0154614nl 0309
Pomp
PDT 2A PDI 2A PDT 3A PDI 3A
BEDIENINGSHANDLEIDING
0
1
5
4
6
1
4
N
L
006
PD 2A/3A
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
5
2
Informatie inzake veiligheid
6
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
3
Technische Specificaties 3.1 3.2 3.3
4
13
Motor .................................................................................................. 13 Pomp .................................................................................................. 14 Geluidsmeting .................................................................................... 14
Bedrijf 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
5
Wetgeving inzake vonkenvangers ........................................................ 6 Bedrijfsveiligheid .................................................................................. 7 Veiligheidsaspecten van verbrandingsmotoren .................................... 8 Onderhoud en bedrijfsveiligheid ........................................................... 9 Montageplaatsen voor Labels ............................................................ 10 Bedieningslabels ................................................................................ 11
17 Toepassing ......................................................................................... 17 Aanbevolen brandstof ........................................................................ 17 Transporteren ..................................................................................... 18 De pomp voeden ................................................................................ 19 Voordat U begint ................................................................................ 19 Starten ................................................................................................ 20 Afzetten .............................................................................................. 20 Bedrijf ................................................................................................. 21 Accessoires ........................................................................................ 21 Slangen en klemmen .......................................................................... 22
Onderhoud 5.1 5.2 5.3 5.4
23
Periodiek onderhoud .......................................................................... 23 Olie verversen .................................................................................... 24 Onderhoud luchtfilter .......................................................................... 25 Bougie ................................................................................................ 26
wc_bo0154614006nlTOC.fm
3
Inhoudsopgave 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12
PD 2A/3A
Drijfwerkbehuizing ...............................................................................27 Stanglager ...........................................................................................28 De pomp reinigen ................................................................................28 Filterbeker reinigen ..............................................................................29 Afstellen carburateur ...........................................................................29 Opslag .................................................................................................30 Storingen opsporen en verhelpen .......................................................31 Uit bedrijf nemen .................................................................................32
wc_bo0154614006nlTOC.fm
4
Voorwoord 1
Voorwoord Deze handleiding geeft informatie en procedures om dit Wackermodel veilig te gebruiken en te onderhouden. Voor uw eigen veiligheid en bescherming tegen letsel de in deze handleiding beschreven veiligheidsaanwijzingen zorgvuldig lezen, begrijpen en nakomen. Houd deze handleiding of een kopie ervan bij de machine. Mocht u deze handleiding kwijtraken of een extra exemplaar willen hebben, neem dan contact op met Wacker Corporation. Deze machine is gebouwd met de veiligheid van de gebruiker in gedachten; de machine kan echter gevaar opleveren wanneer deze niet op de juiste manier gebruikt en onderhouden wordt. Volg de bedieningsaanwijzingen zorgvuldig! Mocht u vragen hebben over het gebruik of onderhoud van deze installatie, neem dan contact op met Wacker Corporation. De informatie in deze handleiding is gebaseerd op machines in productie ten tijde van de publicatie. Wacker Corporation behoudt zich het recht voor welk deel dan ook van deze informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. Alle rechten, in het bijzonder kopieer- en distributierechten, zijn voorbehouden. Copyright 2008 Wacker Corporation. Geen enkel deel van deze uitgave mag in welke vorm of op welke manier dan ook, hetzij elektronisch of mechanisch, waaronder fotokopiëren, worden vermenigvuldigd zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Wacker Corporation. Elke soort vermenigvuldiging of distributie die niet door Wacker Corporation is goedgekeurd, is een inbreuk op geldige auteursrechten en zal worden vervolgd. Wij behouden ons uitdrukkelijk het recht voor technische wijzigingen aan te brengen, zelfs zonder voorafgaande kennisgeving, die het doel hebben onze machines en de veiligheidsnormen ervan te verbeteren.
wc_tx000001nl.fm
5
Informatie inzake veiligheid 2
PD 2A/3A
Informatie inzake veiligheid Deze handleiding bevat vermeldingen voorafgegaan door GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG , AANDACHT en N.B., die moeten worden opgevolgd om de kans op lichamelijk letsel, beschadiging van de machine of verkeerd onderhoud te beperken. Dit is het waarschuwingssymbool. Het wordt gebruikt om te wijzen op mogelijk gevaar voor lichamelijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen na dit symbool op om mogelijk letsel of fataal letsel te voorkomen. GEVAAR duidt op een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, zal resulteren in de dood of een ernstig letsel. GEVAAR
WAARSCHUWING duidt op een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, kan resulteren in de dood of een ernstig letsel. WAARSCHUWING
VOORZICHTIG duidt op een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, kan resulteren in een klein of licht letsel. VOORZICHTIG
AANDACHT: gebruikt zonder het veiligheidssymbool, duidt AANDACHT op een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, kan resulteren in materiële schade. N.B.: Geeft extra informatie die van belang is voor een procedure.
