Krakenmail |
zoek
http://archiv.squat.net/nl/kraakmail/2000/Jan/0064.html
Parool: Keizersgracht 326 New Message Reply About this list Date view Thread view Subject view Author view From: DZS (
[email protected]) Date: 01/22/00 Previous message:
[email protected]: "Presentatie Bewegingsleer" Is dit de nasleep van de Gouden Gabber? --------------Parool 22-01-2000 EEN GEVAARLIJKE SITUATIE OP DE KEIZERSGRACHT Het slooppand Keizersgracht 326 blijkt niet alleen bouwvallig te zijn, -eind december stortte het bijna in, het naburige Felix Meritis werd tijdelijk ontruimd- het heeft nog een 'verborgen gebrek'. Eigenaar, stichting Vita et Pax, zegt opgelicht te zijn door verkoper en zijn advocaat. TONNY HENDRIKSEN Er blijkt ineens nog een huurder te zijn, R. Misset, die al sinds de ontruiming in 1996 probeert zijn woonrecht in het pand terug te krijgen," aldus stichtingsbestuurder C. van Assendelft van Wijck. "Dat is ons voor de overdracht nooit verteld. Wij dachten het pand zonder verplichtingen te hebben gekocht." Vita et Pax wil het monumentale pand slopen en er vier nieuwe appartementen realiseren. De stichting heeft daarvoor reeds een vergunning van de gemeente gekregen. Tegen die bouwvergunning heeft oud-huurder R. Misset bezwaar aangetekend en daarom mag er -tenzij de bestuursrechter over vijf weken anders beslist- niet gesloopt worden. Maar ondanks het schorsingsbesluit van de rechtbank is er in december toch gesloopt, met als gevolg instortingsgevaar. Mede daardoor moest toen de theaterzaal in Felix Meritis compleet worden ontruimd tijdens een voorstelling van Freek de Jonge. Oud-huurder Misset vecht al vier jaar voor woonruimte in het pand aan de Keizersgracht. Hij zegt dat de ontruiming (in februari 1996) van zijn woning destijds niet rechtmatig was, omdat het achterhuis -waar hijzelf woonde- niet in het brandveiligheidsrapport was opgenomen. Sindsdien probeert hij via bezwaarschriften zijn woonruimte in het pand terug te krijgen. Na de ontruiming is het pand al drie maal van eigenaar gewisseld. Het is in de loop van 1996 gekocht door twee bedrijven, Ensuite BV en L'Enfant BV, voor 350.000 gulden. Twee jaar later, op 17 maart 1998, is het huis voor een bedrag van 375.000 gulden verkocht aan de stichting Ex Occidente Lux. Weer anderhalf jaar later ging het monumentale grachtenpand naar de stichting Vita et Pax. De koopprijs was inmiddels met een kleine vier ton gestegen tot 770.000 gulden. Directeur D. Kars van Ex Occidente Lux wil niet ingaan op
1 of 2
25-04-13 18:22
Krakenmail |
zoek
http://archiv.squat.net/nl/kraakmail/2000/Jan/0064.html
beschuldiging van Vita et Pax. "Ik had gewoon geen interesse meer in dat pand. Ik wilde het gaan renoveren, maar wij vonden het daarvoor te groot. Die zogenaamde huurder heeft er helemaal niks mee te maken dat we het pand weer hebben verkocht." Advocaat J. de Wit van Ex Occidente Lux noemt het 'opstandig' dat Vita et Pax Kars en hemzelf oplichters noemt, omdat Van Assendelft wel degelijk van de huurder zou hebben geweten. "De heer Van Assendelft heeft nu problemen met de bouwvergunning gekregen en heeft nu misschien spijt dat hij het pand gekocht heeft. Als hij op tijd een advocaat had geregeld, dan had die hem kunnen vertellen dat Misset de zaak (in januari 1999, tegen zijn uitzetting door de gemeente, red.) heeft verloren in hoger beroep. Het pand was dus wel vrij van huur. Dat wisten wij en dat wist ook meneer Van Assendelft, want dat had de Kars hem voor de koop verteld." De Wit zegt ten slotte dat Van Assendelft hem meerdere malen heeft opgebeld, op 'zeer onsympathieke manier'. "Hij sprak op agressieve toon, haast bedreigend. Meneer denkt namelijk dat hij het wel redt met zijn geld, macht en vriendjes. Maar zo werkt het niet." Tijdens de rechtszitting vorige week, over de schorsing van de bouwvergunning voor het pand, had de gedupeerde bestuurder van Vita et Pax ook nog commentaar op de gemeente. "Mijn oren bedriegen me als ik mevrouw Ellerman, juriste van de Dienst Binnenstad, hoor praten over die ontruiming van 1996 en hoe er al die jaren met meneer Misset is omgesprongen," zei hij tegen de bestuursrechter. Ellerman verklaarde dat het persoonlijke belang van Misset niet opweegt tegen het monumentale belang van het grachtenpand en dat de bouwwerkzaamheden daarom dringend moeten worden hervat. "De huidige impasse is zeer slecht voor de staat van het monument," aldus de juriste. Tot de uitspraak van de bestuursrechter mag er niets aan het grachtenpand gebeuren. Volgens de gemeente is dat te zot voor woorden. "Er is een gevaarlijke situatie ontstaan op de Keizersgracht," zegt Ellerman. Er zou al een meisje gewond zijn geraakt; zij kreeg stof dat uit het pand waaide, in haar oog. Ellerman beklaagde zich tijdens de zitting dat er zelfs geen beschermend zeil kon worden aangebracht zolang de bouwvergunning is geschorst. Dat zeil heeft de eigenaar deze week toch laten aanbrengen. Met toestemming van de gemeente. ----------------------------------------------------------------------Voor afmelden, e-mail
[email protected] Voor overige commando's, e-mail
[email protected]
Previous message:
[email protected]: "Presentatie Bewegingsleer" New Message Reply About this list Date view Thread view Subject view Author view This archive was generated by hypermail 2b29 : 01/22/00 CET
2 of 2
25-04-13 18:22
Stadsdeelblad afd. 1
nr. 43
Raadsvoordracht betreffende positief advies aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake het verzoek om afvoering van het object Keizersgracht 326 van de lijst van het register van beschermde monumenten
Amsterdam, 9 september 2002
Aan de stadsdeelraad,
Bij brief van 24 januari 2001 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W) de gemeente overeenkomstig artikel 3, lid 2 van de Monumentenwet 1988, om advies gevraagd inzake het afvoeringsverzoek voor het object Keizersgracht 326. Waardebepaling Het woonhuis aan de Keizersgracht 326 dateert op zijn vroegst uit het laatste decennium van de achttiende eeuw en bestaat van oorsprong uit een voorhuis en een achterhuis, met binnenplaats en tussenlid. Het pand bezit een lijstgevel en staat naast het gebouw van de Maatschappij Felix Meritis uit 1788 (Keizersgracht 324). Door een recente verbouwing en vergroting uit 2000/2001 zijn niet alleen de gevels en het interieur vernieuwd, maar zijn ook achterhuis en tussenlid vervangen door een uitbreiding van het voorhuis, waardoor de voor Amsterdam typerende oorspronkelijke woonhuisstructuur- met voorhuis, binnenplaats, tussenlid en achterhuis- wel herleesbaar is, maar feitelijk teniet is gedaan. Adviezen Het Bureau Monumentenzorg heeft in haar beschrijving de conclusie getrokken dat het pand Keizersgracht 326 inhoudelijk niet meer voldoet aan de criteria die opname in het Rijksregister voor beschermde monumenten rechtvaardigen. De Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg (ARM) heeft om diezelfde reden eveneens een positief advies uitgebracht over het voorstel tot afvoering. De ARM spreekt over nieuwbouw zonder enige monumentwaarden. De ARM vraagt in het advies om onderzoek naar de mogelijkheden om een dergelijke wantoestand in de toekomst te voorkomen en de bouwregelgeving te handhaven. Hiermee wordt gedoeld op de illegale sloop en verbouwingen aan het interieur en de te grove detaillering van de heropgebouwde voorgevel. Zienswijzen Bij brief van 1 maart 2001 is, conform art. 3, lid 4, van de Monumentenwet 1988, de eigenaar van het pand , de stichting Vita et Pax, Vossiusstraat 3 te Amsterdam en Aannemersbedrijf G.J. de
Jong, Oude Waal 6 eveneens te Amsterdam uitgenodigd zijn/haar standpunt over een eventuele afvoering aan de Dienst Binnenstad bekend te maken. Van de zijde van de eigenaar is geen reactie ontvangen, van bezwaar is niet gebleken. Belangenafweging Het Bureau Monumentenzorg acht het restant van het pand niet van monumentale waarde en ziet geen reden afvoering van dit pand uit het register te verhinderen. De Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg uit haar zorg omtrent het kunnen voorkomen en sanctioneren van illegale verbouwpraktijken maar is desalniettemin van mening dat de huidige staat van het pand niet beschermenswaardig is en adviseert eveneens afvoer van de plaats uit het rijksregister. Voorstel Op grond van de vorenstaande adviezen en zienswijzen en de afweging van de in het geding zijnde belangen stellen wij u voor, de staatssecretaris te adviseren het pand Keizersgracht 326 af te voeren van de Rijkslijst van beschermde monumenten. De Commissie voor Inrichting Openbare Ruimte en Groen, Verkeer en Parkeren, Water en Monumenten heeft op 22 augustus 2002 met deze voordracht ingestemd.
Op grond van vorenstaande stellen wij u voor, het volgende besluit te nemen: De raad van het stadsdeel Amsterdam-Centrum, Gezien de voordracht van het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum van 9 september 2002, B e s l u i t: I
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen te adviseren om het pand Keizersgracht 326 af te voeren van de Rijkslijst van beschermde monumenten;
II
Het Dagelijks Bestuur van de stadsdeelraad Amsterdam-Centrum uit te nodigen, het gestelde onder I ter kennis te brengen van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
Afschrift van dit besluit zal aan het Dagelijks Bestuur worden gegeven.
Het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum,
Hanneke Groensmit secretaris
Anne Lize E.C. van der Stoel voorzitter
Verslag van de openbare vergadering van de Commissie van Advies voor Inrichting Openbare Ruimte en Groen, Verkeer en Parkeren, Water en Monumenten van het stadsdeel AmsterdamCentrum gehouden op donderdag 22 augustus 2002 van 19.30 tot 23.15 uur in zaal 0239 van het stadhuis.
Aanwezig: Mw. Van Vliet-Smit (PvdA, voorzitter), dhr Frankfurther (stadsdeelwethouder), dhr. Mol (AA/De Groenen), dhr. Koning (CDA), mw. Dooijeweert (PvdA), dhr. Van de Put (PvdA), dhr. Schimmelpennink (PvdA), mw. De Groot (PvdA), dhr. Van de Hoog (GroenLinks), dhr. Van Drooge (D66), dhr. Smink (VVD), dhr. Hoolsema (VVD), mw. Alkema (D66) Afwezig: dhr. Molenaar (GroenLinks), dhr. Frank (MM'99) Ambtenaren: Dhr. Pistor (plv. secretaris), dhr. Man, dhr. Jense, mw. Meijer. Verslag: Mw. Laval en dhr. Van der Pouw Kraan (Verslagbureau Amsterdam/VBA) I Algemeen 1. Mededelingen De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom. Zij deelt mee dat zij bericht van verhindering heeft ontvangen van de heer Frank en de heer Molenaar. Vervolgens deelt zij mee dat aan de stukken die de commissie heeft ontvangen nog geen termijnagenda en lijst van toezeggingen is toegevoegd. Zij heeft dit met de plaatsvervangend secretaris besproken en er is toegezegd dat deze zo spoedig mogelijk worden opgesteld en aan de commissie worden gezonden. Daar er het komend najaar, los van de begroting, nog een groot aantal onderwerpen aan de orde zal komen, is het niet uitgesloten dat er de volgende maand of de maand daarna een extra vergadering zal plaatsvinden.
Inspreker Mw. Van Nierop zegt het vervelend te vinden dat er geen antwoord op haar brief is ontvangen en maakt zich zorgen over het beschermd stadsgezicht en ongelijke behandeling van eigenaren van monumenten en eigenaren van nieuwbouwprojecten. Een eigenaar van een monument heeft de plicht dat te onderhouden. In een vigerend bestemmingsplan zijn alle goot- en bouwhoogten van de panden op de kaarten ingetekend. Bij de nieuwe bestemmingsplannen zijn er gemiddelde goot- en bouwhoogten, wat flexibilisering heet. Ook de bouwmuren mogen in geval van nieuwbouw naar achter worden geplaatst, wat problemen oplevert voor panden die op hoeken zijn gesitueerd. De monumentenpanden worden letterlijk en figuurlijk in de schaduw gesteld. Zij spreekt vooral over de hoek Leliegracht/Keizersgracht, maar hetzelfde doet zich voor bij de Palmgracht en de Willemstraat en de Brouwersgracht. Hoekpanden moeten apart worden aangemerkt als zichtbepalend en dienen extra zorg te krijgen. Burgemeester en Wethouders hebben bevoegdheden om nadere eisen te stellen aan de situering en afmetingen ten behoeve van behoud, herstel en versterking van de karakteristiek van het stadsdeel in verband met licht- en luchttoevoer van de omringende bebouwing. Zij verwacht van de portefeuillehouder dat hij van deze bevoegdheid gebruik maakt en dat het in het Programakkoord gestelde inzake monumenten serieus wordt nageleefd. Zij vraagt hem of hij deze problematiek kent, wat hij daaraan gaat doen en wat de positie van het Bureau Monumentenzorg is binnen de Commissie van Welstand. De nieuwe bouwtekeningen voor Leliegracht 40 zijn vier keer gewijzigd en de vierde maal zijn deze niet meer ter inzage gelegd, ondanks het feit dat die wijziging aanzienlijk is geweest. De projectontwikkelaar heeft de Commissie van Welstand maar liefst elf keer om advies gevraagd. Ook pand 42 is erbij betrokken. Het terras komt in de schaduw te staan en pand 42 gaat twee verdiepingen omhoog. Daar komt een hoger dakterras. Zij vraagt wat de criteria zijn voor ter inzage legging. Vervolgens verwijst zij naar een artikel in het NRC Handelsblad van februari jl., waarin de projectontwikkelaar zegt dat hij de Commissie van Welstand om de tuin weet te leiden. Zij vraagt wat de portefeuillehouder daaraan heeft gedaan. Hij zou niet zo tevreden zijn over de Commissie van Welstand en er zou een nieuwe nota komen over de criteria aan de hand waarvan de commissie zal moeten beoordelen. Graag verneemt zij wat de portefeuillehouder doet zolang die nota er niet is. Dhr. Mol vraagt wie de architect van dit plan is. Mw. Van Nierop antwoordt dat de heer Fraaiman de ontwikkelaar is. De tekeningen worden door mevrouw Been gemaakt. Dhr. Van Drooge vraagt of het mevrouw Van Nierop bekend is of de Commissie van Welstand al uitspraak heeft gedaan over het laatste voorstel.
1
Mw. Van Nierop antwoordt dat de commissie, met uitzondering van de eerste drie keer, alles heeft goedgekeurd. De criteria kent zij niet.
Beantwoording De stadsdeelwethouder antwoordt dat hij door de brief van mevrouw Van Nierop op de hoogte is van de problematiek. Hij zal daaraan echter niet veel doen, omdat dit helaas niet tot zijn portefeuille behoort. Hij heeft de brief dan ook op dezelfde dag doorgestuurd naar stadsdeelwethouder mevrouw Iping. Dit onderwerp valt namelijk onder Bouwen en Wonen. Het heeft te maken met het beschermd stadsgezicht en met het bestemmingsplan dat enkele maanden geleden voor dit deel van de stad is vastgesteld. De bouwaanvraag wordt geheel beoordeeld op grond van het bestemmingsplan dat enkele maanden geleden door de gemeenteraad is aangenomen. Ook een eventuele monumentenvergunning wordt daarbij betrokken en de stadsdeelwethouder Monumenten wordt dan om advies gevraagd. Mevrouw Van Nierop vraagt wat de positie van het Bureau Monumentenzorg is binnen de Commissie van Welstand. Er is een aantal zetels, waarvan er één voor Monumentenzorg is. Men houdt in de gaten dat, als het om een bestaand monument gaat, het belang wordt meegenomen en men zorgt er ook voor dat de stadsdeelwethouder kan adviseren als er een monument zal worden gesloopt. Het Bureau Monumentenzorg heeft wel degelijk iets in te brengen. Het is juist dat de Welstandsnota opnieuw tegen het licht zal worden gehouden en deze zal ter sprake komen in de Commissie voor Bouwen, Wonen, enz. Ook de deelraadsleden kunnen daarover het woord voeren. Ook deze brief zal hij morgenochtend aan stadsdeelwethouder mevrouw Iping overhandigen.
Inspreker Mw. Van Nierop merkt op dat het Bureau Monumentenzorg nu onder de hoede van de gemeente Amsterdam valt en dat zijn stem sindsdien zwak is geworden. Het gaat bovendien niet over monumenten, maar over het beschermd stadsgezicht dat wordt aangetast door nieuwbouw en hoogbouw. De monumenten worden daardoor in de schaduw gezet. Zij maakt zich er zorgen over dat op de locatie waarop zij doelt een volledige hoek wordt aangetast. De voorzitter herinnert mevrouw Van Nierop er nogmaals aan dat dit onderwerp in deze commissie niet aan de orde is. Dhr. Van Drooge vraagt of hij het goed heeft begrepen dat mevrouw Van Nierop geen brief van de commissie heeft ontvangen. Mw. Van Nierop beaamt dat. Dhr. Van Drooge merkt op dat het misschien goed is betrokkene ook te informeren als brieven intern worden doorgeschoven.
Beantwoording De stadsdeelwethouder zegt in antwoord op het verzoek van de heer Van Drooge toe dat hij dit binnen het DB zal bespreken. Veel brieven van burgers zijn niet juist geadresseerd. Hij is er voorstander van ernaar te streven alle brieven binnen één maand te beantwoorden. Door het zomerreces is dat in dit geval helaas niet gelukt.
2. Verslag van 20 juni 2002 tekstueel Dhr. Koning verwijst naar de vierde regel van de tekst over het verslag van 30 mei 2002. Daar staat dat de heer Korthof ingaat op het ISV-fonds, maar deze opmerking is door hem gemaakt. De heer Korthof was niet aanwezig. Mw. De Groot zegt dat de heer Korthof later in het verslag nog een keer onterecht voorkomt. Dhr. Koning vervolgt dat in regel 8 op bladzijde 2 eveneens de naam Korthof moet worden geschrapt. Dhr. Koning verwijst naar bladzijde 12. Stadsdeelvoorzitter moet worden gewijzigd in stadsdeelwethouder . De brief van de centrale stad aan wethouder Stadig moet worden gewijzigd in De brief van het DB van het stadsdeel Amsterdam Centrum aan wethouder Stadig. Dhr. Van der Hoog wijst op de schrijffout in een naam. Het moet Jaap van den Bergh zijn. Deze naam komt op bladzijde 11 tot en met 15 voor.
2
Dhr. Koning verwijst naar bladzijde 11. De tekst over de brug over de Singelgracht moet worden gewijzigd. Die brug is er nog niet. Beter is: Een brug over de Singelgracht die een omleidbeweging en een oversteek overbodig maakt. De voorzitter heeft begrepen dat de huidige brug bij het Leidse Bosje wordt bedoeld. Zij stelt voor dit te laten voor wat het is. Dhr. Van Drooge verwijst naar bladzijde 12 over de brug over de Singel. Hij kan de redenering wel volgen. Dhr. Koning verwijst naar bladzijde 13. Midden op de bladzijde staat de bruggen over de Leidsegracht . Bedoeld wordt De bruggen in het verlengde van de Leidsegracht . Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de door de commissieleden aangebrachte wijzigingen.
Naar aanleiding van Mw. De Groot heeft gevraagd om een exemplaar van de Garageverordening. Zij heeft dat ontvangen en spreekt een woord van dank uit. Mw. Dooijeweert verwijst naar bladzijde 3 in het midden. Zij vraagt wanneer de evaluatienota over de Dam zal komen. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het in principe in het najaar wordt uitgevoerd. Hij verwacht dat het plan van uitvoering in oktober aanstaande beschikbaar is. Dhr. Pistor vult aan dat er over het plan van uitvoering nog overleg zal plaatsvinden met de Stichting Gehandicaptenoverleg Amsterdam. Daarvan is het afhankelijk. Het zal dit jaar gebeuren. Oktober lijkt hem ietwat vroeg, maar november aanstaande is misschien wel reëel. Mw. Dooijeweert komt terug op bladzijde 14, waar wordt gesproken over de brief van de Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg (ARM). De voorzitter zou deze brief aan het verslag toevoegen, maar dat is niet gebeurd. De voorzitter merkt op dat dat alsnog moet gebeuren. Zij zegt toe dat die brief bij het volgende verslag zal worden gevoegd.
3. Jaarverslag 2001 Dienst Binnenstad Eerste termijn commissie Mw. De Groot valt het op dat er geen onderscheid is gemaakt tussen de inrichting, het beheer en het onderhoud van de openbare ruimte. Zij geeft er de voorkeur aan dat dat onderscheid in ieder geval in de begroting en de volgende jaarrekening wordt gemaakt. Zij verwijst naar bladzijde 61 en verder. Een belangrijk wapenfeit is de herinrichting van het stadshart en het opleveren van de Dam. Dat is in 2001 gebeurd. Het valt haar op dat een aantal herprofileringen is uitgesteld of afgesteld. Gezien de financiële situatie van het komende jaar, belooft dat ook wel de nodige zorgen. Zij vraagt de wethouder daarover iets te zeggen. Voor het product Heel is er sprake van uitgaven voor een bedrag van 45 miljoen euro. Er is een ruime dekking, maar de vraag is of dat zo blijft. Zij gaat vervolgens in op verkeer en parkeren. In de toelichting op bladzijde 15 is aangegeven dat er een voorstel in uitwerking is om in de buurt van de Singelgracht een aantal parkeergarages te realiseren. Dat is een belangrijk onderwerp. Ook in de gemeenteraad is dat momenteel aan de orde en één van de issues is dat die parkeergarages ook een in- en uitgang moeten hebben, wat een knelpunt is. Dat lijkt haar ook een belangrijk onderwerp voor deze commissie. Daarnaast is sprake van een ambitieus plan om de bereikbaarheid van de binnenstad te verbeteren en het niet noodzakelijk autoverkeer in het centrum te verminderen. Haar fractie heeft daarover duidelijke ideeën en zij is van plan daarover dit najaar met een notitie te komen. Zij verwijst naar bladzijde 80 en 81. Het valt haar op dat een aantal zaken langzamer tot uitvoering komt dan was voorgenomen. De informatieve waarde van deze paragraaf zou iets beter kunnen. Nu is namelijk niet precies duidelijk of bepaalde plannen al dan niet zijn gerealiseerd. Zij betreurt het dat alleen de fietsenstalling bij Paradiso is geopend. Op bladzijde 146 en verder wordt ingegaan op het Parkeerfonds. Het ramen van de opbrengsten (inkomsten) in het Parkeerfonds is lastig, omdat dat is gebaseerd op de verdeelsleutel die door de Dienst Stadstoezicht wordt bepaald en die kennelijk nogal eens wisselt. Zij stelt voor daarover te spreken als de financiën in het algemeen aan de orde zijn. De vraag is dus waaraan de omzet in 2001, namelijk 13 miljoen euro, is besteed.
3
Dhr. Koning verwijst naar bladzijde 8 over monumentenzorg. Er wordt gesproken over een reorganisatie bij het Bureau Monumentenzorg. Er staat: De inspectietaken op het gebied van de monumentenzorg zijn geïntegreerd binnen het werkpakket van het bouwtoezicht. Hij vraagt zich af wat hij zich daarbij moet voorstellen. Hij heeft begrepen dat er een aantal ambtenaren kan worden aangewezen in het kader van de handhaving. Hij doelt op ambtenaren die toezicht kunnen houden op de naleving van de Monumentenwet. Een enkeling daarvan kan buitengewoon opsporingsambtenaar worden om eventueel tot vervolging over te gaan. Hij vraagt of die ambtenaren bij het Bureau Monumentenzorg zitten, of bij de sector Bouwen en Wonen. Het is hem niet duidelijk hoe dat precies is geregeld. Vervolgens gaat hij in op bladzijde 18 over de monumenten. Er wordt melding gemaakt van belangrijke restauraties die vorig jaar hebben plaatsgevonden. Hij heeft vernomen dat het met de Beurs van Berlage op dit moment niet zo goed is gesteld en vraagt een toelichting. Dhr. Van Drooge gaat in op bladzijde 15 over verkeer en parkeren. In de eerste alinea staat in regel 3 dat in 2001 een vermindering van het aantal parkeerplaatsen heeft plaatsgevonden. Vervolgens wordt er verwezen naar paragraaf 376 bij de kengetallen. Op bladzijde 82 staat de paragraaf waarnaar wordt verwezen, maar het valt hem op dat daar slechts de kengetallen zijn genoemd tot 2000. Dhr. Smink verwijst naar bladzijde 84 over de financiële toelichting aan het einde van de paragraaf. Daar staat iets over het Bureau Monumentenzorg en opdrachten voor derden. Er staat een bedrag bij van 55.000. Er zal behoorlijk wat geld worden ingeleverd en het werken voor derden zou verder kunnen worden uitgebuit als er unieke kennis bij het Bureau Monumentenzorg is. Hij vraagt of hij dat goed heeft begrepen. Hij doelt dus op het verwerven van eigen inkomsten door het Bureau Monumentenzorg. Dat zou een positieve ontwikkeling kunnen zijn, die verder zou moeten worden gestimuleerd. Dhr. Van der Hoog is verheugd over de beknopte manier van rapporteren. Er is geen vakjargon gebruikt. Het eerlijk toegeven dat men het doel niet heeft gehaald, is een teken van sterkte en dat maakt de controlerende taak eenvoudiger. Elk begroot en uitgegeven bedrag kan men beschouwen als een resultante van hoeveelheid product, kwaliteit en de prijs per eenheid. Het verdient wel aanbeveling afwijkingen van de planningen en de redenen daarvoor preciezer te rapporteren. De fractie van GroenLinks wil niet allerlei heffingen, rechten en belastingen verhogen. Zij stelt voor in dit stadsdeel nu al een drietal maatregelen te nemen. Op de eerste plaats is het belangrijk de interne efficiency te verberen en het geschuif met papier te verminderen. Dat kan leiden tot minder ziekteverzuim, minder personeelsuitstroom, misschien zelfs tot minder personeel in de toekomst en zéker tot minder externe adviseurs. Op de tweede plaats is het goed te proberen de planning te verkorten. Zijn fractie verwacht van de stadsdeelwethouder een resultaatgerichte aanpak en een vroegtijdige inschakeling van bewoners, ondernemers en leden van deze commissie. Op de derde plaats is het van belang het juiste kwaliteitsniveau te kiezen en uit te blijven gaan van het handboek Inrichting Openbare Ruimte. Minder straatmeubilair is belangrijk, want dat leidt ook tot een rustiger beeld. Het hoeft niet het duurste niveau te zijn, maar het moet wel duurzaam en smaakvol zijn. Hij stelt voor vooral geld te reserveren voor het zichtbaar opknappen van verwaarloosde plaatsen, waar teleurgestelde binnenstadsbewoners wonen. Hij verwijst naar bladzijde 61 over de pleinen en straten. De sector Heel heeft enkele miljoenen euro's overgehouden door het feest van de voltooide herprofilering van de Reguliersbreestraat en Reguliersdwarsstraat uit te stellen tot 25 juni jl. Zo lijkt het althans. Dit leidt zijns inziens tot uitstel of zelfs tot afstel van andere projecten, zoals de herinrichting van het Rembrandtplein of Haarlemmerplein. Als men nú plannen voorbereidt die men stráks zal uitstellen of zelfs zal afstellen, kost dat vandaag waarschijnlijk al geld. Hij vraagt of men niet beter tijdig onderhoudsbeurten aan straten en pleinen kan geven in plaats van deze voortdurend uit te stellen voor een duurdere algehele vervanging. Hij komt op bladzijde 80 over fietsen en auto s. Zijn fractie waardeert de aandacht voor de fietsroutes, de fietsenstallingen en de blackspots, maar op bladzijde 81 leest zij over een onderzoek naar maar liefst vijf ondergrondse parkeergaragelocaties op onder andere de Palmgracht. Op bladzijde 62 had zijn fractie al gelezen dat die garage daar niet haalbaar is. Het doet zijn fractie verdriet dat er vorig jaar bijna 200 inpandige parkeerplaatsen zijn bijgekomen. Hij vraagt hoeveel inpandige plaatsen ten koste gingen van de toch al schaarse woon- en bedrijfsruimte. Ook vraagt hij hoeveel parkeerplaatsen voor die inpandige plaatsen werkelijk van de straat zijn verdwenen, zoals dat is afgesproken in de gemeenteraad. Hij gaat in op bladzijde 78 over de coördinatie en de communicatie.
4
De tekst over de coördinatie van de herinrichting, het onderhoud, de kabelvernieuwing en het leidingwerk spreekt hem aan. De communicatie met bewoners en ondernemers moet niet louter zijn gericht op de berichtgeving over het werk tijdens de verbouwing, maar eerder op het samen vooraf naar oplossingen zoeken. Hij vraagt welke lessen de wethouder daaruit trekt. Hij noemt de bemoeienis met tramlijn 10 als voorbeeld. Ten slotte stelt hij het groen op bladzijde 17 aan de orde. De bestaande bomen worden geteld en onderhouden, maar door vertraging van het Actieplan Groen en door gebrek aan menskracht is de versterking van de Groenstructuur door de centrale stad vorig jaar uitgebleven. Nu kan het stadsdeel een mooie start maken. De fractie van GroenLinks zal hieraan graag met fantasie en realiteitszin meewerken. Hij vraagt wat de wethouder ervan vindt als het uitgespaarde gemeenschapsgeld straks wordt geclaimd om het huidige aantal bomen van 9100 stuks op het magische getal van 10.000 te brengen.
Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder is het eens met mevrouw De Groot dat de begroting gesplitst zou moeten zijn. Het is bekend dat het een politieke beslissing is geweest de portefeuilles zo in te richten. Ook volgend jaar zal het nog op deze manier gebeuren, maar hij geeft het mee aan de sector voor 2004. Er zijn inderdaad herprofileringen uitgesteld en afgesteld. In 2003 zal dat nog duidelijker zichtbaar worden. In de krant stond dat men het stadsdeel overgedragen kreeg met een bedrag aan achterstallig onderhoud van 50 miljoen euro. Extra geld is daarom nodig. Over de Singelgrachtgarages merkt hij op dat dat een speerpunt is op het gebied van de bereikbaarheid. Over de in- en uitgangen komt men nog te spreken. Hij wacht de notitie van de PvdA-fractie over de bereikbaarheid in de binnenstad af. De adviezen over bladzijde 80 neemt hij mee, evenals de voorbeelden. Over het Parkeerfonds zegt hij dat het inderdaad moeilijk is de inkomsten te ramen, temeer omdat men dat pas in de loop van het volgende jaar hoort. Men gaat uit van schattingen. De parkeertarieven zijn verhoogd en de parkeertijden zijn verlengd en pas lange tijd later weet men welke effecten dat heeft. In bijlage 5b staat aangegeven waaraan het geld is besteed. Dhr. Koning stelt vragen over de Dienst Bouwtoezicht. De inspectietaken zijn overgedragen aan de inspecteurs van de Dienst Bouwtoezicht en dat valt dus onder Bouwen en Wonen. De plaatsingsprocedure is overgedragen aan de rayons van BWE. Als monumenten aan de orde zijn, participeert hij daar wel in. Het verbeteren van de fundering van de Beurs van Berlage is afgerond. De eerste fase is dus afgerond en daaraan heeft de binnenstad fors meebetaald. Nu is het wachten totdat er ooit geld komt voor de tweede fase, dus alles boven de fundering. De heer Van Drooge merkt op dat het aantal parkeerplaatsen is verminderd. Dat geldt voor het aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte. Het totaal aantal parkeerplaatsen in de binnenstad is ongeveer gelijk gebleven. De binnenstad had volgens het akkoord uit 1998, 800 plaatsen minder moeten hebben. Dhr. Hoolsema meent dat er per herprofilering een aantal plaatsen mag verdwijnen in plaats van dat dat moet gebeuren. De stadsdeelwethouder beaamt dat. De heer Van Drooge heeft gelijk dat het daar niet staat. Misschien zijn die cijfers van 2001 nog niet beschikbaar, maar dan is het inderdaad niet consequent daarnaar te verwijzen. Als de cijfers over 2001 er nog zijn, zal hij ervoor zorgen dat de commissie deze per ommegaande ontvangt. De heer Smink zegt dat werken voor derden moet worden gestimuleerd. Dat zou inderdaad een aardige inkomstenbron kunnen zijn. Hij zal navragen waarom daarmee niets is gedaan. Het betreft wel het Bureau Monumenten en Archeologie en dat behoort tot de centrale stad. Het stadsdeel Amsterdam-Centrum gaat daar dan ook niet over. Toch is de stadsdeelwethouder nieuwsgierig en derhalve zal hij navraag doen. De heer Van der Hoog houdt een uitvoerig betoog. De interne efficiency kan inderdaad verbeteren. Het DB is het daarmee eens en dat zal in de begroting voor 2003 terug te vinden zijn. Hetzelfde geldt voor het verkorten van planningen. De herinrichting van het Haarlemmerplein liet men even wachten op de bouw die daar plaatsvindt, maar het DB is van mening dat er iets aan de openbare ruimte aldaar moet worden gedaan als het niet snel zicht heeft op de bouw op het Haarlemmerplein. Het DB zal meer dan in het verleden nagaan welk niveau bij welke straat hoort, maar het streeft minimaal naar het basisniveau. Uiteraard geeft het de voorkeur aan een niveau dat daarboven ligt.
5
De Reguliersdwarsstraat komt volgend jaar aan de beurt. Men wacht nog tot de eerste woningbouwprojecten daar klaar zijn. Dat is overigens niet hetzelfde deel waar een experiment zal worden gehouden met het in de avonduren afsluiten van de route voor het uitgaanspubliek. Het Rembrandtplein komt de komende twintig jaar misschien niet meer aan de beurt als er niet een groot fonds ter beschikking komt. Stadsdeelwethouder Iping houdt zich onder andere bezig met het beheer en tijdige onderhoudsbeurten. Het beleid zal zijn dat er meer aan klein en groot onderhoud zal worden gedaan. Toch zal het DB met het beschikbare geld zoveel mogelijk herinrichtingprojecten doen. Voor de grote, aansprekende projecten, zoals het Rembrandtplein en het Frederiksplein, zullen de fracties in de centrale stad moeten lobbyen. De Palmgracht maakt weinig kans op korte of middellange termijn te worden opengegraven. Andere grachten zijn daarvoor meer geschikt. Het is echter niet van de baan. Als er ergens een nieuwe functie komt, mag er per twee appartementen één parkeerplaats komen. Voor kantoren geldt dat er een parkeerplaats mag komen per 250 m2. Die plaatsen hoeven niet te worden gecompenseerd. Dat zijn de zogenaamde nieuwe functies. Als er onder een bestaand woonhuis een inpandige garage komt, moeten de plaatsen één op één worden gecompenseerd. Dat geeft echter een lelijke plint en dan zit men met het beschermd stadsgezicht. Alles komt terug in de Parkeerbalans die de commissie jaarlijks krijgt. Over de A10 zijn diverse ambtelijke en politieke notities geschreven. Ook hij heeft daarover een notitie geschreven toen hij nog gemeenteraadslid was. Ook is daarover een ambtelijke notitie verschenen, die bestuurlijk is vastgesteld. Bij elk herprofileringproject is er een BLVC-aanpak. Dat houdt in dat men aandacht besteedt aan de bereikbaarheid, de veiligheid, de leefbaarheid en de communicatie. Hij is het ermee eens dat er meer bomen in de binnenstad moeten komen. Hij kan het aantal niet vastleggen, maar ideeën op dat terrein zijn welkom.
Tweede termijn commissie Mw. De Groot komt terug op het splitsen van de portefeuille Openbare Ruimte. Zij vraagt of het mogelijk is in de tussentijdse financiële rapportages voor het product Heel alvast enig onderscheid te maken tussen onderhoudskosten en inrichtingsonderwerpen. Zij komt terug op het Parkeerfonds en de ramingen. Zij begrijpt dat de systematiek beter kan. De sleutel is immers aan besluitvorming onderhevig en het is misschien mogelijk daarover afspraken te maken met de Dienst Stadstoezicht. De bijlage over de bestedingen geeft inderdaad precies weer wat daaruit wordt gefinancierd, maar zij had deze niet gezien. Dhr. Koning heeft begrepen dat een aantal inspecteurs van het Bureau Monumentenzorg ook buitengewoon opsporingsambtenaar is. Hij vraagt hoe dat precies is geregeld.
Beantwoording tweede termijn De stadsdeelwethouder antwoordt dat die opsporingsambtenaren een zogenaamde politionele bevoegdheid hebben. Dat geldt ook voor de inspecteurs van de Dienst Bouwtoezicht. De vraag over de splitsing neemt hij mee. Wellicht is het mogelijk het onderscheid met verschillende kleuren aan te geven. De verdeelsleutel van de parkeergelden is helaas centraal stedelijk geregeld. De helft van de extra inkomsten moet het stadsdeel afstaan aan het Mobiliteitsfonds van de centrale stad. Dat is het DB een doorn in het oog. Het is niet zo dat een groot deel van dat fonds teruggaat naar binnenstadsprojecten. Het DB heeft daarmee grote moeite en voert daarover dan ook overleg met de centrale stad. De voorzitter verzoekt de secretaris dit verslag zo snel mogelijk naar de Rekeningencommissie te sturen. De commissie heeft kennisgenomen van het jaarverslag.
4. Rondvraag Dhr. Hoolsema was verheugd de stadsdeelwethouder aan een paar molenwieken voorbij te zien zwaaien. In plaats van tegen windmolens te vechten, gaat hij eraan hangen en waait hij met de wind mee. Hij hoopt dat dat ook qua wethouderschap een beleid gaat worden. De stadsdeelwethouder vraagt om een voorbeeld. Dhr. Hoolsema denkt dat het tijdens de volgende commissievergadering aan de orde zal komen.
6
II Monumenten en Archeologie 5. Mededelingen De stadsdeelwethouder deelt mee dat er verwarring bestond over het bouwplan aan de Pottenbakkersgang, namelijk het Tichelcluster. Voor de tweede keer stond er een sloopaanvraag in de krant voor de panden aan de Westerstraat. In 2000-2001 speelde de plaatsingsprocedure en de vraag of het een rijks- of een gemeentemonument zou worden. Er is toen een monumentenvergunning afgegeven om te slopen. De gemeenteraad heeft in 2001 besloten de monumentale waarde van de panden te onderkennen. Een vergadering later koos hij desondanks voor sloop ten behoeve van de bouw van socio-woningen voor demente ouderen. Er had daadwerkelijk een gemeentemonument van moeten worden gemaakt, maar dat is niet meteen gebeurd. Inmiddels is dat wel het geval, maar daarna moet er een nieuwe sloopvergunning worden afgegeven. Deze werd in de krant opgenomen en daarover is verwarring ontstaan. Er is nog niets bekend over het opstellen van de Pottenbakkersganghuisjes in het Openluchtmuseum te Arnhem. Spreker zegt toe de commissie van de ontwikkelingen op de hoogte te houden.
