Hoofdstuk 9, oefening 1 De onderwerpen staan cursief, de in te vullen werkwoorden vet. 1 Deze software biedt een oplossing als de computer vastloopt. 2 In dat geval meld je je af bij de personeelsmanager. 3 Gerard verhuist morgenmiddag naar Amsterdam. 4 Het aan- en uitzetten van deze apparaten gaat heel eenvoudig. 5 De deelnemers wordt verzocht op tijd terug te zijn voor de volgende presentatie. (Iets wordt verzocht aan de deelnemers; de deelnemers zijn hier dus niet het onderwerp van de zin, maar het meewerkend voorwerp. Worden wordt echter steeds meer getolereerd. Zie ook hoofdstuk 4, paragraaf 4.2.7). 6 De Verenigde Naties nemen volgende week een besluit. 7 De menigte verplaatst zich op dit moment richting het voetbalstadion. 8 Wat Christophe bedoelt, is dat hij tegenwoordig meer aandacht besteedt aan de overdracht van de dossiers. 9 In deze ordners vind je de notulen van de bestuursvergaderingen. 10 Vermoedt je vader ook dat het contract niet helemaal in orde is? Hoofdstuk 9, oefening 2 infinitief ik-vorm
1. downloaden 2. upgraden 3. faceliften 4. barbecueën 5. scoren 6. pushen 7. racen 8. chatten 9. switchen 10. overrulen
downloadupgradefaceliftbarbecuescoorpushracechatswitchoverrule-
Hoofdstuk 9, oefening 3 1 Schaam 2 Wees 3 leg, lever 4 Oppassen! / Pas op! 5 Vergist 6 Wend 7 Word 8 Luister
hij-vorm (tegenwoordige tijd) hij downloadt hij upgradet hij facelift hij barbecuet hij scoort hij pusht hij racet hij chat hij switcht hij overrulet
Hoofdstuk 9, oefening 4 1 De manager bestelde een antivirusprogramma bij Update. 2 De strandwacht redde twee kinderen van de verdrinkingsdood. 3 Wij wilden uw keuze niet beïnvloeden. 4 Groette jij je buren altijd? 5 Mijn moeder vertelde dat ze excuses eiste. 6 De docent kon niet goed onder woorden brengen wat hij van ons verwachtte. 7 Ik trachtte te achterhalen of de verzekering de reiskosten vergoedde. 8 Ze verdienden een hoop geld en leidden een luxeleventje. 9 Hij bestudeerde het klimaatrapport en concludeerde dat windrichting en neerslag elkaar vaak beïnvloedden (‘beïnvloeden’ is ook goed als je deze vorm als infinitief opvat). 10 De ober antwoordde dat de kok geen veganistische maaltijden bereidde. Hoofdstuk 9, oefening 5 1 getraind 2 bekend 3 overleefd 4 verwijderd 5 gehaald 6 bereikt 7 gesneuveld 8 betaald 9 beloofd 10 gepoetst, geschrobd Hoofdstuk 9, oefening 6 1 nee (‘beginnen’ is een infinitief) 2 nee (juiste spelling is ‘verklaart’; dit is een persoonsvorm tegenwoordige tijd) 3 ja; ja 4 ja (juiste spelling is ‘ontwikkeld’); nee (‘voorkomen’ is een infinitief) 5 nee (‘hervatten’ is een infinitief) 6 ja 7 nee (juiste spelling is ‘bestudeert’; dit is een persoonsvorm tegenwoordige tijd) 8 nee; nee (‘klaagde’ is persoonsvorm verleden tijd, ‘beleven’ is infinitief) 9 nee (‘informeerde’ is persoonvorm verleden tijd) 10 ja; nee (juiste spelling is ‘aanrichten’; dit is een infinitief) Hoofdstuk 9, oefening 7 1 uitgelote is juist 2 vermoordde moet zijn: vermoorde 3 gekruidde moet zijn: gekruide
