Brandveiligheidsrapportage - Pastorie Omgevingsvergunning Project:
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
Kenmerk:
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Datum:
29-10-2014
Bijlage 17 van besluit 2014/1907-V1
Brandweer Midden- en West- Brabant
Programma Risicobeheersing
Bezoekadres Grauwe Poldervoetpad 3 4876 AW Etten-Leur
Postadres Postbus 101 4870 AC Etten-Leur
Algemeen T (076) 760 28 28 E
[email protected] I www.nex2us.nl
medewerker risicobeheersing:
C.L.H.M.J. (Corne) Oomen
datum:
02-10-2014
kenmerk: O akkoord
U14005092, rapport, bra pastorie A2voorwaarde √ akkoordmj onder O
O niet akkoord
O voor gezien
Nex2us KvK Breda 54111625 BTW nr NL8511.67.755.B01 ABN AMRO 594566770
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
2014025.bra.pastorie.mj.A2 Opdrachtgever
Maeslissen b.v Burgemeester Guljélaan 6 4837 CZ BREDA Vertegenwoordigd door: De heer G. Maes
Architect
Architecten Haverman van den Meiracker Vermeulen bv Burgemeester Guljélaan 6 4837 CZ BREDA T (076) 514 46 44 Vertegenwoordigd door: Mevrouw M. Laverman
Project
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
Projectnummer
2014025
Rapportnummer
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Datum
29-10-2014
Versie
Definitief
Uitgevoerd door
ing. M.P. Joosen
Verificatie
D.R. van Dongen Nex2us Grauwe Poldervoetpad 3 4876 AW ETTEN-LEUR Postbus 101 4870 AC ETTEN-LEUR T (076) 760 28 28 I www.nex2us.nl E
[email protected]
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Pagina | 2
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
Inhoud 1.
Inleiding
4
1.1.
Beschrijving project
4
1.2.
Gebruikte tekeningen
4
2.
Algemeen
5
3.
Brandcompartimentering
6
4.
(Beschermde) subbrandcompartimentering
6
5.
Vluchten
7
6.
Installaties
7
7.
Constructies
8
Bijlage
2014025.bra.pastorie.mj.A2
9
Pagina | 3
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
1.
Inleiding
In opdracht van Maeslissen bv, zijn voor het project Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda de gegevens voor de omgevingsvergunning getoetst aan verschillende aspecten van het Bouwbesluit 2012 m.b.t. brandveiligheid. In onderhavig rapport wordt het bouwdeel ‘pastorie’ nader uitgewerkt.
1.1.
Beschrijving project
Het project betreft het herbestemmen van een bestaande kerk met pastorie. De bestaande pastorie wordt herbestemd naar een kinderdagverblijf. De bestaande kerk wordt herbestemd naar een multifunctionele ruimte waarin o.a. een fitness, restaurant en losse verhuurbare units worden ondergebracht. Pastorie Kelder (circa 2,36 m onder het meetniveau) Natte ruimtes Begane grond (meetniveau) Babyruimte 1 Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied Babyruimte 2 Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied Babyruimte 3 Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied
(8 kinderen) (10 kinderen) (9 kinderen)
e
1 verdieping (4,4 m boven meetniveau) Kinderenruimte 4 Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied Kinderenruimte 5 Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied
(14 kinderen) (15 kinderen)
e
2 verdieping (8,7 m boven meetniveau) Kinderenruimte 6 Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang Nanny ruimte Kantoorfunctie Atelier Bijeenkomstfunctie voor kinderopvang Spreekkamer Bijeenkomstfunctie Installatieruimte Overige gebruiksfunctie, technische ruimte
(20 kinderen) (2 personen) (8 personen) (4 personen)
In de totale pastorie maximaal 15 volwassenen en 75 kinderen
1.2. Gebruikte tekeningen De verschillende onderzoeken en berekeningen zijn gebaseerd op de hieronder genoemde tekeningen. Nummer
Omschrijving
Datum
0702.V.10 0702.B.01 0702.B.02
Bestaande indeling pastorie Nieuwe toestand plattegronden pastorie Nieuwe toestand gevels pastorie
20-03-2014 24-06-2014 24-06-2014
Etten-Leur, 29-10-2014 Nex2us
ing. M.P. Joosen
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Pagina | 4
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
2.