2.1
Wetgeving inzake vonkenvangers Opmerking: Door de overheid wordt in gezondheids- en veiligheidscodes bepaald dat op sommige plaatsen vonkenvangers moeten worden gebruikt op inwendige verbrandingsmotoren die op koolwaterstof werken. Een vonkenvanger is een apparaat dat is ontworpen om te voorkomen dat vonken of vlammen uit de uitlaat van de motor zouden kunnen ontsnappen. Hiervoor wordt het gebruik van vonkenvangers door de overheid bepaald en voorgeschreven (United States Forest Service). Om aan alle plaatselijke voorschriften inzake vonkenvangers te voldoen, neemt u contact op met de distributeur van de motor of met de plaatselijke gezondheids- en veiligheidsinstanties.
wc_si000085nl.fm
6
PD 2A/3A 2.2
Bedrijfsveiligheid
GEVAAR
wc_si000085nl.fm
Informatie inzake veiligheid
Er zijn altijd risico's verbonden aan de bediening en brandstofvoorziening van verbrandingsmotoren. Het niet in acht nemen van de onderstaande veiligheidsvoorschriften kan leiden tot ernstige of fatale verwondingen.
2.2.1
Laat NOOIT iemand zonder geschikte training deze apparatuur bedienen. Iedereen die deze apparatuur bedient, moet vertrouwd zijn met de risico’s en gevaren die eraan verbonden zijn.
2.2.2
NOOIT de warme knaldemper, het motorblok of koelribben aanraken. Dit zal brandwonden veroorzaken.
2.2.3
Gebruik NOOIT hulpstukken die niet aanbevolen zijn door Wacker. Dit kan resulteren in schade aan de apparatuur of verwonding van de gebruiker.
2.2.4
NOOIT vluchtige of brandbare vloeistoffen, of vloeistoffen met een laag ontvlammingspunt pompen. Deze vloeistoffen zouden kunnen ontbranden of exploderen.
2.2.5
NOOIT bijtende chemicaliën of water dat giftige stoffen bevat, pompen. Deze vloeistoffen kunnen ernstige gezondheids- of milieurisico's opleveren. Neem contact op met plaatselijke autoriteiten voor assistentie.
2.2.6
Er ALTIJD voor zorgen dat diegene die de machine bedient bekend is met de correcte veiligheidsprocedures en bedieningswijze voordat hij/ zij de machine gebruikt.
2.2.7
Vergewis u er ALTIJD van dat de gebruiker vertrouwd is met de juiste veiligheidsvoorzieningen en bedieningstechnieken vooraleer hij/zij de machine gebruikt.
2.2.8
De motor ALTIJD uitzetten als de stamper niet wordt gebruikt.
2.2.9
Sluit de brandstofklep op motoren die daarmee zijn uitgerust ALTIJD af wanneer deze niet gebruikt wordt.
2.2.10
De machine ALTIJD op de juiste wijze opslaan wanneer u deze niet gebruikt. De machine dient op een schone, droge plaats en buiten het bereik van kinderen te worden opgeslagen.
7
Informatie inzake veiligheid 2.3
PD 2A/3A
Veiligheidsaspecten van verbrandingsmotoren Een slecht onderhouden machine kan een bron van gevaar vormen! Voor het veilige en juiste gebruik van de machine op lange termijn zijn periodiek onderhoud en reparatie vereist. WAARSCHUWING
wc_si000085nl.fm
2.3.1
NIET roken tijdens het bedienen van de machine.
2.3.2
NIET ROKEN wanneer u de benzinetank vult.
2.3.3
NIET TANKEN wanneer de motor warm is of draait.
2.3.4
NIET TANKEN in de nabijheid van open vuur.
2.3.5
NIET morsen bij het vullen van de tank.
2.3.6
De motor NIET laten draaien in de nabijheid van open vuur.
2.3.7
De tank ALTIJD in een goed geventileerde omgeving vullen.
2.3.8
Na het tanken ALTIJD de benzinedop terugplaatsen.
8
PD 2A/3A 2.4
Informatie inzake veiligheid
Onderhoud en bedrijfsveiligheid Een slecht onderhouden machine kan een bron van gevaar vormen! Voor het veilige en juiste gebruik van de machine op lange termijn zijn periodiek onderhoud en reparatie vereist. WAARSCHUWING
wc_si000085nl.fm
2.4.1
Probeer NIET om de machine te reinigen of te herstellen terwijl hij aan staat. Draaiende onderdelen kunnen ernstige verwondingen veroorzaken.
2.4.2
Torn een verzopen benzinemotor waarvan de bougie verwijderd is niet. Brandstof die in de cilinder opgesloten zit, zal uit de bougieopening spuiten.
2.4.3
Test, als de motor verzopen is of de geur van benzine aanwezig is, NIET op vonken bij benzine motoren. Een verdwaalde vonk kan dampen doen ontbranden.
2.4.4
Gebruik GEEN benzine of andere types brandstoffen of brandbare oplossingen om onderdelen te reinigen, vooral niet in gesloten ruimtes. Dampen van brandstoffen en oplossingen kunnen ontplofbaar worden.
2.4.5
De machine ALLEEN gebruiken met alle operationele veiligheidsvoorzieningen en beschermkappen behoorlijk bevestigd.