6. Concept raadsvoordracht inzake positief advies aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake het verzoek tot plaatsing op de rijksmonumentenlijst van het object Zeedijk 30 Eerste termijn commissie Dhr. Van der Hoog zegt dat alles om Neil Kesper draait, die bij Monumentenzorg werkte en vier jaar geleden het pand in het achterhuis bekeek. Er viel wat stof op zijn hoofd en er werd een bloemmotiefje zichtbaar. Hij had het vermoeden dat er nog meer zat, dus voordat het is gesloopt, kwam hij erachter dat het waarschijnlijk planken en balken met oude beschilderingen waren. Deze zijn nog net op tijd in veiligheid gebracht. Het pand is gesloopt en vorig jaar is het in een mum van tijd opgetrokken. Hij is nu eigenaar van de begane grond waar hij een tekenbedrijfje heeft. Hij ontwerpt tevens gevels in oude stijl. De GroenLinks-fractie volgt het advies. Dhr. Smink meldt dat de VVD-fractie achter dit voorstel staat. Dhr. Van Drooge zegt dat hetzelfde geldt voor de fractie van D66. Dhr. Van de Put dankt de heer Van der Hoog voor zijn betoog over de eigenaar. Hij vraagt zich af wat er kan gebeuren als er een andere eigenaar in komt en vraagt hoe het pand verder is beschermd.
Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder dankt de commissie voor de steun. Hij zegt dat het moeilijk is het pand voor de eeuwigheid te beschermen. Binnenkort komt hij niet alleen met een notitie over quick scans bij orde 2 panden, maar ook met een notitie over wat er in avonden, nachten en weekenden in monumentale panden gebeurt. Hij doelt dan op het interieur.
Tweede termijn commissie Dhr. Van der Hoog zegt dat de eigenaar ook nog schilderingen achter het stucwerk in de aangebouwde loggia verwacht. Hij vervolgt dat alleen al de kosten voor de planken 150.000 gulden zullen bedragen. Er is toegezegd dat dat voor de helft wordt betaald door Monumentenzorg. De rest zal worden betaald door het Anjerfonds, particulieren en dergelijke. Het kost de gemeente Amsterdam geen cent. De commissie stemt in met de gevraagde beslissing.
7. Concept raadsvoordracht inzake negatief advies aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake het verzoek tot plaatsing op de rijksmonumentenlijst van het object Binnenkant 23 Eerste termijn commissie Dhr. Mol heeft gezien dat er een derde advies is gevraagd, omdat er twee tegengestelde adviezen zijn afgegeven. Het derde advies zal de doorslag geven. Hij vraagt of het adviesbureau van mevrouw Scheffer vaker aan de gemeente adviseert. Dhr. Van de Put zegt dat is gebleken dat de eigenaar kennelijk een brief niet heeft gehad en dat hij uitvoerig in de Raad heeft ingesproken. De eigenaar heeft er veel energie in gestoken en hij verzoekt
7
dan ook de tekst over de zienswijze op bladzijde 2 te schrappen. Het betreft de zin die begint met de woorden Van de zijde van de eigenaar en eindigt met de woorden is gebleken . Allerlei redenen in de belastingregelgeving maken het steeds moeilijker dit soort panden overeind te houden. Hij vraagt of de stadsdeelwethouder daarover een signaal aan de minister kan geven, omdat dit de ondergang van honderden monumenten kan betekenen. Hetzelfde komt naar voren in het jaarverslag van de Dienst Stadsherstel. Dhr. Van Drooge leest in de bijgevoegde notulen van november 2001 dat er volgens voorzitter van die vergadering twee verschillende adviezen zijn en dat er een extra advies zal worden ingewonnen dat de doorslag zal geven. Hij ziet geen aanleiding dat in de wind te slaan en gaat daarmee akkoord. Wel hoopt hij dat iemand van gemeentemonumenten de aanvraag zal indienen. Dhr. Van der Hoog zegt dat het niet uniek is. De gemeenteraad heeft indertijd besloten de second opinion, als deze zou worden uitgevoerd, te volgen. De fractie van GroenLinks sluit zich daarbij aan. Het lijkt hem voldoende het pand voor te dragen voor de gemeentelijke monumentenstatus.
Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder zegt dat bureau Scheffer Consultancy is gekozen door het Bureau Monumentenzorg en de ARM. Dat gebeurt vaker. De aanvraag heeft veel te maken met de financiële aard van het probleem. Zowel centraal stedelijk als in Den Haag zal het DB en hij met name pleiten voor betere subsidieregelingen. De subsidieregelingen zullen niet meer toereikend zijn voor verbouwingen onder de 1 miljoen gulden. De gemeenteraad heeft dat kort geleden aangenomen. Hij vindt dat dat tegen het licht moet worden gehouden. Als dat kan worden gerepareerd, moet dat gebeuren. Het jaarverslag van de Dienst Stadsherstel heeft hij nog niet gelezen, maar hij vermoedt dat daarop een passende reactie zal volgen. Het pand staat op de lijst van het gemeentelijk monumentenproject. Dat betekent dat de komende vier jaar zal worden nagegaan of het op de gemeentelijke monumentenlijst kan worden geplaatst. Daarover zal hij de commissie nader informeren. Men zal zich ten doel stellen 250 panden te onderzoeken, wat een enorme opgave is.
Tweede termijn commissie Dhr. Smink zegt dat de VVD-fractie akkoord gaat met de gevraagde beslissing, maar zij meent dat de eigenaar voor bepaalde regelingen in aanmerking moet kunnen komen. Dhr. Van de Put heeft geen reactie ontvangen op zijn opmerking dat er staat dat er van bezwaar van de eigenaar niets is gebleken. Dhr. Mol stemt in met de gevraagde beslissing. Dhr. Van der Hoog merkt op dat in de stukken wordt gesuggereerd dat de eigenaar vooral is en was geïnteresseerd in het fiscale voordeel. Hij vindt dat negatief.
Beantwoording tweede termijn De stadsdeelwethouder merkt op dat dit pand op weg is om te worden afgehandeld. De eigenaar is daarvan op de hoogte en hij is het daarmee eens. Mw. Meijer merkt over de zin in de zienswijze op dat er iets is misgegaan. De brief is weggegaan, maar deze is nooit bij de heer Breur aangekomen. Hij kon dus niet binnen die termijn reageren. Dat is er de reden van dat die zin is opgenomen. Later is er voor de heer Breur de mogelijkheid geweest in een commissie te reageren. De verslagen daarvan zijn ook opgenomen. Op deze manier staat het echter in de raadsvoordracht. Dhr. Van der Put vraagt of dat kan worden veranderd. Mw. Meijer zegt toe dat zij dat zal veranderen. De stadsdeelwethouder zegt dat eveneens toe. De commissie stemt in met de gevraagde beslissing, met inachtneming van de door de heer Van der Put gevraagde wijziging.
8. Concept raadsvoordracht betreffende negatief advies aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake het verzoek om aanwijzing tot Rijksmonument van het pand Prinseneiland 549 Insprekers
8
Dhr. Buijs (buurtbewoner) is van mening dat de verschillende adviezen van de Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg (ARM) en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg niet rechtvaardig waren. Eerstgenoemde pleit voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst en hecht kennelijk veel belang aan behoud van dit pand. Het gaat om een pand dat centraal op het Prinseneiland ligt. Het onderscheid tussen lokaal en nationaal dat wordt gemaakt, is zijns inziens irrelevant. Hij stelt voor de beslissing voorlopig uit te stellen en zich goed te verdiepen in de situatie ter plaatse. Ook is het goed zich te verdiepen in de sloop- en bouwvergunning en de voorliggende bouwplannen. Daarna kan er een goede afweging worden gemaakt. Hij meent dat het stadsdeelbestuur als eerste stap naar behoud dit pand als rijksmonument moet aanwijzen. Het niet aanwijzen van dit pand als rijksmonument zal zeker leiden tot sloop en nieuwbouw. De nieuwbouw zal het stadsgezicht ernstige schade toebrengen. Dhr. Faas (Behoud karakter Prinseneiland) sluit zich aan bij de woorden van de vorige spreker. Hij schetst de geschiedenis. Op 13 april 2001 is er een aanvraag tot monumentenvoorziening ingediend en op 20 juni van dat jaar werd er een bouwvergunning afgegeven. Hij vermoedt dat dit geen toeval is. De bewoners lijken niets te zeggen te hebben. Naar hen wordt niet geluisterd. Er is nu een concept raadsvoordracht betreffende een negatief advies. Hij stelt voor het woord negatief weg te laten en te vervangen door positief . Dhr. Van Drooge vraagt of de heer Faas het gevoel heeft dat de ARM en het Bureau Monumentenzorg onvoldoende zorg voor de monumenten hebben gehad en dat zij onvoldoende naar de omwonenden hebben geluisterd. Dhr. Faas antwoordt dat hij die indruk inderdaad heeft. Dhr. Koning vraagt of het pand leeg staat en wat er op dit moment mee gebeurt. Dhr. Faas antwoordt dat het pand inderdaad leeg staat en dat het nu en dan wordt gebruikt om auto s te stallen en mensen te laten logeren. Dhr. Van de Put vraagt of de heer Faas het pand voordraagt voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst als dit niet doorgaat. Dhr. Faas beaamt dat. Dhr. Davidse (aanvrager) laat het plan zien, zoals dat nu bij diverse makelaars te koop staat. Desondanks is nadenken belangrijk. Hij toont een foto van de voorkant van het huidige pand. Vervolgens maakt hij duidelijk wat het toekomstbeeld wordt. Hij vraagt of de commissie en de deelraad wel goed zijn voorgelicht. De commissie en de deelraad zijn machtiger dan zij denken. Er is namelijk een beleidsnota Waarderingskaart Beschermd Stadsgezicht, waarin ook is opgenomen dat aan orde 2 panden nadere welstandseisen dienen te worden gesteld. Het is dus niet zinvol op een nieuwe nota te wachten. Hij vraagt de commissie nog eens bijzondere aandacht te besteden aan het voorliggende advies en eventueel te gaan kijken. Hij nodigt de commissie uit de raad voor te stellen op 19 september aanstaande een aanvullend advies uit te laten brengen.
Eerste termijn commissie Dhr. Van de Put bedankt de insprekers. De PvdA heeft in haar verkiezingsprogramma een lans gebroken voor orde 2 panden en zij betreurt het dat er nu een bouwvergunning is en dat het pand kennelijk niet beter wordt beschermd. De adviezen van de ARM en het Bureau Monumentenzorg zijn echter vrij duidelijk en overtuigend. Daaruit blijkt namelijk dat het pand het niet waard is als rijksmonument te worden voorgedragen. Het pand is wel van belang voor de historische plaats en de functie van het eiland. Zijn fractie vindt het daarom zeker de moeite waard het pand tot gemeentemonument uit te roepen. Het is naar haar idee beschermingswaardig. Hij vraagt of dat er nog in zit. Dhr. Koning zegt dat in het verkiezingsprogramma van zijn partij staat dat regels moeten worden gehandhaafd en dat men voorzichtig moet zijn als men regels opstelt. Men moet zich dan namelijk afvragen of deze te handhaven zijn. Dat geldt ook in dit geval. Als men nu zou besluiten van dit pand een rijksmonument te maken - misschien geldt dat zelfs ook wel voor een gemeentemonument - dan moet dat worden gerealiseerd door een eigenaar die eigenlijk iets anders wil. Het Bureau Monumentenzorg, dat het eigenlijk niet zo belangrijk vindt, moet er dan toch voor zorgen dat er iets met dat pand wordt gedaan. Dat lijkt hem een behoorlijke klus waaraan men beter niet kan beginnen. Hij gaat daarom akkoord met de voorliggende raadsvoordracht. Dhr. Mol zegt dat de fractie van Amsterdam Anders/De Groenen benadrukt dat zij de Westelijke Eilanden als een belangrijk historisch onderdeel beschouwt. Deze eilanden zijn grotendeels nog in tact. Iedereen kan van mening verschillen over de wijze waarop, maar het pand moet behouden
9
blijven. Hij geeft de wethouder in overweging nog een derde advies te laten uitbrengen. Hij weet dat daaraan een tijdslimiet vast zit. Dhr. Van Drooge vindt het een prachtig pand, maar hij is ervan overtuigd dat de ARM en het Bureau Monumentenzorg er echt zijn om te spreken voor de monumenten, die dat niet voor zichzelf kunnen doen. Hij is wel degelijk overtuigd van de waarde van deze adviezen. Wel is hij erin geïnteresseerd of het vanwege de tijd mogelijk is na te gaan of de gemeentelijke monumentenstatus kan worden verkregen. Hij is geneigd akkoord te gaan met de gevraagde beslissing. Hij is er wel benieuwd naar of er aanvullende eisen van de commissie naar de Commissie van Welstand kunnen voor wat er straks zal worden gebouwd. Dhr. Smink zegt dat de fractie van de VVD de adviezen van de ARM en het Bureau Monumentenzorg serieus neemt. Er is een bestemming voor het pand. Dat heeft zijn fractie doen besluiten in te stemmen met de gevraagde beslissing. Dhr. Van der Hoog vindt dat er pas een derde advies moet worden gevraagd als de eerste twee tegenstrijdig zijn. Dat is niet het geval, dus hij gaat akkoord met de gevraagde beslissing.
Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder antwoordt dat deze commissie alleen over de monumentwaardigheid gaat. Daarvoor gelden zware criteria. Er zijn deskundigen ingehuurd die een onafhankelijk advies geven. Er wordt getoetst aan objectieve criteria. De aanvraag om de sloop tegen te houden, is te laat ingediend, wat vaak gebeurt. Hij komt met een notitie over een quick scan waarmee het aan het begin van dit soort trajecten mogelijk is na te gaan of een dergelijk orde 2 pand toevallig niet een rijks- of een gemeentelijk monument is. Dit is een les voor iedereen dat de quick scan er snel moet komen. Het bouwplan en de adviezen van de Commissie van Welstand worden in de commissie van stadsdeelwethouder Iping besproken en de betreffende stadsdeelwethouder handelt dat dan ook af. Deze aanvraag is te laat binnengekomen. De zaak is dus al beklonken en men moet zich aan de wettelijke regels houden. De bouwvergunning is al verleend, want daarvoor geldt een wettelijke termijn. De monumenten- c.q. sloopvergunning is eveneens verleend. Ook daarvoor geldt een wettelijke termijn. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg heeft daarop positief geadviseerd. Hij heeft besloten de voorbescherming te doorbreken. Daarmee is het helaas afgelopen. Er is geen onduidelijkheid tussen het Bureau Monumentenzorg en de ARM en hij stelt dan ook niet voor een second opinion te laten plaatsvinden. De heer Van de Put stelt voor van het pand een gemeentelijk monument te maken, maar dat lijkt hem een heilloze weg. Dat redt het monument namelijk niet. Helaas kunnen de bouwers aan de slag. De belangenafweging vindt dus plaats in de Commissie voor Welstand en Monumenten, waarin ook iemand van het Bureau Monumentenzorg zitting heeft. Hij stelt voor de betrokken burgers niet blij te maken met een dode mus, want de aanvraag voor de gemeentelijke monumentenstatus zal de sloop niet kunnen tegenhouden. Helaas gaat hij niet over de welstandseisen voor het bouwplan. Dat doet een andere commissie.
Tweede termijn insprekers Dhr. Davidse zegt dat hij ervan overtuigd is dat deze vergunning in strijd is met het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan staat dat er sprake is van vier etages aan de voorzijde en drie aan de Galgenstraatzijde. In de folder is te zien dat het gaat om vijf en vier etages. Dat is slechts één puntje, maar zo zijn er talloze zaken in deze bouwvergunning die in strijd zijn met het bestemmingsplan. De stadsdeelwethouder is ervan overtuigd dat de sloop kan beginnen en dat de bouwers aan de slag kunnen gaan, maar dat is hij niet. Het stoort hem dat de stadsdeelwethouder de ambtenaren volgt in het niet juist voorlichten van de mensen die daarvan misschien niet precies op de hoogte zijn. Als een politicus de overtuiging heeft dat dit orde 2 pand het waard is op de gemeentelijke monumentenlijst te worden geplaatst, is er naar zijn idee geen enkele reden om daarin geen energie te stoppen. Als later blijkt dat hij gelijk heeft en dat die vergunning door ambtenaren inderdaad is afgegeven, terwijl deze in strijd is met het bestemmingsplan, zal ook rekening moeten worden gehouden met die gemeentelijke monumentenstatus.
Tweede termijn commissie Dhr. Schimmelpennink meent dat men het verlies zal moeten dragen. Hij zegt dat een orde 2 pand op zichzelf verdedigbaar moet zijn, ook zonder monumentenstatus. Hij betreurt het wat hier gebeurt.
10
Dhr. Mol merkt op dat er volgens de stadsdeelwethouder door de projectontwikkelaar inmiddels een monumentenvergunning is aangevraagd en dat de rijksdienst een advies had uitgebracht om die vergunning te vergunnen. Hij vraagt of dat een advies was dat specifiek op dit pand betrekking had of dat het een algemeen advies is geweest. Met subjectief bedoelt hij te zeggen dat er binnen een dergelijke dienst verschil van mening kan bestaan. Het zijn specialisten, maar ook dat zijn mensen. Hij noemt het voorbeeld van dokters die een andere diagnose kunnen stellen. Dhr. Van de Put zegt dat het advies van de ARM dateert van 22 april 2002. De ARM adviseert dan het pand te behouden. Hij vraagt zich daarom af hoe het met die sloopvergunning is gelopen.
Beantwoording tweede termijn De stadsdeelwethouder haakt in op de opmerking van de inspreker dat de vergunningafgifte niet volgens de regels is verlopen. Er is dus nu sprake van een beroepsprocedure. Hij kan daarover niet oordelen. Deze commissie oordeelt alleen over de vraag of dit pand rijksmonumentwaardig is en daarvoor heeft zij deskundigen in het leven geroepen die zich daarover op basis van objectieve criteria een oordeel proberen te vormen. Het heeft geen zin een aanvraag in te dienen voor de gemeentelijke monumentenstatus. Men moet zich aan de regels houden en de status van een gemeentelijk monument heeft geen beschermende waarde. Als de bouwvergunning in de beroepsprocedure wordt afgewezen, is er sprake van een ander verhaal. Deze commissie moet daarover echter geen oordeel geven. De heer Schimmelpennink maakt zich zorgen over het gebied. Hij zegt dat ook orde 2 panden verdedigbaar zijn. Daaraan mag hij deze wethouder houden. Waar mogelijk zal hij orde 2 panden verdedigen, want het beschermd stadsgezicht ligt hem na aan het hart. Hij wijst er nogmaals op dat er een quick scan zal komen. Hij vindt het treurig hoe het is gelopen, maar ook hij dient zich aan de wettelijke voorschriften en procedures te houden. Anders wordt hij door de rechter teruggefloten. Als Rijksmonumentenzorg iets adviseert gaat dat specifiek over het betreffende pand. Bedreigde panden moeten in de toekomst worden aangemeld om tegen het licht te houden. Dan kan worden nagegaan of deze in aanmerking komen voor de rijksmonumenten- of de gemeentelijke monumentenstatus. De commissie stemt in met de gevraagde beslissing.
9. Concept raadsvoordracht betreffende positief advies aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake het verzoek om afvoering van het pand Keizersgracht 326 van de lijst van beschermde monumenten Eerste termijn commissie Dhr. Van der Put vraagt of de eigenaar voor dit soort zaken niet op zijn donder kan krijgen. Dhr. Koning vraagt of er niet tegen de illegale aanpak is opgetreden en of dat alsnog kan gebeuren. De regels werden in dit geval blijkbaar niet gehandhaafd. Het Bureau Monumentenzorg vraagt in het advies om onderzoek naar de mogelijkheden om een dergelijke wantoestand in de toekomst te voorkomen. Daarop wordt geen antwoord gegeven. Misschien wordt dat gegeven in de notitie die de stadsdeelwethouder bij het vorige agendapunt heeft toegezegd. Dhr. Mol is verbijsterd dat dit kan gebeuren. In de Commissie voor Bouwen, Wonen, enz. moet stadsdeelwethouder Iping daarover worden aangesproken. Het illegaal slopen van een monument is geen overtreding, maar een misdrijf. Als het nog niet is verjaard, ziet hij graag dat daarmee strafrechtelijk iets wordt gedaan. Dhr. Smink verwijst naar een passage in het Programakkoord waarin staat dat het illegaal vertimmeren en laten verkrotten van monumentale panden moet worden bestreden. Hij is er daarom voorstander van alle rechtsmiddelen te gebruiken die er zijn. Dhr. Van der Hoog vindt dat er alsnog iets aan moet worden gedaan als dat mogelijk is.
Beantwoording De stadsdeelwethouder is het met de commissie eens. Misschien heeft de heer Mol het nog het best verwoord. In de notitie komt hij in het algemeen terug op de wijze waarop in dergelijke gevallen kan worden opgetreden. Voor dit specifieke geval geldt dat er tussentijds wel degelijk is opgetreden. Er is een dossier van en deze persoon is op zijn gedrag aangesproken. Hij is aangeschreven en toch heeft
11
het misdrijf buiten het zicht plaatsgevonden. Hij gaat na of het mogelijk is met terugwerkende kracht iets te doen. De commissie kan zich voorstellen dat hij zich eerst goed oriënteert. Hij zal de commissie informeren over de ontwikkelingen. De voorzitter vraagt of ook wordt meegenomen dat er een strafklacht bij de Officier van Justitie wordt ingediend. De stadsdeelwethouder antwoordt dat dit onderdeel is van het onderzoek dat op dit moment plaatsvindt. De voorzitter concludeert dat de commissie instemt met de voordracht en er bij de stadsdeelwethouder op aandringt alles in het werk te stellen om dit een strafrechtelijk vervolg te laten krijgen. De commissie stemt in met de gevraagde beslissing.
10. Rondvraag Dhr. Smink zegt dat de subsidieverordening Stadsvernieuwing Binnenstad ongunstig uitwerkt voor de Vereniging van Eigenaren. Hij leest een technische tekst voor die daarop betrekking heeft. Hij vraagt de wethouder of de verordening kan worden aangepast, zodat ook de Vereniging van Eigenaren daarvan gebruik kan maken. Amsterdam is een monumentenstad. Er is een verontruste groep aannemers en architecten. Hij vraagt of er een public private construct kan komen, waardoor belanghebbende partijen mogelijkheden kunnen zoeken om weer een dergelijke herstelplaats in het leven te roepen. De raadsleden hebben prachtige wandelingen gemaakt en er is aan de orde geweest of Artis als totaal complex niet een monument zou kunnen worden. Hij vraagt hoe het daarmee staat. Wat de VVD-fractie betreft hoort ook die parkeergarage daarbij. Dhr. Mol zegt dat op 12 juni 2002 in het Stadsblad een aanvraag stond voor een sloopvergunning van een rijksmonument. Het gaat om de gebouwen Oudezijds Voorburgwal 262-264. Er wordt niet gesproken over nieuwbouw. Hij meent dat de eigenaar al eerder pogingen heeft ondernomen daarvoor een vergunning te krijgen, maar dat de aanvraag is afgewezen. Hij gaat ervan uit dat dat weer gebeurt, maar hij vraagt wat men bij afwijzing gaat doen om deze panden te behouden. De eigenaar is daartoe immers niet bereid. Over het pand Amstel 134-136, Het Paard van Amstel, zegt hij dat de fractie van Amsterdam Anders/De Groenen kennis heeft genomen van de overeenkomst met Imca Vastgoed, De Vlieger en de huidige bewoners van het pand. Zij is verheugd over het feit dat er iets met het pand gaat gebeuren. De eigenaar heeft gezegd dat hij snel wil beginnen. Het heeft namelijk haast. Er liggen een monumentenvergunning en een bouwvergunning. Hij vraagt de stadsdeelwethouder ervoor te zorgen dat dat snel kan. Het pand heeft dat nodig. Hij heeft begrepen dat er problemen zijn met een vergunning voor een steiger en dat komt de snelheid niet ten goede. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de subsidieverordening Binnenstad wel tegen het licht zal worden gehouden, maar dat nog niet zeker is dat deze zal worden aangepast. Als het antwoord bevestigend is, zal hij uitleggen hoe deze verordening zal worden veranderd. Als de verordening niet wordt gewijzigd, volgt daarover uitleg. Hij gaat na of er een nieuwe monumentenwerf/herstelplaats voor de binnenstad kan komen. Bij sloopwerkzaamheden komen veel waardevolle oude stenen vrij die na het schoonmaken herbruikbaar zijn. Deze stenen moeten ergens worden opgeslagen. Hij zal de commissie te zijner tijd nader inlichten. De gesprekken met Artis zijn gaande. Binnenkort zal er wederom een gesprek plaatsvinden. De commissie zal op de hoogte worden gehouden. Op de vraag over de Oudezijds Voorburgwal ontvangt de heer Mol schriftelijk antwoord. De overige commissieleden ontvangen daarvan een kopie. Hij is het ermee eens dat de eigenaar van Amstel 134-136 snel moet beginnen en dat de overheid niet vertragend moet werken. Hij zal dat aan stadsdeelwethouder Iping doorgeven, die verantwoordelijk is voor de bouw aldaar.
III Water 11. Mededelingen Er zijn geen mededelingen.
12. Rondvraag
12
Dhr. Van de Put mist in het ter kennisname stuk 'Plan van aanpak overlast te water' de aanpak van vervuiling die ontstaat doordat mensen op boten van alles overboord gooien. De stadsdeelwethouder antwoordt dat dit niet in deze notitie thuishoort. De DWR verwijdert zowel het kleinere zwerfvuil als de wrakken uit de grachten. Dhr. Van de Put merkt op dat de wrakken er wel in staan. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het verwijderen daarvan nu nog een centraal stedelijke bevoegdheid is. Er zal over worden gesproken of het stadsdeel dit niet beter in eigen beheer kan doen, daar men bij het stadsdeel weet waar ze liggen en sneller kan optreden. Het verwijderen van vuil uit het water valt eveneens onder de centrale stad. Niettemin zal het DB de zorgen van de heer Van de Put doorgeven.
IV Verkeer en Parkeren 13. Mededelingen De stadsdeelwethouder deelt mee dat op 22 september a.s. de autovrije zondag zal worden gehouden. Vandaag start hiervoor een publiciteitscampagne. Het is de laatste keer, dat de centrale stad dit financiert. Gezien de kosten van 0,5 miljoen euro, heeft het stadsdeel hiervoor volgend jaar geen geld meer. Hij raadt de fracties die willen dat de autoloze zondag na deze keer doorgaat aan om bij de collega's van de centrale stad aan te dringen op het reserveren van geld hiervoor, anders is dit de laatste autovrije zondag. Over lijn 10 deelt hij mee dat het profielbesluit door de gemeenteraad is vastgesteld. Het hiertegen aangetekende bezwaar bij de Bezwaarschriftencommissie van de Raad is 'kennelijk niet ontvankelijk verklaard'. Een beroep hiertegen bij de bestuursrechter diende op 17 mei jl. Op 31 mei heeft de bestuursrechter de beslissing van de Bezwaarschriftencommissie vernietigd en het profielbesluit geschorst tot de Bezwaarschriftencommissie inhoudelijk over de bezwaren heeft beslist. Daarbij is ook het verkeersbesluit voorlopig geschorst. De gemeenteraad is tegen het besluit van de bestuursrechter in beroep gegaan bij de Raad van State en heeft een voorlopige voorziening gevraagd. Dit heeft gisteren, 21 augustus, gediend. De uitslag wordt over drie weken verwacht. De vraag is of dan moet worden gewacht op de bodemprocedure. Deze duurt enkele maanden. Als de Raad van State positief reageert op het verzoek van een voorlopige voorziening, kan men snel beginnen. In elk geval moet men deze drie weken wachten. In de zomer is veel commotie ontstaan omdat de bedrijfsvergunningen voor auto's niet meer gelden in zowel centrumgebied I als II. Dit ging in per 1 april jl. Stadstoezicht besloot dit echter te gaan handhaven per 1 juli, maar heeft dit niet goed genoeg doorgegeven. Pas eind juni, midden in de bouwvakvakantie, is de mededeling naar de bedrijfsadressen gegaan. Ook was het bericht voor meerdere uitleg vatbaar. Er ontstond nogal wat commotie. Ook MM'99 heeft zich met veel anderen zorgen gemaakt over de belangen van het bedrijfsleven. Daarop heeft het DB besloten tot een gedoogperiode. Voor de al aangebrachte klemmen kon men bezwaarschriften indienen, waarmee coulant zou worden omgegaan. Tot 19 augustus jl. zouden geen klemmen en boetes worden uitgereikt, maar oranje waarschuwingskaarten. Hierna wordt streng gehandhaafd. De excursie fietsparkeren zal plaatsvinden op 27 september a.s. Men zal de binnensteden van Nijmegen en Tilburg bezoeken. Hij verzoekt deelnemers zich zo snel mogelijk aan te melden na het verschijnen van het definitieve programma. Het programma zal duren van 7.30 uur tot 22.00 uur. Tot slot deelt hij mee dat voor het natte Damrak een nieuwe bouwaanvraag is ingediend voor het bouwplatform voor de Noord-Zuidlijn, dat kleiner en lager - twee verdiepingen - zal zijn. De kantoren komen vlak boven het water en daarboven komt een werkplatform op ongeveer het niveau van de brug. De aanvraag was in juni 2001. Daartegen zijn zienswijzen ingediend. De hoorzitting daarover was in april 2002. Daarover is nog geen uitspraak. Het platform was eerst gepland op 2000 m2. Daarvan is nu 1400 m2 elders ondergebracht. De kantoren en de werkplaats op het overblijvende oppervlak moeten in de nabijheid van de bouwschacht staan. Niettemin zal de portefeuillehouder op korte termijn een rapport ontvangen waarin mogelijkheden worden onderzocht om aan de bezwaren van bewoners tegemoet te komen. De tijd tot de uitspraak van de Bezwaarschriftencommissie gebruikt het DB om te bezien of er nog enigszins met het platform kan worden geschoven. Spreker zal de commissie op de hoogte houden van nader nieuws.
14. Concept beantwoording raadsadres van C. van der Ploeg ((Onze Lieve Vrouwekerk) inzake betaald parkeren op zondag De commissie stemt in met de gevraagde beslissing.
13
15. Plan van Aanpak Taxistandplaats Dam Inspreker Mw. Van Bennekom (Fietsersbond) deelt mee dat volgens de Fietsersbond de verplaatsing van de taxistandplaats van de Dam naar het Damrak een onaanvaardbare verslechtering zal betekenen voor de verkeersveiligheid van vooral fietsers. Het Damrak is onderdeel van het Hoofdnet Fiets en wordt zeer druk gebruikt door fietsers richting Centraal Station en de fietsparkeerplaatsen op het Beursplein. De verkeersveiligheid verslechtert door het toegenomen aantal parkeerbewegingen. Als er te veel taxi's zijn, zullen zij zich opstellen op de fietsstrook. Het in- en uitstappen aan de linkerkant van de taxi zal op de fietsstrook gebeuren. De uitwijkmanoeuvres voor parkerende of dubbel parkerende auto's veroorzaken veel ongevallen met fietsers. De situatie op het Damrak is nu al niet ideaal. Tegen de principes van het ook door Amsterdam goedgekeurde convenant Duurzaam Veilig ligt er nu al geen fietspad op het Damrak, hoewel het een 50 km straat is. Het Damrak is een red route, een wegdeel waarop meer dan twaalf letselslachtoffers per twee jaar vallen. De Fietsersbond vraagt daarom de commissie het DB te verzoeken dit besluit terug te draaien. Dhr. Hoolsema vraagt of mevrouw Van Bennekom al contact heeft gehad met de heer Wolters, die het project van het verbeteren van red routes en black spots onder zijn hoede heeft. Hij heeft een overzicht van waar en hoe de ongevallen precies plaatsvinden. De taxistandplaats is immers gepland voor de Beurs, net voorbij de Bijenkorfparkeerfile, op een vrij rustig deel. Mw. Van Bennekom heeft de heer Wolters wegens zijn vakantie niet kunnen bereiken. Wel heeft zij een kaartje waarop de red routes voor fietsers zijn aangegeven. Dhr. Van der Hoog heeft van mevrouw Hansen, die het plan van aanpak heeft gemaakt, vernomen dat de fietsstrook 1,50 meter is. Dat is niet veel. Anderzijds wordt de huidige losplaats verbreed van 2 meter naar 2,80. Volgens mevrouw Hansen acht de verkeerspolitie dit voldoende om geen gevaar voor de verkeersdeelnemers te veroorzaken. Er is links van een taxi genoeg ruimte om uit te stappen. Hij vraagt het commentaar van mevrouw Van Bennekom hierop. Mw. Van Bennekom veronderstelt dat de stoep daarvoor wordt versmald. Een normale parkeerplaats is ongeveer 2 meter breed en een autoportier is ongeveer 1 meter. De taxi's zullen dus wel heel netjes moet parkeren, naast een zeer smalle stoep. Dhr. Van der Hoog merkt op dat deze 2,35 meter is. Mw. Van Bennekom acht dat voor die plek zeer smal. Zij vreest een oversteek. Dhr. Van der Hoog noemt een aantal plekken waar het vaak mis gaat met fietsen en auto's. Hij vraagt het commentaar van mevrouw Van Bennekom op de oplossing in de Linaeusstraat, waar een fietsstrook is veranderd in een fietspad. Mw. Van Bennekom antwoordt dat veel ongevallen op kruisingen plaatsvinden, de black spots. Verder is er een aantal wegvakken, waaronder Rozengracht, Vijzelstraat en ook Damrak, waar ongevallen gebeuren. Dat komt omdat er daar geen vrijliggende fietspaden zijn die verhinderen dat auto's de fietsers moeten kruisen of dat fietsers op de weg moeten uitwijken. Fietspaden zijn de oplossing; dit is ook vastgelegd in het convenant Duurzaam Veilig. Eerste termijn commissie Mw. Dooijeweert onderschrijft de bezwaren van de Fietsersbond. Ook voor voetgangers ontstaat een verkeersgevaarlijke situatie. Mensen zullen oversteken vanaf de winkelkant van het Damrak. Er komen daar al tamelijk veel mensen onder de tram. Zij vraagt naar het nut van de taxistandplaats op die plek. De standplaats wordt verplaatst van het hotel naar het Beursplein. Een taxi kan vanaf die standplaats niet terugkeren naar Krasnapolsky. Zij vermoedt dat het bestaan van de laad- en losplaats een makkelijk argument voor de verplaatsing naar die plek is. Gezien de genoemde bezwaren vraagt zij of er geen andere plaats kan worden gevonden dan wel of het mogelijk is dat de vier plaatsen niet worden vervangen. Is het wel strikt noodzakelijk dat er precies evenveel plaatsen terugkomen als er waren? Dhr. Mol vreest dat slechts de 'puinzooi' van de ene naar de andere plek wordt verplaatst. Het betoog van de Fietsersbond geeft hem de indruk dat verplaatsen niet goed is. Hij geeft de wethouder in overweging dit anders op te lossen. Dhr. Van Drooge was in eerste instantie positief over het voorstel, maar na het betoog van de Fietsersbond maakt hij zich zorgen, vooral in verband met de uitstappende passagiers op een breedte van 1 meter. Wat zijn de alternatieven? Dhr. Hoolsema stelt dat in de Beurs van Berlage evenementen plaatsvinden, waarbij taxichauffeurs op het fietspad parkeren om passagiers in en uit te laten. Het lijkt zijn fractie dan beter dat de taxistandplaats duidelijk wordt aangegeven. Hij wijst op de in de notitie van zijn fractie voor de
14
Nieuwezijds Voorburgwal gesuggereerde mogelijkheid voor het Hoofdnet Fiets via de Spuistraat en op termijn via een ventweg over de Nieuwezijds Voorburgwal richting Noord, die een deel van het fietsverkeer kan opvangen. Dhr. Van der Hoog waardeert het dat wordt geprobeerd om het aantal taxi's boven de vier stuks weg te houden. Hij heeft met mevrouw Hansen gesproken over het afpellen van de alternatieven; dit is goed gedaan. Er is echter niet gekeken naar de ventweg bij de Optiebeurs van het Rokin. Hij weet niet of daar iets moet gebeuren als de Noord-Zuidlijn doorgaat. Hij is ervoor ergens een plek te vinden voor de taxi's. Als het niet kan, dan bepleit hij iets vrijliggends te zoeken voor de fietsers. Echter niet op het Beursplein zelf, want daar staan heel mooie bomen.
Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder is aan het twijfelen gebracht door de woorden van mevrouw Van Bennekom, maar meent dat men dit toch moet doen. Het stadsdeel heeft in verband met de taxioorlog van de gemeenteraad de opdracht gekregen om de grote taxistandplaatsen te vervangen door kleinere. Na meer dan een half jaar vergaderen met allerlei gremia is men tot een voorstel voor de Dam gekomen. 21 Van de 25 huidige plaatsen waren al elders ondergebracht. Het voorliggende voorstel heeft de steun van alle gesprekspartners, ook de verkeerspolitie. Echter niet van de Fietsersbond. Op dit moment is het bij Krasnapolsky en de uitgang van de Damstraat een grote puinhoop gedurende de avond en een groot deel van de nacht. Het is daar zeer gevaarlijk voor fietsers. Op dit moment zijn er op het Damrak ook al tamelijk veel laad- en losbewegingen; er zijn vier laad- en losplekken. Dit wordt minder, daar er straks nog maar een zo'n plek zal zijn. De middenstanders aan het Damrak zijn daarmee akkoord. Het DB verwacht dat de taxi's niet voor bijzonder veel verkeersbewegingen zullen zorgen, vergelijkbaar met de taxistandplaats aan de Amstel, vlakbij de Munt. Die wordt vooral gebruikt als neerstrijkstandplaats, waar chauffeurs even rusten, een boterham eten en dergelijke. Het betreft een lang, recht stuk Damrak, iets voorbij het Beursplein. Het is het rustige deel, terwijl ongelukken vooral gebeuren bij de uitrit van de Bijenkorfgarage. Het DB verwacht geen rijvorming. Men gaat steeds meer richting taxi's die op straat worden aangehouden. De centrale stad is bezig met besluitvorming hierover. Inderdaad wordt er breder aangelegd, van 2 meter naar 2,80 meter. Een auto is geen 2 meter breed, maar tussen de 1,40 en 1,80 meter. Als langs de stoep wordt geparkeerd, is er dus de meter voor het portier. Er is daar geen ruimte voor een vrijliggend fietspad. Gevaar voor de voetgangers is er niet, want het voetpad behoudt de minimaal vereiste breedte. Hij verwacht verder niet dat er veel mensen naar de taxistandplaatsen zullen oversteken. Het is geen uitgaansplek. Volgens de notitie zijn alle mogelijke alternatieven uitgezocht. Over de ventweg antwoordt hij dat hij ervan uitgaat dat de Noord-Zuidlijn doorgaat. Andere geschikte plaatsen zijn te dicht bij een hoek. De kosten worden voor het overgrote deel vergoed door het Rijk, want daar voelt men zich enigszins schuldig over de plotselinge confrontatie met de nieuwe Taxiwet. Inderdaad staan er nu willekeurig taxi's op de fietsstrook, zoals de heer Hoolsema zegt. Nu hoeft dat niet meer of in elk geval veel minder. Het DB zal bezien of de veiligheid kan worden verbeterd, bijvoorbeeld middels een waarschuwingsbord of belijning.
Tweede termijn inspreker Mw. Van Bennekom wijst erop dat het Damrak een eenrichtingsweg is en er dus geen rustig stuk is. Het is even druk als het voorste stuk, alleen staat er meestal geen file. Het is nu een puinhoop op de Dam, maar spreekster verwacht nu een puinhoop op het Damrak en vraagt wat daaraan is te doen.