Algemeen
Sinds de invoering van het Bouwbesluit 2012 is er expliciet in het Bouwbesluit en de Woningwet geregeld op welke wijze er omgegaan dient te worden bij bestaande bouw, verbouw en functiewijziging. Voorheen golden bij verbouw altijd de nieuwbouwvoorschriften en kon het bevoegd gezag besluiten dat hiervan mocht worden afgeweken. Nu kan men aan de hand van de specifieke verbouw voorschriften zelf de eisen herleiden. Er is geen sprake meer van het aanvragen van ontheffing en/of beleid bestaande bouw zoals van toepassing was bij Bouwbesluit 2003. Een bestaand gebouw dient conform Bouwbesluit 2012 aan de eisen te voldoen die per hoofdstuk genoemd staan onder de paragraaf ‘bestaande bouw’. Op deze eisen dient gehandhaafd te worden waarbij tevens, op het gebied van brandveiligheid, niet zondermeer afgeweken mag worden van het rechtens verkregen niveau. Bij het wijzigen van een gebruiksfunctie (hier van toepassing) in een bestaand gebouw dienen, conform het Bouwbesluit 2012 (zie algemene toelichting Bouwbesluit 2012), de volgende stappen te worden doorlopen om te achterhalen welke eisen van toepassing zijn: Stap 1 Bij functiewijziging beschouw je het gebouw vanuit de nieuwe gebruiksfunctie. Voldoet het gebouw aan de voorschriften voor bestaande bouw van die nieuwe gebruiksfunctie dan kan je het gebouw ook als zodanig gaan gebruiken. Voldoet een gebouw niet aan de voorschriften voor bestaande bouw dan zal er verbouwd moeten worden voordat het nieuwe gebruik mag starten. Stap 2a Indien ruimtes/onderdelen ongewijzigd blijven dient er getoetst te worden aan de artikelen ‘bestaande bouw’ uit het Bouwbesluit voor de nieuwe functie. Indien er niet aan de prestatieeisen wordt voldaan dient er verbouwd te gaan worden, zie stap 2b. Stap 2b Indien er binnen het bestaande gebouw verbouwd gaat worden, dienen de te verbouwen onderdelen te voldoen aan de ‘verbouw’ artikelen die onder de paragraaf nieuwbouw bij iedere afdeling in het Bouwbesluit worden benoemd. Stap 3 In de verbouw artikelen wordt nagenoeg altijd verwezen naar het ‘rechtens verkregen niveau’. Dit is het niveau van de eisen die overeenkomen met de (bouw)vergunning die destijds voor de oude gebruiksfunctie is afgegeven. Bij diverse onderdelen wordt naast het rechtens verkregen niveau bij een verbouwing tevens een specifieke ondergrens gesteld. Stap 4 Indien er conform het rechtens verkregen niveau van de oude gebruiksfunctie geen eisen worden gesteld aan een onderdeel blijft te allen tijde de bestaande bouw-eis van kracht voor de nieuwe gebruiksfunctie. Het rechtens verkregen niveau is altijd tussen het niveau bestaande bouw en het niveau nieuwbouw. Dit betekent dus in onderhavige situatie dat het gebouw getoetst dient te worden aan de bestaande bouw en verbouw-eisen voor de nieuwe toe te passen functies. Als uitgangspunt voor deze quickscan (in overleg opdrachtgever) worden de nieuwbouw-eisen uit het Bouwbesluit gehanteerd, waarbij alleen op het moment dat er knelpunten zijn, bekeken zal worden tot welk minimaal niveau er gezakt mag worden conform Bouwbesluit middels bovenstaande stappen.
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Pagina | 5
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
3.
Brandcompartimentering
De aanwezige gebruiksfuncties moeten conform de nieuwbouw-eis artikel 2.83 lid 1 zijn ingedeeld in brandcompartimenten van maximaal 1.000 m². Een trappenhuis waarin een hoogteverschil wordt overbrugd van meer dan 8,0 m dient uitgevoerd te worden als Extra Beschermde Vluchtroute. Dit in verband met het voorkomen van schoorsteenvorming in geval van brand. Doordat het gebouw een totale gebruiksoppervlakte heeft < 1.000 m² wordt geadviseerd om de volgende indeling in brandcompartimenten toe te passen: Kelder, begane grond, verdieping 1 en 2 (excl. het trappenhuis) vormen samen 1 separaat brandcompartiment. Het trappenhuis vormt i.v.m. het hoogteverschil een Extra Beschermde Vluchtroute e In de techniekruimte op de 2 verdieping komen geen cv-ketels en de installatieruimte is < 50 m² waardoor deze niet in een separaat brandcompartiment behoeft te liggen. De Pastorie dient met een WBDBO 60 te worden afgescheiden van de kerk. In de verdere uitwerking van de kerk zal nader worden beschouwd of er kans op brandoverslag is via de ramen vanuit de kerk op verdieping 1. De brandwerende scheiding rondom het trappenhuis dient conform de nieuwbouw-eis uitgevoerd te zijn met een WBDBO 60 en de daarin aanwezige deuren dienen hierbij tevens zelfsluitend te zijn uitgevoerd in geval van brand. Om aan deze eis te voldoen wordt geadviseerd om de scheidingen zo min mogelijk over de bestaande paneeldeuren te laten lopen aangezien deze zeer lastig aantoonbaar voldoende brandwerend zijn te maken. Bovenstaande indeling is schematisch weergegeven in de bijlage.