4 5 6 7 8
voorbereide is juist gehate is juist vervallen is juist; gevluchtte moet zijn: gevluchte verlichtte moet zijn: verlichte bestudeerde is juist; gedetailleerdde moet zijn: gedetailleerde
Hoofdstuk 9, oefening 8 1 gelooft, geblesseerde, hersteld 2 Beantwoord, houd 3 gestreste, gebaarde 4 bekent, verbrand 5 Gelooft, vertegenwoordigd 6 word, gestructureerd, antwoordde, werd 7 vermeldt, verantwoordt 8 vermoed, aangebrande, beschouwt 9 geleefd, verhuisde 10 vermoeden, verdient Hoofdstuk 9, oefening 9 1 door middel van (woordgroep) 2 huizenprijzen (samenstelling) 3 privéaangelegenheid (samenstelling) 4 academisch ziekenhuis (woordgroep) 5 in plaats van (woordgroep) 6 humanresourcesmanager (samenstelling) 7 shortlist (samenstelling) 8 simlockvrij (samenstelling) 9 wittewijnliefhebber (samenstelling) 10 voicemail (samenstelling) 11 second opinion (woordgroep) 12 auto met airconditioning (samenstelling binnen woordgroep) 13 vicepremier (samenstelling) 14 langeafstandsraket (samenstelling) 15 antidiscriminatiewet (samenstelling) 16 fulltimebaan (samenstelling) 17 proactief (samenstelling) 18 ad hoc (woordgroep) 19 audiovisueel (afleiding) 20 coproductie (afleiding) Hoofdstuk 9, oefening 10
1 huilebalk (afgeleid van het werkwoord huilen) 2 Waddeneiland (basisregel voor samenstellingen) 3 hunebed (huun of hune is niet meer herkenbaar als afzonderlijk woord) 4 kattenvoer (basisregel voor samenstellingen) 5 groenteschotel (groente heeft meervoud groenten en groentes) 6 dovemansoren (dove is een bijvoeglijk naamwoord) 7 grenzeloos (basisregel voor afleidingen) 8 perenbloesem (basisregel voor samenstellingen) 9 sterrenbeeld (basisregel voor samenstellingen) 10 waardebon (waarde heeft meervoud waarden en waardes) 11 ruggespraak (rug is in deze samenstelling niet meer herkenbaar als afzonderlijk woord in de oorspronkelijke betekenis) 12 smartelijk (basisregel voor afleidingen) Hoofdstuk 9, oefening 11 1 tapasschotel (want: tapasbar) 2 beheersovereenkomst of beheerovereenkomst 3 fietsster (want: medewerkster) 4 dorpsstraat (want: dorpsplein) 5 oorlogsscène (want: oorlogsfilm) 6 anderszins (alle samenstellingen met -zins krijgen een tussen-s) 7 overzichtstentoonstelling (want: overzichtsfoto) 8 varkensstal (want: varkensvoer) Hoofdstuk 9, oefening 12 1 ermee 2 ervandoor 3 Daarbovenop 4 Hiertegenover 5 erdoorheen Hoofdstuk 9, oefening 13 1 Het kabinet heeft aangekondigd maatregelen te gaan nemen. 2 ’t Was een mooie zomeravond. 3 “De workshop begint om half twee”, zei de vrouw. ‘Het is in zaal 201.” 4 1300 mensen kwamen naar de demonstratie. 5 Tv-programma’s zoals Temptation Island trekken veel kijkers. 6 ’s Winters doen we deze gordijnen wel dicht. 7 € 40 was de vraagprijs, maar wij hebben het kastje voor € 35 gekocht. 8 Hij begon te gapen; waarschijnlijk vond hij het een saaie film.
