PaTz
Nieuwsflits 2 maart 2011
► Eén jaar PaTz Een inspirerend jaar, met als conclusie dat de PaTz-aanpak veelbelovend is. Alle groepen hebben aangekondigd door te gaan, meer huisartsen uit Amsterdam hebben zich aangemeld, en ook in Rotterdam, Almere en in Midden-Brabant gaan groepen van start. We werken aan verdere verdieping van de inhoud voor de bijeenkomsten, maar we realiseren ons ook dat het belangrijkste doel is: samen zorg plannen voor onze palliatieve patiënten. En dat kan op veel manieren. Terwijl binnenkort de nameting, tweede fase van de analyse, door het EMGO zal plaatsvinden volgt hier alvast een eerste poging tot inhoudelijke analyse. In de vier groepen zijn nu vier tot zes bijeenkomsten gehouden. En terwijl in alle groepen het enthousiasme groot is, zijn er ook grote verschillen in de aanpak. Daar is op zich niets tegen mits het uiteindelijke doel - verhoging van de kwaliteit van de palliatieve zorg - maar bereikt wordt! Bart Schweitzer Huisarts/ projectleider
► Het palliatieve zorgregister We namen als uitgangspunt het leren werken met het palliatieve zorgregister: de patiënten benoemen, hun wensen en behoeftes in kaart brengen en vervolgens een zorgplan maken. Het gebruik van het zorgregister Het zorgregister is een hulpmiddel om de discussies tijdens de PaTz-bijeenkomsten te structureren. Het is een eenvoudig Excel-bestand en het vraagt weinig tijd om het in te vullen. Het wordt beheerd door de huisartsvoorzitter van de groep die de andere deelnemers vraagt hun patiënten aan te melden en van een kleurcode te voorzien. In Diemen-Zuid staat het bestand op de centrale server en is voor alle deelnemers toegankelijk. Bij elke zitting wordt de lijst doorgenomen, waarbij er voor sommige patiënten maar een paar woorden nodig zijn (nog steeds ‘groen’: geen problemen) terwijl er bij anderen (geel: levensverwachting in weken, en rood: in dagen) taken worden verdeeld en informatie wordt gevraagd en uitgewisseld. Bij overleden patiënten (blauw) wordt gevolgd of het rouwproces ‘normaal’ verloopt.
PaTz Palliatieve Thuiszorg Pilot-project van het IKA, Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen en 1ste Lijn Amsterdam
In één groep (het betreft de huisartsen uit een gezondheidscentrum) wordt er met een gezamenlijk zorgregister gewerkt dat geanonimiseerd op een voor de leden bereikbare site staat. In een andere groep wordt er door individuele huisartsen wel een register bijgehouden, maar niet gezamenlijk. De meeste huisartsen in Hagro Zuid hebben al in het beginstadium van het PaTz-project het zorgregister losgelaten, ondanks dat het herhaaldelijk op de agenda heeft gestaan en het belang ervan is besproken. Aan de hand van de kleurcodering kon een patiënt, indien noodzakelijk, doorverwezen worden naar één van de wijkverpleegkundigen die bij het PaTz-overleg betrokken was. Een knelpunt in Diemen was dat het, ondanks de kleurcode, soms moeilijk is in te schatten wanneer de bulk aan zorg via de PTZindicatie geleverd moest worden. Dit leidde af en toe tot een zorginfarct bij het betreffende wijkverpleegkundig team die ineens zes terminale patiënten in zorg krijgen. Hieronder een geanonimiseerd voorbeeld van een register Ontbrekende kolommen: datum waarop patiënt in register is gezet, geboortedatum patiënt, huisarts, wijkverpleegkundige, rouw en crisissituatie. DIAGNOSE
PROBLEMEN
Mammaca
Benauwd, angstig
Hodgkin
Uitbehandeld, opnieuw ziek
Larynxca
Eet, drinkt slecht
Term.Nierinsuff.
VERZORGERS
OVERDRACHT
PLAATS ZORG
PLAATS OVERLIJDEN
Ja
Kuria
Kuria
Alleen
Ja
Thuis
Echtgenoot cardiaal
Nee
Thuis
Probl.
Vriendin?
Nee
Longca.
