Pedagogisch dossier bij De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki. Tentoonstelling over het afschuwelijke lijden van de bevolking
In het najaar van 2008 huisvest het Vredescentrum van de Provincie en de Stad Antwerpen de rondreizende tentoonstelling over de atoomaanval op Hiroshima en Nagasaki van het Nationaal Gedenkteken voor de Atoomslachtoffers te Nagasaki. Deze tentoonstelling wordt begeleid door een beknopt pedagogisch dossier opgemaakt door het Vredescentrum. 1. Vooraf 2. Situering van de tentoonstelling 3. Historisch kader 3.1 De oorlog in het Verre Oosten 3.2 De controverse 3.3 Wetenschappers en de atoombom 3.4 Eindnoot 4. Vragenlijst voor de leerlingen 5. Vragenlijst met antwoorden voor de docenten 6. Bibliografische referenties 7. Contactadres
1. Vooraf In de tentoonstelling De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki staan de gruwel van de atoomaanval en het verhaal van de slachtoffers centraal. De expositie wil in essentie twee zaken overbrengen: dat het gebeurd is en dat het verschrikkelijk is. De tentoonstelling pretendeert op geen enkel moment de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog te brengen, noch wordt er verwezen naar de schuldvraag. Men wil de volle aandacht vestigen op de rampzalige gevolgen van het gebruik van atoomwapens. De bezoeker wordt doordrongen van de boodschap dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Toch moet ook achter en voorbij de gruwel gekeken worden om te vermijden dat zoiets opnieuw zou plaatshebben. Inleving in de slachtoffers kan beschouwd worden als een noodzakelijke eerste stap die idealiter gevolgd wordt door de vraag hoe zoiets kon gebeuren. Voor slachtoffers is het begrijpelijkerwijze een vrijwel onmogelijke opgave om het eigen verhaal met de historische kijk te verbinden. Voor een buitenstaander is het eenvoudiger om de geschiedkundige benadering van de feiten te integreren. Bovenstaande bedenking vormt de voornaamste beweegreden voor het opstellen van dit pedagogische dossier. Het wil in de eerste plaats een beknopte historische aanvulling zijn op de tentoonstelling en tevens de aanzet vormen om de ontstaans- en wordingsgeschiedenis van het drama nader te bestuderen.
1
2. Situering van de tentoonstelling De tentoonstelling gaat uit van het Nationaal Vredesgedenkteken voor de Atoomslachtoffers te Nagasaki. 1 Sinds 2005 organiseert deze instelling in samenwerking met het gelijknamige gedenkteken te Hiroshima jaarlijks een tentoonstelling in het buitenland. De Vredesgedenktekens van Hiroshima en Nagasaki werden respectievelijk in 2002 en 2003 opgericht en kaderen in een inspanning van de Japanse overheid om de slachtoffers van de atoombom te gedenken en wereldwijd vrede te bewerkstelligen. 2 Hun missie bestaat er in het tragische gebeuren in Hiroshima en Nagasaki bekend te maken aan zoveel mogelijk mensen ter wereld en te verzekeren dat toekomstige generaties lessen trekken uit het verleden. In Hiroshima wordt de nadruk gelegd op het verzamelen en conserveren van archiefmateriaal, in Nagasaki staat internationale samenwerking in het kader van de campagne tegen atoomwapens centraal. Voor het opzetten van de tentoonstelling wordt er steeds getracht een plaats te kiezen die op één of andere manier gelinkt kan worden aan het atoombombardement op beide steden. In 2005 werd de tentoonstelling gehouden in het Vredesmuseum van Chicago omwille van de band tussen de atoombom en de universiteit van Chicago.3 Het jaar daarop werd de tentoonstelling gehuisvest door het Atomic testing Museum in Las Vegas. Vorig jaar fungeerde Guernica als gaststad. In 2007 was het zeventig jaar geleden dat het stadje gebombardeerd werd door de Duitse Luftwaffe. Antwerpen tenslotte, werd uitgekozen omwille van de zware bombardementen op het einde van de Tweede Wereldoorlog.
