer slechte rendementen laten zien ten opzichte van de benchmark. Dat kostte het pensioenfonds miljoenen euro’s. Dat heeft aanvankelijk tot een inkrimping van de portefeuille bij ABN-AMRO Bank geleid en uiteindelijk heeft het bestuur, op advies van de beleggingscommissie, ABN-AMRO Bank als asset manager ontslagen. De beleggingscommissie heeft toen alternatieve asset managers op een rijtje gezet en heeft uiteindelijk besloten GE Asset Management tot asset manager aan het bestuur voor te dragen, die vervolgens tot benoeming is overgegaan. Tot dusverre zijn de resultaten van GE Asset Management bevredigend; d.w.z. ruim beter dan de benchmark. Naast vergelijkingen ten opzichte van de benchmark wordt door WM Company (WM) (eigendom van State Street Bank) de resultaten van het pensioenfonds vergeleken met die van vele andere Nederlandse pensioenfondsen. Op die manier weet het bestuur hoe wij het doen ten opzichte van de andere pensioenfondsen in Nederland. WM maakt ook analyses die inzicht verschaffen in het waarom van onze prestaties ten opzichte van de andere pensioenfondsen. Elk kwartaal brengt WM verslag uit en dit wordt door WM tijdens de kwartaalvergadering met de beleggers aan de beleggingscommissie toegelicht.
Onder handen zijnde projecten De beleggingscommissie probeert ontwikkelingen in de pensioenwereld en in beleggingsland zo goed mogelijk te volgen. Dat leidt vaak tot ombuigingen van het beleid. Zo is enkele jaren geleden begonnen met beleggingen in z.g. ‘Private Equities’. Private Equities zijn grote deelnemingen in kansrijke ondernemingen, waarbij het private equity fonds actief invloed uitoefent op het beleid van de onderneming doordat een of meer zetels verworven worden door de Private Equity mana-
ger in de raad van commissarissen van de desbetreffende onderneming. Na enige jaren wordt dan vaak het aandelenbezit van de hand gedaan, waarbij het de bedoeling is daar een hoge winst mee te behalen. Private Equity investeringen hebben een hoog risico, dat echter beheersbaar wordt gemaakt door in meerdere projecten te stappen. Als één project mislukt, dan is het de bedoeling dat het verlies wordt goedgemaakt door hoge winsten op de andere projecten. Een ander project was de beslissing om meer in z.g. ‘emerging markets’ (ondernemingen in zich ontwikkelende landen) te beleggen. Op dit moment is de beleggingscommissie bezig met het toewijzen van een deel van de beleggingen naar de vastgoed sector, op basis van het mandaat maximaal 10%. Twee speciale projecten worden hieronder besproken.
Pooling project Het bestuur is bezig geweest vrijwel de hele beleggingsportefeuille onder te brengen in een ‘pooling’-structuur, die door GE Asset Management wordt opgezet in Ierland. In plaats van de belegging in aandelen en obligaties die direct eigendom van het pensioenfonds zijn, belegt het fonds in participaties in door GE Asset Management beheerde fondsen in Ierland, waarin ook andere GE en/of niet GE gerelateerde instellingen kunnen beleggen. Dit heeft een aantal voordelen: ◗ Het voorkomen van het betalen van BTW over de door asset manager in rekening gebrachte beheervergoeding. Bij de omvang van de huidige beleggingen levert dat het pensioenfonds een besparing op van ongeveer w 275,000 per jaar. Naarmate de beleggingen groeien neemt de besparing verder toe. ◗ Meerder ondernemingen kunnen in de ‘pool’ beleggen. Daardoor worden schaalvergroting en dus kostenbesparingen in de hand gewerkt. De belegger kan immers de beleggingen van meerder beleggers beheren, zonder dat de kosten noemenswaard toeLees verder op pagina 6
5
VERVOLG ‘WAT DOET DE BELEGGINGSCOMMISSIE?’ nemen als er beleggers bijkomen. ◗ Een ontwikkeling in het Europese pensioenland is dat grenzen geleidelijk gaan vervagen. Door de poolingstructuur is het mogelijk op een efficiënte wijze beleggingen te beheren van in verschillende landen gevestigde pensioenfondsen. De beleggingscommissie heeft veel moeite gedaan ervoor te zorgen dat de belangen van het pensioenfonds niet door de pooling structuur geschaad kunnen worden. Zo is onder meer onderhandeld dat het fonds altijd uit de poolingstructuur kan stappen en GE Asset Management als belegger kan ontslaan, zonder dat daar extra kosten tegenover staan. Verder is ervoor gezorgd dat mandaatbepalingen en de beleggingsrapportage gehandhaafd blijven alsof er geen pooling zou plaatsvinden.
