Peer Gynt een project van philharmonie zuidnederland voor de bovenbouw PO
Inhoud
Voorwoord
p. 3
Les 1: Wegdromen
p. 4
Les 2: Rap je droom
p. 6
Les 3: De wereldreis van Peer
p. 8
Bijlage 1
Het symfonieorkest
p. 10
Bijlage 2
philharmonie zuidnederland
p. 12
2
Voorwoord Voor u ligt het lesmateriaal bij de schoolconcerten Peer Gynt door de philharmonie zuidnederland in samenwerking met acteur René Groothof en kunstenaar Rogier Willems. De voorstelling vertelt het verhaal van Peer Gynt, naar het originele toneelstuk van Henrik Ibsen en muziek van Edvard Grieg. Dit lesmateriaal dient de leerlingen voor te bereiden op dit concertbezoek. Ze krijgen achtergrondinformatie over het symfonieorkest, het verhaal en de centrale thema’s in de voorstelling. Tevens nemen ze kennis van een aantal afspraken die gelden bij een concertbezoek. Het lesmateriaal is opgezet in drie lessen. Binnen deze lessen krijgt de docent mogelijkheden om eigen keuzes te maken. Tevens zijn er voldoende mogelijkheden om de voorbereiding uit te breiden. Naast deze lesbrief is er ook een website ontwikkeld, waarop alle geluids- en beeldfragmenten te vinden zijn waarnaar in deze lesbrief wordt verwezen. In het lesmateriaal is getracht zo veel mogelijk rekening te houden met de didactische mogelijkheden. Er wordt gebruik gemaakt van digitale leermiddelen, er zijn mogelijkheden om coöperatieve werkvormen toe te passen. Dit naar inzicht van de leerkracht. Tevens wordt er in les 1 verwezen naar lesmateriaal ‘Repetitiebezoek’. Ook dit lesmateriaal is recentelijk ontwikkeld en staat elke leerkracht vrij om te gebruiken. Wij zouden het zeer op prijs stellen om feedback te krijgen op ons lesmateriaal, aangezien wij steeds willen streven naar beter lesmateriaal. Tips zijn daarbij altijd welkom. Tot slot wil ik u als docent graag wijzen op het volgende. Een belangrijk thema in de voorstelling is de dood. Deze komt in de verhaallijn, in de uitbeelding en in de illustraties een aantal keren naar voren. Wanneer dit thema door omstandigheden in Uw klas recentelijk actueel is geworden, is het wellicht wijsheid om hier kort, naar eigen inzicht aandacht aan te besteden. In het lesmateriaal komt dit niet specifiek aan bod. Rest ons u en de leerlingen veel plezier te wensen bij de voorbereidingen en het concertbezoek.
Hartelijke groet,
Patrick Letterle Medewerker educatie philharmonie zuidnederland
3
Les 1: Wegdromen Doelstelling: -
Leerlingen komen in aanraking met het klankbeeld van een symfonieorkest. Leerlingen raken vertrouwd met het thema dromen Leerlingen maken kennis met de personage ‘Peer Gynt’
Lesonderdelen: Inleiding: Er zijn vier muziekfragmenten en vier illustraties te zien van muziekgroepen te zien op de openingspagina. De leerlingen krijgen de opdracht om de vier fragmenten (vier verschillende bewerkingen van “In the hall of the mountain king”) te ordenen. We sluiten af met de conclusie dat het vier keer hetzelfde muziekfragment was, maar steeds een andere klankkleur had. Het project draait om de originele versie van dit werk en dat wordt gespeeld door een symfonieorkest. Benodigdheden: Fragment 1-1 (Bigband) Fragment 1-2 (Gitaar) Fragment 1-3 (Symfonieorkest) Fragment 1-4 (Dance) Bij elk fragment een