PDF-downloadservice Alstublieft! Op de volgende pagina's het door u bestelde artikel van AutoWeek. Veel leesplezier!
Disclaimer: De in deze PDF opgeslagen informatie mag op geen enkele wijze openbaar gemaakt worden, verspreid worden, gekopieerd worden of worden verveelvoudigd (ook niet via een eigen netwerk) zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van Sanoma Men's Magazines BV en alle andere rechthebbenden waaronder Axel Springer Verlag AG. Alle rechten voorbehouden. Copyright AutoWeek.
DUBBELTEST
En gáán!
“Maar wat héb je er nou aan? Ik bedoel, best leuk, hoor, honderdzoveel pk, maar je kunt toch nergens hard in Nederland. En als het kán, dan mág het niet.” Klopt. Maar natuurlijk kun je ook legaal lol hebben met onze twee op het oog zo onzinnige testauto’s: de Opel Astra OPC en de Renault Clio Renault Sport 2.0-16V.
■
Als liefhebber van sportieve auto’s moet je in Nederland over stalen zenuwen beschikken. Het mag een klein wonder heten als je op de radio tussen de filemeldingen door nog naar een moppie muziek kunt luisteren. En áls het dan een keer niet muurvast staat, dan moet je ogen aan alle kanten van je hoofd hebben om in de gaten te
26 | AutoWeek 12 - 2000
Tekst Bas Heideman, foto’s Louis Blom
houden of er niet ergens een camera klaarstaat om je toch al zo dure hobby nog wat onbetaalbaarder te maken. Je zou je als rechtgeaard snelheidsminnaar toch gaan afvragen waarom je je honderdzoveelpeekaaplus-bolide niet gewoon inruilt voor het meest amechtig boemelende jaren-zeventigdieseltje dat je kunt vinden. Wel zo rustgevend, want
als je niet kunt, dan wil je waarschijnlijk ook niet meer. Toch?
Geen nut, niet leuk Maar dames en heren, zó gruwelijk is het toch allemaal niet? Laten we nou Het limited edition-plaatje oogt een beetje tuttig!
eerlijk wezen: 200 km/h rijden is leuk, maar na 5 minuten voelt het aan of je gewoon 120 rijdt en is de lol er af. Daarnaast zijn alle mythes over het al dan niet eerder aankomen als je hard rijdt, wel zo’n beetje doorgeprikt: het
Opel Astra OPC Renault Clio Renault Sport 2.0-16V
maakt zo goed als geen barst uit. Kortom: topsnelheid rijden is nutteloos, grenst aan financiële zelfmoord en is welbeschouwd niet eens zo leuk ook. Er zijn zó veel manieren om wel lol te hebben zonder je meteen zwaar in de illegaliteit te bewegen. En dat gaan we eens bekijken aan de hand van twee auto’s die, als ze een voorhoofd hadden, er het predikaat ‘volstrekt nutteloos’ zo ongeveer opgetatoeëerd zouden hebben: de de Opel Astra OPC en de Renault Clio Renault Sport 2.0-16V.
En GSi dan? Maar eens beginnen met de Opel. Dat is ‘n beetje een geval apart. Zo vragen we ons al enige tijd af wat er toch met de term GSi gebeurd is. Voor een Opel met die naam moest je vroeger oppassen, want die was snel. Maar een Astra GSi, homaar. Het had er alle schijn van dat de Corsa GSi de allerlaatste van de GSi-generatie zou zijn, en dat we het voortaan zouden moeten doen met de zo fantasievol ‘Sport’ gedoopte versies. En nu is daar dan de Astra OPC, wat staat voor Opel Performance Center, de sport-afdeling van het concern. Aha: GSi wordt OPC? Nou nee, zo simpel is het ook weer niet: deze Astra is er een van een gelimiteerde serie, één van de ten hoogste 150 die u in ons land zal kunnen tegenkomen. Het Performance Center, dat voor Opel is wat M is voor BMW en S voor Audi, zal zich echter ook in de toekomst ook nog gaan roeren, waarbij in de eerste plaats gedacht moet worden aan ‘iets leuks’ op basis van de komende Astra Coupé. Wat niet inhoudt dat er niet ooit ’n Astra GSi komt, als ongelimiteerde supersporter. U snapt het niet meer? Geen zorgen – u bevindt zich in goed gezelschap. Wij ook niet helemaal.