Nieuwe waarderingsregels Per 1 januari 2007 worden door de Nederlandse overheid door middel van de Pensioenwet nieuwe waarderingsregels ingevoerd. Men spreekt hier van het nieuw Financieel Toetsingskader (FTK). Tot heden werkten pensioenfondsen steeds met een vaste rekenrente van 4% voor de waardering van de pensioenverplichtingen. De reken-
rente is de rente waartegen de toekomstige verplichtingen van een pensioenfonds contant gemaakt worden. Een verplichting van bijvoorbeeld w 1,000,000 over tien jaar staat nu in de boeken van het fonds tegen een bedrag van w 1,000,000 / 1,04 tot de macht 10, is w 675,564. Veranderingen van de marktrente beïnvloeden deze berekening niet. Met de invoering van het FTK wordt het verplicht gesteld de verplichtingen tegen de marktrente contant te maken. De beleggingen werden al gewaardeerd tegen marktwaarde. Bij een 10 jaars marktrente van 3% is de verplichting over 10 jaar van w 1,000,000: w 744,094, bij een 10 jaars marktrente van 5%: w 613,913. Hieruit wordt het duidelijk dat er een einde komt aan het rustig verloop van pensioenfondsverplichtingen en dat die verplichtingen sterk gaan fluctueren met veranderingen in de marktrente. Bij dalende rentes nemen de verplichtingen toe, bij stijgende rentes nemen deze af. De toezichthouder van de Nederlandse pensioenfondsen, De Nederlandsche Bank (voorheen de Pensioen- en Verzekeringskamer), eist dat de pensioenfondsen steeds een belegd vermogen hebben dat hoger is dan de verplichtingen. De minimale dekking moet 105% zijn. Dat wil zeggen dat het vermogen
van het fonds steeds tenminste 105% moet zijn van de (pensioen)verplichtingen. Komt het vermogen onder de 105% dan moeten de bij het fonds aangesloten ondernemingen binnen een jaar het ontstane gat aanvullen met extra pensioenpremies (soms is uitstel tot 3 jaar toegestaan). Dat is natuurlijk een groot risico voor de ondernemingen. Bovendien dienen pensioenfondsen méér dan 105% dekking te hebben. De gewenste lange termijndekking is in het geval van het GE Pensioenfonds ongeveer 130%. Als de dekking onder 105% komt is er sprake van een dekkingstekort. Is de dekking onder de 130%, dan spreekt met van een reservetekort. Gelukkig hoeven tekorten beneden de 130% niet onmiddellijk aangezuiverd te worden. Pensioenfondsen hebben daarvoor een termijn van 15 jaar. De beleggingscommissie is nu bezig, net als bij veel andere Nederlandse pensioenfondsen, te onderzoeken hoe het beste met het fenomeen van wisselende pensioenverplichtingen als gevolg van marktrenteschommelingen omgegaan kan worden door aanpassing van de beleggingsstructuur. Dit onderzoek, waarbij ook de asset manager is ingeschakeld, is momenteel in volle gang. Jan Aerts
Even voorstellen
Rob Nooren is nieuw bestuurslid Mijn naam is Rob Nooren. Met ingang van 1 juli 2006 ben ik benoemd tot bestuurslid van de stichting GE Pensioenfonds. Binnen het pensioenfonds volg ik Fred Bos op als werknemersvertegenwoordiger. Binnen het bestuur word ik vice-voorzitter en ben ik lid van het dagelijks bestuur. Graag wil ik mezelf kort introduceren. In 1989, na het afronden van mijn studie Chemische Technologie aan de TU in Delft, ben ik begonnen bij GE Plastics in Bergen op Zoom als process engineer binnen manufacturing. Na verschillende assignments binnen manufacturing en quality in Bergen op Zoom, Beauvais, Amsterdam en Pontirolo Nuovo ben ik begin 2002 overgestapt naar GE Corporate in Stabroek. In de periode dat ik hier verantwoordelijk was voor de operations in de Benelux is mijn interesse gewekt voor pensioenen en heb ik kennis gemaakt met al het werk achter de schermen dat moet gebeuren om de administra-
6
tie goed te laten verlopen. Tevens ben ik me er in deze periode van bewust geworden hoe belangrijk stabiele en goede pensioenvoorzieningen zijn voor zowel de employees als de deelnemende bedrijven. Op dit moment ben ik werkzaam bij GE CFS (Corporate Financial Services) als Integration Leader. Hier ben ik, samen met een klein team van professionals op het gebied van operations, finance en IT, verantwoordelijk voor het opzetten van alle infrastructuur om nieuwe en aangepaste A/R financiering en gerelateerde service deals goed te laten verlopen in de uitvoering.
