Sphinxpark + Frontenpark
EXP01a+b
PARK VAN DE TOEKOMST Maastricht-LAB
1
Colofon Dit is het ‘LABjournaal’ voor EXP01 van het Maastricht-LAB, Het park van de toekomst. Het is een logboek voor het proces van visievorming, uitwerking en evaluatie door het Maastricht-LAB en deel van een reeks van LABjournaals voor de experimenten in Maastricht. Wat is het Maastricht-LAB? In het proces rondom de nieuwe structuurvisie Maastricht 2030 hebben we geconstateerd dat er echt een andere tijd is aangebroken in het verder ontwikkelen en bouwen aan Maastricht. Dit vanwege het stagneren van de economische en demografische groei, maar ook doordat inwoners en ondernemers steeds meer invloed willen hebben in het gebruik en de inrichting van de stad. Dit betekent een nieuwe manier van stadsontwikkeling waarin herbestemmen, flexibiliteit, tijdelijk gebruik, geleidelijke transformatie, duurzaamheid en cocreatie centraal staan. Dat betekent deels ook andere partners. Maar hoe geven we die nieuwe manier van werken aan de stad handen en voeten? Het Maastricht-LAB beoogt hiervoor een katalysator te zijn, een tijdelijke impuls van maximaal 2 jaar, om de transitie naar de nieuwe vorm van stadsontwikkeling te stimuleren. Centraal staat het op kleine schaal zoeken naar en leren van oplossingen via nieuwe samenwerkingsverbanden, het uitwisselen van kennis en ervaringen en het doen van concrete experimenten. Wie doen er mee? Het M-LAB is van en voor de stad. Wij nodigen iedereen uit om mee te denken en te doen. Wij zijn op zoek naar mensen van verschillende achtergronden die mee willen denken over de nieuwe manier van stadsontwikkeling, en die samen met ons in de proeftuin Maastricht de eerste stappen willen zetten. Het LAB wordt gesteund en mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie en Platform 31. team Maastricht-LAB www.maastrichtlab.nl Maastricht, januari 2013
is een tijdelijke katalysator stimuleert een transitie van stadsontwikkeling in Maastricht werkt aan inspirerende experimenten sluit aan bij de behoeften van Maastricht ontwikkeld visie door diversiteit van invalshoeken wisselt ervaring globaal uit en past kunde lokaal toe zet creativiteit in om maximaal gebruik te maken van de locatie streeft naar ontwikkeling tot kritieke massa denkt in systemen sluit aan op verleden, past in heden en richt zich op toekomst collaboreert met gebruikers zodat de energie duurzaam is moet vieren en mag falen is in uitvoering…
2
INHOUDSOPGAVE
1
AANLEIDING EN DOELSTELLING EXP01 Aanleiding Doelstelling Vraagstukken Partners
2
PROCESSTAPPEN Sphinxpark Frontenpark
3
RESULTAAT Sphinxpark Frontenpark
4
EVALUATIE
5
VOORSTEL VOOR STRUCTURELE AANPAK EN BORGING
6
LOGBOEK stand Sphinxpark verslagen referenties essays
3
ASHES TO ASHES
Last night Guesthouse Belvedere 2.0 was destroyed by vandals. The temporary pavilion functioned as a central anchor point in the Sphinxpark. However, it was not meant to be this temporary.
4
Maurer United
1
AANLEIDING EN DOELSTELLING EXP01
Aanleiding Maastricht gaat de komende periode aan de slag met een aantal parken. In het park van de toekomst is ruimte voor cocreatie en burgerparticipatie, daarom gaan we op zoek naar ideeën vanuit verschillende invalshoeken. Centrale vraag in de zoektocht naar het ‘Park van de Toekomst’ is hoe verschillende partijen en burgers kunnen bijdragen aan de ontwikkeling en het gebruik van Maastrichtse parken en hoe een park kan bijdragen aan de leefbaarheid en identiteit van de stad. Het experiment park van de toekomst bestaat uit twee delen: • Het (tijdelijke) Sphinxpark als inspiratiebron. We hopen dat het Sphinxpark als een soort ‘vliegende start’ kan dienen voor het Frontenpark. Doel is om in een reeks van vier workshops via ideeën en initiatieven te komen tot plannen die kunnen worden ontwikkeld en die aanvullend zijn op het huidige programma van het Sphinxpark. Waar heeft de stad behoefte aan? • Het Frontenpark. Het nieuwe Frontenpark komt als verbindende schakel tussen het Bassin, Bosscherveld en de omliggende buurten te liggen. Is er in het toekomstige Frontenpark naast natuur en cultuurhistorie ook ruimte voor cultuur, bedrijvigheid en ontmoetingsplekken? Hoe kunnen inwoners en organisaties samen het park vormgeven? Wat kan het Frontenpark betekenen voor de omliggende buurten en ontwikkelingen? Doelstelling Doel van dit experiment is om antwoord te geven op de hoofdvraag, hoe ziet het park van de toekomst er uit? Zijn er tussentijdse programma’s/ initiatiefnemers en gereedschappen, die ontwikkeling kunnen stimuleren. En hoe kan een park in processen van cocreatie met burgers en partijen worden vormgegeven, ontwikkeld en beheerd? Dit kan door een aantal subdoelstellingen te realiseren. Allereerst via een open dialoog te komen tot een programma met concrete activiteiten/functies voor het Sphinxpark die een invulling geven aan de wensen en behoeften van de inwoners van de stad als het gaat om de functie van een park in de 21e eeuw. Indien mogelijk zou de invulling/activiteiten na sluiting van het tijdelijke Sphinxpark naar het toekomstige Frontenpark gebracht kunnen worden. Zo wordt de ‘energie’ als het ware doorgegeven. Tweede subdoelstelling is om via een open planproces met de betreffende stakeholders te komen tot een visie voor het Frontenpark welke stapsgewijs vanaf 2013 gerealiseerd kan worden en waarin ruimte is voor elementen die belangrijk zijn voor het park van de toekomst en participatie van inwoners en stakeholders. Vraagstellingen • Wat is de rol van een park voor een stad en haar gebruikers in de 21e eeuw? • Hoe geef je beleidsparticipatie vorm via een open proces met stakeholders al in de ontwerpfase ‘aan tafel’ ? • Wie is de eindgebruiker van het gebied? Welke verantwoordelijkheid willen de gebruikers op zich nemen en in ruil waarvoor? • Verbindingen creëren is essentieel: fysiek (zowel klein als groot denken), economisch (financiële dragers, beheer), verleden en toekomst (identiteit respecteren, maar iets nieuws willen en kunnen toevoegen).
5
6
Eerste bijeenkomst van de Sphinx- en Frontenpark workshops op 22 juni 2012 op de oude locatie in de Ridderbrouwerij.
Partners
• Voogden Maastricht-LAB Adviseurs en borgers van het proces: Frank Strolenberg (Frontenpark) en Loes van Oort (Sphinxpark) • Gemeente Maastricht Verantwoordelijk vanuit haar publiekrechtelijke rol voor ontwikkeling, beheer en onderhoud van de openbare ruimte en groen in de stad: Miranda Pas (projectleider Frontenpark), Onno de Jong (planoloog), Paul Lambrechts (beleidsmedewerker cultuur), Vera Hamers (beleidsmedewerker cultureel erfgoed), Peter de Ronde (stedebouwkundige), Wim Meys (directeur programma MaastrichtNoord), Rob Lamers (milieu en duurzaamheid). • Centrum voor Natuur en Milieu Educatie (CNME) Adviseur vanuit potentie natuurlijke omgeving, ontwikkelpartner: Lara Klaassen (Frontenpark) en Peter Alblas (Sphinxpark) • Stichting Maastricht Vestingstad Adviseur en partner: Leo Lamberti en They Provaas • VVV Adviseur vanuit potentie, ontwikkelpartner en gebruiker: Robert Hoogenboom en Henriette Frederiks • Culturele instellingen o.a. filmhuis, kunstacademie Partner en gebruiker: David Deprez (Lumiere) • ICIS (international centre for integrated assesment) Adviseur, betrokken bij Sustainable Urban Neigboorhoods: Carijn Beumer (promovendus UM/ICIS) • Inwoners van de stad Gebruikers, belanghebbenden, ontwikkelpartners: Janicke Kernland, Maria Essers, Elise Willems, Sander van der Sluis, Esther Janssen, Armand Wachalder. • Bureau Europa, Marres, Recentre Initiatiefnemer en tijdelijk curator van Sphinxpark: Loes van Oort, Linde Dorenbosch • Ontwerpers, architecten en stedebouwkundige Adviseur en partner: Frits Palmboom, Remy Kroese, Alex Kunnen, Huub Kloosterman, Maarten Kuypers, Rik Martens, Marc Maurer, Roel Meertens, Christoph Menzel, Menze Wouda, Piet Joosten, Jos Severijns.
7
8
aantekeningen eerste workshop
2
PROCESSTAPPEN SPHINXPARK
Workshop 1: wat is het Sphinxpark en wat kan eraan worden toegevoegd? De ruimtelijke inrichting van Maastricht is heel gemaakt, geregeld, georganiseerd. Maak daarom een plek waar je kunt ‘ontsnappen’ aan het idee van ‘sjiek en sjoen’. Echter, deze specifieke vorm van stedelijkheid is juist een belangrijke pull-factor voor bezoekers van de stad. Hoe daar mee om te gaan? De plek kenmerkt zich doordat er geen duidelijke connectie bestaat met een specifieke wijk. Daarom is het belangrijk om een nieuwe aantrekkingskracht en reuring te creëren om mensen daar naar toe te trekken. Als mensen daar dan eenmaal zijn, is het van belang om de plek een overweldigend en mysterieus karakter mee te geven, waar zij ‘een nieuw geheim’ kunnen ontdekken. Richt je dus niet alleen op ‘toevallige voorbijgangers’, maar geef mensen een reden om er naar toe te gaan. Biedt daarbij meer aan als ‘alleen rondlopen’ en neem bewust afstand van het ‘lieve’ karakter van een park. Wat is aanwezig? • Specifiek aan de plek is de aanwezigheid van muren • Profiel van de buurt: een mix van studenten (80%) en voornamelijk lage inkomens • Op dit moment bestaat er een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen • De tijdelijkheid van het project is een belangrijk kracht Wat kan worden toegevoegd? • Om verschillende partijen / bezoekers / gebruikers te verenigen, is er een centraal meetingpunt nodig • Door het park een sterke identiteit mee te geven, kunnen verschillende groepen en mensen met de plek en met elkaar worden verbonden • mogelijkheden voor WiFi, lichtprojecties en een drive-in bioscoop Wat is het Sphinxpark? Het park is een nieuw stukje stad, waar de vrijheid het karakter van de plek bepaalt. De immateriële programmering is belangrijker is als het materiële aspect, want de geplande activiteiten geven invulling aan de ruimte. Daarnaast dient er voldoende ruimte te blijven voor nieuwe initiatieven, met genoeg flexibiliteit. Aangezien het park als ontmoetingsplek fungeert, met toegankelijkheid voor zowel de buurt als de toeristische bezoeker, dient het park een uitnodigend karakter te hebben. De fysieke voorwaarden of de huidige structuur van de plek (muren, groen, gebouw) lijkt te voldoen aan de aangedragen concepten en ideeën. De waarde van biodiversiteit in het park moet echter niet onderschat worden, aangezien de discussie zich tot nu toe vooral richt op de mens en haar activiteiten. Natuurlijke kwaliteit is dus ook van belang. Workshop 2: doel en doelgroepen van het Sphinxpark In de vorige workshop is gesproken over het karakter van de plek en van het park. Daarin werd benadrukt dat het park een plek zou moeten zijn om te ontsnappen, een plek met ingekaderde vrijheid. Hierin is een tegenstrijdigheid te ontdekken tussen openheid en geslotenheid (laten we de muur om het park staan of niet?). Als startpunt van de discussie is een raamwerk gepresenteerd op basis van twee assen: open vs. gesloten (terrein) en buurt vs. toerist (doelgroep). Het één sluit het ander niet uit, maar een dergelijk raster geeft een referentiekader over hoe het park kan worden vormgegeven en ingevuld.
9
Doelgroepen: gebruikers zijn onder te verdelen in dagelijks, regelmatig, incidenteel gebruik: • Dagelijkse gebruikers (buurt): komen voor een specifiek doel. Voelen zich verantwoordelijk voor het park, zullen een bijdrage willen even. Deze groep is het fundament van het park. • Regelmatige gebruikers (stad): komen slechts één keer per maand/jaar in het park. • Incidentele gebruikers (toerist): komen er slechts één keer in hun leven. conclusie: Hoe kunnen we zorgen dat deze initiatieven niet vanuit de gemeente maar door de mensen worden gedragen en uitgevoerd? Zorg dat deze plek exemplarisch wordt voor andere braakliggende terreinen in de stad. Ontwikkel een reizend concept, een methode dat ook elders in de stad kan landen. Voorbeeld: een theehuis als centraal aanspreekpunt met een beheersfunctie, dat door horeca-voorzieningen zelfvoorzienend kan zijn. Doelen: • Laat de plek vrij voor mensen. Betrek de bevolking om de plek in te vullen. Richt je daarbij niet op een specifieke doelgroep of specifiek thema, maar laat initiatieven (spontaan) ontstaan. • Sphinxpark is een park, niet enkel een evenementen-terrein. Buurt is met name angstig voor geluidshinder. Evenementen zijn wel gewenst, maar met heldere afspraken en communicatie. • Voeg iets nieuws toe aan de stad, mogelijk voor een nieuwe soort doelgroep. Deze plek leent zich goed om een soort rauwheid toe te voegen aan de stad, waar burgers en bewoners zelf de handen uit de mouwen mogen steken. • Organisatie van ontmoeting tussen mensen, het versterken van de sociale cohesie door interactie tussen bewoners en bezoekers te stimuleren. Maak van dit park een tijdelijke ontmoetingsplek, waarbij het samen komen belangrijker is dan de uiteindelijke fysieke bijdrage. • Zoek de balans tussen drie organisatievormen: faciliteren (bereikbaar en toegankelijk maken), open stellen (hier kan je iets doen en realiseren) en programmeren (zelf stimuleren en uitnodigen). Het zou interessant zijn om uit deze verschillende organisatievormen lering te trekken, die weer toepasbaar zijn op andere plekken in de stad. 3 mogelijke scenario’s: Scenario 1: geschiedenis van de plek, inzichtelijk maken (locatiegebonden) Scenario 2: evenementen, de nieuwe Maastrichtenaar als wereldburger (locatie onafhankelijk) Scenario 3: proces, ruimte voor individuele ontplooiing (potentie van de omgeving)
permanente programmering
tijdelijke programmering
optimaal programmering
incidenteel incidenteel regelmatig
+
dagelijks
10
piramide-model: doelgroep programmering
regelmatig dagelijks
=
incidenteel regelmatig dagelijks
Workshop 3: Korte en lange termijn planning Hoe kan er een project gerealiseerd worden in het Sphinxpark, op basis van de drie scenario’s ontwikkeld in de vorige workshop? • Hoe kan er een link worden gelegd met het Frontenpark? • Zet een theehuis eerst in het Sphinxpark, maar verplaats het daarna naar het Frontenpark. • Zet de energie en tijdelijkheid van het Sphinxpark in voor het Frontenpark. • Een fysieke aankondiging van het Frontenpark in het Sphinxpark. • De scenario’s zoals in de vorige workshop ontwikkeld sluiten elkaar niet uit. Wat is haalbaar en gaat verder dan tijdelijkheid? • Concepttransplantatie: creëer iets wat kan worden meegenomen naar het Frontenpark. • Creëer een (eenvoudige) ontmoetingsplek voor mensen. • Tijdelijkheid als uitgangspositie: hoeft niet specifiek voor het Sphinxpark gebouwd te worden. • Betrek medewerkers van het Frontenpark. Vertaling van de 3 scenario’s naar een concreet voorstel: stap 1 > ’Theehuis’: fysieke werkplaats, goedkoop en low-profile. stap 2 > programma’s aansluiten bij theehuis, met bestaande en/ of nieuwe initiatieven. stap 3 > verhuizing: voetafdruk van succesvolle projecten uit het Sphinxpark verplaatsen naar het Frontenpark. Workshop 4-5: aandeelhouderschap Het Maastricht-LAB zal zich niet direct met de exploitatie van het project bezig kunnen houden. Daar heeft het de organisatievorm en capaciteit niet voor. Wel zal het de begeleiding kunnen verzorgen op het stedelijke niveau, namelijk het aaneenknopen van ontwikkelingen, waar het T/huis een onderdeel van is. Dus kort gezegd, inbedding in gemeentelijke plannen voor toegankelijkheid en zichtbaarheid. aandeelhouders: • Bureau Europa/ Marres zou een rol kunnen spelen betreffende de programmering op het terrein zelf en mogelijke samenwerking met medegebruikers. Ook zou het T/huis een deel zijn van het cultureel programma, dus ook via media van de instelling bekendheid kunnen krijgen. • S. van der Sluis met mogelijke andere partners neemt vooral de uitvoering en exploitatie op zich. Hij is de man in het werkveld. • Daar het Maastricht-LAB een tijdelijk initiatief is en de zeggenschap/ verantwoordelijkheid van Bureau Europa/ Marres zich tot het Sphinxpark begrensd, zou ook de organisatie van tijdelijke aard kunnen zijn. Na iedere transplantatie is een moment van reflectie, zodat een organisatie zich naar behoefte aan kan passen. Plan van aanpak: • In het Sphinxpark is water en elektriciteit aanwezig, alleen afvoer ontbreekt. • Vanwege het tijdelijke bestaan in het Sphinxpark is mobiliteit van het T/huis belangrijk voor het voortbestaan en langdurig succes van het project op zich, maar ook van de parken, waar het in komt te staan. • Een container kan worden verplaatst, maar verplaatsing is niet goedkoop. • Op eigen initiatief worden extra bijeenkomsten georganiseerd om het project realiseerbaar te krijgen.
