Pedagogisch werkplan PSZ Ingangsdatum Versiedatum basis Versiedatum vestiging Laatste wijziging Norm Nr. Versienummer Proceseigenaar
: 02-12-2009 : 18-06-2012 : 13-01-2013 : 12-2-2014 : 4.5.1.1 :4 : Beleidsmedewerker pedagogiek
Pedagogisch werkplan Montessori peutergroep “de Kubus”
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................. - 2 1 Visie en missie .............................................................................................................. - 3 2 Zo ziet ons kindercentrum eruit ...................................................................................... - 4 2.1 De stamgroepen ...................................................................................................... - 4 2.2 Indeling gebouw / samenwerkingsverbanden Brede School .................................... - 4 2.3 Vier ogen principe .................................................................................................... - 4 2.4 Ondersteuning pedagogisch medewerkers .............................................................. - 4 3 Identiteit ......................................................................................................................... - 5 4 Pedagogische uitgangspunten ...................................................................................... - 6 Een goede start ............................................................................................................. - 6 Zelfstandigheid .............................................................................................................. - 6 Vrijheid in gebondenheid ............................................................................................... - 7 5 Werkwijze ...................................................................................................................... - 7 Werktijd ......................................................................................................................... - 7 Individuele lessen .......................................................................................................... - 9 Taalontwikkeling .......................................................................................................... - 10 De ontwikkeling van de mathematische geest ............................................................. - 11 Kosmisch onderwijs en opvoeding (KOO) .................................................................... - 12 Eten ............................................................................................................................. - 13 Creativiteit.................................................................................................................... - 13 Spel ............................................................................................................................. - 13 Huishoek...................................................................................................................... - 13 Bouwkleed ................................................................................................................... - 14 Drinken ........................................................................................................................ - 14 Beweging ..................................................................................................................... - 14 Speelgoed van thuis .................................................................................................... - 15 Feestdagen:................................................................................................................. - 15 Verjaardagen: .............................................................................................................. - 15 Voorjaarsfeest: ............................................................................................................ - 15 Schoolfotograaf:........................................................................................................... - 15 6 Ontwikkeling van een peuter ........................................................................................ - 16 Overgang naar de basisschool. ................................................................................... - 16 Informatiemomenten: ................................................................................................... - 16 Oudercommissie .......................................................................................................... - 16 Namen en adressen ........................................................................................................ - 17 -
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 1 - van 18
Locatie: De Kubus
Inleiding Dit is het pedagogisch werkplan van Montessoripeutergroep “de Kubus” welke onderdeel uitmaakt van de Montessoribasisschool te Heerhugowaard. De peutergroep maakt tevens onderdeel uit van Stichting Kinderopvang Heerhugowaard. Het pedagogisch werkplannen is een leidraad voor het pedagogisch handelen op de groep. De vijf pedagogische doelen uit het pedagogisch beleid vormen de basis voor het pedagogisch werkplan. In het algemene pedagogisch beleidsplan worden de volgende pedagogische doelen genoemd: A. bieden van een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving aangepast aan de leeftijd van het kind. B. het stimuleren van kinderen om hun eigen mogelijkheden te ontdekken; C. het stimuleren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van kinderen; D. kinderen handvatten bieden bij het ontwikkelen van zelfvertrouwen, eigenwaard en hebben van respect voor zichzelf en voor anderen. E. het stimuleren van sociaal gedrag. Door de pedagogische doelen na te streven bieden wij kinderen de optimale situatie om te kunnen: ‘Spelen, ontdekken, groeien’ Om tot een goede leidraad voor het pedagogisch handelen te komen worden de vijf doelen afgezet tegen de pedagogische middelen. Dat zijn de ‘mogelijkheden in de uitvoering’ die je in de kinderopvang hebt om de gestelde doelen te bereiken. Deze middelen zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
pedagogisch medewerker - kind interactie, de fysieke omgeving, de groep, het activiteitenaanbod, het spelmateriaal.
De pedagogische werkplannen worden per locatie per opvangvorm opgesteld. De specifieke mogelijkheden en kansen van de locatie worden verwerkt in het werkplan. Het pedagogisch werkplan is een dynamisch stuk dat per locatie wordt geëvalueerd en bijgesteld. De pedagogisch medewerker is individueel en als team verantwoordelijk voor een optimale samenwerking ten gunste van het professioneel pedagogisch handelen t.a.v. de kinderen. Er is ruimte om elkaar aan te vullen en te inspireren. Concrete werkafspraken, dit werkplan, termijn planning en methodisch werken ondersteunen een goede samenwerking waar ruimte is voor individueel creatieve inbreng. De pedagogisch medewerkers leveren zelf de belangrijkste bijdrage aan het pedagogisch klimaat door hun handelen op de groep. Kwaliteitsmanagement systeem Binnen SKH wordt de kwaliteitszorg methodisch en systematisch vormgegeven middels een kwaliteitsmanagement systeem. In dit kwaliteitsmanagement systeem worden alle activiteiten van de SKH in kaart en met elkaar in verband gebracht. De afspraken over verantwoordelijkheden, bevoegdheden en werkwijze zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek. Dit werkplan is een onderdeel van het kwaliteitsmanagement systeem. In het kwaliteitshandboek zijn de overige richtlijnen die mede met dit stuk in verband staan opgenomen. Binnen dit document zal dan ook naar enkele van deze documenten verwezen worden. Handtekening Locatiemanager: Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 2 - van 18
