Granieten bestand
Part¡c¡patie:
iedereen doet mee! Voor het vergroten varr participatie en re-integratie van W'W.B'ers uit het granieten bestand is meer kennis no.lig over hun gezondheid. Een slechte gezondheid
is immers één van de belemmerende factoren hierbij. In dit artikel staat een onderzoek centraal over hoe het met de frsieke en psychische gezondheid van bijstandscliënten is gesteld. Jenny Huijs, remkd Bennenbroek, Jòost van Genabeek en Femke Giesen
Het huidige kabinec heeft als doelstelling de sociale samenharg te verbeteren.l
Dit wil
ze onder a¡rdere bereiken
door de maat-
gezondheid hun ba¿n hebben verloren. Ook is deze groep minder acciefin het zoekennaar een nieuwebaan. Niet verwonder$k
zijn om in
schappelijke participatie van mensen mec een grote afstand
lijkt
cot de arbeidsmarkt substancieel te verhogen ('Iedereen doet
beweging te komen richcing te arbeidsmarkt (Nas,2008).
mee', ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2007).
Daarnaast kan werkloosheid een negatieve invloed hebben op de
Opvallend is, dat in dic beleidsprogramma expliciec wordt
(psychische) gezondheid. Na drie ma¿¡den werkloosheid wordt
gesproken over maatschappelijke pardcipatie en niec ¿lleen
de
over re-integratie. De overheid geeft daarmee aan dat beta¿ld
ten nemen alleen maar toe naarmate de werkloosheid voortduurt
werk niet voor iedereen is weggelegd en benadrukt dan ook de
(Blonk,2006). Uit onderzoek blijkt bovendien dac de negatieve
mogelijkheden van wijwilligerswerk of manrelzorg.
gevolgen van werkloosheid vaak verdwijnen als mensen hun werk
Parcicipatie van mensen met een grore afstand cot de arbeids-
hervat[en (Cox, Leka, Ivanov & Korcum, 2004;Varner,2007,
markt stuit vaak op verschillende belemmerende faccoren. Er
Waddell & Burton, 2006). De (psychische en fysieke) gezondheid
een slechte gezondheid een belangrijk obstakel
ce
ka¡s op depressieve klachten bijvoorbeeld grocer. Deze klach-
is inzicht nodig in deze faccoren, zodat hierop kan worden
van werklozen verbetert wanneer zij werk vinden (lVarner, 2001,
ingespeeld tijdens het re-integratieproces. AIle partijen die
Waddell & Burcor¡ 2006). Ook voor de gezondheid van de cliën-
betrokken zijnbíj drt re-integratieprotes moeten hiervan op
ten is hec dus van grooc belang om deze mensen zo snel mogelijk
de hoogce zijr., zodat zíj beter kunnen samenwerken en
hun
te re-integreren na het verlies van hun baa¡r.
diensten beter op elkaar en op de cliënt kunnen afstemmen.
Diagnose-instrument
n"h'gri¡k"
uragen die er liggen
Een slechte gezondheid is één van de belemmerende faccoren
zijn: hoe is het mec de fysieke en psychische gezondheid van bij-
voor re-integratie. Gezondheid en arbeidsparciciparie hebben een
sta¡dscliënten gesteld? Wac is de rol van gezondheid bij de re-
belangrijke relatie met elka¿r. Zo ka¡r een slechte gezondheid rot
integratie? Zijn er verschillen in participatie tussen cliënten rnec
werkloosheid leiden, maar kan werkloosheid zelfook weer leiden
verschillende gezondheidsklachren?
tot
Uit recent
wagen worden ingegaan. Ook wordt nagegaân of de cliëncen
onderzoek onder bijstandscliënten in Den Haag blijkc dac clien-
zelfhun gezondheid als een obstakel ervaren bij hun parcicipa-
ten zelf van mening zljn dat ze door hun slechte (lichamelijke)
rie. Door in ka¿rc
een verslechtering van de (psychische) gezondheid.
ce
In dit artikel
brengen welke klachten
17
bij
zal op deze
deze groep een
bestek 2/2009
Granieten bestand
rol spelen en wat de gevolgen van deze klachten zijnwatbetreft parricipatie, kunnen de juiste maatregelen genomen worden om de maatschappelijke parricipatie
In
ce
bevorderen
de afgelopen twee jaar zljn met behulp van een zelfbe-
oordelingsvragenlijsc (zie kader) diverse kenmerken, waarvan bekend is dat deze van invloed zljn op een succesvolle re-integratie of parcicipatie (o.a. Brenninkmeijer et aI.2006; Kectunen, 1997;Taús,2002; Wanberg et al. 2000), bij een groot aantal bijscandscliënten in kaart gebracht. De verzamelde
informatie besta¿t onder andere uic: demografische ken-
merken, kwalificaties, vaardigheden, (werk)ervaringen, psychische en frsieke gezondheid en psychosociale kenmerken.