11
12
aantekeningen eerste workshop
PROCESSTAPPEN FRONTENPARK
Workshop 1: sferen en identiteit van het Frontenpark (22 juni) Het doel van de eerste workshop was om met een diverse groep mensen bestaande uit stakeholders, inwoners, experts en ambtenaren een eerste aanzet te geven voor de identiteit, sfeer en toegevoegde waarde van het Frontenpark voor Maastricht, evenals een eerste aanzet voor de mogelijke programma’s en verbindingen in en rondom het Frontenpark. De belangrijkste aanbevelingen uit deze workshop waren: • Ga bij het Frontenpark uit van de reeds aanwezige kwaliteiten. Deze liggen met name bij cultuurhistorie (vestingwerken en industrialisatie) en natuur (onder andere de muurhagedis), maar kijk ook of er iets gedaan kan worden met het aanwezige water. • Maak van het Frontenpark geen ‘ontworpen’ stadspark, maar streef naar een ruiger en meer avontuurlijk gebied, waarin het ontdekken centraal staat. Lever geen kant-en-klaar park af, maar laat het zichzelf uitvinden en geef ruimte voor experimenten. • Zorg voor een grote differentiatie van sferen in het gebied en voor voldoende gebeurtenissen en activiteiten. Creëer (bijvoorbeeld rond de gashouder) een centrale ontmoetingsplek die het Frontenpark een gezicht geeft. Zoek voor de bestaande, te handhaven gebouwen aantrekkelijke functies op het gebied van cultuur, horeca en/of creatieve sector. • Maak het gebied toegankelijk vanuit de verschillende bronpunten in de omgeving, versterk de interne samenhang en laat het Frontenpark onderdeel worden van een veel groter (recreatief en ecologisch) netwerk. • Denk heel goed na waar en hoe je de beperkte middelen inzet; deze vormen het vliegwiel voor de gewenste ontwikkeling. Creëer als gemeente gunstige randvoorwaarden voor particuliere initiatieven en zoek partners die zich op de een of andere manier willen verbinden aan het Frontenpark Workshop 2: Geen visie maar een jaar dromen vangen (28 september) Op basis van de discussies en gegeven input uit de vorige workshop is een eerste visie opgesteld door de werkgroep Frontenpark van de gemeente Maastricht. Deze visie geeft echter geen eindbeeld, maar enkel een startbeeld voor de verdere ontwikkeling, vormgeving en invulling van het park. Deelnemers gaven aan enthousiast te zijn over het eerste concept: een goede eerste aanzet waarin veel aspecten en aandachtspunten uit de vorige workshop in terugkomen. Volgende stap is om verschillende wensen met elkaar te verbinden. Voorstel was om dromen te gaan vangen. Te beginnen met de deelnemers van de workshop en dit uit te breiden naar alle bezoekers en geïnteresseerden van het Frontenpark. Hiervoor is het wel noodzakelijk dat het gebied zichtbaar en toegankelijk wordt en dat er een plek is waar de dromen achtergelaten kunnen worden. Ook zou het goed zijn om een centrale entree te maken waar activiteiten en informatie over het park, proces en bijzondere kenmerken in het park een plek kunnen krijgen.
13
Workshop 3: ontwerp van het startbeeld en jaar van het frontenpark (14 december) Het startbeeld vormt de basis om te komen tot een visie voor de stapsgewijze ontwikkeling van het Frontenpark. Dit wordt gedaan via een uitgebreid communicatie- en participatieproces, waarin dromen van burgers en partijen worden verzameld. Deelnemers hebben aangegeven dat de ontsluiting van het park een fundamenteel aandachtspunt is voor dit experiment. Het Maastricht-LAB heeft samen met de gemeente daarom een voorstel uitgewerkt om twee entrees voor het park te maken en een verbindende route tussen deze entrees in het park aan te leggen. Gewenste realisatiedatum is 1 april. Vanaf dat moment wordt er een proces ingezet om de dromen van bezoekers en bewoners over het park te vangen. Het is de bedoeling dit te laten plaatsvinden rond een reeks aan activiteiten in het park waarmee steeds de aandacht op het park wordt gevestigd en waarmee ideeën over de inrichting van het park worden geprikkeld. Het zal hierbij gaan om nieuwe, maar ook bestaande activiteiten die aan het park gekoppeld gaan worden. Te denken valt aan: Kunsttour, Vertelfestival, dag van het park, Intro, het Parcour en koninginnendag. Een (externe) coördinator moet worden aangesteld om dit proces rondom het Frontenpark te organiseren. DNA-tocht: Op ontdekkingstocht in de praktijk (1 maart) Het CNME heeft samen met Stichting Vestingstad en MCH2018 een ‘DNA-tocht’ georganiseerd als start van het participatieproces: een multidisciplinaire rondleiding door het park waarbij natuurbeleving wordt gekoppeld aan cultuur/ recreatie. Voorafgaand aan de tocht is door het Maastricht-LAB een evaluatie met de deelnemers aan de workshops gehouden. Evaluatie met betrokkenen Sphinxpark en Frontenpark (4 april) Als afsluiting van het visievormingsproces van het experiment Park van de toekomst is een gecombineerde evaluatiesessie gehouden met de belangrijkste betrokkenen en voogden van dit experiment, waarbij ook is gekeken naar de kruisbestuiving tussen Sphinxpark en Frontenpark. Gezocht is naar de belangrijkste leermomenten die in beide casussen aan bod zijn gekomen, om van hieruit aanbevelingen te formuleren voor de toekomstige ontwikkeling van het Frontenpark en daarnaast beleidsmatige aandachtspunten te benoemen die passen in een nieuw tijdperk stadsontwikkeling.
14
15
16
ontwerp trailer gesloten en open
3
RESULTAAT SPHINXPARK
“ Kort de voorwaarden sammenvattend: het Sphinxpark sluit op 1 oktober en deze gebeurtenis willen we toch graag ondersteunen met het voorstel uit het EXP01 (wellicht in afgeslankte vorm). De tijd is inmiddels erg krap en zodoende een bepalende criterium geworden voor het definitieve plan. Het budget is beperkt en het voorstel moet hier binnen passen, want er is geen tijd meer voor andere gelden aan te vragen. Ten derde blijft het vraagstuk van vergunningen spelen. Aangezien er bij deze bijeenkomst een knoop moest worden doorgehakt, was het noodzakelijk alle 3 de voorwaarden in acht te nemen. Vandaar dat Jean Rulkens aanschoof om ons van advies te voorzien betreffende de vergunning. Tijd: het park sluit over twee weken. Er is geen tijd meer om iets te bouwen, laat staan een vergunning aan te vragen. Bureau Europa programmeert ook het Frontenpark. Er bestaat een optie het object daarna naar het Frontenpark te verplaatsen (inclusief aandacht). Geld: het budget blijft onveranderd. In plaats van alleen te kijken naar een reeds bestaand object of unit wordt besproken, of het niet ook om een reeds bestaand initiatief kan gaan. In Heerlen heeft een jonge ondernemer vorig jaar een tuktuk ter beschikking gekregen om etenswaren te verkopen. De gemeente heeft namelijk ter stimulering van dergelijke mobiele initiatieven de ventvergunning afgeschaft. Vergunning: of een object klein of groot is, voor een vergunningsaanvraag is de procedure gelijk. Er gaat dus net zoveel geld en energie inzitten voor een klein initiatief als een theehuis. Dit wordt helemaal problematisch voor een tijdelijke vergunning, want behalve de proceduretijd van 26 weken, is het ook nog een duur. Duizend euro duur. Dat komt omdat de interne procedure voor een tijdelijke vergunning nog complexer is en daardoor ook meer werkuren bij V&L kost. Een permanente vergunning is onlogisch, dus raadt J. Rulkens aan een evenementenvergunning aan te vragen voor ons voorstel. Horeca is inclusief in deze vergunning, het heeft een maximale duur van een maand en is plaatsgebonden. Doordenkend naar onze situatie: er moeten twee vergunningen zijn voor de unit. Eén voor het Sphinxpark en één voor het Frontenpark. Misschien vallen deze echter onder de lopende evenementenvergunningen van Bureau Europa... Concluderend uit ons gesprek: we hebben gekozen voor een verzameling van meerdere ondernemers met bestaande mobiele units te vragen met ons het einde van het Sphinxpark te vieren en daaropvolgend het Frontenpark in te trekken. Het is volgens de aanwezigen de enige optie om toch onze gedachten en energie aan het park door te geven.”
17
18
RESULTAAT FRONTENPARK
Het resultaat is een startbeeld voor het gebied inclusief een procesvoorstel voor het jaar van het Frontenpark 2013. Doel is om het gebied inzichtelijk te maken en van daaruit mensen zelf de potentie van het gebied te laten ontdekken. Vervolgens kunnen initiatieven die waarde toevoegen mogelijk een plek krijgen in het park. Het startbeeld bestaat uit het maken van twee entrees en tussen deze entrees een route aan te leggen over de bestaande spoorlijn. Bij de entrees kan informatie over het gebied gevonden worden en er worden rondleidingen georganiseerd. Op 26 april is de entree bij de Cabergerweg geopend en de route toegankelijk gemaakt. Er is een ‘kleurplaat’ plattegrond gemaakt waarop alle bezoekers hun ideeën kunnen intekenen en kunnen inleveren. Ook worden er diverse activiteiten georganiseerd in het gebied. Hiervoor is een coördinator aangesteld die alle initiatieven begeleid en functioneert als spin in het web tussen de verschillende organisaties, bewoners en betrokkenen.
Zie voor meer info: www.frontenpark.nl www.facebook.com/frontenpark
19
20
Glühwein ter afsluiting van de laatste Frontenpark workshop
4
EVALUATIE
Ervaringen Frontenpark • Een belangrijk aandachtspunt dat is benoemt in de evaluatiesessie van het Frontenpark is communicatie rondom het proces. Achteraf gezien hebben sommige deelnemers verschillende verwachtingen gehad over het resultaat van het doorlopen proces. • Door de aanpak van het Maastricht-LAB is het proces rondom de ontwikkeling van het Frontenpark veranderd. Naar aanleiding van de besprekingen in de groep is er in plaats van het oorspronkelijke doel om een eindvisie te ontwikkelen, een startbeeld gecreëerd. • Opvallend is dat deelnemers van de workshop zich niet overal bij betrokken hebben gevoeld, terwijl de werkgroep Frontenpark de resultaten uit workshops in het eindproduct heeft verwerkt. Mogelijk verklaring hiervoor is dat niet alle perspectieven en/of specifieke belangen in het startbeeld zijn verwerkt. • Als het proces bedreigend wordt voor bepaalde doelgroepen met specifieke belangen, hebben deze groepen toch weer behoefte aan heldere kaders en zekerheid. Het starten van een open, gefaseerd ontwikkelproces in het Frontenpark leidt voor hen vooral tot ongewenste onzekerheden over de toekomstige inrichting en gebruik van het park. • In het Maastricht-LAB is van begin af aan benadrukt dat de activiteiten niet alleen bestaan uit samen praten maar juist ook op het samen uitvoeren van activiteiten. Het daadwerkelijk samen doen in het Maastricht-LAB komt echter te weinig aan de orde in dit experiment. Vaak wordt het LAB teruggefloten (door bijvoorbeeld wet- en regelgeving en procedures) zodra het experiment concreter wordt. • Binnen het Maastricht-LAB ontbreekt het aan een heldere beslisstructuur. Het LAB is te weinig tastbaar en bij concrete verzoeken is niet duidelijk waar en of deze in een experiment kunnen landen. • In het kader van verwachtingsmanagement is heldere communicatie over doelstelling en procesvormgeving noodzakelijk. In het Frontenpark hadden bepaalde deelnemers verwacht dat zij ook bij de uitvoering betrokken zouden worden, terwijl de nadruk lag op een nieuw proces van visievorming. • In het Maastricht-LAB/ proces Frontenpark is het niet aan de orde dat deelnemers officiële opdrachten verwachten uit dit proces. De overheid kan niet deelnemers uitnodigen voor het Maastricht-LAB en daarnaast zelf als potentiële opdrachtgever deelnemen aan dit proces. • Maar door officiële opdrachten niet te verlenen aan deelnemers van de workshop, gaat opgebouwde energie en betrokkenheid verloren. Er moet voldoende aandacht besteed aan het vasthouden van deze energie en betrokkenheid na het proces.
21
Ervaringen Sphinxpark Doel van het experiment Sphinxpark was om een concreet project te realiseren. Hier is een startbudget voor beschikbaar gesteld, met ruimte voor alternatieve financieringsmodellen. In de ideevorming kwam naar voren dat er een plek gecreëerd moet worden waar mensen blijvend naar toe willen gaan en daarnaast iets achter willen laten voor de plek. Hierdoor is het een idee ontstaan om een theehuis te realiseren: een mobiele trailer dat fungeert als horecavoorziening en ontmoetingsplek, met aandacht voor sociale cohesie en het verzamelen van ideeën en verhalen. Bij de uitvoering komen een aantal praktische zaken aan de orde, zoals het ontwerp van een trailer, het aanvragen van vergunningen en communicatie rondom het project. Deze worden door deelnemers zelf uitgevoerd. Een ondernemer is bereid te investeren in de exploitatie van het project, maar het hele proces eromheen organiseren en doorlopen is een ander verhaal. • Opvallend: tijdelijke vergunningen hebben een langere aanvraagprocedure (zes maanden) dan permanente vergunningen (twee maanden). Een mogelijke oplossing is om de te verwachten bezwaarprocedures zelf op te starten door mogelijke bezwaarmakers vooraf in te lichten. • Bovendien zijn de kosten voor de aanvraag van een tijdelijke vergunning hoger dan een permanente vergunning, omdat de procedure complexer is en zodoende het aantal werkuren van de ambtenaar stijgen. Dit bedrag kan boven de 1000 euro komen, wat voor een klein initiatief een te grote investering kan betekenen. De tijdelijke vergunning is een weinig gebruikt alternatief. • Een tweede rem op het proces was het vraagstuk ‘staatssteun’, wat ook voor het LAB een verassend criterium was van de voorziene kleinschalige ontwikkeling. • Deelnemers zijn bereid om belangeloos een bijdrage te leveren, maar zodra het proces concreter wordt ontstaat er onduidelijkheid over welke partij waar verantwoordelijk voor is. • Er is een trekker nodig die het proces bewaakt en stimuleert. Vraag is of het Maastricht-LAB deze rol nog heeft in deze fase van het experiment en of er mogelijke nieuwe intermediairs buiten de traditionele partijen zijn die deze rol kunnen vervullen. Dit hoeft niet de gemeente te zijn. • Cocreatie betekent op basis van gelijkwaardigheid deelnemen aan het proces. De overheid kan door haar traditionele rol echter niet geheel gelijkwaardig deelnemen in de opzet van het Maastricht-LAB. • De gemeente is onvoldoende in staat om lokale initiatieven uit de stad te faciliteren. Het blijkt dat hier instanties als het Maastricht-LAB en Bureau Europa voor nodig zijn. • De selectie van deelnemers aan het proces in Maastricht-LAB roept legitimiteitvragen op. “Waarom doen bepaalde partijen wel en andere partijen niet mee? Hoe ‘open’ is dit proces?” Tevens moest tussentijds worden uitgezocht of het proces niet zou moeten voldoen aan aanbestedingsregels. • In dit experiment heeft Bureau Europa bewust geen voortrekkersrol op zich genomen, omdat het initiatief vanuit de groep moest ontstaan. Voor eigen projecten nemen zij een andere rol in. Eén van de belangrijke conclusies is dat het systeem niet altijd onderscheid maakt in grootte van het initiatief of plan. Of het plan nu heel klein is zoals in ons geval, of heel groot, het plan moet aan dezelfde vergunningseisen voldoen en kan daarmee ook rekenen met dezelfde kosten die daarbij komen. Een positieve conclusie is, dat bijvoorbeeld bij gunning en financiële steun pas vanaf een bepaald bedrag een plan serieus gaat toetsen. M.a.w. wordt hier wel een onderscheid gemaakt in grootte.