Alcohol, ontkenning
Vriend
Ja
Thuis
MS
Ligt op bed
Echtgenoot
Ja
Thuis
Longcarc klc
Hersen meta
Ja
Thuis
CVA
Dementerend
Echtgenoot / Zoon
Ja
Thuis
Echtgenoot / Dochter
Ja
Thuis
Pancreaskop Prostaatca
Verst.gehandicapt
Woongroep
Nee
Thuis / St. Philadelphia
Endometriumca
Verst.gehandicapt
Verzorgende
Ja
Berkenstede
Tumor buik
Ascites/oedeem benen
Dochter
Ja
Thuis
pagina 2 van 6
Thuis
Thuis
PaTz Palliatieve Thuiszorg Pilot-project van het IKA, Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen en 1ste Lijn Amsterdam
Organisatie De opkomst van de groepen is goed, zowel van huisartsen als van wijkverpleegkundigen. Leiding van de groepen gebeurt grotendeels ad hoc. Er worden soms afspraken gemaakt en vastgelegd. Reminders voor komende vergaderingen worden verstuurd. Werkplannen in formele zin worden niet gemaakt, wel worden er in individuele gevallen werkafspraken gemaakt. De wijkverpleegkundige wordt af en toe ingeschakeld en maakt een visite om de situatie rond een patiënt in kaart te brengen. Daarbij worden tot nu toe geen financiële drempels opgeworpen. Inhoud Een breed scala aan palliatieve zorg komt aan bod. Het betreft niet alleen kankerpatiënten. Zowel medisch-inhoudelijke als verzorgingsvragen worden besproken. Er wordt regelmatig een beroep gedaan op de deskundigheid van de begeleiders, al verschilt ook dat per groep. De overdracht naar de HAP wordt incidenteel aan de orde gesteld. De vroegtijdige herkenning van de palliatieve fase komt nog niet erg aan bod in de besprekingen. De neiging om ingewikkelde casuïstiek te bespreken staat op de voorgrond. Motivatie Huisartsen vinden het prettig om een casus in te brengen, het geeft ze de kans om ervaringen, twijfels en zorgen te delen. Wat dat betreft heeft de groep ook een peergroep effect. Ook voor wijkverpleegkundigen geldt dit. Zij vinden het erg belangrijk om op deze manier een duidelijke ingang bij de huisartsen te hebben om de complexe problematiek van deze patiënten te bespreken.
► Ervaringen van de Buurtzorg tot nu toe Oud-Zuid in cijfers Er zijn dertien AIV aanvragen via het PaTz-project door huisartsen gedaan die de drie thuiszorgorganisaties in Zuid hebben gedeeld (drie AIV’s lager dan de schatting van de huisartsen). Hiervan zijn zeven patiënten in zorg gekomen en bij zes patiënten bleef het bij AIV. Ongeveer vier van de vierentwintig AIV aanvragen die bij het Buurtzorgteam Oud-Zuid in 2010 zijn binnengekomen betreffen het PaTz-project. Twee zijn gebleven bij AIV en hebben tot nu toe nog niet tot zorg geleid. Twee van de twintig overleden patiënten in 2010 betroffen gedeelde patiënten via het PaTz-overleg.
pagina 3 van 6
PaTz Palliatieve Thuiszorg Pilot-project van het IKA, Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen en 1ste Lijn Amsterdam
Eind 2010 bleken negenentwintig patiënten uit zeven huisartsenpraktijken overleden te zijn zonder dat zij in het PaTz-overleg waren besproken. Een deel van deze overleden patiënten had zorg van een andere organisatie of van een wijkverpleegkundige. Volgens opgave van de huisartsen zijn zeven patiënten overleden die via PaTz bij de wijkverpleegkundigen in zorg zijn gekomen. Een after death analysis vindt nog weinig plaats, twee keer afgelopen jaar. Diemen in cijfers Er zijn in totaal dertien cliënten overleden van wie drie al besproken werden in het PaTzoverleg. Deze drie cliënten waren al in zorg bij Buurtzorg. Daarnaast zijn in Diemen vier cliënten voor AIV door de huisartsen uit het Patz-project doorverwezen naar het Buurtzorgteam Diemen. Bij drie was er na de AIV geen aanleiding om de zorg voort te zetten. Samenwerking huisarts-wijkverpleegkundige De contacten met de huisartsen zijn schaars en in het kader van palliatieve zorg wel heel belangrijk. Het is voor wijkverpleegkundigen en huisartsen leerzaam op de hoogte te raken van elkaars expertise. Het is bevorderlijk voor het multidisciplinair vertrouwen. Wijkverpleegkundigen zijn in staat de huisartsen en hun werkwijze en afwegingen beter te leren kennen en daardoor makkelijker contact te leggen. Het PaTz-project heeft de uitwisseling van mogelijkheden, expertise en kennis tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen vergemakkelijkt en AIV (tot maximaal vijf uur), de PTZ-indicatie en de 24-uurszorg onder hun aandacht gebracht. Huisartsen waren voor het merendeel niet op de hoogte van deze mogelijkheden van palliatieve zorg. Het is belangrijk dat wijkverpleegkundigen al vroeg door de huisarts geïntroduceerd worden bij hun patiënten om een vertrouwensband op te bouwen en mee te groeien in het ziekteproces. De positie van de wijkverpleegkundige wordt versterkt als de huisarts hem/haar introduceert als hulpverlener die de huisarts nodig heeft om samen goede zorg te kunnen verlenen in de palliatieve fase. De vraag naar zorg moet niet afhangen van de patiënt. Uitwisseling van kennis en kunde Huisartsen hebben grote behoefte bij de PaTz-bijeenkomsten hun patiënten te bespreken in een soort intervisie in aanwezigheid van een verpleegkundig- dan wel artsconsulent van het consultatieteam Helpdesk te Amsterdam. Het gaat hen vooral om inhoudelijke, medische en farmaceutische kennis en ervaring. Zij weten weinig over de rol die verpleegkundigen hierin kunnen spelen. Bijvoorbeeld op het gebied van anamnese, observatie en begeleiding bij pijn, obstipatie, (dreigende)ileus, delier, misselijkheid, benauwdheid, hulpmiddelen, pomp, palliatieve sedatie, overbelasting mantelzorg, inschakelen lymftherapie, ademhalingsoefeningen, oncologische wonden, inschatten van levensverwachting, etc.