In
cota¿l is
dit diagnose-inscrumenc bij ruim 2100 bijsrands-
cliêncen afgenomen (in totaal 2126 cllênter. in de periode
met2007 tot augustus 2008). Deze cliënren zijn afkomsrig
uit verschillende gemeenten verspreid door heel Nederland (waaronder Almelo, Heerlen, Moncfetland, Overbetuwe en Rotterdam). Het gaat hier om cliënten uic het zogenaamde
'zittend bestand', maar ook om nieuwe insrroom. De werkloosheidsduur varieert daarom van een jaar
48 jaar, met
Ruim de helfc van de bijstandscliënten (60 procent) geeft dus
zijn gemiddeld 40
aan fisieke klachcen te ervaren. Het is echcer moeiJijk om na te
jaar oud, voor hec merendeel vrouw (59 procent) en vrij-
gaanof dezezelfcliagnose ook door een arcs zou worden beves-
gezel of gescheiden (64 procent). Het merendeel heeft kin-
tigd. Bij psychische klachcen is dit daarentegen wel mogelijk,
deren (68 procent) en is laag opgeleid (79 procent heeft geen
omdac in het diagnose-instrument ook een gevalideerde vra-
starckwalificatie).
genlijst is opgenomen die betrouwbaar depressieve en angsc-
een gemiddeldevaln 6,7 jaar. De cliënten
Gezondheid (^Jevraâgct
coË
klachcen meet.z De mate van psychische klachcen is in dit naar algemene gezoncnero van
de cliënt ancwoordt net iets meer dan de helfc (55 procent)
zich redelijk tot heel erg gezond
Ee
voelen. De meesren zijn
da¡r ook niet onder behandeling voor lichamelijke of geestelijke klachcen en gebruiken geen medicatie. Dit is meestal
onderzoek dus op twee manieren gemeten, op basis van: - de vraag: 'Heefc u de afgelopen vier weken geestelijke klach-
ten gehad?'; en - een gevalideerde vragenlijst die depressieve en angst-
klachten meet.
wel het geval bij de cliënten die zrchzelf niet gezond voelen
Op basis van dic laatste meetinstrument blijkt dat27 procent
(zie cabel 1).
van de groep cliënten ernstige depressieve enlofangstklachten heefc. De meesten van deze gtoep hebben ofalleen angst-
Van alle bijscandscliênten geefc 60 procent aan in de maand
klachcen ofzowel depressieve als angstklachtet (zíe tabel 4).
voorafgaand aan de zelfbeoordeling lichamelijke klachten te hebben gehad en 42 procent heeft psychische klachten gehad.
Het percentage cliënten met ernscige depressieve en/of angst-
De aard van de lichamelijke of psychische klachten is zeer
klachcen (27 procent) is aanzienlijk lager dan het aantal cliën-
dat zelf aangeeft psychische klachten te ervaren (42 pro-
divers. Klachten aan het bewegingsapparaet (mec name rug-
cen
klachcen) zijn de meest genoemde fiTsieke klachten, depressie
cenÈ). Van de
en overspannenheid/stress de meest genoemde psychische
klachten te erveren, heefc 47 procent geen ernstige depres-
klachten (zie cabel 2 en3).
sieve of angstklachten. Kennelijk ondervindt een aanzienlijk
bijstandscliënten die zeIî arngeven psychische
aancal cliëncen psychische gezondheidsklachten die niet door
1
8
bestek 2/2009
Granieten bestand
Iabel 1: Behandeling en medicatiegebruik naar gezondheid 0/0
onder
behandeling
o/o
medicatiegebruik
Tabel 2: 0verzicht lichamelijke klachten
Fysieke
klacht
percentage
Klachten van voorbijgaande aard (griep, breuken)
'* Onder overige
fysieke klachten vallen onder meer diabetes, gezichtsaandoeningen, ME en longklachten.