22
Toekomstig Proces Frontenpark In de start van het proces Frontenpark wordt er aandacht besteed aan het verzamelen van dromen en het oefenen met (tijdelijke) initiatieven. De gemeente is in eerste instantie opdrachtgever, maar er is nog onvoldoende nagedacht hoe lokale initiatieven in het park gefaciliteerd kunnen worden. • Het is de vraag of het altijd noodzakelijk is om lokale initiatieven en projecten opnieuw te democratiseren als deze zich aandienen. Als er een concept ontstaat vanuit een proces zoals doorlopen in het Maastricht-LAB, dan zou er mogelijk een open oproep kunnen komen om tot een uitbater te komen. Als er een initiatief ontstaat in het proces Frontenpark, is dit misschien niet noodzakelijk. Bureau Europa heeft de taak om deze initiatieven te waarderen en te bepalen of initiatieven passen in het gebied. • Bureau Europa merkt uit ervaringen van het Sphinxpark dat er een begeleidende rol noodzakelijk blijft, ook als een initiatiefnemer zelf als trekker fungeert. Daarnaast is de aanjagende rol met voorbeeldprojecten belangrijk om een Sphinxpark verder te ontwikkelen. • Communiceer goed dat het proces van dromen vangen experimenteel is en dat initiatieven in dit proces een tijdelijk karakter hebben. De stad wordt uitgenodigd om aan dit proces deel te nemen. • De programmamanager kan onderscheid maken tussen projecten. Een idee voor de gashouder kan een meer permanent karakter krijgen en onderdeel worden van de ontwikkeling van het park. • Belangrijk criterium voor initiatieven is of zij waarde toevoegen aan het park. Vraag is of het van belang is om te weten of een initiatiefnemer met zijn of haar activiteit of project winst wil maken. • Als een open proces wordt gestart over de toekomstige ontwikkeling van het park, dan is het noodzakelijk om dit breed te communiceren zodat alle partijen uit de stad een eerlijke kans krijgen om deel te nemen. Als een winstgevende organisatie dan met een initiatief komt dat waarde toevoegt aan het park, dan kan deze (tijdelijk) gefaciliteerd worden in het park. • Bureau Europa krijgt een andere rol in het Frontenpark t.o.v. het Sphinxpark. In het Frontenpark is Bureau Europa opdrachtnemer van de gemeente. Dus als grote initiatiefnemers zich melden, dan zal in overleg met de gemeente een beslissing worden gemaakt. • Het Maastricht-LAB stopt, maar de werkwijze wordt voortgezet in de organisatie en het proces Frontenpark. Belangrijke criteria zijn waardecreatie en tijdelijkheid. Door te experimenteren kan er meer inzicht komen over hoe deze werkwijze in de organisatie geborgd kan worden. • In het eerste jaar wordt er ruimte geboden om te experimenteren met nieuwe initiatieven en projecten. Na dit proces van dromen vangen wordt geëvalueerd welke initiatieven en werkwijzen een plek krijgen in de definitieve invulling van het park. • Bij de ontwikkeling van het park zit er een verschil tussen ontwerp/ infrastructuur en de programmering in het gebied. In het Sphinxpark lag de nadruk op de inhoud, het culturele programma. Mensen zijn echter vaak geneigd om te praten over het ontwerp. • Ontwerp staat niet los van programmering. De afstemming is belangrijk en bepaalt ook de beslisstructuur binnen het proces Frontenpark.
23
24
5
VOORSTEL VOOR STRUCTURELE AANPAK EN BORGING
Het faciliteren en stimuleren van gebiedsontwikkeling met ruimte voor initiatieven van onderop, vraagt om een actieve rol van de overheid, gebiedsmanager en/of intermediair. Het breed communiceren van het open ontwikkelingstraject, het ontwikkelingsproces aanjagen met voorbeeldprojecten, het programmeren van activiteiten in het gebied en het verbinden van verschillende partijen zijn hier belangrijke aandachtspunten. Al deze aspecten komen bij elkaar in ‘startbeeldplanning’ zoals dat bij het Frontenpark wordt toegepast. • OPEN PLANPROCES. In de toekomst vaker externen betrekken bij het ontwerpproces. Je kunt als gemeente een eerste aanzet geven en belangrijke waarden in beeld brengen, maar laat het ontwerp ontstaan uit een open en interactief proces. Een plan uit veelheid van meningen, belangen en visies. • COMMUNICATIE. In het kader van verwachtingsmanagement is het noodzakelijk om helder te communiceren over de start, vorm en inhoud van een open ontwikkelingsproces op basis van cocreatieve samenwerking. Iedereen moet een eerlijke kans krijgen om mee te doen en iedereen moet op de hoogte zijn van het te doorlopen proces. Qua verwachting moet ook duidelijk worden gemaakt, dat deelnemers geen voorrecht kunnen verlenen aan de deelname. • COMMUNICATIE. Daarnaast moet de beslisstructuur vooraf helder zijn om teleurstellingen en weerstand achteraf te voorkomen. Creëer daarom vooraf duidelijkheid over verantwoordelijkheden en bevoegdheden tijdens een open ontwerpproces. • MEEDOEN. Zorg dat de energie vast wordt gehouden door mensen ook te laten meeDOEN. Een dilemma dat zich hier voordoet is de verhouding tussen de professionele werksfeer en de informele privésfeer van deelnemers in het proces. Deze invalshoeken zijn niet altijd helder gescheiden en kunnen zorgen voor belangenverstrengeling in het project. • MEEDOEN. Participeren is waarschijnlijk een nevenactiviteit en berust op de welwillendheid van burgers. De organisatie van bijeenkomsten of acties zal door de lagere prioritering trager verlopen dan bij een regulier proces. Bovendien is de bereidheid beperkt. Er mag en kan niet teveel worden verwacht van deelnemers. • VOORBEELDPROJECTEN. Experimenteren in gebieden zelf is waardevol om enerzijds te testen of bepaalde ingrepen of initiatieven waardevol zijn voor de toekomstige ontwikkeling van het gebied en/of stad, maar anderzijds ook om energie los te wekken bij andere partijen die mogelijk een bijdrage kunnen leveren aan stadsontwikkeling. Het biedt letterlijk ‘ruimte’ om op een andere manier naar de stad te kijken en na te denken over een wenselijke toekomst. • PROGRAMMERING. Besteed bij toekomstige ontwikkelingsprocessen voldoende aandacht aan ‘programma’ als onderdeel van de ontwikkelingsstrategie. De programmering van activiteiten in een gebied lijkt steeds belangrijker te worden ten opzichte van het ‘ontwerp’. De uitdaging is om beide aspecten met elkaar te verbinden en uiteindelijk elkaar te versterken. De experimentele en/ of tijdelijke aanpak maakt ook een testperiode van programma’s mogelijk. Voorheen werd een programma in een ontwerp op basis van referenties of visie ingetekend. Met de tijdelijkheid is het mogelijk programmering als maatwerk toe te passen. • TREKKERS. Zorg daarbij voor een trekker of coördinator die initiatiefnemers begeleid en fungeert als continu aanspreekpunt voor geïnteresseerden. Daarnaast kan deze verbinder verschillende partijen bij elkaar brengen en door samenwerking nieuwe initiatieven van de grond krijgen. Kortom deze partij is cruciaal om processen van cocreatie te laten slagen. • VERGUNNINGEN. Zorg voor een soepel en laagdrempelig proces van vergunningsverlening. Zeker voor tijdelijke initiatieven is het noodzakelijk dat initiatieven snel en flexibel gerealiseerd kunnen worden, mits deze passen bij de visie voor het gebied. • VERGUNNINGEN. Het aanvragen van een vergunning kun je leren. Partijen, die geregeld hiermee te maken hebben, bouwen ervaring op. Zij leren ook de mensen kennen, die de vergunning toetsen. Communicatie kan zich daardoor in positieve gevallen versnellen. Voorkennis van vergunningen bij een initiatiefnemer is wenselijk. M.a.w. niet alleen het systeem kan veranderen. • BELANGENGROEPEN. Deelnemers in een visievormingsproces vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs een bepaalde belangengroep. Wees ervan bewust dat een visievormingsproces met ‘koplopers’ in een later stadium alsnog kan leiden tot weerstand bij belangengroepen. Vernieuwing gaat altijd samen met weerstand.
25
26
6
LOGBOEK
Verslag eerste workshop Sphinxpark 22-06-2012 1. Introductie: een aantal steekwoorden op basis van genoemde referenties: guerrilla gardening / stadslandbouw / pocket parks gedeeld eigenaarschap, participatie sociale betrokkenheid, ontmoetingsplek, levendigheid cultuur, kunst, creativiteit onderzoeken, tijdelijkheid 2. Identiteit: wat is het park? Wat zou het moeten zijn / aanbieden? De ruimtelijke inrichting van Maastricht is heel gemaakt, geregeld, georganiseerd. Maak daarom een plek waar je kunt ‘ontsnappen’ aan het idee van ‘sjiek en sjoen’. Echter, deze specifieke vorm van stedelijkheid is juist een belangrijke pull-factor voor bezoekers van de stad. Hoe daar mee om te gaan? De plek kenmerkt zich doordat er geen duidelijke connectie bestaat met een specifieke wijk. Daarom is het belangrijk om een nieuwe aantrekkingskracht en reuring te creëren om mensen daar naar toe te trekken. Als mensen daar dan eenmaal zijn, is het van belang om de plek een overweldigend en mysterieus karakter mee te geven, waar zij ‘een nieuw geheim’ kunnen ontdekken. Richt je dus niet alleen op ‘toevallige voorbijgangers’, maar geef mensen een reden om er naar toe te gaan. Biedt daarbij meer aan als ‘alleen rondlopen’ en neem bewust afstand van het ‘lieve’ karakter van een park. Vraag is of de aanwezigheid van de grote parkeerplaats hier een probleem is of juist niet. Specifiek aan de plek is de aanwezigheid van muren. Is dit een probleem of niet? Is het een symbool van ‘ingekaderde vrijheid’ of juist eyecatcher voor een aantrekkelijke plek? Profiel van de buurt: een mix van studenten (80%) en voornamelijk lage inkomens. Belangrijke vraag is daarom wie zich straks eigenaar voelt van het park en wie wordt uiteindelijk gebruiker (bezoekers vs. beheerders)? Is het een park van de buurt (‘volkstuinen’) of de stad (statement, bijdrage aan identiteit)? Moet het daarom juist een open of gesloten karakter krijgen? Binnen de buurt bestaat hier nu veel onzekerheid over. 4 succespunten highline 1. Terug naar de basis: wat is het eigenlijk? 2. Wordt vrienden: eigenaarschap, betrek de mensen 3. Bedenk een naam/logo: bekendheid krijgen, reuring 4. Presenteer als object: geef vorm, nieuw natuurbeeld, investeringsobject Een belangrijke terugkerende vraag is of het park een toeristische attractie wordt of dat de focus juist ligt in de functie in de buurt. Op dit moment bestaat er een samenwerkingsverband tussen verschillende partijen, waarvan de buurt daar één van is. Het project zoals het nu loopt is succesvol, aangezien er een opening met voldoende vrijheid wordt geboden voor lokale initiatieven. De tijdelijkheid van het project is hierbij een belangrijk kracht. Wat zijn de grenzen nu (wettelijk), welke kaders zouden er in de toekomst gesteld moeten worden (idee) en waar is vraag naar (doelgroepen)? Om betrokkenheid van en verantwoordelijkheid voor het park te creëren is het noodzakelijk om mensen van dichtbij bij het proces te betrekken. Vraag is of het mogelijk is om meerdere eigenaren te hebben, waarbij er mogelijkheid is om plekken binnen deze plek te creëren. Om verschillende partijen / bezoekers / gebruikers te verenigen, is er een centraal coördinatiepunt / meetingpunt / parkbeheerder nodig. Vanuit dit centrale punt worden verschillende activiteiten gefaciliteerd en gestimuleerd. Dit punt moet informatie verstrekken, verschillende materialen beheren (barbecue, schoffels, etc.) en daarnaast mogelijk een horecafunctie vervullen. Het is daarvoor echter wel noodzakelijk om duidelijkheid te creëren over de functies die het park heeft en welke faciliteiten daarbij worden aangeboden. Dit is grotendeels een kwestie van communicatie.
27
Wie is de bezoeker van het park en wat willen wij als Maastricht-LAB wat de bezoeker daar wil? Zijn er, naast de buurt, nog andere gebruikers van het park? Vanuit andere delen van de stad / regio / Nederland? Een belangrijk aspect van het park als ontmoetingsplek is de behoefte van gemeenschapsvorming, waardoor er aandacht wordt besteed aan het publiek als collectief. Mensen moeten daarom bewust en verantwoordelijk worden gemaakt over gezamenlijke activiteiten die er worden uitgevoerd (bioscoop, poëzielezing, etc.). Door het park een sterke identiteit mee te geven, kunnen verschillende groepen en mensen met de plek en met elkaar worden verbonden. Ondanks de behoefte binnen de groep aan ‘toevalligheid’ en ‘tijdelijkheid’ in dit park, is het maar de vraag of de gemiddelde parkbezoeker hier wel behoefte aan heeft. Wat echter tot nu toe in het project is gebleken is dat de tijdelijkheid van het project als belangrijke kracht wordt gezien, maar gaat dit ten koste van de levendigheid? Welke mogelijkheden zijn er voor WiFi, lichtprojecties en een drive-in bioscoop? Is een bepaalde mate van ongecontroleerdheid gewenst? Wat betekent dit park in het netwerk van groen en identiteit van de stad? Het park als plek zou als aanjager van gebied moeten fungeren, als boost voor de aantrekkelijkheid van de buurt. Wat is het doel van het project en hoe definieer je toekomstig succes? Is dat het aanbieden van ruimten om een opening te bieden voor groepen mensen en hun eigen initiatieven, of is het enkel en alleen een experiment / opstapje voor Frontenpark als groter project? Faciliteren als sleutelwoord van het project: invulling geven aan de plek, mensen actief maken, kenbaar maken van mogelijkheden en georganiseerde initiatieven. Daarbij moet de tijdelijke programmering mensen anders laten denken over het doel van het Sphinxpark. Communicatie is daarbij een belangrijk punt. Bloemenverkoop bij de entree van het park? 3.
Ingrediënten: welke concrete eigenschappen moet het park hebben?