Ik ben 41 jaar oud, getrouwd en de trotse vader van een dochter en twee zonen. Wij wonen in Breda.
PensioenPraat 30 • november 2006
Websites pensioenfonds worden vernieuwd
Bestuursleden Pensioenfonds
Het bestuur is akkoord gegaan met het voorstel om de huidige intranet site en de internet site van het GE-Pensioenfonds te vervangen door een website van het pensioenfonds waarvan TKP het beheer en onderhoud, inclusief het beheer van de inhoud, op zich neemt. Het bestuur heeft hiertoe besloten nadat TKP eerst de opzet en de lay out van de vernieuwde website nader had toegelicht en daarna een demonstratie had gegeven van de door TKP verzorgde website van TNT.
Olaf Tant - voorzitter Rob Nooren - vice-voorzitter Jan Aerts - secretaris Yvonne den Bakker Debbie Hameetman Anneke Proost William Bontes André Rekveld
Doelstelling van de vernieuwde website is om de communicatie vanuit het pensioenfonds naar de deelnemers te optimaliseren via een meer up to date lay out, een gebruiksvriendelijker keuzemenu en meer uitgebreide en specifiek op de deelnemer afgestemde informatie, hetgeen geheel in lijn is met de nieuwe Pensioenwet. De informatie zoals die thans op de website staat blijft uiteraard beschikbaar op de vernieuwde website. Op de vernieuwde website zijn zoal te vinden: statuten, reglementen, uitleg van de reglementen, procedures, meest gestelde vragen, organisatie van het pensioenfonds, jaarverslagen, Pensioenpraat, beleggingsresultaten, pensioennieuws, mededelingen van het pensioenfonds en pensioeninformatie. De pensioeninformatie op deze nieuwe website zal nauw aansluiten bij het uniforme pensioenoverzicht, waarbij wordt aangesloten bij gebeurtenissen die het pensioen beïnvloeden zoals pensionering, overlijden, arbeidsongeschiktheid en echtscheiding. Het bestuur blijft uiteraard verantwoordelijk voor de inhoud van de website en beslist wat er op de website wordt geplaatst. Dit krijgt vorm via een werkgroep die is gevormd vanuit het bestuur.
de pensioenscenario’s on line kunnen worden berekend. Een afgeschermde omgeving voor bestuursleden gaat ook onderdeel uitmaken van deze nieuwe website. Daarin zullen o.a. de vergaderstukken, de notulen, de besluitenlijst, de actielijst, en naslagwerken zoals de Actuariële Bedrijfs Technische Nota (waarin de organisatorische opzet van het pensioenfonds staat beschreven), de uitvoeringsovereenkomst en de statuten en reglementen, worden opgenomen. De planning is om de website in de loop van het eerste kwartaal 2007 in de lucht te hebben. De pensioenplanner zal eerst beschikbaar zijn op het moment dat de pensioenbrief in 2007 wordt verzonden. De deelnemers zullen op de hoogte gehouden worden over de ontwikkelingen rondom deze nieuwe website.