Locatie: De Kubus
1 Visie en missie De peutergroep werkt volgens de methode van Dr. Maria Montessori. Deze methode heeft twee belangrijke uitgangspunten: - ´ieder kind is een individu met een eigen aanleg, een eigen karakter en een eigen sociale achtergrond´; - ´zelf doen, zelf ontdekken en zelf ervaren vormen de basis voor het ontwikkelen van zelfstandigheid, zelfvertrouwen en het zelf leren dragen van verantwoordelijkheid´. Maria Montessori bood de kinderen vrijheid in gebondenheid. Zelf leren kiezen en verantwoordelijkheid dragen, ontwikkelen bij het kind een gevoel van onafhankelijkheid, eigenwaarde en zelfvertrouwen. Montessori was ervan overtuigd dat kinderen zichzelf het best ontwikkelen in een ordelijke voorbereide omgeving, begeleid door adequaat opgeleide begeleiders in een groep met een verticale leeftijdsstructuur. In de lijn van de uitgangspunten van Montessori en aangepast aan de hedendaagse ontwikkelingen zijn gelijkwaardigheid en wederzijds respect belangrijke waarden in het omgaan met elkaar van leid(st)ers kinderen en andere volwassenen, waaronder de ouders. Uitgangspunt is, actief te zoeken naar het potentieel van kinderen en voor elk kind individueel, maximale ontwikkeling te stimuleren. Daarbij wordt uitgegaan van de ontwikkelingsfase waarin elk kind zich individueel op een bepaald moment bevindt. Voorwaarde is dat kinderen op hun eigen manier leren aan de hand van gevarieerde situaties en begeleid door de leidsters en ouders. Dat veronderstelt ook dat ouders en leidsters niet alleen regelmatig contact hebben over de ontwikkeling van individuele kinderen, maar ook over het functioneren van groepen kinderen en de school als geheel. Dat stelt bijzondere eisen aan de betrokkenheid tussen ouders en de peutergroep, die tot uitdrukking komt in individuele contacten, maar ook in contacten tussen en inzet van ouders, leidsters en kinderen binnen en buiten de eigen groep. Missie De peutergroep wil een veilige, stimulerende, uitdagende omgeving bieden die is aangepast aan de leeftijd van het kind. Zij wil kinderen stimuleren hun eigen mogelijkheden te ontdekken. Zo kan het kind zich ontwikkelen tot een zelfstandige persoonlijkheid die verantwoordelijkheid kan en wil dragen voor zichzelf, zijn omgeving en de samenleving waarvan hij of zij deel uitmaakt. Dit houdt in dat de peutergroep het kind niet alleen in staat moet stellen zich persoonlijk verder te ontwikkelen, maar zij het kind ook de daarvoor noodzakelijke kennis en vaardigheden leert eigen te maken. Voor onze peutergroep is het gedachtegoed van Montessori daarbij een leidraad.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 3 - van 18
Locatie: De Kubus
2 Zo ziet ons kindercentrum eruit 2.1 De stamgroepen1 De peutergroep wordt in principe bezocht door kinderen van 2½ tot 4 jaar. Hierop kan een uitzondering gemaakt worden. Indien een kind de mentale en sociale mogelijkheden heeft om zelfstandig de groep te kunnen bezoeken dan kan in overleg met de leidster en de stichting een kind geplaatst worden vanaf de leeftijd van 2 jaar 3 maanden. Er zijn twee stamgroepen, te weten; de maandag-donderdag- en de dinsdag-vrijdaggroep. Iedere stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. Op deze groep zijn altijd twee leidsters aanwezig. Op de woensdagochtend komen kinderen die een extra ochtend de peutergroep bezoeken. Deze groep bestaat uit maximaal 8 kinderen. Op deze groep is één leidster aanwezig. De leidsters zijn allen gediplomeerde medewerkers. Daarnaast hebben zij allen een opleiding gevolgd tot Montessori peuterleidster. Bij ziekte/afwezigheid van één van de leidsters, wordt de inval verzorgd vanuit de SKH. De kinderen komen twee, drie, vier of vijf ochtenden per week van kwart voor negen tot kwart voor twaalf. 2.2 Indeling gebouw / samenwerkingsverbanden Brede School Vanaf de start van de Montessorischool “Heerhugowaard” in 1978, zijn vanuit ouders en bestuur initiatieven geweest om aan de school een peutergroep te verbinden. In 1994 zijn deze plannen uiteindelijke verwezenlijkt en startten de eerste 2 groepen, waarmee een doorgaande lijn van 2½ tot en met 12 jaar Montessori-onderwijs gestalte kreeg. Omdat de peutergroep bij de Montessorischool in hetzelfde gebouw zit, maken de peuters kennis met de Montessori methode. De Montessorischool Heerhugowaard is een kleine school waarbij iedereen elkaar kent. Kinderen verdwijnen niet in een anonieme massa. Een kleine school vergroot de saamhorigheid. Hierdoor is het bijbrengen van respect voor elkaar en de omgeving eenvoudiger te realiseren. Ook zijn er regelmatig projecten waarbij de verschillende bouwen met elkaar activiteiten ondernemen en de leerlingen allemaal met elkaar in contact komen. Denk hierbij aan het Sinterklaasfeest, opening kinderboekenweek, koningsspelen en andere festiviteiten waaraan de hele school deelneemt. Daarnaast treffen peuters en onderbouw elkaar regelmatig tijdens de werkperiode. Peuters die er aan toe zijn en willen, kijken, onder begeleiding van de leidster, bij de onderbouw en kleuters komen werken bij de peuters. Voor de peuters is dat ideaal. Het inspireert ze en geeft ze zicht op de toekomst. Een toekomst vol ontdekkingen. 2.3 Vier ogen principe Op de peutergroep staan vier ochtenden twee pedagogisch medewerkers op de groep. De Kubus werkt verder transparant door: - In de deur en de zijkant van de klas glas zit waardoor er zicht is op de groep. - Er zit ook een basisschool in het pand en lopen dus met grote regelmaat mensen langs, binnen. - SKH is nauwkeurig in het volgen van de regels omtrent leidster-kind ratio. - Op de woensdag is er één pedagogisch medewerker maar zijn er altijd collega's op school aanwezig in het pand. Of wordt een inval kracht geregeld in geval de school dicht is.1 2.4 Ondersteuning pedagogisch medewerkers De pedagogisch medewerkers worden ondersteund in de uitvoering door de locatiemanager en middels vast overleg structuur2. Op verzoek kan de beleidsmedewerker pedagogiek om advies of ondersteuning worden gevraagd. Indien pedagogische ondersteuning noodzakelijk is zal dit in de vorm van observeren en coachen door de locatiemanager of de kwaliteit medewerker pedagogiek gebeuren. 1
Zie P4.11 voor de procedure Achterwacht.
2
P 4.21 Structurele feedback.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 4 - van 18
Locatie: De Kubus
De procedure signaleren opvallend gedrag wordt gevolgd bij zorg om kinderen in hun ontwikkeling en gedrag. Hierin is o.a. beschreven hoe ouders eventueel doorverwezen worden naar passende instanties die ondersteuning kunnen bieden. Bij de Kubus kan een stagiaire aanwezig.