Tweede termijn commissie Mw. Dooijeweert hoort dat de plek niet zozeer is bedoeld om mensen op te pikken maar voor chauffeurs om er een boterham te eten. In dat geval zou men een andere plek kunnen nemen. Het blijft een onhandige plek, ook omdat taxichauffeurs en fietsers elkaars grootste vijanden zijn. Als dit een neerstrijkplek is, gaan de portieren open en wordt het een gezellig samenzijn. Dit gaat niet
15
boteren met fietsers. Verder is het voor veel chauffeurs aantrekkelijk om daar te staan, op een plek met vier plaatsen, want als men doorrijdt naar het Centraal Station, wacht men daar een tot twee uur. Zij bepleit verder te kijken. Dhr. Mol kent de overlast op de Dam, maar betwijfelt of de overlast zal verdwijnen door een andere locatie. Het Damrak zal voorlopig een belangrijke fietsroute blijven. Dit gaat conflicteren. Hij verwacht dat een taxichauffeur die de melding krijgt dat hij iemand op de Dam kan oppikken niet helemaal via de Stadshartlus zal rijden, maar ter plekke zal draaien. Dit levert levensgevaarlijke situaties op. Dhr. Van Drooge vindt het pleidooi van de stadsdeelwethouder zeer overtuigend. Zijn fractie neemt het onderwerp in beraad. Dhr. Hoolsema begrijpt de bezwaren van de fracties van PvdA en AA/De Groenen, maar stelt dat het slechts om vier plekken gaat binnen een groot geheel. Vooral kruisende verkeersstromen van verschillende aard leveren gevaar op en er wordt voornamelijk overgestoken voor de Bijenkorf en het Beursplein. Verderop is het heel rustig. Gezien het uitgebreide onderzoek en de afweging van alle alternatieven, vindt zijn fractie dit in grote lijnen een goed plan van aanpak. Dhr. Van der Hoog meent dat nergens in de stad parkeerplaatsen zo dicht op een fietsstrook liggen. Hij stelt zich de situatie voor waarbij iemand linksachter breed instapt, waarbij een fietser moet uitwijken en in botsing komt met een van achteren naderende auto. Spreker is enigszins gerustgesteld doordat de wethouder wil bezien wat hij daaraan kan doen. Dhr. Schimmelpennink vernam tot zijn verbazing dat hier sprake is van een hangplek voor taxi's, en dat op het Hoofdnet Auto, Hoofdnet Tram en Hoofdnet Fiets, waar geen ruimte is voor een vrijliggend fietspad. Op de Dam staan vaak meer dan vier taxi's. Het ontbeert taxichauffeurs aan een organisatorisch middel om te weten dat een plek vol staat. Hij bepleit plekken te zoeken buiten de hoofdroutes, waar taxi's rustig kunnen staan en voor de andere verkeersdeelnemers geen last opleveren.
Beantwoording tweede termijn De stadsdeelwethouder blijft erbij dat het om een aanmerkelijk minder chaotisch deel van Damrak gaat dan het stuk van de Dam tot de Bijenkorfgarage. Daar vinden met name de ongevallen plaats. Natuurlijk zal handhaving moeten plaatsvinden. Als er geen plaats is moeten de taxi's doorrijden. De politie heeft dit toegezegd. Met de term neerstrijkplaats bedoelt spreker dat de plek een ander karakter heeft dan een uitgaansgebied als het Leidseplein. Ook aan de Amstel bij de Munt - eveneens Hoofdnet Auto - staat geen grote rij taxi's. Het handhaven geldt ook voor het draaien richting Dam. Dit is nu ook verboden. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de commissie niet enthousiast is over het plan en het DB verzoekt verder te zoeken naar andere mogelijkheden. Alleen de VVD-fractie steunt het plan. Zij stelt voor dat de stadsdeelwethouder de bezwaren meeneemt naar het DB en in een volgende commissievergadering meedeelt wat dit ermee heeft gedaan en of zij aanleiding zijn geweest tot heroverweging. De stadsdeelwethouder verzoekt dit niet te doen. Dit is een bevoegdheid van het DB, waarop het kan worden teruggefloten door de deelraad. Het DB hoeft de commissie alleen maar in te lichten. Hij verwijst naar de procedure, op bladzijde 5, waar men nu middenin zit. Hij stelt voor dit te laten doorgaan als er een politieke meerderheid voor is. Als die meerderheid er niet is, zal hij het voorstel moeten terugnemen naar het DB. Dit betekent dat alle genoemde procedures moeten worden gestopt en dat er na een half jaar overleg nog geen voortgang is. De voorzitter stelt de vraag naar de politieke meerderheid aan de orde. Dhr. Hoolsema heeft de indruk dat een deel van de commissieleden niet zeer gelukkig is met het voorstel, maar dat de bezwaren wellicht niet overheersen, gezien de handhaving en de toegezegde bewegwijzering. De voorzitter vraagt het standpunt van de fracties. Dhr. Van der Hoog deelt mee dat de GroenLinks-fractie instemt met de locatie, maar voldoende veiligheid voor de fietsers wil. Dhr. Hoolsema deelt mee dat de VVD-fractie akkoord gaat. Wellicht is het goed de Fietsersbond te betrekken bij de detailverbetering van de plek. Dhr. Van Drooge deelt mee dat de D66-fractie akkoord gaat. Dhr. Mol deelt mee dat de fractie van AA/De Groenen akkoord gaat, gezien de toezeggingen van de wethouder. De fractie tilt zeer aan handhaving. Dhr. Koning deelt mee dat de CDA-fractie akkoord gaat. Mw. Dooijeweert deelt mee dat de PvdA-fractie niet akkoord gaat.
16
De voorzitter constateert dat de meerderheid akkoord gaat en dat het DB verder kan gaan met het besluit. De commissie heeft met instemming kennis genomen van het plan van aanpak.
16. Rondvraag Dhr. Hoolsema deelt mee dat stadsdeelwethouder vanmiddag een aantal schriftelijke vragen van zijn fractie heeft ontvangen over de problematiek bij de parkeergarage bij het Centraal Station. Vanavond vernam hij dat dit probleem ook onder de aandacht is gebracht van de raadscommissie van de centrale stad. Hij voegt daarom aan de vragen het verzoek toe om voor het vinden van een oplossing ook in overleg te treden met wethouder Van der Horst van de centrale stad. Dhr. Van Drooge vraagt of de vragen ook de verkeerslichten betreffen. Dhr. Hoolsema antwoordt dat dit onder andere het geval is. Dhr. Van Drooge heeft de indruk dat in het ter kennisname stuk, de brief van EVO over uitstel verscherping milieunorm, de berekende schade van 75 miljoen euro nauwelijks is te onderbouwen. Hij vraagt wat de stadsdeelwethouder met de brief wil doen. De voorzitter legt uit dat de brief ter kennisname is. Als men hem wil bespreken, komt hij de volgende keer op de agenda. Dhr. Van Drooge verzoekt geen plaatsing op de agenda. Hij kan op andere wijze vernemen wat de wethouder ermee zal doen. De stadsdeelwethouder antwoordt dat hij de schriftelijke vragen van de VVD-fractie nog niet heeft gezien en ze eerst wil bestuderen. Het gezichtsveld van alles dat te maken heeft met de NoordZuidlijn is breder dan alleen de binnenstadsbelangen. De grootstedelijke kanten zullen in de beantwoording worden meegenomen. Dhr. Hoolsema reageert dat het niet de bedoeling was nu een antwoord te krijgen. De stadsdeelwethouder vervolgt dat de brief ter kennisname in september op de deelraadsagenda staat. Het DB is van plan de huidige milieunormering opnieuw te bezien. Binnenkort zal een gesprek met EVO plaatsvinden, waarbij men zal bezien wat redelijk en rechtvaardig is, terwijl men toch voor de milieuwaarden opkomt. In de deelraad zal hij voorstellen dit raadsadres te betrekken bij zijn voorstel hierover. Het voorstel en de beantwoording aan EVO zullen vervolgens in de commissie komen. V Inrichting Openbare Ruimte en Groen 17. Mededelingen De stadsdeelwethouder bedankt voor de VVD-notitie over de Spuistraat. Een preadvies is in voorbereiding. Uiterlijk bij de verzending voor de septembervergadering zal men zowel het preadvies als de nota van beantwoording op de vragen van commissieleden en insprekers ontvangen. Mw. De Groot vraagt wanneer dit zal zijn. De voorzitter antwoordt dat de commissievergadering op 26 september a.s. zal zijn. Twee weekenden tevoren dient men de stukken te ontvangen.
18. Concept beantwoording raadsadres van H. Coljé t.a.v. de openbare ruimte De commissie stemt in met de gevraagde beslissing. 19. Herprofilering Nieuwe Uilenburgerstraat en Nieuwe Batavierstraat De voorzitter deelt mee dat een brief is rondgedeeld van de bewonersraad Groot Waterloo met twee aandachtspunten.
Eerste termijn commissie Mw. Alkema woont in de Nieuwe Uilenburgerstraat en wordt door veel mensen aangesproken op het voorstel. Bij een herprofileringsvoorstel moet er een verslag van de inspraakbijeenkomst zijn. In dit geval is er een verslag van de Bewonersraad, maar daarin is slechts sprake van de beslissing over variant 2. Het voorstel om de Nieuwe Batavierstraat af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer komt hierin echter niet aan de orde; ook ontbreekt een inspraakverslag hierover. Zij vraagt om deze aanvullende informatie. Zij stemt in met de herprofilering van de Nieuwe Uilenburgerstraat. Over de Batavierstraat wil zij eerst de aanvullende informatie zien.
17
Dhr. Mol feliciteert met de bomen die erbij komen. Zijn fractie is voor de afsluiting van de Nieuwe Batavierstraat, maar voor hij instemt wil hij eerst weten hoe de mening van de bewoners hierbij is betrokken. Hij vraagt hoe breed de stoep wordt bij de schuine parkeerplaatsen in de Nieuwe Uilenburgerstraat. Mw. Dooijeweert begrijpt dat over de invulling van de Nieuwe Batavierstraat nog moet worden gesproken. Zij vraagt bij de inrichting aandacht voor de combinatie van fietspad en speelgelegenheid voor peuters en kleuters. Er is sprake van opstaande randen. Het lijkt haar moeilijk, maar wellicht is hiervoor een oplossing te bedenken. Zij vraagt of dit een tweerichtingsfietspad wordt en of er ook brommers zijn toegestaan. Zij heeft bedenkingen over de combinatie van brommers en peuters en kleuters. Zij vraagt of dit wel kan worden gehandhaafd. Zo niet, dan moet men het ook niet proberen te regelen. Wat het verkeerscirculatieplan betreft is in de Nieuwmarktbuurt de Keizersbrug in de inspraak nooit aan de orde geweest, voor zover haar bekend. Er is daar een grote behoefte aan het terugbrengen van het tweerichtingsverkeer. Voor de Nieuwmarktbewoners is er geen redelijk alternatief voor de Keizersbrug. Jarenlang toezicht is niet haalbaar; men blijft in twee richtingen rijden. Zelfs de politie doet dit en heeft te kennen gegeven niet zonder de brug te kunnen. Zij bepleit om voor de mensen die deze route nodig hebben de beslissing tot eenrichtingsverkeer te herzien, of in elk geval te overleggen met de bewoners van beide zijden van de brug. Dhr. Van der Hoog stemt in met de herprofilering. Het komt niet vaak voor dat men bijna alle wensen van alle bewoners kan honoreren. Kennelijk wil men de vrijheid om niet voor iepen te kiezen.
Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder bedankt voor de complimenten. Het gaat hier niet meer over de gehele herprofilering en de afsluiting van de Nieuwe Batavierstraat; dit is door de vorige commissie geaccordeerd. Ook het verkeerscirculatieplan is al geaccordeerd. Auto's naar de Oude Schans vanaf de Jodenbreestraat zullen via de Nieuwe Uilenburgerstraat en de Oostersekade moeten rijden. Mogelijk belast dit een ander stukje buurt met wat meer verkeer. Het is echter maar zelden mogelijk een straat af te sluiten en een speelstraat te realiseren. Hier staat de buurt helemaal achter. Inderdaad moeten degenen die nu illegaal naar de Nieuwmarkt rijden een grotere omweg maken. De discussie over de Keizersbrug staat echter los van dit plan. In het vorige plan was de straat al afgesloten aan de kant van de Nieuwe Uilenburgerstraat. Gesteld voor de keuze voor vijf parkeerplaatsen in de Nieuwe Batavierstraat heeft de buurt gekozen voor de mogelijkheid deze te realiseren in de Nieuwe Uilenburgerstraat. In het uiteindelijke plan is er een reductie van 113 naar 100 parkeerplaatsen, tegen 85 in het eerste plan. De opmerking in de brief van de bewonersraad over de soort bomen zal hij aan deskundigen doorgeven. De stoep is 2 meter breed, een halve meter meer dan de norm van mevrouw Boerlage. De invulling van de Nieuwe Batavierstraat ligt nog open. Het fietspad is te smal weergegeven, want het is een tweerichtingsfietspad. Hij veronderstelt dat het ook voor brommers is, maar hij weet niet wat daarover is afgesproken. De vraag of men dit moet willen zal worden meegenomen. Brommers moet men alleen laten omrijden als men dit kan handhaven. Wellicht komt het fietspad meer naar een zijkant te liggen, waardoor in het midden een groter speelgebied ontstaat. Er wordt nog bezien of aan beide kanten bomen mogelijk zijn. Dit alles gebeurt in overleg met de bewoners. De vraag of de opstaande randen van de fietspaden veilig zijn neemt hij mee.
Tweede termijn commissie Dhr. Hoolsema deelt mee dat de VVD-fractie deze keer de herprofilering van harte steunt, gezien het geleverde maatwerk en het brede maatschappelijke draagvlak. Mw. Alkema vraagt of zij goed heeft begrepen dat op 14 februari jl. in de commissie is besloten en dat daarbij alle inspraakverslagen beschikbaar waren of dat zij de verslagen nog kan krijgen, zodat zij ze kan laten zien aan personen die haar hierop aanspreken. Mw. Dooijeweert beseft dat de Keizersbrug niet hoort bij de herinrichting, maar stelt dat de verkeerscirculatie in de binnenstad een versnipperd geheel vormt doordat elke buurt met zichzelf bezig is en er geen rekening wordt gehouden met problemen in een groter geheel. Zij vraagt om bij alle verkeerscirculatieplannen wat breder te kijken, ook naar bewoners die naar huis moeten en die bij voorkeur via de buitenkant van de stad zo snel mogelijk hun bestemming moeten kunnen bereiken, zonder onnodige autobewegingen in de stad.
18
Beantwoording tweede termijn De stadsdeelwethouder antwoordt dat in februari jl. inderdaad het totale plan in de commissie is geweest. Daar is ook de verkeerscirculatie geaccordeerd, waarbij de meningen van de wijken aan beide zijden van Keizersbrug zijn meegenomen. Toen zaten de inspraakverslagen erbij. Nu ging het alleen om het terugbrengen van 15 parkeerplaatsen. Het DB zal komen met diverse verkeerscirculatieplannen, ook voor de binnenstad als totaal en van groot naar microniveau. Alles zal weer worden onderzocht in het kader van de mobiliteitsreductie waarvan in het Programakkoord sprake is. De commissie stemt in met de gevraagde beslissing.
20. Rondvraag Mw. Alkema vraagt opheldering daar in het lijstje met data staat dat er op 19 december a.s. een commissievergadering is, terwijl dan ook de deelraad vergadert. In het verslag staat dat men na het reces een termijnagenda zal ontvangen. Die heeft zij nog niet aangetroffen. De voorzitter antwoordt dat over het laatste punt aan het begin van de vergadering een mededeling is gedaan. De stadsdeelwethouder zegt uitsluitsel toe over 19 december. Dhr. Van Drooge stelt voor om de vergadering voortaan om 20.00 uur te laten beginnen. Dit geeft de leden wat meer tijd om thuis door te brengen. De voorzitter vraagt wie daartegen is. De stadsdeelwethouder weet uit zijn ervaring met de gemeenteraad dat deze vergadering niet zelden tot na 24.00 uur duurt. Bovendien kunnen er algemene insprekers zijn. Dhr. Hoolsema begrijpt dat bij een overvolle agenda verschillende leden de voorkeur geven aan een extra commissievergadering boven een lange vergadering. Mw. Alkema stelt als compromis voor dat men van 19.30 uur tot 20.00 uur een half uur inspraak heeft, zoals bij de Commissie Algemene Zaken, etc. Men spreekt dan af dat er van elke fractie een persoon aanwezig is. De voorzitter merkt op dat ook zij graag om 20.00 wil beginnen. Dhr. Van der Hoog merkt op dat ook het publiek dan wat meer speling heeft en stelt voor te proberen van 20.00 uur tot 23.00 te vergaderen. De voorzitter stelt voor de aanvangstijd van 20.00 uur als experiment in te voeren, waarbij men streeft naar een korte een zakelijke behandeling en een eindtijd van 23.00 uur. De voorzitter sluit de vergadering om 23.15 uur.
19
Verslag van de openbare vergadering van de Commissie van Advies voor Inrichting Openbare Ruimte en Groen, Verkeer en Parkeren, Water en Monumenten van het stadsdeel Amsterdam-Centrum gehouden op donderdag 26 september 2002 van 20.00 uur tot 23.30 uur in zaal 0239 van het stadhuis.
Aanwezig: Mw. Van Vliet-Smit (PvdA, voorzitter), dhr Frankfurther (stadsdeelwethouder), dhr. Mol (AA/De Groenen), dhr. Fernandez (AA/De Groenen), dhr. Koning (CDA), mw. Van Dooijeweert (PvdA), dhr. Van de Put (PvdA), dhr. Schimmelpennink (PvdA), mw. De Groot (PvdA), dhr. Van der Hoog (GroenLinks), dhr. Molenaar (GroenLinks), dhr. Van Drooge (D66), mw. Alkema (D66), dhr. Smink (VVD), dhr. Hoolsema (VVD), dhr. Frank (MM'99) Ambtenaren: Dhr. Niemeijer (secretaris), dhr. Hoogeveen Verslag: Mw. Laval en dhr. Van der Pouw Kraan (Verslagbureau Amsterdam/VBA)
Algemeen Opening en hameren agenda De voorzitter opent de vergadering en heet eenieder welkom. Dhr. Hoolsema merkt op dat bij agendapunt 11 twee punten ontbreken. Aan Notitie Inrichtingsplan Spuistraat en omgeving dient plus bijlagen te worden toegevoegd, evenals plus aanvulling op de notitie . De voorzitter legt uit dat die bijlagen de vorige keer al waren geagendeerd en dat deze derhalve onderdeel van bespreking zijn. Zij vraagt of de heer Hoolsema de notitie bedoelt die in augustus jl. is rondgezonden. Dhr. Hoolsema antwoordt dat er een aanvulling op de notitie is geschreven. De voorzitter zegt dat deze bij de stukken is gevoegd en ook onderdeel van bespreking uitmaakt. Insprekers Dhr. Kroon (bewoner Huidekoperstraat) stelt dat er in de Huidekoperstraat een bedrijfspand van de KPN is gevestigd met een bedrijfsgarage met ongeveer 160 parkeerplaatsen en dat de bewoners uit deze straat daarvan graag gebruik zouden willen maken. De KPN heeft deze garage niet meer nodig en de vergunning is verlopen. Vanwege de nieuwe eisen die aan garages worden gesteld, is het noodzakelijk dat wordt nagegaan of er opnieuw vergunning kan worden verleend. Een groot deel is verhuurd aan De Nederlandse Bank. In de omgeving van de Huidekoperstraat is de afgelopen jaren veel nieuwbouw gerealiseerd en veel nieuwe bewoners, die niet uit Amsterdam komen, hebben moeite met het verkrijgen van een vergunning. Met de gemeente - de vorige wethouder en haar ambtenaren - heeft hij daarover veel gesprekken gevoerd, maar tot nu toe heeft dat niet tot de gewenste actie geleid. Hij vraagt naar de stand van zaken op dit moment. Mevr. De Groot zegt dat de commissie van de heer Kroon een e-mail heeft ontvangen, waarin hij de situatie schetst. Zij maakte daaruit op dat de ambtenaren van het stadsdeel zich hebben ingespannen om iets te regelen, maar dat dat niet is gelukt. De reden daarvan is haar niet duidelijk. Dhr. Kroon antwoordt dat de reden is dat de KPN niet reageert op verzoeken van de gemeente. Dhr. Van der Hoog heeft uit telefonische contacten begrepen dat de KPN de parkeerplaatsen in deze voor het bedrijf armoedige tijd aan rijke banken verhuurt. Hij begrijpt uit het betoog van de heer Kroon dat hij voorstelt dat bewoners daar kunnen parkeren. Dhr. Kroon antwoordt dat de garage in ieder geval s avonds leeg staat en dat de bewoners voornamelijk in de avonduren behoefte hebben aan parkeergelegenheid. Voor de bewoners zou het een oplossing zijn als zij in de avonduren in die garage mogen parkeren. De stadsdeelwethouder zegt dat de heer Kroon op maandag 29 september op zijn spreekuur komt, waardoor het mogelijk is dieper op deze zaak in te gaan. De garage wordt nu voor een belangrijk deel onderverhuurd aan De Nederlandse Bank en voor het overgrote deel wordt deze dus voor woonwerkverkeer gebruikt, wat niet in overeenstemming is met het beleid van het stadsdeel. Het is onduidelijk hoeveel parkeerplaatsen er zijn, wat de bezettingsgraad is en wat de tijden zijn. In februari jl. heeft voormalig wethouder mevrouw Irik een gesprek gevoerd over een nieuwe vergunning, wat overigens niet het eerste was. De gegevens over de bezettingsgraad en dergelijke zouden worden aangeleverd en ook het medegebruik door buurtbewoners zou aan de orde komen. Dat medegebruik is overigens niet afdwingbaar, maar daarover zou een afspraak kunnen worden gemaakt. In het
1
voorjaar en in de zomer jl. zijn twee herinneringen gestuurd, maar tot op heden is er geen reactie ontvangen en het DB overweegt dan ook de KPN te verzoeken het gebruik van de garage te staken. Het zal dat eventueel met dwang doen. Als vergunninghouders, of mensen op de wachtlijst, eventueel gebruik kunnen maken van de parkeerplaatsen in die garage, zullen deze op straat één op één worden gecompenseerd. Dat wordt dan meegenomen in de Parkeerbalans. 1. Mededelingen De voorzitter deelt mee dat op de commissievergadering van 31 oktober aanstaande alleen de begroting zal worden behandeld. Op 19 november vindt dan weer een reguliere commissievergadering plaats. Dhr. Molenaar merkt op dat hem is verzekerd dat de commissievergadering op 31 oktober aanstaande niet zal doorgaan, daar er op die datum ook een deelraadsvergadering is gepland. Hij vraagt om verduidelijking. De voorzitter antwoordt dat er op 24 oktober een gewone deelraadsvergadering plaatsvindt, waarin onder andere de Spuistraat, het Jaarverslag en het advies van de Rekeningencommissie aan de orde zullen komen. Uit het rondgezonden schema blijkt dat er op 31 oktober aanstaande een commissievergadering plaatsvindt. 2. Verslag van 22 augustus 2002 Tekstueel: Mevr. Van Dooijeweert merkt op dat haar naam verkeerd is gespeld. Dhr. Van Drooge merkt over bladzijde 8 over de laatste zin van de tweede alinea op dat Wel hoopt hij dat iemand van gemeentemonumenten de aanvraag zal indienen , moet worden gewijzigd in Wel hoopt hij dat iemand de aanvraag voor gemeentemonument zal indienen. Dhr. Van der Hoog merkt over bladzijde 8 op dat hij niet heeft gezegd dat het niet uniek is. Hij heeft gezegd dat het pand niet uniek is. Dat is van belang voor de hele alinea. Dhr. Koning verwijst naar bladzijde 9 onderaan en zegt dat de tekst mooier is geformuleerd dan hij het zelf heeft verwoord. Hij brengt zijn complimenten over. Naar aanleiding van: Dhr. Frank vraagt naar aanleiding van bladzijde 2 wat de termijn is waarbinnen antwoord wordt gegeven op brieven. Hij doelt op twee brieven van mevrouw Van Nierop, die respectievelijk op 7 en 17 juli jl. zijn gestuurd. De stadsdeelwethouder vraagt naar het onderwerp van deze brieven. Dhr. Frank weet niet wat het onderwerp is. De voorzitter verneemt van de secretaris dat deze brieven in de commissie van stadsdeelwethouder Iping aan de orde moeten komen en raadt de heer Frank aan deze vraag in die commissie voor te leggen. Dhr. Frank zal zich informeel bij de heer Niemeijer vervoegen. Dhr. Niemeijer zegt dat mevrouw Van Nierop stadsdeelwethouder Iping er tijdens de vorige vergadering aan heeft herinnerd dat haar vragen nog moeten worden beantwoord. De stadsdeelwethouder heeft haar toegezegd dat zij spoedig antwoord zal krijgen. Dhr. Van Drooge merkt naar aanleiding van bladzijde 2 op dat de stadsdeelwethouder zou nagaan of het haalbaar is aan te geven dat brieven worden doorgestuurd, zodat de schrijver weet waar zijn brief is. De voorzitter antwoordt dat het juist is dat de briefschrijver bericht krijgt van het feit dat zijn brief ter afhandeling is doorgestuurd naar een andere instantie. De stadsdeelwethouder heeft kennisgenomen van deze goede opmerking. De voorzitter vraagt of deze gedragslijn zal worden gevolgd. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het DB zijn best zal doen om deze gedragslijn te volgen. Dhr. Van de Put vraagt naar aanleiding van bladzijde 11 of er nog concrete stappen zijn gezet om de eigenaar aan te pakken in het kader van de illegale sloop van Keizersgracht 326. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het onderzoek naar de haalbaarheid nog niet is afgerond. Zodra bekend is of juridische stappen kunnen en zullen worden gezet, ontvangt de commissie daarover bericht. Ook als dat niet zal gebeuren, zal de commissie worden geïnformeerd over de reden daarvan. Mevr. De Groot zegt dat de stadsdeelwethouder de vorige keer sprak over een moord met voorbedachten rade. Dat impliceert naar haar idee dat het stadsdeel, de inspectie, de Stedelijke Woningdienst of welke inspecteur dan ook min of meer op de hoogte was van het feit dat deze
2
persoon voornemens was deze verbouwing te doen. Zij vraagt de stadsdeelwethouder daarop in te gaan. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de initiatiefnemer tijdens de verbouwing, die toch geruime tijd heeft geduurd, zeer regelmatig schriftelijk, mondeling en anderszins op de hoogte is gesteld van het feit dat hij bezig was met het verrichten van ongewenste activiteiten. Dat wordt bedoeld met moord met voorbedachten rade . Daarover is een goed dossier aangelegd. Het verslag wordt vastgesteld met inachtneming van de door de commissieleden aangebrachte wijzigingen. 3. Lijst toezeggingen De voorzitter zegt dat er zojuist een lijst van toezeggingen is rondgedeeld waarop meer staat dan de stand van zaken. Zij vraagt of de commissie er de voorkeur aan geeft deze lijst aan het eind van de vergadering te bespreken. Dhr. Mol geeft er de voorkeur aan deze lijst nu te behandelen. De voorzitter constateert dat ook de andere fracties akkoord gaan. Het betreft de gewijzigde lijst van 22 augustus jl. Zij somt de punten op. De stadsdeelwethouder merkt over de financiële rapportages, de begroting van 2004 en het maken van de splitsing op dat dat inmiddels is doorgegeven. Het gaat over de begroting 2004 en hij heeft gezegd dat deze commissie graag wil dat daarmee vanaf het begin rekening wordt gehouden. De voorzitter zal de voorzitter van de deelraad vragen of op 19 december aanstaande een deelraadsvergadering plaatsvindt. Dat punt blijft derhalve staan. Met betrekking tot de vraag over de subsidieverordening, staat er dat de stadsdeelwethouder met een korte notitie zal komen. Dhr. Smink vraagt of daarover een resultaatgerichte afspraak kan worden gemaakt, dus dat de commissie deze notitie aan het eind van dit jaar tegemoet kan zien. De stadsdeelwethouder heeft bij geruchte vernomen dat deze mogelijk in november aanstaande beschikbaar zal zijn. De voorzitter stelt voor dit punt op de termijnagenda voor november op te voeren. Het onderzoek naar de mogelijkheid tot een nieuwe monumentenwerf loopt. Daarover is op dit moment niet meer te zeggen, dus dit punt zal op de termijnagenda worden geplaatst en zij verzoekt de stadsdeelwethouder aan dit punt zo spoedig mogelijk een termijn te verbinden. Met betrekking tot Artis, rijksmonumenten, staat er dat de stadsdeelwethouder binnenkort een gesprek met Artis zal voeren. Daarna zal hij terugrapporteren. Dit punt blijft derhalve staan. Het antwoord dat betrekking heeft op de Oudezijds Voorburgwal 262-264 moet er vandaag zijn. Dhr. Mol merkt op dat hij geen toezegging heeft gevraagd. Dat staat ook niet in het verslag. De vraag was hoe het zit met het verzoek van de eigenaar voor een vergunning tot sloop. Het zijn rijksmonumenten, dus het is niet mogelijk te vragen of het monumenten zijn. De voorzitter stelt voor dat de stadsdeelwethouder dit nagaat en dat de commissie daarover tijdens de volgende vergadering schriftelijk of mondeling wordt geïnformeerd. Dhr. Mol vervolgt dat is toegezegd dat hij in deze commissievergadering antwoord zal krijgen. Graag verneemt hij van de stadsdeelwethouder waarom dat niet gebeurt. De stadsdeelwethouder zegt dat het hem spijt en zegt toe dat de heer Mol daarover volgende week bericht ontvangt en dat dat bericht bij de volgende zending als stuk ter kennisname voor de rest van de commissie zal worden gevoegd. De voorzitter vervolgt dat op de lijst staat dat de taxistandplaats Damrak wordt voorbereid. Zij stelt voor ook aan dit punt een termijn te verbinden. Dhr. Van der Hoog hoopt op voortvarendheid, want iets extra s voor de veiligheid van de fietsers was voor de fractie van GroenLinks een voorwaarde om met de VVD-fractie te kunnen meestemmen. De voorzitter zegt dat dat duidelijk is. Zij stelt voor ook aan het punt met betrekking tot de Nieuwe Uilenburgerstraat een termijn te koppelen, zodat bekend is wanneer er een reactie kan worden verwacht. Mevr. De Groot stelt het op prijs dat dit lijstje er is, maar zou het prettig vinden als dat ook een voorloper zou zijn van een termijnagenda. De voorzitter zegt toe dat er de volgende keer een termijnagenda is. 4. Rondvraag Er zijn geen vragen. II Water
3
5. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 6. Rondvraag Dhr. Frank vraagt naar de stand van zaken over de OZB ten aanzien van woonarken en woonboten. Vervolgens vraagt hij naar de veiligheid bij bruggen. Graag verneemt hij of er brugwachters zijn die de bruggen s avonds niet meer durven te openen, uit angst dat zij worden gemolesteerd. Vervolgens vraagt hij hoe de wethouder wil voorkomen dat er bij de bruggen drenkelingen in de gracht terechtkomen. Bij veel bruggen is het lastig aan wal te komen, omdat bijvoorbeeld reddingshaken ontbreken. Hij vraagt naar oplossingen in het geval er nog geen herprofilering heeft plaatsgevonden. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de eerste twee vragen betrekking hebben op de centrale stad. Deze vragen dienen aan wethouder Stadig te worden gesteld. Beweegbare bruggen vallen onder de verantwoording van de centrale stad, maar de kades vallen inderdaad onder dit stadsdeel. Als deze moeten worden vernieuwd, ontvangt dit stadsdeel daarvoor gelden van de centrale stad uit onrendabel krediet. Bij kadevernieuwingen worden er in een vrij hoog tempo trapjes aangelegd. Ook zijn er in bepaalde walmuren haalkommen aangebracht, waar bootjes kunnen worden aangelegd en waaraan personen in het water zich kunnen vasthouden. Reddingsboeien of haken aan brugleuningen worden niet meer gebruikt, omdat deze werden gestolen. Dhr. Frank vraagt of het niet handig is een lijst of boekwerkje te maken waarin staat wat de taken van de centrale stad zijn en welke door dit stadsdeel kunnen worden uitgevoerd. De voorzitter vraagt of dat niet de Verordening op de Stadsdeelraden is. De stadsdeelwethouder antwoordt dat dat lijstje voorradig is en zegt toe dat dit voor de volgende vergadering bij de stukken ter kennisname zal worden gevoegd. Dhr. Molenaar zegt dat enkele vergaderingen geleden is gevraagd wanneer de Waternota beschikbaar is en wanneer de commissie deze kan bespreken. Op deze vraag is geen antwoord gegeven. Inmiddels heeft de commissie wel kennis kunnen nemen van de nota van de wethouder van de centrale stad, die over water gaat. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het DB bezig is met de nota Visie op het water in de binnenstad . De nota is door de centrale stad vastgesteld en de visie is in feite een uitwerking van de nota van de centrale stad. Deze visie is op dit moment vrijgegeven voor bespreking met deskundigen. Vervolgens komt dit stuk terug bij het DB, die eventueel aanpassingen doet. Daarna wordt het door het DB vastgesteld om vervolgens het politieke traject in te gaan. In het voorjaar 2003 wil het DB deze visie aan de deelraad voorleggen. III Verkeer en Parkeren 7. Mededelingen Dit agendapunt is uitgesteld naar de vergadering van 9 oktober. 8. Rondvraag Dit agendapunt is uitgesteld naar de vergadering van 9 oktober. IV Inrichting Openbare Ruimte en Groen 9. Mededelingen Dit agendapunt is uitgesteld naar de vergadering van 9 oktober. 10. Herprofilering Amstel tussen Amstelstraat en brug 35 De commissie stemt in met de gevraagde beslissing. 11. Herinrichting Spuistraat, inclusief nota van beantwoording n.a.v. de gestelde vragen in de hoorzitting van 20 juni j.l. en inclusief het preadvies op de nota "Van Maatvoering naar Maatwerk, Notitie Inrichtingsplan Spuistraat e.o." van de fractie van de VVD in de stadsdeelraad Amsterdam-Centrum De voorzitter stelt voor eerst over het preadvies te spreken en vervolgens van gedachten te wisselen over het herinrichtingsplan Spuistraat. Zij constateert dat de commissie daarmee akkoord gaat. Vervolgens merkt zij op dat de inspraak over dit agendapunt reeds op 20 juni jl. heeft plaatsgevonden. Naar aanleiding daarvan is de nota Van maatvoering naar maarwerk ingediend. Op dit moment hoeft daarover dan ook geen inspraak plaats te vinden. Na afloop van de eerste termijn kan de insprekers die in juni het woord hebben gevoerd, de gelegenheid worden geboden kort te reageren.
4
Dhr. Hoolsema gaat akkoord met deze werkwijze, ondanks het feit dat deze niet in de reglementen staat. Er heeft zich een aantal mensen gemeld dat ook in eerste termijn heeft ingesproken. Hij heeft begrepen dat deze mensen één minuut de tijd krijgen. Er hebben zich ook twee personen aangemeld die in eerste termijn niet hebben ingesproken en hij stelt voor dat zij drie minuten spreektijd krijgen. Dhr. Molenaar vraagt hoeveel insprekers er zijn die één minuut mogen spreken. Dhr. Hoolsema antwoordt dat dat volgens de lijst vijf mensen zijn. De voorzitter zegt dat er zich inderdaad vijf mensen hebben aangemeld, maar dat er meer personen aanwezig zijn. Zij kan niet zeggen hoeveel mensen het betreft. Dhr. Molenaar vraagt of ook mensen die zich niet hebben aangemeld, vanavond kunnen inspreken. De voorzitter antwoordt dat dat op grond van het reglement van de commissie niet is toegestaan, maar dat het de commissie vrij staat daarmee anders om te gaan. Dhr. Van der Hoog zegt dat er twintig insprekers zijn geweest die drie minuten hebben gesproken. Ook hebben twintig personen een schriftelijke reactie ingediend. Hij vindt dat voldoende. Mevr. Alkema is er voorstander van dat de twee insprekers aan het woord komen. Dhr. Hoolsema is daarvan eveneens voorstander. Dhr. Molenaar is daarvan voorstander, als er niet meer dan vijf insprekers zijn die één minuut mogen spreken. De voorzitter durft dat niet toe te zeggen. Alle insprekers van de eerste termijn zijn per definitie toegelaten tot de tweede termijn. Dhr. Molenaar gaat akkoord. Dhr. Koning gaat akkoord. Dhr. Mol gaat akkoord. Eerste termijn commissie Dhr. Hoolsema heeft het stuk met interesse gelezen en heeft de indruk dat het defensief is geschreven. Het is behoorlijk gevuld met aannames en veronderstellingen die weinig onderbouwingen bevatten. Hij verwijst naar bladzijde 3, waar wordt gesproken over verkeer. Daar staat over de memorie van antwoord uit 1999 dat er in de avondspits 500 auto s over de Nieuwezijds Voorburgwal rijden en dat er in de Spuistraat in zuidelijke richting 300 rijden. Hij vraagt of het de stadsdeelwethouder bekend is dat in diezelfde periode door bewoners een telling is gedaan waaruit blijkt dat er ook 400 auto s door de Singel in zuidelijke richting rijden en dat dat later door de gemeente is bevestigd. Dat aantal zou daaraan moeten worden toegevoegd. Een optelsom leert dat 700 auto s niet door de Spuistraat rijden. Vervolgens vraagt hij hoe de stadsdeelwethouder kan onderbouwen dat er een stremming met een eventuele wachtrij zou kunnen ontstaan, als de parkeergarage aan het Hoofdnet Auto komt te liggen. Graag ontvangt hij een nadere toelichting op de fysieke obstakels die worden genoemd. De crux van de betere doorstroming zit in het feit dat de Spuistraat met dezelfde rijbaanbreedte veel minder fysieke obstakels heeft dan de Nieuwezijds Voorburgwal. Graag verneemt hij welke dat zijn en waarom dat het geval is. In de voorlaatste alinea, onder aan bladzijde 3, staat in het midden: Een tweerichtingsfietspad dient 3.50 meter breed te zijn (CROW-norm). Spreker vraagt de stadsdeelwethouder of hij bekend is met het verschil tussen een norm en een aanbeveling. CROW kent slechts aanbevelingen en een norm is verplicht. Volgens het laatste gedeelte op die bladzijde zullen beschikbare subsidiegelden deels komen te vervallen. Dat heeft te maken met veiligheid en fiets. Hij vraagt hoe subsidiegelden kunnen vervallen, welke zijn aangevraagd en nog niet zijn gehonoreerd. Vervolgens verzoekt hij de stadsdeelwethouder aan de commissie duidelijk te maken dat het hier slechts gaat om 2 procent van de totale dekking van de kosten. Het stuk over parkeren en parkeerregiems slaat hij over, maar hij merkt wel op dat zijn fractie een paar suggesties heeft gedaan en dat de stadsdeelwethouder er zeven parkeerregiems van heeft gemaakt. Dat was nooit de bedoeling geweest. Hij verwijst naar de middelste alinea van bladzijde 4, waar staat: Qua bezetting is er een opgaande lijn, die wij als Dagelijks Bestuur toejuichen, omdat het beleid erop is gericht het parkeren zoveel mogelijk ondergronds te brengen. Hoe kan de stadsdeelwethouder dat rijmen met de eerdere waarschuwing op de vorige bladzijde dat men vreest dat er een Bijenkorffile zal ontstaan. Deze twee zaken zijn met elkaar in tegenspraak. De stadsdeelwethouder wil dat het gebruik van de Kolkgarage wordt gestimuleerd, maar eerder werd gezegd dat intensiever gebruik daarvan door toevoer van auto s tot eventuele stremmingen van verkeer zou kunnen leiden. Hij vraagt een toelichting. Onder aan bladzijde 4 staat: De Nieuwezijds Voorburgwal is nu juist een oase van rust.