Ondanks problemen over de definitie van de plek, lijkt een ‘tijdelijk park’ als oxymoron de meest geschikte term, waarbij het concept ‘park’ een nieuwe definitie krijgt. De tijdelijkheid van het project bepaald in grote mate de vrijheid en het karakter van de plek, en is dus een fundamenteel gegeven. Daarnaast lijkt het maatschappelijk belang van dit park evident. Één van de doelen van dit project zou daarom moeten zijn om te streven naar inclusiviteit. Dit betekent dat er een goede balans moet zijn tussen het open en gesloten karakter, het individu en het collectief. Sociale cohesie lijkt hier een sleutelbegrip. Uit de discussie blijkt dat de immateriële programmering belangrijker is als het materiële aspect. De geplande activiteiten zijn van groot belang. Hierbij dient men voort te bouwen op het huidige succes, waarbij er genoeg vrijheid bestaat voor groepen om eigen initiatieven te ontplooien. De aanwezigheid van het park in de stad moet belangrijk zijn voor de gemiddelde stadsbewoner, waarbij hij of zij een bepaalde trots moet voelen dat de stad een dergelijk park heeft. Een actieve rol voor de gemiddelde stadsinwoner is hier niet noodzakelijk. Het park als ideale stad Er dient voldoende ruimte te blijven voor nieuwe initiatieven, met genoeg flexibiliteit. Het park zou in principe 24 uur in gebruik kunnen zijn. Aangezien het park als ontmoetingsplek fungeert, met toegankelijkheid voor zowel de buurt als de toeristische bezoeker, dient het park een uitnodigend karakter te hebben. De fysieke voorwaarden of de huidige structuur van de plek (muren, groen, gebouw) lijkt te voldoen aan de aangedragen concepten en ideeën. De waarde van biodiversiteit in het park moet echter niet onderschat worden, aangezien de discussie zich tot nu toe vooral richt op de mens en haar activiteiten. Natuurlijke kwaliteit is dus ook van belang.
28
Verslag tweede workshop Sphinxpark 31-10-2012 Infocentrum Belvédère, Maastricht Aanwezig: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Alblas, Peter Dorenbosch, Linde Janssen, Esther Kloosterman, Huub Kuypers, Maarten Lamers, Rob Martens, Rik Maurer, Marc Meertens, Roel Menzel , Christoph Prins, Tim Sander Ex van Oort, Loes Wachelder, Armand Wouda, Menze
1. Discussie In de vorige workshop is gesproken over het karakter van de plek en van het park. Daarin werd benadrukt dat het park een plek zou moeten zijn om te ontsnappen, een plek met ingekaderde vrijheid. Hierin is een tegenstrijdigheid te ontdekken tussen openheid en geslotenheid (laten we de muur om het park staan of niet?). Als startpunt van de discussie is een raamwerk gepresenteerd op basis van twee assen: open vs. gesloten (terrein) en buurt vs. toerist (doelgroep). Het één sluit het ander niet uit, maar een dergelijk raster geeft een referentiekader over hoe het park kan worden vormgegeven en ingevuld. • Opmerking: factor tijd wordt niet meegenomen. Functie van een park kan veranderen in de loop der tijd. Het Sphinxpark is echter tijdelijk en biedt daardoor zowel kansen als beperkingen. • Opmerking: niveau van de stad zou de belangrijkste uitgangspositie moeten zijn. Specifieke doelgroep (buurt, toerist) is minder relevant, het één sluit het ander niet uit (buurt, stad, toerist). • Opmerking: gaat het om gebruik of beheer? De stad (gemeente) kan het volledige beheer van een nieuw, traditioneel park niet meer betalen. • De buurt heeft een belangrijke positie, maar het park zou vooral een openbare plek moeten zijn. Hoe zorgen we dat de naaste omgeving het project draagt en hier aan wil bijdragen? Doelgroep/ gebruikers vs. ambitieniveau/ programmering: piramide-model • Gebruikers: onder te verdelen in dagelijks, regelmatig, incidenteel gebruik. • Dagelijkse gebruikers (buurt): komen voor een specifiek doel. Voelen zich verantwoordelijk voor het park, zullen een bijdrage willen even. Deze groep is het fundament van het park. • Regelmatige gebruikers (stad): komen slechts één keer per maand/jaar in het park. • Incidentele gebruikers (toerist): komen er slechts één keer in hun leven. • Programmering: kan van een heel ander niveau zijn. De buurt kan juist een heel hoog ambitieniveau nastreven. • Expertise deelnemers en doel Maastricht-LAB: welke activiteiten of fysieke ingrepen zijn waardevol, haalbaar en zouden kunnen worden toegevoegd aan het huidige Sphinxpark? De kaders waaraan deze initiatieven zouden moeten voldoen zijn bekend. • Hoe kunnen we zorgen dat deze initiatieven niet vanuit de gemeente maar door de mensen worden gedragen en uitgevoerd? • Zorg dat deze plek exemplarisch wordt voor andere braakliggende terreinen in de stad. Ontwikkel een reizend concept, een methode dat ook elders in de stad kan landen.
29
Voorbeeld: een theehuis als centraal aanspreekpunt met een beheersfunctie, dat door horeca-voorzieningen zelfvoorzienend kan zijn. • Mogelijk doel: jaloerse buurten. Het creëren van een zodanige aantrekkelijke plek, dat andere bewoners zelf ook mogelijkheden zien in en een bijdrage willen leveren aan de vormgeving en invulling van de plek. • Optie: laat de plek vrij voor mensen. Betrek de bevolking om de plek in te vullen. Richt je daarbij niet op een specifieke doelgroep of specifiek thema, maar laat initiatieven (spontaan) ontstaan. • Het huidige Sphinxpark is een succes. De nadruk zou moeten liggen op het faciliteren van het dagelijks gebruik van de publieke ruimte: speeltuin voor kinderen, uitlaten van honden, etc. • Sphinxpark is een park, niet enkel een evenementen-terrein. Buurt is met name angstig voor geluidshinder. Evenementen zijn wel gewenst, maar met heldere afspraken en communicatie. • Maastricht staat bekend om ‘sjiek en sjoen’: publieke plekken moeten mooi zijn en tijd mag geen rol spelen. Het Sphinxpark biedt een plek waar tijd en verval wel aanwezig mag zijn. • Voeg iets nieuws toe aan de stad, mogelijk voor een nieuwe soort doelgroep. Deze plek leent zich goed om een soort rauwheid toe te voegen aan de stad, waar burgers en bewoners zelf de handen uit de mouwen mogen steken. • De stad met haar openbare ruimten wordt nu vaak ervaren als een evenementen-terrein: kort consumeren op een plek (als toeschouwer) en weer vertrekken. Maak van het park een plek waar mensen zelf kunnen acteren (als werkplaats). Zorg dat mensen iets kunnen doen en daarvoor terugkomen. • Mogelijk doel: organiseren van ontmoeting tussen mensen, het versterken van de sociale cohesie door interactie tussen bewoners en bezoekers te stimuleren. Maak van dit park een tijdelijke ontmoetingsplek, waarbij het samen komen belangrijker is dan de uiteindelijke fysieke bijdrage. • Ongeveer 80% van de buurt bestaat uit studenten. Geef hen een plek in het park, aangezien de student als tijdelijke gebruiker en de plek als tijdelijk park een goede match zou kunnen zijn. • Moeten we iets aan de plek toevoegen (theehuis) of kunnen we iets uit de plek zelf halen (landschap)? • Zorg dat er iets te doen is in het park, zodat de sociale cohesie wordt versterkt vanuit de plek zelf. Zoek naar (fysieke) aanknopingspunten uit het gebied (landschap, geschiedenis, sfeer). Maak het karakter van de plek inzichtelijk. • Kinderen zou een interessante doelgroep kunnen zijn voor het park. Geef kinderen een opdracht waar ze voor terug kunnen komen, met de nadruk op spelen, ontdekken en educatie (bijv. zoeken naar schatten). • Om betrokkenheid van de samenleving bij de plek te vergoten is het wenselijk om ruimte te bieden waar mensen zelf aan de slag kunnen gaan. • Mogelijke thema’s: geschiedenis van de plek, de ‘nieuwe Maastrichtenaar’ (nieuwe doelgroep in de stad die zichtbaar wordt door verbondenheid via social media) en het park als plek voor individuele ontplooiing. • Zoek de balans tussen drie organisatievormen: faciliteren (bereikbaar en toegankelijk maken), open stellen (hier kan je iets doen en realiseren) en programmeren (zelf stimuleren en uitnodigen). Het zou interessant zijn om uit deze verschillende organisatievormen lering te trekken, die weer toepasbaar zijn op andere plekken in de stad. • Drie factoren die bepalend zijn voor de haalbaarheid van projecten: tijd, geld en menskracht.
30
2. Drie scenario’s Welke activiteiten/ projecten/ ingrepen zouden van toegevoegde waarde zijn voor de stad en sluiten aan bij het (tijdelijke) karakter van het gebied en het park? Ambitie: hoe kan er gebruik worden gemaakt van de geschiedenis van de plek, waarbij ruimte is voor het organiseren van evenementen en waarbij gebruik wordt gemaakt van de kracht van de omgeving en de plek? Scenario 1: geschiedenis van de plek, inzichtelijk maken (locatiegebonden) • Sphinxpark als voorbeeldfunctie voor andere plekken van de stad. • Maak andere buurten jaloers, creëer een nog niet ontdekte behoefte. • Combinatie van natuur en tijdelijkheid: het vieren van het einde door te beginnen op een andere plek. • Neem een plak grond mee naar nieuwe plek. Laat een stukje Sphinxpark meegroeien op een andere plek. Scenario 2: evenementen, de nieuwe Maastrichtenaar als wereldburger (locatie onafhankelijk) • Bouw een theehuis, mede mogelijk gemaakt door de hotelschool (praktijk case) en academie van bouwkunst/ hogeschool (realisering huisvesting). • Het theehuis als ontmoetingsplek die nu ontbreekt in het park. • Architecturale vormgeving als eyecatcher voor liefhebbers. • Connectie met muziekgieterij leggen voor lange termijn. • Reclamebord op de parkeerplaats als aandachttrekker voor het theehuis. • Zorg voor een goede gebruikersvergunning en communicatie met buurt. • Zes evenementen nodig om uit de kosten te komen. Scenario 3: proces, ruimte voor individuele ontplooiing (potentie van de omgeving) • Doel: geef mensen met ideeën en verhalen een plek in dit park. • Fysieke plek in het park (bus, caravan, theehuis) waar iemand voor een half jaar woont en deze verhalen verzamelt. • Woonplaats voor een sociaal persoon die kan luisteren en verbinden. • Creëer een ideeëncafé, waar je betaalt met verhalen. • Stimuleer mensen om initiatieven aan te dragen en uit te voeren. 3. Vervolgproces In de volgende workshop zal er worden voortgebouwd op deze drie voorstellen. Daarbij krijgen deelnemers de ruimte te reageren en te verdiepen op deze drie scenario’s. Daarin zal ook worden gekeken of er mogelijk verbindingen zijn tussen de drie verschillende scenario’s. Opmerking: maak een digitale/ fysieke plek waarin inzichtelijk wordt wat er op dit moment allemaal gebeurt en gebeurd is in het Sphinxpark.
31
Verslag derde workshop 22-11-2012 Maastricht-LAB/ Studio Stad, Maastricht Aanwezig: 1 2 3 4 5
van Oort, Loes Prins, Tim Wachelder, Armand van Wanroij, Tim Wouda, Menze
1. Introductie Hoe kan er een project gerealiseerd worden in het Sphinxpark, op basis van de drie scenario’s ontwikkeld in de vorige workshop? • Hoe kan er een link worden gelegd met het Frontenpark? • Zet een theehuis eerst in het Sphinxpark, maar verplaats het daarna naar het Frontenpark. • Zet de energie en tijdelijkheid van het Sphinxpark in voor het Frontenpark. • Een fysieke aankondiging van het Frontenpark in het Sphinxpark. • De scenario’s zoals in de vorige workshop ontwikkeld sluiten elkaar niet uit. 2. Discussie • Concepttransplantatie: creëer iets wat kan worden meegenomen naar het Frontenpark. > Verplaats initiatieven die nu succesvol zijn uiteindelijk naar het Frontenpark. > Sluit aan op wat er al is (bebouwing, initiatieven, sfeer, etc.). • Creëer een (eenvoudige) ontmoetingsplek voor mensen. > Een tuinhuis, bus, trailer of caravan als ontmoetingsplek fungerend. • Tijdelijkheid als uitgangspositie: hoeft niet specifiek voor het Sphinxpark gebouwd te worden. > Low-budget: tweedehands voorziening kan ook voldoen. > Zorg voor goede, eenvoudige horeca, met het park als terras. > Ontmoetingsplek als eyecatcher van het park: maak de plek zichtbaar. • Bied een werkplaats voor bezoekers van het park. > Iets waar mensen in kunnen participeren en voor terugkomen. > Voorbeeld: bouwen van maquette voor het Frontenpark. • Proefpark als educatief model. > Maak tijdelijkheid meer permanent, doordat mensen er iets leren en meenemen. • Experiment in het Sphinxpark kan leiden tot permanente functie in Frontenpark. > Optie: geef CNME een rol of plek in het park. • In hoeverre moet de fysieke accomodatie ‘hufterproof’ zijn? > Gevolgen van verwoesting zichtbaar maken is niet erg. > Keihard, koud en onverwoestbaar vs. zacht, warm en kwetsbaar. • Focus van object naar programma: de ontmoeting of activiteit staat centraal. • Ideeëncafé als verzamelpunt: betalen zonder geld. > Korting voor een drankje als mensen iets achter laten voor het park. > Vertalingslag: hoe ideeën te vertalen naar uitvoering?
32
• Betrek medewerkers van het Frontenpark. > Medewerkers binnen de gemeente fysiek aan het werk in het Sphinxpark. > Sphinxpark als testcase: komen er mensen naar een dergelijke ontmoetings plek? > Koppel een evenement voor het Frontenpark aan de ontmoetingsplek in het Sphinxpark. 3. Plan van aanpak
Uitgangspunten: 1. ‘Theehuis’: fysieke werkplaats, goedkoop en low-profile. > Ontmoetingsplek voor mensen. > Verzamelpunt van ideeën. > Vertaling van ideeën naar uitvoering. 2. Programma: aansluiten bij theehuis, met bestaande en/ of nieuwe initiatieven. > Zorg dat het een plek wordt waar mensen niet enkel consumeren, maar ook iets achter laten. > Één initiatief vanuit het LAB, aansluitend op de rest. 3. Verhuizing: voetafdruk van succesvolle projecten uit het Sphinxpark verplaatsen naar het Frontenpark. > Zorg dat er naast een horecaondernemer ook een persoon aanwezig is die ideeën verzamelt. > Een entertainer die mensen verbindt, aanspreekt en verleidt om ideeën te delen. > Optie: wisselende groep die tijd investeert en deze rol op tourbeurt vervult. > Kijk of er al vrijwilligers of bewoners zijn die een dergelijke rol zouden willen vervullen. > Geef zelf het voorbeeld: als deelnemer van dit experiment zelf tijd investeren in het ideeëncafé. > Ambitie opening theehuis: 21 maart, aansluitend op de heropening van het park. > Budget: koppelen aan Frontenpark. > Alternatief: cofinanciering met andere instanties. > Businesscase: (zestal) evenementen in het park > Low-budget accommodatie. >Open toegankelijk, drempels verlagen, dus geen entree. > Organisatievorm m.b.t. vergunningen voor horeca. > Stichting of verenging in plaats van pure horecavoorziening. >Ideeëncafé als culturele instelling. > Stichting: lidmaatschap als donatie. Legaal om een drankje te kopen. 4. Vervolgproces en afspraken In de volgende bijeenkomst zal het plan van aanpak zoals hierboven wordt omschreven verder worden uitgewerkt. Daarom is het taak om inzichtelijk te krijgen wat de haalbaarheid is van een dergelijk project, zowel qua tijd, kosten als organisatie. Afspraken • Armand zoekt uit wat een fysiek object kost (container, caravan, tuinhuis, etc.), in overleg met Sander. • Loes maakt inzichtelijk wat de kosten zijn voor mogelijke programmering. • Menze zoekt uit hoe de regelgeving in elkaar zit m.b.t. horecavoorzieningen. • TimW vraagt aan team Frontenpark wat de mogelijkheden zijn om budget te koppelen aan het project Frontenpark. • TimP onderzoekt de mogelijkheden van een soort roulatiesysteem van ideeënverzamelaars.
Verslag vierde workshop 12-12-2012 Maastricht-LAB/ Studio Stad, Maastricht De groep is bijgesproken en enkele thema’s en discussies werden verder uitgediept. Echter was het duidelijk, dat deze bijeenkomst weinig nut had zonder de aanwezigheid van de ondernemer. Toch hebben alle aanwezigen bevestigd in meer of mindere mate betrokken te blijven bij de uitvoering. Daarom is besloten een extra bijeenkomst in de plannen om alsnog tot een succesvol plan van aanpak te komen met een voltallige groep.