3 Identiteit De identiteit van peutergroep “De Kubus” moet worden gezocht in de wijze waarop wij met kinderen, met ouders en met elkaar werken. Hierbij komen nadrukkelijk de volgende zaken naar voren: - Help mij het zelf te doen: Wij stellen het kind centraal. Dat wil zeggen; het kind is het actieve middelpunt en niet de leid(st)er of de leerstof. Voorop staat daarbij het vertrouwen in de eigen ontwikkelingskrachten die in het kind aanwezig zijn. Door systematische observatie kan de leidster het kind de weg leren verkennen, die hij als het ware zelf aangeeft en hem daardoor behulpzaam zijn in zijn ontwikkeling: “Help mij het zelf te doen”. Wij willen het maximale uit elk kind halen. - Passie: Wij werken vanuit enthousiasme en bezieling. De drijfveer van onze werkzaamheden is ‘hart voor de peutergroep en de basisschool’ , waarbij gezamenlijk werkplezier de basis vormt voor ons handelen. - Samenwerking: Voor een optimale ontplooiing van het kind is het heel belangrijk dat er één lijn wordt gevolgd door de volwassenen. De leidsters hebben veelvuldig contact met ouders, verzorgers en collega’s van de basisschool.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 5 - van 18
Locatie: De Kubus
4 Pedagogische uitgangspunten Twee van de belangrijkste pedagogische doelstellingen zijn : 1. Het creëren van een sfeer van veiligheid en geborgenheid die ieder kind uitnodigt tot zelfstandig experimenteren. Een veilige omgeving zorgt ervoor dat een kind van alles kan en van alles durft (zich ontwikkelt). 2. Het begeleiden en stimuleren van de totale ontwikkeling van het kind: o Motorisch o Zintuiglijk o Cognitief o Emotioneel o Affectief o Sociaal o Moreel o Esthetisch Wij werken op basis van de ideeën van Maria Montessori. Zij was een Italiaanse arts die zich haar leven lang heeft ingezet voor wat zij noemde 'de rechten van het kind'. Ze bedoelde daarmee, dat het kind recht heeft op onderwijs en opvoeding, gericht op een volledige en vrije ontplooiing. Zo krijgt het kind de kans een gelukkig mens te worden en kan het zijn wie het werkelijk is. De kernpunten van onze visie zijn: Een goede start Maria Montessori was er diep van overtuigd dat de eerste levensjaren van een kind van het grootste belang zijn. Als we worden geboren zijn we nog lang niet 'af'. Vanaf het moment van de geboorte heeft het kind nog een lange weg van ontwikkeling te gaan, vooral in geestelijk opzicht. Ieder kind heeft de drang in zich om zichzelf te ontwikkelen, maar ieder kind doet het in zijn eigen tempo en op zijn eigen manier, afhankelijk van aanleg en temperamant. Wij realiseren ontwikkelingsmogelijkheden voor heel jonge kinderen in de Montessoripeutergroep waar kinderen vanaf 2 ½ jaar twee, drie, vier of vijf dagdelen per week welkom zijn. Zelfstandigheid Montessori was van mening dat aan al deze energie een onbewuste doelgerichtheid ten grondslag ligt: het kind wil groot worden. De slogan 'Help mij het zelf te doen' bevat dan ook de kern van het Montessorionderwijs en de Montessoriopvoeding. Het kind heeft daarbij de begeleiding nodig van de volwassenen in zijn omgeving. Op zowel de peutergroep als binnen de school spreken wij bewust van leid(st)ers die de kinderen begeleiden. Wij spreken niet van leerkrachten omdat de 'leer-kracht' in het kind zelf zit.
De kinderen vinden in de omgeving materialen en activiteiten die passen bij hun ontwikkeling en belangstelling. Hierdoor is de kans groot dat kinderen hun aangeboren nieuwsgierigheid behouden en verder ontwikkelen. Het kind kan de omgeving zelf ook vormgeven en draagt er mede verantwoordelijkheid voor.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 6 - van 18
Locatie: De Kubus
Vrijheid in gebondenheid In onze peutergroep zijn kinderen vrij in de keuze van de duur, de cyclus en het tempo van hun werk. Zo kiest elk kind zijn eigen leerweg. Daarbij is ´vrijheid in gebondenheid´ het uitgangspunt: Dat betekent dat “mijn vrijheid ophoudt waar die van een ander in het geding komt”. Daarmee wordt recht gedaan aan het respect voor het kind zelf én dat van de ander.