5
Naar zijn idee gaat dat nogal ver, zeker gezien het feit dat dat deel van de straat - de flessenhals door mensen wordt gemeden, omdat zij dat als sociaal onveilig ervaren. Ook hangen daar veel alcoholverslaafden rond. Hij verwijst naar bladzijde 5. Door de Nieuwezijds Voorburgwal moet ook een tram rijden. Hij vraagt wat het verschil is tussen de Spuistraat, die ongeveer even smal is en waar ongeveer vijf verschillende functies naast elkaar moeten voorkomen. Hij doelt op laden, lossen, parkeren, fietsen et cetera. In het voorstel is slechts sprake van eenrichtingsverkeer voor auto s en één vrij liggende trambaan. Hij zou graag de documentatie over het diepriool ontvangen, waaruit blijkt waar dat ligt en dat daarop niet een trambaan moet worden aangelegd. Dhr. Molenaar vraagt of het de heer Hoolsema bekend is dat informatie die door ambtenaren wordt verstrekt, juist dient te zijn. Dhr. Hoolsema antwoordt bevestigend en vervolgt dat hij dan nog wel nieuwsgierig aangelegd kan zijn. Dan komt hij bij het belangrijkste gedeelte van het preadvies. Hij vraagt met name aandacht van de commissie voor de eerste alinea onder 'Kosten en dekking' op bladzijde 5, waar staat: Puur technisch gezien, is er geen grote noodzaak om te herprofileren, maar het profiel functioneert slecht. Hij vraagt of dat wil zeggen dat men op het punt staat 8 miljoen euro uit te geven aan een herprofilering die niet echt nodig is, terwijl het daar niet goed functioneert. Dat is vreemd, omdat men zich verderop zorgen maakt over de vertraging. Vervolgens staat er: Het is ook een uitgesproken politieke ambitie om de inrichting af te ronden conform het verkeersveilig profiel met de goede doorstroming. Hij is het daarmee eens. Dat profiel wordt geboden op de Nieuwezijds Voorburgwal en hij vraagt wiens uitgesproken ambitie dat is. Vervolgens wordt gesproken over het verleggen van de kabels en leidingen. Er staat dat de kosten daarvan aanzienlijk zullen zijn. Hij vindt het niet voldoende in een notitie te schijven dat deze vele miljoenen euro s zullen bedragen. Hij vraagt waarom de Engelse situatie, waarover wordt gesproken, gevaarlijk is. In de middelste alinea in het midden staat: Het is immers onwenselijk en verkeersgevaarlijk over een dermate grote afstand aan de verkeerde, linkerzijde, van de weg te rijden (Engelse situatie). Hij vraagt een nadere uitleg. Hij vindt dat er geen sprake is van een Engelse situatie. Tot slot komt hij bij het belangrijke kostenplaatje. Er wordt gesuggereerd dat de Nieuwezijds Voorburgwal - zonder de Martelaarsgracht, het Hekelveld, het Koningsplein en de Singel - het dubbele van de Spuistraat zal gaan kosten, aangezien de Spuistraat qua kosten in de loop der tijd is verdubbeld. Om dat te verduidelijken, heeft hij een brief uitgedeeld van wethouder Bakker uit 1997, waarin deze een gespecificeerde kostenberekening aan het College van Burgemeester en Wethouders presenteert en waarin de Nieuwezijds Voorburgwal helemaal wordt beschreven. De Martelaarsgracht en het Hekelveld zitten daarbij in, evenals het verleggen van de trambaan. Graag ontvangt hij een reactie van de stadsdeelwethouder. Dhr. Schimmelpennink is onder de indruk van alle acties van de heer Hoolsema, die dit punt in ieder geval op de agenda heeft gekregen. Het is een goede zaak in de buurt overleg te plegen. Het is een nota, maar ook een mozaïek van wensjes. Zijn fractie vindt dat de Stadshartlus en het Hoofdnet Auto te dicht bij het verblijfsgebied liggen. Zijn fractie heeft gesproken met de fractie in de gemeenteraad en daarbij kwam de continuïteit van het bestuur ogenblikkelijk aan de orde. Grofweg gesproken, staat men voor een inrichtingsplan en zijn fractie heeft zich daarin goed verdiept. Het gebied waarover het gaat, is de westelijke flank van de middeleeuwse stad. Aan de oostelijke kant, het Wallengebied, is een regiem waarvoor in de avonduren aan autobeperking moet worden ingevoerd. De kardinale vraag is of het mogelijk is het autoverkeer te verplaatsen naar de Nieuwezijds Voorburgwal, maar dan stuit men op het feit dat er ook nog een tram door moet. Per dag vervoert de tram 90.000 passagiers. Het autoverkeer is in vergelijking met het tramverkeer dan ook een schijntje. Voor zijn fractie weegt die tram zeer zwaar en zij heeft ook met het Vervoerbedrijf overlegd. Dat zegt dat het tot ernstige vertragingen zal leiden, wat zijn fractie een ernstige zaak vindt. Zijn fractie zou iets aan de Stadshartlus en aan het Hoofdnet Auto willen doen, maar zij is niet in staat dat te doen. Als er iets in de circulatie verandert dat invloed heeft op dit deel van de stad, is dat een uitstekende gelegenheid in overleg met buurten en anderen te proberen een beter circulatieplan op te stellen. Hij is voorstander van de 30-kilometer zone. Als de VVD-fractie met een motie dienaangaande komt, zal zijn fractie die ondersteunen. Zijn fractie is van mening dat er in dit gebied meer onlogische zaken zijn en wacht op het moment dat men de circulatie in dit gebied integraal kan aanpakken. Hij verwacht dat men met de buurt tot een goede opzet kan komen. Dhr. Van der Hoog sluit zich aan bij alle vragen van de VVD-fractie. Het preadvies is uitstekend vanuit verkeerstechnisch, financieel en bestuurlijk oogpunt. Verkeerstechnisch zijn als obstakels genoemd: de parkeergarage, de toenemende stroom toeristen en de flessenhals in de oase van rust Amsterdams Historisch Museum en Begijnhof.
6
Hij begrijpt dat de herprofilering van de Spuistraat voor 8,2 miljoen euro, inclusief subsidie, kan worden gerealiseerd, mits men snel begint. De GroenLinks-fractie is daar zeer voor. De Nieuwezijds Voorburgwal kan pas over tien jaar aan de buurt komen, als de Noord-Zuidlijn er ligt en er een knip is. Dan nog moet men het geld hebben; dat is er nog niet en hij zal wel van de stadsdeelwethouder vernemen om welk bedrag het gaat. Hij is het dus eens met het financiële argument in het preadvies. Dhr. Mol vraagt met welk financieel argument de heer Van der Hoog het eens is. Dhr. Van der Hoog bedoelt dat men nu aan de slag kan met het geld dat men heeft voor de Spuistraat en nog niet met de Nieuwezijds Voorburgwal, omdat men het geld daarvoor nog niet heeft. Ook in de tijd en om verkeerstechnische redenen kan men er niet aan de slag. Met verwijzing naar de bestuurlijke continuïteit merkt hij op dat hij de heer Hoolsema heeft geschreven dat de GroenLinks-fractie niet zal ingaan op diens verzoek om een verzoek aan de gemeenteraad te ondertekenen het besluit over de Stadshartlus te heroverwegen. De drie fracties die in de gemeenteraad de meerderheid vormden voor dit voorstel, namelijk van PvdA, GroenLinks en D66, hebben de rug recht gehouden. De gemeenteraad heeft besloten de Stadshartlus over de Spuistraat te laten lopen. Voor de GroenLinks-fractie lag daarbij de nadruk op ruim baan voor het openbaar vervoer, taxi's, fietsers en voetgangers op de Nieuwezijds Voorburgwal. De leuze van zijn fractie is dus: Spuistraat Autoluwe Allure Allee (AAA). Voor de Spuistraat rest dan een noord-zuidelijke eenrichtingsroute voor auto's, beperkt vrachtverkeer, en fietsers. Sindsdien zijn er geen nieuwe feiten. De relatief rustige zuidkant van de Nieuwezijds Voorburgwal is te smal voor de Stadshartlus. De herprofilering van de Spuistraat kan nog steeds plaatsvinden voor de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Hij vraagt of de stadsdeelwethouder dit men zijn fractie eens is. De portefeuillehouder vraagt of de heer Van der Hoog het hele betoog bedoelt. Dhr. Van der Hoog bedoelt dat er geen wezenlijk nieuwe feiten zijn om de bestuurscontinuïteit te doorbreken. Hij vervolgt dat er nooit een politieke meerderheid in de gemeenteraad was voor het alternatief op de Nieuwezijds Voorburgwal. De politieke partijen die destijds kozen voor de Spuistraat, beschikken ook na de jongste raadsverkiezingen over een meerderheid. De voormalige wethouder Köhler, de Dienst Binnenstad en de stadsdeelwethouder Frankfurther van Dienst Centrum valt niets te verwijten. Zij waren en zijn slechts uitvoerders van een gemeenteraadsbesluit. Is de stadsdeelwethouder het hiermee eens? De bewoners ter plaatse zijn een zeer belangrijke factor. De GroenLinks-fractie heeft alle voorstellen: over parkeergebieden, boomkeuze, laad- en losplaatsen, enzovoort zorgvuldig bezien. Aan de stadsdeelwethouder zijn meer dan honderd vragen gesteld. De fractie heeft de vele verslagen en argumenten doorgenomen, inspraken bijgewoond, bezoeken gebracht aan de Spuistraat, enzovoort. Zij vindt de notities van de VVD-fracties in stadsdeel en centrale stad selectief. De argumenten voor de Spuistraat en de Nieuwezijds Voorburgwal wegen 60 tegen 40. Daardoor is hierover ook tien jaar gediscussieerd. De GroenLinks-fractie wil daarom dat de stadsdeelwethouder snel aan de slag kan gaan en spreker vraagt of de stadsdeelwethouder dit ook vindt. Dhr. Molenaar las in het Stadsblad van gisteren de uitspraak van centralestadwethouder Van der Horst bij de aanbieding van 860 handtekeningen aan hem. Deze zegde toe te proberen de discussie opnieuw op de agenda van de gemeenteraad te krijgen en vervolgde: "Als het dagelijks bestuur van het stadsdeel dan een dom besluit neemt, zal het niet uitgevoerd worden. De beslissing ligt uiteindelijk bij de gemeenteraad, en hopelijk zal die over drie weken uitspraak doen." De heer Molenaar vraagt of de stadsdeelwethouder met de heer Van der Horst contact heeft opgenomen over deze uitspraken, of de gemeenteraadscommissie. dan wel de gemeenteraad, over enkele weken een besluit zal nemen en deze stadsdeelcommissie hierover dus voor niets spreekt, in welke bewoordingen de stadsdeelwethouder aan de heer Van der Horst heeft gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van het stadsdeel. Mevr. Alkema begrijpt dat men nu alleen spreekt over het preadvies. De voorzitter beaamt dit. Dit betreft de routering van de Stadshartlus. Mevr. Alkema complimenteert de VVD-fractie met haar notitie en de stadsdeelwethouder en de stadsdeelvoorzitter met het preadvies. De D66-verkeerswerkgroep kwam acht jaar geleden zelf met het voorstel de Stadshartlus over de Nieuwezijds Voorburgwal te leiden. De toenmalige wethouder Bakker heeft dit ook voorgesteld. Dit voorstel is aangehouden omdat een aantal fracties tegen was en een aantal fracties zeer veel vragen had. Na achttien maanden onderzoek kwam de memorie van antwoord, inmiddels van wethouder Köhler, met de conclusie dat het de Spuistraat moest worden. De gemeenteraad, inclusief de fractie van D66, ging hiermee akkoord. De D66-fractie hecht zeer aan bestuurlijke continuïteit, maar dit moet wel van twee kanten komen; wat de centrale stad zegt is niet heilig. Deze gaf geen geld mee en stuurt een brief dat het
7
stadsdeelbestuur het stadhuis moet verlaten. Er moet echter ook rechtszekerheid voor bewoners zijn, enzovoort. Na gedegen onderzoek van alle argumenten, voorlichting door deskundigen en bezoeken aan de Spuistraat, vindt haar fractie het een kunstmatige oplossing om in deze historische binnenstad al het verkeer door één straat te persen. Zij bepleit daarom de huidige situatie, waarbij het verkeer wordt verdeeld over Nieuwezijds Voorburgwal, Spuistraat en Singel, zo veel mogelijk te handhaven. Wel wil de fractie voorlopig het nu voor de Stadshartlus beschikbare geld aan de Spuistraat besteden, want er moet wel iets gebeuren. Dhr. Mol merkt op dat er buiten het Stadhuis bijna geen voorstander is van het plan de Stadshartlus door de Spuistraat te leiden. Als politicus moet men dan wel zeer goed weten wat men doet. Ook zijn fractie onderschrijft de bestuurlijke continuïteit, maar men moet geen bestuurlijke discontinuïteit continueren. Hij zal hierop later terugkomen en zich nu beperken tot het preadvies. Hij complimenteert de heer Hoolsema met de nota en sluit zich bijna helemaal aan bij diens vragen. Hij vraagt verder welk bedrag is gereserveerd voor de Spuistraat en wat de eigen budgetbevoegdheid van de deelraad is om het geld voor een andere straat uit te geven en hoe dringend de stadsdeelwethouder de nieuwe inrichting van de Spuistraat vindt, afgezien van de eventuele wens tot een nieuw profiel. Verder verzoekt hij om een nauwkeurige onderbouwing van de conclusie dat de kosten voor de herinrichting van de Nieuwezijds Voorburgwal niet lager zullen zijn dan die voor de Spuistraat. De gemeenteraadsfractie van zijn partij heeft voor gestemd, vooral vanwege het knelpunt bij Magna Plaza. Het raadslid van AA/De Groenen heeft toen twee moties ingediend, die onverminderd gelden. De ene stelt dat voor beide opties een 30-kilometergrens moet gelden. De andere had betrekking op vrachtverkeer en touringcars. Er is toen gezegd dat het streven is de touringcars op het PTA-terrein, dus buiten de historische binnenstad, te stallen. Voor zijn fractie zijn dit voorwaarden voor beide opties. Dhr. Molenaar vraagt naar het voorlopige oordeel van de AA/De Groenen-fractie over de route van de Stadshartlus. Mevr. De Groot vraagt naar de tekst van de moties. Dhr. Mol zal de moties straks neerleggen. Zijn fractie wil een zorgvuldig besluit nemen, maar tendeert ernaar het herinrichtingsvoorstel voor de Spuistraat niet goed te keuren. Zij wacht echter de verdere beraadslaging af. Dhr. Frank sluit zich aan bij de vragen van de heer Hoolsema en bedankt hem en ook het DB voor het werk. Met het DB is hij het echter niet eens. Het is uitstekend dat de 50 procent bezetting van de parkeergarage bij de Kolk erbij komt als men de route over de Nieuwezijds Voorburgwal laat lopen. In verband met de onveilig geachte flessenhals op de Nieuwezijds Voorburgwal wijst hij op de nauwere flessenhals in de Spuistraat, bij café Hoppe en Atheneum Boekhandel. Op pagina 5 staat onder 'Kosten en dekking' dat bewoners al jaren aandringen op een fatsoenlijk ingerichte Spuistraat. Hij verneemt van alle kanten dat zij het liever in de huidige toestand willen laten dan dat het Hoofdnet Auto over de Spuistraat komt. In verband met de Engelse situatie merkt hij op dat sprake is van eenrichtingverkeer. Het verkeer rijdt dus aan de linkerkant van de weg. Dhr. Van Drooge merkt op dat men als voetganger altijd naar links en naar rechts kijkt. Dhr. Frank acht dit geen probleem als het duidelijk is aangegeven en verwijst naar andere steden. Over het knelpunt bij Magna Plaza merkt hij op dat de situatie sterk is veranderd doordat uit de Mozes en Aäronstraat geen autoverkeer meer komt. Op bladzijde 6 staat bij het vijfde punt van onderen dat de gemeenteraad in 1999 heeft besloten dat de Spuistraat Hoofdnet Auto zou blijven. Spreker wist echter niet dat deze dat was. Daar de heer Schimmelpennink overlegd heeft met de PvdA-fractie in de gemeenteraad, vraagt spreker of hij aan de leiband van de gemeenteraadsfractie loopt. Bij de Autoluwe Allure Allee waarover der heer Van der Hoog sprak, kan spreker zich niets voorstellen. Hij verwijst naar de Champs d'Élyse in Parijs. Door te zeggen dat het DB slechts het besluit van de gemeenteraad uitvoert, negeert de heer Van der Hoog dat de deelraad onafhankelijk is. Hij vraagt of de wethouder dit ook vindt. Dhr. Schimmelpennink wijst erop dat de gemeenteraad besluit over het circulatieplan. Dhr. Frank vervolgt dat de bestuurlijke continuïteit een zwak argument is, waarmee in deze stad meerdere historische vergissingen zijn gemaakt. Tot slot wijst hij op het argument van de fysieke en psychische gezondheid van de bewoners van de Spuistraat. Dhr. Koning wijst op de weerstand tegen het gemeenteraadsbesluit van 1999, zoals geuit op de hoorzitting van 20 juni jl. Het besluit werd toen een gepasseerd station genoemd. Enkele commissieleden hebben op 20 juni echter gevraagd om een toelichting op het gemeenteraadsbesluit. Dit is gebeurd in de nota van beantwoording en in het preadvies.
8
In 1999 heeft de CDA-fractie een motie ingediend om te kiezen voor de Nieuwezijds Voorburgwal voor het Hoofdnet Auto. Deze motie is helaas verworpen. De CDA-fractie hecht aan bestuurlijke continuïteit. Men kan de bewoners echter niet negeren. Bij sommige bewoners lijkt de Stadshartlus bijna mythische proporties te hebben aangenomen; de bezwaren zijn enigszins overdreven, maar voor de betrokkenen reëel. Dit kan een reden zijn om op voorstel van de heer Hoolsema aan de noodrem te trekken. Er zal vertraging optreden. Terug rijden naar het station en de wissel omzetten is echter een bevoegdheid van de centrale stad. Spreker vraagt hoeveel de vertraging zal zijn en of dat erg is en of het erg is als er niets gebeurt. Volgens het preadvies bestaat puur technisch gezien geen grote noodzaak om te herprofileren. Het is een uitgesproken politieke ambitie. Spreker vraagt wiens ambitie: B&W, DB? Moet men wel iets doen? Het geld kan aan andere zaken worden besteed, en als de plannen zijn gemaakt, zal er hopelijk weer geld voor worden gevonden. Beantwoording eerste termijn De portefeuillehouder bedankt de VVD-fractie voor de nota en de commissie voor de complimenten over het preadvies. Hij zal deze doorgeven aan de ambtenaren. In 1999 is besloten de Stadshartlus op de bestaande locatie, de Spuistraat, te laten. Dit was een moeilijke discussie, waarbij ook tientallen bewoners van de Nieuwezijds Voorburgwal zich lieten horen. Zij zijn er nu niet, omdat nu alleen de herinrichting van de Spuistraat voorligt. Dhr. Molenaar vraagt de reactie van de stadsdeelwethouder op de bewering over een verzwegen gentlemen's agreement met Albert Heyn en Magna Plaza over een keuze voor de Spuistraat. De portefeuillehouder weet dat Magna Plaza destijds grote problemen had met de route over de Nieuwezijds Voorburg. Dit was een van de redenen voor een keuze voor de Spuistraat. Hij vervolgt dat het DB wil vasthouden aan de Spuistraat, niet alleen vanwege de bestuurlijke continuïteit, maar ook omdat het DB voorrang wil geven aan voetgangers, fietsers en openbaar vervoer boven de auto, zoals gangbaar in deze gemeente. In de notitie van de heer Hoolsema heeft spreker geen nieuwe feiten of argumenten gezien, behalve de afsluiting van de Mozes- en Aäronstraat. Maar juist daardoor steken nog meer mensen daar over en is het daardoor drukker geworden. Verder is de Paleisstraat opengebleven, waardoor de moeilijkheid van het kruispunt Mozes en Aäronstraat/Nieuwezijds Voorburgwal zich heeft verplaatst naar het kruispunt Paleisstraat/Nieuwezijds Voorburgwal. Essentieel voor de besluitvorming waren de scheiding van de verkeersstromen, veilige kruisingen en gegarandeerde doorstroming. Als men op de NZ Voorburgwal de sporen omlegt en men rechts gaat rijden, ontstaat op het Spui een parallelle kruising van tram en auto. Als men de sporen laat liggen, krijgt men de Engelse situatie en ontstaat bij de Postzegelmarkt een parallelle kruising. Beide gevallen leiden dus tot een parallelle kruising. Die is gevaarlijker dan een rechte kruising, waarvan sprake is bij de keuze voor de Spuistraat. Op de Singel bij de Universiteitsbibliotheek is met tegenzin gekozen voor een Engelse situatie. Hoewel daar niet veel ongelukken van bekend zijn, raden verkeerspolitie en deskundigen dit af. Verlenging van Koningsplein naar Postzegelmarkt is vooral voor de voetgangers gevaarlijk. Overstekende voetgangers bij het Amsterdams Historisch Museum zullen deels naar de verkeerde kant kijken. In het Spuistraatmodel gaat zuidwaarts verkeer door de Spuistraat en noordwaarts verkeer door de NZ Voorburgwal en de Singel. Fietsverkeer over de NZ Voorburgwal wordt nog aantrekkelijker als van Spui tot Dam het autoverkeer er is weggehaald. Het hele stuk rijbaan kan dan fietspad worden. Dit zal gebeuren zodra de grote Stadshartlus is gesloten, dus na de aanleg van centrumdeel van de NoordZuidlijn. In de aanvullende VVD-notitie staat dat de Nieuwezijds-variant nog mogelijk is als men over de NZ Voorburgwal geen fietsverkeer in noordelijke richting laat gaan. Dit kan, maar het stuk over de NZ Voorburgwal richting Dam is op dit moment een populaire fietsroute, die het DB graag open laat. Op de NZ Voorburgwal als Hoofdnet Auto is geen plaats voor een fietsstrook of -pad, laat staan in twee richtingen. Dit zal minstens aan een kant leiden tot bomenkap. Het zou volgens de heer Hoolsema precies passen, maar men kan niet 5 centimeter van een dertig tot vijftig jaar oude boom stoep- en fietspadbanden in de grond brengen. Dhr. Fernandez vraagt wiens voorstel het is om twee fietspaden op de NZ Voorburgwal aan te brengen. De portefeuillehouder antwoordt dat volgens de stedelijke randvoorwaarden op het Hoofdnet Auto auto- en fietsverkeer van elkaar worden gescheiden. Men zou ontheffing kunnen aanvragen voor een fietsstrook.
9
Dhr. Fernandez merkt op dat in de VVD-nota het fietspad over de Spuistraat gaat. De portefeuillehouder beaamt dit. Hij vindt het echter zeer jammer om het fietsverkeer van de NZ Voorburgwal af te halen. Het is nu een belangrijke fietsroute. Men moet zich afvragen of het weghalen wenselijk is. Verder is het een stedelijke randvoorwaarde dat bij het hoofdnet ook het fietsen zit. Wel mogelijk is een meerijdende fietsstrook op de NZ Voorburgwal, richting Spui, maar dit gaat ten koste van de bomen aan een kant. In noordelijke richting zou men dan door de Spuistraat kunnen rijden, en ook in zuidelijke richting. Voor twee richtingen is echter geen plaats, daar dit moet voldoen aan de CROW-normen. Inderdaad zijn die een aanbeveling, maar het College heeft ze overgenomen. De centrale Verkeerscommissie zal het stadsdeel hieraan houden. Een fietspad in twee richtingen zal gaan ten koste van bomen, voetpad en/of parkeerplaatsen. De voorzitter herinnert eraan dat men nu spreekt over het preadvies. De portefeuillehouder zal op de vragen hierover later terugkomen. Hij vervolgt dat de voetgangers slechts gebaat zijn bij een scheiding van openbaar vervoer en auto. Het is inderdaad de ambitie van de gemeenteraad om na voltooiing van de Noord-Zuidlijn en de knip in de Stadshartlus de NZ Voorburgwal onderdeel te laten zijn van de uitbreiding van het stadshart. Dit gebeurt als enigszins met de aanwezigheid van Albert Heijn en Magna Plaza. Voor de toekomst ziet men de NZ Voorburgwal meer als verblijfsgebied, waar meer belangrijke winkels zich zullen vestigen. Spreker heeft noch in de notitie, noch vanavond nieuwe feiten vernomen. In de notitie is geschreven over de fasering met de Noord-Zuidlijn. Die is in orde. Beide projecten zijn vertraagd ten opzichte van eerdere ramingen. Ook de maatschappelijke weerstand is geen nieuw feit, evenmin als de garage aan de NZ Voorburgwal. Inderdaad heeft het DB de garages graag aan het Hoofdnet. Voor de toekomst geeft het de voorkeur aan de rand van de binnenstad. Als de Stadshartlus over de NZ Voorburgwal komt, bestaat het risico van een situatie als op het Damrak bij de Bijenkorffile. Daarom is het niet erg als de Stadshartlus over de Spuistraat zal gaan. Er komt een uitstekend bord met een verwijzing naar de parkeergarage. Een eventuele file kan dan ontstaan op het eerste stuk van NZ Voorburgwal en de doorstroming in de Spuistraat blijft gegarandeerd. Dit was een van de belangrijkste randvoorwaarden van de gemeenteraad. Ook het laden en lossen vormt geen nieuw feit. Aan de zuidzijde komt een laad- en losstrook en dit zal de doorstroming daar ten goede komen. Het is niet zo dat de kosten gelijk zouden zijn. Voor de Spuistraat gaat men uit van de echte bestekkosten. Bij de NZ Voorburgwal ging het altijd om ramingen omdat het maken van een echt bestek zeer veel geld kost. Bij de kosten voor de NZ Voorburgwal is geen rekening gehouden met de verlegging van de trambaan, evenmin als met het verleggen van kabels en leidingen. Spreker zal de commissie de geschatte kosten van het verleggen van de kabels en leidingen doen toekomen, evenals de tekst waaruit blijkt dat men de kabels en leidingen niet onder de trambaan mag leggen. Dhr. Molenaar vraagt of dit inclusief diepriool is. De portefeuillehouder antwoordt dat dit daaronder valt. Verder moet in elk geval het Spui opnieuw worden aangelegd op het deel van de trambaan. Die kosten zitten er ook nog niet bij. Toen in 1999 voor de Spuistraat is gekozen, moest het Spui nog worden geherprofileerd. Vanzelfsprekend zal de NZ Voorburgwal duurder zijn vanwege het grotere oppervlak. De Spuistraat is ongeveer 24.000 m2 en de NZ Voorburgwal ongeveer 38.000 m2. Bij het bedrag van 8.300.000 voor de Spuistraat is nog niet de 480.000 inbegrepen voor de Paleisstraat tussen Spuistraat en NZ Voorburgwal, evenmin als de kosten voor drie stegen, waar rioleringswerkzaamheden zullen plaatsvinden. Daarvan moet het stadsdeel de helft betalen: ruim 100.000. Er resteert op dit moment een tekort van 2.500.000, waarvan het DB aan de deelraad 900.000 zal vragen uit het Parkeerfonds 2003 en 1.600.000 uit het Parkeerfonds 2004. Samen met de kosten voor het verleggen van kabels en leidingen zal hij deze cijfers schriftelijk aan de commissie doen toekomen. Dhr. Van de Put vraagt naar de kosten van het verleggen van de trambaan. De portefeuillehouder antwoordt dat die worden geschat op 2 miljoen euro. Dhr. Molenaar vraagt naar het totaalbedrag voor de Nieuwezijds Voorburgwal. De portefeuillehouder zal daarop dadelijk ingaan. Hij noemt vijf redenen waarom het bedrag van 9 miljoen gulden is verhoogd tot 8,3 miljoen euro. Het eerste bedrag was een raming, gebaseerd op een schetsontwerp. Er hebben prijsstijgingen van 15 tot 20 procent plaatsgevonden. De raming was gebaseerd op goedkopere materialen; daarna is het Handboek Inrichting Openbare Ruimte vastgesteld, resulterend in een verhoging van 30 procent. Ook de vermindering van overlast (bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie, BLVC) en de aanpassingen, onder andere na maatschappelijke overleg, brengen extra kosten met zich mee. De totale kosten voor de Spuistraat komen nu op 355 per m2. Dit is zeer acceptabel in vergelijking met Dam ( 910) of Warmoesstraat ( 570).
10
Als men deze vijf punten toepast op de oude schatting voor de NZ Voorburgwal komt men op een raming die drie maal zo hoog is, dus 25,2 miljoen euro. Dit is inclusief de 2 miljoen euro voor het omleggen van trambaan, maar exclusief het verleggen van de kabels en de leidingen. Een precies bedrag volgt pas uit het bestek. Als de Stadshartlus toch door de NZ Voorburgwal gaat lopen, vergt dit de verlegging van het Hoofdnet Auto, met de bijbehorende inspraakronde. Volgens de aanvullende VVD-notitie zou dit niet het geval zijn. Inmiddels is er echter een besluit genomen en voor het terugdraaien daarvan is inspraak nodig. Dit zal veel tijd kosten, want ook de bewoners van de NZ Voorburgwal zullen dan weer meedoen. Verder zijn bij overgaan naar de NZ Voorburgwal de GDU-gelden weg. Dhr. Molenaar vraagt naar de extra tijd die deze inspraak kost. De portefeuillehouder verwacht een vertraging van minimaal een tot twee jaar, meer waarschijnlijker is dat er de komende tien jaar niets meer zal gebeuren, noch in de Spuistraat, noch in de NZ Voorburgwal. Volgens de GDU-voorwaarden moet men voor 1 april 2003 beginnen. Het gaat om ruim 900.000, namelijk 570.000 GDU auto en 380.000 GDU fiets. De andere bestemde middelen gaan daarna terug naar de algemene middelen en daarvoor moet een nieuwe prioritering worden gemaakt door de gemeenteraad. Het DB kiest voor de minst slechte oplossing, de Spuistraat. De minst slechte omdat op termijn de Stadshartlus weg moet uit het westelijke stadshart en worden verlegd naar Marnixstraat of Nassaukade. Los daarvan wil het DB de NZ Voorburgwal graag opknappen als de knip in de Stadshartlus is gemaakt. Dhr. Molenaar vraagt of de deelraad niet kan besluiten dat de NZ Voorburgwal sneller onder handen wordt genomen dan over tien jaar. De portefeuillehouder antwoordt dat dit in handen ligt van de centrale stad. De deelraad kan kleinere maatregelen voorstellen, maar een algehele herprofilering moet men als stadsdeel niet willen tijdens de aanleg van de Noord-Zuidlijn. Dhr. Molenaar vraagt of de portefeuillehouder wel vindt dat de situatie om snellere ingrepen vraagt. De portefeuillehouder beaamt dit. Voorstellen van de deelraad tot tijdelijke maatregelen zal hij wel vernemen, en ook het DB denkt hierover na. Aan de heer Hoolsema antwoordt hij dat hem tot nu toe niet bekend was dat 400 auto's over de Singel gaan. Op diens vraag over fysieke obstakels in de Spuistraat antwoordt hij dat de Spuistraat een stremmingsvrije straat moet worden door de servicestrook aan de zuidkant en de laad- en losplekken aan de noordkant. Op de NZ Voorburgwal kan stremming ontstaan bij de garage, bij Magna Plaza, de Paleisstraat, de kruising met de Raadhuistraat. Een ander obstakel ontstaat als men bij de Postzegelmarkt het verkeer over de trambaan leidt. Men zal de bezettingsgraad van de parkeergarage stimuleren door de garage goed aan te geven. De oase van rust is het deel van de NZ Voorburgwal van Postzegelmarkt tot Spui. Dhr. Hoolsema merkt op dat er dan ruimte genoeg is bij het oversteken om te kijken of er van de andere kant een auto komt. De portefeuillehouder vervolgt dat de Spuistraat inderdaad ook een flessenhals is, maar daar hoeft geen tram doorheen. Hij beaamt dat de herprofilering puur technisch gezien niet nodig is. Het DB kent nog wel slechtere straten. Wel ligt er al geruime tijd een belofte aan de mensen in de Spuistraat om de straat op te knappen. Van gevel tot gevel is het nu een grote rommel. De straat is toe aan herprofilering, temeer doordat daarbij de doorstroming wordt verbeterd. Dit was de politieke ambitie van de centrale stad, maar het DB is het daarmee eens. Dhr. Frank verzoekt de wethouder te zeggen dat dit niet de wens was van de centrale stad, maar van een aantal fracties. Er waren ook tegenstemmers. De voorzitter wijst erop dat besluiten met meerderheid van stemmen worden genomen. Dhr. Frank stelde een vraag aan de wethouder. De portefeuillehouder is het eens met het antwoord van de voorzitter. De kosten die zijn genoemd in de brief van wethouder Bakker waren ramingen. Hij is het eens met de heer Schimmelpennink dat de Stadshartlus en het Hoofdnet Auto te dicht bij het toekomstig verblijfsgebied liggen. De continuïteit van bestuur is inderdaad een argument. Inderdaad gaat het stadsdeel niet over Hoofdnet Auto en wordt de tram hierdoor vertraagd. Over de aanwijzing tot 30-kilometergebied zal hij de motie afwachten. Dhr. Mol merkt op dat zijn fractie die zeker zal indienen. Dhr. Hoolsema merkt op dat dit al stond in de VVD-notitie van dit voorjaar. De portefeuillehouder merkt op dat dit weliswaar niet past binnen de gestelde randvoorwaarden.
11
Het kruispunt Munt is inderdaad onhandig. In beide gevallen is dit een knelpunt. Men studeert op het verkeerscirculatieplan. Aan de heer Van der Hoog beaamt spreker dat er geen nieuwe feiten zijn. Inderdaad moet men zich houden aan bestuurlijke continuïteit, maar dit is niet het enige argument. Bij iedereen ligt de verhouding voor- en tegenargumenten op 60/40, maar men moet een knoop doorhakken. Inderdaad wil het DB meteen aan de slag. Aan de heer Molenaar antwoordt hij dat dit punt nog in de gemeenteraad komt, in november a.s. De gemeenteraad zal slechts toetsen of het stadsdeel met het herinrichtingsplan binnen de stedelijke randvoorwaarden is gebleven. Over de keuze voor de Stadshartlus zal geen discussie meer plaatsvinden. Een van de zaken waarover de gemeenteraad zich moet uitspreken is de vervanging in het noordelijke deel van de servicestrook door laad- en losplekken. Dit voldoet niet aan de randvoorwaarden. Dhr. Hoolsema wijst erop dat de centralestadsfractie van de VVD een notitie over de Stadshartlus heeft ingediend, zodat het onderwerp wel in de gemeenteraad aan de orde zal komen. De voorzitter antwoordt dat dit onverlet raakt dat het stadsdeel de opdracht heeft binnen de randvoorwaarden een herinrichtingsplan voor de Spuistraat te ontwikkelen. De portefeuillehouder vervolgt dat hij geen contact heeft gehad met wethouder Van der Horst over diens uitspraken. Hij dankt mevrouw Alkema voor haar schets van de historie. In grote lijnen zal inderdaad sprake zijn van handhaving van verkeersstromen. Wel zal men bij het Hekelveld mensen stimuleren de Spuistraat in te rijden. Aan de heer Mol antwoordt spreker dat het geld niet aan andere straten kan worden besteed. Magna Plaza was inderdaad een struikelblok, maar zal dat blijven. Het stadsdeel heeft hier een eigen verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Uiteindelijk zullen er geen touringcars meer door de binnenstad rijden, maar zullen zij worden geleid naar transferia in de buurt van de binnenstad, bijvoorbeeld op het Zeeburgereiland, vanwaar de passagiers met ander vervoer naar de binnenstad komen. Dhr. Mol vraagt hierop een voorschot te nemen en de tijdelijke plaatsen niet in te richten. De voorzitter merkt op dat dit nu niet aan de orde is. De portefeuillehouder antwoordt dat dit niet kan. Hij is bereid hierop een andere keer terug te komen. Aan de heer Frank antwoordt hij dat de Spuistraat destijds Hoofdnet was en de gemeenteraad heeft besloten dat ze dat zou blijven. De vergelijking met Parijs gaat niet op. Het hele centrum is daar vernietigd ten gunste van de boulevards. Dat bestuurlijke continuïteit een zwak argument is, acht spreker een mening. Hij meent verder dat de psychische en fysieke gezondheid van de Spuistraatbewoners binnenkort zal toenemen. Aan de heer Koning antwoordt hij dat inderdaad sprake is van een gepasseerd station. Toch is het goed hierover te spreken, zodat men weer weet waarom men destijds zo heeft besloten. Spreker vindt ook dat bezwaren van Spuistraatbewoners enigszins mythische proporties aannemen. Inderdaad zal het verkeer er slechts in zeer beperkte mate toenemen. De overlast zal afnemen doordat stremmingen verminderen. Insprekers Mevr. Tingen (Comité Leefbare Spuistraat) deelt mee dat het Comité Leefbare Spuistraat op 18 september 824 handtekeningen overhandigde aan wethouder Van der Horst met het verzoek het Hoofdnet Auto over de Nieuwezijds Voorburgwal te leiden. De handtekeningen kwamen van bewoners en ondernemers van de Spuistraat, meer dan 90 procent van de horeca in het zuidelijk deel, bewoners en ondernemers van het Singel en zijstraten en stegen van de Nieuwezijds Voorburgwal dit in tegenstelling tot bladzijde 2 onderaan van het preadvies -, mensen die voor hun werk of anderszins veel in de Spuistraat moeten zijn, de Nieuwe Kerk, de Universiteit van Amsterdam aan het Spui en in de Spuistraat en ondernemers en werknemers van Magna Plaza. Dat de laatste groep heeft ondertekend is het gevolg van de verbetering van de verkeerssituatie bij Magna Plaza door het afsluiten van de Mozes en Aäronstraat. Veel ondertekenaars hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt de deelraad te verzoeken dit keer naar hen te luisteren en hen niet opnieuw in de kou te laten staan. Dhr. Hoolsema leest in het preadvies op bladzijde 2 onderaan dat bij het verleggen van het Hoofdnet Auto naar de NZ Voorburgwal ook "de inspraak overnieuw zal moeten met als effect dat bewoners en bedrijven van de NZ Voorburgwal zich net zo zullen voelen en zich zullen gaan opstellen als nu de bewoners en andere belanghebbenden van de Spuistraat." Spreker vraagt of dit ook de indruk is van mevrouw Tingen en in hoeverre men aan de NZ Voorburgwal heeft ondertekend.
