Over het lijden van Christus Intro Een leerdienst over het lijden van Christus. Het is iets dat ik tot nu toe heb weten te omzeilen in de 6, 7 jaar dat ik diensten voorbereid en preek. Maar nu komt het er dan toch van. Ds. Erik de Boer raakte het onderwerp vorige week al (over ‘de beker van Gods woede’ die God de volken aanreikt en wat dat te maken heeft met de beker van het avondmaal en de beker die Jezus moest drinken). We zijn in de bespreking van de catechismus bij dit onderwerp aangekomen. (slide 1) En ik zal het maar eerlijk zeggen, ik heb er een beetje tegen aan zitten hikken: preken over het lijden van Christus. Enerzijds omdat juist het lijden van Christus mij zeer dierbaar is en ik het gevoel heb dat zodra je er over gaat praten, je het lijden tekort doet. Hetzelfde gevoel bekruipt je, en uit de reacties bleek, mij niet alleen, bij het lezen van zondag 15 en 16 uit het leerboek. Kan je uitleggen waarom Christus ‘moest’ lijden? Natuurlijk weet ik ook wel dat er veel over te zeggen valt. Maar het is toch altijd een beetje vergelijkbaar met je geliefde, die vraagt: ‘vertel me nu eens wat je zo leuk vind aan mij?’. Een riskante vraag … Lastig anderzijds, omdat ik me ook afvraag wat ik er eigenlijk in mijn eigen leven van begrepen heb, van dat lijden. Het blijft toch iets raars, iets tegendraads, iets dat niet hoort of past bij wat je wilt, bij waar je met elke vezel van je lichaam naar verlangt, bij het leven (vb. apostel Petrus en IS). Ik troost me met de gedachte dat de leerlingen van Jezus ook niet begrepen waarom Hij ‘moest’ lijden. En ik troost mijzelf, en ik hoop ook u vanmiddag, met de boodschap dat zijn lijden, hoe onbegrijpelijk misschien ook, ons ten goede komt. Laten we met die gedachte ook deze dienst beginnen: (gezongen votum, groet, ‘amen’, lied 177) Gebed Lezen v&a 37 Preek Je merkt het, als het leerboek gaat uitleggen wat wij – christenen – bedoelen met alleen al dat ene woord, dat de woorden over elkaar heen buitelen. Het is inderdaad zo dat lijden de hoofdmoot is van wat er in de apostolische geloofsbelijdenis over Jezus gezegd wordt. Niet alles, maar wel het meeste. En dat wordt dan uitgelegd met een hele serie woorden waarover steeds afzonderlijk hele commentarenreeksen geschreven zouden kunnen worden, en trouwens ook geschreven zijn. En, bij veel van die woorden, zou, als we er niet zo aan gewend waren geraakt, een waarschuwing moeten staan: pas op, onderstaande tekst bevat grof taalgebruik: (zoen)offer, oordeel, vloek, gerechtigheid. Later gebruikt het leerboek nog weer andere woorden, zoals het voor ons gevoel wat meer juridische ‘betalen’, in v&a 40. Dat laatste is een woord dat voor mijn gevoel sterk is gaan overheersen in de gereformeerde spiritualiteit: Jezus is voor mijn zonden gestorven (bedoeld wordt: om te betalen voor mijn schuld / zonden). Een krachtig beeld, omdat we ons er allemaal veel bij kunnen voorstellen – we betalen dagelijks – maar ook een wat afstandelijk, zakelijk beeld dat, zodra het gaat overheersen ook weer allerlei vragen oproept. Het is toch, op z’n zachtst gezegd een wonderlijke transactie. Wat dat nodig? Wat zegt het eigenlijk over God (eist God genoegdoening?) en kan je met zo’n boodschap wel aankomen (voorbeeld bevestigingsdienst)?