5 Werkwijze
Brengen en halen3. Als de kinderen binnenkomen, krijgen zij bij de deur een handje van één van de leidsters. Op hun tafeltje staat hun eigen plantje. Deze mogen zij na binnenkomst water geven en daarna op de vensterbank zetten. Op het kinderaanrecht staan gieters, liggen doekjes en dweiltjes zodat het kind zelfstandig kan zorg dragen voor zijn omgeving. Vervolgens vouwen zij het kleedje op en ruimen deze op in het daartoe bestemde mandje. Dan is het de bedoeling dat het kind zelf een werkje uit de kast pakken en samen met de volwassene door wie het naar de peutergroep is gebracht, een begin maakt met de gekozen activiteit om daarna rustig en bewust afscheid te nemen. Afscheid nemen is voor sommige kinderen erg moeilijk. Dat de volwassene op een later tijdstip weer terugkomt, is voor jonge kinderen niet altijd te begrijpen. Duidelijkheid is daarom bij het nemen van afscheid voor een peuter van wezenlijk belang, anders kan een kind zich in de steek gelaten voelen. De leidster zal het kind dat moeite heeft met afscheid nemen, opvangen. Ze begeleidt het kind bij het zwaaien en biedt troost. Er wordt begrip getoond voor het verdriet en daarnaast zal de leidster het kind begeleiden naar een activiteit welke het kind vertrouwen geeft, zodat het zich veilig kan voelen op de groep. Werktijd Nadat ouders afscheid hebben genomen, is het tijd om te gaan “werken”. Er wordt zelfstandig en individueel “gewerkt” door de kinderen. Dat wil niet zeggen dat een kind niet mag spelen. Spelen is een serieuze ontwikkelingsactiviteit. Uit respect voor die ontwikkeling noemen wij het “werken”. Elke activiteit (ramen wassen, kleien, bellen blazen, bouwen enz.) heet een “werkje”. Wij gaan uit van respect voor het kind en vertrouwen in zijn ontwikkeling. Kinderen krijgen vrijheid van werkkeuze. Deze vrije keuze stimuleren we door een voorbereide omgeving, waar alles zichtbaar en herkenbaar voor het kind te vinden is. Kinderen ontwikkelen zich in wisselwerking met hun omgeving. Ze absorberen alles wat in die omgeving aanwezig is en ze reageren daarop. De materialen in het lokaal sluiten aan bij de ontwikkelingsfase waarin peuters zich bevinden en zijn zo opgesteld dat zij hen aanzetten tot activiteit. De leidsters zorgen dat de kinderen de kans krijgen geconcentreerd bezig te zijn. Een aangename, rustige en esthetisch verzorgde omgeving zal het kind mede aanzetten tot geconcentreerd werk. De leidsters houden hier rekening mee bij het inrichten van het lokaal. “Vrij spel” zoals spelen met grote bouwmaterialen, auto’s, trein of huishoek vindt plaats in de hal. Hier is bewust voor gekozen om de rust in de klas te kunnen waarborgen. De deur van het lokaal blijft geopend en leidsters nemen de hal mee in hun ronden die ze door de klas maken tijdens de werkperiode. Tijdens deze ronden hebben de leidsters een observerende houding, bieden hulp waar nodig, geven lesjes en sturen indien nodig aan.
3
Voor de wenperiode wordt P1.3.a Wenperiode aangehouden.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 7 - van 18
Locatie: De Kubus
Jonge kinderen hebben grote behoefte aan beweging. Beweging ontwikkelt hun coördinatie en hun intelligentie. Zowel binnen als buiten het lokaal krijgen de kinderen gelegenheid tot bewegen. Hiermee is bij de inrichting van de ruimte rekening gehouden. In de peutergroep heeft het kind de keuze tussen werken aan een (eigen) tafeltje, of op een kleedje op de grond. Hiervoor is ruimte vrij gelaten, evenals voor het doen van groepsactiviteiten. Kinderen kunnen individueel werken of met een ander kind, maar alleen als beide daarin geïnteresseerd zijn en zolang zij niet storend zijn voor hun omgeving. De klassikale omgeving nodigt uit tot zelfstandigheid. Onze klas is ingericht met open, lage kasten en bovendien aangepast aan de grootte en de kracht van de peuter. De kinderen leren zelf te doen wat ze zelf kunnen. Het kind kan alles wat het nodig heeft, zelf pakken en ook weer terugzetten. Hierdoor gaan de kinderen zich verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. Een kind leert zelf te bepalen wanneer en hoe lang ze met bepaalde werkjes bezig zijn. Uiteraard bewaakt de leidster dit proces en zorgt ervoor dat alle ontwikkelingsgebieden op voldoende en evenredige wijze aan bod komen. Het speciaal ontwikkelde Montessorimateriaal speelt daarin een belangrijke rol. Vanuit de verschillende individuele activiteiten, die gezamenlijk in dezelfde omgeving plaats vinden, groeit een sfeer van tolerantie, acceptatie, veiligheid en vertrouwen. Aan deze voorwaarden wordt door het team voortdurend gewerkt. De werkperiode duurt tot 10.45. De kinderen kunnen tijdens de werkperiode kiezen uit de volgende activiteiten: - werken met (Montessori)materiaal - werken met grote bouwmaterialen, de trein of de garage (in de hal) - werken in de huishoek (in de hal) - tekenen op het krijtbord - verven - knutselen - kleien - lezen in de leeshoek - met water werken aan het aanrecht - eten Ook zijn er oudere peuters die gaan “snuffelen aan hun toekomst” en samen met een leidster een “werkje” gaan kiezen bij de onderbouw. Zij bezoeken dan samen de toekomstige kleutergroep en het kind kan proeven aan de sfeer in de klas. Ook kan het kennismaken met de kinderen, de juf en de aangeboden materialen die zich daar bevinden. Ze treffen vriendjes die de peutergroep al eerder verlaten hebben, zien nieuwe gezichten en ontdekken nieuwe materialen. De peuter kiest vervolgens een “werkje” en neemt dit mee naar de eigen groep. Zoals eerder genoemd is in de klas Montessori ontwikkelingsmateriaal aanwezig en door de leidster gemaakte werkjes. Het materiaal is met een speciaal doel ontwikkeld: o Het sluit aan bij de innerlijke ontwikkelingsbehoefte van het kind o De activiteit is geïsoleerd, andere aspecten zijn uitgesloten o Het is functioneel in vorm, kleur en materiaal o De controle van de fout is ingebouwd o Het is gericht op zelfstandig functioneren
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 8 - van 18
Locatie: De Kubus