12
Mevr. Tingen antwoordt dat men aan de NZ Voorburgwal over het algemeen positief heeft gereageerd. In het zuidelijk deel hebben vrijwel alle ondernemers getekend. Dhr. Hoolsema vraagt hoe wethouder Van der Horst reageerde op het aanbieden van de handtekeningen. Mevr. Tingen antwoordt dat dit zeer welwillend was. Hij zei dat het geen reden is het besluit uit te voeren als de gemeenteraad in al zijn wijsheid een dom besluit heeft genomen. Dhr. Voss (Comité Leefbare Spuistraat) deelt mee dat in de brief waaronder men een handtekening kon zetten het verzoek aan het DB stond de breedgedragen wens de NZ Voorburgwal alsnog de status van Hoofdnet Auto te geven over te brengen aan het gemeentebestuur. Als argumenten zijn genoemd dat een zorgvuldig ingericht Hoofdnet Auto over de NZ Voorburgwal de verkeersdoorstroming zal verbeteren en de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en het economisch belang van de ondernemers zal vergroten. Het zal de parkeersituatie in Spuistraat en omgeving verbeteren, het milieu in de Spuistraat ontlasten en de parkeergarage de Kolk beter bereikbaar houden. Een Hoofdnet Fiets in de Spuistraat over een verbreed fietspad in beide richtingen zal de verkeersveiligheid voor fietsers en voetgangers bevorderen. Dhr. Hoolsema leest op bladzijde 5 van het preadvies: "Bewoners dringen al jaren aan op een fatsoenlijk ingerichte Spuistraat" en vraagt wat hierop de reactie is van de heer Voss. Dhr. Voss heeft hiervan nog nooit van gehoord. Mevr. Brouwer begrijpt niet waarom wordt vastgehouden aan een eerdere, verkeerde, beslissing om het Hoofdnet Auto over de Spuistraat te laten lopen als toch zal worden besloten het over de Marnixstraat of de Nassaukade te laten lopen. Zeker gezien de grote weerstand uit de buurt en een kapitaalvernietiging van 8 miljoen euro. Er zijn naar haar mening geen verzoeken gekomen van bewoners of bedrijven om de Spuistraat op te knappen. Dhr. Verhoeven (Kamer van Koophandel) noemt als nieuwe argumenten voor heroverweging van de tracékeuze de spanning met de aanleg van de Noord-Zuidlijn, de veranderde situatie voor Magna Plaza, de beloofde facelift van de NZ Voorburgwal, de democratie op stadsdeelniveau. Iedereen in het stadsdeel is het ermee eens dat de NZ Voorburgwal het juiste tracé is. Deze zaken wegen zwaar genoeg om bestuurlijke discontinuïteit, inschatting van de gemeenteraad, gelden en dergelijke te overklassen. Er moet worden gekeken naar de inhoud die de situatie in de straten betreft. Politiek behoort democratisch en idealistisch te worden bedreven. Dit betekent luisteren naar de wensen van bewoners, bedrijven en instanties. De Kamer van Koophandel adviseert de deelraad de gemeenteraad op te dragen het in 1999 genomen besluit te heroverwegen. Tot slot vraagt hij de portefeuillehouder over de touringcars en de laad- en losplaatsen te overleggen met de daarvoor bestemde werkgroepen. Men is het niet helemaal met de portefeuillehouder eens. Dhr. Hoolsema vraagt of de heer Verhoeven de mening van de wethouder deelt dat Magna Plaza en Food Plaza genoeg garanties bieden als trekkers voor het ontstaan van een prachtig verblijfswinkelgebied. Verder stelt hij dat de Kvk destijds schoorvoetend akkoord is gegaan met de belofte dat de NZ Voorburgwal zal worden opgeknapt. Deze belofte wordt nu weer gedaan en hij vraagt of de KvK er deze keer weer zal intrappen. Dhr. Verhoeven antwoordt dat de KvK nergens intrapt, maar overweegt wat het verstandigst is. Daar de kaarten totaal anders liggen, zal de KvK niet zo snel in dergelijke 'valletjes' trappen. Op de eerste vraag antwoordt hij dat dit een aanname is, maar voor de KvK is dat niet van invloed op het kiezen van een route voor de Stadshartlus. Dhr. Molenaar vraagt of de heer Verhoeven kennis heeft van een eventueel gentlemen's agreement tussen de voormalige wethouder of B&W en Magna Plaza, dan wel Food Plaza, over het niet doorgaan van doorgaand autoverkeer voor deze winkels langs. Dhr. Verhoeven heeft daarvan geen kennis. Mevr. De Lange (Fietsersbond) deelt mee dat de Fietsersbond tegen verandering van de tracékeuze is. De bond heeft het liefst zo weinig mogelijk auto's in het centrum. Bij een keuze tussen NZ Voorburgwal en Spuistraat is zij voor de Spuistraat. Reden is het ontbreken van een goede fietsverbinding van zuid naar noord. Die is alleen mogelijk via de NZ Voorburgwal en dat is niet mogelijk als daar naast het Hoofdnet OV een Hoofdnet Auto is.
13
Dhr. Hoolsema stelt dat men nu via de NZ Voorburgwal van zuid naar noord kan rijden en vraagt of mevrouw De Lange bekend is met tellingen. Volgens hem nemen in het zuidelijk deel de meeste fietsers het fietspad richting noord door de Spuistraat. Mevr. De Lange antwoordt dat dit verschilt per deel van de Spuistraat en de NZ Voorburgwal. Dhr. Hoolsema doelt op het zuidelijk deel. In het noordelijk deel is, ook voor autoverkeer, richting noorden meer ruimte en daar komen ook de fietsers vanaf de Dam. Dhr. Frank vraagt in verband met het Hoofdnet Fiets of het mevrouw De Lange bekend is dat fietsers door de Wijde Heisteeg op de Spuistraat komen en dat dit problemen kan geven als daar het Hoofdnet Auto komt. Mevr. De Lange antwoordt dat daar een fietsstrook of -pad is. Voor een tweerichtingsfietspad in de Spuistraat is de maat er niet, tenzij men parkeren niet toestaat. Een nog groter probleem is dat een tweerichtingsfietspad langere oversteektijden vergt, omdat fietsers afzonderlijk moeten worden geregeld. Verder ontstaat dan bij de Martelaarsgracht richting Centraal Station een moeilijke kruising. Dhr. Van der Hoog begrijpt dat mevrouw De Lange de Spuistraat voor tweerichtingsverkeer voor fietsers niet veilig en ook te smal vindt. Er zouden dan parkeerplaatsen weg moeten, waar de GroenLinks-fractie voor is. Hij begrijpt dat de Fietsersbond eenrichtingsverkeer wenst. De nu voorgestelde breedte van het fietspad is slechts 1,80 meter. Hij vraagt naar de CROW-normen op dit terrein. Mevr. De Lange antwoordt dat de CROW minimaal twee meter aanbeveelt. Dhr. Van der Hoog begrijpt dat de Fietsersbond met 2 decimeter meer tevreden zou zijn. Mevr. De Lange merkt op dat vooral de schampstrook nu zeer smal is. Een openslaande autodeur kan tegen een fietser komen. Dhr. Van der Hoog vraagt naar mogelijkheden de NZ Voorburgwal aantrekkelijker te maken voor die fietsers die nu tegen de verkeersinrichting in fietsen. Bijvoorbeeld een witte stippellijn. Mevr. De Lange antwoordt dat dit wellicht het geval is. Dhr. Van Bruggen (Parkeermanagement Nederland) wijst erop dat de knip in de Stadshartlus nog helemaal niet vaststaat. Er is een reservering gemaakt voor het linksaf slaan omdat volgens B&W bedrijven in de omgeving van de Prins Hendrikkade geen nadelige invloed mogen hebben van het weghalen van het linksaffer aan het eind van het Damrak. De werkzaamheden aan de Noord-Zuidlijn hebben duidelijk gemaakt dat de linksaffer zeer belangrijk is voor de parkeergarage. Hij vraagt waarop de Kolkfile is gebaseerd en waarom men met afschuw spreekt over de Bijenkorffile, terwijl men op het Rokin tijdens de bouw van de Noord-Zuidlijn een nieuwe parkeergarage zal aanleggen , die de file zal vergroten. De ontsluiting van de parkeergarages bij de aanleg van de Stadshartlus is nooit door de dienst IVV onderzocht. Dit moet gebeuren voor men goede uitspraken kan doen over de invloed van de Stadshartlus. Parkeermanagement ondersteunt de argumenten van de VVD-fractie voor het aanwijzen van de NZ Voorburgwal als Hoofdnet Auto. Deze ingreep verhoogt de bereikbaarheid, vindbaarheid en zichtbaarheid van de ondergrondse parkeergarage aldaar. De gemeente Amsterdam dient ervoor te zorgen dat de ondergrondse parkeergarages aan de rand van de stad aan het Hoofdnet Auto zijn gelegen. Als zij optimaal bereikbaar, vindbaar en zichtbaar zijn, zullen de parkeerdruk en het zoekverkeer op maaiveld afnemen en zullen mensen weer graag in de binnenstad parkeren omdat zij makkelijk een plek in een ondergrondse garage kunnen vinden. Dhr. Molenaar vraagt of de locatie van de Kolkgarage op de Nieuwezijds Voorburgwal en de Stadshartlus over de Spuistraat niet juist congestie op de Nieuwezijds Voorburgwal voorkomen. Dhr. Van Bruggen antwoordt dat bij de parkeergarage ANWB Parking Amsterdam Centraal op de Prins Hendrikkade, op de Stadshartlus, geen file is. Dhr. Van der Hoog merkt op dat de Kolkgarage vlakbij het Hoofdnet Auto ligt. De bewoners van de Spuistraat zouden daar kunnen parkeren, waardoor bovengronds meer ruimte ontstaat voor bijvoorbeeld bomen. Spreekt dit idee de heer Van Bruggen aan? Dhr. Van Bruggen ontkent dit. Hij acht het essentieel dat parkeergarages aan het Hoofdnet Auto liggen. Zodra men iets doet aan dit hoofdnet nemen bereikbaarheid, vindbaarheid en zichtbaarheid af. Hierover zijn cijfers bekend. De afsluiting van de Oostbuis en de werkzaamheden aan de NoordZuidlijn rond Prins Hendrikkade en Damrak leidden tot minder bezoekers aan de parkeergarage en daardoor tot verhoging van de parkeerdruk in de binnenstad. Mevr. De Groot vraagt de mening van de heer Van Bruggen over het idee dat parkeergarages hun onderbezetting gebruiken als parkeerruimte voor bewoners. In de Spuistraat is dit kennelijk een probleem.
14
Dhr. Van Bruggen antwoordt dat Parkeermanagement Nederland als commerciële exploitant altijd zorgt voor dubbel gebruik van parkeerplaatsen en een goede afweging maakt tussen zakelijke abonnementhouders en bewoners-abonnementhouders. Dhr. Hoolsema vraagt wat volgens de heer Van Bruggen de definitie is van de Stadshartlus en wat volgens hem de gevolgen zijn van het verdwijnen van de Stadshartlus uit het stadshart. Dhr. Van Bruggen acht de Stadshartlus de optimale route voor bezoekers aan de binnenstad langs de ondergrondse parkeergarages, om zo snel mogelijk automobilisten te laten parkeren en het zoekverkeer te verminderen. Dhr. Hoolsema vraagt naar de gevolgen van de knip en de grote lus. De voorzitter merkt op dat de knip nu niet aan de orde is. Dhr. Van Bruggen antwoordt dat de parkeerdruk op de binnenstad zal verhogen als de Stadshartlus niet meer langs de parkeergarages voert. Mensen weten dan niet meer hoe ze moeten rijden en zullen sluipwegen volgen en zoekverkeer creëren. Dhr. De Vries (verkeersdeskundige aan de UvA, maar niet namens de UvA) wijst erop dat volgens de definitie aan een doorstroomroute geen parkeren en geen laden en lossen plaatsvinden, vooral omdat een laad- en losstrook optrekkende en afremmende vrachtwagens met zich meebrengt. Verder is sinds de invoering in 2001 van het nieuwe taxibeleid het aantal taxi's verdrievoudigd. Daardoor is waarschijnlijk ook de onveiligheid voor voetgangers in de Nieuwezijds Voorburgwal verdrievoudigd. Hij vraagt of daarover iets bekend is. In verband met de Engelse situatie merkt hij op dat het er voor overstekers bij eenrichtingsverkeer van afhangt aan welke kant van de weg zij staan. Er is eerder gesteld dat een parallelle kruising gevaarlijker is dan een haakse kruising. Amsterdam zit echter vol parallelle kruisingen; hiervan is sprake zodra men als automobilist de trambaan opmoet. Spreker verwacht hiervan geen toename van onveiligheid. Mevr. De Groot vraagt of een laad- en losstrook gedrag van uitladend verkeer uitlokt waardoor de straat wordt geblokkeerd. Dhr. De Vries beaamt dit. Als een vrachtwagen naar de strook gaat, zal hij afremmen en is hij op de weg al bezig met keuzegedrag voor een plek. Mevr. De Groot begrijpt dat er zonder laad- en losstrook meer doorstroming is. Dhr. De Vries legt uit dat op een doorstroomas slechts de functie rijden zou moeten bestaan. Dit maakt de Spuistraat daarvoor ongeschikt; er zijn te veel functies langs de weg waardoor er auto's moeten parkeren. Dhr. Fernandez vraagt of de heer De Vries bij de Albert Heijn bij de Paleisstraat problemen ziet voor het openbaar vervoer als de Stadshartlus over de Nieuwezijds Voorburgwal zou gaan en of hij dan problemen ziet voor het openbaar vervoer aan het zuidelijke eind van de Spuistraat. Dhr. De Vries antwoordt dat met het oog op de doorstroming het openbaar vervoer een belemmering vormt voor het autoverkeer. Dit is niet het geval bij het scheiden van de functies middels verschillende wegstroken. Dhr. Mol vraagt naar de veiligheidssituatie nu het autoverkeer is verplaatst van de Mozes en Aäronstraat naar de Paleisstraat. Dhr. De Vries is geen expert op het terrein van verkeersveiligheid. Dhr. Molenaar vraagt welk argument pleit voor de NZ Voorburgwal als onderdeel van de Stadshartlus, aangezien daar ook wordt geparkeerd. Dhr. De Vries antwoordt dat deze een veel breder profiel heeft, waardoor deze meer mogelijkheden biedt om de verkeersstromen te scheiden. Dhr. Molenaar begrijpt dat de heer De Vries pleit voor twee verkeersstromen naast elkaar in één richting. Dhr. De Vries bepleit dit voor de noordkant .Aan de zuidkant is er alleen doorstroming van het autoverkeer en een haltérende tram; dat is een probleem. Dhr. Hoolsema vraagt welke kruising het gevaarlijkst is: een parallelkruising bij de Postzegelmarkt of de huidige kruising van de trambaan vanuit de Spuistraat, waarbij men geen zicht heeft op het verkeer van rechts of schuin van achteren van links. Over het zuidelijk deel van de Nieuwezijds Voorburgwal moet ook nog de tram rijden, terwijl het zuidelijke deel van de Spuistraat meer functies heeft. Hij vraagt hierop de reactie van de heer De Vries. Dhr. De Vries antwoordt dat bij de vergelijking van een 90-gradenkruising met een parallelle kruising geldt dat de eerste meer zicht biedt. De vraag is echter of dit relevant is, daar men overal in Amsterdam de trambaan op moet en daarvoor achterom moet kijken. Daarbij blijken bijna nooit ongelukken te gebeuren.
15
Als men aan de zuidkant van de Nieuwezijds Voorburgwal twee functies heeft en op de Spuistraat meerdere functies, waaronder parkeren en laden en lossen, verdient de NZ Voorburgwal de voorkeur, daar de doorstromende tram en het doorstromende autoverkeer elkaar niet hinderen. Dhr. Hoolsema vraagt naar de specifieke deskundigheid van de heer De Vries. Dhr. De Vries is bijna gepromoveerd op openbaar vervoer in middelgrote steden. Dhr. Frank merkt op dat bij de herprofilering van de A10 alle afslagen waren afgesloten, waardoor het verkeer met 70 km per uur kon doorstromen en vraagt of dit dezelfde situatie is. Dhr. De Vries beaamt dit. Mevr. Van Nierop vraagt wat brandweer en hulpdiensten ervan vinden als zij in de Spuistraat worden gehinderd door afremmend vrachtverkeer. Het stukje Paleisstraat naast de Dam zal in de naaste toekomst dichtgaan voor autoverkeer. Waarom is daar dan zoveel verkeer en een gevaarlijk kruispunt? Mevr. Van Dooijeweert meent dat het voor de brandweer geen verschil maakt of het Hoofdnet Auto door de NZ Voorburgwal of de Spuistraat loopt; als de brandweer niet in de betreffende straat moet zijn, zal zij zo veel mogelijk over de trambaan rijden. Mevr. Van Nierop antwoordt dat men er bij een opstopping niet kan inkomen. Dhr. Koning stelt dat de problemen met brandweer en ambulance zich voordoen in de huidige situatie. Betekent dit niet dat daaraan in elk geval iets moet gebeuren? Mevr. Van Nierop wijst erop dat het oordeel van brandweer en hulpdiensten nergens op schrift staat. Is dit wel gevraagd? Mevr. Pareau Dumont (bewoner Spuistraat) wijst op haar brief aan de commissie, waarin een aantal nieuwe feiten is vermeld. Zij noemt de maatschappelijke kosten, die de 8 miljoen euro overstijgen. Zij vraagt waarom de gemeente zich niet hoeft te houden aan de adviezen van de brandweer. Als men de rijrichting alleen in het zuidelijk deel omdraait, kan men de 8 miljoen euro daarvoor en voor de stegen gebruiken en is een verdere herprofilering niet nodig. Mevr. Van Delden (Verkeersgroep Binnenstad) stelt dat de verkeersgroep twee jaar heeft vergaderd en het rapport 'Hoe houden wij Amsterdam gaande' heeft uitgebracht. Zij wijst erop dat de stadsdeelwethouder heeft gezegd dat hier eigenlijk een achterhaald plan wordt uitgevoerd, daar het volgens hem niet juist is dat zo'n belangrijke verkeerslus door een zeer kleine straat wordt geleid. Op de Spuistraat bestaat een soort servicestrook, waarvan mensen die laden en lossen echter geen gebruik maken. Er vindt geen handhaving plaats en zij verzoekt hierop beter toe te zien, zodat de overlast voor de buurt minder wordt. Zij vraagt er verder aandacht voor dat de terrassen deels ook de tuinen van bewoners zijn. De bewoners hebben er belang bij dat in elke geval de bomen niet worden gekapt. Zij vraagt welk alternatief aan groen er zal worden aangeplant als toch wordt gekapt, opdat er voldoende zuurstof voor de bewoners zal zijn. Zij vindt het een schande dat bewoners en belanghebbenden hier zo'n korte inspraaktijd krijgen en is bereid actie te voeren opdat het stadsdeel rekening houdt met de toekomst van deze bewoners. Dhr. De Bruin stelt dat een gentlemen's agreement is afgesloten tussen enerzijds Albert Heijn en Magna Plaza en anderzijds de gemeenteraad, voorafgaand aan de inspraak en het raadsbesluit. Er is dus geen juiste democratie toegepast en dit kan verstrekkende gevolgen hebben voor de gemeenteraad. De voorzitter vraagt uit welke hoofde de heer De Bruin deze kennis heeft. Dhr. De Bruin heeft hiervan bevestiging gekregen van enkele mensen uit de politiek. De voorzitter stelt vanwege het late tijdstip voor de discussie voort te zetten op 9 oktober a.s. en te streven naar deelraadbehandeling op 24 oktober. Daardoor zal bepaalde informatie wellicht pas tijdens de deelraadbehandeling voorhanden zijn. Dhr. Molenaar stelt voor het onderdeel Stadshartlus vanavond af te ronden. Dhr. Frank gaat niet met het voorstel van de heer Molenaar akkoord en vraagt of de rest van de agenda dan ook naar 9 oktober gaat. De voorzitter beaamt dat de rest van de agenda dan naar 9 oktober gaat, als de commissie hiermee akkoord gaat. Dhr. Hoolsema vraagt of de tweede termijn over de Stadshartlus ook op 9 oktober zal plaatsvinden. De voorzitter acht dit afhankelijk van de tijd. Men kan ook besluiten de tweede termijn in de deelraad te houden. Dhr. Hoolsema gaat akkoord.
16
Mevr. Alkema vraagt of de voorzitter voorstelt nu op te houden of nu een termijn te houden en de tweede termijn op 9 oktober. De voorzitter stelt voor nu op te houden. Dit was de eerste termijn. Zij wil wel nu concluderen hoe de verhoudingen liggen ten aanzien van het preadvies. De portefeuillehouder acht het in verband met de tijd wijs om op 9 oktober verder te gaan. Als er dan nog belangrijke vragen komen die dan niet zijn te beantwoorden, kan het antwoord pas kort voor de deelraadsvergadering komen. Dhr. Hoolsema deelt mee dat de VVD-fractie op 9 oktober alleen een korte tweede termijn wil, om te kunnen reageren op het antwoord van de wethouder. Wel zal de fractie schriftelijk verzoeken bepaalde documentatie voor die datum aan de commissie toe te sturen. De voorzitter deelt mee dat op 9 oktober geen gelegenheid voor inspraak meer zal zijn. De portefeuillehouder benadrukt het grote belang van afhandeling van dit onderwerp op 24 oktober in de deelraad. De voorzitter vraagt om een korte standpuntbepaling van de fracties over het preadvies: akkoord, niet akkoord of in beraad. Dhr. Hoolsema gaat in deze vorm niet akkoord. Dhr. Schimmelpennink gaat akkoord, met de gemaakte aantekening. Mevr. De Groot vult aan dat de PvdA-fractie een voorbehoud maakt bij het 50-kilometerregiem. Dhr. Van der Hoog gaat van harte akkoord met het preadvies. Mevr. Alkema gaat akkoord met het preadvies. Dhr. Mol deelt mee dat zijn fractie een aantal aantekeningen heeft. Dit betreft de 30 kilometer. Hij kondigt hierover een motie aan. Mevr. Alkema merkt op dat dit over de Spuistraat gaat. Die bedenking hebben alle fracties. Dhr. Mol stelt dat hierover ook vragen in het preadvies werden gesteld. Dhr. Frank houdt het preadvies in beraad en gaat vooralsnog niet akkoord. Dhr. Koning houdt het preadvies in beraad. 12. Rondvraag Er zijn geen vragen. V Monumenten en Archeologie 13. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 14. Rondvraag Dit agendapunt is uitgesteld naar 9 oktober. De voorzitter sluit de vergadering om 23.29 uur.
17
CONCEPT)VERSLAG van de openbare vergadering van de COMMISSIE van ADVIES voor BOUWEN, WONEN, STEDELIJKE ONTWIKKELING en OPENBARE RUIMTE-BEHEER van het stadsdeel Amsterdam Centrum gehouden op woensdag 23 oktober 2002 van 21.02 uur tot 22.52 uur in zaal 0239 van het Stadhuis.
Aanwezig: Dhr. De Zwart (VVD, voorzitter), mevr. Iping stadsdeelwethouder, dhr. Okhuijsen (VVD), dhr. Coumou (GrLi), mevr. De Jong (GrLi), dhr. Ten Have (D66), dhr. Van Drooge (D66), dhr. Korthof (PvdA), dhr. Deben (PvdA), dhr. Van der Meer (PvdA), dhr. Fernandez (AA/DG), dhr. Stumpe AA/DG dhr. Frank (MM 99), dhr. Woudwijk (CDA). Afwezig: Dhr. Hoolsema (VVD) Ambtenaren: Dhr. Man (plv. secr.), mevr. Bijl, dhr. Oorspronk (BWE). Verslag: M evr. Muiser (Verslagbureau Amsterdam / VBA)
A ALGEMEEN De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij stelt in overeenstemming met de andere deelraadcommissievergaderingen een gewijzigde aanvangstijd voor, zodat de standaardaanvangstijd wordt gehanteerd van 20.00 uur in plaats van 19.30 uur. Dit geldt ook voor de ingelaste vergadering van 29 oktober. De agendavolgorde is veranderd. Hij stelt voor in overeenstemming met de andere deelraadscommissies te beginnen met de algemene inspraak van maximaal een half uur. De commissie stemt met beide voorstellen in.
A 1. Algemene inspraak Mevr. Ter Horst (namens de bewoners) deelt een notitie uit over de Willemsstraat nrs. 2 tot 12, hoek Brouwersgracht. Op de hoek van de Willemsstraat en de Brouwersgracht is de bouw gepland van vijf woningen en twee kleine bedrijfsruimten door Wegra Investments. Op 31 oktober zal het Bouwberaad hierover een definitief besluit nemen. Namens de honderd mensen die hiertegen bezwaar hebben gemaakt, verzoekt zij de commissieleden bij het stadsdeel aan te dringen op een zorgvuldige beoordeling van de bouwvergunning. Zij legt de huidige situatie uit aan de hand van foto s die bij de notitie zijn gevoegd. Het betreft onder andere het ongeveer kleinste driehoekje in de stad van ongeveer 30 m². Op de kleine percelen staat een transformatorhuis naar ontwerp van de Amsterdamse school en is een opslagterrein. Dit bijzondere stukje Jordaan dreigt nu te worden volgebouwd. Het transformatorhuisje moet weg en de bomen moeten worden gekapt. Het probleem is dat wordt gebouwd tegen de bestaande bebouwing aan, waardoor meer dan tien woningen daglichttoetreding verliezen vanaf de zuidzijde. Het achterhuis zal helemaal geen licht meer krijgen, omdat alle ramen geblindeerd zullen worden door het pand van 16 meter hoog. Aan de andere kant zitten geen ramen. Vanaf de Brouwersgracht zal het gezicht worden bepaald door een enorm bouwwerk; dit zal de gevelwand aantasten. De Welstandcommissie heeft de situatie alleen beoordeeld vanaf de Willemsstraat en niet vanaf de Brouwersgracht. Een onafhankelijk stedenbouwkundig advies is niet ingewilligd. In het bestemmingsplan staat dat als er onevenredig nadeel wordt veroorzaakt door een bouwplan, het niet aanvaardbaar is dit te bouwen. Voor vijf woningen mogen niet tien woningen worden opgeofferd evenmin als een transformatorhuis van de Amsterdamse school en drie bomen. De Willemsstraat staat bekend als een troosteloze straat. De gemeenteraad heeft in 1995 besloten op het bewuste perceel een park te plannen om de straat op te fleuren. Nu dreigt het te worden volgebouwd. Hier is sprake van een onevenredige inbreuk. De gemeente verdient 1 miljoen gulden aan het project, gebaseerd op
1
een winstprognose van 3 miljoen gulden, dit is meer dan fl.500.000 per pand. Gezien de huidige instortende markt is dit grof berekend. Uiteindelijk kan dit enorm tegenvallen.
Dhr. Fernandez dankt voor het heldere verhaal. Hij vraagt wat na 1998 is gebeurd toen er een architect bij is betrokken. Hij vraagt hoe de communicatie is verlopen. Mevr. Ter Horst antwoordt dat eerst aan de bewoners is beloofd dat er een park zou komen. Vervolgens is het volgebouwd zonder de bewoners in te lichten, vervolgens vond de bouwer dat het geen bouwterrein was en had hij de grootste moeite daarvoor een plan te bedenken. De grond was te duur en hij heeft het verkocht aan Wegra Investments. Dhr. Coumou merkt op dat in Amsterdam een grote woningnood heerst en dat er weinig bouwlocaties zijn. Hij vraagt wat wel mogelijk is op dit terrein op het gebied van woningbouw. Mevr. Ter Horst antwoordt dat over een alternatief plan wordt gesproken met de bouwers. De mensen van het achterhuis zijn bereid dit te verkopen aan de bouwers. Dan kan een reële bouwlocatie worden gecreëerd, waardoor het transformatorhuis wordt behouden evenals de bomen. Hierover wordt inmiddels gesproken. Als intussen een bouwvergunning wordt verleend voor het huidige bouwplan, zullen de bouwers niet meer geïnteresseerd zijn in het alternatieve plan dat wel recht doet aan de omgeving. Dhr. Deben vraagt wat het Bouwberaad is. Mevr. Ter Horst antwoordt dat in het Bouwberaad de bouwinspecteur zit en dat het de bouwvergunningen beoordeelt. Het beoordeelt dit aan de hand van het advies van de Welstandcommissie en van de stedenbouwkundige afdeling. Dhr. Deben vraagt of de adviezen zijn gegeven. Mevr. Ter Horst antwoordt dat de stedenbouwkundige afdeling op dit moment op het advies studeert. Enerzijds heeft deze gezegd dat het bouwplan zou passen in de omgeving, anderzijds heeft deze gesteld dat het te grijs is voor de huidige bewoners. De afdeling wil vooraf niet laten weten wat het advies zal worden; het wordt op het Bouwberaad gepresenteerd en de betrokkenen worden niet in de gelegenheid gesteld erop te reageren. De betrokkenen wensen vooraf duidelijkheid over de plannen, en wensen een onafhankelijk stedenbouwkundig advies. Dhr. Frank vraagt of iemand uit haar groep eerder heeft ingesproken over het transformatorhuis. Mevr. Ter Horst antwoordt dat zij dat was. Dhr. Deben meent dat het duidelijk is dat het plan moet worden getoetst aan het bestemmingsplan en dat daarbij een fatsoenlijk stedenbouwkundig advies moet liggen. De voorzitter antwoordt dat dit bij de rondvraag aan de orde kan worden gesteld. De stadsdeelwethouder reageert dat de bouwvergunning niet is verleend en de komende maanden niet zal worden verleend omdat de milieuvergunning niet in orde is in verband met het transformatorhuis. Het stadsdeel is op de hoogte van de problemen, tussen bewoners en de bouwers vinden gesprekken plaats en binnen enkele weken volgt een nieuw gesprek. Deze zijn erop gericht met de bewoners van het achterhuis tot overeenstemming te komen. Zij moeten inderdaad voldoende licht en lucht houden na de bouw. Mevr. Ter Horst vraagt of dit betekent dat er nog geen akkoord wordt gegeven over de stedenbouwkundige toetsing. Als het akkoord wordt gegeven omdat de plannen in overeenstemming zijn met stedenbouwkundige eisen en het bestemmingsplan, is het een kwestie van afwachten en kan de bouwer in januari beginnen. Hij heeft alle tijd. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de bouwvergunning niet is verleend en niet binnen enkele maanden verleend kan worden omdat de milieuvergunning niet in orde is. Dit geeft enige adem. Het plan moet sowieso in het bestemmingsplan passen, maar dan nog kan de omwonende problemen hebben met wat wordt gebouwd. Dit probeert het stadsdeel ook op te lossen. Daarna kan nog een bezwaarprocedure worden gevolgd. Mevr. Ignatius (bewoonster) bedankt dat zij op zo n korte termijn hier mocht komen. Haar zaak is zeer urgent. In het begin van de zomer hebben haar buren op Keizersgracht 629 een bouwaanvraag ingediend. Het betrof een kleine inpandige verbouwing en een noodstroomaggregaat van 2 meter hoog met 200 liter diesel op het dak voor haar slaapkamerraam. Op 25 juni heeft zij een zienswijze ingediend en daarop heeft zij nooit meer wat gehoord. Zij heeft contact gehouden met de betreffende binneninspecteur, de heer Noordermeer.
2
Buiteninspecteur Middeljans is een paar keer komen kijken. Een bouwvergunning is niet verstrekt. De zaak ligt op dit moment bij Gedeputeerde Staten. In september is de bank die zich daar vestigt, begonnen met de verbouwing; de verbouwing is bijna helemaal gereed zonder bouwvergunning. Vandaag is een hijskraan met het noodstroomaggregaat gekomen om dit op het dak te hijsen. Spreekster heeft meer dan twee uur geprobeerd een ambtenaar aan de telefoon te krijgen. Er was niemand aanwezig bij BWE die op de hoogte was. Uiteindelijk, na 2½ uur, kreeg zij de heer Smit, buiteninspecteur, aan de lijn. Deze is komen kijken en heeft de kraan en het noodstroomaggregaat gezien. De buiteninspecteur zei dat zonder bouwvergunning het aggregaat het dak niet op mocht. Binnen twee minuten heeft hij de bouwers voorgesteld het aggregaat toch maar op het dak te zetten. Als de vergunning niet zou worden verleend, zou het weer worden verwijderd. Spreekster meent dat als het aggregaat eenmaal op het dak staat, dit niet meer zal worden verwijderd. Zo lopen immers de zaken in Amsterdam. Zij merkt op dat er vreemde spelletjes zijn gespeeld; de architect van de bank heeft haar ook een vreemd voorstel gedaan. Hij wilde het ene tegen het andere wegschrappen; een manier van omkopen. Van deze praktijken is spreekster niet gediend; zij is er niet in thuis. Zij vraagt of het nog wel zin heeft om bouwvergunningen af te geven. Hier is geen bouwvergunning en men kan toch zijn gang gaan. Zij vraagt hoe dit kan worden teruggedraaid. Zij is bang dat dit een vrijbrief wordt om alsnog die bouwvergunning te gaan verstrekken. Zij heeft veel getelefoneerd en onder andere met Gedeputeerde Staten gesproken. Deze hebben het dossier nog niet afgerond. Zij vraagt wie wie respecteert. De voorzitter merkt op dat mevrouw feitelijk een klacht over het functioneren van een ambtenaar heeft en dat deze commissie daarover niet gaat. Daarvoor is het spreekuur van de stadsdeelwethouder. Hier wordt gesproken over beleid. Hij vindt het geen discussie waard. De plv. secretaris laat uitzoeken wat er exact aan de hand is. Dhr. Coumou meent dat de stadsdeelwethouder een reactie kan geven. De voorzitter antwoordt dat dit niet klopt; de commissieleden kunnen een vraag aan de stadsdeelwethouder stellen. Dit is geen openbaar spreekuur voor de stadsdeelwethouder. Dhr. Deben ziet overeenkomst met een ploegje dat in een weekend een pand verbouwde. Dit werd gehonoreerd omdat het niet meer was terug te draaien. Dit is de tweede keer dat dit in de vergaderingen aan de orde komt en hij meent dat wel degelijk moet worden ingegrepen. De voorzitter is het hiermee eens. Maar dit gaat niet naar aanleiding van de inspreekster. Dhr. Deben wil genotuleerd zien dat hierop actie wordt ondernomen. Hij heeft het niet over de ambtenaar, maar over het feit dat bij een bouwvergunning van tevoren een precedent wordt geschapen dat zover gaat, dat het op een gegeven moment niet meer is terug te draaien. De voorzitter vat samen dat de heer Deben dit een vervelend beleid vindt. Dit beleid kan bij de stadsdeelwethouder aan de kaak worden gesteld. Dhr. Deben noemt dit handhaving, daarover gaat deze commissie ook. De voorzitter wijst op de gelegenheid om in de rondvraag deze vraag te stellen. Dhr. Ten Have vindt het een duidelijk verhaal en vraagt of mevrouw Ignatius bereid is de commissie van de verdere ontwikkelingen op de hoogte te houden, zodat de commissie aan het DB daarover vragen kan stellen wanneer dat nodig is. Mevr. Ignatius is daartoe uiteraard bereid. Plv. secretaris zegt toe dat hij dit de volgende dag direct zal laten uitzoeken en dat inspecteur Middeljans dan wel zijn baas contact met haar zal opnemen. Mevr. Ignatius merkt op dat zij beiden op vakantie zijn.
A 2. Hameren Agenda A 3. Mededelingen De voorzitter deelt mee dat de heer Hoolsema wegens drukke bezigheden niet aanwezig kan zijn. De stadsdeelwethouder deelt mee dat de commissie binnenkort nader zal worden geïnformeerd over het besluit van het DB om de handhaving van het vlaggenbeleid opnieuw ter hand te nemen
3
Dit besluit is mede op advies van de Welstandscommissie genomen. Dit betekent dat niet mag worden gevlagd, tenzij bij speciale gebeurtenissen. Het vorige bestuur had besloten de handhaving tijdelijk op te schorten om uit te zoeken of alles klopte. Het DB heeft besloten de verplaatsing van het prostitutiebedrijf naar de Dirk van Hasseltsteeg tegen te houden. Overlast verplaatsen heeft niet veel zin, bovendien werd het door de bewoners ervaren als versterking van de overlast op de Singel. Het illegale hotel op Rapenburg was bekend bij het stadsdeel. Hiertegen is moeilijk op te treden en geprobeerd wordt dit in de gaten te houden. Zeker s zomers lijkt er een sterkere toename te zijn van illegale hotels en het DB overweegt of hier überhaupt een beleid op te maken is. Het betreft een privé-woning die in de zomer tijdelijk wordt verhuurd. De commissieleden hebben een kopie van de brief ontvangen die aan de heer Van Dijk van de kinderboerderij in de Rozenstraat is gestuurd. Daarin heeft de stadsdeelwethouder excuses aangeboden voor het feit dat hij weliswaar mondeling, maar niet schriftelijk op zijn brief antwoord heeft gekregen. Zij nodigt de commissieleden uit daar te gaan kijken. Zij heeft bij Provinciale Staten ingesproken over het BG-terrein. Inmiddels is het bestemmingsplan goedgekeurd op een paar technische zaken na. Dit kan bij de betreffende ambtenaar worden nagevraagd, het betreft horeca 2 of 3. Dhr. Deben vraagt of de pleitnota heeft geholpen. De stadsdeelwethouder antwoordt dat dit natuurlijk zo is. Voor het nieuwbouwproject Het Funen gaat 19 november aanstaande de eerste paal in de grond. Zij zal dit persoonlijk doen. Recent was in de media enige opschudding over de bouw van het Pedagogisch Psychologisch Instituut (PPI) in de Konijnenstraat. Dit project heeft een lange geschiedenis. Het PPI heeft veel gebouwen in de Jordaan en wil alles graag samenbrengen in één gebouw. Het stadsdeel ondersteunt dit en vindt het belangrijk dat dit instituut goed wordt gehuisvest. Uiteindelijk is gekozen voor de locatie in de Konijnenstraat. Dit is een stuk straat met onderstukjes of open gaten en één orde 3 pand. Het pand dat er staat is reeds onteigend. In het hele proces is het volume van het gebouw teruggebracht van 22 groepen naar 14 groepen. Het pand past binnen het bestemmingsplan, dus kan het stadsdeel de bouwaanvraag niet weigeren. De bewoners menen dat het pand te groot is voor dat kleine straatje, het zou bijvoorbeeld te hoog zijn. In vergelijkbare smalle straatjes echter staat het bestemmingsplan zelfs hogere gebouwen toe. De Welstandcommissie bekijkt de bouwaanvraag. Het is een groot pand, maar juist in de Jordaan zijn meer voorbeelden van grote panden, bijvoorbeeld scholen. Spreekster begrijpt de zorgen van de bewoners, maar het stadsdeel zal goed opletten dat het bestemmingsplan nauwgezet wordt gevolgd. Rond het verwijderen van planten in een tuintje op de Bickersgracht door het stadsdeel is commotie ontstaan. Het gaat om een buurttuintje op vervuilde grond. Strenge milieueisen moeten voorkomen dat de plantjes de vervuiling omhoog brengen. Een aantal planten zou dit doen. Een raadslid van GroenLinks heeft een ambtenaar van het stadsdeel erbij gehaald en alles is in der minne geschikt. Bekeken wordt of het werkelijk zo diep is dat de vervuiling problemen oplevert voor het milieu. De bewoners zijn buitengewoon betrokken bij hun tuin en het stadsdeel probeert dit niet te ontmoedigen. Daarom wordt geprobeerd tot overeenstemming te komen. De vorige vergadering heeft de heer Van der Hoff ingesproken over de aanschrijving van zijn pand binnen de cluster Marnix 3. Hij wilde een aanschrijving, maar hij wilde niet worden verplicht aan de nieuwbouweisen te voldoen. Dit is onmogelijk. Marnix 3 wordt in zijn geheel vernieuwd, alle eigenaren worden gevraagd daaraan mee te werken. De heer Van der Hoff heeft gezegd dat hij dit doet. De nieuwbouweisen zijn hoger dan de eisen in de aanschrijvingen, daarom heeft het geen zin om aan te schrijven. Marnix 3 moet als complex worden verbouwd, daarom wordt onteigening achter de hand gehouden. Als een eigenaar niet wil meewerken wordt het hele proces geschaad. De plannen moeten snel doorgaan en daarom moet de heer Van der Hoff meegaan met de nieuwbouwkwaliteit.
Commissie Dhr. Fernandez vraagt of de woningen van het illegale hotel op Rapenburg tot de kernvoorraad woningen horen.