3. Historisch kader 3.1 De oorlog in het Verre Oosten •
Aanvang
De oorlog in het Verre Oosten was in feite al sinds het begin van de jaren ’30 aan de gang. 4 Japan zag China al lange tijd als mogelijkheid voor de gebiedsuitbreiding die het Keizerrijk voor ogen had. De interne chaos en machtstrijd in China 5, stelde Japan in staat geregeld overwinningen te boeken. 6 De betrekkingen met het Westen verslechterden gevoelig; te meer omwille van de aanwezigheid van de Europese koloniale machten in de regio. Toch beperkten de Westerse landen zich tot
1
Nagasaki National Peace Memorial Hall for the Atomic Bomb Victims http://www.peace-nagasaki.go.jp/eng/ftop.html , 21/08/2008. 3 In een eerste fase werd het Manhattanproject uitgewerkt aan de Universiteit van Chicago. 4 De oorlog in het Verre Oosten verliep heel anders dan de oorlog op het Europese continent. Hoewel er uiteraard verbanden zijn tussen beide oorlogen, wordt de oorlog in Azië en de Stille Oceaan veelal beschouwd als eerder losstaand van de strijd in het Westen. E.P. HOYT, Japan’s War. The Great Pacific Conflict, Cooper Square Press, New York, 2001, pp. 63-95. 5 Na de dood van dictator Yan Shikai in 1916 verdween het centraal gezag in China. In de jaren ’20 mondde deze toestand uit in een langdurige strijd tussen de nationalisten van Tsjang Kai-sjek en de Chinese Communistische Partij van Mao Tse-toeng. Y. VANDEN BERGHE, De Koude Oorlog, 1917-1991, Acco, Leuven, 2002, pp. 39-40. 6 In september 1931 bezette Japan Mantsjoerije en riep het gebied in 1932 eenzijdig uit tot een aparte staat. Met deze imperialistische actie trachtte Japan de eigen economische problemen het hoofd te bieden. E.P. HOYT, op.cit., p. 103. 2
2
zwakke veroordelingen van de Japanse krijgsverrichtingen in China.7 In 1933 sloot de nationalist Tsjang Kai-sjek een compromis af met de Japanners, wat een wankele vrede opleverde. 8 Op 7 juli 1937 viel Japan China opnieuw aan. Tsjang zocht internationaal hulp, maar de gebeurtenissen in Europa speelden in zijn nadeel. De Europese mogendheden hadden hun handen vol met nazi-Duitsland. 9 Zelfs de bloedige verovering van Nanking in december 1937 kon de Westerse mogendheden niet tot betekenisvolle acties bewegen. 10 Van de Sovjet-Unie viel ook geen hulp te verwachten. Begin 1941 ondertekende Stalin een neutraliteitspact met Japan. Hij wilde absoluut vermijden in een tweefrontenoorlog verwikkeld te geraken. 11 Pas na de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 waren de Verenigde Staten – en bij uitbreiding de andere geallieerden met uitzondering van de Sovjet-Unie – officieel in oorlog met Japan. Hoewel Japan de agressor geweest was, verklaarde Hitler op zijn beurt de Verenigde Staten de oorlog. 12 De cirkel was rond; de oorlog omspande de wereld.
•
Einde
In de eerste fase van de oorlog overrompelde Japan de geallieerde mogendheden. Vanaf de slag bij Midway in juni 1942 begon het tij te keren en werd Japan in het defensief gedrongen.13 Na de capitulatie van Duitsland op 8 mei 1945 was de oorlog in het Verre Oosten nog volop aan de gang. Japan werd steeds verder teruggedrongen door de geallieerde strijdkrachten, maar bleef hardnekkig weerstand bieden. 14 Op 22 juni 1945, tijdens een vergadering van het hoogste legerorgaan, sprak de keizer zich openlijk uit voor het beëindigen van de oorlog. 15 Op zijn bevel werd getracht onderhandelingen aan te knopen via de nog neutrale Sovjets. Het doel was de beëindiging van de oorlog, maar zonder onvoorwaardelijke overgave. De Sovjetregering liet weten dat zij geen belangstelling had. Zoals afgesproken was Stalin van plan Japan drie maanden na het beëindigen van de oorlog met
7