33
Verslag ‘extra’ bijeenkomst 08-01-2013 Maastricht-LAB/ Studio Stad, Maastricht aanwezig: Loes van Oort Sander van der Sluis Tim Prins 1) aandeelhouderschap in verschillende gedaanten en met verschillende rollen: > Het Maastricht-LAB zal zich niet direct met de exploitatie van het project bezig kunnen houden. Daar heeft het de organisatievorm en capaciteit niet voor. Wel zal het de begeleiding kunnen verzorgen op het stedelijke niveau, namelijk het aaneenknopen van ontwikkelingen, waar het T/huis een onderdeel van is. Dus kort gezegd, inbedding in gemeentelijke plannen voor toegankelijkheid en zichtbaarheid. > Bureau Europa/ Marres zou een rol kunnen spelen betreffende de programmering op het terrein zelf en mogelijke samenwerking met medegebruikers. Ook zou het T/huis een deel zijn van het cultureel programma, dus ook via media van de instelling bekendheid kunnen krijgen. > Sander met mogelijke andere partners neemt vooral de uitvoering en exploitatie op zich. Hij is de man in het werkveld. > Daar het Maastricht-LAB een tijdelijk initiatief is en de zeggenschap/ verantwoordelijkheid van Bureau Europa/ Marres zich tot het Sphinxpark begrensd, zou ook de organisatie van tijdelijke aard kunnen zijn. Na iedere transplantatie is een moment van reflectie, zodat een organisatie zich naar behoefte aan kan passen. nieuwe en toekomstige locatie: > in het Sphinxpark is water en elektriciteit aanwezig, alleen afvoer ontbreekt. Het T/huis zal progammatische ondersteuning moeten krijgen (evenementen) voor de financiële gezondheid. Dat kan op eigen initiatief, maar ook van initiatieven van derden. > locatie voor Frontenpark verder uitzoeken vanwege gastoevoerinstallatie > Vanwege het tijdelijke bestaan in het Sphinxpark is mobiliteit van het T/huis belangrijk voor het voortbestaan en langdurig succes van het project op zich, maar ook van de parken, waar het in komt te staan. Als meerjarenplan zal ook de ambitie van VIA2018 worden meegenomen. VIA2018 wil in elke stad een park aanwijzen als incubator. Een mobiel thee-serverend-info-paviljoen zou voor hun ook interessant kunnen zijn. (Adoptie-/ transplantatie-strategie. > Een container kan worden verplaatst, maar verplaatsing is niet goedkoop. Toch zal het ook een uitstraling moeten hebben, zoals bijvoorbeeld het Theehuis in het Vondelpark. Een andere mogelijkheid is een oplegger. Sander heeft een contact, die misschien een oplegger heeft staan, maar ook mogelijk interesse kan hebben in te stappen als mede-eigenaar in het T/huis.
Verslag tweede en derde ‘extra’ bijeenkomst 12-12-2012 @ Taart, Maastricht De ondernemer heeft de rol van trekker op zich genomen en met steun van Bureau Europa en het M-LAB worden taken onder de deelnemers verdeeld: - de ontwerpers maken een voorstel voor een trailer - er wordt op het internet en in het netwerk geïnformeerd, wat de kosten kunnen zijn van een tweedehands trailer - Menze gaat bij de gemeente na, welk vergunningtraject moet worden ingezet. - Tim stelt een projectplan op naar aanleiding van de tekeningen en andere research van de leden.
34
EXP01_Sphinxpark
Projectplan Naam project: T-huis Naam projectleider: Sander van Sluis Naam kwaliteitsborger: Loes van Oort, Tim Prins Status: Versie nr.: 01 Datum: 3 januari 2013
□ concept □ definitief
1. Doel, Resultaten en afbakening(scope) Doelstelling Aan welke (beleids)doelen levert het project een bijdrage? Formuleer deze in ER-termen (beter, sneller, minder, meer etc.)
Het initiatief van Bureau Europa/ Marres / Recentre een braakliggend terrein te adopteren en om te toveren tot een levendig park was in het eerste seizoen succesvol. Desondanks kwamen uit de werkgroep enkele voorstellen ter verbetering:
- betere informatie voorziening zoals regels voor het park - verder activeren van ideeën uit de omgeving - frequent toezicht Resultaat - Een Thee-huis dat zal mensen van een kop thee of koffie Wat is klaar als het klaar is? Formuleer kunnen voorzien, maar ook een aanspreekpunt voor vragen en opmerkingen zijn en meer informeel toezicht kunnen bieden het resultaat en de (kwaliteits)eisen voor de orde in het park. daaraan zo SMART, eenduidig en - De aandacht zal ook positief zijn voor het naastgelegen beloofbaar mogelijk Frontenpark Afbakening - Het beheer zal door een particuliere ondernemer op zich worden genomen. Wat lever je niet op vanuit het project - Het toezicht is slechts informeel van aard. Van daadwerkelijk (maar is wel evt. nodig voor het ingrijpen zal geen sprake zijn. realiseren van de projectdoelstelling? - Investering t.o.v. tijd is een vraagstuk. Een nieuwe host vinden na sluiting Sphinxpark is een belangrijke voorwaarde. Afhankelijkheidsrelatie met ander(e) - Sphinxpark is al een project op zich en staat binnen de project(en) publiek- cultureel programma ‘Landschap in Perspectief’. In hoeverre is het resultaat onderdeel - Het Frontenpark zal baadt hebben bij de bekendheid van het Sphinxpark. De transplantatie van concept, energie en van een groter geheel (bijv. een programma)? Noem deze gerelateerde eventuele diensten een een optie. projecten en de concrete raakvlakken - VIA2018 is voornemens in iedere stad een ‘park van ...’ aan te wijzen. Randvoorwaarden Het project is slechts van tijdelijke aard met een maximale Zijn er beperkingen buiten de looptijd van 5 maanden. Vergunningen kunnen een probleem beïnvloedingssfeer van het project die zijn qua aanvraag en kosten. aan het project worden opgelegd? Denk bijv. aan wettelijke regelingen.
2. Aanpak In paragraaf 1 is de opdrachtformulering (deels) herhaald. Daarin staan geen mijlpalen genoemd. Die komen pas in deze paragraaf aan de orde. Beschrijf de mijlpalen die nodig zijn om het hierboven
Pagina 1 van 7
35
EXP01_Sphinxpark
beschreven projectresultaat te realiseren. Deze mijlpalen heb je met mensen uit alle benodigde expertise en disciplines geformuleerd (onderdeel van ‘groene route’). Mijlpalen
Wie is verantwoordelijk?
Wat is de opleverdatum?
A) reeks workshops o.b.v. het Maastricht-LAB: 1. verzamelen van ideeën en voorzet geven voor een visie. > referentiekader een mogelijk doel
Projectleider Maastricht-LAB samen met Projectleider Sphinxpark
februari 2013
2. bespreken voorwaarden en behoeften, waar het project aan moet voldoen cq. naar moet streven. > drie aparte groepen maken een voorstel 3. toetsen haalbaarheid van elk plan en mogelijke samensmelting van ideeën tot een concreet plan. > uitzetten van taken aan verschillende deelnemers van de werkgroep 4. verdere uitwerking plan en navragen bereidheid ook na werkgroep betrokken te blijven > eerste voorzet teamsamenstelling projectteam en benoemen nieuwe projectleider 5. uitwerken projectplan en zoeken naar financiering en draagkracht > presentabel projectplan en agenda B) tweetal ontmoetingen en uitvoering Projectleider T-huis en van project (zelfstandig): Projectleider Sphinxpark 1. inventarisatie van benodigd materiaal, aanscherpen projectplan, eventueel uitsturen aanvragen, samenstelling definitieve projectgroep, huisstijl, medewerkers uit hotelschool, n.t.b. > agenda en projectgroep T-huis
april 2013
2. bepalen datum opening, acquisitie materiaal, communicatie naar buiten, afstemming met andere gebruikers, n.t.b. > n.t.b. 3. in gebruik name van T-huis en vangen van dromen > n.t.b.
36
Pagina 2 van 7
EXP01_Sphinxpark
C) transplantatie van concept, energie Projectleider T-huis samen met juli 2013 Projectleider Sphinxpark en en eventueel materiaal: 1. bekendmaking en viering einde Maastricht-LAB Sphinxpark 2. Gezamenlijke uittocht materiaal en deelnemers naar nieuw park (Frontenpark)
3. Omgeving Je omgeving bepaalt ook hoe je het project opzet en stuurt. Maak met andere betrokken een omgevingsanalyse (onderdeel ‘groene route’). Volg onderstaande stappen (voor meer info: zie bijlagen in spelregels PMW): Breng met het (beoogde) projectteam de belangrijkste spelers (intern/extern) in kaart. Stap 1: Stap 2: Bepaal per speler belang bij het project (wat betekent het projectresultaat voor hen?). Stap 3: Bepaal per speler de gewenste bijdrage en betrokkenheid bij het project. Stap 4: Plaats deze spelers in de omgevingskaart (meebeslissen, meeweten, meedenken en/of meedoen). Een speler die meebeslist, kan bijv. de opdrachtgever, het BVO of de Directieraad zijn. Een speler die meeweet, moet vooral worden geïnformeerd (via bijv. nieuwsbrief of intranet). Een speler die meedenkt en/of meedoet moet actief worden bij het project worden betrokken (denk hierbij aan deelname aan projectteam, workshop, brainstormsessie, etc. Stap 5: Leg de borging vast (zekerstelling realisatie van het betreffende belang en bijdrage). Stap 6: Vul onderstaande tabel in. Speler
Belang
Bijdrage en betrokkenheid (meebeslissen, meeweten, meedenken en/of meedoen) Bureau Europa/ Deelverantwoordelijk voor meebeslissen en meedoen Marres gebruik en orde van het Sphinxpark Gebruikers Aantrekkingskracht en meeweten en meedoen Sphinxpark controle bezoekers
Borging
Gemeente Maastricht
gezamenlijk deelname
Verantwoordelijk voor meeweten en meedoen gemeentelijke eigendommen, publieke ruimte en algemene veiligheid Maastricht-LAB Aantrekkingskracht en meeweten en meedoen transplantatie energie naar Frontenpark Buurtbewoners Gebaat bij extra meeweten toegankelijke groene ruimte
betrekken via besprekingen en deelname betrekken via besprekingen
gezamenlijk deelname openlijke bekendmaking
4. Beheersing van het project
Pagina 3 van 7
37
Maatregelen: - doorloop van het Sphinxpark is beperkt, de projectleiders zullen gebaad zijn bij een z.s.m. in gebruik name van het T-huis - n.t.b. 4.2 Geld Centrale vraag: “Hoe ga je het geld beheersen in het project?”. Geef aan welke beheersmaatregelen je neemt, gericht op het bewaken van de budgetuitputting. Geef in onderstaande tabel de verwachte kosten EXP01_Sphinxpark per mijlpaal aan. En vermeld erbij of hiervoor budget beschikbaar is. Mijlpaal Personele in uren(tijd,Materiële kosteninformatie, Budgetorganisatie), beschikbaardie Beheersmaatregelen gericht op het bewakenkosten van TGKIO geld, kwaliteit, (extern/intern) (ja/nee) (mede in gesprek met het projectteam) zijn vastgesteld. A) reeks workshops o.b.v. het op vrijwillige basis Maastricht-LAB ja 4.1 Maastricht-LAB Tijd Centrale vraag: “Hoe ga jeen de tijdn.t.b. beheersen in het project?”.-Geef aan welke beheersmaatregelen je € 5.000: bijdrage B) tweetal ontmoetingen ja en n.t.b. neemt, gerichtvan op het in controle houden van doorlooptijden, tijdsbesteding van teamleden etc. Bureau Europa uitvoering project - € 2.500: bijdrage (zelfstandig) Maatregelen: SfA - doorloop van het Sphinxpark is beperkt, de projectleiders zullen gebaadbijdrage zijn bij een z.s.m. in gebruik - € 7.500: name van het T-huis Maastricht-LAB -C) n.t.b. - € 10.000: bijdrage n.t.b. transplantatie van concept, n.t.b. Frontenpark energie en eventueel 4.2 materiaal Geld Centrale vraag: “Hoe ga je het geld beheersen in het project?”. Geef aan welke beheersmaatregelen je neemt, gericht op het bewaken van de budgetuitputting. Geef in onderstaande tabel de verwachte kosten per mijlpaal aan. En vermeld erbij of hiervoor budget beschikbaar is. 4.3 Kwaliteit Mijlpaal Personele kosten in uren Materiële kosten Budget beschikbaar Centrale vraag: “Hoe bewaak je de kwaliteit in het project?”. Geef aan op basis waarvan (extern/intern) (ja/nee)je de kwaliteit beheerst. is het benoemen van kwaliteitseisen aan geformuleerd resultaat en A) reeks Minimum workshopsonderdeel o.b.v. hethiervan op vrijwillige basis Maastricht-LAB ja mijlpalen. Maastricht-LAB Geef in onderstaande tabelen aan, aan moet voldoen en hoe 5.000: bijdrage B) tweetal ontmoetingen n.t.b.welke eisen elke mijlpaal- € ja en en door n.t.b.wie wordt gemeten, getoetst beoordeeld of daaraan wordt voldoen. Bureau Europa uitvoering van en project - € 2.500: bijdrage (zelfstandig) SfA Mijlpaal Kwaliteitseisen aan het inhoudelijke resultaat Toetsing en goedkeuring - € 7.500: bijdrage (functioneel, operationeel, gebruikerseisen) Maastricht-LAB - € 10.000: bijdrage n.t.b. C) transplantatie van concept, A) reeks gedragen doorn.t.b. alle leden werkgroep, functioneel/ Frontenpark energie en eventueel workshops financieel uitvoerbaar materiaal o.b.v. het MaastrichtLAB B) tweetal n.t.b. ontmoetingen uitvoering 4.3 en Kwaliteit EXP01_Sphinxpark van project Centrale vraag: “Hoe bewaak je de kwaliteit in het project?”. Geef aan op basis waarvan je de kwaliteit (zelfstandig) beheerst. Minimum onderdeel hiervan is het benoemen van kwaliteitseisen aan geformuleerd resultaat en C) transplantatie n.t.b. mijlpalen. concept, Geefvan in onderstaande tabel aan, aan welke eisen elke mijlpaal moet voldoen en hoe en door wie wordt energie en gemeten, getoetst en beoordeeld of daaraan wordt voldoen. eventueel materiaal Mijlpaal Kwaliteitseisen aan het inhoudelijke resultaat Toetsing en goedkeuring (functioneel, operationeel, gebruikerseisen) Pagina 4 van 7 4.4 Informatie/communicatie InA)projecten spelen twee zaken een belangrijke rol: informatie en communicatie. Informatie zit meer in de reeks gedragen door alle leden werkgroep, functioneel/ informatiebeheersing, communicatie richt zich meer op de omgeving van het project. workshops financieel uitvoerbaar o.b.v. het Informatie: in onderstaande informatie-matrix (die gericht is op het projectteam) is reeds vastgelegd hoe MaastrichtmetLAB informatie wordt omgegaan (adviseren, goedkeuren, archiveren, etc.). Dit is in principe altijd hetzelfde voor elk project. B) tweetal n.t.b. ontmoetingen Informatie-matrix en uitvoering (gericht op het projectteam) Welke Opdrachtgever ProjectKwaliteits- ProjectProjectvaninformatie project leider borger team ondersteuning (zelfstandig) Verslag projectgroep Toets. Ontv. Opst.+ distr.+arch.
38
Opdracht
Goedk.
Opst.
Toets.
Adv.
Distr.+arch.
Plan van aanpak
Goedk.
Opst.
Toets.
Projectproduct / mijlpalen Voortgangsrapportage Evaluatie
Goedk.
Toets.
Toets.
Goedk.
Opst.
Toets.
Arch.+distr.
Goedk.
Opst.
Toets.
Arch.
Arch.+distr. Opst.