4
Dhr. Woudwijk is verbaasd over de uitleg. Hij heeft begrepen dat het moeilijk is op te treden tegen illegale hotels, omdat het privé-appartementen zijn. Hotels moeten echter aan allerlei strenge voorwaarden voldoen als het gaat om brandveiligheid en nooduitgangen enzovoort. Hij vraagt hoe dat bij privé-appartementen is. Dhr. Ten Have vraagt of de heer Van Dijk nog een attentie krijgt omdat hij zo laat antwoord heeft gekregen. De stadsdeelwethouder reageert dat hij veel aandacht krijgt. Dhr. Coumou herinnert zich dat de akkoordpartijen hebben afgesproken dat mensen die te laat een reactie hebben gekregen een echte attentie krijgen. De stadsdeelwethouder meent dat dit het vorige bestuur was. Dhr. Coumou spreekt dat tegen en meent dat dit bestuur de toezegging heeft gedaan. De stadsdeelwethouder zegt toe dat de heer Van Dijk een attentie krijgt. Dhr. Frank meent dat de stadsdeelwethouder zich heeft gecommitteerd. Beantwoording De stadsdeelwethouder antwoordt dat er geen specifiek beleid is met betrekking tot illegale hotelappartementen. Het handhavingsteam hanteert de richtlijn om daar waar overlast optreedt voor omwonenden of de situatie onveilig is, actief op te treden. Het aantal meldingen neemt toe en daarom is geconstateerd dat regulering noodzakelijk is. Het betreffende pand is particulier bezit en het is goed dit op te nemen in de Woonvisie. Dhr. Fernandez herhaalt zijn vraag of het pand bij de kernvoorraad hoort. De stadsdeelwethouder meent van niet. Het is particulier bezit. Dhr. Fernandez antwoordt dat dit niet uitmaakt. Als het pand tot de kernvoorraad behoort kan zij direct ingrijpen. De stadsdeelwethouder meent dat dit niet kan omdat de particuliere eigenaar er zelf woont. De voorzitter concludeert dat het juridisch kader lastig is wat wel of niet een hotel is. De stadsdeelwethouder heeft deze kwestie globaal nagevraagd. Als de commissie er dieper op wil ingaan, moet het apart worden geagendeerd. Zij kent meer gevallen dat mensen in hun huis een etage of kamer verhuren. Mevr. De Jong oppert Actie Zoeklicht in te zetten. De stadsdeelwethouder antwoordt dat deze kan worden ingezet indien in de kernvoorraad illegaal wordt gewoond. Dhr. Fernandez vraagt of het hier een businesshotel betreft. Dat is een woning die voor bepaalde maanden ingericht wordt verhuurd. Dit is een tussenvorm tussen woning en hotel. Dhr. Ten Have meent dat dit klopt. De stadsdeelwethouder vraagt of de heer Fernandez de term hotelappartementen bedoelt. Dit wordt ontkend. Dhr. Woudwijk stelt voor dit punt te agenderen. De stadsdeelwethouder heeft voorgesteld dat dit probleem wordt opgenomen in de Woonvisie die momenteel wordt gemaakt door het stadsdeel Amsterdam Centrum. Deze verschijnt begin volgend jaar. Dhr. Fernandez wijst erop dat het om hotels gaat. De stadsdeelwethouder ontkent dit. Het gaat om woningen die worden onttrokken voor hotels. Het probleem is dat het een woning is. Dhr. Woudwijk schetst het probleem. In de straat wordt veel geürineerd en de mensen betalen veel geld voor een weekend logies. Zij draaien harde muziek en geven veel overlast. Hij vraagt waar bewoners met hun klachten terechtkunnen en wie vervolgens ingrijpt. De stadsdeelwethouder antwoordt dat op straat urineren onder het takenpakket van de politie valt. Illegaal hotelgebruik van woningen valt onder Bouw- en Woningtoezicht. Dhr. Van Drooge stelt voor dit in de Woonvisie op te nemen, omdat hand over hand toeneemt dat particuliere woningen worden ingezet als hotels. Dhr. Frank vraagt of de situatie anders zou zijn als de Olympische Spelen in Amsterdam worden gehouden. Dan zouden namelijk veel mensen hun huizen hebben verhuurd. De stadsdeelwethouder dringt erop aan dat gevallen worden gemeld. Dan kan worden gecontroleerd.
5
A 4. Verslag van de openbare vergadering van de Cie BWE/BS d.d. 18 september 2002 Dhr. Okhuijsen wordt op bladzijde 18 geciteerd. Hij heeft niet gezegd dat AA/DG geen lijn wil inzetten om op de koffie oppositie te voeren, maar op de pof . Hij gaat graag bij de heer Fernandez op de koffie, maar beschuldigt AA/DG ervan op de pof oppositie voeren. Dhr. Korthof verduidelijkt wat hij heeft gezegd op bladzijde 16 onder 3b. Met Het motief voor de PvdA-fractie om hiermee in te stemmen is dat dit iets is dat zijzelf had willen doen, als er al niet Hij heeft hier het stadsdeel bedoeld met zijzelf en niet zijn fractie. Met inachtname van bovenstaande wijzigingen zijn de notulen goedgekeurd.
A 5. Termijnagenda De voorzitter deelt mee dat er een gecorrigeerde termijnagenda in de envelop zit. Dhr. Deben vraagt naar aanleiding van de discussie naar de termijn voor het SPvE van Artis voor de herziening van het bestemmingsplan. Hij heeft begrepen dat Artis actief wordt en contact heeft gehad met het wijkcentrum en met de heer Nanne van de dienst heeft gesproken. Het wordt tijd de hoofdlijnen op te pakken, zodat het niet weer tot een escalatie gaat leiden. Dhr. Fernandez vraagt hoeveel ruimte op de termijnagenda is om grote onderwerpen naar voren te schuiven als deze zich aandienen. Dhr. Coumou zegt mede namens enkele andere commissieleden dat hij bezorgd is over de productie van het DB zoals uit de agenda van deze avond blijkt. Om die reden, maar niet alleen om die reden, wil hij een notitie aanbieden om op de volgende commissievergadering te behandelen. Deze heet Een ongewenste trend bij nieuwbouw in de binnenstad , met als ondertitel Bouwen tegen het beschermd stadsgezicht . Hij heeft nog een tweede notitie voor behandeling in de commissie over het project Palmgracht 3. Daarmee is iets bijzonders aan de hand. Dhr. Ten Have vindt het leuk dat deze naar de commissie gaan, maar als de heer Coumou wellicht ooit de bedoeling heeft deze notities in de stadsdeelraad te behandelen, dan kunnen ze beter aan de stadsdeelraad worden gestuurd die ze dan vervolgens naar de commissie verwijst. Anders wordt hier gepiept, maar daarmee komt de notitie niet op de deelraadagenda. Dhr. Coumou antwoordt dat dit niet de opzet is. Hij vult nog aan dat de heren Frank, Woudwijk en Mol de andere indieners zijn. Dhr. Okhuijsen dankt voor de notitie, deze zal hij met belangstelling doornemen als deze via de juiste weg bij hem belandt. Hij refereert eraan dat de heer Coumou zich zorgen maakt over de productie van het DB. Kan dit worden onderbouwd en dan niet alleen aan de hand van de agenda van deze avond? Tevens vraagt hij of deze aantijging ook namens de andere ondertekenaars van deze notitie is gedaan. Dhr. Coumou heeft verwezen naar de agenda van deze avond. Daarover maakt hij zich zorgen. Hij meent dat de anderen dit ook vinden. Dhr. Frank wijst erop dat de inleiding van de heer Coumou voor zijn eigen rekening is. Dit onderschrijft hij niet. Wel onderschrijft hij deze notitie waaraan hij met plezier heeft meegewerkt. Beantwoording Plv. secretaris antwoordt dat onderwerpen die men graag op de agenda ziet, kunnen worden ingediend bij de Plv. secretaris. Wanneer dit enige tijd tevoren gebeurt, kan hiermee met de logistiek rekening worden gehouden. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de gesprekken met Artis inderdaad weer zijn gestart. Vooralsnog wordt eerst een gesprek geregeld tussen haar en mevrouw Maij om het beleid van de centrale stad en het stadsdeel op elkaar af te stemmen. Hierover zal zij de commissie informeren.
A. 6 Overzicht van openstaande raadsadressen
6
De stadsdeelwethouder memoreert dat de heer Frank heeft gevraagd het raadsadres inzake het hek voor het Anne Frankhuis in deze commissie te beantwoorden. Dhr. Frank heeft dat niet gevraagd, maar of hij bij de bespreking aanwezig mocht zijn over de verplaatsing van het hek. In de vorige raadsperiode heeft hij zich hiermee beziggehouden en heeft hij een aantal suggesties gedaan. De stadsdeelwethouder heeft dit toegezegd. De stadsdeelwethouder antwoordt dat er geen bespreking is geweest. Dhr. Frank maakt het niet uit wat er is geweest, hem is toegezegd dat hij erbij zou worden betrokken. De stadsdeelwethouder vreest dat zij dit verkeerd heeft onthouden. Dit punt is afgehandeld met een brief aan mevrouw Iest-Bos dat het hek geplaatst op de gekozen manier de minst slechte oplossing is. Dhr. Frank vraagt of zij bedoelt dat het hek blijft staan. De stadsdeelwethouder bevestigt dat dit blijft staan aan de rand van het trottoir. Dhr. Frank vindt dit een zeer slechte oplossing, omdat met deze oplossing het trottoir volstaat met wachtenden voor het Anne Frankhuis en iedereen met kinderwagens over de rijweg moet. Dit is een gevaarlijke situatie. Indien het hek wordt verplaatst naar het midden van het trottoir kan iedereen er langs lopen en staan de mensen beter in de rij. Hij protesteert hiertegen met klem. De stadsdeelwethouder neemt dit voor kennisgeving aan. B BOUWEN WONEN EN STEDELIJKE ONTWIKKELING B1. Concept-raadsvoordracht inzake vaststelling van de eerste herziening van het bestemmingsplan Czaar Peterbuurt, Blok N41 Eerste termijn commissie Dhr. Deben vindt het jammer dat uit het mooie fotoproject van Lieve Prins een stuk is gestolen. Dit pakte de lege bouwplaatsen zo mooi in. Hij hoopt dat dit gauw weer terugkomt. Hij vraagt of de lichtinvallen aan de kant van de Lijndenstraat, waar de bouwhoogte is verlaagd tot 4 meter, ook niet speelt aan de andere kant bij de Eerste Leeghwaterstraat en of rekening wordt gehouden met de twee blokken bij de Tweede Leeghwaterstraat. Op de hoeken speelt namelijk hetzelfde. Hij ziet graag een doorsnede van de manier waarop de 4 meter zijn gerealiseerd. Hij begrijpt niet goed hoe dat lucht en licht moet geven. Hij vraagt of in de woningen geluidsvoorzieningen worden aangebracht als tramlijn 10 door de Czaar Peterstraat gaat lopen. Dhr. Woudwijk citeert in de inleidende tekst de zin: Sindsdien is een omslag in de stadsvernieuwing te zien. Het betreft hier de grote bouwblokken en de grote lijnen. Hij vraagt waardoor een omslag in de stadsvernieuwing is ontstaan. Dhr. Fernandez heeft een aantal zeer grote problemen bij het voorgestelde bestemmingsplan. Hij is zich bewust dat lang aan het bestemmingsplan is gewerkt, en van de problemen die ontstaan indien meerdere raadsleden hem zouden steunen omdat zij zouden inzien dat hier een grote fout wordt gemaakt zodat het bestemmingsplan wordt afgewezen. Zijns inziens wordt een aantal zaken in het bestemmingsplan niet verankerd, waardoor in de toekomst de mogelijkheid van bestemmingsplantechnische onteigeningen bestaat van de kleinere orde 2 panden in het halve blok aan de Conradstraat en de Czaar Peterstraat. Het bestemmingsplan maakt het immers mogelijk dat de bebouwing van tachtig procent naar honderd procent gaat. De oude structuur is altijd gebaseerd geweest op binnentuinen en de AA/DG-fractie is groot voorstander van behoud daarvan. Het is zelfs vreemd als bestemmingsplantechnische onteigeningen niet worden toegestaan. De grond is daar namelijk vrij prijzig en het huidige type woningen is niet het meest winstgevend. Grote spelers die daar actief zijn, zullen inzien dat er meer winst is te halen door gebruik te maken van het nieuwe bestemmingsplan bij het fase 2 besluit rond 2005. Hij vraagt waarom dit zo wordt besloten. De gaten kunnen immers volgens een artikel 19 procedure worden bebouwd. Daarvoor is volgens hem een bouwplan ingediend. Waarom worden
7
de binnentuinen en de bescherming van de orde 2 panden niet verankerd in dit bestemmingsplan? De stadsdeelwethouder vraagt of de orde 2 panden in de Conradstraat worden bedoeld. Dhr. Fernandez bedoelt het halve blok, niet alleen de Conradstraat. Hij vraagt wat de consequenties zijn om de bebouwingsdichtheid te vergroten van tachtig naar honderd procent in de wetenschap dat er marktwetten gelden. Hij vraagt welke gevolgen dit volgens de stadsdeelwethouder zal hebben. Mevr. De Jong sluit zich bij deze vraag aan. Waarom wordt honderd procent bebouwen mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan, als men niet van plan is honderd procent te bebouwen? Dhr. Okhuijsen is geïnteresseerd in de antwoorden van de wethouder op de vragen die zijn gesteld. Vooralsnog is de VVD-fractie voor goedkeuring van dit plan. De omslag in de stadsvernieuwing wordt in dit plan duidelijk doordat steeds meer rekening wordt gehouden met de wensen van de bewoners. Dit betekent in dit geval niet alleen maar slopen, maar belangen afwegen, en/en; dat komt in dit plan heel goed tot uiting. Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder betreurt het dat de foto s van Lieve Prins zijn beschadigd. Zij heeft begrepen dat nog een foto is weggehaald. Dhr. Deben vraagt of het stadsdeel hier iets aan doet. De stadsdeelwethouder weet dat niet. Het is heel kostbaar om de foto s steeds weer op te hangen. Voor de kunstenaar is het ook heel erg. De Leeghwaterstraat krijgt sloop-nieuwbouw. Daar kan de bouwhoogte worden aangepast aan het nieuwbouwblok in de Czaar Peterstraat. Bij behoud- en herstel moet rekening worden gehouden met bestaande panden. Zij heeft van de heer Noorda gehoord dat de nieuwe tram veel stiller is dan de oude tram. Zij hoopt dat dit in de Czaar Peterstraat ook het geval zal zijn. Geluidsvoorzieningen zijn in een bestemmingsplan niet te regelen. Bij de bouwaanvragen kan daarmee rekening worden gehouden. Dhr. Deben kan zich niet voorstellen hoe de bouwhoogte van 4 meter eruit zal zien. Hij vraagt om een tekening van een dwarsdoorsnede. De stadsdeelwethouder antwoordt dat men moet voorstellen dat het ondiepe huizen zijn met een soort achterhuis van maximaal 4 meter hoog. Rumoer van de publieke tribune. De voorzitter verzoekt de mensen rustig te blijven. Zij kunnen alleen inspreken als zij het tevoren hebben aangevraagd. Publiek verlaat de zaal De stadsdeelwethouder vindt het jammer dat het publiek wegloopt. Zij kan in de pauze laten zien hoe het eruit komt te zien. Iemand op de publieke tribune wijst op de Lijndenstraat, daar kan men het zien. Hij verlaat de zaal. De stadsdeelwethouder antwoordt dat er een buurtschouw is geweest en zij het heeft gezien. Op grond van de zienswijze van de bewoners is het plan aangepast, zodat in de panden in de Lijndenstraat het licht kan binnenvallen. De commissieleden hebben de tekening bij de stukken van deze dag. Leespauze 22.07 uur 22.14 uur De stadsdeelwethouder vervolgt dat men tot halverwege de jaren negentig in Amsterdam blij was als knappe nieuwbouw neergezet kon worden in straten waar slechte huizen stonden. Gaandeweg ontstond het idee dat dit een te grote inbreuk maakte op het stadsgezicht, vooral toen Amsterdam op de nominatie stond beschermd stadsgezicht te worden en de binnenstad het uiteindelijk ook werd. Dit betekent dat wordt geprobeerd waar mogelijk de beeldbepalende panden te bewaren en op te knappen, en niet te slopen voor nieuwbouw. Eventuele nieuwbouw moet in de stedenbouwkundige structuur worden ingepast, zodat bijvoorbeeld in het besproken
8
gebied geen flatgebouw kan komen van tien etages. In het oude bestemmingsplan konden nieuwe huizenblokken worden neergezet waarbij nauwelijks rekening werd gehouden met de historische structuur van de straat, zoals in de Dapperbuurt is gebeurd. Met nieuwbouw kan worden geprobeerd de stedenbouwkundige structuur terug te brengen door bijvoorbeeld een gesloten plint te maken, zoals uit het onderhavige bestemmingsplan blijkt. Plinten zijn altijd iets hoger dan de andere etages en in die plinten kunnen openbare functies worden aangebracht. Dit is heel anders dan een blok woningen met op de begane grond boxen dat de sfeer en het beeld van de stad beschadigt. Tegenwoordig wordt zoveel mogelijk geprobeerd te bestaande bebouwing te handhaven en indien dit niet mogelijk is, zo te bouwen dat de sfeer gehandhaafd blijft. In dit bestemmingsplan wordt de mogelijkheid geboden om honderd procent te bouwen. Het is geen moeten. Het gaat hier om heel kleine woningen die op de begane grond heel beperkend kunnen zijn voor de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt voor openbare functies. Met de mogelijkheid van honderd procent bebouwing wordt vooral op de begane grond de mogelijkheid geboden deze functies te realiseren. Daarbij moet bij nieuwbouw en bij bestaande bouw, en nieuwbouw naast bestaande bouw worden gezorgd voor voldoende toetreding van lucht en licht. Daarvoor zijn regels. Wanneer op de begane grond dieper wordt gebouwd krijgt men de mogelijkheid op de eerste etage een mooi dakterras te maken. In het bestemmingsplan staat nadrukkelijk welke openbare functies in de plint kunnen komen, zoals horeca. Daarmee moet de Czaar Peterstraat weer de levendige straat worden die het ooit was. Het is niet de bedoeling dat hier rug aan rug woningen komen. Dit kan niet meer binnen de huidige regelgeving. Wel kan men een woning bouwen die van de ene straat naar de andere loopt. Dit is bijvoorbeeld in de Marnixstraat gebeurd. Dhr. Fernandez vraagt of dit bestemmingsplan in de toekomst de mogelijkheid biedt voor een bestemmingsplantechnische onteigening, met name om de orde 2 panden met bijbehorende structuur van binnentuinen te slopen om daar nieuwbouw te plegen. Hij meent dat dit zo is. De stadsdeelwethouder antwoordt bevestigend. Het is altijd de deelraad die over onteigening gaat. Dhr. Deben memoreert dat bij de schouw is gesproken met de eigenaren die wonen op de nummers 110, 112, 114 enzovoort van de Conradstraat en dat zij de angst uitspraken dat Eigen Haard steeds verder zou oprukken. Hij snapt de zorg. De bewoners investeren daar en zijn bang dat zij hun bescherming zullen kwijtraken. De woningbouwcoöperatie heeft nooit met hen gesproken, ook niet over oplossingen voor ontsluitingen en dergelijke. Dit ligt dus zeer gevoelig. Dhr. Fernandez bevestigt dat de deelraad een beslissing moet nemen over onteigening, maar het is veel belangrijker dat de bescherming van de orde 2 panden en de binnentuinen en daarmee de structuur niet verankerd ligt in dit bestemmingsplan. Hij vraagt waarom men deze flexibilisering nodig acht. Het stadsdeel kan een artikel 19 procedure volgen als in de toekomst nieuwe wensen worden ontwikkeld. Hij vraagt waarom een risicogebied wordt gecreëerd daar waar in de toekomst altijd nog een ingreep kan plaatsvinden. De stadsdeelwethouder vindt dat het tweede deel van de vraag daarmee niets te maken heeft. Juist in de Czaar Peterstraat is al voor een groot deel gesloopt en vindt voor het grootste deel nieuwbouw plaats. Dhr. Fernandez acht dit niet relevant. De stadsdeelwethouder vindt het heel relevant dat in het bestemmingsplan ruimte wordt geboden voor bedrijven, dat er een plint komt, een gesloten bouwblok met openbare functies en dat niet voor elke openbare functie een artikel 19 procedure moet worden begonnen. Het bestemmingsplan geeft aan wat het stadsdeel wil in de Czaar Peterstraat, namelijk een levendige straat met bedrijven in de plint. Dhr. Fernandez meent dat dit betekent dat daarmee bijna de helft van een bouwblok in de toekomst gesloopt kan worden voor nieuwbouw omdat het rendement op deze woningen hoger is bij Nieuwbouw. De stadsdeelwethouder reageert dat de heer Fernandez het over de Conradstraat heeft en zij heeft het over de Czaar Peterstraat. Dhr. Fernandez heeft het over beide straten. De stadsdeelwethouder zegt dat de Czaar Peterstraat voor een groot deel is gesloopt.
9
Dhr. Fernandez wijst op de tekening aan over welk blok hij het heeft met binnentuinen. Het is de hele structuur in de kern van die wijk. Als de binnentuinen worden afgekalfd, creëert dit continue problemen. Dhr. Van Oorspronk begeleidt de planvorming voor met name de tweede fase. Vorig jaar is men lang bezig geweest met het maken van haalbaarheidsstudies. De keus is in de startnotitie aan de vorige commissie BWE voorgelegd: behoud- en herstel, waarbij een forse investering van de gemeente noodzakelijk is, ofwel sloop-nieuwbouw. Uiteindelijk is gekozen voor het sloop-nieuwbouwplan met een uitzondering voor de woningen van de eigenaren in de Conradstraat en het blokje in de Lijndenstraat. Dhr. Fernandez meent dat dit niet relevant is als het over fase 1 handelt. Over fase 2 is nog geen besluit genomen. Dhr. Van Oorspronk antwoordt dat het fase 2 besluit wel is genomen. Op 7 februari 2002 heeft de raadscommissie besloten om de startnotitie vast te stellen. Dhr. Fernandez meent dat het besluit over fase 2 uitvoering pas in 2005 zou worden genomen. Dhr. Van Oorspronk ontkent dit. Het besluit om de woningen uit de Conradstraat eventueel toe te voegen aan het nieuwbouwplan zal inderdaad pas in 2005 plaatsvinden. In de tussentijd zal worden gewerkt aan een sloop- nieuwbouwplan voor de overige panden. Dhr. Fernandez vraagt of de overige panden dus worden gesloopt. Dhr. Van Oorspronk antwoordt dat dit toen is vastgesteld. Dhr. Fernandez concludeert dat allang is besloten dat het hele blok wordt gesloopt met de binnentuinen. Hij vraagt waarom dit niet duidelijk en helder wordt gecommuniceerd aan de buurtbewoners. Dhr. Van Oorspronk antwoordt dat dit een bestemmingsplan is dat op basis van dat besluit is voorgelegd aan de nieuwe commissie. Dhr. Fernandez vraagt naar de bewoners die wonen waar eventueel gaat worden gesloopt. Dhr. Van Oorspronk antwoordt dat deze ruimschoots hebben ingesproken bij de behandeling van de startnotitie. Daarmee is waar mogelijk rekening gehouden. Publieke tribune ontkent dit. Dhr. Fernandez vraagt op welke manier dat is gebeurd. Dhr. Van Oorspronk vervolgt dat voor de Conradstraat is vastgesteld dat het onterecht is om daar de sloop-nieuwbouwplannen door te voeren omdat de eigenaarbewoners met een plan kunnen komen dat haalbaar bleek. De haalbaarheid is afhankelijk geweest van het feit of voor een aantal aaneengesloten panden een plan kon worden gemaakt. Het lukt niet om een pandje te laten staan tussen de nieuwbouw. Dit is het criterium geweest.
De stadsdeelwethouder vult aan dat het om vijf aaneengesloten panden gaat. Dhr. Van Oorspronk meldt dat zich inmiddels mensen hebben aangesloten en dat het ernaar uitziet dat het hele rijtje aan de Conradstraat 104 tot en met 122 in behoud- en herstel zal worden opgeknapt. Dhr. Fernandez vraagt of hij hieruit kan concluderen dat het idee van tachtig procent naar honderd procent bebouwing, waarvan de stadsdeelwethouder zegt dat dit niet hoeft, inmiddels vastligt. Dhr. Van Oorspronk antwoordt dat dit niet in die zin is besloten. De startnotitie heeft mogelijk gemaakt dat een sloop-nieuwbouwplan kan worden gemaakt. Uiteindelijk zijn het stedenbouwkundige motieven die het noodzakelijk maken honderd procent ten uitvoer te brengen, met name om de onderlaag en de bovenliggende woningen ruim van opzet te kunnen maken van voor naar achter. Mevr. De Jong vraagt of dit betekent dat de huizen in de Conradstraat met tuinen naar die kant in de toekomst worden geconfronteerd met een uitbreiding van de bouw van de kant van de Czaar Peterstraat die tot aan hun tuin loopt. Dhr. Van Oorspronk antwoordt dat er voldoende rekening zal worden gehouden met de lucht- en lichttoetreding van de betreffende woningen. De voorzitter merkt op dat dit is vastgelegd in het bouwbesluit.
10
De voorzitter vraagt of hij kan overgaan tot het peilen van de standpunten. Mevr. De Jong krijgt vanavond allemaal nieuwe informatie en kan nog geen standpunt bepalen. De volgende dag komt het onderwerp in de stadsdeelraad. Zij kan met de voorliggende informatie niet zoveel als zij daar de volgende dag ja of nee op moet zeggen. De stadsdeelwethouder stelt voor het punt van de deelraadagenda af te halen; het gaat nu wat al te voortvarend. De voorzitter stelt de commissie voor dit punt van de deelraadagenda te verplaatsen naar de volgende deelraad. Dhr. Deben gaat akkoord met uitstel naar de volgende deelraad. Hij vindt het ook kort dag maar is een beetje gerustgesteld door het feit dat de eigenaren zich hebben gevonden en blijkbaar een akkoord hebben gesloten met Eigen Haard. De voorzitter stelt vast dat de commissie instemt met verplaatsing van dit agendapunt naar de volgende deelraadvergadering. Dhr. Frank heeft op de gang informatie gekregen dat het plan op juridische bezwaren kan stuiten. Dhr. Fernandez vraagt om de informatie die de commissieleden niet toegestuurd hebben gekregen, maar die wel relevant is. De stadsdeelwethouder antwoordt dat dit de notulen zijn van de commissie BWE van 7 februari 2002. Dhr. Fernandez neemt aan dat dit niet alleen de notulen zijn, maar dat er ook stukken zijn op basis waarvan is gesproken. De stadsdeelwethouder stelt voor de startnotities en de notulen rond te sturen. De voorzitter vraagt of de commissie haar standpunt bekend kan maken naar aanleiding van deze vergadering ten aanzien van de conceptraadsvoordracht. Dhr. Korthof antwoordt dat de PvdA-fractie voor dit plan is. Dhr. Woudwijk zegt dat zijn keuze voor uitstel wordt bepaald door het feit dat hij nog geen standpunt heeft. Dhr. Ten Have gaat akkoord met de raadsvoordracht en vindt het ordelijk dit punt op de agenda van 20 november af te kaarten, zodat men op de deelraad van 21 november weet wat het definitieve standpunt van de commissie is. Dhr. Fernandez zegt dat de AA/DG-fractie vooralsnog tegen dit plan is. Mevr. De Jong gaat nog niet akkoord met de concept-raadsvoordracht. Dhr. Okhuijsen zegt dat de VVD-fractie voor het bestemmingsplan is. Dhr. Frank heeft zijn standpunt eerder kenbaar gemaakt. C OPENBARE RUIMTE-BEHEER C 1. Mededelingen Er zijn geen mededelingen
C 2. Rondvraag Er is geen rondvraag
E RONDVRAAG Dhr. Deben vindt het verbazingwekkend, gehoord de discussie over de Czaar Peterstraat, dat licht en lucht in een project in de binnenstad bij de Willemsstraat waar mevrouw Ter Horst over insprak blijkbaar helemaal niet spelen. Daar kan men de ramen blijkbaar dichtmetselen. Hij stelt voor dat daar een onafhankelijke stedenbouwkundige naar kijkt, gezien de complexe situatie en
11
de voorgeschiedenis. Hij kan zich niet voorstellen dat de Welstandcommissie dit soort zaken accepteert. Betreffende de handhavingskwestie op de Keizersgracht 629 moet de brief van mevrouw Ignatius van juni jongstleden worden beantwoord. Op haar zienswijze is helemaal niet ingegaan. Dit is het zoveelste voorbeeld van onzorgvuldigheid waardoor mensen door het lint gaan. De brief is zelfs niet bevestigd. Dit mag niet gebeuren omdat dit type situaties kwetsend is. De deelraad zou dit vanaf het begin goed aanpakken, dat brengt veel goodwill. Dhr. Fernandez heeft begrepen dat komende donderdag 31 oktober het Bouwberaad een besluit neemt over de Willemsstraat. Hij vraagt of de wethouder duidelijk kan aangeven wat zij concreet kan doen om een onafhankelijk onderzoek te laten plaatsvinden. Mevr. De Jong merkt op dat steeds wordt gesproken over de Woonvisie waar reeds lang op wordt gewacht. Zij neemt aan dat daaraan hard wordt gewerkt. Zij spreekt mensen in de stad die zich op de een of andere manier met bouwen of wonen bezighouden. Deze zijn niet op de hoogte van de Woonvisie. Zij vraagt of bij het proces om te komen tot de Woonvisie ook organisaties en burgers worden betrokken. Dhr. Coumou memoreert dat in de vorige deelraadsvergadering is besloten het pand Keizersgracht 326 van de monumentenlijst af te voeren. Toen lag een motie klaar om het DB te verzoeken de eigenaar te vervolgen. Stadsdeelwethouder Frankfurther heeft in de commissie Openbare Ruimte gezegd dat daarop wordt gestudeerd omdat het een ingewikkelde zaak is. Bouw- en Woningtoezicht heeft veel aanzeggingen gedaan in deze kwestie. Hij vraagt of deze commissie moet bespreken hoe Bouw- en Woningtoezicht met dergelijke kwesties omgaat. Als met de aanschrijvingen niets wordt gedaan door de eigenaar, is er iets vreemds aan de hand. Tot nu toe heeft hij in de mooie rondleidingen gehoord dat Bouw- en Woningtoezicht alles in de hand heeft. Bij het onderhavige geval was dit echter niet zo. Hij hoopt dat het geen structureel geval is. Dhr. Frank zegt dat de notitie die is aangeboden door de heer Coumou mede namens de fracties van CDA, AA/DG een MM 99 onder andere het probleem behandelt van mevrouw Ter Horst over het bouwen in de Willemsstraat. Hij sluit zich aan bij de vraag van de heer Fernandez. Spreker heeft van de stadsdeelwethouder gehoord dat er zeker uitstel komt, omdat er nog een milieurapport moet komen. Hij is bang dat het een snoepje is dat snel in de mond smelt en dat het later toch nog doorgaat. Hij vraagt of de stadsdeelwethouder kan garanderen dat een onafhankelijk onderzoek wordt gedaan en of zij kan garanderen dat het eerste half jaar niet zal worden gebouwd. De ingebrachte notitie staat geagendeerd voor de volgende vergadering. Hij vraagt of iemand het stuk Fietswrakken heeft geagendeerd. Dit blijkt niemand te zijn. Beantwoording De stadsdeelwethouder heeft geconstateerd dat de ingebrachte informatie over het bouwplan in de Willemsstraat eenzijdig is, en stelt voor de commissieleden alle informatie toe te sturen. Daarna kan de commissie de vraag opnieuw bezien. Op dit moment kan zij niet garanderen dat een onafhankelijke stedenbouwkundige ernaar kijkt. Het stadsdeel is in gesprek, het proces is gaande en zij nodigt de commissieleden uit te gaan kijken en te overwegen of zij bij hun standpunt blijven. Dhr. Fernandez vraagt of de stadsdeelwethouder ook niet bereid is een brief te sturen naar het Bouwberaad om de beslissing uit te stellen of het uit handen te geven voor een onafhankelijk onderzoek. De stadsdeelwethouder is daartoe niet bereid. Dhr. Frank meent dat als volgende week een beslissing wordt genomen, dan voorspelbaar is dat in januari gebouwd gaat worden. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het Bouwberaad geen bouwvergunning geeft. Er gaan allemaal termen over tafel terwijl het één niet eens met het andere te maken heeft. Het hele bouwplan wordt nu alleen besproken vanuit de optiek van de toetreding van licht aan één kant. Zij stelt voor de commissie heel uitgebreid te informeren, en de commissie wil alleen maar garanties over zaken die niets met elkaar te maken hebben. Dhr. Deben ondersteunt dit. Hij wil meer weten over de Willemsstraat. Dhr. Fernandez stelt voor het onderwerp snel te agenderen.
12
De voorzitter zegt toe dat de commissieleden informatie toegestuurd krijgen. De stadsdeelwethouder vervolgt dat het DB heeft besloten aangifte te doen betreffende Keizersgracht 326 van een strafbaar feit, ondanks het feit dat het allemaal een paar jaar geleden heeft plaatsgevonden. Het DB wil een signaal afgeven dat dit stadsdeelbestuur het zeer serieus neemt als inspecteurs een situatie aantreffen die niet is toegestaan, en zal vervolgen. Waarschijnlijk is de kans op succes nu kleiner dan wanneer de gemeente sneller had opgetreden. Dhr. Coumou heeft daarnaast de vraag gesteld over de werkwijze van Bouw- en Woningtoezicht. Hij vraagt of het DB daarover een standpunt heeft. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de heer Frankfurther daarover met een notitie komt in zijn commissie. De Woonvisie wordt nu voorbereid. Zij had liever gezien dat deze al klaar was, maar het kan echt niet sneller. Andere stadsdelen hebben daarover ook lang gedaan. Zodra de eerste notitie van het DB er is, worden alle geïnteresseerden en belanghebbenden uitgenodigd daarop te reageren. Mevr. De Jong concludeert dat op het stadhuis eerst iets wordt geschreven voordat het naar anderen gaat. Zij zou het hebben toegejuicht als de eerste versie zou zijn gemaakt in overleg met degenen die met het onderwerp bezig zijn. De stadsdeelwethouder antwoordt dat degenen die de notitie ontwikkelen veel contact hebben met alle instellingen en geledingen in de binnenstad die zich met bouwen en wonen bezighouden. De notitie wordt geschreven op basis van ervaring. Gehoopt wordt dat de eerste versie begin volgend jaar kan worden voorgelegd en alle belanghebbenden daarop kunnen reageren. Mevr. De Jong merkt op dat de organisaties waarmee zij spreekt en wier ervaringen gebruikt zouden worden dat op de een of andere manier niet weten. Zij zal met hen verder praten. De stadsdeelwethouder vervolgt dat de problemen van mevrouw Ignatius verder worden uitgezocht. Dhr. Deben stelt voor af te spreken dat de mensen ten minste een bevestiging krijgen van de ontvangst van hun brief. Plv. secretaris verzekert dat post- en archiefzaken van de ambtelijke dienst elke brief beantwoordt met een kort briefje dat het is ontvangen, en bij welke ambtenaar het in behandeling is. Dhr. Okhuijsen merkt op dat dit de tweede of derde vergadering op rij is waar gesproken wordt over een brief die te laat wordt beantwoord. Dit gaat veel cadeautjes kosten. Hij stelt voor dit de volgende vergadering niet over te doen. De stadsdeelwethouder wijst op de begrotingsvoorstellen waarin het voorstel staat dit te verbeteren. De commissieleden hebben een brief ontvangen met betrekking tot de afvalstoffenheffing. Zij vraagt deze te negeren omdat men een andere brief krijgt. De uitgedeelde brief is de brief van voor behandeling in het DB en de leden moeten de brief krijgen na behandeling in het DB. Dhr. Ten Have maakt nog een opmerking over de rondzending van de stukken. Via de postvakjes werkt het niet goed. De voorzitter legt dit voor aan de secretaris. De voorzitter dankt de aanwezigen en sluit de vergadering om 22.21 uur. De volgende vergadering is om 20.00 uur in de Eggertzaal naast de Nieuwe Kerk, de aanvangstijd is anders dan in de agenda staat.
13
Concept-verslag Commissie Inrichting Openbare Ruimte en Groen, Verkeer en Parkeren, Water en Monumenten 6 maart 2003 Aanwezig: Dhr. Smink (VVD, plv. voorzitter), dhr Frankfurther (stadsdeelwethouder), dhr. Koning (CDA), mw. Van Dooijeweert (PvdA), dhr. Van de Put (PvdA), dhr. Schimmelpennink (PvdA), mw. De Groot (PvdA), dhr. Molenaar (GroenLinks), dhr. Van der Hoog (GroenLinks), mw. Alkema (D66), dhr. Van Drooge (D66), dhr. Van Veen (D66), dhr. Hoolsema (VVD), dhr. Frank (MM'99), dhr. Mol (AA/De Groenen), dhr. Fernandez (AA/De Groenen) Afwezig: Dhr. Coumou (GroenLinks), dhr. Fernandez (AA/De Groenen) Ambtenaren:Dhr. Niemijer (secretaris), dhr. Lagendijk, dhr. Van Garderen, dhr. Pistor, mw. Meijer, dhr. Jense Verslag: Mw. Laval en dhr. Van der Pouw Kraan (Verslagbureau Amsterdam/VBA) I Algemeen De voorzitter opent de vergadering om 20.07 uur en heet de aanwezigen welkom. Dhr. Schimmelpennink heeft een agendapunt aangevraagd over de wachtlijsten voor parkeerplaatsen die ontstaan bij de verandering van de gebiedsgrens. Hij verzoekt behandeling aansluitend aan de punten 7 en 8. Dit punt is ingevoegd als agendapunt 9a. Dhr. Mol deelt mee dat de heer Fernandez later komt en dat hijzelf bij punt 16 niet het woord zal voeren. 0. Inspraak algemeen Mevr. Buijsman (bewoonster Czaar Peterbuurt) ontving een conceptbrief met veel onjuiste gegevens over de keuze van het tracé voor lijn 10. Dit was naar aanleiding van een e-mail met heel veel punten, die berusten op een raadsadres dat de commissieleden inmiddels hebben ontvangen. Op 16 januari jl. is op de brief commentaar geleverd en zijn stukken aan de stadsdeelwethouder voorgelegd die duidelijk maakten dat wat er stond niet klopte. De aangepaste brief bevatte meer wolligheid, maar dezelfde stukken die niet kloppen staan er nog in. Zij vraagt hoe hierop kan worden gereageerd. Tijdens de commissievergadering van 13 februari jl. kon de antwoordbrief niet aan de orde komen. Een vraag van de heer Hoolsema hierover is afgehamerd en de brief is nog niet aan de orde geweest. Elke fractie heeft bij het raadsadres een bomenrapport ontvangen. Inmiddels is duidelijk dat de bomen een groot risico lopen als er tijdens het groeiseizoen met bemaling wordt gewerkt. Een bekende autoriteit op dit terrein heeft gezegd dat de precieze maatregelen in het bestek moeten staan en dat dagelijks een boomdeskundige aanwezig moet zijn. Verder deelt zij mee dat er op 7 maart a.s. een rechtszitting plaatsvindt en dat de stadsdeelwethouder de werkzaamheden op 17 maart a.s. wil laten beginnen. Zij vraagt de stadsdeelwethouder of die doorgaan als er dan nog geen uitspraak van de rechter is en waar dan de eerbied voor de rechterlijke macht is. Zij vraagt of de deelraad bereid is een standpunt in te nemen over het tracé als de rechter de bewoners gelijk geeft. In dat geval zullen de ontwikkelingen weer voor lange tijd stil liggen en zullen bewoners graag in overleg treden met de bestuurders die over dit soort besluiten gaan. Zij toont de nieuwsbrief over lijn 10, waarin veel onwaarheden staan. De bewoners ervaren dit als uitermate pijnlijk en beledigend. Dhr. Molenaar leest in de brief van mevrouw Buijsman van 24 februari jl. aan het DB en de commissie op bladzijde 2 dat op grond van artikel 155a van de Gemeentewet in de gemeenteraad een onderzoek zal worden ingesteld. Hij vraagt wat dit artikel inhoudt en wat voor onderzoek dit zal zijn. Mevr. Buijsman antwoordt dat dit artikel sinds vorig jaar in de Gemeentewet staat. Het onderzoek is te vergelijken met een parlementaire enquête. De fractie van de SP heeft een aantal onduidelijkheden en onregelmatigheden geconstateerd, op grond waarvan zij probeert dit onderzoek op te starten. Daarvoor wordt een zwartboek opgesteld.