E.P. HOYT, op.cit., p. 103. A. WIEST, G.L. MATTSON, De oorlog in de Stille Oceaan (vert.), Deltas, Antwerpen, 2005, p. 19. De Chinese communisten waren op dat moment fel verzwakt door de interne machtstrijd. Y. VANDEN BERGHE, op.cit., p. 40. 9 Op 1 september viel Duitsland Polen binnen. Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarden Hitler twee dagen later de oorlog, maar pas na de Blitzkrieg in mei 1940 barstte de oorlog op het Europese continent in alle hevigheid los. 10 E.P. HOYT, op.cit., p. 167-173. 11 Y. VANDEN BERGHE, op.cit., p. 44. 12 Duitsland, Italië en Japan ondertekende op 27 september 1940 het Driemogendhedenpact. Artikel drie stipuleerde dat de ondertekenaars elkaar politiek, economisch en militair dienden bij te staan, moest één van de drie contracterende partijen aangevallen worden door een land dat nog niet bij de oorlogen in Europa en Azië betrokken was. Aangezien Japan de Verenigde Staten had aangevallen, was deze voorwaarde eigenlijk niet vervuld. Niettemin besliste Hitler Amerika de oorlog te verklaren. E.P. HOYT, op.cit., pp. 194-199. 13 Sinds september 1940 kraakte de militaire inlichtingendienst van de Verenigde Staten onder de schuilnaam ‘Magic’ de kabelcommunicatie van het Japanse ministerie voor Buitenlandse zaken. Van zodra de VS hun troepen ontplooid hadden speelde dit duidelijk in hun voordeel. Document 29, "Magic" – Diplom atic Summary, War Department, Office of Assistant Chief of Staff, G-2, No. 1204 , 12 juli 1945, Top Secret Ultra, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm , 20/09/2009. E.P. HOYT, op.cit., p. 206. 14 E.P. HOYT, op.cit., p. 395. 15 Na de vernietiging van Tokio in maart 1945 en zeker vanaf mei 1945 uitten verschillende hoge Japanse gezagsdragers hun twijfels over het voortzetten van de strijd. Zij stuitten evenwel op hevig verzet bij de oorlogszuchtige generaals die de oorlog kost wat kost wilden verder zetten. (de dood of de overwinning) Eerste minister Suzuki en die zich het beëindigen van de oorlog vooropgesteld had, trachtte eind mei 1945 al om onderhandelingen aan te knopen met de Sovjets via de Sovjet-ambassadeur in Japan. E.P. HOYT, op.cit., pp. 397-398. 8
3
Duitsland, de oorlog te verklaren. Hij zag zijn kans om nog een graantje mee te pikken van de nakende overwinning op Japan. Zijn troepen bereidden zich volop voor op de invasie van Mantsjoerije. 16 In die periode voerden de Amerikaanse president Truman, de Britse premier Churchill en de Sovjetleider Stalin in Potsdam gesprekken over de naoorlogse situatie in Europa. (17 juli-2 augustus 1945) Ook de oorlog met Japan kwam aan bod. Dit mondde uit in de ‘Verklaring van Potsdam’ (26 juli 1945), een ultimatum ondertekend door de Verenigde Staten, Groot-Brittanië en China waarin de onvoorwaardelijke overgave van Japan werd geëist. Zonder een specifiek wapen te vernoemen, werd daarin gewaarschuwd dat Japan volledig verwoest zou worden. 17 Vanaf dan kwam alles in een stroomversnelling terecht. Over het precieze einde van de oorlog in Azië bestaat grote onenigheid onder historici. Vooral het gebruik van de atoombommen is tot op de dag van vandaag voer voor controverse. Vast staat dat de eerste atoombom op 6 augustus 1945 ontplofte boven Hiroshima. Op 8 augustus verklaarden de Sovjets Japan zoals afgesproken de oorlog en op 9 augustus ontplofte ‘Fat man’ boven Nagasaki. Op 10 augustus beslisten de Japanners te capituleren op voorwaarde dat het imperiale systeem behouden kon blijven. Een dag later lieten de Verenigde Staten – zij het in bedekte termen – weten daarmee in te stemmen. De onduidelijkheid van het Amerikaanse antwoord op de overgave vertraagde de reactie van Japan: pas op 15 augustus bracht de keizer zijn onderdanen via de radio op de hoogte van de overgave. 18 Of het de atoombom geweest is die Japan tot overgave dwong, kan niet met zekerheid gesteld worden. De brandbombardementen op verschillende Japanse steden hadden veel meer schade en doden veroorzaakt en ook de oorlogsverklaring van de Sovjets speelde wellicht een rol. Bovendien waren de Japanners niet vertrouwd met de nawerking van een kernexplosie. Dat neemt niet weg dat de atoombom wereldwijd een bijzonder grote psychologische impact had. Slechts twee bommen veroorzaakten in één klap enorm veel slachtoffers en schade. In de weken, maanden en jaren daarna liep het sterftecijfer nog onrustbarend op als gevolg van stralingsziekten en kankers. De mogelijkheid en de kracht van nucleaire wapens heeft het aanzien van de internationale betrekkingen voorgoed veranderd.