Allergisch Dus als OPC de serieus-sportieve dingen voor Opel doet, dan zal Renault Sport zich wel met soortgelijke dingen bezighouden voor het Franse merk? De
Zwaar geprofileerde Recaro’s in de OPC. Het korte versnellingspookje heeft helaas een te lange slag om sportief te zijn. De sportstoelen van de Clio zijn, net als de deurpanelen, bekleed met chic alcantara. Het pookje is van (koud) aluminium.
De klokkenwinkel van zowel de Clio (boven) als die van de OPC is in het wit uitgevoerd. De wijzerplaten van de Astra lichten wat groenig op.
spijker op de kop. Met die aantekening dat waar OPC zich veelal bemoeit met Formule 3-auto’s, Renault Sport het een treetje hoger zoekt: Formule 1. Of liever zocht, want sinds Renault niet meer onder eigen naam in de F1 actief is, zal het bij Renault Sport wat stil geworden zijn. En daar spinnen wíj weer garen bij, want het geeft ze mooi de tijd om eens bij de gewonere auto’s van het merk te gaan kijken. Met als resultaat: de Clio zoals Renault Sport ’m graag ziet, en die dan ook met enig recht hun naam mag dragen. Maak overigens niet de vergissing de boel maar af te korten en er RS van te maken – da’s een naam die Ford voor sportievelingen gebruikt, en daar zijn ze bij Renault – en zeker bij Renault Sport – lichtelijk allergisch voor.
Verstandig ingekocht Je hoeft alleen naar het tweetal te kijken om in de gaten te krijgen dat de twee sportafdelingen er verschillende
visies op na houden. Wat het visuele betreft heeft het OPC echt z’n best gedaan en, het mag gezegd: met fantastisch resultaat. De Astra OPC ziet er geweldig uit, met z’n laagprofielbanden op 17”-BBS-velgen, z’n racespiegels op AutoWeek 12 - 2000 | 27
DUBBELTEST
169 pk en niet, zoals Renault beweert, 172. Dat flikken die Fransen telkens weer, die rekenen doodleuk met íets andere pk-normen waardoor ze stelselmatig te hoog uitkomen. Maar hoe dan ook, 169 pk in een autootje van 1010 kilo blijft een verschrikkelijke puist vermogen. Extra leuk is dat ook het koppel mee-profiteert: 200 Nm schopt hij eruit. Daarmee is ’t ukkie goed voor een volkomen nutteloze top van 220 km/h en een buitengewoon zinvolle acceleratie naar 100 in 7,5 seconden. Renault claimt dat het in 7,3 kan en we geloven ze, want een 100% droge weg was ons in de testperiode helaas niet gegeven.
Opel Astra OPC
Standaard sportvelgen op beide sportievelingen.
twee pootjes, de 20 mm lagere ‘ligging’, het spoilerwerk waarvan vooral die jongen op de kofferbak niet te missen is, OPC-logo’s en niet in het minst door die fraaie kleur blauw – exclusief voor de OPC. Binnenin vallen allereerst de zwaargeprofileerde sportstoelen op. Wie dan vervolgens de naam Recaro leest, weet dat Opel qua zitten verstandig heeft ingekocht. Verder heeft een OPC knalblauwe gordels, groenige wijzerplaten en een wat tuttig ogend ‘Limited Edition’-logo op de middenconsole. Waarom ze daar nou niet een mooi metalen plaatje opgeschroefd hebben..? Nou ja, zo belangrijk is dat nou ook weer niet. Een dikke 9 voor het uiterlijk.