Hoofdstuk 9, oefening 14 1 Wouter de Haan 2 Hitlergroet 3 4 een echte Rembrandt 5 Sint-Maarten 6 7 mevrouw J. van der Velde-de Graaf 8 Karel de Grote 9 darwintulp 10 downsyndroom, het syndroom van Down Hoofdstuk 9, oefening 15 1 Groenlandse walvis 2 ’s-Gravenhage 3 Antarctica 4 Noordoost-Aziatische 5 Portugees 6 Italië 7 Noord-Limburgse, Gennep, Maas, Niers 8 Matterhorn, Walliser Alpen 9 Goudse 10 Pluto Hoofdstuk 9, oefening 16 1 Arbowet, Dagblad van het Noorden 2 Wet op de identificatieplicht 3 Slag bij Nieuwpoort 4 Volkswagen Polo, Stadsschouwburg 5 KNGF Geleidehonden 6 Tweede Kamerlid, De Telegraaf 7 Gouden Loeki, KPN 8 Heineken, Hertog Jan Hoofdstuk 9, oefening 17 1 Koninginnedag 2 Plaisir Courtois, Weense 3 Bevrijdingsdag 4 5 Russische Revolutie 6 7 Suikerfeest 8 -
Hoofdstuk 9, oefening 18 1 Jezusbeeld (want dit beeld heeft nog wel met religie te maken) 2 Uwe Hoogheid 3 sint-juttemis 4 ongelovige thomas 5 onze Schepper 6 het Laatste Avondmaal Hoofdstuk 9, oefening 19 1 RTL5 2 3 MER 4 het ANP 5 6 7 de KNVB 8 prof. dr. L. van der Veen Hoofdstuk 9, oefening 20 1 “Ik ga op vakantie naar Socotra”, sprak zij. 2 Maya vertelde dat ze ging ‘sporten’. We weten allemaal wat dat inhoudt: ze ging een eindje wandelen. 3 “Wilt u even tekenen bij ‘ontvangen’?” vroeg de postbode. (Let op: bij een citaat binnen een citaat gebruik je enkele aanhalingstekens als je al eerder dubbele gebruikte, en vice versa.) 4 Ik denk dat de tekst duidelijker wordt als je “kinderen” vervangt door “peuters en kleuters”. 5 In de brief staat: “Wij zorgen ervoor dat uw adreswijziging binnen twee weken wordt verwerkt.” 6 Bevreesd voor imitatie is hij niet: “Voordat zij zich de techniek hebben eigengemaakt, hebben wij al de markt overspoeld. Of iets anders verzonnen.” Hoofdstuk 9, oefening 21 1 De koningin, gekleed in een rood mantelpakje, neemt nu plaats op de troon. 2 “Dat is niet de bedoeling”, zei Johan, terwijl hij de kast snel dichtdeed. 3 De officier van justitie kon maar één conclusie trekken: er was sprake van doorgestoken kaart. 4 De reorganisatie zou volgens het directieteam €3,8 miljoen per jaar opleveren; achteraf bleek deze bezuiniging bij lange na niet gehaald te zijn. 5 Je moet er nu even wat tijd in stoppen, maar je krijgt er wel wat voor terug. 6 De populaire, rijke man, dr. G. de Groot, was te laat; hij had bovendien geen cadeau meegenomen.
7 8 9 10
Fransen, die hier de naam hebben arrogant te zijn, zijn meestal juist heel vriendelijk. Joke schonk ons allen een glas Arrogant Frog Ribet White in en bracht een toost uit op de mooie, warme zomeravond. Er is te weinig gekeken naar de effecten voor het milieu, overlast en de gezondheid van omwonenden, oordeelt de Raad van State vandaag. Vroeg Ans of ze donderdag per se aanwezig moest zijn, of wilde ze weten of Jorien ook komt?