Iabel 3: 0verzicht Psychische
psychische klachten
klacht
Percentage
" Onder overige psychische klachten vallen onder meer concentratieproblemen, verslaving en slaapproblemen. Iabel 4: lndeling
psychische klachten
Soort psychische
klachten
Percentage
Alleen depressieve klachten
de DASS-systematiek worden onderkend.'ü/aarschijnlijk gaac
klachten te hebben gehad. Dit is opmerkelijk. Deze cliênten
het om lichce psychische klachten, ofom andere psychische
hebben dus ernstige psychische klachten, maar ervaren
klachten dan depressieve oFangscklachten.
zelf ntet zo. Meer dan de helft van de groep is onder behan-
Daarnaast is er een a-ndere groep cliënten: cliënten díe zelf
deling (57 procent) of gebruikt medicatie (60 procent). Deze
aangeven geen psychische klachten
hebben, maar volgens
behandeling is echcer vaak gericht op fisieke klachten en niet
ce
dit
de klinische vragenlijsc wel ernstige psychische klachten heb-
op psychische klachren. Cliênten dì,e zelf aangeven wel psy-
ben. Van degenen die volgens de vragenlijsc op dic momenr
chische klachten erveren, zijnvaker in behandeling bij een
ernstige depressieve of angscklachcen hebben, geeft 20 pro-
psycholoog of psycþiater, ongeacht of ze ernsrige psychische
cent zelf aan in de afgelopen vier weken geen psychische
klachten hebben volgens de vragenlijst.
Granieten bestand
Op basis van fisieke en psychische klachren kan een indeling
cliënten fisieke en/of psychische klachten eÍvaarc,blijkt coch
gemaakt worden naar hec soort klachten die cliënten ervaren
37 procentvan de ruim 2100 cliënten op enige manier te par-
(cabel 5).
ticiperen. Van alle cliëncen volgc cien procenr een opleiding,
Relatie gezondheid en maatschappelijke pafticipatiQ Ho" acrief is deze groeplangd.urig werklo-
zen? En welke
rol speelt hun gezondheid hierbrj? Hiervoor
geeft 17 procent aan (parcrime) betaald werk te hebben en
doet 1 6 procent vrijwilligerswerk. Opvallend is dat cliënten die aangeven fysieke klachren te hebben, niet veel verschillen in hun maacschappelijke
parcici
is gekeken naar her aantal cliênten dar een opleiding volgc,
pacie ten opzichte van de cliênren die aangeven geen klachten
vrijwilligerswerk doec of een (deeltijd) betaalde baan heeft.3
te hebben. Niet verwonderlijk is dac cliënten die geen klach-
Hoewel ongeveer cweederde (64-67 procenr) van de bijscands-
cen hebben, vaker
participeren dan cliênten die psychische
Tabel 5: lndeling in type klachten
lndeling o.b.v. algemene
"
vraag"'
Percentage
lndeling o.b.v.
Percentage
DASS,'.{.'
Psychische klachten gemeten op basis van de vraag: 'Heeft u de afgelopen 4 weken geestelijke klachten gehad?'
"'*' Psychische klachten
gemeten op basis van de
DASS.
Tabel 6: Mate van maatschappelijke participatie
5oort klachten*
Volgt opleíding (9ô)
Betaald werk (Vo)
Vrijwi liqerswerk I
Geen klachten
41
'11
22
16
Alleen fysieke klachten
39
10
16
18
29
13
11
9
28
7
10
14
37
10
17
16
AIleen psychische klach-
ten Zowel fysieke als psychische klachten
Totale groep
'- Psychische klachten zijn gemeten op basis van de DASS. ""* Percentage
cliënten die maatschappelijk part¡ciperen.
ry
(o/o)
o
klachcen ofeen combinatie van fysieke als psychische klachten heefc (zie tabel 6). Deze verschillen tussen de groepen
zijn
ligt dic percentage hoger: 72 procenc.Toch geeft ook een aancal cliënren (30 procent van de cüënten
met fysieke klachten
niet alleen te verklaren door geslacht, leefcijd, opleidings-
en 23 procent van de cliêncen met psychische klachten) aan,
niveau (wel,/geen startkwalificatie) en werkervaring. Cliënten
dat hun gezondheidsklachten geen rol spelen bij het zoeken
die zichzelf over het algemeen gezond voelen, zijn dus tijdens
naar werk. Zowelbil de mensen met fisieke als bij degenen mec psychische klachten geeft een klein deel (vier procent in
hun werkloosheid vaker ma¿tschappelijke accief Daarnaast een
blijkt
dat vrouwen, oudere cliënten en cliënten met
startkwalificatie ook vaker parËiciperen. Werkervaring
blijkt
beide groepen) a¿n dat hun gezondheidsklachten hen juist moEiveren om werk te zoeken.
echcer geen belangrijke voorspeller te zijn.