Subtiel. Té subtiel Nee, dan de Clio. Goed, dat ze iets met die koplampen gedaan hebben, dat zien 28 | AutoWeek 12 - 2000
Clio Renault Sport
Bewonderenswaardig
▲
Stoer uiterlijk Prima prestaties Rijke uitrusting
▲
Razendsnel Vóelt ook snel Rijke uitrusting
▼
Kan Clio niet bijbenen Wat afstandelijk Zicht naar achteren
▼
Geen koopje Nerveus van achteren (zóu ook een pluspunt kunnen zijn...)
we meteen, maar die heeft de 16V ook, en voor de rest? We hebben hem echt even naast een gewone Clio moeten parkeren om de verschillen te zien. Hij ligt iets lager, z’n spatborden zijn een héél klein beetje breder, de grille is iets dieper, er zijn bescheiden skirts gemonteerd en de Clio staat op stoere OZ-velgen. Maar het is allemaal wel héél subtiel. We weten het, het is de mode zoals Frankrijk ’m de laatste tijd dicteert (laatst nog wel eens gezegd: hé, kijk, een Peugeot 206 GTI?), maar van ons mag het best iets meer wezen. Vroeger was het simpel: Clio met luchthapper in de motorkap? Oppassen: 16V. Grote Gouden wielen erbij? Extra oppassen: Clio Williams. De Clio Renault Sport had, als opvolger, natuurlijk ook best een leuk happertje en wat gouden velgen mogen hebben. Beetje gevoel voor traditie, Renault! Hoe dan ook, je zit op prima, met alcantara afgewerkte sportstoelen, en zet je voeten neer op geperforeerde aluminium pedalen. De pookknop is ook van alu (k-k-koud!), de deuren zijn met alcantara versierd en de wijzerplaten zijn wit. Het stuur is bekleed met een combinatie van leer en een raar goedje, een soort zeemleer. Voelt vreemd aan, maar went en geeft grip, en daar gaat het maar om.
Geen 172, maar 169 pk Belangrijker, want het uitgangspunt van deze test is de vraag: wat hebben de Sport-heren en Performance-dames met bijvoorbeeld de motor gedaan? Al die dingen zijn leuk voor het oog, maar een auto gaat er geen spat harder door rijden. Laat de cijfers hun boekdelen spreken. De Clio Renault Sport heeft een 2-liter grote zestienklepper die er net zo makkelijk 124 kilowatts uitgooit: Dat is dus – nog naar boven afgerond ook –
Ook motorisch geldt voor de OPC: it’s an Astra, but not as we know it. De op zich bekende tweeliter zestienklapper is in deze versie opeens goed voor 160 pk vermogen en 188 Nm koppel. Daar schijnt Lotus zich nog tegenaan bemoeid te hebben. De OPC is met z’n gewicht van 1210 kilo zo’n 40 kilo lichter dan een ‘gewone’ Astra Sport, maar nog altijd 200 kilo zwaarder dan z’n rivaal in deze test. Ook geen wonder - hij zit eenmaal een klasse hoger en is een stuk groter dan de Clio. In de prestaties zijn die verschillen natuurlijk duidelijk terug te vinden. De sprint naar 100 verloopt in 8,6 tellen, 0,4 meer dan Opel claimt. Het is daarbij zaak wel even de standaard tractiecontrole uit te zetten, want die grijpt nogal bruut in op het moment dat de wielen gaan spinnen, en dat kost tienden. Die tractiecontrole heb je De 2-litermotor maakt van de Clio Renault Sport Koning stoplichtsprint.
Je zou het niet verwachten, maar de Astra heeft de echte toerenmotor van de twee auto’s. Boven de 4000 tpm barst de hel los.
sowieso niet echt nodig, want de Astra heeft bewonderenswaardig veel grip. Knap, want we kennen heel wat auto’s die heel wat meer moeite hebben om heel wat minder vermogen op de weg te krijgen.