Hoofdstuk 9, oefening 22 1 Fernandez’ overwinning was onverwacht. 2 Lawrence’ voorkeur voor dance-cd’s is duidelijk zichtbaar. 3 Parijs’ Eiffeltoren is wereldberoemd. 4 ’s Ochtends maak ik graag een wandeling met m’n hond. 5 Deze digitale camera’s zijn compacter dan de meeste gsm’etjes. Hoofdstuk 9, oefening 23 1 kant-en-klaarmaaltijd 2 CDA-lijsttrekker 3 28-jarige 4 kabinet-Balkenende III 5 lenteachtig 6 Zuid-Chili 7 de afrit Amersfoort-Zuid 8 een Engels-Nederlands woordenboek 9 ge-msn’d 10 massa-uitzetting Hoofdstuk 9, oefening 24 1 voltooiing 2 valium 3 druïde 4 recreatie 5 recreëren 6 officiële 7 bacteriën 8 efficiënt 9 bedoeïenen 10 archaïsch 11 reeën 12 olijfoliën 13 gekopieerd
14 15 16 17 18 19 20
jubileum coöperatie cliënt drieën parodieën tweeën pinguïn
Hoofdstuk 9, oefening 25 1 in- en uitgang 2 havo- en mbo-leerlingen 3 wandeldagen en -weekenden 4 (goed) 5 zomer- en winterbanden Hoofdstuk 9, afsluitende oefening A 1 beleefd (let op: beleefd is in deze zin geen werkwoord en kan dus ook niet volgens de regels van de werkwoorden vervoegd worden!) 2 verkeerd (let op: verkeerd is in deze zin geen werkwoord en kan dus ook niet volgens de regels van de werkwoorden vervoegd worden!) 3 (geen fout) 4 ontregeld 5 verwachtten 6 verplichte 7 voldeed 8 gebeurt 9 uitgebreid 10 (geen fout) 11 wordt, verbouwd 12 erkend 13 verklaarde 14 (geen fout) 15 belooft Hoofdstuk 9, afsluitende oefening B 1 beleefd, beleeft 2 uitgevoerde, gesignaleerd 3 verrichte, verwachtte 4 isoleert, geïsoleerde 5 bereid, voorbereide 6 hervatte, verwoorde 7 verlichte, beïnvloedt 8 gebeurt, erft
9 10 11 12 13 14 15
ontmoetten, belandden mistte, ontaardde bevreemdt, gebeurt getypecaste, getimed verraadt, vermijdt verandert, verhuist Besteed, wordt, bijgesteld
Hoofdstuk 9, afsluitende oefening C 1 Heeft u niet gehoord dat het specialistenpanel heeft geconcludeerd dat uvstraling de huidveroudering negatief beïnvloedt? 2 Koos van Berkel, die een echte doe-het-zelver is, besloot op paasmaandag zijn verstekzaag tevoorschijn te halen om een dressoir te creëren. 3 Mevrouw De Jong-van der Veen, dienstdoende officier van justitie, leidde de eerstejaarsstudenten rond op de arrondissementsrechtbank. 4 Op het Centraal Station klaagden gestrande reizigers over hun geschade belangen. In plaats van schadevergoeding kregen ze een kopje cappuccino aangeboden. 5 Omdat hij geen bronnen vermeldde_ en ze ook niet checkte, riskeerde hij beschuldigd te worden van frauduleuze handelingen. 6 In Saoedi-Arabië fotografeerden de genieën talrijke geïsoleerde ruïnes, waarmee zij verwachtten hun theorieën over middeleeuwse architectuur te kunnen onderbouwen. 7 Het Ministerie van VROM heeft een nota gepubliceerd waarin het uitweidt over de gesubsidieerde bouw van duurdere sociale huurwoningen. 8 Toen ze hoorde dat we naar Nieuw-Zeeland zouden emigreren, vroeg mijn verontruste oudtante: “Ben je niet bevreesd dat je daardoor vervreemdt van de Nederlandse tradities?” 9 De gevreesde voorjaarsstorm richtte enorme schade aan; de grootte ervan werd vastgesteld op tweeënhalf miljard euro. 10 Britse biologen ontdekten dat het irritante gezoem waarmee een mug zijn aanwezigheid verraadt, een communicatiemiddel van deze insecten zelf is: een soort dieventaaltje dat zich niet makkelijk laat doorgronden.