Het materiaal sluit aan bij de peuterfase en kan onderverdeeld worden in: o Motorisch zintuiglijk materiaal o Huishoudelijk materiaal o Sorterend materiaal o Kosmisch materiaal o Spelmateriaal o Muzisch creatief materiaal o Constructie materiaal Maria Montessori beschreef in haar boeken dat het materiaal er aantrekkelijk moet uitzien: “De stem der dingen moet spreken om de kinderen aan te trekken om ermee te werken”. De specifieke werkwijze van het Montessorimateriaal staat beschreven in het Montessorimateriaal-boek. De leidsters kennen dit en kennen de diverse gebruiksmogelijkheden van de materialen. Individuele lessen Om het materiaal aan te bieden geven de leidsters tijdens de werkperiode individuele lessen. Deze lesjes zijn vaak zo kort dat je nauwelijks door hebt dat het een les is. Er wordt weinig tijdens het lesje gesproken en soms zelfs helemaal niet. Individuele lessen zijn opgebouwd uit meerdere fasen. De eerste fase In de eerste fase van een individuele les gaat het kind het materiaal verkennen. Het kind moet weten hoe je met het materiaal omgaat en het lesje moet kort zijn. De leidster laat zien hoe het materiaal gebruikt wordt. Het is niet altijd nodig om hier woorden bij te gebruiken. Het gaat om de handeling. De woorden die gebruikt worden moeten eenvoudig zijn. De leidster houdt zich op de achtergrond, het gaat om het werk, niet om haar. Zij maakt het werk voor het kind boeiend en interessant. Alle aandacht gaat naar het materiaal. Daarom is het ook belangrijk dat het tafeltje van het kind leeg is en er geen dingen zijn die het kind kunnen afleiden. Als het kind veel met het materiaal heeft geoefend volgt de tweede fase. Tweede fase In de tweede fase komt de leidster tussen het materiaal en het kind. Zij helpt het kind om een vastere vorm te geven aan begrippen. Dit doet zij met behulp van een namenlesje. Het namenlesje bestaat uit drie trappen. Eerste trap Associatie van de zintuiglijke waarneming met de naam. Tweede trap De herkenning van het voorwerp door de overeenkomstige naam. Zij probeert zoveel mogelijk variaties in het lesje te brengen. Ook het tempo en haar intonatie kan ze veranderen. Voor de leidster door gaat naar de derde trap moet het kind zonder aarzeling het juiste voorwerp aangeven. Derde trap Het onthouden van de naam door de overeenkomstige naam De leid(st)er zet de twee kubussen naast elkaar en vraagt de namen en laat deze enige malen herhalen.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 9 - van 18
Locatie: De Kubus
Als de lesjes goed aangeboden worden, is het net een spel. Het kind leert op die manier allerlei begrippen:
Afmetingen Hoog, laag, dik, dun, groot, klein, lang, kort, breed, smal, diep, ondiep. Vergrotende en overtreffende trap bij alle onderstaande eigenschappen. Vormen Rond, hoekig, plat, vierkant, cirkel, driehoek, rechthoek, namen van de geometrische lichamen en -figuren, diverse driehoeken Kleuren Rood, geel, blauw, groen, oranje, paars, bruin, grijs, roze, wit, zwart, etc. Nuances: Licht, donker, helder. Gewicht Zwaar, licht. Grondstof / materiaal Steen, hout, stof/textiel, metaal, ijzer, plastic, glas, zand, aarde, etc. Katoen, wol, zijde, linnen, leer, bont, suède, jute, nylon etc. Oppervlakte Ruw, glad, zacht, hard, grof, fijn, geribbeld, gelust, geknoopt, hoogpolig etc. Klanken Hard, zacht, (sterk, zwak,) hoog, laag, (namen van de tonen van de bellen) Ingrediënten Bonen, erwten, rijst, maïs, zout, suiker, koffie, thee, cacao etc. Alle namen van voorwerpen, gereedschappen, materialen en bezigheden in de klas Bakje, schaaltje, dienblad, doos, bus, pot, kom, kan, fles, schep, lepel, zeef, tang, schaar, pincet etc. Ceintuur, gesp, clip, sluiting, sleutel, slot, knip, schuif, haak, luik, bout, moer etc. Delen van het eigen lichaam Lijf, romp, hoofd, ledematen, been, arm, hand, vingers, duim etc. elleboog, schouder, voet, knie, dij, hiel, teen, enkel, buik, rug, billen, mond, tanden, tong, lippen etc. Biologische namen Delen van planten en bomen: blad, steel, stengel, stam, tak, bloem, stuifmeel, wortels etc. Onderdelen van dieren: poten, vleugels, snavel, bek, veren, vinnen, schubben, vacht, nest, eieren, broeden etc. Aardrijkskundige namen Land, water, strand, zee, duinen, bos, rivier, kanaal, meer, eiland, dorp, stad, straat, weg etc. Alle werkwoorden die horen bij de bezigheden die de kinderen verrichten Dragen, openen, sluiten, oppakken, neerleggen, plaatsen, scheppen, roeren, knippen, wrijven, stoffen, vegen, dweilen etc. Slikken, likken, zuigen, spugen, stappen, stampen, huppelen, kruipen, knielen, zitten, hangen, rekken etc.
Het is belangrijk dat het kind leert om zijn geest zo te organiseren dat het steeds meer kan en wil leren. Als kinderen hun kennis goed kunnen verwerken, hebben ze belangstelling voor meer kennis. Door kinderen van jongs af systematisch de kennis geordend aan te bieden, gaan ze niet alleen scherper waarnemen, maar verwerven ze geordende en heldere indrukken van hun omgeving. Hierdoor krijgt een kind vertrouwen in zijn eigen kunnen. Taalontwikkeling Kleine kinderen zijn zeer gevoelig voor taal en absorberen alles als een spons. Taal is een onmisbare vaardigheid bij het opdoen van kennis en het deelnemen aan het sociale leven. Het kind leert taal op ieder moment van de dag bij alles wat hij of zij doet.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 10 - van 18
Locatie: De Kubus
De goed voorbereide omgeving in onze peutergroep zorgt voor heel veel taal voor kinderen. Boeken over mensen, dieren en planten; puzzels van de pop naar de vlinder of van het ei naar de kikker; werkjes met dieren en dinosaurussen; een compleet poppenhuis met alles erop en eraan; echte planten in de klas; dingen om te voelen, ruiken, proeven, horen en zien. Naast alle gesprekken die de kinderen met de leidsters en met elkaar voeren tijdens het werken of tijdens kringgesprekken, bevatten de Montessorimaterialen een taalcomponent die het kind aangeboden krijgt in de vorm van namenlesjes. De ontwikkeling van de mathematische geest Jonge kinderen ontwikkelen zich door te handelen. Voor het onderzoeken gebruikt het kind materialen waarmee het kan experimenteren. Het zintuiglijk materiaal bevat geïsoleerde eigenschappen zoals: vorm, hoeveelheid, verhoudingen, verandering en afstand. In de peutergroep zie je dit ook terug in de geometrische lichamen, de rode stokken of in de verhoudingen van de cilinderblokken. Het kind kan de vereiste intellectuele vaardigheden verwerven door bezig te zijn met de oefeningen uit het dagelijkse leven en het zintuiglijke materiaal. Door middel van het bonen gieten met twee kannetjes tot het meer complexe vegen van de vloer met stoffer en blik, verwerft het kind diepgaande lichamelijke ervaring met drie wiskundige basis vaardigheden: precisie, berekening en herhaling. Door middel van het werken met het zintuiglijke materiaal verwerft het kind verdere basis vaardigheden als:
Paren: het zoeken van twee dezelfde. Sorteren: het bij elkaar zoeken van meerdere voorwerpen of afbeeldingen die hetzelfde zijn. Categoriseren: voorwerpen die een eigenschap gemeen hebben bijvoorbeeld voorwerpen die rood zijn. Rubriceren: voorwerpen sorteren die in een bepaalde rubriek thuishoren bijvoorbeeld voorwerpen die je in een keuken vindt. Associëren: bij elkaar brengen van twee of meer zaken die bij elkaar passen bijvoorbeeld tafel En een stoel. Classificeren: sorteren volgens een bepaalde klasse. Reeksen vormen: voorwerpen in een reeks plaatsen bijvoorbeeld van groot naar klein en van dik naar dun.