afbeelding/pictogram van de bezetting (bigband, gitaar, symfonieorkest, dance) Kern: In een leergesprek benoemen we kenmerken van een symfonieorkest. Ophalen van reeds aanwezige kennis. Daarbij denken aan aspecten als instrumenten, gecomponeerde muziek, vaak muziek van vroeger, componisten, dirigent. We gaan nog een keer luisteren naar muziekfragmenten, gespeeld door een symfonieorkest. Die muziek kan soms een verhaal vertellen, maar kan ook een sfeer weergeven. De componist had een beeld voor ogen, maar jij mag daar je eigen beeld bij maken. Je eigen gevoel. Dat maakt klassieke muziek vaak heel mooi. Bedenk bij elk muziekfragment 3 tot 5 woorden die jij erbij vindt passen. Dit mogen dingen zijn, plaatsen, gevoelens, kleuren, dieren. Maar het mogen ook bijvoeglijke naamwoorden zijn zoals groots, spannend, liefelijk,… Schrijf deze woorden op, op het antwoordformulier 1. Benodigdheden: Leerlingblad les 1 (mogelijkheid om bij elk fragment 3 tot 5 woorden te noteren) Fragment 1-5 (Copland – Coral Nocturne) 4
Fragment 1-6 (Moussorgsky – The Gnome) Fragment 1-7 (Rimsky-Korsakov – Capriccio Espagnol)
Kern 2: De muziek nodigt ons uit om te fantaseren, te dromen. Want in je fantasie of droom is alles mogelijk. Waar droom jij van? Welk beroep zou je willen doen? Welke vervolgschool zou je dan naar toe willen? De hoofdrolspeler in het verhaal in de voorstelling waar we naar toe gaan, heet Peer Gynt. Peer is ook een dromer. Een dagdromer, want hij wil graag koning worden, alhoewel hij een arme sloeber is. Hij is een toekomstdromer, omdat hij graag wil trouwen met een prachtige vrouw en wonen in een mooi, groot huis. Maar hij heeft ook nachtmerries, waarin hij achtervolgt wordt door trollen in donkere, koude grotten. Afsluiting: We gaan binnenkort dus naar een concert van een symfonieorkest. Alle musici hebben gestudeerd om zo goed op hun instrumenten te spelen. Zij hebben daar hun beroep van gemaakt. Maar dat wil niet zeggen dat ze het gemakkelijk hebben. Elke week moeten ze nieuwe muziek instuderen, dat heet repeteren. Dat doen ze eerst thuis en daarna op een repetitie samen. En als alles goed geoefend is, dan geven ze een concert waar ook publiek bij mag zijn. Om een idee te krijgen hoe dit in zijn werk gaat, hebben we een filmpje gemaakt waarop te zien is hoe musici zich voorbereiden op een concert. Kijk ter afsluiting van de les naar het filmpje en bespreek het kort na afloop. Benodigdheden: http://www.youtube.com/watch?v=Jjg8QW040Ok (filmpje: ‘Geboorte van een concert’) Verrijkingsmateriaal: Als je meer zou willen weten over de instrumenten en het symfonieorkest, heeft de philharmonie zuidnederland een andere website ontwikkeld. Hierbij kunnen de leerlingen spelenderwijs meer te weten komen over de instrumenten aan de hand van leuke spelletjes. Deze site is zowel klassikaal in te zetten, of individueel of tweetallen aan een pc. Benodigdheden: Link naar de website “Repetitiebezoek 7/8/VO”
5
Les 2: Rap je droom Doelstelling: -
Leerlingen ervaren ritme door een muzikale zin te klappen op verschillende geluidssterktes. Leerlingen maken een eigen rap. Leerlingen raken vertrouwd met het metrum, rijm en klemtoon. Leerlingen herkennen instrumenten aan de hand van klank en houding.