Ik wil vanmiddag tegen al het taalgeweld over (de uitleg van) het lijden van Christus ook een plaatje zetten. Trouwens wel grappig, dat dat vroeger heel gebruikelijk was en dat men in de tijd van de Reformatie het gevoel had dat de levende verkondiging veel meer zou zeggen. Maar misschien wordt het na meer dan 450 jaar praten tijd om toch wat meer plaatjes te kijken … (slide 2)
Wat je hier ziet is een kunstwerk uit 1988 van de Duitse kunstenares Gisela Paul en getiteld 'Für Euch' (‘voor jullie’). Het kunstwerk is een vertaling van Jesaja 53. Wat zien we? Jezus aan het kruis en nog iemand. Het zou een soldaat kunnen zijn. Of Maria. Of Johannes. Wat belangrijker is, de figuren zijn geplakt van stof en rotzooi van de straat. Dit is geen straf of betaling. Dit is weerzinwekkend. Het ziet er niet uit. Het kunstwerk speelt met een ander dominant woord / thema – anders dan bijvoorbeeld betalen – dat iets duidelijk maakt over het lijden van Christus: stof. Stof ben je, en tot stof keer je weer terug. Het zijn de woorden die God sprak na de zondeval tot de mens, die ervoor gekozen had om God niet te vertrouwen, de band met God doorsneed, de band met het leven. Stof heeft te maken met wat de bijbel en het leerboek bedoelt met vloek, de vloek die Jezus onderging. Daarover straks meer. Maar laten we beginnen bij ‘stof’. Het zijn ook woorden die vaak gesproken werden / worden bij een begrafenis. En dan ervaren we ineens het absurde ervan. Als er één ding zeker is in het leven, is het wel dat iedereen dood zal gaan. En toch ervaart niemand een graf als iets normaals. Waarom niet, eigenlijk? Waarom went het niet, als je naar het graf gaat? Het antwoord van de Bijbel is natuurlijk: omdat we daarvoor niet gemaakt zijn. Wij – jij en ik – zijn gemaakt voor het leven. In Genesis 2 werd dit meteen al pijnlijk duidelijk. We bevinden ons in het paradijs, waar God Adam en Eva test (slide 3): ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je
onherroepelijk sterven.’ Nu heb ik niet de illusie dat hiermee het lijden van Christus verklaard is, maar het zet het lijden van Christus wel in het grotere verband van het Bijbelse spreken over leven en dood, en de strijd tussen beiden. Wij zijn voor niet minder gemaakt dan eeuwig leven, in gemeenschap met elkaar en in harmonie met de schepping, maar het bleek, inderdaad, dat wie dat leven niet wilde ontvangen van God, te maken krijgt met ‘vloek’ – dat alles, wij ook, vergaat, verdwijnt. Paulus verklaart vloek of toorn niet zozeer als een straf aan het einde van je leven maar als het gevolg van keuzes die je maakt in dit leven: God die je de gevolgen laat ervaren van je eigen keuze om niet te willen leven met Hem, de bron van het leven, met als ultieme consequentie van de vloek dat dit leven eindig is, als een batterij die leegloopt. Het verhaal krijgt een verassende wending wanneer de vloek in Genesis 3 van richting verandert (slide 4): ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’ Als we goed lezen, belooft God hier de omkering van de vloek door de dood de dood, van satan. Er zal iemand komen, zo gaat het verhaal, iemand uit het nageslacht van de vrouw, een mens dus, die de dood van zijn macht berooft. Hoe? Nou, iemand die, door helemaal toegewijd te leven en in zijn leven het kwaad, dat is de neiging om de band met God te verbreken, zal overwinnen. Paulus schrijft in Romeinen 5: ‘zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven.’ Daar, en hier in Genesis 3, vinden we de gedachte van het één-voor-allen. Op het eerste gezicht moeilijk te begrijpen, maar toch niet helemaal vreemd. Denk aan de bevrijding van Nelson Mandela, of de voetballer die de verlossende goal scoort en de impact van zo’n gebeurtenis op een groep. Zoals de overtreding van één leidde tot de vloek van allen, zo leidt de rechtvaardigheid van één tot het leven voor allen. De ‘vijandschap’ in Genesis 3 en het ‘jij bijt hen in de hiel’ is een eerste aanwijzing dat de overwinning zal gebeuren door lijden. Het krijgt een vervolg in de geschiedenis van de slavernij van het volk Israël in Egypte, in haar ballingschap, in de profetieën van Jesaja (o.a. 53) en het meest duidelijk in het leven van Jezus. Nogmaals, ik zeg niet dat dit allemaal logisch is, maar wat duidelijk wordt uit het bijbelse spreken over het leven van Jezus is dat zijn toewijding van meet af aan gepaard gaat met lijden (aankondiging van zijn geboorte, Jezus in de woestijn). En ook dar er in dat lijden van Jezus staat er iets groots op het spel. Namelijk de vraag of er wel iemand is die werkelijk kan en wil leven met God. Op Hem vertrouwen. In het Oude Testament is het niet alleen de profeet Jesaja die hierover profeteert, maar ook het boek Job gaat erover. Zodra iemand rechtvaardig lijkt – ik zie Job ook als een beeld van Christus – eist satan hem op om te zien of hij of zij ook werkelijk rechtvaardig is. Nu is de bemoediging en tegelijk het mysterie van het lijden van Christus dat zijn lijden, of, anders gezegd: zijn offer groot genoeg is om de zonden van anderen, zelfs die van de hele wereld weg te nemen. Johannes de Doper zag het toen de Geest van God als een duif op Jezus neerdaalde bij de Jordaan: ‘zie het lam Gods, dat wegneemt de zonden van de wereld!’.
