Op weg naar Pasen Stil staan bij het lijden van Christus voor ons Jaap Haasnoot, Zuid-‐Soedan
Introductie Dit miniboekje heeft twee doelstellingen. Allereerst hoop ik dat het jullie helpt om je op Pasen voor te bereiden en zo stil te staan bij het lijden van onze Heiland. Ten tweede probeer ik in dit boekje een verbinding te leggen met de wereldkerk, en vooral de kerk in Afrika. Ik hoop dat we daardoor opnieuw beseffen dat we deel uit maken van die ene Kerk die wereldwijd bidt om de komst van Gods Koninkrijk.
1
Dit is eigenlijk een 7-‐weken-‐boekje. Voor elke week is er een korte bijbelstudie, een inspirerende gedachte, een suggestie om te doen en een aantal gebedspunten. Dit boekje kan heel goed individueel gebruikt worden, maar ook in het gezin of op de bijbelkring. In de bijbelstudies kijken we naar de zeven ‘Ik ben’-‐woorden van Jezus in het evangelie van Johannes. Lijdenstijd (ook: vastentijd of 40-‐dagen-‐tijd) Sinds de 3e eeuw hebben christenen de periode vóór Pasen gebruikt als een tijd om te vasten en je op God te richten. Deze tijd was bedoeld God in het middelpunt van je leven te zetten. De protestanten tijdens de Reformatie vonden dat het in de rooms-‐katholieke kerk alleen om de buitenkant ging: mensen vastten wel en deden wel mee aan de rituelen, maar ze werden er niet door veranderd. De reformatoren schaften het verplichte vasten af, want zij zagen dit als een manier om Gods genade te ‘verdienen’. In de anglicaanse kerk is altijd meer aandacht geweest voor de periode van Lent (dat is de lijdenstijd) dan in andere protestantse kerken. Veel christenen wereldwijd gebruiken nu deze tijd om je meer op God te richten. Het vasten, niet of minder eten, kan daar een extra dimensie aan geven. Je houdt je dan bewust minder bezig met ‘aardse dingen’ om zo meer met gebed en bijbellezen bezig te zijn. Ook kan het helpen om zo na te denken over mensen die tekort komen in deze wereld. Tegenwoordig is ‘alternatief vasten’ populair: je vast dan door bijvoorbeeld minder tv te kijken of minder te internetten. Dan houd je veel tijd over voor andere zaken. Vasten is ‘slechts’ een vorm, maar toch niet onbelangrijk. In de Bijbel zien we dat vasten én Gods zegen alles met elkaar te maken hebben!
2
* Week 1 (15-‐21 februari) Ik ben het Brood des levens A. Bijbelstudie Lees: Johannes 6:25-‐35. Vooraf: Wanneer Jezus de woorden ‘Ik ben’ gebruikt, dan roept dat bij de Joden in die tijd heel wat op. In het Oude Testament verwijst ‘Ik ben’ vooral naar de God van het verbond, die zich aan Mozes openbaarde (Ex. 3:14). En ook naar diezelfde woorden in het boek Jesaja waar God zich als de Redder van Israël laat zien (bijvoorbeeld in Jesaja 43:25). Het is duidelijk dat Jezus zich identificeert met de Naam van God in het Oude Testament. Hij is niet zomaar een rondreizende rabbi, maar Hij is de verwachte Messias, de Zoon van God. Gespreksvragen: 1. Met welke motivatie ging de menigte op zoek naar Jezus (vers 25-‐26)? Wat is jouw/onze reden om te geloven? 2. Wat betekent het voor jou/ons dat Christus het Brood van het leven is (vers 35)? Op welke manier stilt Hij onze honger? 3. Hoe kunnen wij aan anderen duidelijk maken dat Christus ‘aan de wereld het leven geeft’ (vers 33)? B. Om over na te denken: Een student op onze opleiding in Zuid-‐Soedan zegt: “Ik heb Gods stem gevolgd en ben dominee geworden. Maar er zijn perioden dat we echt heel weinig hebben. Dat komt het weleens op me af: waarom hebben we zo weinig terwijl we doen wat God van ons vraagt?”.
3
C. Om te doen: In Zuid-‐Soedan is het dagelijks voedsel voor veel mensen maïspap met bruine bonen. Probeer de komende zeven weken een keer per week een sobere maaltijd te eten, bijvoorbeeld rijst met bruine bonen. Maak dan ook een gift over naar een organisatie die zich inzet voor het bestrijden van honger in deze wereld. D. Om voor te bidden: Bid voor de uitbreiding van Gods koninkrijk in deze wereld: dat mensen Christus leren kennen als het Brood des levens. Bid ook voor de bestrijding van honger.