Stoplicht! Goed, tijd om legale lol te gaan beleven met ons dynamische duo. En wat is het eerste waar we dan aan denken? Tuurlijk: de stoplichtsprint! Geen wet die dat verbiedt. Je staat vooraan bij een verkeerslicht, en naast je neemt zo’n opgeschoten figuur plaats. Hèng-hèng, gaat de motor, en zenuwachtig wordt er naar opzij gekeken of je (wedstrijdje?) er misschien zin in hebt. In dat geval kun je heel wat slechtere auto’s bij je hebben dan een van deze twee. De
Astra-motor moet je niet al te veel toeren laten draaien, anders grijpt, op het moment dat je de koppeling met één klap laat opkomen, de tractiecontrole als gezegd bruut in. Ook bij de Clio moet je trouwens goed het gas doseren. Niet vanwege tractiecontrole, dat zit er niet op, maar omdat de Clio meer problemen heeft met de paarden die op z’n voorwielen worden losgelaten. Wie de motor ook maar één toertje meer dan 2500 laat draaien voor ’ie wegspuit, blijft gewoon staan. Onder begeleiding van een ontzagwekkende hoeveelheid bandenrook en -gepiep, dat wel, maar daar win je de sprint niet mee. Wie de Clio wél goed van z’n plek weet te krijgen, hoeft voor bijna niemand in het stof te bijten. 99 Procent van het vaderlandse wagenpark, inclusief de Astra OPC, zit in no-time tegen z’n achterkant aan te kijken. De Clio Renault Sport is Koning Stoplichtsprint.
Inhalen! Je moet het veilig doen, maar dan is het hartstikke leuk. Nee, we hebben het over inhalen. Al is het alleen maar omdat het De zwaar geprofileerde Recaro’s in de OPC geven veel zijdelingse steun. De zetels in de Clio zijn bekleed met chic alcantara.
een zeer welkome afwisseling op dat alsmaar-rechtdoor is en vanwege het ‘bite the dust’-gevoel dat zich na elke succesvolle poging meester van je maakt. Opmerkelijk is dat, hoewel het maximum koppel van de Astra bij een lager toerental wordt geleverd dan dat van de Clio (4300 tpm tegen 5400 tpm), die laatste z’n koppel kennelijk over een veel breder gebied uitsmeert. Vooral in de tussenacceleraties maakt de Clio gehakt van de OPC. Neem nou inhalen van 80-120 in vijf: dat doet de Clio in een
razendrappe 10,1 seconden. De Astra hobbelt daar maar liefst 6 seconden achteraan. Nu is daar wel een mouw aan te passen: gewoon terug naar vier, dan gaat het een heel stuk vlotter. Maar ook dan redt de toch behoorlijk rappe OPC het niet tegen de Clio. Je zou het misschien andersom verwachten, maar van deze twee heeft de Astra de echte toerenmotor. Tot ongeveer 4000 tpm gebeurt er niet eens zoveel, daarna breekt de hel los - ook qua geluid trouwens, want de OPC zet dan een forse keel op. Op de snelheden die je dan bereikt hebt, krijg je ook te maken met een stevig windgeruis, bijvoorbeeld langs die stoere spiegels. Het geluid van de Astra is trouwens eerder hard dan lekker. ’t Bromt nogal zonder écht sportief te klinken. Daar heeft de Clio trouwens ook last van, al heeft die een net iets venijniger snerpje. Een studiereisje naar Italië zou geen van beide sportafdelingen kwaad doen.
Bochten! Maar de simpelste legale manier om toch lol te hebben van je snelle auto vind je op élke weg. Want hoe lang je ook doorrijdt, een bocht kom je uiteindelijk altijd tegen. Qua bochtgedrag vertonen de twee auto’s opmerkelijke verschillen. We haalden het al even aan:
Aërodynamische spiegels met twee bevestigingspunten op de Astra OPC.
de Astra heeft ontzettend veel grip, en mocht dat ophouden, dan is er altijd nog de tractiecontrole. Schakel die uit en je zult merken dat de OPC uiteindelijk over z’n voorwielen gaat schuiven - onderstuur dus. Wie dan z’n voet van het gaspedaal haalt, zet de neus weer keurig terug. Overigens helt de carrosserie van de OPC tijdens dat soort geintjes meer over dan je op grond van z’n uitdagende oorlogskleuren zou verwachten. Hij is eigenlijk heel comfortabel, zeker als je je bedenkt dat Astra’s tegenwoordig redelijk aan de stugge kant zijn. Dat overhellen blijft binnen de perken, maar voor het echt sportieve had de OPC best iets steviger geveerd mogen zijn. Na een rit in de Clio zal evenmin iemand een afspraak met de tandarts hoeven te maken. Hij is misschien iets stugger dan
Opel Astra OPC: top 220 km/h, 0-100 in 8,6 s. de Astra, maar veel scheelt het niet. Op bochten reageert hij totaal anders dan de OPC: ook hij heeft bakken grip, ook hij gaat als het te hard gaat naar de buitenkant van de bocht glijden. Maar haal dan ’ns je voet van ’t gaspedaal en de achterkant breekt uit: overstuur! Niet van het gemeenste soort, want je voelt het keurig aankomen en kunt ruim op tijd reageren. En: als je er een beetje mee om weet te gaan, dan kun je er fantastisch mee spelen en die Clio overdwars door een bocht jagen. Aan de andere kant, dat dachten we van een Audi TT ook, en die worden bij bosjes platgereden. Enige oplettendheid is dus geboden!