Y. VANDEN BERGHE, op.cit., p. 80. Net voor de conferentie van Potsdam (17 juli-2augustus 1945) vond de eerste proefexplosie plaats onder de naam ‘Trinity’ in de woestijn van Nieuw -Mexico. Dit gegeven gaf Truman een sterke uitgangspositie in de onderhandelingen. Bovendien vormde het nieuwe wapen een extra optie om de oorlog snel te beëindigen. Het gebruik van atoomwapens zou de geplande landing op Kyushu wellicht overbodig worden. Y. VANDEN BERGHE, op.cit., pp. 79-80. 18 In het Amerikaanse antwoord werd de Japanse overgave (mét behoud van het imperiale systeem) niet expliciet verworpen, maar werd het concept geïntroduceerd dat alle Japanners onderworpen zouden zijn aan de opperbevelhebber van de geallieerden. De ‘Keizerlijke voorrechten’ zouden dus in deze zin geïnterpreteerd worden, maar het dubbelzinnige taalgebruik maakte andere interpretaties mogelijk. Bovendien werd via de Japanse gezant in Finland werd verzekerd dat de keizer niet afgezet zou worden door de Amerikanen. E.P. HOYT, op.cit., p. 407. Document 66: Diary Entries, Friday and Saturday, 10-11 augustus 1945, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm Toch veroorzaakte deze onduidelijkheid problemen voor het verdeelde Japanse kabinet waar beslissingen unaniem genomen dienden te worden. 16
17
4
3.2 De controverse 19 Zonder de controverse uit te pluizen worden hieronder de belangrijkste vragen op een rij gezet.20 Het zijn deze vragen die de kern uitmaken van de verschillende visies op het gebeuren die achteraf aangevoerd werden. • Was de atoomaanval in de eerste plaats noodzakelijk om de geplande invasie af te wenden? • Heeft Truman de beslissing om de atoombommen te gebruiken omwille van diplomatieke en politieke redenen genomen – om de Sovjets te intimideren – of was het zijn voornaamste bedoeling Japan tot de overgave te dwingen en de oorlog snel te beëindigen? • Als het snel beëindigen van de oorlog de belangrijkste motivatie vormde van Truman en zijn raadgevers, in welke mate zagen zij dan de mogelijkheid van ‘atoomdiplomatie’ als een bonus? • In welke mate werden schattingen van het aantal Amerikaanse slachtoffers ten gevolge van de geplande invasie overdreven of misbruikt om het gebruik van de atoombom te rechtvaardigen? • Waren er alternatieven voor het gebruik van de atoomwapens? Zo ja, welke en hoe aannemelijk zijn ze achteraf beschouwd? Waarom werden deze alternatieven niet uitgevoerd? • Hoe plande de Amerikaanse regering het gebruik van de bommen? Welke concepten werden gehanteerd bij het selecteren van de doelwitten? In welke mate waren de hooggeplaatste functionarissen geïnteresseerd in alternatieven voor burgerlijke doelwitten? Hoe vertrouwd was Truman met de concepten die ertoe leidden dat grote steden tot doelwit werden gekozen? • Maakte Truman de beslissing om de bom te gebruiken zelf of was de beslissing een erfenis van zijn voorganger? • Was Japan bereid zich over te geven vóór de bommen gegooid werden? In welke mate verlengde Keizer Hirohito de oorlog nodeloos door de kansen tot overgave niet aan te grijpen? • Zou Japan zich eerder overgegeven hebben als de Verenigde Staten flexibeler waren geweest m.b.t. de eis voor onvoorwaardelijke overgave m.n. door de constitutionele monarchie te garanderen? • In welke mate beïnvloedde de atoomaanval de Japanse beslissing tot overgave? • Was het bombarderen van Nagasaki noodzakelijk? In de veronderstelling dat het atoombombardement cruciaal was voor de Japanse beslissing tot overgave, zou het dan volstaan hebben om één stad te vernietigen? • Zou de oorlogsverklaring van de Sovjet-Unie voldoende geweest zijn om Tokio tot de overgave te dwingen? • Was het gebruik van de atoomwapens moreel te rechtvaardigen?
19
Op de website van het National Security Archive kan men een hele reeks Amerikaanse en Japanse archiefdocumenten raadplegen met betrekking tot de atoomaanval (lente-zomer 1945). Het is bijzonder boeiend het gebeuren op deze manier te benaderen. De controverse kan zo aan de hand van originele documenten geduid en overstegen worden. Elk document is bovendien voorzien van een korte samenvatting. BURR W. (ed.), The Atomic Bomb and the End of World War II. A Collection of Primary Sources, National Security Archive, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm 20 Deze vragen werden integraal overgenomen van de tekst van: BURR W. (ed.), op.cit., http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm, 20/09/2008.