Lesonderdelen: Inleiding: In de eerste les hebben de kinderen enkele versies gehoord van eenzelfde melodie. Deze muzikale zin gaan we naklappen. Elke noot staat voor een klap. Leer de leerlingen de twee regels apart aan. Eerst de eerste zin een aantal keren en daarna de tweede zin. Daarna pas het geheel. Laat de leerlingen ook oefen met zacht klappen, hard klappen. Of laat een leerling met zijn armen aangeven of het hard of zacht moet zijn, hij/zij is dan de dirigent. Hij/zij kan dan ook het geklap geleidelijk sterker laten worden, in de muziek noemen we dat crescendo (kree-sjen-doo) of net zachter (decrescendo = dee-kree-sjen-doo). Benodigdheden: Leerlingblad Les 2 Afbeelding met het notenbeeld van “In the Hall of the Mountain King” Fragment 2-1 Kern: Vandaag gaan we aan de hand van de woorden die we vorige les op hadden geschreven bij de muziekfragmenten een tekst maken die past op een vast ritme. Leerlingen gaan in groepjes (2-4 leerlingen) bij elkaar zitten en bekijken elkaars woorden. Ze kiezen een muziekfragment uit de eerste les uit. Ze nemen dan de gekozen woorden om er een zit op te maken op het ritme van de zin uit de inleiding. Tekst op een ritme, maar zonder melodie noemen we een rap. Na een poosje bedenken en uitproberen, mogen de leerlingen hun rap nu uitvoeren. Dat mag individueel, maar het is nog leuker om dit als groepje samen te doen. Eén van het groepje krijgt de taak om af te tellen. De klas mag elk optreden bespreken. Uitgangspunt is dan natuurlijk de tekst zelf, of deze mooi in het ritme past (aantal lettergrepen, klemtoon op de juiste plekken). Er zijn twee eenvoudige verdiepingsopdrachten mogelijk: -
Zing een gekozen zin. Dus je gaat de rap nu op de juiste melodie van het stuk uitvoeren. ‘Kleedt’ je rap aan met de juiste bewegingen. Deze moeten weer passen bij de sfeer van je zinnen. Kan iemand die je rap niet hoort, toch aan je zien welke sfeer het heeft?
6
Benodigdheden: Leerlingblad Les 2 Fragment 2-1 (Grieg – In the Hall of the Mountain King – ritme) Fragment 2-2 (Grieg – In the Hall of the Mountain King – melodie) Afsluiting: We gaan nog één keer terug naar het originele werk van Edvard Grieg. Enkele musici van de philharmonie zuidnederland hebben van dit muziekwerk een leuk filmpje opgenomen. Je hoort ze spelen, je ziet ze spelen, maar… je ziet hun instrumenten niet. Kun je toch raden welke instrumenten zij bespelen door te luisteren naar de muziek en te kijken naar de manier waarop zij hun airinstrument vasthouden? Benodigdheden: http://www.youtube.com/watch?v=usheRVwWADI (filmpje: ‘Playing without instruments’) Verrijkingsmateriaal: Soms kun je gevoelens ook uitdrukken in tekens. Letterlijk in figuren, als in een stripverhaal. Maar ook letters kunnen door vormen al veel duidelijk maken. Hele ronde lettervormen, of juist heel puntig. Letters die op wolken lijken, of opgebouwd uit allemaal kleine puntjes. Je kunt zelfs door de juiste kleur(en) te gebruiken veel duidelijk maken. Heel vrolijke kleuren, of net donker. Kies een woord dat je gekozen hebt in les één, en maak er een kunstzinnige versie van. Laat in je tekenstijl zien, wat de betekenis van het woord is. Je mag dus letten op de vormen van je letters, maar ook naar de kleuren.