Sturen & de rest Clio Renault Sport: top 220 km/h, 0-100 in 7,5 s.
Een groot deel van de lol van je sportautootje zit ’m natuurlijk in het rijden zelf - sturen, schakelen, het gevoel dat je AutoWeek 12 - 2000 | 29
DUBBELTEST Uitrusting/opties
Clio
Astra
ABS S Airbag l/r/opzij S/S/S Airco/automatisch S/Automaat Bekerhouders v/a -/Boordcomputer/uitgebreid S/S Buitenspiegels elektr./verw. S/S Centr. vergr./afstandsbed. S/S Derde driepuntsgordel S Derde hoofdsteun achter S Dodehoekspiegel l/r S/Getint glas S Hoofdst. achter/verstelb. S/S Hoogte-/diepteverst. stuur S/S Lendensteun l/r S/S Lichtmetalen velgen S Metallic lak S Mistlampen vóór S Neerkl. achterb./gedeeld S/S Regensensor Stab.systeem/traction contr. -/Toerenteller S Zijruiten elektr. v/a S/S = standaard, - = niet leverbaar
S S/S/S S/S/S/S S/S S/S S S/S S/S S/S S/S S S S S/S -/S S S/-
gebeurt. Da’s ook een beetje zo met sturen, gasgeven en remmen; het gebeurt wel, heel erg zelfs, maar ’t is wat afstandelijk. Wat overigens weer veel goedmaakt, zijn die klemzettende Recaro’s. Geven je het serieuze racegevoel. Keerzijde: door die prominente ‘oren’ op schouderhoogte kun je niet of nauwelijks bij je gordels. Daarnaast zijn ze fors groter dan het standaardmeubilair en nemen derhalve nogal wat plaats in. Nog één klein minpuntje: die achterspoiler neemt een hoop zicht naar achteren weg - en je wist toch al nooit precies waar die achterkant ophield. Wat bij de OPC misgaat, heeft de Clio juist heel goed voor elkaar. De close-
Technische gegevens
Renault Clio Renault Sport
Opel Astra OPC
Motor
viercilinder, dwars voorin, 4 kl./cil. 1998 cc 82,7 x 93 mm 11,0:1 MPI 124 kW/169 pk bij 6250 tpm 200 Nm bij 5400 tpm voorwielen 5 onafh. MacPherson, stab semi-onafh., stab. gev. sch./sch., ABS 3,77/1,64/1,42 m 2,47 m 50 liter 255-1037 liter 1010 kg 480 kg 1200 kg
viercilinder, dwars voorin, 4 kl./cil. 1998 cc 86 x 86 mm 10,8:1 MPI 118 kW/160 pk bij 6500 tpm 188 Nm bij 4300 tpm voorwielen 5 onafh. MacPherson, stab.. semi-onafh. gev. sch./sch., ABS 4,11/1,71/1,40 m 2,61 m 52 liter 370-1180 liter 1210 kg 475 kg niet mogelijk
Cilinderinhoud Boring x slag Compressieverh. Brandstofsysteem Max. vermogen Max. koppel Aandrijving Aantal versnellingen Ophanging vóór Ophanging achter Remmen vóór/achter Afmetingen l/b/h Wielbasis Tankinhoud Bagageruimte Gewicht Laadvermogen Aanhanger (geremd)
Het Clio-pookje ligt lekker in de hand.