In de peutergroepen wordt het rekenmateriaal aangeboden. Deze materialen vindt het kind ook terug in de onderbouw van de basisschool. Over het algemeen vindt er in de peutergroepen vooral exploratie plaats. Het kind maakt voor het eerst kennis met de abstractie van hoeveelheidsbegrippen en de daaraan gekoppelde symbolen.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 11 - van 18
Locatie: De Kubus
Rekenstokken; Dit materiaal bestaat uit 10 stokken, verdeeld in rode en blauwe segmenten van 1 tot 10. De stokken lopen op in een reeks van 10 centimeter tot 100 centimeter. Het kind ervaart met zijn lichaam de afmetingsverschillen, sorteert van lang naar kort en experimenteert met afmetingen en reeksen Schuurpapieren cijfers; Dit materiaal bestaat uit een bakje met cijfers van schuurpapier op plankjes. Het kind voelt de cijfers en leert de cijfers herkennen en "schrijven'. Cijfers bij de rekenstokken; Het kind legt cijfers bij de verschillende stokken en leert de relatie tussen het aantal segmenten en het bijbehorende cijfer. Telbak en telstokken; Dit materiaal bestaat uit een telbak met vakjes en daarin de cijfers van 0 tot 9 daarbij horen telstokken, die gebundeld zijn op aantal met een elastiekje. Het kind telt de stokjes en legt ze in de bijbehorende vakjes. Het kind kan ook andere voorwerpen tellen met de telbak. Cijfers en fiches; Dit materiaal bestaat uit een bakje met houten cijfers en fiches. Het kind legt de cijfers op reeks en legt de hoeveelheden fiches bij de cijfers.
Kosmisch onderwijs en opvoeding (KOO) Tijdens haar verblijf in India in 1939 ontwikkelde Maria Montessori haar kosmische visie op mens en wereld, die leidde tot het beschrijven van een plan voor kosmische opvoeding en onderwijs. Maria Montessori ontwikkelde deze visie vanuit haar studie op diverse wetenschappen. Het centrale idee van de kosmische visie is dat de mensheid deel uitmaakt van het grote kosmische plan waarin alles, bewust of onbewust, het grote doel van het leven dient (‘To educate the human potential’). Alles in het universum hangt met elkaar samen. Het plan beantwoordt volgens Montessori aan bepaalde wetmatigheden en evolueert voortdurend. De kosmische taak van de mens is volgens Montessori het handhaven van de wereldorde, het bevorderen van de evolutie en het verder vervolmaken van de kosmos. Dit zou op de volgende wijze vertaald kunnen worden: planten, mensen en dieren vormen samen met de aarde en het heelal één groot geheel, waarbij elk onderdeel van belang is, met elkaar verbonden en in evenwicht. We hebben elkaar dus nodig om te kunnen leven. Mensen nemen binnen dit geheel een bijzondere plaats in omdat we kunnen denken en daardoor ook bewust met elkaar en onze omgeving omgaan. We hebben dus nogal een verantwoordelijkheid te dragen: wij kunnen gedrag kiezen! Daarnaast heeft het kosmisch onderwijs als doel kinderen de onderlinge verbanden te laten zien in situaties die hun verwondering en bewondering opwekken en zo ook hun eigen plek binnen dit geheel leren kennen en op waarde schatten. Het woord ‘kosmos’ betekent in oud-Grieks ‘ordening’ en is een manier om de kosmos te verklaren. Dit betekent dat we een voorbereide omgeving moeten scheppen, waarmee we die ordening zichtbaar kunnen maken of waarbinnen we denkkaders en denkstructuren kunnen aangeven om daar onderzoek naar te doen. Er wordt in de peutergroep veel aandacht besteed aan geïntegreerd natuuronderwijs, d.w.z. er wordt gelet op de samenhang van de diverse leergebieden bij: o Plantje verzorgen o Het weer o De seizoenen o De tuin verzorgen o Natuurkunde, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis (op peuterniveau)
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 12 - van 18
Locatie: De Kubus
Vaak wordt gedacht dat het werken in de Montessori peutergroep alleen een training in zelfredzaamheid, het bevorderen van een cognitief leerproces en het bevorderen van zelfstandigheid is, maar niets is minder waar. De nadruk ligt op het ontwikkelen van een levenshouding. Het belangrijkste aspect van kosmische opvoeding is dan ook het ontwikkelen van een verant-woordelijkheidsgevoel voor zowel jezelf, de ander als de omgeving. Het begint bij het begroeten bij het binnenkomen in de klas, het zorgen voor de plantjes en het elkaar helpen. Eigenlijk is de gehele werkwijze binnen een Montessori klas dus kosmisch te noemen. Eten Elk kind neemt op maandag en dinsdag 1 stuk fruit mee. Dit fruit wordt door de leidsters voorbereid en in de “eetkast” gezet zodat kinderen vervolgens zelfstandig, tijdens de werkperiode, het fruit kunnen verwerken. Met behulp van een appelsnijder kunnen zij zelf blokjes appel maken, een banaan van zijn schil ontdoen en in plakjes snijden, een sinaasappel uitpersen, druiven wassen etc. Op deze manier kunnen zij zelf bepalen wanneer zij behoefte hebben om iets te eten. Kinderen die niet uit zichzelf eten pakken, worden daarin door de leidsters begeleid. Creativiteit Wij willen op de peutergroep een constante mogelijkheid bieden om individueel verschillende creatieve activiteiten te kiezen. De hiervoor benodigde materialen zijn constant beschikbaar (papier en andere gebruiksmaterialen, tekenmaterialen, schaar en andere vervormmaterialen, bevestigingsmaterialen etc.). Wij zien de ontwikkeling van de creativiteit in een groter kader. Naast het leren van technieken en het omgaan met materialen leert het kind onbewust dingen over zich zelf en doet het ervaringen op die onvoorspelbaar zijn. Spel Spel is uitermate belangrijk voor de totaliteit van de ontwikkeling en heeft invloed op de motorische, sociale en cognitieve kwaliteiten. Door spel komt de fantasie tot ontwikkeling. Peuters verkennen in het spelen zichzelf: wat kan ik, wat durf ik. Door te spelen krijgen ze alle kans om hun mogelijkheden uit te breiden en hun grenzen te verleggen. Spelen bevordert voorts de zelfstandigheid. Kinderen nemen zelf initiatieven, maken zelf plannetjes en vinden zelf oplossingen voor problemen. Kinderen spelen met elkaar en reageren op elkaar. Er zijn interacties waarbij taal gebruikt wordt en die het denken stimuleren. Een sociaal aspect is dat kinderen in het rollenspel voortdurend rekening moeten houden met hun rol in relatie tot anderen.