VROLIJK Ouderwets Sierlijk 7
Les 3: De wereldreis van Peer Doelstelling: -
Leerlingen herhalen de ingestudeerde raps uit les twee. Leerlingen ervaren dat muziek gekoppeld kan worden aan geografische plekken (landen of gebieden) Leerlingen nemen kennis van de gedragscodes en afspraken rondom het concertbezoek
Lesonderdelen: Inleiding: Aan het begin van de les herhalen we kort nog een aantal raps die de leerlingen bedacht hebben in les twee. De inhoudelijke koppeling aan de dromen van Peer en de eigen dromen van de leerlingen om de thematiek terug te halen. Kern: We hebben in de eerste les al ontdekt dat muziek bepaalde sferen uit kan drukken. Maar soms kun je aan een muziekstuk ook meteen horen waar je bent. Op de website staat een fragment. Laat de leerlingen eerst het fragment horen en laat hen beschrijven wat ze horen. Welke associaties leggen zij bij hetgeen ze horen. Kunnen ze ook horen waar deze muziek vandaan komt? -
De leerlingen horen ‘Halling’. Dit is een Noorse dans. In de muziek van Edvard Grieg voor Peer Gynt laat hij deze dans spelen door een viool en ook door een altviool. In het muziekstuk hoor je een duidelijk dansritme. Het gebruik van een altviool lijkt heel erg que klank op een Noorse viool, de hardangerviool. Een ‘halling’ werd vooral gedanst op bruiloften, door mannen om indruk te maken op de vrouwen. Net als Peer Gynt in het verhaal.
We gaan proberen of we bij nog een aantal muziekstukken kunnen horen waar we ons bevinden. Benodigdheden: Fragment 3-1 (Grieg – Halling) Fragment 3-2 (Grieg – Springar) Fragment 3-3 (Ravel – Ma Mere l’Oye: Laideronnette) Fragment 3-4 (Grofé – Grand Canyon Suite: On the Trail) Fragment 3-5 (Marquez – Danzom no. 2) Leerlingblad Les 3 Verdiepingsopdracht: De leerlingen bedenken op welke wijze ze met behulp van geluiden een plek kunnen uitbeelden. Hiervoor mogen ze materialen gebruiken die in de klas (school) zijn. Het geluidsfragment mag niet 8
langer dan 30 seconden duren. Het is aan de leerkracht om te bepalen hoeveel tijd dit onderdeel in beslag mag nemen. Voorbeelden van locaties zijn: het spookhuis, de keuken, onder water, in de trein. Laat de leerlingen bedenken wat er gebeurt op die plek. Wat is er te zien en te horen. Afsluiting: De leerkracht legt uit dat de leerlingen binnenkort naar een voorstelling gaan. Dit is een concert van een professioneel symfonieorkest; philharmonie zuidnederland. Een verteller, Rene Groothof zal het verhaal van Peer Gynt gaan vertellen, terwijl het orkest muziek speelt die gecomponeerd is door de Noorse componist Edvard Grieg. De voorstelling vindt plaats in een theater of concertzaal. Daar komen ook andere scholen en kinderen. Dus zijn er enkele regels, om er voor te zorgen dat iedereen kan genieten van het concert: 1. Als jullie in het theater aankomen, krijgen jullie een plaats aangewezen waar jullie kunnen gaan zitten. 2. Om te zorgen dat iedereen goed kan luisteren naar de muziek is het tijdens het concert stil. Je mag dus niet kletsen en houd ook de voeten stil. 3. Het is niet de bedoeling om tijdens het concert te gaan lopen. Als je naar het toilet moet gaan, moet je dat dus vooraf doen. 4. In het theater mag niet gegeten en gedronken worden. 5. Als je de voorstelling en de muziek mooi vond, dan mag je dat laten horen door na afloop te klappen.