Arch. Pagina 4 van 7
EXP01_Sphinxpark
C) transplantatie n.t.b. van concept, energie en eventueel materiaal 4.4 Informatie/communicatie In projecten spelen twee zaken een belangrijke rol: informatie en communicatie. Informatie zit meer in de informatiebeheersing, communicatie richt zich meer op de omgeving van het project. Informatie: in onderstaande informatie-matrix (die gericht is op het projectteam) is reeds vastgelegd hoe met informatie wordt omgegaan (adviseren, goedkeuren, archiveren, etc.). Dit is in principe altijd hetzelfde voor elk project. Informatie-matrix (gericht op het projectteam) Welke informatie Opdrachtgever Projectleider Verslag projectgroep Toets.
Kwaliteitsborger
Projectteam Ontv.
Projectondersteuning Opst.+ distr.+arch.
Opdracht
Goedk.
Opst.
Toets.
Adv.
Distr.+arch.
Plan van aanpak
Goedk.
Opst.
Toets.
Projectproduct / mijlpalen Voortgangsrapportage Evaluatie
Goedk.
Toets.
Toets.
Goedk.
Opst.
Toets.
Arch.+distr.
Goedk.
Opst.
Toets.
Arch.
*
Arch.+distr. Opst.
Arch.
Opst. = opstellen, Toets. = toetsen, Adv. = adviseren, Distr. = distribueren, Ontv. = ontvangen ter informatie, Goedk. = goedkeuren, Arch. = archiveren
Communicatie: in onderstaande doelgroepen/middelenmatrix (die gericht is op de projectomgeving) wordt vastgelegd hoe de omgeving wordt geïnformeerd. Basis hiervoor vormt de omgevingsanalyse uit paragraaf 3. Stel hierbij voor jezelf de ‘w’-vragen: wat, waarom, (voor/met) wie, waarmee, wanneer. En vul onderstaande matrix in (bij voorkeur in overleg met team communicatie!). Doelgroepen/middelenmatrix (gericht op de projectomgeving) Mondelinge middelen*
Schriftelijke/digitale middelen**
directe omgeving
Informatie ter plekke
T-huis als aanspreekpunt
lab-journaal
inwoner Maastricht
publieke aankondigingen
T-huis als aanspreekpunt
lab-journaal
landelijke aandacht
Media aandacht Sphinxpark
T-huis als aanspreekpunt
lab-journaal
Doelgroep website Bureau Europa/ Marres/ Maastricht-LAB/ Landschap in Perspectief website Bureau Europa/ Marres/ Maastricht-LAB/ Landschap in Perspectief website Bureau Europa/ Marres/ Maastricht-LAB/ Landschap in Perspectief
Pagina 5 van 7
39
EXP01_Sphinxpark
* **
Altijd voor twee-richtingsverkeer en het beïnvloeden/betrekken van partijen (meedenken, meedoen, meebeslissen). Voorbeelden: projectteambijeenkomst, werkoverleg, bilateraal overleg, lunchbijeenkomst, presentatie (tweerichtingsverkeer). Altijd voor éénrichtingsverkeer en gericht op informeren van partijen (meeweten). Voorbeelden: nieuwsbrief, poster, e-mail, intranet, blauwdruk, internet (eenrichtingverkeer).
4.5 Organisatie In onderstaande tabel geef je de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de belangrijkste spelers aan. Eventueel aan te vullen door een organogram met de projectorganisatie. Naam
Verantwoordelijk voor (zoveel mogelijk in resultaattermen)
Sander van Sluis
Verantwoordelijk voor exploitatie
Loes van Oort
Verantwoordelijk voor draagvlak en conceptuele opbrengst
Christoph Menzel
Verantwoordelijk voor programmering geen
Roel Meertens
Bevoegd tot (om verantwoordelijkheden waar te kunnen maken. Bijv. het aansturen van projectmedewerkers binnen overeengekomen tijd, geld en kwaliteitskaders)
Taken (acties die moeten worden uitgevoerd om verantwoordelijkheden te realiseren)
betrekken middels denksessies
Armand Wachalder Tim Prins Peter Alblas Huub Kloosterman Menze Wouda
Verantwoordelijk voor regelgeving en financiering
Esther Janssen Maarten Kuypers
Verantwoordelijk voor huisstijl
Marc Maurer
betrekken middels denksessies betrekken middels denksessies
Rik Martens
5. Risicobeheersing Risico’s zijn potentiële problemen die zich voor kunnen doen. Het zijn nog geen feiten. In projecten zijn doorgaans veel risico’s verborgen. Het is goed deze te expliciteren en te prioriteren. Zodat erop gestuurd kan worden. Prioriteren doe je door de kans en de impact te waarderen (1 = laag, 2 = midden, 3 = hoog). En vervolgens door te bepalen hoe je de kans van optreden wilt verkleinen (voorzorgsmaatregel) of de impact wilt minimaliseren (noodmaatregel). Risico
40
Kans van optreden
Mogelijke impact op vervolg Beheersingsmaatregel van het project (inhoudelijk (om kans en/of impact te en/of beheersmatig (tijd, geld, verkleinen) kwaliteit, inzet medewerkers)
Pagina 6 van 7
financiering Esther Janssen Maarten Kuypers
Verantwoordelijk voor huisstijl
Marc Maurer
betrekken middels denksessies betrekken middels denksessies
Rik Martens
5. Risicobeheersing Risico’s zijn potentiële problemen die zich voor kunnen doen. Het zijn nog geen feiten. In projecten zijn doorgaans veel risico’s verborgen. Het is goed deze te expliciteren en te prioriteren. Zodat erop gestuurd kan worden. Prioriteren doe je door de kans en de impact te waarderen (1 = laag, 2 = midden, 3 = hoog). En vervolgens door te bepalen hoe je de kans van optreden wilt verkleinen (voorzorgsmaatregel) of de impact wilt minimaliseren (noodmaatregel). Risico
Kans van optreden
Mogelijke impact op vervolg Beheersingsmaatregel van het project (inhoudelijk (om kans en/of impact te EXP01_Sphinxpark en/of beheersmatig (tijd, geld, verkleinen) kwaliteit, inzet medewerkers)
6. Aannames Pagina 6 van 7 Geef hier aan, welke aannames zijn gedaan bij het opstellen van dit plan. Een aanname is iets waar het project afhankelijk van is en waarvan men inschat, dat het aanwezig is. Bijvoorbeeld: de aanname dat een onderzoeksrapport, dat een half jaar oud is, nog steeds de actuele situatie weergeeft. Of de aanname, dat toegezegde medewerkers voldoende kennis bezitten om bepaalde complexe taken uit te voeren.
41
INTERMEZZO: gesprek met mr. Cindy Rondas| Senior Aanbesteder Team Financieel Advies en Team Concernzaken | Gemeente Maastricht Staatssteun Van staatssteun is pas serieus sprake als: verzameld bedrag van alle overheidsinstanties gedurende periode van 3 jaar 100.000 euro overschrijden Omdat een overheid een bedrijf subsidie verleent (beschikking, geen lening) zou daar een wettelijke basis voor moeten worden opgesteld in de vorm van een subsidieverordening nodig. Na te vragen bij Leo Binders of Patrick van Dijk Aanbesteding de verwachte omzet is op jaarbasis nihil (< 25.000 euro), wat ook een minimale opdrachtwaarde betekend. het is een tijdelijk bouwwerk. Een permanent theehuis moet aan uiterlijke eisen van de gemeente voldoen. De ondernemer kan zelf over de potentiële winst beschikken, mits dat is afgesproken Het is aan te raden bij de formele oprichting van de organisatie beide aspecten (tijdelijkheid en beperkte omzet) in de statuten te benoemen. Met de bovenstaande voorwaarden kan de gemeente de subsidie verlenen en deelnemer zijn van de onderneming.
42
Na een periode van twee maanden radiostilte neemt het M-LAB het initiatief weer over. Enerzijds blijkt de voortgang te stokken bij de vergunningsaanvraag. Voor een tijdelijke vergunning is de behandeltijd zes maanden. Het is mogelijk vervroegd toestemming te krijgen, echter moet de aanvrager preventief mogelijk klachten voorkomen, door het voornemen bij de buurt te presenteren. Deze stap is niet meer gemaakt. Een tweede horde in het proces was de vraag of gunning wel volgens de richtlijnen is verlopen. Er heeft geen aanbesteding plaatsgevonden en de vraag is of de open vraag deel te nemen aan het experiment voldoende was. Ten tweede is de vraag ontstaan of de investering, die het M-LAB in het project doet, niet ook een lichte vorm is van staatssteun, aangezien de initiatiefnemer voortkomend uit de workshops een bedrijf is. Om op deze vragen een antwoord te krijgen, hebben we advies van Cindy Rondas van Team Financieel Advies en Concernzaken ingewonnen. Zowel de gunning als de geldelijke investering zijn geen probleem. Een dergelijke ‘verdachte’ belangenverstrengeling wordt pas serieus genomen bij bedragen vanaf @100.000,-. De gunning en de financiële steun zijn geen probleem. De opgelopen vertraging heeft de zelfstandige organisatie van het project geen goed gedaan. De ondernemer, die zich vanuit de workshops had aangeboden als nieuwe kartrekker, heeft geen ontmoetingen meer opgezet en de onderlinge communicatie is stilgevallen. Daarom neem het M-LAB de verantwoording weer over. Naast de juridische en financiële uitdagingen is tijd ook een belangrijke factor in het proces. Ten eerste is het Sphinxpark slechts tijdelijk in haar bestaan. De opening van het zomerseizoen van het park was als deadline genomen. Deze is niet gehaald. Zodoende moet er een nieuwe lanceerdatum worden geprikt. Een tweede blijven de activiteiten van het M-LAB nevengeschikt voor de deelnemers. Misschien een overbodige constatering, maar het is in zoverre belangrijk, dat afspraken en voortgang van het proces altijd secundair zijn t.o.v. de primaire werkzaamheden van deelnemers. Dat geldt zowel voor de ambtelijke en marktpartijen. Een vergadering is zelden sneller dan twee weken haalbaar, waardoor elke stap in het proces een bijna maandelijkse cadans heeft. Dit zou in principe met goede planning zijn te verhelpen, echter is dat niet mijn sterkste punt als extern M-LAB projectleider. Ook de financiering is niet geheel duidelijk. Er zijn verschillende begrotingen gemaakt, maar binnen de werkgroep bestaat geen consensus over de grootte en ambities van het beoogde theepaviljoen. De hoogte van het bedrag is voorlopig helaas niet bindend genoeg om tot een haalbaar plan te komen. Behalve de grootte is er ook onenigheid over het wel of niet schenken van alcohol. De kartrekker blijft vasthouden aan het idee van een drankvergunning om van het theepaviljoen een succes te maken, wat niet door alle deelnemers als nodig wordt geacht. Pijnpunten: Aangezien in de tijdelijkheid ‘tijd’ niet mag worden onderschat, zal het gehele plan moeten worden herijkt om nog voor het sluiten van de Sphinxparkpoort alsnog aan de ambities van de oorspronkelijke werkgroep te voldoen, namelijk een ontmoetingsplek, waar informatie over het park kan worden verkregen en ook iets kan worden gedronken, zodat het park meer verblijfsgebied zal zijn. Hoewel de investering niet botst met regelgeving wordt het toch noodzakelijk een reële begroting van het plan op te stellen welke is gebaseerd op het aanwezige geld. Er zal een definitieve beslissing moeten komen over het ambitieniveau van het paviljoen binnen de haalbare eisen van tijd en geld. Met andere woorden een hiërarchie is nodig om qua organisatie de volgende stap te zetten. Ten slotte zal het voorstel geen vraagstukken meer voor vergunningen moeten oproepen, omdat een vertraging fataal kan zijn voor het project. Voorstel: het mobiele paviljoen wordt op de laatste dag van het Sphinxpark geplaatst, zodat de bezoekers bij de afsluiting alsnog bekend worden gemaakt het met initiatief om het vervolgens naar het Frontenpark te verplaatsen. De inauguratie is tevens stoet ter viering van de overdracht.
43
er wordt afgezien van een drankvergunning en paviljoen serveert alleen warme of koude koffie en thee. Mocht alcohol alsnog een meerwaarde zijn, bijvoorbeeld door bezoekersvraag, kan deze later aan het paviljoen worden toegevoegd. Dan is er ook tijd om de vergunning aan te vragen Bureau Europa neemt het initiatief over en neemt de definitieve beslissing na overweging van het advies van de andere deelnemers en het M-LAB. De randvoorwaarden voor een mobiel theepaviljoen worden z.s.m. met J. Rulkens van de afdeling Vergunningen voorgelegd. Verslag vierde ‘extra’ bijeenkomst 05-09-2013 Maastricht-LAB/ Studio Stad, Maastricht aanwezig: Roel Meertens Loes van Oort Peter Alblas Menze Wouda Jean Rulkens van de afdeling Veiligheid en Leefbaarheid van de gemeente Maastricht Tim Prins Kort terugkomend op de inzet van de bespreking: het Sphinxpark sluit op 1 oktober en deze gebeurtenis willen we toch graag ondersteunen met het voorstel uit het EXP01 (wellicht in afgeslankte vorm). De tijd is inmiddels erg krap en zodoende een bepalende criterium geworden voor het definitieve plan. Het budget is beperkt en het voorstel moet hier binnen passen, want er is geen tijd meer voor andere gelden aan te vragen. Ten derde blijft het vraagstuk van vergunningen spelen. Aangezien er bij deze bijeenkomst een knoop moest worden doorgehakt, was het noodzakelijk alle 3 de voorwaarden in acht te nemen. Vandaar dat Jean Rulkens aanschoof om ons van advies te voorzien betreffende de vergunning. Tijd: het park sluit over twee weken. Er is geen tijd meer om iets te bouwen, laat staan een vergunning aan te vragen. Bureau Europa programmeert ook het Frontenpark. Er bestaat een optie het object daarna naar het Frontenpark te verplaatsen (inclusief aandacht). Geld: het budget blijft onveranderd. In plaats van alleen te kijken naar een reeds bestaand object of unit wordt besproken, of het niet ook om een reeds bestaand initiatief kan gaan. In Heerlen heeft een jonge ondernemer vorig jaar een tuktuk ter beschikking gekregen om etenswaren te verkopen. De gemeente heeft namelijk ter stimulering van dergelijke mobiele initiatieven de ventvergunning afgeschaft. Vergunning: of een object klein of groot is, voor een vergunningsaanvraag is de procedure gelijk. Er gaat dus net zoveel geld en energie inzitten voor een klein initiatief als een theehuis. Dit wordt helemaal problematisch voor een tijdelijke vergunning, want behalve de proceduretijd van 26 weken, is het ook nog een duur. Duizend euro duur. Dat komt omdat de interne procedure voor een tijdelijke vergunning nog complexer is en daardoor ook meer werkuren bij V&L kost. Een permanente vergunning is onlogisch, dus raadt J. Rulkens aan een evenementenvergunning aan te vragen voor ons voorstel. Horeca is inclusief in deze vergunning, het heeft een maximale duur van een maand en is plaatsgebonden. Doordenkend naar onze situatie: er moeten twee vergunningen zijn voor de unit. Eén voor het Sphinxpark en één voor het Frontenpark. Misschien vallen deze echter onder de lopende evenementenvergunningen van Bureau Europa... Concluderend uit ons gesprek: we hebben gekozen voor een verzameling van meerdere ondernemers met bestaande mobiele units te vragen met ons het einde van het Sphinxpark te vieren en daaropvolgend het Frontenpark in te trekken. Het is volgens de aanwezigen de enige optie om toch onze gedachten en energie aan het park door te geven. Aan jullie de vraag, of jullie nog mensen kennen, die we hiervoor kunnen vragen. Roel neemt contact op met de tuktuk-man.
44
45
46
Verslag workshop Frontenpark 22 juni 1. • • • • • • • • • • • • • 2.