Een slechcere gezondheid verkleinc dus de kans om maatschappelijk actief
ce
zijn tijdens werkloosheid. Voor de men-
sen die eangeven betaald werk te doen,
blijkt
alleen gezond-
heid een rol te spelen. Hoe sle chter de gezondheid, hoe kleiner de kans is dac iemand dergelijk werkverrichc. Ten slotce
blijkt
Conclusie
Een slechce gezondheid blijkc bij veet bijstands-
gerechtigden aan de orde te zíjn.De meesce bijstandscliênten
zij fisieke en/of psychische klachten ervaren. klachten aan het bewegingsappara¿t, depressieve Met name geven aån dat
gevoelens en stress worden vaak genoemd.
Uit dit onderzoek
vrouwen, oudere cliënten en cliëncen met een startkwa-
blijkc tevens dat het hebben van gezondheidsklachten een
lificacie met neme vrijwilligerswerk doen. Werkervaring
negatieve invloed heefc op de mace varr maatschaPPelijke Par-
ook hier geen rol. Opvallend is dat de gezondheid geen
ticipacie van bijstandscliënten tijdens hun werkloosheid. De
invloed meer heeft op het al dan niet verrichten van vrijwil-
cliënten ervaren een slechce fysieke ofpsychische gezondheid
ligerswerk, terwijl dat bij betaald werk wel het geval is.
bovendien als een obstakel bij het zoeken naar werk. Deze re-
dac
speelc
sultaten laten zien dat een goede gezondheid van groot belang
Gezo n d h e id a I s o bsta ke I uit het vorenstaande kun_
is voor de maatschappelijke parËicipatie van bijstandscliënten.
nen we constateren dac gezondheid de mate van maatschap-
mogelijk te
pelijke participacie tijdens de werkloosheid beïnvloedt. Maar
Hec is van belang om bijstandscliënËen zo snel
ervaren de cliënten hun gezondheid zelf ook als obstakel bij
acËiveren, omdat gezondheidsklachten blijven coenemen als
het zoeken na¿r werk? Met andere woorden: beïnvloedt een
deze cliëncen te lang werkloo
slechte gezondheid niec alleen de maatschappelijke parcici-
chische gezondheid heeft vaak toc gevolg dat mensen minder
patte,maa;r ook de (kansen op) arbeidsperticipatie? De cliën-
(effectief) werkzoekgedrag verconeq waardoor de kans op uit-
zelfvinden van wel: van de cliëncen die fysieke klachten
scroom afneemt (Blonk,2006). Cliënten kunnen daarmee in
cen
szijn.Dezeverslechtering in psy-
ervaren, denkc 65 procent dat deze klachcen belemmerend
een vicieuze cirkel belanden' Maacschappelijke
werken bij hec zoeken naar werk. Voor psychische klachcen
de vorm van
participatie in
wijwilligerswerk of het volgen van een opleiding
z't
bestek 2/2009
Granieten bestand
ofcursus kan een opsrap zijn in de richting van accivering en
ztjnbij
uitscroom naar een betaalde baan (Blon( 2006).
sche behandeling en re-incegratie meer geintegreerd te laten
welke cliënten. Tevens is her van belang om medi-
I
plaacsvinden.
Inzicht in de gezondheidsproblemaciek van cliënren en een passende begeleiding is daarom een belangrijk aspecr
bij her
Jenny Huijs, temke Bennenbroek, Joost van Genabeek en temke
begeleiden van bijstandsgerechtigden naar uirsrroom uit de WWB. Een belangrijk
prtbl""*
G¡esen, TNO Kwalite¡t van LevenlArbeid.
hierbij is dat uic dir onder-
zoek blijkt dat niet iedereen die (ernstige) psychische klach-
Noten
ten heeft, dit zelf ook zo ervaart. Hierdoor lopen zij her risico
1
dar
zij niet de juiste hulp, begeleiding of medicatie voor deze
Zie coa-litieakkoord 2007.
2 Depression Anxiery Sress Scale (DASS). De DASS is een valide en betrouw-
problemenonilarigeiì. Een goede diagnose is hierbij cruciaal.
baa¡ meetinstrument dat depressieve, angsÈ en stress gevoelens meef
Er kan immers pas een goed afgestemde begeleiding plaatb-
(Brenninkmeijer, Bemenbroek, Blonk, & de Beurs, 2005).
vinden op het moment dat het beeld van de cliênt juisc en
3 Betaa-ld werk za-l meestal geen reguliere
volledigis. Een mogelijke conclusie kan dan zijn dat de cliënc
bttt
zijn, mær bijvoorbeeld een
gesubsidieerde baan of een workfìrsr-traject
niet tot de WWB doelgroep behoorr, maar meer baat heeft bij een Wsw-indicacie.