1
Dhr. Frank vraagt of mevrouw Buijsman nog steeds van plan is de tracékeuze aan te vechten. Mevr. Buijsman antwoordt dat dit voorlopig aan de orde is. Volgens bestuursrechtdeskundige mr. Olivier moet van besluiten waartegen geen appèl mogelijk was toetsing kunnen plaatsvinden bij het eerstvolgende besluit dat wel appèlabel is. Dit is het Verkeersbesluit. De stadsdeelwethouder reageert dat de brief aan mevrouw Buijsman in de vergadering van 16 januari jl. aan de orde is gesteld. Aan de hand van de opmerkingen van de commissie heeft het DB de brief aangepast. De deelraad had in een motie gevraagd de brief aan de gemeenteraad over de fluisterrails uiterlijk voor de vergadering van 13 februari aan de commissie te doen toekomen. Dit heeft men net gered door hem hier uit te delen. Omdat de definitieve brief aan mevrouw Buijsman net klaar was, is die ook uitgedeeld. Kort daarop heeft mevrouw Buijsman die ontvangen. In de motie is ook gevraagd om betere communicatie. Dit is aan de centrale stad doorgegeven en ook het stadsdeel is hiermee begonnen middels een maandelijkse nieuwsbrief. Ook de gemeentelijke dienst IVV zal een nieuwsbrief in de buurt verzorgen. Er is een brief aan de gemeenteraad gestuurd over de gevoelens in de deelraad. Op de eveneens verzonden brief over de fluisterrails is nog geen antwoord ontvangen. Het DB heeft een bomenadvies gevraagd. Dit zal zeer nauwgezet worden opgevolgd. Een toezichthouder met specifieke groenkennis zal dagelijks toezicht houden. De bemaling betreft slechts een beperkt gebied. Spreker begrijpt dat mevrouw Buijsman vroeg of het stadsdeel met de werkzaamheden zal doorgaan als de rechter het werk zal stilleggen. Mevr. Buijsman vroeg of men al met de werkzaamheden begint als de rechter nog geen uitspraak heeft gedaan. De stadsdeelwethouder verwacht dat de rechter een uitspraak zal doen of men mag beginnen. Het stadsdeel zal niet beginnen als de rechter zegt dat dit niet mag. Dhr. Frank stelt dat de vraag is of er in afwachting van de uitspraak van de rechter wordt begonnen. De stadsdeelwethouder antwoordt dat men niet zal beginnen als de rechter verbiedt te beginnen. Dhr. Molenaar (orde) constateert dat een aantal nagezonden stukken niet bij de stukken ter kennisname op de agenda is opgenomen, terwijl hij naar aanleiding van stukken over de Czaar Peterstraat opmerkingen had willen maken. Hij vraagt of dit niettemin mogelijk is. De voorzitter antwoordt dat dit bij punt 10, Mededelingen, kan gebeuren. Mevr. Buijsman merkt op dat de stadsdeelwethouder in zijn brief de gegevens over de kostenberekening heeft toegezegd. Deze zijn op 17 januari jl. aangevraagd, maar zijn er nog steeds niet. 1. Mededelingen De voorzitter deelt mee dat de stadsdeelwethouder in overleg met de voorzitter mevrouw Van Vliet zal nagaan of in een bepaalde buurt kan worden vergaderd als dit vergadertechnisch kan en als de kwaliteit van de verslaggeving dit toelaat. 2. Korte presentatie door de omgevingsmanagers NZ-lijn van het stadsdeel Amsterdam-Centrum: Joke Spel, Marian Breeman en Han van Beeten Mevr. Breeman legt uit wat grootstedelijke projecten zijn en wat de impact voor de binnenstad is. Van een grootstedelijk project is de centrale stad opdrachtgever; die bepaalt de omvang, de werkgrenzen en de bevoegdhedenverdeling en geeft de belangrijkste vergunningen af. Het stadsdeel is verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte buiten de bouwhekken tijdens het project. Verder verleent het de opbreek- en objectvergunningen en is het verantwoordelijk voor de herinrichting van de openbare ruimte. De komende en lopende grootstedelijke projecten zijn de Zuidelijke IJoevers, te weten Westerdokseiland, Oosterdokseiland, Stationseiland en IJoevers en verder de IJtram en de Noord-Zuidlijn. Het stadsdeel heeft ook eigen projecten. Spreekster noemt een kleine selectie: de herprofilering langs de Amstel tussen Blauwbrug en brug 35, Nieuwe Uilenburgerstraat, Spuistraat, tram 10, het
2
autoluw maken van de Burgwallen, herprofilering Oudezijds Achterburgwal, het Funen, diverse bruggen, waaronder de Magere Brug. Daarnaast zijn er zeer veel bouwprojecten in de stad. Zij toont het traject van de NZ-lijn. Bij station Rokin komen de rails op een diepte van 21 meter. In april a.s. zal men daar beginnen met de diepwanden aan de oostkant. Later gebeurt hetzelfde aan de westkant en komt het dak erop. Hiervoor moeten de tramsporen en de hoofdrijbaan van het Rokin worden omgelegd. Tot slot wordt aan de oostkant het dak gemaakt en gaat men ondergronds verder. In het natte Rokin komt een bentonietinstallatie. Bentoniet is een hulpvloeistof voor het maken van diepwanden. Ook voor het station Vijzelgracht begint men met de diepwanden aan de oostkant. Voor men aan de westkant verder gaat moeten weer rijbaan en tramrails worden verlegd. Het bouwverkeer wordt afgewikkeld via het Hoofdnet. In de fase van het maken van de diepwanden komen er per dag per station 16 trucks met beton binnen, 2 met grond, 3 met staal en 8 met andere zaken. De grond wordt overigens voor 85 procent hydraulisch getransporteerd naar de bentonietcentrale en gescheiden van de bentoniet. Als het per as wordt vervoerd, wordt het middels 10 vrachtwagens afgevoerd. Voor de verdere bouw rijden er per werkdag per station 10 vrachtwagens beton, 40 vrachtwagens grond, 2 vrachtwagens staal en 5 vrachtwagens met andere zaken. De piek voor het station Rokin ligt halverwege 2004 en 2006. Dan is er sprake van meer dan 55 vrachten per dag. Voor de Vijzelgracht is de piek in 2004 en 2005 even groot. Dit betekent een cumulatie voor de binnenstad. Hij loopt iets verder door. Het transport per schip voor het Rokin is nog onderwerp van bespreking met de aannemer. Mevr. Spel geeft uitleg over het omgevingsmanagement. Het valt onder het stadsdeel. Dit is bekend met het gebied, geeft een groot deel van de vergunningen af en is de wegbeheerder. Mevrouw Breeman is omgevingsmanager voor station Rokin, de heer Van Beeten voor station Vijzelgracht en zijzelf voor Stationseiland, Damrak en Prins Hendrikkade, Oosterdokseiland en Westerdokseiland. De hoofdtaken zijn Schoon, Heel en Juist gebruik. Voor Schoon gaat het onder andere om de bereikbaarheid door Reiniging voor het afhalen van afval. Voor Heel geldt dat ROR (Realisatie Openbare Ruimte) ervoor moet zorgen dat overblijvende openbare ruimte goed begaanbaar blijft. De verkleining en het intensievere gebruik vereist extra onderhoud. Juist gebruik betreft handhaving. Men maakt afspraken met de aannemer over de werkwijze. Deze draagt zorg voor het terrein binnen de hekken, en het stadsdeel voor het terrein erbuiten. Dit betekent dat soms een verkeersomleiding moet worden gemaakt en er moet voor worden gezorgd dat alles bereikbaar blijft voor de omgeving, de bewoners en de bedrijven. Voor dit alles worden door het Project NZ-lijn BLVC-plannen gemaakt (Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid, Communicatie). Het stadsdeel toetst die en geeft zijn voorwaarden mee. Ook neemt het ruim tevoren kennis van de bouwplannen in de verschillende fasen, zodat het deze intern en extern kan afstemmen met alle partijen waarmee het stadsdeel te maken heeft. Er vindt afstemming plaats met andere projecten en evenementen. Zij noemt Koninginnedag en de Stille Omgang op het Rokin. Lang voordat de werkzaamheden beginnen wordt geïnventariseerd wat er staat, wat er weg moet, wat er is vergund. De Stedelijke Woningdienst geeft bouwvergunningen af, maar een aannemer heeft om veilig te werken ruimte nodig in de openbare ruimte. Bij de Werkgroep Werk in Uitvoering (WWU) moet iedereen zich melden die op het Hoofdnet moet werken of daar gaat stremmen. Er wordt voorbesproken met verkeerspolitie, GVB, nood- en hulpdiensten. Het stadsdeel geeft aan wanneer het akkoord is en uiteindelijk geeft ook de werkgroep haar akkoord als centrale stad. Het stadsdeel is voor vergunningen het loket voor de grootstedelijke projecten. Zij vereisen een object- en opbreekvergunning om te mogen werken. Omdat ze zijn voorbesproken voor de WWU-vergadering en het stadsdeel zijn voorwaarden al heeft gegeven, kan het de vergunningen makkelijk afgeven. Daar voor het project ruimte moet worden gemaakt, moet er vrij veel weg uit het gebied. Zij noemt meubilair als standbeelden, telefooncellen, enzovoort.
3
Het omgevingsmanagement heeft dagelijks een team ter beschikking van reinigingsmensen, reinigingspolitie en verkeerstoezichthouders en toetst op de BLVC. De Begeleidingscommissie Uitvoering (BCU) overlegt regelmatig met de bewoners in samenwerking met het project. Voorafgaand aan de BCU is er een kernteam, waarin het omgevingsmanagement met het project overlegt over problemen en oplossingen. Het uitvoeringsoverleg is een overleg met andere partijen en andere projecten, om te bezien of men elkaar niet in de weg zit. Voor de interne afstemming doet men eerst nulmetingen: men probeert in te schatten wat de kosten voor het stadsdeel zijn voor stukjes gebied als alles klaar is. Men heeft contact met de afdeling ROR, opdat die snel schade repareert als er iets gebeurt. Men werkt ook samen met de afdeling BWE, waar de grote bouwvergunningen aan de orde komen, en met de afdeling AZ, in verband met de vergunningen die daar worden afgegeven. Ook werkt men samen met de afdeling B2 op het gebied van bereikbaarheid. Allerlei zaken moeten worden verwijderd. Zij noemt de haringkar op de De Ruyterkade, de telefooncellen, de fietsenstallingen, straatmeubilair. Het Wilhelminastandbeeld wordt waarschijnlijk ingepakt om het te kunnen laten staan. Bij het Centraal Station is een grote actie om zeer veel fietsen weg te knippen ten behoeve van de voetgangersruimte. Dagelijks stuurt het omgevingsmanagement mensen op pad om aannemers te wijzen op de juiste manier om afzettingen te plaatsen en op zaken die niet zijn toegestaan. Het vervoer over water blijkt snel tot verstoppingen te leiden. Dhr. Van Beeten geeft een impressie van de werkzaamheden van het omgevingsmanagement. Vooraf is het aanwezig bij de voorbesprekingen over bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. Dit betekent overleg met nood- en hulpdiensten en met andere diensten en bedrijven. Er worden verkeerscirculatieplannen en bebordingsplannen gemaakt en met alle diensten doorgesproken, enzovoort. Toch gaan er dingen fout. Hij geeft enkele voorbeelden waarbij is ingegrepen. Zo was er een aannemer die bij het onderhoud van een huis ondanks de afspraak een container op straat plaatste, waardoor voetgangers, fietsers en auto's en tram over de trambaan moesten. Het werk is stilgelegd en binnen een uur was de container verplaatst. Op een ander moment was het GVB zonder toestemming bezig aan de trambaan of parkeerden aannemers op de stoep, enzovoort. Mevr. De Groot bedankt voor de toelichting. Zij vraagt wat een bentonietinstallatie is. Mevr. Van Dooijeweert vraagt of mensen weten aan wie zij het moeten melden als er zaken gebeuren die niet mogen. Ook vraagt zij of de BCU de bewoners informeert. Dit met name in verband met Warmoesstraat 18. Als dit zo is, dan vraagt zij hoe dit in zijn werk is gegaan. Dhr. Van der Hoog merkt op dat bewoners vaak niet weten of zij de deelraadsleden, het DB of de uitvoerende dienst als eerste moeten aanspreken. Dit betreft niet alleen de bouwmuur bij Warmoesstraat 18 maar ook milieueisen en andere zaken. Hij vraagt hoe de communicatie plaatsvindt met de opeenvolgende folders in de brievenbussen. Dhr. Molenaar heeft de stadsdeelwethouder al tweemaal voorgehouden dat achter het Centraal Station zeer strak wordt gehandhaafd, terwijl daar een groot tekort aan fietsparkeerplaatsen is. De Reiniging heeft deze week stickers geplakt op fietsen dat zij illegaal geparkeerd stonden. Spreker vraagt de stadsdeelwethouder of dit de stadsdeelreiniging is. Hij vraagt of bij het omgevingsmanagement is aangekomen dat er een tekort is aan plaatsen en of het hieraan iets kan doen. Dhr. Mol vraagt hoe de contacten met bewoners verlopen. Dhr. Van Veen vraagt naar de communicatie met de ondernemers en noemt het afbreken van de vaste terrassen. Dhr. Hoolsema stelt dat de Vereniging Ondernemers Rokin heeft verzocht om alternatieve parkeergelegenheid voor hun eigen bereikbaarheid. Pontons in het Singel of in de Kloveniersburgwal konden niet doorgaan. Heeft dit te maken met het onderzoek naar het vervoer te water? Voor deze ondernemers is het van zeer groot belang dat aan hun klanten duidelijk wordt gemaakt wanneer zij wel of niet per auto bereikbaar zijn. De laatste keer heeft de Vereniging op eigen
4
kosten een advertentie moeten plaatsen. Kan het stadsdeel daaraan een betere bijdrage leveren? Dhr. Frank wijst op de stopverboden voor taxi's, waardoor zij geen ouderen en invaliden kunnen laten in- en uitstappen. De politie handhaaft zeer streng en spreker vraagt of het omgevingsmanagementteam dit aan de orde kan stellen. Hij vraagt of de bruggetjes die toegang geven tot de winkels aan de Vijzelgracht het initiatief zijn van de winkeliers zelf. Als dit zo is, kan dan het omgevingsmanagement behulpzaam zijn bij het realiseren van uniformiteit of mooiere bruggetjes. Mevr. Spel legt uit dat centrale stad en stadsdeel in dit grootstedelijke project hun eigen bevoegdheden hebben. Ook het project heeft zijn eigen verantwoordelijkheden. Het stadsdeel zorgt voor de omgeving buiten de hekken. Wat de communicatie met de bewoners betreft heeft het project de Voorpost, die communiceert met de bewoners. Alles wat men communiceert laat men eerst door het omgevingsmanagement beoordelen. De Begeleidingscommissie Uitvoering is een overleg met bewoners, de aannemer en het project, waarbij het omgevingsmanagement aanwezig is. Ook vraagt men soms de buurtregisseur om aanwezig te zijn. Tijdens dit overleg kunnen bewoners hun vragen beantwoord krijgen. Dit overleg kan eenmaal per week plaatsvinden, maar een bewoner kan tussentijds met een vraag terecht bij de Voorpost, de aannemer en de omgevingsmanager. Voor het CS-gebied is de Coördinatie Stationeiland verantwoordelijk in opdracht van het ministerie, het stadsdeel en de gemeente om te zorgen dat het, met alle projecten, bereikbaar en leefbaar blijft. Er wordt geteld hoeveel plekken er zijn en over zijn voor fietsen. De bovenste etage van de fietsflat is nog voor een deel vrij. Men voelt zich daar onveilig en er wordt geprobeerd daaraan iets te doen. Het stadsdeel haalt rekken weg om ruimte maken voor de aannemer, maar plaatst ook rekken terug. Op het voorplein worden dagelijks fietsen weggeknipt, maar op de De Ruyterkade wordt niet dagelijks geknipt. De plekken waar voetgangers moeten lopen probeert men vrij te houden van fietsen. Er wordt nu gestickerd om aan te geven dat ze verkeerd staan, voor ze worden weggehaald. Dhr. Molenaar vroeg of het de omgevingsmanager bekend is dat twee maal aan de stadsdeelwethouder is gevraagd of hij iets kon doen aan het tekort aan fietsparkeerplaatsen achter het CS en vroeg of het managementteam kan helpen bevorderen dat daar voldoende fietsparkeerplekken komen. De voorzitter acht dit een politieke vraag, die elders thuishoort. Dhr. Van Beeten legt uit dat bentoniet een puddingachtig materiaal is dat in de sleuf voor de diepwand wordt gebracht om te voorkomen dat deze instort. Als er vervolgens beton in de sleuf wordt gestort, wordt het bentoniet omhoog gedrukt en via een pijpleiding afgevoerd naar de installatie op de Singelgracht of aan het Rokin. Daar wordt het gereinigd en gerecycled. Mevr. De Groot vraagt hoe groot de installatie is en of deze veel lawaai maakt. Dhr. Van Beeten antwoordt dat zij ongeveer 100 bij 20 meter is. Mevr. Breeman vult aan dat de Milieudienst heeft geëist dat over de scheidingsinstallatie een grote kast tegen het lawaai wordt gebouwd. Bij het Rokin zijn dit twee silo's van ongeveer 11 meter hoog en vijftien van ongeveer 6 meter hoog. Over de BCU legt zij uit dat er een voorbespreking in een kernteam plaatsvindt van wat er komende twee weken zal gebeuren. In de BCU zitten de omgevingsmanager, de Voorpost, nu projectbegeleiders geheten, personen van het Adviesbureau Noord-Zuidlijn en soms personen van het projectbureau. De commissie is vooral bedoeld om de stand van zaken weer te geven, wat er de komende twee weken zal gebeuren en wat dit betekent voor de omgeving. Omdat ook de omgevingsmanager erbij zit, komen ook vragen aan de orde die stadsdeelgericht zijn en niet aan dit project gebonden. Mevr. Van Dooijeweert begrijpt dat dit niet het orgaan is dat de bewoners informeert voordat er vragen ontstaan.
5
Mevr. Breeman antwoordt dat dit de projectbegeleider doet, waarvan er op elk station een zit. Deze maakt de bewonersbrieven en de maandelijkse nieuwsbrieven en regelt ook mondeling zaken. Bij deze persoon kan men ook met klachten terecht. Dhr. Niemeijer vult aan dat de algemene informatievoorziening de verantwoordelijkheid is van het project NZ-lijn. De teksten voor de bewoners worden gescreend door het stadsdeel en worden ruim tevoren onder de bewoners en ondernemers verspreid. De BCU houdt daarnaast een soort spreekuur om tijdens het werk de vragen van bewoners en ondernemers te beantwoorden en zaken te regelen. Dhr. Van der Hoog vraagt naar wie bewoners het best kunnen gaan met een klacht over de communicatie. Dhr. Niemeijer antwoordt dat dit de Voorpost is. Mevr. Breeman vervolgt dat ook over de terrassen de communicatie vanuit het project, dus vanuit de Voorpost, geschiedt. Het stadsdeel heeft allang in kaart gebracht waar terrassen komen en bij de verlenging van de terrasvergunning aangegeven dat het terras wellicht enige tijd niet open kan zijn. Het omgevingsmanagement wijst de Voorpost erop waar zich een terras bevindt, waarmee specifiek gecommuniceerd moet worden. Soms besluit men om samen langs te gaan om over maatwerk te spreken. Dhr. Niemeijer nodigt de commissieleden uit eens mee te wandelen met de omgevingsmanager. De voorzitter acht dit een goede afronding en bedankt de omgevingsmanagers voor hun bijdragen. Dhr. Frank herinnert aan zijn vraag over de toegang tot de winkels aan de Vijzelgracht. Dhr. Van Beeten antwoordt dat er voorafgaand aan de werkzaamheden BLVC-plannen worden gemaakt. In de eerste fase was de bereikbaarheid vrij slecht geregeld. In de tweede fase is opgelegd dat er loopbruggen met leuningen moesten komen. 3. Verslag van 16 januari 2003 Tekstueel: Dhr. Koning leest op bladzijde 12 enkele malen "stadsdeelhouder", waar "stadsdeelwethouder" moet staan. De commissie gaat akkoord met het verslag met inachtname van de genoemde wijzigingen. 4. Termijnagenda inclusief toezeggingen Mevr. Alkema mist in de termijnagenda Verkeer en Parkeren de garageverordening. De voorzitter antwoordt dat dit punt zal worden toegevoegd. De commissie gaat akkoord met de termijnagenda, met inachtname van genoemde wijziging. 5. Rondvraag Mevr. Alkema las in de krant dat stadsdeelwethouder Frankfurther het plan van de wethouder Milieu en Groenvoorziening van de centrale stad onacceptabel vond. Zij vraagt of dit consequenties heeft voor zijn programma en zijn commissie. Zij bedankt dat het bord op de brug van de Oudeschans naar de Koningsstraat is verwijderd op de dag nadat zij hierover tijdens de vorige commissievergadering klaagde. Bij een fietsenrek naast het stadhuis staat 'verboden fietsen te plaatsen'. Het bord moet weg of er moet worden gehandhaafd. Dhr. Molenaar bedankt dat in de termijnagenda voortaan ook de toezeggingen staan. Van de stadsdeelwethouder Algemene Zaken vernam hij tijdens de commissievergadering OOV, etc, van 4 maart jl. dat er in het DB een meningsverschil bestaat over het standpunt van het stadsdeel over het milieubeleid van wethouder Maij. Hij verzoekt om uitleg en vraagt wat er nu door het DB aan de centrale stad wordt gezegd over de opvatting van mevrouw Maij. Mevr. Van Dooijeweert vraagt hoe men moet achterhalen wat er fout is gegaan bij Warmoesstraat 18.
6
Dhr. Van der Hoog heeft enige vragen over het natte Damrak. Dit betreft Warmoesstraat 18, maar ook milieueisen en de vraag wat het ook financieel voor de bewoners zal betekenen als het project daar langer dan vijf jaar zal duren. Eventueel wil hij deze punten agenderen, afhankelijk van het antwoord van de stadsdeelwethouder. De voorzitter antwoordt dat men dit kan agenderen als daartoe na het antwoord van de stadsdeelwethouder aanleiding is. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het natte Damrak zeer uitgebreid is besproken. Er wordt alles aan gedaan om de termijn van vijf jaar te halen. Als deze wordt overschreden, heeft de aannemer een groot probleem. In verband met Warmoesstraat 18 antwoordt hij dat hier de politieke besluitvorming is afgerond. Als er nu zaken niet goed lopen of er vragen zijn over het milieu, dient men zich tot de Voorpost te wenden. Men kan zaken politiek aan de orde stellen als zaken verkeerd lopen, maar er kunnen duizenden kleine vragen ontstaan. Veel klachten worden al verholpen zodra de deelraadsleden hiervan op de hoogte zijn gesteld. Hij ziet geen meningsverschil binnen het DB over het milieu. In de krant is hij verkeerd geciteerd. Wethouder Maij heeft dit tegen hem beaamd. In het gesprek met wethouder Maij bleek dat het verkeerde stuk naar de portefeuillehouders was gestuurd; dit was een belangrijke oorzaak van het misverstand. In mei zal zij terugkomen met een nieuw stuk, waarin de opmerkingen van alle portefeuillehouders zoveel mogelijk zijn verwerkt. Hij bedankt mevrouw Alkema voor haar compliment dat het genoemde bord is verwijderd. Binnen enkele maanden wordt de hele plek bij de ingang van het stadhuis opnieuw ingericht en worden de fietsenrekken verplaatst. Dit ene bord is echter zo onzinnig dat het snel zal worden verwijderd. Mevr. Van Dooijeweert merkt op dat het bord op de brug bij de Oudeschans waarschijnlijk door een omwonende is weggehaald. Het eenrichtingsbord aan de andere kant staat er namelijk nog. II
Verkeer en Parkeren
6. Mededelingen De stadsdeelwethouder deelt mee dat het DB op dinsdag 4 maart jl. het uitwerkingsbesluit heeft genomen de parkeergrens te verleggen van Singel naar Damrak en Rokin. In een motie is het DB gevraagd aan B&W te verzoeken parkeerplaatsen in De Kolk beschikbaar te stellen voor de bewoners van de Spuistraat en omgeving tijdens de herprofileringswerkzaamheden. De brief met dit verzoek is vandaag uitgegaan. Het DB meende dat met het uitwerkingsbesluit de parkeergrens was geregeld, maar dit bleek niet het geval. Ook de centrale verordening voor de parkeerbelastingen dient te worden gewijzigd. Dit kan maar eenmaal per jaar, te weten op 1 januari 2004. Het DB zal binnen enkele dagen B&W verzoeken dit uitwerkingsbesluit te verwerken in de centrale verordening voor de parkeerbelastingen. Hiermee hebben Stadstoezicht, Gemeentebelastingen, dIVV, B&W, de Commissie Verkeer of de Commissie Financiën, en de gemeenteraad te maken. Er valt niet in te schatten wanneer de maatregel in werking zal treden. Het meest waarschijnlijk zal dit 1 januari 2004 zijn. Het DB doet zijn best dit naar voren te halen. De kans dat dit lukt is niet groot. Dhr. Frank vraagt welke stappen het DB zal ondernemen. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het DB aan B&W zal zeggen dat men de maatregel zo snel mogelijk wil invoeren, maar uiterlijk per 1 januari 2004. De huidige vergunninghouders in de Spuistraat zullen een Spuistraatvignet krijgen. Hierover gaat aan het begin van de volgende week een brief uit naar de betreffende vergunninghouders. Ruim voor half april a.s. zullen zij een sticker krijgen waarmee zij ook in vergunningsgebied II kunnen staan. Mevr. Van Dooijeweert vraagt of dit de 900 eerder genoemde vergunninghouders betreft. De stadsdeelwethouder beaamt dit. Dit alles zal hij morgen per brief aan alle deelraadsleden meedelen.
7
Dhr. Fernandez vraagt of dit probleem niet voorzien had kunnen worden, of dit nieuwe wetgeving betreft en of er geen grote onduidelijkheid over de motie is, zodat de bewoners wellicht nogmaals geïnformeerd moeten worden. Dhr. Koning begrijpt dat de verlegging van de grens wordt uitgesteld, wat betekent dat de personen die langer op de wachtlijst zouden moeten staan hun vergunning nu wel binnenkort krijgen. Dhr. Hoolsema is verheugd dat de stadsdeelwethouder zo snel een oplossing voor de bewoners heeft gevonden. Helaas is hierdoor niet meer bereikt dat het extra werk en de administratie van de vignetten onnodig werden. Mevr. De Groot begrijpt dat er een termijn is voor bezwaar en beroep en vraagt of dit het proces kan vertragen. Dhr. Molenaar betreurt dat de commissie en de deelraad door het DB onvolledig zijn geïnformeerd. Hoe is het mogelijk dat deze informatie pas deze week bij het DB bekend was en de commissie nu pas op de hoogte wordt gesteld. Dit is ook pijnlijk voor de hele besluitvorming rond de Spuistraat. Hij spreekt van een misser. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het Spuistraatdossier dermate hectisch is geworden dat het DB niet altijd meer het overzicht had wat er in details was besloten en moest worden uitgevoerd. Ook is de centrale Parkeerverordening niet bijzonder duidelijk. Het DB heeft pas aan het eind van de vorige week begrepen dat een uitwerkingsbesluit niet voldoende was. Meer stadsdelen hebben hiermee grote moeite. Het DB zal B&W schriftelijk verzoeken om stroomlijning; het DB is namelijk bevoegd tot het uitwerkingsbesluit maar niet tot een belastingtechnische aanpassing. De aanpassing zou in elk geval een automatisme moeten zijn. De commissie zal van dit verzoek een afschrift ontvangen. Dhr. Hoolsema merkt op dat de nieuwe informatie pas recent naar buiten is gekomen en hoopt dat de heer Molenaar het woord 'misser' terugneemt. De stadsdeelwethouder beaamt dat bij de bespreking in de deelraad twee weken geleden, het DB naar eer en geweten met de toen beschikbare informatie heeft geantwoord. De bewoners zullen hierover aan het begin van de volgende week een brief ontvangen. Als de wijziging inderdaad per 1 januari 2004 ingaat, krijgen de wachtlijsters die tot dat moment aan de beurt komen hun vergunning voor het oude gebied. Zij krijgen dan direct een sticker voor gebied II. Bezwaar en beroep tegen de grensverlegging is niet mogelijk, daar dit een uitwerkingsbesluit is. Wel is dit mogelijk tegen de weigering van vergunningen. De Bezwaarschriftencommissie onderzoekt niet alleen of de regels goed zijn gehanteerd maar beziet ook de hardheid van het bezwaar, zoals per december 2002 is vastgelegd. Dhr. Molenaar is niet bereid het woord 'misser' terug te nemen, daar hij het een misser vindt dat het DB dit niet wist, en daarmee een misser dat de commissie en de deelraad dit niet wisten. 7. Parkeerbalans stadsdeel Amsterdam-Centrum De stadsdeelwethouder wijst erop dat op bladzijde 5 onder punt 6 staat "met 37 gestegen". Dit moet zijn "met 189 gedaald". Eerste termijn commissie Dhr. Frank deelt mee dat zijn fractie eind oktober 2002 vragen heeft gesteld over verkeer en parkeren, waarop nog geen antwoord is ontvangen. Evenmin heeft de fractie antwoord gekregen op haar voorstel tot een proef met een blauwe zone en een notitie van 11 december 2002. Hij vraagt wanneer de antwoorden komen. Dhr. Hoolsema constateert dat de gegevens betrekking hebben op de rayons van de binnenstad, maar spreker wenst inzicht in de gegevens per vergunninggebied. Zo kan men nagaan wat de druk is per vergunninggebied. Als het mogelijk is, wil hij per vergunninggebied weten waar de knelpunten of knelmomenten zitten.
8
Dhr. Van Drooge complimenteert met het leesbare stuk. Hij wacht op de evaluatie Nota Verkeer en Parkeren voor inzicht in de bezettingsgraden omdat pas daaruit conclusies zijn te trekken of iets goed is voor bewoners, enzovoort. Zijn fractie vindt het van belang om de belangen van zowel vergunninghouders als wachtlijsters in de gaten te houden. Dhr. Koning wacht op de evaluatie Nota Verkeer en Parkeren voor een inhoudelijke bespreking. Hij ziet op bladzijde 5 onder punt 7 het getal - 59 staan. Dit heeft hij in het voorgaande niet kunnen vinden. Wel staat in tabel 3a 559. Is hier een fout gemaakt? Dhr. Mol vindt dat de cijfers voor zich spreken. Ook zijn fractie wacht op de evaluatie. Er wordt gesproken over parkeerplaatsen volgens de CROW-norm en volgens de Amsterdamse 5 meter norm. Hij begrijpt dat men de Amsterdamse norm zal blijven gebruiken en vraagt waarom en of andere stadsdelen dezelfde systematiek handhaven. Dhr. Molenaar bedankt voor de monitor. Hij vraagt of de stadsdeelwethouder vanavond ook de actuele cijfers kan geven. Ook vraagt hij hoe de stadsdeelwethouder de automobiliteitsreductie van 25 procent in 2005 wil halen als er steeds meer parkeerplaatsen bijkomen, wat hij doet om daadwerkelijk 200 parkeerplaatsen van de straat te halen, of hij vasthoudt aan het een op een opheffen van plekken en aan een halve parkeerplek per wooneenheid. Volgens actuele gegevens die spreker informeel hebben bereikt, mogen nog veel meer parkeerplekken van de straat verdwijnen. Hoe denkt de stadsdeelwethouder over het meer faciliteren van bewoners en bedrijven, en het functioneel parkeren en het bezoekersparkeren. Aan het laatste worden ongeveer 2000 parkeerplaatsen in de binnenstad op de straat opgeofferd. Hoe kan dit verder worden ontmoedigd, zodat deze 2000 plaatsen extra kunnen worden opgeheven. Wanneer komt de evaluatie in de commissie? Dhr. Van Drooge verzoekt de heer Molenaar bij deze evaluatie zijn vragen te behandelen. Dhr. Molenaar vervolgt dat men schaars goed eerlijk moet verdelen. Het inruilen van openbare parkeergelegenheden op straat voor inpandige privé-parkeerplaatsen suggereert een verschuiving van de parkeermogelijkheden naar meer kapitaalkrachtigen. Onderkent de stadsdeelwethouder dit ook en wat is zijn antwoord daarop? Mevr. Van Dooijeweert vraagt of de cijfers wat praktischer kunnen zijn dan per rayon, omdat dit niet voldoende zegt om beleid te maken. Het is niet duidelijk welke veranderingen en welke beslissingen in deze cijfers welke gevolgen hebben. Ook de PvdA-fractie concludeert dat parkeerplaatsen worden geprivatiseerd en vraagt wanneer de discussie hierover kan worden gevoerd. Beantwoording eerste termijn De voorzitter verzoekt de stadsdeelwethouder zich in zijn beantwoording te beperken tot de zakelijke feiten, in afwachting van de evaluatie van de Nota Verkeer en Parkeren. De stadsdeelwethouder meent dat de heer Frank zijn vragen in oktober voornamelijk heeft ingediend in de vorm van moties bij de begroting. Die zijn tijdens de deelraadsvergadering behandeld, maar toen was de heer Frank al naar huis. Hij verzoekt de heer Frank zich voor eventuele zaken die niet in de moties staan tot het secretariaat te wenden. Hij zal nagaan of de cijfers nog wat duidelijker per vergunninggebied kunnen worden weergegeven, maar kan dit niet beloven daar het opstellen van deze balans al zeer veel werk was. Als dit lukt, kan het DB hierover misschien in de evaluatie van de Nota Verkeer en Parkeren al iets laten weten. Het is in elk geval niet mogelijk de cijfers op straatniveau te geven. Dhr. Hoolsema legt uit dat het gaat om de grote lijnen per vergunningsgebied en binnen de vergunningsgebieden om opvallende knelpunten. De stadsdeelwethouder vervolgt dat het niet gebruiken van de CROW-norm de cijfers onvergelijkbaar maakt met die van de andere stadsdelen. Men zou moeten omschakelen naar een nieuwe systeem, maar daardoor zijn de oude tellingen vanaf 1993 niet meer te vergelijken
9
met de toekomstige tellingen. Het heeft overigens ook voordelen om uit te gaan van de feitelijke situatie en niet van de CROW-normen. Hierop zal hij bij bepaalde herprofileringen terugkomen. Dhr. Mol vreest dat bij een herprofilering dan onduidelijkheid over de cijfers zal ontstaan. Hij suggereert om voor een periode de cijfers volgens beide methoden te geven. Voor de komende jaren kan men dan duidelijk vergelijken. De stadsdeelwethouder zal dit meenemen. Bij herprofileringen waarbij dit politiek gevoelig ligt, zal hij de cijfers volgens CROW-normen geven en ook de werkelijke aantallen op straat. Inderdaad is de monitor niet bijzonder actueel en spreker wil proberen de volgende parkeerbalans sneller te laten komen. Het samenstellen is echter veel werk. In de nota zal staan hoe het DB de mobiliteitsreductie van 25 procent wil halen. Het DB is hierover optimistisch. Het opheffen van tweehonderd parkeerplaatsen per jaar is geen eis, maar het stadsdeel mag ten gunste van herprofileringen maximaal tweehonderd plaatsen per jaar autonoom opheffen zonder deze te compenseren. Dhr. Molenaar merkt op dat er volgens de balans alleen parkeerplaatsen bijkomen in de binnenstad. Dit was niet de bedoeling. De stadsdeelwethouder antwoordt dat dit niets te maken heeft met het maximaal opheffen van tweehonderd plaatsen per jaar. Als de opeenvolgende bestuurders sinds 1993 niet zo'n stringent parkeerbeleid hadden gevoerd, waren er enkele duizenden parkeerplaatsen bijgekomen. Dhr. Molenaar vraagt waar de stadsdeelwethouder dan de grens trekt bij de toename. De stadsdeelwethouder zal hierop terugkomen in de nota. Dhr. Frank merkt op dat van de bestaande parkeerplaatsen er veel bezet zijn door containers van aannemers. Dhr. Molenaar zou het verbazen als bewoners nu minder makkelijk kunnen parkeren dan acht jaar geleden. Dhr. Frank garandeert dat dit het geval is. De stadsdeelwethouder vervolgt dat hetzelfde geldt voor het een op een opheffen en het faciliteren van bewoners, bedrijven en bezoekers. Het parkeren in de binnenstad wordt geleidelijk meer iets exclusiefs voor de meer draagkrachtigen. Dit is het jarenlange beleid. Als de verschillende besturen hieraan minder aandacht hadden besteed, was dit nog veel verder doorgeschoten. Men moet hierop terugkomen bij de nota en dan bezien of men deze ontwikkeling wil stimuleren of tegenhouden. Dhr. Molenaar suggereert hieraan voorwaarden te verbinden. Tweede termijn comissie Dhr. Frank corrigeert dat hij tijdens de genoemde deelraadsvergadering pas later naar huis is gegaan. Hij verzoekt om antwoord op zijn destijds gestelde vragen. Dhr. Mol merkt op dat zijn fractie bij de evaluatie van de Parkeernota iets te melden heeft over de draagkracht. Beantwoording tweede termijn De stadsdeelwethouder excuseert zich voor zijn vergissing en verzoekt de heer Frank over nietbeantwoorde vragen na de vergadering met de secretaris contact op te nemen. Dhr. Frank zal dit doen. De voorzitter sluit hiermee de discussie af. De commissie heeft kennisgenomen van de Parkeerbalans. 8. Parkeervergunningen stadsdeel Amsterdam-Centrum Insprekers Dhr. Marselis (belanghebbende) deelt mee dat er veel onvrede is over de nieuwe wijze waarop kraskaarten moeten worden aangevraagd. Vroeger kon men als 65-plusser met een identiteitsbewijs en een bankafschrift bij een kantoor van Stadstoezicht de kraskaarten ophalen.