Directie Sjoerd Hoogterp
Administratief assistent Carla Ligtenberg
Deelnemersraad Pensioenfonds Samenstelling Huib van den Durpel - voorzitter Fons van den Aarsen Gerrit op de Dries Jan van Es Jan Jansen Ed Schlärmann Peter van Tilburg
Sjoerd Hoogterp
Afgeschermde omgeving De website zal bestaan uit een algemeen deel, dat voor iedereen toegankelijk is en een persoonlijk deel dat alleen per deelnemer via een user name en password toegankelijk is. In het algemene deel staat algemene en regelingsspecifieke informatie over de pensioenregeling, zoals hierboven omschreven. Daarnaast krijgen de actieve deelnemers binnen deze website de mogelijkheid om in een afgeschermde omgeving hun individuele pensioensituatie te raadplegen zoals die in de jaarlijkse pensioenopgave staat vermeld. Tevens wordt op deze afgeschermde omgeving aan iedere deelnemer een pensioenplanner ter beschikking gesteld met behulp waarvan verschillen-
PensioenPraat 30 • november 2006
7
Uit voorgaande edities Pensioenpraat
Overzicht van nog actuele artikelen Onderstaand treft u een overzicht aan van eerder in Pensioenpraat gepubliceerde artikelen. De genoemde artikelen zijn nog steeds actueel en ook te raadplegen op de website en intranetsite van het GE Pensioenfonds. ◗ Gesave/Geflex, veranderen en switchen Pensioenpraat 29 ◗ ALM studie voor Pensioenfonds General Electric Pensioenpraat 29 ◗ Meerjarenoverzicht GE Pensioenfonds Pensioenpraat 29 ◗ Constanten per 1-1-2006 Pensioenpraat 29 ◗ Grote veranderingen in 2006 Pensioenpraat extra editie dec. 2005
◗ Wijziging pensioenregeling Pensioenpraat extra editie dec. 2005 ◗ WIA Pensioenpraat Pensioenpraat extra editie dec. 2005 ◗ LevensloopPensioenpraat Pensioenpraat extra editie dec. 2005 ◗ Nieuwe zorgverzekering per 1-1-2006 Pensioenpraat extra editie dec. 2005 ◗ Nieuwe zorgverzekering komt eraan Pensioenpraat 28 ◗ De risico’s van de WIA Pensioenpraat 28 ◗ VUT, pré-pensioen en levensloop Pensioenpraat 27 ◗ Waarom zo weinig interesse voor pensioen? Pensioenpraat 27 ◗ Uitkering van lijfrente uitstellen? Pensioenpraat 26
◗ Pas op naheffing inkomstenbelasting gepensioneerden Pensioenpraat 26 ◗ Verandering van adres, wel of niet doorgeven? Pensioenpraat 26 ◗ Wanneer is er sprake van een partner? Pensioenpraat 26 ◗ Partnertoeslag verdwijnt Pensioenpraat 26 ◗ Wat kan de ombudsman pensioenen voor u betekenen? Pensioenpraat 24 ◗ Klachten- en geschillenregeling Pensioenpraat 24 ◗ Wie zijn partners? Pensioenpraat 24 ◗ Sekseneutrale factoren Pensioenpraat 24
PENSIOENPRAAT KORT
Pensioenfonds digitaal Internetadres GE Pensioenfonds: www.gepensioenfonds.nl Intranet adres GE Pensioenfonds: http://saboz024.eur.gep.ge.com/ gepe_intranet/www/welcome/ pensionfund/welcome.htm
Ombudsman Pensioenen Als u een probleem heeft met uw pensioen kunt u dit voorleggen aan de Ombudsman Pensioenen. Kijk eerst op www.ombudsmanpensioenen.nl Het postadres is: Ombudsman Pensioenen Postbus 93560 2009 AN Den Haag Telefoon (070) 3338965 Fax (070) 3338900
TIP
www.pensioenkijker.nl De website www.pensioenkijker.nl is een onafhankelijke, niet commerciële informatiebron. Er staat een groot aantal organisaties achter. Zij doen dit, omdat ze vinden dat ‘de Nederlander’ meer moet nadenken over zijn pensioen.
! 8
Bewaar de uitgaven van PensioenPraat. Er staat steeds belangrijke informatie in.
PensioenPraat 30 • november 2006