BEHOEFTE, SFEER EN IDENTITEIT Sluit aan / maak gebruik van de bestaande kwaliteiten en waardeer deze op. Laat het een park worden dat Maastricht nu nog niet heeft (tegenhanger stadspark). Kijk goed wat bij de stad past / waar de mensen behoefte aan hebben. Een ruig park met accent op avontuur en ontdekken. Geen design, kant en klaar park. Geen regels. Referenties: Spoorzone Noord – Antwerpen en Insel Hombroich – bij Düsseldorf Laat het Frontenpark een natuurpark worden met ecologisch beheer en een educatieve functies. Maak de geschiedenis (vesting, industrialisatie) zichtbaar / beleefbaar (kanalen, gangenstelsels). Behoud de sfeer dat je in het Frontenpark ver weg van de stad bent ;concept = rust; de andere wereld. Maak van het Frontenpark een plek om te picknicken / te flaneren (referentie: Vondelpark). Doe iets met het aanwezige water. Breng variatie / afwisseling aan (verborgen – open); verdeel het gebied in verschillende zones qua drukte / stilte; maak gebruik van de hoogteverschillen. Maak het Frontenpark niet, maar laat het ontstaan. Zorg dat het park verbonden is met de (stedelijke) omgeving. GEBEURTENISSEN EN ACTIVITEITEN
• Zorg voor bestemmingen in het gebied ; er moeten meerdere aanleidingen zijn om er naar toe te gaan; levendigheid is noodzaak. • Plekken moeten een betekenis hebben / krijgen; zoek daarvoor aansluiting bij wat er is (vestingwerken, natuur / muurhagedis, industrieel erfgoed), maar voeg ook nieuwe dingen (trekkers) toe om het gebied interessanter te maken voor bewoners / toeristen. • Maak een echte ontmoetingsplek in het gebied; een plek waar mensen afspreken; een kloppend hart. De omgeving rond de gashouder lijkt daarvoor een geschikte plek. • Zoek voor passende functies in de te handhaven gebouwen (cultuur, creatieve bedrijvigheid, horeca) • Creëer natuurlijke speelplekken; mogelijkheden voor een ‘klettergarten’. • Houd open gebieden waar evenementen kunnen plaatsvinden en openlucht voorstellingen; referentie: Kaap Finistere. • Maak een uitzichtpunt, waar je over het gehele gebied en de (binnen)stad kunt uitkijken. • Breng een sterke zonering aan in de activiteiten; referentie: Tiengemeten (Zuid Holland) : weelde, weemoed, wildernis. • Leg het accent op kleinschalige, tijdelijke activiteiten. • Kijk naar welke rol kan het water kan vervullen. • Aandacht voor potentiële spanning: evenementen – natuurwaarden. • Creëer condities voor initiatieven en faciliteer die. • Suggestie om plekken te realiseren voor campers en/of kleinschalige camping. 3.
FYSIEKE VERBINDINGEN
Gebied beter toegankelijk maken vanuit alle omliggende gebieden. Maar ook eigen karakteristiek behouden. De opgave is de toegankelijkheid te reguleren. Potentiële spanning: beslotenheid park – openstelling gebied. Toegankelijk maken zou de hoogste prioriteit moeten hebben, omdat dit de condities schept voor verdere ontwikkelingen, initiatieven en activiteiten. Voedingspunten van buiten of aan de rand van het gebied: • Bassin – Timmerfabriek – Ketelhuis (Lumière) langs het water • Kernwinkelgebied via Boschstraat, Maagdendries en Capucijnenstraat
47
• Quartier des Arts – toekomstige woningbouw Sphinxterrein – Nutsbedrijven • Statenkwartier - Lambertuskerk – Brusselsepoort – Hoge Fronten • Boschpoort – toekomstige tramhalte Frontenpark als onderdeel van grotere recreatieve / toeristische netwerken: • rondwandeling Bassin – Lage Fronten – Hoge Fronten – Kazematten – Waldeckpark – Fort Sint Pieter • route Binnenstad via Zuid Willemsvaart en/of Steilrand naar Belvédèreberg en verder (Rivierpark Maasvallei / Den Bosch); wandelroute, maar ook hardlopen, skeeleren e.d. Verbeter de interne samenhang: • brug(gen) over het water; verwijziging naar geschiedenis vesting • verbindt de deelgebieden (onder andere Hoge en Lage Fronten) • zorg dat je rondjes kunt maken • gebruik hoogteverschillen • maak onderscheid tussen formele en informele routes / maak één hoofdroute 4.
MENTALE VERBINDINGEN
• omliggende buurten en verenigingen betrekken bij het Frontenpark (inrichting, beheer en activiteiten) • aansluiten bij Quartier Des Arts en verbinding leggen met Timmerfabriek / Lumière • educatieve potenties benutten • hoe vertel je het verhaal van de plek (natuur, geschiedenis, vestingwerken, industrialisatie) • gebied openstellen voor culturele activiteiten / programmering (met weinig regels) • Frontenpark – kunstkwartier • crowd-funding • muurhagedis als mascotte 5.
AANBEVELINGEN SAMENGEVAT
Ga bij het Frontenpark uit van de reeds aanwezige kwaliteiten. Deze liggen met name bij cultuurhistorie (vestingwerken en industrialisatie) en natuur (onder andere de muurhagedis), maar kijk ook of er iets gedaan kan worden met het aanwezige water. Maak van het Frontenpark geen ‘ontworpen’ stadspark, maar streef naar een ruiger en meer avontuurlijk gebied, waarin het ontdekken centraal staat. Lever geen kant-en-klaar park af, maar laat het zichzelf uitvinden en geef ruimte voor experimenten. Zorg voor een grote differentiatie van sferen in het gebied en voor voldoende gebeurtenissen en activiteiten. Creëer (bijvoorbeeld rond de gashouder) een centrale ontmoetingsplek die het Frontenpark een gezicht geeft. Zoek voor de bestaande, te handhaven gebouwen aantrekkelijke functies op het gebied van cultuur, horeca en/of creatieve sector. Maak het gebied toegankelijk vanuit de verschillende bronpunten in de omgeving, versterk de interne samenhang en laat het Frontenpark onderdeel worden van een veel groter (recreatief en ecologisch) netwerk. Denk heel goed na waar en hoe je de beperkte middelen inzet; deze vormen het vliegwiel voor de gewenste ontwikkeling. Creëer als gemeente gunstige randvoorwaarden voor particuliere initiatieven en zoek partners die zich op de een of andere manier willen verbinden aan het Frontenpark en 6. VERVOLGPROCES
48
In de zomer van 2012 zal een werkgroep van de gemeente op basis van alle ideeën en suggesties vanuit het MaastrichtLAB een conceptvisie opstellen voor het Frontenpark. Dit concept zal na de zomer worden besproken met de deelnemers van de brainstormsessie en andere betrokken par-
tijen. Dan zal het Frontenpark wederom onderwerp zijn van een workshop in het kader van het MaastrichtLAB. Zwaartepunt van de workshop zal dan liggen bij realisatiemogelijkheden, zoals fasering, financiering, participatie, randvoorwaarden creëren, etc. Het is de bedoeling dat de visie voor het Frontenpark einde 2012 wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en in 2013 wordt vastgesteld door de gemeenteraad. De deelnemers vinden het belangrijk dat er werkelijk iets gedaan wordt met de resultaten van het MaastrichtLAB. workshop Frontenpark 28 september Zie http://www.maastrichtlab.nl/site/experiment/park-van-de-toekomst/ 1. Introductie wethouder Gerdo van Grootheest In het Maastricht-LAB worden de pioniers van de stad uitgenodigd om mee te denken over nieuwe vormen van stadsontwikkeling. Dit is een zoektocht waarin niet alles goed gaat. Het zal schuren tussen verschillende belanghebbende partijen, maar dat is niet erg. Misschien is dat wel een essentieel onderdeel van het proces waar we inzitten. 2. Inspiratiebeelden Het Sphinxpark in Maastricht als tijdelijk park. Drie culturele organisaties (REcentre, NAiM / Bureau Europa en Marres) hebben het initiatief genomen om van het braakliggende gebied naast het Eiffelgebouw (voormalige Sphinxfabriek) een tijdelijk park te maken, waarin ruimte is voor participatie en cocreatie. Een aantal inzichten: • Samenwerking met partners uit de stad of regio is cruciaal om een breed draagvlak te creëren. • De ervaring leert dat er een partij nodig is die verschillende processen en activiteiten coördineert, faciliteert en initieert. Op deze wijze kan er enthousiasme ontstaan voor verschillende projecten en worden bepaalde projecten na verloop van tijd zelforganiserend. • Bewoners komen voornamelijk met kleinschalige, concrete projecten en ideeën, maar hebben wel sturing nodig. • De meest succesvolle projecten hebben een relatie met voedsel (stadlandbouw, community garden). Voor deze projecten is veel lokale betrokkenheid en interesse van bezoekers en media. • Een ruwer park kan juist heel aantrekkelijk zijn voor bepaalde projecten en een bepaald publiek. Het Van Boetzelaerpark in de Bilt. Een groep bewoners heeft het initiatief genomen om een verenging op te richten en in samenwerking met de gemeente een deel van het onderhoud en beheer van dit park op zich te nemen. Een voorbeeld van hoe een park succesvol van onderop kan worden beheerd en vormgegeven. • De vereniging fungeert als aanspreekpunt en coördinator. • Door een concreet handelingsperspectief te bieden aan leden en betrokkenen worden zij medeverantwoordelijk gemaakt voor het resultaat van specifieke projecten, o.a. door werkgroepen te organiseren (e.g. voor het onderhoud van de vijver en bomen) en samen te werken met lokale partijen (e.g. basisscholen). • Door in te spelen op de kwaliteiten en identiteit van de plek ontstaat lokale betrokkenheid. • Er is veel aandacht besteed aan externe communicatie. Zo zijn concrete doelstellingen vertaald in ‘dromen’, waardoor enthousiasme en betrokkenheid verder is toegenomen. Opvallend: beide voorbeelden laten zien dat coördinatie en een aanspreekpunt nodig zijn. 3. Bespreking van de conceptvisie Frontenpark De gepresenteerde visie is gebaseerd op de discussies en gegeven input uit de vorige workshop. Deze visie geeft echter geen eindbeeld, maar enkel een startbeeld voor de verdere ontwikkeling, vormgeving en invulling van het park. Deelnemers hebben aangegeven enthousiast te zijn over het eerste concept: een goede eerste aanzet waarin veel aspecten en aandachtspunten uit de vorige workshop in terugkomen. Volgende stap is om verschillende wensen met elkaar te verbinden.
49
Discussie • Wat door de deelnemers als positief wordt ervaren is dat de visie het gebruik van het park . • Onduidelijk is welke natuurbeeld deze visie voor ogen heeft. De diversiteit van de plek biedt kansen om natuur verschillende rollen te laten spelen op verschillende plekken, aansluitend op verschillende sferen binnen het gebied. De diversiteit aan sferen wordt goed uitgedrukt in de visie, maar de vertaling naar een fysieke indeling wordt gemist. • Om naar concrete invullingen toe te werken moeten keuzes worden gemaakt. Welke ideeën steunen we allemaal, en kunnen we gebruiken om de ontwikkeling in het park in beweging te krijgen? En op welke specifieke plek kunnen voorgestelde activiteiten worden toegepast? • Het Frontenpark wordt geen traditioneel natuur- of stadspark. Het wordt een park voor de stad, waarin het gebruik van het park centraal staat. De ligging van het park ten opzichte van de stad speelt hier een belangrijke rol in en biedt kansen om anders om te gaan met bijvoorbeeld natuur en het organiseren van evenementen. Dit moet in de visie nog verder geconcretiseerd worden. • Een prominent thema in de visie is burgerparticipatie. Er moet ruimte zijn om burgers met eigen initiatieven te laten komen en dynamiek te ‘laten ontstaan’. Ook dit aandachtspunt vergt verdere concretisering. • Vanuit de stad ‘de weg wijzen’ naar het park zou een mogelijke eerste stap kunnen zijn om participatie en draagvlak te creëren in het park (het bestaat!). • Wees bewust voor welke doelgroep je een visie schrijft. De gepresenteerde visie is goed voor deze workshop, maar moet anders worden geformuleerd voor bijvoorbeeld burgers of de politiek. • Helder is dat deze visie een goede eerste stap is, maar dat verdere concretisering van plannen en het inkaderen van mogelijkheden nodig is om abstracte ideeën tastbaar te maken. Daarnaast kunnen deze kaders helpen om kwaliteiten en waarden van plekken te beschermen. • Door plannen concreet te maken wordt het makkelijker om burgers en partijen te betrekken bij specifieke projecten binnen het park. Maar let wel op dat er nog genoeg ruimte over blijft voor nieuwe initiatieven. • Cocreatie moet gefaciliteerd worden. Wat willen mensen? Kan dit gerealiseerd worden? En kan er een toetsingskader worden opgesteld om initiatieven te toetsen? • Aansluitend op het voorbeeld van het Van Boetzelaerpark: kunnen specifieke dromen worden gekoppeld aan specifieke plekken, aansluitend op kwaliteiten van de plek? • Ondanks het besef dat een aantal plekken moet worden aangepakt, ligt de specifieke invulling van het gebied echter nog open. Dit is een volgende stap in het proces. Dromen Vanuit deze discussie hebben de deelnemers hun ‘dromen’ gedeeld. Deze zijn ook in kaart gebracht zodat men meer inzicht krijgt in de fysieke positionering van deze dromen. Van hieruit kan worden gekeken welke randvoorwaarden er nodig zijn om deze dromen te kunnen realiseren.
50
1. Lara’s droom is om met het CNME fysiek aanwezig te zijn in het park (vanuit de huisvesting). Zo kan er ook in de ontwikkelingsfase gewerkt worden in het park, met en voor mensen. Daarin kan worden laten zien dat natuur in een dynamische omgeving mogelijk is. 2. Paul’s droom is om als stedeling een “basecamp” in het gebied te hebben, waarvandaan de ontwikkeling van het park gevolgd kan worden (rand van hart). 3. Leo’s droom is om de “oude” aanlanding van de Noorderbrug te (her)gebruiken. 4. Alex’s droom is dat elke stedeling zich straks met (een deel) van het park kan identificeren. Overdag recreëren met het gezin, ‘s avonds met vrienden bezoeken (evenement, cultuur) en eventueel permanent wonen (singel). 5. Jos’ droom is dat het park ruimte gaat bieden voor lokale voedselproductie en/of stadslandbouw, door geïndustrialiseerde activiteiten in bestaande gebouwen te faciliteren (boven lage fronten). 6. They’s droom is om Kazemat Bastion C te betrekken bij het project Frontenpark (onder Sappi). 7. Carijn’s droom is om, in samenwerking met CNME/scouting/etc., op een avontuurlijke manier te leren over de verbinding tussen natuur en cultuur/duurzaamheid via een verbindende route langs ontdekkingsplekken. 8. Henriëte’s droom is dat het park een open ondergrondse vestingbeleving biedt, in verbinding met Fort Willem.