2.4.6
Houd de plaats rond de uitlaat ALTIJD vrij van vuil zoals bladeren, papier, karton enz. Een hete uitlaat zou deze kunnen doen ontbranden.
2.4.7
Vervang versleten of beschadigde onderdelen ALTIJD met reserveonderdelen die ontworpen en aanbevolen zijn door Wacker.
2.4.8
Verwijder de bougie van machines die van benzinemotoren voorzien zijn ALTIJD vóór een onderhoudsbeurt om per ongeluk opstarten te vermijden.
9
Informatie inzake veiligheid Montageplaatsen voor Labels
CAUTION
VORSICHT
GREASE CONNECTING ROD BEARING MONTHLY
PLEUELLAGER JEDEN MONAT SCHMIEREN
PRECAUCION
PRECAUTION
ENGRASE RODAMIENTO DE LA BIELA MENSUALMENTE
GRAISSER ROULEMENT DE LA BIELLE TOUS LES MOIS
30744
2.5
PD 2A/3A
WARNING DO NOT OPERATE WITHOUT SAFETY GUARDS. READ AND UNDERSTAND INSTRUCTION BOOK.
WARNUNG NICHT OHNE SCHUTZVORRICHTUNG BETREIBEN. BEDIENUNGSANWEISUNG GENAU DURCHLESEN.
ADVERTENCIA
AVERTISSEMENT NE PAS OPERER SANS DEFLECTEUR PROTECTIF. LIRE ET COMPRENDRE LES INSTRUCTIONS DE SERVICE.
wc_si000085nl.fm
10
117431
NO OPERE SIN LOS DISPOSITIVOS DE SEGURIDAD. LEA Y ENTIENDA PRIMERO LAS INSTRUCCIONES.
PD 2A/3A 2.6
Informatie inzake veiligheid
Bedieningslabels Op Wacker-machines zijn waar nodig labels met internationale symbolen aangebracht. Deze labels worden hieronder beschreven:
Label
Betekenis GEVAAR! Motoren geven koolmonoxide af; uitsluitend in een goed geventileerde ruimte gebruiken. De bedieningshandleiding lezen. Geen vonken, vlammen of brandende voorwerpen in de buurt van de machine. De motor uitschakelen alvorens bij te tanken. WAARSCHUWING! Heet oppervlak!
VOORZICHTIG! De meegeleverde handleiding lezen en begrijpen alvorens deze machine te gebruiken. Nalaten dit te doen verhoogt het risico dat u of anderen letsel oplopen. WAARSCHUWING! Knelpunt! Niet bedienen zonder beschermkappen. De gebruiksaanwijzing lezen en begrijpen.
WARNING DO NOT OPERATE WITHOUT SAFETY GUARDS. READ AND UNDERSTAND INSTRUCTION BOOK.
WARNUNG NICHT OHNE SCHUTZVORRICHTUNG BETREIBEN. BEDIENUNGSANWEISUNG GENAU DURCHLESEN.
ADVERTENCIA
AVERTISSEMENT NE PAS OPERER SANS DEFLECTEUR PROTECTIF. LIRE ET COMPRENDRE LES INSTRUCTIONS DE SERVICE.
VOORZICHTIG! Het verbindingsstanglager maandelijks smeren.
VORSICHT
GREASE CONNECTING ROD BEARING MONTHLY
PLEUELLAGER JEDEN MONAT SCHMIEREN
PRECAUCION
PRECAUTION
ENGRASE RODAMIENTO DE LA BIELA MENSUALMENTE
GRAISSER ROULEMENT DE LA BIELLE TOUS LES MOIS
30744
CAUTION
117431
NO OPERE SIN LOS DISPOSITIVOS DE SEGURIDAD. LEA Y ENTIENDA PRIMERO LAS INSTRUCCIONES.
VOORZICHTIG! Hijspunt
wc_si000085nl.fm
11
Informatie inzake veiligheid Label
PD 2A/3A Betekenis Gegarandeerd geluidskrachtniveau in dB(A).
wc_si000085nl.fm
12
PD 2A/3A 3
Technische Specificaties
Technische Specificaties 3.1
Motor
Artikelnummer:
PDT/PDI 2A 0007610, 0007611 0007624, 0007625
PDT/PDI 3A 0007614, 0007615, 0007616, 0007628, 0007629, 0009407
Motor Fabrikant
Honda
Type motor
GX 120 K1 QX
Vermogen
kW
3,0
Bougie
type
(NGK) BPR 6ES, BOSCH WR 7DC
Afstand elektroden
mm
0,7–0,8
Toerental
tpm
2700 ± 100
Luchtfilter
type
Dubbel element
Smeerolie
oliekwaliteit
Capaciteit Motor
ml
Brandstof
type
Inhoud Brandstoftank
l
wc_td000085nl.fm
SAE10W30 - Klasse SF, SE, SD, of SC 600 Normale loodvrije benzine 2,5
13
Technische Specificaties 3.2
PD 2A/3A
Pomp
Artikelnummer:
PDT/PDI 2A 0007610, 0007611 0007624, 0007625
PDT/PDI 3A 0007614, 0007615, 0007616, 0007628, 0007629, 0009407
Pomp Gewicht
kg
52
63
*Zuigvermogen Max
m
7,5
7,5
Maximale drukhoogte
m
7,5
7,5
Totale Hoogte Max
m
15
15
Max afvoerdruk
kg/cm2
0,76
0,76
Maximaal debiet
m 3h
11
20
SmeringDrijfwerkbehuizing
oliekwaliteit ml
SAE 30 1000
SAE 30 1000
Dia. Toevoer/afvoer
mm
50
75
Max. afmetingen vaste delen
mm
30
45
-17 tot 40
-17 tot 40
-17 tot 65
-17 tot 65
Temperatuurgrenzen omgevingslucht
°C
Gepompte vloeistoftemperatuurgrenzen
°C
* Op basis van prestaties pomp op zeeniveau. Max. verplaatsing zal afnemen bij toenemende hoogte.