5
3.3 De wetenschappers en de atoombom Om de controverse te illustreren, loont het de moeite om de gebeurtenissen voorafgaand aan de atoomaanval te bekijken vanuit het oogpunt van de wetenschappers betrokken bij het Manhattan project. Niet in het minst omdat deze wetenschappers gezien de onbekendheid van het nieuwe wapen in ruime mate betrokken werden bij de militaire en politieke besprekingen. In wat volgt wordt de discussie onder de wetenschappers over het al dan niet militair inzetten van het nieuwe wapen nader geduid aan de hand van drie originele documenten. James Franck had samen met enkele collega-wetenschappers van het Manhattan project een comité gevormd dat zich boog over de politieke en sociale problemen die het nieuwe wapen met zich mee zou brengen. 21 Uit het Franck Report van 11 juni 1945 blijkt dat deze wetenschappers al erg ver waren met het inschatten van de implicaties voor de internationale politiek.22 Naast enkele andere suggesties om toekomstige problemen het hoofd te bieden, wordt vooral de noodzaak van een internationaal controlemechanisme bepleit.23 In dat kader valt op dat deze groep wetenschappers het militaire gebruik van het nieuwe wapen in de oorlog met Japan afkeurde. Als de Verenigde Staten het atoomwapen als eerste zouden inzetten in een militair conflict, werd het vooruitzicht van een internationaal verbod op nucleaire oorlogsvoering volgens hen in één klap ondenkbaar. De geloofwaardigheid van de Verenigde Staten zou in dat geval zodanig aangetast zijn, dat het serieuze onderhandelingen over een verdrag onmogelijk zou maken. Als alternatief stelden ze voor het wapen te demonstreren in de woestijn of op een onbewoond eiland in aanwezigheid van alle vertegenwoordigers van de Verenigde Naties. Ook als de politieke leiders een verdrag bij voorbaat onmogelijk zouden achten, raadden deze wetenschappers het militaire gebruik af. De wapenwedloop die het gebruik onvermijdelijk in gang zou zetten, moest in het belang van de Verenigde Staten zolang mogelijk uitgesteld worden. Op die manier kon de Amerikaanse voorsprong bestendigd worden. 24 Samengevat kan gesteld worden dat zij het gebruik van nucleaire wapens beschouwden als een vraagstuk van nationale politiek op lange termijn en niet als een louter militaire kwestie. De groep rond Robert Oppenheimer, de leider van het Manhattan project, hield er een andere mening op na. In een document 25 van de wetenschappelijke commissie van het Interim
21
Franck en zijn collega’s behoorden tot het zogenaamde ‘Metallurgical Labaratory’ van de Universiteit van Chicago dat onder deze dekmantel instond voor de productie van brandstof voor de bom. 22 Het Franck Report is bijzonder uitgebreid en vormt een interessante inkijk op de verantwoordelijkheid die bepaalde wetenschappers voelden. Na de oorlog werd het ‘comité’ geformaliseerd onder de naam ‘The Atomic Scientist of Chicago’. Deze organisatie stelde zich onder meer tot doel de mening en verantwoordelijkheid van wetenschappers m.b.t. de problemen die nucleaire energie met zich mee bracht te onderzoeken en te verduidelijken. The Franck Report, University of Chicago, 11 juni 1945, 15 p. Het rapport werd op 12 juni 1945 door Arthur B. Compton doorgestuurd naar George Harrison (Secretary of war). Memorandum from Arthur H. Compton to the Secretary of War enclosing “Memorandum in ‘Political and Social Problems’ , from Members of the ‘Metallurgical Laboratory’ of the University of Chicago”, 12 juni 1945. Secret. RG 77, MED Records, H-B files, folder no.76. Geraadpleegd via BURR W. (ed.), op.cit., Document 16, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm, 20/09/2008. 23 De fundamentele feiten van nucleaire kracht waren algemeen bekend. De Verenigde Staten zouden hun voorsprong niet lang kunnen behouden. Zij achtten een wapenwedloop aldus onafwendbaar. 24 Een demonstratie wordt in dat geval ook afgeraden, tenzij dat noodzakelijk is om publieke steun te verkrijgen voor de ontwikkeling van de kernwetenschap. 25 Het document van deze commissie is heel wat minder uitgebreid dan het Franck Report maar vormt niettemin een mooie illustratie van de discussie onder de wetenschappers. OPPENHEIMER J. R., “Recommendations on the Immediate
6
Committee on Nuclear Power verdedigden zij het militaire gebruik om Amerikaanse levens te sparen, maar merkten daarbij op dat de belangrijkste bondgenoten op voorhand ingelicht moesten worden om een open dialoog mogelijk te maken. Het was volgens hen niet aannemelijk dat een technische demonstratie de oorlog zou beëindigen. In een ultieme poging om het militaire gebruik van de atoomwapens tegen te gaan liet Leo Szilard, lid van het comité voorgezeten door James Franck, midden juli 1945 een petitie rondgaan die ernstige vragen stelde over de wapenwedloop die door het militaire gebruik van de bom bespoedigd zou worden. 26 Tevens werd gewezen op de morele verplichtingen van de Amerikaanse regering en het Amerikaanse volk t.o.v. de rest van de wereld. Voorgesteld werd de bom in elk geval vooraf te demonstreren zodat de Japanse natie de kans kreeg de gevolgen van hun weigerachtige houding t.o.v. onvoorwaardelijke overgave te overwegen. De petitie werd door 67 wetenschappers ondertekend, maar heeft president Truman helaas nooit bereikt.