4.
(Beschermde) subbrandcompartimentering
Conform het nieuwbouw-artikel 2.102 lid 4 dient er binnen een gecorrigeerde loopafstand van 30 m een uitgang van een subbrandcompartiment te kunnen worden bereikt. e
Voor de kinderopvang waarbij tevens slaapkamers aanwezig zijn (begane grond en 1 verdieping) geldt tevens conform artikel 2.93 lid 1 de eis dat deze slaapkamers (bedgebieden) binnen een separaat beschermd subbrandcompartiment dienen te liggen met een maximale omvang van 200 m². In het Bouwbesluit 2012 zijn geen prestatie-eisen meer opgenomen m.b.t. het aantal aanwezige personen binnen een dergelijk beschermd subbrandcompartiment. Dit was wel het geval in Bouwbesluit 2003 waarin naast de eis van 200 m² ook een maximaal aantal personen van 40 stuks werd vereist. Met de door de opdrachtgever aangegeven aantallen kinderen + begeleiders worden ook het aantal personen niet overschreden zoals deze vermeld stonden in Bouwbesluit 2003. Vanuit bovenstaande eisen wordt geadviseerd om de volgende indeling in (beschermde) subbrandcompartimenten toe te passen: Kelder vormt een separaat subbrandcompartiment De begane grond vormt (excl. het trappenhuis en de trapopgang naar de kelder) een separaat subbrandcompartiment en tevens een separaat beschermd subbrandcompartiment. e De 1 verdieping vormt (excl. het trappenhuis) een separaat subbrandcompartiment en tevens een separaat beschermd subbrandcompartiment. e De 2 verdieping vormt (excl. het trappenhuis) een separaat subbrandcompartiment. De brandwerende scheidingen rondom de beschermde subbrandcompartimenten dienen conform de nieuwbouw-eis uitgevoerd te zijn met een WBDBO 30 en de daarin aanwezige deuren dienen hierbij tevens zelfsluitend te zijn uitgevoerd in geval van brand. Dit betekent dat de verdiepingsvloeren dienen te worden uitgevoerd met WBDBO 30. Om dit te kunnen bewerkstelligen dienen de volgende maatregelen getroffen te worden: Bestaande opbouw (boven naar beneden): - houten vloerdelen dik 32 mm
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Pagina | 6
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
- houten balklaag 75x275 (hoh 550 mm) - houten tengels - stucplafond op riet met sierlijsten dik 30 mm De bestaande constructie behaald conform de diverse literatuur (bv BOT, deel D) een brandwerendheid op bezwijken van circa 60 minuten en op scheiden circa 25 minuten. Om de eis van WBDBO 30 te behalen wordt geadviseerd om het plafond (vanaf de bovenzijde) te voorzien van steenwol dekens dik 80 mm en boven op de vloerdelen een fermacell zwevende dekvloer toe te passen.
5.