pagina 4 van 6
PaTz Palliatieve Thuiszorg Pilot-project van het IKA, Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen en 1ste Lijn Amsterdam
Ook zijn zij niet op de hoogte van kennis en expertise van wijkverpleegkundigen over gevolgen chemo en bestraling. De bijdrage van wijkverpleegkundigen is in deze situatie daarom helaas te gering. Communicatie en uitwisseling van wederzijdse know how in specifieke situaties, gezamenlijk overleg bij patiënt thuis dan wel via zorgdossier gebeurt zelden. De communicatie tussen wijkverpleegkundigen en huisartsen laat dus nog te wensen over, zowel tijdens de PaTz-bijeenkomsten als in de zorg bij de mensen thuis. Plannen voor 2011 In alle drie de gebieden waar Buurtzorgteams betrokken zijn, wil men doorgaan met de bijeenkomsten, hoewel de frequentie verschilt. In Zuid willen huisartsen en wijkverpleegkundigen drie à vier bijeenkomsten per jaar, in Oost blijft het zes keer per jaar. Imke Lampe Wijkverpleegkundige Buurtzorg Nederland
► Vooraankondiging minisymposium PaTz De voorbereidingsgroep wil op 10 mei, van 17.00 tot 20.00 uur een minisymposium organiseren over de eerste ervaringen met het PaTz-project. Het wachten is nog op de nameting door het EMGO. Het minisymposium is bedoeld voor groepen die al aan het PaTz-project deelnemen, maar ook voor groepen die nog willen starten met de aanpak. Zowel binnen als buiten Amsterdam is er belangstelling voor het project. Alle betrokkenen bij het PaTz-project ontvangen een uitnodiging voor het minisymposium.
► Dinsdag 5 april thema-avond Palliatieve zorg Het netwerk palliatieve zorg Amsterdam-Diemen organiseert in samenwerking met de Helpdesk Palliatieve Zorg Amsterdam een derde thema avond voor artsen en palliatief geïnteresseerde verpleegkundigen. "Sterven op je eigen wijze" en "Grote-kleine klachten in de palliatieve fase"
pagina 5 van 6
PaTz Palliatieve Thuiszorg Pilot-project van het IKA, Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen en 1ste Lijn Amsterdam
Programma 18.00–18.30 Registratie en koffie/thee en broodjes 18.30–18.45 Inleiding door Hugo van Zoest 18.45–19.45 Ineke Koedam van de stichting STEM, ondanks het feit dat sterven een uniek proces is, zijn er patronen herkenbaar in de manier waarop individuele mensen zich verhouden tot hun stervensproces. Deze 'sterfstijlen’ zijn geldig voor patienten maar ook voor hun hulpverleners 19.45–20.00 Pauze 20.00–21.00 Manon Boddaert (hospice arts) en Roelien Pietersma (verpleegkundige), kleine klachten die een grote impact kunnen hebben zoals de hik, jeuk, koorts en zweten. Locatie Kosten Accreditatie Inschrijven
Amstelzaal in Vumc, De Boelelaan 1117 te Amsterdam € 25,Is aangevraagd Uitsluitend via www.netwerkpalliatievezorg.nl/amsterdam
► Personele wisseling PaTz-voorbereidingsgroep Ellis Lourijsen heeft de voorbereidingsgroep verlaten. Sinds 1 februari is zij overgestapt van 1ste Lijn Amsterdam naar de SHDA (Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam). Haar rol in de voorbereidingsgroep is overgenomen door Marij Duijsters, senior adviseur. De voorbereidingsgroep bestaat in 2011 uit: Bart Schweitzer, Joke Groen, Hugo van Zoest, Imke Lampe, Roelien Pietersma en Marij Duijsters.
► Redactie Suggesties voor onderwerpen, maar ook jullie eigen bijdragen zijn welkom. Stuur je ideeën, wensen, tekst naar: 1ste Lijn Amsterdam Carin Sieling, bureaucoördinator
[email protected]
pagina 6 van 6