Nu wil ik over dat laatste nog een ding zeggen. Jezus’ leven/lijden als een offer. Jezus spreekt, in de nacht waarin Hij werd overgeleverd namelijk zelf zo over zijn lijden en sterven. En anderen doen dat ook: Paulus, Petrus, de schrijver van de brief aan de Hebreeën. Begrijpen we dat nog? De discussie over ritueel slachten een paar jaar geleden, verraadde van niet. Een offer zoekt de verbinding tussen hemel en aarde. Ook weer zoiets dat je aan de ene kant volgens mij begrijpt, maar na enig nadenken misschien toch niet. De behoefte aan verzoening, een nieuw begin: ja. Maar dat dat zou gaan door middel van bloed lijkt ons (westerse mensen) tamelijk primitief en absurd. Dat komt natuurlijk óók, maar dat terzijde, omdat wij niet meer weten hoe dagelijks duizenden dieren geslacht worden, hoe dat ruikt, zodat wij ons gehakt in de supermarkt kunnen kopen, maar dat even terzijde. Weet je belangrijk is? Dat de scherpste, en de vroegste, offerkritiek in de bijbel zelf voorkomt en ook uit de mond van Jezus opgetekend wordt. Denk je dat God blij is met offers van dieren? – vragen de profeten. En het is Jezus zelf die de tempel industrie stillegt tijdens zijn leven op aarde en voorzegt dat er een tijd zal komen, denk even aan de preek van ds. Van der Lugt over de vijgenboom, dat de hele tempelberg wat Hem betreft gesloopt kan worden. Waarom? Omdat het God gaat om mensen, die doen wat God zegt! Om jou en mij dus, dat wij, om met Paulus te spreken: ‘onszelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst stellen’. Of met Petrus: ‘Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.’ of Hebreeën: ‘Laten we met Jezus’ tussenkomst een dankoffer brengen aan God’ (dat gaat over de lofprijzing). Met andere woorden, en laten we daarmee afsluiten, alles wat de profeten en apostelen over het lijden gezegd hebben, hebben ze niet gedaan omdat het nu eenmaal zo is, of omdat wij het zouden begrijpen, maar opdat wij ook zo zouden leven. Want, na alles wat we erover hebben gezegd, blijft dat beeld ons toch voor ogen. (slide 5) Van iemand die daar hangt, ergens tussen hemel en aarde. Op een voor God vervloekte plek, op een vervloekte manier, en laten we eerlijk zijn. Zolang wij leven alsof dat logisch is, of normaal, of overbodig, ziet dit er inderdaad niet uit. Amen. Infoblad NL Over Jezus wordt in de geloofsbelijdenissen vooral gezegd dat Hij geleden heeft. De catechismus legt in een aantal vraag- en antwoorden uit wat daarmee beleden wordt. Dat is begrijpelijk, want de catechismus is een uitleg van de geloofsbelijdenis: een leerboek. Maar valt het lijden van Christus eigenlijk wel uit te leggen? Vraag en antwoord 37 gebruikt in dit verband het woord ‘offer’ en een paar vraag- en antwoorden later gaat het over ‘vloek’. Begrijpen we nog waar dat over gaat? En, wat was/is eigenlijk de bedoeling van Christus’ lijden en sterven? Vanmiddag verkennen we deze, en andere, vragen over het lijden van Christus. Infoblad E About Jesus, the Christian creeds mainly state that He suffered. The Catechism explains in a number of question and answer what is thus confessed. This is understandable, because the catechism is an explanation of the (apostolic) creed: a textbook. But can the suffering of Christ be explained? Question and answer no. 37 use the words "sacrifice" and “curse” to explain the meaning of Christ’s suffering. Do we still understand what these words are about?
And, what is/was the purpose of Christ's suffering and death? This afternoon we explore these and other questions about the suffering of Christ.