* Week 2 (22-‐28 februari) Ik ben het licht der wereld A. Bijbelstudie Lees: Johannes 8:12 Vooraf: Licht en duisternis zijn belangrijke woorden in de Bijbel. In het boek Genesis schept God het licht (Gen. 1:3) en in het laatste bijbelboek lezen we dat er geen duisternis meer is in het nieuwe Jeruzalem en dat God en het Lam de stad verlichten (Openbaring 21:23-‐24). Jezus is de vervulling van de profetie in Jesaja 9:1, Hij is het licht van de wereld. Gespreksvragen: 1. Waar denk je aan bij de woorden ‘licht’ en ‘duisternis’? 2. Op welke manier is Christus het ‘licht van het leven’ voor jou/ons? 3. Hoe kunnen wij het licht van de wereld zijn (Matth. 5:14)? B. Om over na te denken: “Er is ook goed nieuws voor Afrika. Het continent dat zo vaak negatief in het nieuws is, heeft goed nieuws nodig. De rechtvaardigen zullen beloond worden. Onze hemelse Vader heeft nog steeds alle macht. Zelfs te midden van alle verwarring en tegenstellingen
4
bepaalt Hij de geschiedenis. Hij is nog steeds onze Heer. De slachtoffers van vandaag zijn de helden van morgen. Wij zien maar een klein stukje van onze duistere, verwarrende geschiedenis, maar Hij kent het hele plan. Ik weet dat onze God deze wereld lief heeft. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Amen! Halleluja!” (vrij vertaald, door Rev. Sahaya Selvam in Tanzania). C. Om te doen: Voor de studenten aan de predikantenopleiding in Kajo-‐Keji is het een enorme bemoediging als ze post uit Nederland krijgen. Stuur daarom een kaart of brief met een korte groet naar een theologiestudent in Zuid-‐Soedan. Als het kan in het Engels, maar het mag ook in het Nederlands. Stuur de kaart/brief naar: Fam. Haasnoot, c/o MAF, PO Box 1, Kampala, Uganda. D. Om voor te bidden: Dank voor al de plekken waar de kerk licht en zout in de samenleving is. Bid dat het licht van Christus deze donkere wereld verlicht.
* Week 3 (1-‐7 maart) Ik ben de Deur voor de schapen A. Bijbelstudie Lees: Johannes 10:7-‐10 Vooraf: Veel mensen zijn op zoek naar geluk, naar vervulling, maar ze kloppen op de verkeerde deur. Alleen Christus geeft ons toegang tot de Vader. In Hem vinden we leven en overvloed.
5
Gespreksvragen: 1. Hoe heb jij de toegang tot de schaapskooi gevonden (vers 7 & 9)? 2. Hoe zorgen we ervoor dat we niet luisteren naar de stem van ‘dieven en rovers’ (vers 8)? 3. Waarom lukt het ons als kerk niet zo goed om anderen te laten zien dat het leven met Jezus een leven van overvloed is (vers 10)? B. Om over na te denken: Kwanji-‐Henri in Zuid-‐Soedan zegt: “Als we onze akkers hebben ingezaaid, dan bidden we dat God het werk van onze handen zegent. We eren Hem, omdat Hij de gever van het leven en overvloed is en alles laat groeien. Het is ook belangrijk dat kinderen zien dat we God de eer geven in ons gebed en in alles wat we doen. Dat leren ze in het gezin”. C. Om te doen: Bij overvloed denken we vaak aan geld, maar dat is te smal. Op welke manier kan jij deze week iets van je ‘overvloed’ aan liefde, kennis, handigheid, tijd, gezelligheid of (ja ook) geld met iemand delen die tekort komt? D. Om voor te bidden: Dank dat ook in Nederland er nog steeds mensen zijn die de weg naar het geloof in Christus vinden. Bid dat we beter leren om de overvloed van het geloof te delen met anderen.
* Week 4 (8-‐14 maart) Ik ben de goede Herder A. Bijbelstudie Lees: Johannes 10:11-‐16 Vooraf: In het Oude Testament komen we veel ontrouwe herders tegen die het volk Israël laten dwalen. Maar God
6
belooft een goede Herder die zijn volk zal beschermen (Ezechiël 34:23). Gespreksvragen: 1. Wat zijn de kenmerken van de goede Herder (vers 11, 14 & 16)? 2. Waarom vinden sommige mensen het moeilijk te geloven in een Herder die zijn leven geeft voor zijn schapen (vers 15)? Vind jij dat moeilijk? 3. Waarom is het zo belangrijk dat we deel uit maken van een wereldwijde kerk (vers 16)? B. Om over na te denken: Vrije vertaling van een Dinka-‐lied van John Chol Ater: “We roepen en huilen in uw aanwezigheid, opdat U ons hoort en ons omhelst, want we zijn Uw kinderen. Laat ons het kruis dragen en achter U aangaan. Laat ons zijn zoals Simon, de man uit Cyrene, die U volgde naar de plaats van de kruisiging”.