Geperforeerde pedaaltjes in de Clio.
auto je (terug)geeft. Niemand die ooit in een Astra gereden heeft, zal door de OPC verrast worden. Hij stuurt, schakelt en koppelt als elke andere. Vinden we een beetje jammer, want juist de slagen van koppelingspedaal en versnellingspook vinden we in een Astra altijd al ellenlang. Maakt de boel wel lekker foolproof, maar het komt het gevoel niet ten goede - het duurt langer, waardoor het net is alsof alles met enige vertraging
ratiobak schakelt zwaar maar lekker kort, de pedaalslag is al niet veel langer en sturen gaat ook al zo lekker direct. De stoelzittingen volgen helaas de sfeer van de bak en zijn dus aan de korte kant, maar verder zit je vorstelijk en klemvast. Doe daarbij nog de vinnige reactie van de Clio op elke beweging die je met je voeten maakt (gas = vooruitspuiten en rem = stilstaan) en we kunnen de volgende vergelijking rustig maken. In de Astra ben je dirigent van ’n orkest, in de Clio bespeel je het instrument zelf.
En dus... Voor de uitrusting hoef je geen van beide auto’s te laten staan. Airbags links en rechts, sidebags, ABS, elektrisch te bedienen ramen en spiegels, centrale vergrendeling met aabee, en alle eerder vermelde toeters en bellen: standaard. Over het prijsverschil zullen we het niet hebben - deze twee behoren nu eenmaal tot twee verschillende klassen. Nee, de uitslag zal moeten voortkomen uit de funfactor, de hoeveelheid pret die je met ze kunt hebben. De Astra ziet er echt fantastisch uit en presteert, zolang je de boel maar op toeren houdt, uitstekend. Z’n belangrijkste manco zit ’m in het feit dat hij zijn snelheid niet over weet te dragen op de bestuurder. Het gaat wel hard, maar dat blijkt meer uit wat je op je meters ziet dan uit het gevoel dat je van hem krijgt. Ondanks z’n wilde allesof-niets-uiterlijk is hij eigenlijk een allrounder. ’t Hoeft niet, ’t kan wel. Hoe anders is dan de Clio: hij heeft de looks niet, maar gaat niet alleen nog veel harder dan de OPC, het voelt ook elke meter zo aan. De Clio is een GTI in z’n zuiverste vorm: snel, direct en zelfs een tikkeltje gemeen. De Astra OPC is een zalige auto, maar kan niet in de schaduw van de Clio staan als het om onversneden lol gaat. En daar was het toch allemaal om begonnen..? ■
* = De voorstoel wordt ingesteld voor een gemiddeld Nederlands postuur
Interieurmaten (in cm) Clio Astra
A 89 88
B 99 100
C 60 63
D 27 27
E 58 68
F 86 94
G 34 33
H -
I -
J -
K 16 20
L M N 64 67 182 83 78 184
Prestaties
Renault Clio Renault Sport
Opel Astra OPC
Topsnelheid* 0-100 km/h 50-80 km/h in 3/4 80-120 km/h in 4/5 Geluid 100/120 km/h Verbruik gem.* Testverbruik gem. Actieradius * = fabrieksopgave
220 km/h 7,5 (7,3*) s 4,1/5,6 s 7,1/10,2 s 70/72 dB 7,9 l/100 km (1:12,6) 9,7 l/100 km (1:10,3) 515 km
220 km/h 8,6 (8,2*) s 5,1/7,4 s 10,0/16,5 s 70/72,5 dB 9,2 l/100 km (1:10,9) 9,4 l/100 km (1:10,6) 551 km
f 48.000 f 1048,50 f 167-f 178 1 jaar, onbeperkt, 6 jaar carrosserie 15.000 km/30.000 km Renault Nederland, 020-5619191 www.renault.nl
f 55.950 f 1013,50 f 242-f 259 1 jaar onbeperkt, 12 jaar carrosserie 15.000 km/30.000 km Opel Nederland, 078-6422100 www.opel.nl
Kosten Prijs Bijkomende kosten Houderschapsbel. 3 mnd Garantie Onderhoudsinterval kl./gr. Importeur Internet
Koffers
Clio Astra
2x 2x
Laadvermogen
-x 1x
1x -
1x 4x
5x 5x
+ 105 kg + 100 kg