3.3
Geluidsmeting De vereiste geluidspecificatie in Machinerieën Wijzer 89/392/EEC, is:
Paragraaf
1.7.4.f
van
de
•
het gegarandeerd geluidskrachtniveau (LWA) = 96 dB(A)
•
het geluidsdrukniveau op de plaats van de gebruiker (LpA) = 82 dB(A) Deze geluidswaarden zijn vastgesteld volgens ISO 3744 voor het geluidsvermogensniveau (LWA) en ISO 6081 voor het geluidsdrukniveau (LpA) op de plaats van de gebruiker.
wc_td000085nl.fm
14
PD 2A/3A 3.4
Item 0007610 PDT2A
0007611 PDT2A(I)
wc_td000085nl.fm
Technische Specificaties
Afmetingen
A
B
C
X
Y
Z
mm (in.)
mm (in.)
mm (in.)
mm (in.)
mm (in.)
mm (in.)
107-
635 (25)
1015 (40)
572 (22.5)
-
-
-
108+
635 (25)
1015 (40)
610 (24)
-
-
-
635 (25)
1015 (40)
572 (22.5)
-
-
-
Revision
15
Technische Specificaties 0007614 PDT3A
PD 2A/3A
107-
750 (29.5)
1015 (40)
610 (24)
-
-
-
108+
760 (30)
1015 (40)
635 (25)
-
-
-
0007615 PDT3A(I)
750 (29.5)
1015 (40)
610 (24)
-
-
-
0007616 PDT3A(WW)
750 (29.5)
1015 (40)
610 (24)
-
-
-
107-
-
-
-
445 (17.5)
1015 (40)
572 (22.5)
108+
-
-
-
435 (17)
1015 (40)
610 (24)
107-
-
-
-
445 (17.5)
1015 (40)
572 (22.5)
108+
-
-
-
435 (17)
1015 (40)
610 (24)
107-
-
-
-
445 (17)
1015 (40)
610 (24)
108+
-
-
-
435 (17)
1015 (40)
635 (25)
107-
-
-
-
445 (17)
1015 (40)
610 (24)
108+
-
-
-
435 (17)
1015 (40)
635 (25)
102-
-
-
-
445 (17)
1015 (40)
610 (24)
103+
-
-
-
435 (17)
1015 (40)
635 (25)
0007624 PDI2A
0007625 PDI2A(I)
0007628 PDI3A
0007629 PDI3A(I)
0009407 PDI3A(WW)
wc_td000085nl.fm
16
PD 2A/3A 4
Bedrijf
Bedrijf 4.1
Toepassing Deze pomp is bestemd om schoon water of water vol rommel en zwevende vaste delen te verwijderen. Model PD 2A kan water pompen dat vaste delen bevat met een diameter van maximaal 30 mm Model PD 3A kan water pompen dat vaste delen bevat met een diameter van maximaal 45 mm. Membraanpompen zijn ideaal voor het pompen van slik, slurry en kwelwater. Typische toepassingen zijn het ontwateren van greppels, riolen, pijpleidingen, septische putten, voorraadtanks, landbouwvijvers, velden en uitgravingen waar gewoonlijk een grote hoeveelheid vaste delen in het water aanwezig is.
4.2
Aanbevolen brandstof De motor gebruikt normale loodvrije benzine. Gebruik uitsluitend verse, schone benzine. Benzine die water of vuil bevat, beschadigt het brandstofsysteem. Raadpleeg de handleiding van de motor voor volledige brandstofspecificaties.
wc_tx000228nl.fm
17
Bedrijf 4.3
PD 2A/3A Transporteren Zie afbeelding: wc_gr005011 Brandgevaar. Gemorste brandstof kan ontbranden en ernstige brandwonden veroorzaken. De machine rechtop optillen en vervoeren.
WAARSCHUWING
Doe het volgende tijdens het optillen en vervoeren van deze machine: •
Sluit de brandstofklep.
•
De machine rechtop optillen en vervoeren.
•
De hijshaak (a) gebruiken om de machine op te tillen.
•
Een hefinrichting gebruiken waarmee ten minse 70 kg kan worden opgetild.
•
De hijshaak, achterste vastsjorbalk (b) en de hefgreep (c) gebruiken om de machine op het transportvoertuig vast te zetten.