C. Om te doen: Hoe ga je deze week meer tijd vrij maken om de stem van de goede Herder te verstaan? Wat geef je op om meer te kunnen bidden, bijbellezen en om iemand te bezoeken die aandacht nodig heeft? D. Om voor te bidden: Bid dat we telkens weer de stem van goede Herder zullen horen en achter Hem aangaan. Dank en bid voor eenheid onder christenen.
* Week 5 (15-‐21 maart) Ik ben de Opstanding en het Leven A. Bijbelstudie Lees: Johannes 11:17-‐27
7
Vooraf: In het evangelie van Johannes wordt ons dagelijks taalgebruik omgedraaid: je kunt levend zijn en toch geestelijk dood. Je kunt lichamelijk gestorven zijn en toch geestelijk leven! Dat kan alleen door het geloof in Christus, want Hij is de Opstanding en het Leven. Gespreksvragen: 1. Hoe kwam Martha tot haar geloofsbelijdenis in vers 27? 2. Wat is het verschil tussen de opstanding van Lazarus en die van Christus? 3. Wat betekent het voor jou/ons dat het ‘eeuwig leven’ nu al begint als we een volgeling van Christus zijn? B. Om over na te denken: Een spreekwoord uit Zambia zegt: “Kuteka Lesa ke kumweka bwishi ne”, dat betekent: Als God kookt, dan zie je geen rook. De almachtige God kan alles, Hij ‘kan koken zonder vuur’. Hij zegt en het gebeurt. Hij doet de dood teniet. Niemand is als Hij. C. Om te doen: Stuur deze week een bemoediging naar iemand die in de put zit of iemand die door een rouwproces heen gaat. D. Om voor te bidden: Bid dat we persoonlijk en als kerk meer uit de kracht van de Opstanding leven.
* Week 6 (22-‐28 maart) Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven A. Bijbelstudie Lees: Johannes 14:1-‐6
8
Vooraf: Christenen worden er nogal eens van beschuldigd dat ze alles zo zeker weten. Dat kan een terecht verwijt zijn, maar als het gaat om de verlossing in Christus, dan is Hij dé weg, dé waarheid en hét leven. Dat staat niet ter discussie. Gespreksvragen: 1. Wat betekent het voor jou dat Jezus de Weg is (vers 4 & 6)? 2. Veel mensen zoeken naar waarheid. Waarom wordt het christelijke geloof vaak als ‘een mening’ gezien? 3. Hoe kunnen wij richtingwijzers zijn en anderen tot de Vader leiden? B. Om over na te denken: Uit een boekje van de anglicaanse kerk in Wau, Zuid-‐Soedan: “Vergeving bewerkt genezing en vrede tussen mensen, het is de basis van verzoening. Het betekent niet alleen dat er niet meer gevochten wordt, maar het gaat om echte, diepe vrede. Als we leven zoals Jezus dat deed en zoals God dat van ons vraagt, dan zal de Heilige Geest ons al het goede geven en wordt ons leven vol van blijdschap”. C. Om te doen: Ondersteun deze week een actie van Open Doors en bemoedig een zuster of broeder die vanwege de waarheid van het Evangelie vervolgd wordt. D. Om voor te bidden: Bid dat de kerk in ons land en in de wereld een profetisch geluid mag laten horen: tegen onrecht en vóór de waarheid.
* Week 7 (29 maart – 4 april) Ik ben de ware Wijnstok A. Bijbelstudie Lees: Johannes 15:1-‐8
9
Vooraf: In het leven van een christen gaat het om vruchtdragen. Minder is niet genoeg. Dan gaat het niet om ‘van alles voor God doen’, maar om verbondenheid met Christus. Hij is de wijnstok, wij zijn de ranken. Gespreksvragen: 1. Wat ontvang jij als rank van de Wijnstok? 2. Hoe kunnen we vruchtdragen? Wat zijn die vruchten in ons leven? 3. Wat is het doel van vruchtdragen (vers 8)? B. Om over na te denken: ‘Wij leven en sterven: Christus stierf en leeft!’ (John Stott). C. Om te doen: Neem deze week wat extra tijd om je voor te bereiden op het Paasfeest en doe mee met een kerkelijke activiteit. D. Om voor te bidden: Bid dat de kerk dichtbij en ver weg discipelschap serieus neemt. Alleen vanuit de verbondenheid met Christus kunnen we vruchtdragen.
De Heere is waarlijk opstaan! We wensen jullie een gezegend en hoopvol Paasfeest. Mirjam en Jaap Haasnoot zijn via de GZB uitgezonden naar Kajo-‐ Keji, Zuid-‐Soedan en werken daar op een kleine predikanten-‐ opleiding van de Anglicaanse kerk. © Jaap Haasnoot, 2015, e-‐mail: j.a.haasnoot (a) gmail.com
10