Literatuur - Blonk, RW.B. (2006), Het lukt niet zondq
Om meer inzicht in de gezondheidssituarie van cliënren te
uqþ
Our pslcbiscbe hlæhten, arbeiàs-
participatie m bmteL Almere: PlmtijnCæparie.
krijgen en hen een betere begeleiding te bieden, is een soe-
- Brenninkmeijer
V, A. van Houwelingen, RW.B. Blonk en N.W. van Yperen
pele en professionele kerensamenwerking van de verschil-
(2006), 'Geloofin eigen kunnen: het effect vanJOBS, een groepsinreruentie
lende partijen noodzakelijk. Huisarcsen, bedrijfsartsen,
voor werklozen'. Gedrag en Organisatie 79: 97 -7t2.
GGZ-instellingen, re-integrariebureaus en andere betrok-
- Brenninkmeijer, V., F.T.V Bennenbroek, RW.B. Blonk, K. Nieuwenhuijsen
kenen moeten beter samenwerken en hun werk op elkaar
en
E
de Beurs (2005), 'De
wude væ
de DASS bij verzuimbeleid: sensitivi-
aßcemmen. Door een betere onderlinge samenwerking kan
teit en specificiteit væ een psychopathologie-mæC. Gedragen Organisatie 78:
de begeleiding verder op elkaar
2t0-227.
worden afgestemd en is meer
maatwerk mogelijk. Gezondheidscenrra kunnen hierbij een
- Catalano, R.
belangrijke rol gaan spelen. Deze centrefacilireren een muld-
disciplinaire aanpak en berere en snellere doorverwijzingen.
Jourul of Pøblic Heahh,8l, LI48-1752. -
Hierdoor kunnen cliënten beter en sneller geholpen worden.
Ook wordt in deze gezondheidscenrra de link gelegd mec
(1991),'The heal¡h effeccs ofeconomic insecuricy'. Amer¡cdî
Coalitieakkoord tussen de Tweede Kamerfracties van CDA, PvdA en ChristenUnie (2007).
- Cox, T., S. Lek4 L
arbeid. Een bedrijßarts is cer plaacse en kan een cliênr ook van
Ivmov
en E.
Kor¡um (2004), 'Work, employmenr md men-
tal healch in Europe'.Wøhdt Stres, L8, L79-185.
advies voorzien over meer werkgerichte zaken. Ook een inËe-
- Kettunen,J. (1997), 'Education
grale dienswerlening van CWI, UWV en gemeentelijke sociale
Edrcøtion Reúew 76(2): 763- 17 0.
dienscen is van grooc belang.
Door zowelwerkzoekenden als
-
werkgevers één aanspreekpunt te geven zal de dienswerlening becer op elkaar en op de
gen
inzicht krij-
in de complexe problematiek van bijstandscliênten.
enerzijds en maatschappelijke parriciparie en regulier werk anderzijds is meer onderzoek nodig. Mec name longicudi-
naal onderzoek waarbij bijscandscliënten gedurende een cijd gevolgd worden, is van belang. Alleen dan kan inzichte-
tijk gemaakc worden welke re-integratieactiviceiten effectief
of
McKee-Rym, F.M., Z. Song C.R WmbergenAJ. Kinicki (2005),'Psychological
of Applied Pgcb olog, 90, 53-7 6.
-Ministerie SZW (2007), Actieprogramma Iedereen doer mee Den
Haag:
' Minis¡erie SZV. -
Om beter grip te krijgen op de relatie russen gezondheid
Economics
æd physical well-being during unemp.loyment: A meca-malytic satdy'.Joønal
klant worden afgesceld. Ook zullen
de instanties door deze integrale aanpak sneller
md unemploymenr du¡adon'.
Taris, T.W. (2002), 'Unemployment
md mental
spective'. If,temtional J o ømøl of Stres Management
hea.lth: A longitudinal per9
(L): 43-57.
- Wanberg, C.R., R. Kanfer en J.T. Banas (2000), 'Predictors ¿nd ourcomes
of networkiag intensiry among unemployed job
seekers'.
Jounal of Applied
Pslcholog 85(4): 49 7-5O3. - W¿rner,
R
(2001), 'Work disincentives in US disabiliry programs'. Joømal of
Mental Heabh, 10(4): 405-406.