•
Niet de wielen of de as als vastsjorpunten gebruiken.
c b
wc_tx000228nl.fm
18
PD 2A/3A 4.4
Bedrijf
De pomp voeden Zie afbeelding: wc_gr001064 Membraanpompen zijn zelfaanzuigend en gewoonlijk hoeft geen water te worden toegevoegd om de pomp te starten. Als de pomp echter gedurende meerdere weken niet is gebruikt en de rubber kleppen binnenin droog zijn, helpt het toevoegen van water via de buffertank (f) om de kleppen af te dichten en de tijd benodigd voor het voeden van de pomp te verkorten. B A
>
= =
> ?
> @
4.5
w c _ g r0 0 1 0 6 4
Voordat U begint Zie afbeelding: wc_gr001064 4.5.1
Lees de veiligheidsvoorschriften voorin de handleiding.
4.5.2
Plaats de pomp zo dicht mogelijk bij het water, op een stevige, effen en vlakke ondergrond.
4.5.3
Controleer of de slangen goed aan de pomp zijn bevestigd. Aanvoerslang (c) mag geen lucht aanzuigen. Controleer of alle slangklemmen (b) en -koppelingen (a) goed vast zitten. Controleer of de dop op de buffertank (f) goed dicht is.
4.5.4
Controleer of afvoerslang (e) niet geblokkeerd wordt. Leg de slang zo recht mogelijk. Krullen of scherpe bochten die de stroom van het water kunnen blokkeren uit de slang halen. Note: Gebruik van de pomp terwijl een deel van de afvoerleiding zich hoger dan 7,5 m boven de grond bevindt, kan terugvloeiing in de pomp veroorzaken en de onderdelen van de pomp beschadigen.
4.5.5
Zorg ervoor dat de zuigkorf (d) schoon is en goed aan het uiteinde de slang is bevestigd. De korf beschermt de pomp en is zo ontworpen dat grote voorwerpen niet door de pomp kunnen worden opgezogen. LET OP de korf moet zo worden opgesteld dat deze volledig onder water blijft.
4.5.6 wc_tx000228nl.fm
Controleer het brandstofpeil, oliepeil, en conditie van de luchtfilter.
19
Bedrijf 4.6
PD 2A/3A Starten Zie afbeelding: wc_gr000014 4.6.1
Brandstoftoevoer open zetten door handel naar rechts te bewegen (a1). N.B.: Bij een koude motor, choke dicht zetten (b1). Is de motor warm, de choke in de open stand zetten (b2).
4.6.2
Contact van onsteking op “ON” (AAN) zetten (e1).
4.6.3
Gashandel opendraaien door deze iets naar links te draaien (d1).
4.6.4
De startkabel uittrekken (c). N.B.: Indien het oliepeil in de motor laag staat, zal de motor niet aanslaan. Mocht dit gebeuren, olie bijvullen. Sommige motoren zijn uitgerust met een waarschuwingslampje (f) voor het oliepeil dat zal gaan branden wanneer u de startkabel uittrekt.
4.7
4.6.5
Choke verder openzetten naarmate de motor opwarmt (b2).
4.6.6
Gashandel volledig openzetten om machine te bedienen.
Afzetten Zie afbeelding: wc_gr000014
wc_tx000228nl.fm
4.7.1
Breng het toerental terug tot stationair door de gashendel volledig naar rechts te zetten (d2).
4.7.2
Zet motorschakelaar op “OFF” (UIT) (e2).
4.7.3
Sluit de brandstofklep door de hendel naar links te verplaatsen (a2).
20
PD 2A/3A 4.8
Bedrijf
Bedrijf Afhankelijk van de lengte van de toevoerslang en de hoogte van de pomp boven het water, zou de pomp binnen een minuut water moeten beginnen pompen. Is de slang langer, dan zal dit langer duren. Indien de pomp niet volloopt, controleer dan of verbindingen los zitten of dat de aanvoerslang lucht aanzuigt. Zorg ervoor dat de korf in het water niet verstopt zit. Motor op vol toerental laten draaien terwijl de pomp werkt. Pomp NOOIT brandbare stoffen, bijtende chemicaliën of water dat giftige stoffen bevat. Deze vloeistoffen kunnen ernstig gevaar opleveren voor de gezondheid of het milieu. Neem contact op met WAARSCHUWING plaatselijke autoriteiten voor assistentie.