Vluchten
Om te voorkomen dat vluchtroutes een verhoogde status krijgen dient er na gestreefd te worden om vanuit ieder subbrandcompartiment 2 onafhankelijke routes te realiseren. Op het moment dat er slechts 1 vluchtroute beschikbaar is, is dit onder voorwaarde mogelijk indien deze vluchtroute een verhoogde status krijgt en deze enkele vluchtroute niet te lang is. e
Vanaf de 2 verdieping (andere bijeenkomstfunctie, géén bedgebied) is er slechts 1 vluchtroute beschikbaar. Vanaf verdieping 1 zijn er 2 onafhankelijke vluchtroutes aanwezig, waarbij vanuit de spiltrap naar het aansluitend terrein en vandaar uit naar de openbare weg gevlucht kan worden. Het trappenhuis vormt reeds een Extra Beschermde Vluchtroute en de maximale loopafstand tussen de uitgang van het subbrandcompartiment op verdieping 2 tot aan de vluchtdeur op verdieping 1 naar het platdak is < 30 m, waardoor voldaan wordt aan de nieuwbouw-eis van artikel 2.104 lid 6. Vanuit de uitgang van het subbrandcompartiment (kinderen ruimte 5) op verdieping 1 is er over het eerste deel sprake van een samenvallende vluchtroute door het trappenhuis. Bij de deur naar het e platdak is er sprake van een 2 vluchtroute. De afstand over de enkele Extra Beschermde Vluchtroute vanaf de uitgang (kinderenruimte 5) bedraagt maximaal circa 5,8 m. Met deze afstand wordt niet voldaan aan de nieuwbouw-eis van artikel 2.104 lid 6 (maximaal 5 m). Dit is een zeer minimale overschrijding van de nieuwbouw-eis, waarbij het plaatsen van een extra brandwerende pui in het trappenhuis (waarbij dan wel voldaan wordt aan de nieuwbouw-eis) nauwelijks extra veiligheid waarborgt. Vanaf de begane grond zijn er meerdere onafhankelijke vluchtroutes rechtstreeks naar het aansluitende terrein. Alle deuren in de vluchtroutes dienen zonder losse sleutel te openen zijn. Dit dient op tekening te worden aangegeven.
6.
Installaties
Conform het Bouwbesluit dient het kinderdagverblijf te worden voorzien van een brandmeldinstallatie met volledige bewaking, doormelding naar het RAC en voorzien van een inspectiecertificaat als bedoeld in NEN 2535. E.e.a. zal nader worden uitgewerkt in een PvE dat ter goedkeuring wordt ingediend. Conform het Bouwbesluit dient het kinderdagverblijf te worden voorzien van een ontruimingsinstallatie als bedoeld in NEN 2575. E.e.a. zal nader worden uitgewerkt in een PvE dat ter goedkeuring wordt ingediend. Conform het Bouwbesluit dient het gehele gebouw te worden voorzien van vluchtroute aanduiding conform NEN 6088. De verlichtingsinstallaties van in het trappenhuis en in de aansluitende hal op de begane grond dienen voorzien te worden van noodverlichting. Geadviseerd wordt om op iedere verdieping een brandslanghaspel toe te passen met een lengte van 20 m. Aanvullend dienen in de kelder en technische ruimte losse blustoestellen te worden toegepast.
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Pagina | 7
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
7.
Constructies
Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert mag niet binnen 30 minuten bezwijken indien er sprake is van brand in een ander subbrandcompartiment. Dit betekent dat alle aanwezige vloeren, inclusief het platdak waarover gevlucht wordt, dienen te beschikken op een brandwerendheid van 30 minuten, naast de eis van WBDBO 30. Om dit te kunnen realiseren dienen de maatregelen te worden toegepast zoals aangegeven in hoofdstuk 4. Aangezien het gehele gebouw uit slechts 1 brandcompartiment bestaat, en er dus geen sprake kan zijn van voortschrijdende instorting als er brand is in een ander brandcompartiment gelden er naast bovenstaande eisen geen algemene eisen voor de brandwerendheid van de draagconstructie. De brandklassen van de verschillende constructies aan zowel de binnen- als buitenzijde dienen in het renvooi aangegeven te worden. De volgende brandklassen en rookklassen conform NEN -EN 13501-1 zijn van toepassing: Constructieonderdeel Buitengevel (bestaande bouw) Constructieonderdelen trappenhuis binnenzijde Constructieonderdelen binnenzijde overig Vloeren, trappen trappenhuis Vloeren, trappen overig Dak renovatie
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Klasse D klasse B/ rookklasse s2 klasse D/ rookklasse s2 Klasse Cfl Klasse Dfl Niet brandgevaarlijk cf NEN 6063
Pagina | 8
29-10-2014
Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda
Bijlage
2014025.bra.pastorie.mj.A2
Pagina | 9
$
UIT
Vloer WBDBO 30
UIT $
ANV
UIT
UIT
$
UIT $
UIT
$
UIT $
$ UIT
Vloer WBDBO 30
UIT
$
Vloer WBDBO 30
$
ANV
UI T
ANV
UIT
$
UIT
ANV
$
UIT
ANV
$
= ruimte vv noodverlichting
UIT
= deur zonder losse sleutel te openen
= brandslanghaspel, 20 m
= WBDBO 30 = vluchtroute aanduiding cf NEN 6088
= WBDBO 60