Als iedereen zich hier aan houdt, wordt het vast een prachtige voorstelling! Veel plezier! Benodigdheden: De bovenstaande regels op de website
9
Bijlage 1 – Het Symfonieorkest Het symfonieorkest bestaat uit verschillende soorten instrumenten: strijkinstrumenten, houtblazers, koperblazers en slagwerk. Dat is dus anders dan bijvoorbeeld een harmonieorkest waarin alleen hout- en koperblazers en slagwerk meespelen. Al die instrumenten uit het symfonieorkest klinken anders omdat op een andere manier de toon op het instrument wordt gemaakt. Zo klinkt een toon die wordt gespeeld op een fluit heel anders dan een toon van dezelfde toonhoogte gespeeld op bijvoorbeeld een viool of een hobo. Behalve een eigen klankkleur heeft een instrument ook een eigen toonbereik. Sommige instrumenten spelen alleen hoge tonen, andere juist lage, weer andere zitten daar tussenin. Toonbereik en toonkleur zijn bepalend geweest voor de ontwikkeling van het orkest. Er was immers behoefte aan zoveel mogelijk kleuren en toonhoogten. Geleidelijk aan kwam in de geschiedenis een combinatie tot stand van drie groepen: strijkinstrumenten, blaasinstrumenten en slaginstrumenten. Deze instrumenten vormden het symfonieorkest. Strijkinstrumenten worden aangestreken met een strijkstok. Door dat strijken worden de snaren in trilling gebracht. Hoe dunner en strakker de snaar en hoe kleiner de klankkast van het instrument, des te hoger de toon. Er bestaat een hele familie van strijkinstrumenten: de viool, de altviool, de cello en de contrabas. De viool klinkt het hoogste, de contrabas klinkt het laagste. Blaasinstrumenten bestaan uit een buis met daarin een luchtkolom. Sommige blaasinstrumenten zijn van hout en andere van koper. De houten blaasinstrumenten zijn de fluit, hobo, klarinet en fagot. De koperen blaasinstrumenten bestaan uit een opgerolde metalen buis die uitloopt in een wijde beker. Met ventielen of verschuifbare buizen kan de luchtkolom korter of langer worden gemaakt, waardoor de toonhoogte verandert. Tot deze groep behoren de hoorn, trompet, trombone en tuba. De laatste groep, de slaginstrumenten, zorgen voornamelijk voor het ritme in de muziek, als ook voor de versterking van andere instrumenten. Onder deze groep nemen de pauken de voornaamste plaats in.
10
Snaarinstrumenten
Viool Altviool Cello Contrabas Houten blaasinstrumenten fluit hobo klarinet fagot
Koperen blaasinstrumenten Hoorn Trompet Trombone Tuba Slaginstrumenten Pauken Kleine trom Grote trom Bekkens
11
Bijlage 2 – philharmonie zuidnederland
Philharmonie zuidnederland bestaat sinds april 2013 en is ontstaan uit een fusie van Het Brabants Orkest en het Limburgs Symfonie Orkest. Door de fusie is het orkest één van de grootste Nederlandse symfonieorkesten geworden. Groots bezette meesterwerken van Strauss, Mahler, Wagner en Stravinsky zijn partituren die het orkest gemakkelijk aankan. Daarnaast kan het orkest waar nodig opgesplitst worden in meerdere kleinere kamerorkesten, niet alleen voor vele klassieke en andere kleiner bezette partituren, maar ook voor educatieve doeleinden. Philharmonie zuidnederland is meteen het orkest met het grootste speelgebied van alle regionale orkesten in Nederland. Naast Brabant en Limburg bedient het orkest ook Zeeland. Door de omvang en deze grote spreiding heeft het orkest vele mogelijkheden om zich uitgebreid in de regio te manifesteren. Vele concerten verbinden het orkest direct met belangwekkende en feestelijke gebeurtenissen in de regio, zoals Liberation Concert Margraten, Musica Sacra, het Internationaal Vocalisten Concours en natuurlijk de Nieuwjaarsconcerten, de Carnavalsconcerten, Opera op de Parade en de krachtige traditie van de Matthäus Passion. Ook de hechte band met Opera Zuid blijft bestaan. Philharmonie zuidnederland zet zich daarnaast uitgebreid in op het gebied van muziekeducatie. Muziek aanbieden aan kinderen, van de jongste tot de middelbare scholieren en verder is daarbij geen taak, maar een roeping. Ook de jongeren en ‘ouderen’ die niet via een educatieprogramma bereikt worden, kunnen rekenen op prikkelende programma’s en vernieuwende concerten die aansluiten bij het leven van vandaag. Het orkest kan werkelijk alles spelen: van de meest intieme klassieke werken tot de groots bezette laatromantische en twintigste-eeuwse composities, van carnavalskrakers tot tophits in dialect, van straatmuziek tot kerkschoonheid. Philharmonie zuidnederland brengt zo de pracht van de complete muziekgeschiedenis binnen handbereik.
12