Huishoek De huishoek is de aangewezen plaats voor het vrije rollenspel. Doordat de huishoek zich in ons halletje bevindt, is de plek voor het fantasiespel goed afgescheiden van de rest van de activiteiten, zodat de peuters zonder gestoord te worden en zonder anderen te storen, kunnen spelen. Maria Montessori vond het heel belangrijk dat kinderen zich spontaan kunnen uiten en daarin niet belemmerd worden door de omgeving. Ook voor deze hoek geldt het Montessoriprincipe: zorg voor beperking van het materiaal. De kinderen dragen een ketting als ze in de huishoek spelen waardoor het aantal kinderen in deze hoek duidelijk afgebakend is. De deur van de kamer staat open zodat medewerkers indirect toezicht hebben op de kinderen. Bij de inrichting is er rekening gehouden met de belangstelling en de ontwikkelingsbehoeften van de peuters. Er is gevarieerd en stimulerend materiaal aanwezig, dat er goed verzorgd uitziet en de peuters uitdaagt. Het meubilair is op peuterformaat. Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 13 - van 18
Locatie: De Kubus
Behalve de basiselementen zijn er nog attributen aanwezig, die de peuters ondersteunen en stimuleren bij hun rollenspel. De spullen worden door de kinderen na gebruik weer in de daarvoor bestemde bakken opgeruimd. Bouwkleed Op het bouwkleed kunnen kinderen zich uitleven met blokken, duplo, de houten treinbaan of auto’s. Ook hier is het aanbod beperkt en het aanwezige materiaal wordt per periode afgewisseld. Ook dit bouwkleed bevindt zich om dezelfde reden als bij de huishoek, in het halletje. Drinken Ieder kind heeft van thuis iets te drinken meegenomen. Na de werkperiode (rond 10.45 uur) gaan de kinderen gezamenlijk opruimen. Twee kinderen worden bij toerbeurt door de leidsters aangewezen om de bekers uit de hal op de trolley te verzamelen en naar de klas te brengen. Daarna wordt er groepsgewijs aan tafel gedronken. De kinderen maken na het drinken hun tafel schoon en zetten hun stoeltje in de kring. Kinderen die geen luier meer dragen, gaan allemaal (nog een keer) naar het toilet. Beweging Bij mooi weer gaan we rond 11.05 naar buiten en anders maken we gebruik van de speelzaal van de school waar de kinderen kunnen glijden, springen, klimmen, rennen etc. De kinderen lopen onder begeleiding naar de gymzaal, deze bevindt zich in ons eigen halletje. Wij lopen in een rij en gebruiken daarbij de trein als metafoor en ondersteunen dit met een bijpassend liedje over een trein. Ook doen we regelmatig bewegingsspelletjes met muziek. Peuters bewegen graag en veel. Ze doen dit uit zichzelf omdat ze daar behoefte aan hebben. Gezonde, zich normaal ontwikkelende peuters hoeven niet gestimuleerd worden om te bewegen. Ze moeten echter wel de gelegenheid krijgen om te bewegen. Wij vinden het belangrijk om veel verschillende bewegingssituaties aan te bieden. Dus niet alleen gelegenheid om te rennen en te springen, maar ook om te klimmen, schommelen, glijden, rollen en balanceren. Ook worden en groeps activiteiten gedaan bv. Met de parachute. Bewegen is voor peuters een vorm van spelen. Bovendien houden ze ervan om veel te herhalen. Al spelend en bewegend onderzoeken peuters hun mogelijkheden en verleggen zij hun grenzen. De leidsters helpen het kind hierbij door nieuwe elementen aan een situatie toe te voegen. Ook aan bewegingsliedjes hechten wij grote waarde. Door veel bewegen verbetert de coördinatie. Het kind wordt handig en verwerft zich een goed evenwicht. Hierdoor groeit ook het zelfvertrouwen van het kind. Vooral bij angstige kinderen is het belangrijk dat ze bij het bewegen succeservaringen hebben. Hieruit ontwikkelt zich zelfvertrouwen en in een later stadium plezier in bewegen. Het bewegingsspel is dus een factor bij het tot stand komen van een evenwichtige ontwikkeling en persoonlijkheidsgroei.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 14 - van 18
Locatie: De Kubus
Aan het einde van de ochtend, om 11.30 uur sluiten wij af in de kring. In de groep wordt een spelletje gedaan, een verhaaltje verteld en worden liedjes gezongen. Dan nemen de leidsters bewust afscheid en krijgen de kinderen in de kring een handje van de leidsters. Tekeningen en andere gemaakte kunstwerken worden bewonderd en uitgedeeld. De kinderen blijven op hun stoeltje in de kring zitten totdat de leidster hen roept. Speelgoed van thuis De ervaring heeft geleerd dat kinderen het moeilijk vinden om hun eigen speelgoed, dat ze van huis meenemen, te delen met andere kinderen. Ook kan het stuk gaan of zoek raken. Dat kan veel verdriet veroorzaken. Daarom is het niet de bedoeling dat de kinderen speelgoed meenemen van thuis. Willen ze toch iets laten zien, dan kan dat bij de deur en vervolgens vraagt de leidster het speelgoed in het daarvoor bestemde mandje te plaatsen. Feestdagen: Aan de feestdagen, zoals Sinterklaas, Kerstmis, Pasen en Sint Maarten wordt ruime aandacht be-steed, evenals aan de Kinderboekenweek en Moeder- en Vaderdag. Deze feestdagen worden zowel met de peutergroep