4.9
Accessoires WACKER biedt een complete reeks hulpstukken, slangen en klemmen om de pomp aan te sluiten die voldoen aan verschillende bedrijfsomstandigheden.
wc_tx000228nl.fm
21
Bedrijf
PD 2A/3A
4.10 Slangen en klemmen Zie afbeelding: wc_gr001065 Aanvoer Aanvoerslangen (a) dienen stijf genoeg te zijn zodat deze niet dichtklappen wanneer de pomp werkt. Afvoer Afvoerslangen (b) zijn gewoonlijk dunwandige, slappe slangen. Stijve slangen zoals deze voor de aanvoer kunnen ook voor de afvoer worden gebruikt. N.B.: Aanvoer- en afvoerslangen zijn verkrijgbaar bij WACKER. Neem contact op met de dichtsbijzijnde distributeur voor bijkomende informatie. Verbinding tussen aanvoerslang en inlaat Aanbevolen wordt om twee klemmen (c) te gebruiken voor de verbinding tussen aanvoerslangen en inlaat. N.B.: Deze verbinding is belangrijk. Zelfs een klein luchtlek aan de aanvoerzijde zal verhinderen dat de pomp gevoed wordt. Andere aansluitingen Om andere slangen aan te sluiten, is een T-bout of wormwielklem meestal voldoende om de slang op haar plaats te houden. In sommige gevallen kan het nodig zijn meerdere klemmen te gebruiken om de verbinding sluitend te houden vanwege kleine variaties in de diameter van de slangen.
b
a
wc_gr001065
c
wc_tx000228nl.fm
22
PD 2A/3A 5
Onderhoud
Onderhoud 5.1
Periodiek onderhoud Onderstaande tabel is een opgave van het basisonderhoud van de motor. Zie de bedieningshandleiding van de fabrikant van de motor voor meer informatie over het onderhoud van de motor.
Iedere dag voor u begint
Controleer brandstofpeil.
Controleer oliepeil.
Inspecteer luchtfilter. Indien nodig vervangen.
Externe sluitingen controleren.
Motorolie verversen.
Na eerste 20 uur
Iedere 2 weken of 25 uur
Iedere maand of 100 uur
Iedere 3 maande n of 300 uur
Controleer het oliepeil in de drijfwerkbehuizing van de pomp.
Smeer het pompstanglager.
Filterbeker reinigen.
Bougie controleren en reinigen.
Klepspeling controleren en afstellen.
Ververs de olie in de drijfwerkbehuizing van de pomp.
wc_tx000229nl.fm
23
Onderhoud 5.2
PD 2A/3A
Olie verversen Zie afbeelding: wc_gr000022 5.2.1
Olie laten aflopen terwijl de motor nog warm is.
5.2.2
Olievuldop (a) en aftapplug (b) verwijderen om olie af te tappen. N.B.: In het belang van milieubescherming een plastic doek en een opvangbak onder de machine plaatsen om eventueel weglopende vloeistof op te vangen. Deze vloeistof in overeenstemming met milieuvoorschriften verwijderen.
5.2.3
Aftapplug terugplaatsen.
5.2.4
Carter vullen met aanbevolen olie tot het niveau van de plugopening (c). Zie Technische gegevens voor hoeveelheid en soort olie.
5.2.5
Olievuldop terugplaatsen.
wc_gr000022
wc_tx000229nl.fm
24
PD 2A/3A 5.3
Onderhoud
Onderhoud luchtfilter Zie afbeelding: wc_gr000025 Het luchtfilter van de motor bestaat uit twee elementen. Het luchtfilter dient regelmatig te worden gereinigd zodat de carburateur goed blijft functioneren. AANDACHT: De motor NOOIT zonder luchtfilter laten draaien. De motor loopt anders ernstige schade op. NOOIT benzine of andere soorten oplosmiddelen met een laag ontvlammingspunt gebruiken om het luchtfilter te reinigen. Dit kan tot brand of explosie leiden. WAARSCHUWING Onderhoud:
wc_tx000229nl.fm
5.3.1
Verwijder de deksel van het luchtfilter (a). Verwijder beide elementen en kijk of er gaten of scheuren zijn. Vervang beschadigde elementen.
5.3.2
Was het schuimrubber element (b) in een oplossing van een zacht wasmiddel en warm water. Spoel het element grondig na met schoon water. Laat het element goed drogen. Week het element in schone motorolie en knijp overtollige olie uit het element.
5.3.3
Tik zachtjes tegen het papieren element (c) om overtollig vuil te verwijderen. Vervang het papieren element als dit erg vervuild lijkt.
25
Onderhoud 5.4
PD 2A/3A
Bougie Zie afbeelding: wc_gr000028 Reinig of vervang een bougie zo nodig om te verzekeren dat de machine goed werkt. Raadpleeg de Bedieningshandleiding van de motor. De knaldemper wordt erg heet wanneer de pomp werkt en blijft korte tijd warm nadat de motor is afgezet. De knaldemper niet aanraken terwijl deze heet is. WAARSCHUWING
N.B.: Zie “Technische gegevens” voor het aanbevolen soort bougie en de afstelling van de afstand tussen de elektroden. 5.4.1
Verwijder en inspecteer de bougie.
5.4.2
Vervang de bougie als de isolator gescheurd of beschadigd is.
5.4.3
Maak de elektroden van de bougie met een staalborsteltje schoon.
5.4.4
Stel de afstand tussen de elektroden (a) af.