3.4 Eindnoot De verwerking van de oorlog in Japan verloopt moeizaam. In vergelijking met Duitsland heeft men in Japan heel anders gereageerd op de overgave. De atoomaanval op het einde van de Tweede Wereldoorlog is daar niet vreemd aan. Elk jaar worden de verschrikkingen van Hiroshima en Nagasaki herdacht, maar over de rol van Japan in de Tweede Wereldoorlog wordt amper gesproken. Toch lijkt er zich de laatste jaren een kentering voor te doen. Vredeseducatieve projecten in Japan concentreerden zich lange tijd enkel op de atoomaanval en de Japanse slachtofferrol, maar vanaf de jaren ’90 komt ook de Japanse agressie steeds vaker aan bod.27 Japanse nationalisten blijven evenwel druk uitoefenen op de initiatiefnemers van zulke projecten. Maar het mag duidelijk zijn dat vanuit de Japanse burgermaatschappij duidelijke signalen komen om het volledige verhaal te brengen, met de historische ‘waarheid’ als voornaamste bekommernis. Bovendien wordt er vanuit private vredesmusea hard gewerkt aan vrede en verzoening teneinde kinderen en burgers in die zin te vormen en een betere verstandhouding tussen Japan en andere Aziatische landen te bewerkstelligen. 28
Use of Nuclear Weapons”, 16 juni 1945, Top Secret. RG 77, MED Records, H-B files, folder no. 76. Geraadpleegd via BURR W. (ed.), op.cit., Document 19, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm, 20/09/2008. 26 LAPP R.E, SZILARD L. (e.a.), “A petition tot the President of the United States”, 17 juli 1945, RG 77, MED Records, H-B files, folder no. 76. Geraadpleegd via BURR W. (ed.), op.cit., Document 34, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm 27 Het moet evenwel gezegd dat private musea hierin het voortouw nemen, publieke vredesmusea blijven – met uitzondering van enkele – achterop. 28 K. YAMANE, “The Role of NGOs in Peace Museums in Japan: A Case Study of the Osaka International Peace Center”, Paper presented at the IPRA 2008 Conference, p. 1.
7
4. Vragenlijst voor leerlingen Feitelijke vragen 1. De atoombommen op Japan waren van een verschillend type. Wat was het belangrijkste verschil tussen beide? 2. Welk internationaal verdrag verbiedt de verdere verspreiding van kernwapens? In welk jaar werd dit verdrag afgesloten? 3. De atoomaanval veroorzaakte ook ziekten op lange termijn. Welke ziekte komt erg veel voor? 4. Wat staat in Japan symbool voor de hoop op duurzame vrede? 5. Welk land slaagde er als eerste in een atoombom te ontwikkelen? 6. Hoe werden de eerste twee atoomwapens genoemd (bijnaam)? 7. Op welke stad werd de eerste bom gegooid? 8. Hoe kan verklaard worden dat de bom op Nagasaki minder schade en slachtoffers tot gevolg had? 9. Wat is het hypocentrum? 10. Door de ontploffing steeg de temperatuur enorm. Hoeveel bedroeg de temperatuur op de grond nabij het hypocentrum?
Inzichtsvragen 11. Waarom worden atoomwapens beschouwd als een keerpunt in de internationale politiek? 12. De atoomaanval betekende het einde van de oorlog met Japan, maar zette tegelijkertijd een nieuwe ‘(wed-)strijd’ in. Dewelke? 13. Wat is de achterliggende boodschap van deze tentoonstelling?