10
Nu moet men eerst een vergunning aanvragen met naast het aanvraagformulier een afschrift van het identiteitsbewijs en een bankafschrift. Dit duurt enkele weken. Bij de vergunning zit een bestelformulier voor kraskaarten. Veel ouderen vinden dit zeer onduidelijk. De parkeervergunning kost 96,- en voor de kraskaarten betaalt men per kwartaal 100,80. Na het overmaken van dit bedrag krijgt men de kraskaarten toegestuurd. Dit gebeurt in zo'n grote opvallende envelop dat iedereen die in de post herkent. De angst van alle ouderen is dat ze worden gestolen. Mensen durven dit niet aan en blijven verstoken van de kraskaarten. Spreker vraagt om het mogelijk te maken dat men de kraskaarten op vertoon van de parkeervergunning weer ophaalt. Hij verwijst verder naar de Jordaan/Gouden Reaal-krant, waarin hij een stuk heeft geschreven over 'Visie op het water.' Dhr. Wong (belanghebbende) woont op de Lijnbaansgracht en probeert na een eerder faillissement een nieuw bedrijf op te bouwen. Dit is bijna onmogelijk, daar hij geen parkeervergunning krijgt terwijl hij echt de auto nodig heeft voor zijn werk als interieurbouwer. Laatst kwam hij na zijn werk om 20.00 uur thuis en liep naar binnen om kleingeld te halen. Toen hij twee minuten later buiten kwam, was men bezig een wielklem te bevestigen, en ging hiermee door ondanks zijn uitleg. Hij kan er niet meer tegen. Dhr. Schimmelpennink meende dat er voor bedrijven bedrijfsvergunningen waren, maar begrijpt dat dit moeilijker ligt. Hij vraagt wanneer spreker de vergunning heeft aangevraagd en wanneer hij volgens Parkeerbeheer een vergunning kan verwachten. Dhr. Wong is jaren geleden zwaar ontmoedigd deze vergunning aan te vragen, omdat men zei dat dit vier tot zes jaar kon duren. Toen hij de vergunning twee maanden geleden aanvroeg, is hij aan de balie niet goed geïnformeerd en vandaag heeft hij de aanvraag in die voor een bedrijfsvergunning laten omzetten. Hij vraagt of hij iets kan terugverwachten naar aanleiding van zijn inspraak. De stadsdeelwethouder legt uit dat de heer Wong desgewenst bezwaar kan maken tegen de plaatsing op de wachtlijst. De Bezwaarschriftencommissie kijkt niet alleen of de regels zijn gehanteerd, maar beoordeelt ook de hardheid en de redelijkheid. Het DB beoordeelt vervolgens of het zich conformeert aan het besluit van de commissie. Aan de wachtlijst zelf kan het DB niets doen. Dhr. Wong heeft twee weken geleden bezwaar ingediend, maar daarop geen antwoord ontvangen. Hij vraagt hoe lang het duurt voor dit antwoord komt. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de gangbare termijn zes weken is. Eerste termijn commissie Dhr. Mol is blij dat het DB met de maatregelen een aantal hardheden en onduidelijkheden in het beleid heeft weggenomen. Onder punt 2 staat dat het stadsdeel verhuizingen binnen het centrum mogelijk maakt, maar dit was al mogelijk, ook met meename van parkeervergunningen. Zijn fractie is het overigens eens met de wachtlijstcorrectie. Onder punt 6 staat dat de vergunning onder omstandigheden kan overgaan op een huisgenoot, "bijvoorbeeld wanneer de vergunninghouder overlijdt". Spreker waarschuwt dat het woord "bijvoorbeeld" veel opties geeft. Dhr. Hoolsema constateert dat men volgens punt 5 een auto moet hebben om een vergunning te kunnen aanvragen. Is deze eis niet achterhaald? Zo wordt men gedwongen al eerder dan men wil een auto aan te schaffen, en dit stimuleert ook de onnodige automobiliteit. Deze vraag kan schriftelijk worden beantwoord. Dhr. Frank complimenteert met de verbeteringen. Hij zegt naar aanleiding van punt 7 dat veel invaliden van 1 april tot 1 oktober op de camping staan. Toch kan hun parkeerplaats dan niet worden gebruikt. Wat kan men hieraan doen? Dit was een van de vragen die hij eerder had gesteld. Dhr. Van Drooge complimenteert met de reeks verbeteringen.
11
Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder bedankt voor de complimenten en zal ze doorgeven aan de ambtenaren. Bij punt 2 gaat het inderdaad om de wachtlijstcorrectie. Bij punt 6 is niet sprake van een grote lijst met omstandigheden, maar ze zijn niet helemaal tevoren aan te geven. Daarom wordt dit in de bezwaarschriftenprocedure onderzocht. Hij zal de heer Hoolsema niet schriftelijk antwoorden, want hij kan het niet duidelijker zeggen dan in punt 5 staat. Het betreft namelijk beleid van de centrale stad. Hij raadt de heer Hoolsema aan om zijn collega's in de gemeenteraad hierover te benaderen. De heer Frank heeft een punt. Na overleg met de secretaris over zijn vragen zal de heer Frank op korte termijn antwoord krijgen. De commissie stemt in met de genoemde beslispunten. 9. Rondvraag Ter kennisname: - Raadsadres inzake tarief kraskaarten. De voorzitter constateert dat er hierover enkele vragen zijn. Hij vraagt of de commissie wenst dat dit punt wordt geagendeerd voor de volgende vergadering. De stadsdeelwethouder hoopt dat de commissie die brief dan heeft gelezen en begrijpt dat het beleid van de centrale stad betreft om fraude tegen te gaan. Als de commissieleden het niet met de inhoud eens zijn, raadt hij hen aan dat bij hun fractieleden in de centrale stad kenbaar te maken. - Stand van zaken parkeergarage Groote Heer. De commissie heeft hiervan kennisgenomen. Vervolg rondvraag: Dhr. Van Drooge merkt op dat de inspreker die sprak over de kraskaarten een goede suggestie deed. Als deze in overweging wordt genomen, pleit hij ervoor ook de huidige procedure te handhaven voor personen die minder goed ter been zijn. De commissie heeft informatie ontvangen over vrachtsluipverkeer over het Singel in beide richtingen. Hij begrijpt dat er 1700 vrijstellingen zijn verleend. Het lijkt hem goed na te gaan of dat terecht is gebeurd. Misschien schrikt het af als aan beide zijden van het Singel een bord komt met de tekst verboden voor vrachtverkeer, met uitzondering van vergunninghouders. Daarnaast is het van belang nu en dan aan handhaving te doen. Misschien helpt dat om de automobilisten naar de Nieuwezijds Voorburgwal en de Spuistraat te loodsen. Naar zijn idee hoeft dat niet veel geld te kosten. Dhr. Molenaar vraagt wanneer achter het Centraal Station extra parkeervoorzieningen voor fietsen worden gerealiseerd en of de stadsdeelwethouder bereid is erop toe te zien dat daar niet aan handhaving wordt gedaan zolang deze er niet zijn. Dhr. Van der Hoog sluit zich aan bij de vraag van de fractie van D66. Hij is benieuwd naar de maatregelen die de stadsdeelwethouder wenst te nemen om meer verkeer over de Nieuwezijds Voorburgwal te leiden. Hij wil niet wachten op de beantwoording van de brief en tot het nieuwe Verkeerscirculatieplan gereed is. Misschien is het goed daarop volgende maand terug te komen, want er is haast bij. Dhr. Schimmelpennink zegt dat wijkcentrum D Oude Stadt kwam met een uitvoeringsplan voor de fietsroute Kerkstraat/Nieuwe Kerkstraat uit 1999/2000 en daarbij opmerkte dat de uitvoering opnieuw is uitgesteld. Hij vraagt of dit juist is. De stadsdeelwethouder zegt dat hij geen antwoord kan geven op de vragen over de kraskaarten, omdat de centrale stad daarvoor verantwoordelijk is. De gemeenteraad heeft daarvoor richtlijnen vastgesteld om fraude tegen te gaan. De stadsdeelbesturen moeten zich daaraan houden. Ongeveer een halfjaar geleden werden veel opmerkingen gemaakt over
12
enorme vertragingen die werden veroorzaakt door problemen bij de Dienst Stadstoezicht. Inmiddels is verbetering in de situatie opgetreden. Dhr. Mol vraagt of het stadsdeelbestuur wel beleid kan ontwikkelen voor de verzending en verwerking van kraskaarten. De stadsdeelwethouder antwoordt dat de centrale stad dat doet. Over het sluipverkeer over het Singel is een raadsadres ingediend met drie verschillende plannen. Dat is voor het DB aanleiding de plannen nogmaals tegen het licht te houden. Het zal de verkeersmodellen goed bespreken en de briefschrijver daarbij betrekken. Het lijkt hem goed de gedane suggesties in het raadsadres op te nemen. Dat geldt ook voor de opmerkingen en suggesties over spreiding van de verkeersstromen over de Nieuwezijds Voorburgwal en het Singel. De fietsvoorzieningen achter het Centraal Station vallen onder het grootstedelijk beleid. Als alle werkzaamheden zijn afgerond, wordt dat gebied weer van het stadsdeel Amsterdam-Centrum. Hij gaf de zorgen reeds tweemaal door aan de centrale stad. In het algemeen geldt dat het beter is pas op te heffen en weg te knippen als er alternatieven zijn. Fietsen die op onhandige plaatsen staan, moeten echter zondermeer worden weggeknipt ondanks het feit dat daar nu niet een alternatieve voorziening is. Dhr. Molenaar vraagt de stadsdeelwethouder te wachten met het wegknippen en stickeren totdat daar alternatieve voorzieningen zijn. De stadsdeelwethouder antwoordt dat het stadsdeel in opdracht van de centrale stad de handhaving doet. Stadsdeelwethouder Iping is verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte. Hij raadt de heer Molenaar dan ook aan deze kwestie met haar te bespreken. Van belang te weten is dat er nog een belangrijk gedeelte van de bovenste verdieping van de fietsflat vrij staat. Het is dan ook mogelijk de fietsers te vragen zich wat meer in te spannen voor een leefbare stad. De fietsroute Kerkstraat/Nieuwe Kerkstraat heeft op dit moment geen prioriteit en daarvoor is geen geld beschikbaar. Veel andere straten in de binnenstad zijn er namelijk slechter aan toe. Een dergelijke verbetering in het kader van het Hoofdnet Fiets zou 50 procent van de parkeerplaatsen kosten. Hij meent dat dit maatschappelijk niet haalbaar is. Dhr. Molenaar merkt op dat tijdens de vorige vergadering is gesproken over de sluiproute over het Singel. Op dat moment heeft hij verzocht daarop de volgende vergadering terug te komen. Hij vraagt de voorzitter nu dat punt voor de volgende vergadering te agenderen en verzoekt de stadsdeelwethouder ervoor te zorgen dat zijn antwoord op het raadsadres dan gereed is. Mevr. De Groot sluit zich daarbij aan. Tijdens de vorige vergadering is dit onderwerp uitdrukkelijk aan de orde geweest. Het raadsadres was niet op de juiste wijze ingediend en evenmin op de raadsagenda geplaatst. Toen is uitdrukkelijk de wens uitgesproken dit onderwerp in de commissie te behandelen. Dhr. Niemeijer antwoordt dat het van belang is de procedures in acht te nemen. De deelraad dient de afhandeling te bepalen. Wel zijn de ambtenaren achter de schermen druk met deze kwestie bezig. Het is een bijzonder ingewikkeld probleem waarvoor geldt dat inspraak is vereist als maatregelen worden genomen. De buurt is immers groter dan het Singel. 9a. De wachtlijstproblematiek Dit punt is toegevoegd aan de agenda. Eerste termijn commissie Dhr. Hoolsema merkt op dat de fracties van de PvdA en de VVD verantwoordelijkheid dragen voor het verleggen van de parkeergrens. Zijn fractie heeft nagedacht over de vraag of het niet mogelijk is op een betere manier met de invoeging van personen op de wachtlijst om te gaan. Zij heeft een onafhankelijk rekenkundig deskundige advies gevraagd. Hij heeft een andere insteekmethode ontwikkeld die vrij eenvoudig en mathematisch is. De twee wachtlijsten worden dan als het ware tegen elkaar afgewogen. Hij geeft een voorbeeld. Ook is er sprake van flankerend beleid, namelijk het gebruik van overloopvergunningen voor de extra wachttijd. In het stuk wordt dat uitgelegd. Hij verzoekt het DB deze alternatieve systematiek te bestuderen en hem voor de eerstvolgende deelraadsvergadering een eerste reactie te geven.
13
Dhr. Mol heeft het stuk van de VVD-fractie gelezen. Hij is van mening dat het een interessante rekenkundige oplossing is om de pijn enigszins te verzachten. Wel vraagt hij zich af of dit op grond van de Parkeerverordening 2002 mogelijk is. Het is niet de bedoeling de bewoners voor de tweede maal met een dode mus naar huis te sturen. Dhr. Schimmelpennink merkt op dat de situatie voor de wachtenden door de wijziging minder dwingend is. De optie van de heer Hoolsema vindt hij interessant. Dhr. Mol zegt dat wel de wijze van plaatsing op de wachtlijst aan de orde is. Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder dankt de heer Hoolsema hartelijk voor dit werkstuk. Hij neemt aan dat het een notitie van de VVD-fractie is. Dhr. Hoolsema antwoordt dat het een suggestie is voor een alternatieve systematiek die wellicht kan worden gebruikt, mits deze is getoetst aan de Parkeerverordening. De stadsdeelwethouder vervolgt dat het DB dit stuk als een notitie beschouwt. Dat betekent dat het de gebruikelijke procedure moet volgen. Het is daarom niet mogelijk voor de deelraadsvergadering in maart a.s. een eerste reactie te geven, maar hij zegt toe dat zo snel mogelijk te doen. De materie is behoorlijk ingewikkeld. Hij is het eens met de heer Mol dat het DB niet eerder een uitspraak moet doen dan op het moment dat het volledige zekerheid heeft. Één van de vragen is of deze systematiek rekenkundig correct is en of deze is toegestaan op grond van de centrale Parkeerverordening. Dhr. Hoolsema zegt dat er geen haast meer is geboden. Hij vernam vanavond immers dat dit probleem pas per 1 januari aan de orde is. III
INRICHTING OPENBARE RUIMTE EN GROEN
10. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 11. Rondvraag Dhr. Molenaar (orde) meent zich te herinneren dat is afgesproken dat het punt over de Czaar Peterstraat tussen 22.00 en 23.00 uur wordt behandeld. Hij doelt dan op de nagezonden stukken die betrekking hebben op de procedure en de bezwaren van de bewoners. Ter kennisname: Een parkeergarage (99 inpandige parkeerplaatsen) aan de Huidenkoperstraat 26-28, in gebruik bij de KPN. De voorzitter begrijpt dat dit onderwerp wordt geagendeerd voor de volgende vergadering.
Herprofilering Nieuwe Batavierenstraat. De commissie heeft hiervan kennisgenomen. Overzicht moties en toezeggingen Spuistraat. Dhr. Van der Hoog begrijpt dat er borden bij het Hekelveld komen, maar veronderstelt dat het niet de bedoeling is dat er twee hoofdnetten komen. Hij doelt dan op de Spuistraat en de Nieuwezijds Voorburgwal. Graag verneemt hij wat op die borden komt te staan. Het fietspad wordt helaas tot 1,8 meter versmald. Dat betekent dat er bij slecht weer problemen kunnen ontstaan met de opgehoogde rand van 5 centimeter bij het voetpad. Hij vraagt of het mogelijk is die band al in de fabriek te verruwen.
14
De stadsdeelwethouder antwoordt dat hij niet ingaat op het fietspad en de band, omdat deze kwestie uitgebreid is besproken. Het materiaal is besteld en ligt opgeslagen. Dat is dus een gepasseerd station. De gemeenteraad heeft voorgesteld het verkeer bij het Hekelveld naar Amsterdam-West over de Nieuwezijds Voorburgwal te leiden en het overige door de Spuistraat. Dat zal gebeuren, behalve als de Centrale Verkeerscommissie duidelijke argumenten heeft waaruit blijkt dat dit onverantwoord is. Vervolg rondvraag: Dhr. Molenaar merkt met betrekking tot tramlijn 10 op dat het proces morgen begint. Het tracéen profielbesluit zijn intern genomen. Het verkeersbesluit was het eerste met een bezwaar- en beroepsmogelijkheid. Hij vraagt of het juist is dat, de eerste maal dat men bezwaar- en beroepsmogelijkheden heeft, alle bezwaren integraal moeten worden getoetst. De bodemprocedure van mevrouw Buijsmann c.s. begint morgen. De deelraad Amsterdam-Centrum kan de uitkomst daarvan slechts afwachten. Feitelijk zijn de bewoners mogelijkheden voorgehouden om nog over dat tracé van gedachten te wisselen. Deze beloften zijn door de dienst in het verleden niet nagekomen. Hij vraagt wat het gevolg is als het verkeersbesluit door de rechter wordt vernietigd. Graag verneemt hij wat er moet gebeuren als er een integrale visie nodig is, waaronder het herbezien van de tracékeuze. Hij vraagt of dan de mogelijkheid bestaat dat er straks rails liggen - het tracé- en profielbesluit zijn immers goedgekeurd - en dat de tram daar feitelijk niet overheen kan rijden, omdat het verkeersbesluit moet worden overgedaan. Ook vraagt hij of het dan alsnog nodig is aan te tonen dat de Czaar Peterstraat inhoudelijk een beter alternatief is dan de Panamalaan. De rechter zal de uitspraak van de Bezwaarcommissie toetsen. Wellicht is het nodig de inspraakprocedure opnieuw te starten, inclusief de bezwaar- en beroepsmogelijkheden voor de bewoners. Dan komt het moment waarop de deelraad moet besluiten of het dit dossier teruggeeft aan de centrale stad. De voorzitter merkt op dat de zaak onder de rechter is. Het lijkt hem dan ook niet verstandig daarover op dit moment uitspraken te doen. Dat zijn de procedures. Dhr. Hoolsema meent dat dit een voorbeeld is van het op een betrekkelijk eenvoudige wijze valse hoop geven aan bewoners. Dhr. Molenaar is het daarmee niet eens. Hij verneemt graag van de stadsdeelwethouder wat er gebeurt als de rechter het verkeersbesluit afwijst. De stadsdeelwethouder zegt dat de commissieleden stukken van de onafhankelijke Bezwaarschriftencommissie hebben ontvangen, evenals het oordeel van het DB daarover. Daarover is geen discussie mogelijk. Op dit moment is het voor hem niet mogelijk de vragen van de heer Molenaar te beantwoorden, omdat deze zaak onder de rechter is. Als hij dat zou doen, is het mogelijk de belangen van het stadsdeel en de gemeente Amsterdam onevenredig te schaden. De laatste vraag beantwoordde hij reeds op het moment dat het algemene inspraakgedeelte aan het begin van de vergadering aan de orde was. Als de heer Molenaar de notulen leest, weet hij dat hij in ieder geval op de belangrijkste vraag een antwoord heeft gekregen. Dhr. Molenaar zegt dat de rechter het stadsdeel niet zal verbieden iets aan te leggen, aangezien dat geen onderdeel uitmaakt van de bodemprocedure. De schorsende werking is door de rechter al opgeheven. Het is dus toegestaan aan te leggen. Hij vraagt nogmaals of het mogelijk is dat er straks een trambaan ligt waarover geen tram mag rijden, omdat het verkeersbesluit moet worden overgedaan. Dhr. Mol merkt op dat op 7 maart een behandeling van een schorsingsverzoek plaatsvindt met het verzoek tot kortsluiting. Hij verwacht dat de uitspraak over het schorsingsverzoek over twee tot drie weken bekend is. Vervolgens zegt hij dat hij geen antwoord heeft gekregen op de vraag of het mogelijk is die uitspraak af te wachten. De stadsdeelwethouder antwoordt dat hij aan het begin van de avond antwoord heeft gegeven. Dat deed hij in het belang van het stadsdeel en de gemeente Amsterdam. Hij neemt aan dat de meerderheid van de commissie daarmee op dit moment genoegen neemt. Dhr. Molenaar herhaalt zijn vraag over het verkeersbesluit. De voorzitter stelt voor deze discussie te beëindigen, omdat er grote belangen in het spel zijn.
15
Dhr. Mol merkt op dat het geen inhoudelijke vraag is. Hij acht het van belang de inhoudelijke en procedurele zaken van elkaar te scheiden. Dhr. Hoolsema is er voorstander van de rechterlijke uitspraak af te wachten, omdat de stadsdeelwethouder diverse malen heeft aangegeven dat hij slechts beperkte mogelijkheden heeft om te antwoorden. Dhr. Frank stelt voor de vergadering enkele minuten te schorsen voor overleg. De voorzitter vraagt welke commissieleden instemmen met het antwoord van de wethouder. Dhr. Frank is niet op de hoogte van de schade die kan ontstaan. Als hij daarvan op de hoogte werd gesteld, zou het misschien mogelijk zijn de mening te herzien. Dat zou hij graag tijdens een schorsing bespreken. Nu wil hij een duidelijk antwoord, evenals de heer Molenaar. Dhr. Hoolsema is voorstander van het in kabinet bespreken van dit onderwerp. Wellicht is het mogelijk dit onderwerp in combinatie met een aantal andere punten te bespreken. Daarvoor is naar zijn mening niet veel tijd nodig. Wellicht is het mogelijk een kwartier eerder te beginnen. Dhr. Van Drooge is tevreden met het antwoord van de stadsdeelwethouder. Wel begrijpt hij het voorstel van de fractie van de VVD. Dhr. Koning begrijpt dat de stadsdeelwethouder nu niet meer kan zeggen. Het is naar zijn mening op dit moment niet nodig meer te zeggen. Dhr. Schimmelpennink merkt op dat de stadsdeelwethouder verantwoordelijk is voor zijn eigen uitspraken. Naar zijn idee zijn de opmerkingen van de commissie op dit punt absoluut niet van invloed. De voorzitter stelt voor aan het verzoek van de heer Hoolsema te voldoen en dit onderwerp dus voor de eerstvolgende vergadering in kabinet te bespreken. Dhr. Frank meent dat dit niet zinvol is. Dan wordt immers geen recht gedaan aan de vraag van de heer Molenaar. Als aan dat verzoek gehoor wordt gegeven, is het tijdspad overschreden. Dhr. Van Drooge stelt voor dit punt na deze vergadering in kabinet te bespreken. De voorzitter begrijpt dat de meerderheid van de commissie voor het voorstel van de heer Hoolsema is. Dhr. Mol is er tegen dit onderwerp in kabinet te bespreken, daar dit aan duidelijkheid te wensen overlaat. Deze gestelde vraag is ook voor de burgers interessant en het zou daarom niet juist zijn op deze wijze te handelen. Dhr. Molenaar neemt nu genoegen met dit antwoord, maar behoudt zich het recht voor tijdens de eerstvolgende deelraadsvergadering een interpellatie te houden. Dhr. Hoolsema merkt op dat in de omgeving van de Kloveniersburgwal een inspraakavond is aangekondigd over het verwijderen van twee parkeerplaatsen voor fietsenrekken bij het Bushuis voor de Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij heeft daarvoor begrip, gezien de problematiek voor de ingang van het Bushuis. Toch heeft hij onderzoek gedaan en nu blijkt er bij het Bushuis een binnenplaats te zijn waar de fietsen van de studenten vroeger keurig werden gestald. Daar is veel meer ruimte dan die van twee parkeerplaatsen. Ook is daar een fietsenkelder. Dat houdt in dat de UvA haar eigen probleem kan oplossen. Het lijkt hem dan ook niet logisch dat het stadsdeelbestuur daaraan geld uitgeeft om daar twee parkeerplaatsen te laten sneuvelen. De stadsdeelwethouder antwoordt dat dit punt te maken heeft met de inrichting van de openbare ruimte. Zowel de directie als het DB wil de binnenplaats van het Bushuis graag vrij houden, omdat deze in een monumentaal pand ligt. Het pand ziet er al mooi uit en wordt nog verder opgeknapt. Op dit moment stallen de studenten hun fietsen in de kelder en die wordt tweemaal zo groot gemaakt. Daarbij komt dat die twee parkeerplaatsen verdwijnen. Ook daar komen fietsenrekken. Één parkeerplaats komt terug op de Raamgracht en één van de twee parkeerplaatsen met fietsenrekken bij het Trusttheater schuift op in de richting van het Bushuis. In september a.s. start het DB een grote campagne met het doel de studenten te stimuleren gebruik te maken van de faciliteiten. Als dit alles wordt gerealiseerd, komt het Bushuis uit met het aantal plaatsen. Zodoende is het mogelijk de monumentale binnenplaats vrij te houden van fietsen. Dhr. Hoolsema kent de monumentale binnenplaats. Het is hem bekend dat daar een gedeelte is met een souterrain en een blinde muur. Het is mogelijk daar fietsenrekken te plaatsen en zodoende een parkeerplaats te behouden. De opmerking van de stadsdeelwethouder over de aantasting van het monumentale aanzicht is naar zijn oordeel niet juist. Dat wordt aan de
16
voorzijde van het pand immers ook aangetast door de rekken die daar staan. Het is overigens niet nodig dure rekken te plaatsen, omdat in de directe omgeving over enige tijd een faculteitbibliotheek met een enorme fietsenstalling wordt gerealiseerd. De stadsdeelwethouder merkt op dat niet is te voorkomen dat fietsen voor de deur staan. Het siert de heer Hoolsema in het bijzonder dat hij knokt voor het behoud van iedere parkeerplaats. IV
WATER
12. Mededelingen Er zijn geen mededelingen. 13. Rondvraag Er is geen rondvraag. V
Monumenten en Archeologie
14. Mededelingen De stadsdeelwethouder deelt mee dat er schot zit in zijn notitie over de monumenten. Hij hoopt deze in de loop van het voorjaar aan de commissie voor te leggen en verwacht dat zij tevreden zal zijn met de ingeslagen weg. Over Keizersgracht 326 deelt hij mee dat dit pand drie jaar geleden zodanig was toegetakeld dat het noodzakelijk was dit van de rijksmonumentenlijst te schrappen. Door de politie, in overleg met het Openbaar Ministerie, is deze zaak wegens gebrek aan bewijs geseponeerd. Het gaat om overtredingen die ruim drie jaar geleden zijn gepleegd. Destijds is een zeer uitgebreid dossier opgebouwd. De aandacht was echter vooral gericht op het voorkomen van ongelukken. Het pand heeft meermalen op instorten gestaan, waarop door Bouw- en Woningtoezicht noodmaatregelen moesten worden getroffen. Voor een succesvolle strafrechtelijke vervolging is in dit soort zaken vooral een goed onder ambtseed opgemaakt proces-verbaal van belang. Dit ontbrak in dit dossier, juist vanwege de aandacht voor de veiligheid en ook omdat destijds vrijwel nooit aangifte werd gedaan. Dit gebrek kon nu niet meer worden hersteld, omdat de overtreding bijna drie jaar geleden is gepleegd. Aanvulling met andere bewijsmiddelen, bijvoorbeeld getuigenverklaringen, is drie jaar na dato niet meer mogelijk. Een notitie over de strafrechtelijke handhaving van de Monumentenwet is in voorbereiding, waarbij de ervaringen met Keizersgracht 326 een belangrijk uitgangspunt vormen. Verder zal worden overlegd met justitie en politie. Dhr. Schimmelpennink vindt dit niet overtuigend. Het is onbegrijpelijk dat er niets beschikbaar is aan professionele verklaringen, want de Dienst Bouw- en Woningtoezicht is daarbij betrokken. Deze dienst is immers ingericht om te registreren wat daar gebeurt. Hij vindt dit in hoge mate onbevredigend. Dhr. Molenaar meent dat het DB het Openbaar Ministerie bij de rechter kan dwingen tot vervolging over te gaan. Hij vraagt of het heeft overwogen die weg te bewandelen. Zo niet, dan verneemt hij graag wat de redenen daarvoor zijn. De stadsdeelwethouder meent dat het DB justitie niet kan dwingen tot vervolging over te gaan. Als justitie op basis van de gegevens van de politie adviseert de zaak te seponeren, betekent dit dat er onvoldoende bewijzen zijn om tot een goede vervolging over te gaan. Dhr. Molenaar zegt dat er een artikel bestaat dat wel degelijk de mogelijkheid schept de rechter te vragen het Openbaar Ministerie te dwingen alsnog te vervolgen. De stadsdeelwethouder reageert dat het DB dat niet zal doen. Nu de zaak is geseponeerd, is de kans zeer gering dat het DB dit proces wint. Als het dit proces verliest, is dat een slecht signaal aan andere mensen die monumenten willen vernietigen. Dat neemt niet weg dat hij van mening is dat dit bijzonder jammer is. Binnen enkele weken komt het DB met een notitie over het moedwillig slopen van monumenten. Ook legt het de commissie binnenkort een notitie voor over de betere juridische afhandeling van dergelijke aangiftes. Dhr. Molenaar merkt op dat de stadsdeelwethouder in feite zelf al aangeeft dat hij wel naar de rechter zou moeten stappen. Hij zegt dat binnen enkele weken nieuw beleid van toepassing is. In de toekomst zal het bestuur dergelijke fouten dan ook niet meer toestaan. Met die wetenschap is
17
het voor het DB wel degelijk mogelijk de rechter die vraag te stellen. Het kan niet een slecht signaal zijn, want door de bestuurlijke maatregelen kan dit in de toekomst niet meer voorkomen. De stadsdeelwethouder merkt op dat de notities betrekking hebben op nieuw beleid en nieuwe zaken. Hij blijft bij zijn standpunt.
15. Afvoeren van gemeentelijke monumentenlijst van het object Prinsengracht 731 Eerste termijn commissie: Dhr. Van de Put vraagt of er proces-verbaal is opgemaakt en of dat anders alsnog snel kan gebeuren. Hij spreekt van een grof schandaal. Ook wat daarna gebeurde is uit bestuurlijk oogpunt verschrikkelijk. Hij vraagt of hij het goed begrijpt dat allerlei bouwplannen, die de sloper na de sloop heeft gemaakt, zijn gehonoreerd. Dat zou een volstrekt schandalige beloning zijn van dit soort destructie. Ook vraagt hij of er een zwarte lijst is met bouwers die dit doen, waarmee het mogelijk is hen te verbieden ooit nog in de binnenstad actief te zijn. Als deze niet bestaat, pleit hij ervoor deze op te stellen. Dhr. Van der Hoog schetst in het kort de geschiedenis. Het stadsdeelbestuur onderzoekt de mogelijkheid tot strafrechtelijke vervolging voor het zonder toestemming uitvoeren van werkzaamheden. Hij vraagt of dit valt onder het oude regiem. Dan is de kans immers groot dat het niets wordt. Dhr. Mol heeft zich met stijgende verbazing in dit dossier verdiept. Het stuit hem tegen de borst dat dit monument is vernield en dat de bouwvergunning is verstrekt. Hij houdt zijn hart vast voor de toekomst. Het is van belang na te gaan of het mogelijk is dergelijke misstappen in de toekomst te voorkomen. Met klem verzoekt hij zelfs bij afwijzing de zaak bij het Openbaar Ministerie door te zetten. Hij kan zich zelfs voorstellen dat zijn fractie met een motie over dit punt komt met als doel eventueel een artikel 12 procedure uit het Wetboek van Strafvordering af te dwingen, al is dat ongebruikelijk. Dhr. Koning sluit zich aan bij de vorige sprekers en hoopt dat het in de toekomst beter gaat. Ook spreekt hij de hoop uit dat strafrechtelijke vervolging in dit geval wel succesvol is. Dhr. Frank sluit zich ook aan bij de woorden van de heer Van de Put en de heer Mol. Daaraan voegt hij toe dat hij dit beschouwt als een moord op een monument. Dhr. Smink merkt namens de fractie van de VVD op dat hij zich bij de vorige sprekers aansluit. Beantwoording De stadsdeelwethouder is het eens met de opmerkingen van de sprekers waaruit blijkt dat het schandalig is. Er is helaas geen proces-verbaal opgesteld. Daaruit blijkt weer dat het noodzakelijk is dat het DB binnen enkele weken met een notitie komt. De bouwplannen zijn uitgevoerd. Het idee van een zwarte lijst van bouwers neemt hij mee. Hij kan dat misschien betrekken bij de eerste notitie over het probleem van de moedwillige illegale sloopsessies. Dhr. Mol vraagt of aannemers en projectontwikkelaars die dit doen biboberabel zijn. De Wet BIBOB maakt het immers mogelijk bouwvergunningen te weigeren. De stadsdeelwethouder antwoordt dat iedereen waarmee het stadsdeelbestuur in zee gaat, wordt gescreend. Als een en ander niet pluis is, kan het op grond van deze wet - die is overigens nog niet helemaal ingevoerd - een aannemer weigeren. Hij kan de commissie niet beloven dat dit nooit meer voorkomt, want het blijft mensenwerk en er komen jaarlijks honderden aanvragen binnen. Dhr. Frank vraagt of het mogelijk is de commissie een lijst met al die aanvragen voor te leggen. Dan kan ook zij haar verantwoordelijkheid nemen. De stadsdeelwethouder is daarvan geen voorstander, omdat het zeer veel tijd kost een en ander te controleren. Bovendien neemt de Commissie Waakhond van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad al die vergunningen door. Over het algemeen gaat dat goed.
18
Dat geldt ook voor verbouwingen van dergelijke panden, want ook daarvoor is een monumentenvergunning nodig. De heer Mol overweegt een motie in te dienen. Justitie zal aangeven waarom zij deze zaak al dan niet wil seponeren. Hij raadt de heer Mol dan ook aan dat oordeel af te wachten. Dhr. Mol meent dat de verjaringstermijn bij rijksmonumenten ongeveer zes jaar is. Het is immers een misdrijf. In dit geval is er sprake van een overtreding op grond van de Verordening tot behoud van monumenten. Daarvoor geldt een veel kortere verjaringstermijn. Dat heeft tot gevolg dat het stadsdeel op een gegeven moment achter het net vist. Hij vraagt daarvoor aandacht. De stadsdeelwethouder zegt toe rekening te houden met de verjaringstermijn en tijdens de volgende vergadering mee te delen tot op welk moment het eventueel mogelijk is te vervolgen. De commissie stemt in met de gevraagde beslissing. 16. Concept-raadsvoordracht betreffende negatief advies aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen inzake het verzoek tot plaatsing op de rijksmonumentenlijst van het object Rusland 9 Eerste termijn commissie Dhr. Fernandez gaat akkoord met deze concept-raadsvoordracht. Het is goed dat ongeveer veertien jaar nadat de sloopvergunning is afgegeven de procedure is ingezet om van dit pand een gemeentelijk monument te maken. Hij vraagt hoe het staat met het stroomlijnen van aanvragen voor gemeentelijke - en rijksmonumenten. Het was voor deelraadsleden moeilijk na te gaan dat voor dit pand een sloopvergunning was afgegeven. In het werkboek Bouwen en Wonen was het namelijk vermeld onder de categorie behoud en herstel, terwijl daarvoor wel een sloopvergunning was afgegeven. Hij vraagt of het vaker voorkomt dat sloopvergunningen tien jaar of langer geleden zijn afgegeven, terwijl daaraan nooit gehoor is gegeven en deze in het werkboek Bouwen en Wonen onder de categorie behoud en herstel staan. Dhr. Van der Hoog vraagt naar het verband tussen interieur en exterieur. Kennelijk is het niet voldoende als één van beide rijksmonumentwaardig is. Hij noemt als voorbeeld Zeedijk 30, met een schildering uit de Tachtigjarige Oorlog, met daaromheen een nieuw pand, dat rijksmonument kon worden. Hij vraagt waarom het in het ene geval wel mogelijk is een pand te redden en in het andere niet. Dhr. Van de Put is het eens met de voorliggende voordracht. De onduidelijkheid over de orde verontrust hem enigszins. Het pand staat op de ordekaart als orde 1-pand. Dat heeft te maken met een huisnummerverwarring en slaat in feite terug op de twee panden die daarnaast staan. Kennelijk heeft het dan geen orde. Hij pleit ervoor dit pand zeker tot orde 2-pand te verklaren. Vervolgens merkt hij op dat hij heeft begrepen dat er een lijst is waarop met name orde 2-panden staan waarvoor een sloopvergunning is afgegeven. Als dat het geval is, ontvangt hij deze graag. Beantwoording eerste termijn De stadsdeelwethouder spreekt van een dubbeltje op zijn kant, want uiteindelijk blijft het pand staan. Veel mensen hebben zich met deze zaak bemoeid en misschien is de geschiedenis van dit pand wel doorslaggevend geweest. Hij is betrokkenen daarvoor erkentelijk en sprak dat eerder uit. Het DB heeft contact gezocht met de ARM en het Bureau Monumenten en Archeologie en verzocht of het mogelijk is niet alleen een oordeel te geven over de rijksmonumentenstatus van het pand, maar ook over de gemeentelijke monumentenstatus. Het is bekend dat op rijksmonumenten een voorbescherming rust. Hij probeert dat ook voor gemeentelijke monumenten voor elkaar te krijgen. Dat zou een doorbraak zijn op het gebied van de monumentenbescherming. De lijst waarnaar zowel de heer Fernandez als de heer Van de Put vraagt, bestaat naar zijn mening niet. Dit soort gevallen komt gelukkig niet vaak voor. Wel komt het voor dat een pand jarenlang is gekraakt, waardoor er lange tijd niets gebeurt.
19
Het is de commissie bekend dat hij op monumentengebied een leek is. Daarom laat hij zich adviseren door de twee organen die daarvoor zijn ingesteld. Voor Zeedijk 30 geldt dat zowel de ARM als het BMA het plafond dermate bijzonder vond dat het herbouwde pand als rijksmonument werd beoordeeld. Daarbij werd wel aangetekend dat dit vanwege het plafond gebeurde. In dit geval hebben beide organisaties gezegd dat dit pand naar hun oordeel niet rijksmonumentwaardig is. De heer Van de Put vraagt of het niet een orde 2-pand moet worden. Hij stelt voor het voorstel van het DB af te wachten en deelt alvast mee dat er goed nieuws is op het gebied van de bescherming. Tweede termijn commissie Dhr. Fernandez heeft schriftelijk gevraagd in hoeverre het stadsdeelbestuur bereid is een termijn aan sloop- en bouwvergunningen te stellen. Het antwoord was vaag. In het geval van het pand Rusland 9 lijkt hem duidelijk dat iedereen behoud en herstel wil, inclusief de eigenaar. Hij vraagt waarom een sloopvergunning dan veertien jaar ongebruikt gehandhaafd blijft. Graag verneemt hij of het DB bereid is in het vervolg duidelijkheid te verschaffen door te zeggen dat betrokkenen een sloop- of bouwvergunning krijgen, maar dat het daaraan termijnen verbindt. Beantwoording tweede termijn Dhr. Jense antwoordt dat de wet toestaat na een halfjaar de procedure te starten om de vergunning in te trekken. Dat betekent wel dat degene die de vergunning kreeg, moet worden gehoord. De praktijk leert dat de vergunninghouder door de rechter in het gelijk wordt gesteld als het stadsdeelbestuur de vergunning intrekt ondanks plausibele bezwaren van betrokkene. In dit geval is van de vergunning lange tijd geen gebruik gemaakt, omdat die woning legaal werd bewoond. Als het stadsdeelbestuur de vergunning had ingetrokken, zou het door de rechter in het ongelijk zijn gesteld. De eigenaar was immers feitelijk niet in staat de vergunning uit te voeren. De stadsdeelwethouder antwoordt op de vraag over de lijst dat het ondoenlijk is deze aan te leggen. Als de commissie deze desondanks wenst te ontvangen, moet zij zich richten tot stadsdeelwethouder Iping. Zij is verantwoordelijk voor bouw- en sloopvergunningen. Deze commissie spreekt slechts over de monumentale waarde van panden. De commissie stemt in met de gevraagde beslissing. 17. Rondvraag Dhr. Van de Put merkt op dat het Joods erfgoed Uilenburg op de slooplijst staat. Dat ligt in dit stadsdeel tamelijk gevoelig. Hij dringt er bij de stadsdeelwethouder op aan dat hij de dienst IVV aanspreekt en zegt dat dit geen goed plan is. De stadsdeelwethouder reageert dat het niet zijn taak is de dienst daarop aan te spreken. Dat behoort stadsdeelwethouder Iping te doen. Het goede nieuws is dat hij als belanghebbende deze week opdracht heeft gegeven de procedure voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst in gang te zetten. De voorzitter dankt eenieder voor de aanwezigheid en inbreng en sluit om 23.28 uur de vergadering.
20