5.4.5
Draai de bougie goed aan. AANDACHT: Een losse bougie kan erg heet worden en kan motorschade veroorzaken.
wc_tx000229nl.fm
26
PD 2A/3A 5.5
Onderhoud
Drijfwerkbehuizing Zie afbeelding: wc_gr003450 Controleer het oliepeil in de drijfwerkbehuizing eenmaal per week of om de 25 bedrijfsuren. Verwijder de oliepeilplug (h). Controleer of het oliepeil op gelijke hoogte is met de plugopening. Als het peil laag is, vult u olie bij via de bovenste vuldopopening (g). Niet te vol doen. Ververs de olie in de drijfwerkbehuizing eenmaal per jaar of om de 300 bedrijfsuren. Tap olie af via de aftapplugopening (f) onderaan de drijfwerkbehuizing. Vul olie bij via de vuldop bovenaan de drijfwerkbehuizing. Zie Technische gegevens voor hoeveelheid en soort olie.
g
g
h
h
f
wc_tx000229nl.fm
f
27
wc_gr003450
Onderhoud 5.6
PD 2A/3A
Stanglager Zie afbeelding: wc_gr003451 Smeer het stanglager eenmaal per week of om de 25 bedrijfsuren. Gebruik een handbediende vetspuit. Voeg vet toe via de smeernippel achter de toegangsopening (j) op het deksel vooraan.
k
j
wc_gr003451
5.7
De pomp reinigen Zie afbeelding: wc_gr001067 Wanneer u zware slik pompt of water dat grote hoeveelheden vuil en vaste delen bevat, dient u de pomp vaak te reinigen. Als deze materialen in de pomp achterblijven en opdrogen, worden ze hard en kunnen ze schade aan de kleppen en het membraan in de pomp veroorzaken wanneer de pomp de volgende maal wordt gebruikt. Reinigen van de pomp:
wc_tx000229nl.fm
5.7.1
Pomp na elk gebruik gedurende enkele minuten schoon water door de pomp om het vuil uit de binnenkant van de pomp en de slangen te spoelen.
5.7.2
Verwijder vuil vam tussen de koelribben van de motor om verstopping te voorkomen. Hierdoor wordt oververhitting van de motor voorkomen.
5.7.3
Verwijder het deksel vooraan (k) en veeg opgehoopt vuil en vet van de stang en binnenkant van het pompdeksel vooraan.
28
PD 2A/3A 5.8
Onderhoud
Filterbeker reinigen Zie afbeelding: wc_gr000029 5.8.1
Doe de brandstofklep dicht.
5.8.2
Verwijder de filterbeker (a) en de O-ring (b).
5.8.3
Was deze grondig in een onbrandbaar oplosmiddel. onderdelen en installeer ze opnieuw.
5.8.4
Open de brandstofklep en controleer of er lekken zijn.
Droog de
b
a wc_gr000029
5.9
wc_gr000032
Afstellen carburateur Zie afbeelding: wc_gr000032 5.9.1
Start de motor en laat deze op bedrijfstemperatuur komen.
5.9.2
Draai de stelschroef (a) 2 slagen naar buiten. Zie opmerking.
5.9.3
Terwijl de motor stationair loopt, draait u de stelschroef (a) naar binnen of buiten tot u de stand vindt met het hoogste toerental.
5.9.4
Nadat de stelschroef is afgesteld, draait u aan de aanslagschroef van de gashendel (b) tot het normale toerental voor stationair draaien wordt bereikt. Zie “Technische gegevens”. N.B.: Bij sommige motoren is de stelschroef uitgevoerd met een begrenzingskap (c) om overdadige verrijking van het luchtbrandstofmengsel te voorkomen en zo te voldoen aan de regels voor uitstoot. Het mengsel wordt bij de fabriek afgesteld en hoeft niet aangepast te worden. Probeer niet om de begrenzingskap te verwijderen. De begrenzingskap kan niet verwijderd worden zonder de stelschroef te breken.
wc_tx000229nl.fm
29
Onderhoud
PD 2A/3A
5.10 Opslag Als de pomp langer dan 30 dagen wordt opgeslagen: De vuldop, afvoerdop of deksel NIET openen als de pomp heet is. WAARSCHUWING
5.10.1 Verwijder de afvoerdop uit het pomphuis en laat eventueel restwater uit het pomphuis lopen. 5.10.2 Verwijder de pompdeksel en reinig de binnenzijde van het pomphuis. Breng aan de binnenzijde een lichte oliefilm aan om roestvorming tegen te gaan. Een oliespuitbus bewijst hierbij goede diensten. 5.10.3 Plak de aanvoer- en afvoeropeningen dicht zodat er niets in de pomp terecht kan komen. 5.10.4 Ververs de motorolie en volg de procedures voor motoropslag uit de handleiding van de motor. 5.10.5 Dek de pomp en motor af en sla ze in een schone en droge ruimte op.
wc_tx000229nl.fm
30
PD 2A/3A
Onderhoud
5.11 Storingen opsporen en verhelpen
Probleem/Symptoom De motor start niet.
Oorzaak/Oplossing • Motorprobleem. Zie de onderhoudshandleiding van de motorfabrikant voor het oplossen van storingen en reparatiewerk. • Motoroliepeil te laag. Olie bijvullen. • Het pomphuis zit vol vuil en rommel. De pomp demonteren en de binnenkant ervan schoonmaken. • De pompdrijfwerkbehuizing is beschadigd. Inspecteren en repareren.