8
5. Vragenlijst met antwoorden voor de docenten Feitelijke vragen 1. De atoombommen op Japan waren van een verschillend type. Wat was een belangrijk verschil tussen beide? De atoombom op Hiroshima is een uraniumbom, die op Nagasaki een plutoniumbom. Een ander belangrijk typologisch verschil betreft de wijze waarop de bom tot ontploffing wordt gebracht. Bij de uraniumbom worden twee hoeveelheden verrijkt uranium (kogel en doel) verenigd via een schietsysteem waardoor de kritische massa bereikt wordt , bij de plutoniumbom wordt de kettingreactie veroorzaakt door de nucleaire lading bijeen te drukken. (= implosie) 2. Welk internationaal verdrag verbiedt de verdere verspreiding van kernwapens? Vanaf welk jaar is dit verdrag van kracht? Het Non-Proliferatieverdrag werd op 1 juli 1968 afgewerkt en voor ondertekening geopend. Vanaf 1970 is het verdrag van kracht. Het doel van dit verdrag is drieledig. Ten eerste gaat het de verspreiding van kernwapens en nucleaire technologie tegen. Ten tweede tracht het de samenwerking m.b.t. het vreedzaam gebruik van nucleaire energie te bevorderen. En, last but not least, verplicht het de kernwapenstaten hun nucleaire arsenaal te ontmantelen.* 3. De atoomaanval veroorzaakte ook ziekten op lange termijn. Welke ziekte komt erg veel voor? Op lange termijn ziet men een duidelijke verhoging van het aantal kankers bij mensen blootgesteld aan de radioactieve straling. Een tabel in de tentoonstelling toont bovendien een correlatie tussen de verstreken tijd en het soort kanker dat meer voorkomt. 4. Wat staat in Japan symbool voor de hoop op duurzame vrede? Papieren kraanvogels. Dit gebruik gaat terug op het verhaal van Sadako Sasaki. Sadako was twee jaar oud ten tijde van de atoomaanval. Ze groeide sterk en gezond op, maar 10 jaar na de feiten werd bij haar leukemie vastgesteld. Ze was er evenwel rotsvast van overtuigd dat het vouwen van 1000 papieren kraanvogels haar zou genezen. Helaas stierf Sadako acht maanden later. Sindsdien staat de kraanvogel symbool voor duurzame vrede en de strijd tegen kernwapens. 5. Welk land slaagde er als eerste in een atoombom te ontwikkelen? Met de proefexplosie op 16 juli 1945 slaagden de Verenigde Staten er als eerste in een atoombom tot ontploffing te brengen, maar de fundamentele feiten van nucleaire energie waren algemeen bekend. De VS zouden hun voorsprong dus niet lang kunnen behouden. Het is Albert Einstein geweest die de mogelijkheid van atoomwapens in een brief (2/08/1939) aankaartte bij president Roosevelt. Daarin suggereerde hij dat Duitsland misschien al bezig was met de ontwikkeling van een atoomwapen. Om te voorkomen dat Duitsland als eerste een dergelijke bom zou ontwikkelen, adviseerde hij de president een voorraad uranium op te bouwen, de krachten van de Amerikaanse wetenschappers in het veld van de nucleaire energie te bundelen en hun onderzoek van de nodige fondsen te voorzien. Eind 1939 resulteerde dit in het Manhattan project onder leiding van de Verenigde Staten en met medewerking van Amerikaanse, Britse en Canadese wetenschappers.*
9
6. Hoe werden de eerste twee atoomwapens genoemd (bijnaam)? ‘Little Boy’ en ‘Fat Man’ 7. Op welke stad werd de eerste bom gegooid? De eerste atoombom ontplofte op 6 augustus 1945 om 8u15 boven Hiroshima. Drie dagen later werd Nagasaki om 11u02 het doelwit van de tweede atoombom. 8. Hoe kan verklaard worden dat de bom op Nagasaki minder schade en slachtoffers tot gevolg had? De stad Kokura was het oorspronkelijke doelwit voor de tweede atoomaanval. Kokura vormde het grootste arsenaal van Japan en was omgeven door industriële en stedelijke structuren. Omwille van allerlei problemen (o.a. bewolking) was het op 9 augustus uitgesloten deze stad te bombarderen en werd uitgeweken naar de havenstad Nagasaki. Omdat deze stad te midden van heuvels lag en de bom niet boven het centrum explodeerde, was de schade aan de gebouwen minder groot en vielen er ‘minder’ slachtoffers.* 9. Wat is het hypocentrum? Het hypocentrum is de plaats vanwaar een atoomexplosie zich voordoet. (Hiroshima op 580 m boven de grond, Nagasaki op 500 m boven de grond) 10. Door de ontploffing steeg de temperatuur enorm. Hoeveel bedroeg de temperatuur op de grond nabij het hypocentrum? De temperatuur op de grond nabij het hypocentrum bedroeg 3000 tot 4000°C. (metaal smelt bij 1536°C)