als basisschool georganiseerd. Verjaardagen: De eigen verjaardag is een belangrijke gebeurtenis voor een kind. Ook op de peutergroep wordt daar uitgebreid aandacht aan besteed. Om 09.00 uur wordt de verjaardag van het kind in de kring gevierd. Ouders mogen daarbij aanwezig zijn. Kinderen mogen daarbij een kleine, eenvoudige traktatie uitdelen. Voorjaarsfeest: In de lente organiseren de leidsters van de peuter- en onderbouw het jaarlijkse voorjaarsfeest. Er worden rondom de hal en klaslokalen van beide bouwen allerlei activiteiten bedacht vanuit een thema. Als het weer het toelaat zullen de meeste activiteiten buiten plaatsvinden. Ouders worden van harte uitgenodigd bij de organisatie en/of uitvoering . Schoolfotograaf: Ieder jaar brengt de fotograaf een bezoek aan onze school om van iedere kind een portretfoto te maken. Ook wordt er een groepsfoto gemaakt.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 15 - van 18
Locatie: De Kubus
6 Ontwikkeling van een peuter De ontwikkeling van de peuters wordt dagelijks gevolgd door de leidsters. Zij kijken naar de totale ontwikkeling: sociaal emotioneel, cognitief, de spelmogelijkheden en taalvaardigheid. Bevindingen noteren wij in ons eigen registratiesysteem en daarnaast gebruiken wij een observatie en overdrachtsinstrument genaamd “ Estafette” . Dit instrument wordt door alle locaties van de Stichting Kinderopvang Heerhugowaard gebruikt. Op de leeftijd van ± 2 jaar en 9 maanden en 3 jaar en 9 maanden wordt gekeken naar verschillende ontwikkelingsaspecten. Naast het welbevinden wordt gekeken naar de motorische, cognitieve en taalontwikkeling. Uitkomsten worden met ouders besproken tijdens een oudergesprek. De Estafette wordt als het kind de peutergroep op 4 jarige leeftijd verlaat, na toestemming van de ouders, overgedragen aan de toekomstige school. In het belang van het kind kan een warme overdracht naar school plaats vinden. Dit zal altijd in overleg en met toestemming van ouders gebeuren. Bij zorg om kinderen over hun ontwikkeling of gedrag dat naar voren komt tijdens de gerichte observaties voor Estafette of bij de reguliere dagelijkse observaties zal dit altijd besproken worden met de ouders. De procedure signaleren opvallend gedrag beschrijft welke stappen wij hierin volgen. Hierin is ook beschreven hoe ouders eventueel doorverwezen worden naar passende instanties die hierbij verder ondersteuning kunnen bieden. Medewerkers worden hierin ondersteund door de locatiemanager en/of de kwaliteitsmedewerker pedagogiek. 4 Overgang naar de basisschool. De peutergroep werkt nauw samen met de basisschool. Zij organiseren ook gezamenlijke activiteiten. Er is regelmatig overleg tussen de leidsters van de peutergroep en de onderbouw. Nieuwe peuters komen, voordat ze naar de basisschool gaan, ook altijd even wennen in de nieuwe onderbouwgroep. Dit wordt door ouders met de leerkracht afgestemd. Informatiemomenten: Jaarlijks wordt een ouderavond georganiseerd voor de ouders van de peuters die onze groep bezoeken. Aan de hand van een fotopresentatie worden ouders geïnformeerd over de Montessori opvoeding en hoe dit vertaald wordt naar de peutergroep. Regelmatig worden binnen de basisschool koffieochtenden georganiseerd om nieuwe ouders en/of geïnteresseerden in de gelegenheid te stellen kennis te maken met de peutergroep en de basisschool. Stichting Kinderopvang Heerhugowaard organiseert regelmatig ouderavonden rondom een thema met gastspreker waar ouders zich voor kunnen inschrijven. Iedere maand ontvangen de ouders onze Peuterinfo, een nieuwsbrief die men op papier ontvangt. Oudercommissie5 Om de belangen van de kinderen en de ouders van de peutergroep zo goed mogelijk te behartigen en de ouders te vertegenwoordigen, is er een oudercommissie. Van beide groepen zijn er ouders die zitting hebben in de commissie. Deze ouders zijn een aanspreekpunt en zij worden tevens uitgenodigd mee te denken bij de invulling van activiteiten en de uitvoering daarvan. De Centrale Cliëntenraad (CCR) van Stichting Kinderopvang Heerhugowaard is het overkoepelend orgaan van de oudercommissies. De CCR behartigt de algemene belangen voor de kinderen en ouders op centraal niveau.
44 5
P.2.1.2 procedure signaleren opvallend gedrag
Zie voor taken oudercommissie het kwaliteitshandboek, ‘Reglement oudercommissie’.
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 16 - van 18
Locatie: De Kubus
Namen en adressen Montessori peutergroep “de Kubus” Smaragd 32 1703 GB Heerhugowaard Tel: 06-48650482 Locatiemanager: Mw. M. Bankras
06-52506538
Leidsters: Mw. S. van Gool Mw. R. van Gendt Montessorischool Heerhugowaard Smaragd 32, 1703 GB Heerhugowaard Postbus 1010. 1700 BA Heerhugowaard Telefoon: 072-5712888 Email:
[email protected] Website: www.montessori-hhw.nl Directeur: Mw. C. van Wijngaarden Stichting kinderopvang heerhugowaard W>M> Dudokweg 47 1703 DA Heerhugowaard Postbus 271 1700 DA Heerhugowaard 072-5712045
Pedagogisch werkplan PSZ
Pagina - 17 - van 18
Locatie: De Kubus