De motor start maar de pomp zuigt geen water aan.
• De pomp bevindt zich te hoog of te ver van het water. De pomp dichter bij het water brengen. • Waterlek aan de aanzuigzijde van de pomp. Controleren of de slangfittings en dop op de buffertank vast zitten en goed afdichten. • Aanzuigslang beschadigd of samengeklapt. Slang repareren of vervangen. • Zeef verstopt. Zeef reinigen of vervangen. • Opgehoopt vuil in pomp en slangen belemmert de stroming. De binnenkant van de pomp reinigen en de slangen doorspoelen. • Motor draait langzaam. Het motortoerental controleren en bijstellen. Zie de "Technische gegevens" voor het motortoerental. • Pompkleppen zijn beschadigd of zitten niet goed. Controleren of stenen of grind in de kleppen vastzitten. Kleppen vervangen. • Membraan los of beschadigd. Het membraan op schade inspecteren. Vervangen en vastzetten.
Pompdebiet te laag.
• De pomp bevindt zich te hoog of te ver van het water. De pomp dichter bij het water brengen. • De aanzuigzeef of toevoerleiding zijn gedeeltelijk verstopt. De slang en zeef reinigen. • De afvoerslang is geknikt of het uiteinde is geblokkeerd. Controleren of de slang recht is en vrije stroming toelaat. • Afvoerslang te smal. Een slang van gelijke of grotere diameter dan de aanzuigslang gebruiken
wc_tx000229nl.fm
31
Onderhoud
PD 2A/3A
5.12 Uit bedrijf nemen Nadat de machine aan het einde van de nuttige gebruiksduur is gekomen, moet deze op milieuvriendelijke wijze gerecycled worden.
wc_tx000229nl.fm
•
Voer de machine niet af in normale afvalcontainers.
•
Voer de machine af volgens de plaatselijke voorschriften voor recycling.
•
Breng de machine naar uw plaatselijke aangewezen recyclinglocatie.
32
EC DECLARATION OF CONFORMITY EG VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING DÉCLARATION DE CONFORMITÉ C.E. WACKER NEUSON CORPORATION, N92 W15000 ANTHONY AVENUE, MENOMONEE FALLS, WISCONSIN USA AUTHORIZED REPRESENTATIVE IN THE EUROPEAN UNION ERKENDE VERTEGENWOORDIGER IN DE EUROPESE UNIE REPRÉSENTANT AGRÉÉ AUPRÈS DE L’UNION EUROPÉENNE
WACKER CONSTRUCTION EQUIPMENT AG Preußenstraße 41 80809 München
hereby certifies that the construction equipment specified hereunder / verklaart hierbij dat onderstaand gespecificeerde bouwmachine: / atteste que le matériel : 1. Category / Soort / Catégorie
Water Pump Units Waterpompen Groupe Motopompe à Eau 2.
Type - Type - Type
PDT 2A, PDT 3A, PDI 2A, PDI 3A, PDT 2, PDT 3 3.
Item number of equipment / Artikelnummer apparatuur / Numéro de référence du matériel :
0007610, 0007614, 0007624, 0007625, 0007628, 0007629, 0009407, 0009494, 0009495 4.
Net installed power / Netto geïnstalleerd vermogen / Puissance installée nette :
PDT 2A, PDT 3A, PDI 2A, PDI 3A 2,6 kW PDT 2, PDT 3 3,2 kW Has been sound tested per Directive 2000/14/EC / Is getest volgens richtlijn 2000/14/EG / A été mis à l’épreuve conforme aux dispositions de la directive 2000/14/CEE : Conformity Assessment Procedure / Conformiteitsbeoordelings-procedure / Procédé pour l’épreuve de conformité
Annex V / Aanhangsel V / Annexe V
Measured sound power level / Gemeten geluidskrachtniveau / Niveau de puissance acoustique fixé
95 dB(A)
Guaranteed sound power level / Gegarandeerd geluidskrachtniveau / Niveau de puissance acoustique garanti
96 dB(A)
and has been produced in accordance with the following standards: en is vervaardigd in overeenstemming met de volgende normen: et a été produit conforme aux dispositions des directives européennes ci-après :
2000/14/EC 2002/88/EC 89/336/EEC 98/37/EEC
30.07.08 Date / Datum / Date 2008-CE-PD2_PD3_nl.fm
William Lahner Vice President of Engineering
Dan Domanski Manager, Product Engineering
WACKER NEUSON CORPORATION
Wacker Construction Equipment AG · Preußenstraße 41 · D-80809 München · Tel.: +49-(0)89-3 54 02 - 0 · Fax: +49 - (0)89-3 54 02-3 90 Wacker Corporation · P.O. Box 9007 · Menomonee Falls, WI 53052-9007 · Tel. : (262) 255-0500 · Fax: (262) 255-0550 · Tel. : (800) 770-0957 Wacker Asia Pacific Operations · Skyline Tower, Suite 2303, 23/F · 39 Wang Kwong Road, Kowloon Bay, Hong Kong · Tel. +852 2406 60 32 · Fax: +852 2406 60 21