Inzichtsvragen 11. Waarom worden atoomwapens beschouwd als een keerpunt in de internationale politiek? De vernietigende kracht van nucleaire wapens was ongezien. Met atoomwapens werd het mogelijk steden en landen in één klap van de kaart te vegen. Met het kernwapenarsenaal van vandaag kan de wereld zelfs meerdere keren vernietigd worden. Ook de wetenschappers die aan de atoombom werkten, beschouwden het nieuwe wapen nog voor de eerste proefexplosie als een zeer groot gevaar waartegen geen enkele verdediging mogelijk werd geacht. Enkel van een efficiënt internationaal controlemechanisme kon volgens hen enige bescherming verwacht worden. Dit had zijn gevolgen voor de internationale betrekkingen. De nucleaire wapenwedloop die met het gebruik van de atoomwapens ingezet werd, luidde tevens het tijdperk van de MAD-strategie in. (Mutual Assured Destruction) Deze strategie had tot gevolg dat het tijdens de Koude Oorlog nooit tot een rechtstreekse militaire confrontatie tussen Oost en West is gekomen. Beide partijen beschikten over een ‘second strike capability’ waardoor de aanvaller in een tegenaanval alsnog vernietigd zou kunnen worden. In het multipolaire tijdperk van vandaag waarin meerdere landen over atoomwapens beschikken is deze afschrikkingstheorie evenwel aan herziening toe en houdt het bezit van kernwapens door minder stabiele staten grote risico’s in.29 29
Uiteraard hebben ook de grote kernmachten daarin een verantwoordelijkheid.
10
12. De atoomaanval betekende het einde van de oorlog met Japan, maar zette tegelijkertijd een nieuwe ‘(wed-)strijd’ in. Dewelke? Zoals bepaalde wetenschappers voorspeld hadden, werd met het gebruik van het eerste atoomwapen de nucleaire wapenwedloop ingezet. Bovendien was de verhouding tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie er doorheen de Tweede Wereldoorlog niet beter op geworden. De Sovjets interpreteerden de bommen dan ook als een intimidatie. In dat opzicht kunnen de laatste bommen van WO II ook als de eerste bommen van de Koude Oorlog beschouwd worden. 13. Wat is de achterliggende boodschap van deze tentoonstelling? De tentoonstelling vormt een krachtig pleidooi tegen het bestaan en het gebruik van atoomwapens.
* In deze antwoorden wordt ter aanvulling iets meer uitleg gegeven.
11
6. Bibliografische referenties:
ANDERSON D., ‘Nuclear Power: The End of the War Against Japan’, www.bbc.co.uk/history/worldwars/wwtwo/nuclear_print.html, 20/09/2008. BOSWORTH R.J.B., Explaining Auschwitz and Hiroshima. History Writing and the Second World War 1945-1990, Routledge, Londen, 1994, 262 p. BURR W. (ed.), The Atomic Bomb and the End of World War II. A Collection of Primary Sources, National Security Archive, http://www.gwu.edu/~nsarchiv/NSAEBB/NSAEBB162/index.htm, 20/09/2008. DOWER J.W., Embracing Defeat. Japan in the wake of World War II, W.W. Norton & Company, New York, 2000, 676 p. HOYT E.P., Japan’s War. The Great Pacific Conflict, Cooper Square Press, New York, 2001, 514 p. VAN DEN BERGHE G., ‘Mega-dood – Hiroshima’ www.serendib.be/gievandenberghe/artikels/megadood.htm , 20/09/2008. VANDEN BERGHE Y., De Koude Oorlog, 1917-1991, Acco, Leuven, 2002, 391 p. WIEST A., MATTSON G.L., De oorlog in de Stille Oceaan (vert.), Deltas, Antwerpen, 2005, 256 p. YAMANE, “The Role of NGOs in Peace Museums in Japan: A Case Study of the Osaka International Peace Center”, Paper presented at the IPRA 2008 Conference.
7. Contactadres Voor vragen met betrekking tot dit dossier kan u terecht bij: Marjolein Delvou Coördinator Vredescentrum Provincie/Stad Antwerpen Lombardenvest 23 2000 Antwerpen T: 03/202.42.91 F: 03/202.42.99
[email protected]
12