9. David’s droom is “groter en groener”. Ook moet water een grotere rol krijgen in het park, want het park begint al bij het bassin. Daarnaast moet het park ruimte bieden voor verblijfsrecreatie (bijvoorbeeld camperplekken), een alternatief voor dure hotels. 10. Vera’s droom is om het park beleefbaar te maken, waarin ruimte ontstaat om de geschiedenis van het park te ontdekken en waar je dingen kunt doen (d.m.v. informatiepanelen, trekveer vesting, uitkijkpunt gashouder). 11. Remy’s droom is om in het park een strip/strook voor hardlopers/fietsers/skaters te creëren. Daarnaast moet het park de mogelijkheid bieden om een festival als Bruis te faciliteren. 12. Robert’s droom is dat het park ruimte gaat bieden voor spontane ontwikkeling, waarin plannen en activiteiten kunnen ‘ontstaan’. Hierdoor wordt het park een unieke, toeristische trekpleister van de stad. Zo kan het Frontenpark worden gebruikt in de communicatie over ‘bijzonder Maastricht’, waarin mensen anders gaan denken over Maastricht. 4. Vervolgstappen m.b.t. participatie en communicatie Het gebied zal gefaseerd worden ingevuld. Dit is een complex proces, mede door de vele eigenaren van verschillende stukken grond in het gebied. Een groot deel van de lage fronten is eigendom van de gemeente en een logisch gebied om op korte termijn (2013) activiteiten te starten. Door de verlegging van de Noorderbrug en de creatie van nieuwe infrastructuur ontstaan echte kansen pas op langere termijn (vanaf 2018). Om draagvlak en enthousiasme te creëren is het echter nodig om nu al de eerste ideeën uit te dragen naar de rest van de stad. Hoe kunnen genoemde inspiratiebeelden en dromen op een zodanige manier worden vertaald en uitgedragen, dat andere partijen en individuen ook worden uitgenodigd om mee te denken in dit proces? Hoe kan enthousiasme worden gecreëerd en vastgehouden, zonder valse verwachtingen op te wekken? En welke activiteiten kunnen starten om het gebied in beweging te krijgen? Concrete aandachtspunten • De selectie van activiteiten zal op basis van verschillende criteria tot stand komen gedurende het proces. Dit kan op basis van ‘dromen’, urgentie van opgaven of kansen die voorbij komen (bijvoorbeeld het vrijkomen van financiële middelen). • Regelmatig communiceren is belangrijk. Sluit aan bij natuurlijke momenten dat er wat gebeurd in het gebied. Laat zien dat het gebied bestaat. Mogelijke voorbeelden: verhuizing Muziekgieterij/Lumière, CNME een fysieke plek geven in het gebied, jaar van groen/park in Maastricht. • Een centraal aanspreekpunt is belangrijk. Zorg dat partijen en mensen de mogelijkheid hebben om ook daadwerkelijk betrokken te raken bij dit project. • Laat lokale bekendheid voor het toekomstige park van onderop ontstaan. In samenwerking met partijen als de scouting en het CNME zouden bijvoorbeeld rondleidingen georganiseerd kunnen worden door het gebied. • Verzamel dromen van anderen, maar communiceer duidelijk dat de definitieve invulling van het park een langdurig proces is. Communiceer dus geen eindplan, maar een stappenplan. • Zorg dat het gebied ook een tijdelijke invulling krijgt, door initiatieven te faciliteren en incidentele evenementen te organiseren. Succesvolle initiatieven kunnen eventueel in een later stadium een meer permanente functie in het gebied vervullen. • Drie elementen om het gebied inzichtelijk en beleefbaar te maken: • 1. Rondleiding in het park en/of wegwijzer vanuit de stad naar het park: laat mensen fysiek kennismaken met het park en prikkel de nieuwsgierigheid. • 2. (Werk)maquette: maak een grote, dynamische en speelse maquette waardoor het gebied inzichtelijk, beleefbaar en concreet wordt. • > gebruik de maquette om met mensen na te denken over mogelijke toekomstbeelden; • > betrek eventueel stagiaires, studenten of de scouting. • 3. Beelden: maak de abstracte visie concreet d.m.v. foto’s en panelen te presenteren op plekken in de stad en/of in het park • > eventueel inclusief een collectebus voor crowdfunding voor specifieke projecten. • Bereik publiek en creëer betrokkenheid ook digitaal (social media, internet). Zo laat Maastricht zien dat zij ook innovatief omgaat met ruimte en participatie • > interactief kennismaken met het gebied (visuele kaart met informatie, ‘klikken’ op nummertjes/plekken met schetsen/beelden/foto’s);
51
• > maak een website: www.ditismijnfrontenpark.nl. Zo krijgt iedereen toegang tot het project en de mogelijkheid om dromen en concrete ideeën over het park te delen. Werk eventueel samen met opleidingen communicatie/multimedia design/ABK. • Denk na over thema’s die je kunt koppelen aan plekken, waarmee je het park op de kaart kunt zetten (bijvoorbeeld voeding, muziek, ondernemerschap). Bescherm altijd de samenhang van het gebied. 5. Vervolgproces experiment Om scherp te blijven in dit proces is het nodig om expliciet aan te geven hoe deelnemers van deze workshop betrokken kunnen blijven bij dit experiment. Het Maastricht-LAB zal met een concreet voorstel komen. Daarnaast is aan de deelnemers gevraagd om na te denken over hun eigen betrokkenheid bij dit experiment. Mogelijke ideeën hierover, eventueel vertaald in concrete acties, kunnen met het Maastricht-LAB worden gedeeld. Daarnaast is het idee aangedragen om een digitaal platform te creëren, zodat deelnemers nauwer betrokken kunnen blijven bij het project en regelmatig informatie en ideeën kunnen delen. Ervaring uit het SUN-project zou hier ter inspiratie kunnen dienen. workshop Frontenpark 14 december In het kader van de visievorming voor het Frontenpark is op een vernieuwende manier omgegaan met burgerparticipatie. Er is voor gekozen om via het Maastricht-Lab ideeën te genereren die als input kunnen dienen bij de visievorming. In de periode juni-september 2012 bent u hier 2 maal voor bij elkaar gekomen. Dit heeft geresulteerd in een startbeeld voor het park. Het Maastricht-lab heeft voorgesteld dit startbeeld via een breder maatschappelijk communicatie- en participatieproces uit te werken tot een visie. U heeft aangegeven dat het in het kader van het brede burgerparticipatie en –communicatie nodig is om het gebied zodanig te ontsluiten dat mensen op een gemakkelijke wijze kennis kunnen maken met het gebied. Daarnaast heeft u aangegeven dat het goed zou zijn om een centrale entree te maken waar activiteiten en informatie over het park, proces en bijzondere kenmerken in het park een plek kunnen krijgen. Tijdens de derde bijeenkomst met het Maastricht-lab op 14 december, wordt het ontwerp voor de centrale entree aan u gepresenteerd en willen wij graag uw mening horen over de wijze waarop wij de Maastrichtenaren en bezoekers van de stad kunnen interesseren voor deze plekken en de route. In april zal de officiele opening plaatsvinden van de centrale entree en het centrale pad door het park. Vanaf begin 2013 wordt er een proces ingezet om de dromen van bezoekers en bewoners over het park te vangen. Het is de bedoeling dit te laten plaatsvinden rond een reeks aan activiteiten in het park waarmee steeds de aandacht op het park wordt gevestigd en waarmee ideeën over de inrichting van het park worden geprikkeld. Het zal hierbij gaan om nieuwe, maar ook bestaande activiteiten die aan het park gekoppeld gaan worden. Te denken valt aan: Kunsttour, Vertelfestival, dag van het park, Intro, het Parcour en Koninginnedag. Om dit alles te organiseren zijn wij voornemens een coördinator in te huren. Deze gaat zorg dragen voor een digitaal communicatiesysteem waarmee mensen hun dromen kenbaar kunnen maken en op een gemakkelijke manier actuele informatie over het park en de activiteiten kunnen inwinnen. Tevens zal de cöordinator de coördinatie van de parkactiviteiten op zich nemen. Het projectteam Frontenpark van de gemeente zal de verdere coördinatie en organisatie van het proces vanaf 14 december op zich nemen. Dat betekent dat de rol van het Maastricht-lab als katalysator voorlopig zal zijn vervuld. Om te kunnen reflecteren op het proces, de dromen die worden ingediend en de betrokkenheid van de stad bij dit proces wordt u als deelnemer van het MaastrichtLAB in het najaar van 2013 gevraagd om samen met het projectteam het participatieproces en de ingediende dromen te evalueren.
52
Ondanks dat het Maastricht-LAB gedurende de looptijd van het participatieproces geen formele rol heeft, willen wij uw enthousiasme voor het park en het proces graag koesteren en optimaal benutten. Wij zouden het dan ook erg leuk vinden als u ambassadeur blijft van het Frontenpark op persoonlijke titel of vanuit de organisatie waar u werkt. Wij horen graag of u zelf ideeën heeft over een mogelijke activiteit in het park of een rol wilt spelen in het vangen van dromen van anderen, bijvoorbeeld door uw droom voor het gebied tijdens de opening of activiteit in het park te presenteren of door het geven van een cursus of rondleiding waarin het Frontenpark centraal staat.
53
workshop Frontenpark 14 december 1. Toelichting memo In de vorige workshop van het Maastricht-LAB is een startbeeld gepresenteerd voor het Frontenpark. Dit vormt de basis om te komen tot een visie voor de stapsgewijze ontwikkeling van het Frontenpark. Dit wordt gedaan via een uitgebreid communicatie- en participatieproces, waarin dromen van burgers en partijen worden verzameld. Deelnemers hebben aangegeven dat de ontsluiting van het park een fundamenteel aandachtspunt is voor dit experiment. Voorstel is daarom om twee entrees voor het park te maken, een verbindende route tussen deze entrees in het park aan te leggen en gedurende het jaar diverse activiteiten te organiseren. Een (externe) coördinator moet worden aangesteld om dit proces rondom het Frontenpark te organiseren. 2. Presentatie Peter • Route als verbinding van twee entrees/ ontmoetingsplekken: één bij Boschpoort en de ander bij de lage fronten. • Startbeeld toegepast op het ‘balkon’ bij de lage fronten. Mogelijke invulling: • een plek om te zitten/ recreëren; • een informatiepunt; • een paviljoen met beheerder, als ontmoetingsplek; en/ of • een plek waar de transformatie van het park zichtbaar wordt. Discussie: Focus niet alleen op de wijk Boschpoort, maar besteed aandacht aan de verbinding tussen verschillende wijken rondom het gebied. • Hoe verhoudt het park zich tot de stad Maastricht? • Zorg dat je een route aanlegt (wandeling) waarin het verhaal en geschiedenis van het park zichtbaar wordt. • Maak een keten van plekken/ routes. Deze keten kan de beleving van de stad als geheel zichtbaar maken, maar waarbij mensen ook de mogelijkheid hebben om enkel een deel van de keten (bijv. alleen Frontenpark) te bezoeken. 3. Presentatie Remy • Aanvulling op presentatie van Peter: hoe kan het park worden ontsloten? • Toevoeging van een derde entree: culturele hotspot rondom Timmerfabriek. • Goede aansluiting vanuit de binnenstad (zeker na verlegging Noorderbrug). • Elementen: binnenplaats timmerfabriek (plein), ‘krul’ (infrastructuur) en evenemententerrein (activiteiten, sterke link met de stad). • Twee verbindende routes die elkaar onderweg kunnen ontmoeten. • Natuurroute (focus op fysieke ontsluiting) (route onderlangs). • Cultuurroute (focus op programmering) (route bovenlangs). • Benutten van niveauverschillen. • ‘Koekeloer’ plekken: prikkeling voor bezoekers om het park te ontdekken. • Knooppunten: plekken met combinatie van niveauverschillen en ontsluiting.
54
Discussie/ suggesties: • Plannen bieden perspectief om gebied gefaseerd in te vullen. Waar begin je mee als je gedurende deze activiteiten dromen wil verzamelen van burgers? • Entree lage fronten biedt kansen voor een stadstrand/ waterrecreatie. • Voegt iets nieuws toe aan de stad (link met water). • Kijk of je watertoegankelijkheid kunt toevoegen (palliter van Bassin naar kazemat) • Gepresenteerde concept/ startbeeld biedt kansen voor natuurbeleving. • Niveauverschillen en ‘koekeloeren’: verbinding natuur/ cultuur/ recreatie. • Verplaatsbare informatietoren: laat zien welk deel van het park in ontwikkeling is. • Zorg dat park ook van bovenaf inzichtelijk wordt. • Luchtballon: park fysiek verkennen. • Digitaal beschikbaar maken via camera/ film/ 3D animatie/ etc. • Voorbeeld: een bestuurbare camera vanuit de lucht die beelden streamt via digitaal kanaal (website) zodat gebied 24/7 beschikbaar/ inzichtelijk is.
• Breng het park publiekelijk onder de aandacht rondom centrale activiteiten. Het park zal namelijk niet continu in gebruik zijn. • Probeer samen met mensen het gebied in kaart te brengen, welke functies/ diensten het park biedt (voor mens en natuur). • Ecosystem services: waarde van natuur voor economie/ cultuur/ emotie/ etc. • Natuurelementen kunnen ook aan dromen worden gekoppeld. • Besteed aandacht aan verwachtingsmanagement: niet elke droom kan worden uitgevoerd. • Geef belangrijkste kaders vooraf mee. • Communicatievraag: hoe presenteer je de verschillende waarden en het diverse aanbod van het park aan bezoekers? • Probeer niet alle natuurwaarden of flora en fauna in detail in beeld te brengen, laat mensen de waarden zelf ontdekken zoals zij dat willen. Biedt geïnteresseerden hier wel een mogelijkheid toe via informatiepanelen, QR-codes of een natuur-ranger. 4. Mogelijke activiteiten om dromen te vangen • Gids of ‘park rangers’ om het park te laten ontdekken en te luisteren naar verhalen/ dromen. • Gids: standaard verhaal met informatie over park. • Ranger: mysterie beleven, ontdekken van het park, zelf informatie verzamelen. • Start met een verhaal: wat is het park, wat heeft het gebied te bieden en welke kaders bestaan er op dit moment? • Daarna: zoeken naar ambassadeurs van het park. • Maak gebruik van bestaande netwerken: burgers, ondernemers, onderwijs, etc. • Organiseer (multidisciplinaire) een De Neus Achterna tocht, betrek daarbij leden workshop, bedrijven, culturele instellingen, raad. • Faciliteer door landkaarten te bieden van het park (prikkeling bezoeker). • Laat zowel bestaande situatie als toekomstige plannen zien. • Laat ook zien welke plekken nog open zijn en waar ruimte is voor invulling. • Maak een seizoensgebonden kalender: (natuur)beleving van het park is seizoensgebonden. 5. Coördinator • Een coördinator/ aanspreekpunt is noodzakelijk voor programmering in het park. • Bewaken en coördineren van activiteiten/ proces/ communicatie naar buiten. • Dialoog met burgers/ partijen als kernactiviteit (verzamelen van dromen). • Op lange termijn rol voor CNME, maar nu wellicht nog te vroeg. Mogelijk extern projectbureau voor inhuren. • Gebruik Christel Cornelissen als inspiratiebron/klankbord • Daarnaast: groep met partners die onderdeel worden van deze projectgroep. • Gemeente als faciliterende partner op gebied van wet- en regelgeving. • CNME, VVV en Stichting Vestingstad als belangrijke partners. • Leg relatie met MCH2018. 6. Afspraken Het CNME zal samen met Stichting Vestingstad en MCH2018 een ‘DNA-tocht’ organiseren als start van het participatieproces: een multidisciplinaire rondleiding door het park waarbij natuurbeleving wordt gekoppeld aan cultuur/ recreatie. Streefdatum: eind januari/ begin februari. Voorafgaand aan deze tocht zal Peter een presentatie geven over de voortgang van het proces. Daarnaast zal dit moment worden aangegrepen als evaluatiemoment over het proces tot nu toe, in het kader van Maastricht-LAB. De vragen worden vooraf door Tim van Wanroij toegestuurd.
55
Verslag evaluatie Frontenpark Maastricht-LAB. Vrijdag 01 maart 2013, 12:30 – 14:00 uur. 1. Vormgeving vervolgproces Frontenprak Het proces Frontenpark gaat binnenkort van start en bestaat uit een aantal parallelle processen, opgedeeld in specifieke categorieën (zie bijlage). 26 april wordt het park geopend. Onderdeel van het experiment is dat het Frontenpark geleidelijk en gefaseerd ontwikkeld wordt. De verschillende categorieën zijn: • visievorming. Door middel van diverse activiteiten in het park worden burgers bij het park betrokken en worden dromen verzameld. Het proces van ‘dromen vangen’ duurt tot na de zomer. Deze verzameling wordt vervolgens vertaald in een visiedocument. De betrokkenheid van de deelnemers van de workshops in het Maastricht-LAB is nog onduidelijk. Dit wordt concreter gedurende het proces; • fysieke ingrepen. Hiervoor zijn financiële middelen van de gemeente en de provincie beschikbaar gesteld. Concrete resultaten uit het Maastricht-LAB zijn de realisatie van twee entrees, een routing door het park en de bouw van een ‘balkon’ aan de Lage Fronten, inclusief een informatiezuil. In een tweede fase worden deze werkzaamheden uitgebreid; • programma. Bureau Europa zal de coördinatie van het programma in het park op zich nemen, met Loes van Oort als centraal aanspreekpunt. Zij heeft deze opdracht eerder succesvol uitgevoerd in het Sphinxpark; • beheer groen. Het CNME beheert op dit moment al veel groen. De afstemming met overige processen die gaan starten is daarom van belang. • beheer gebouwen. Doel is om de gebouwen in het gebied met programma te voorzien om leegstand te voorkomen. Denk hierbij aan de oude gashouder. De WOM is eigenaar. Daarnaast is het voormalig NS terrein onlangs aangekocht. Om de buurt en stadsinwoners in dit proces te betrekken is coördinatie en communicatie rondom het proces Frontenpark belangrijk. Als eerste communicatiemiddel wordt er een wandelkaart gemaakt. Deze ‘ontdekkingskaart’ voorziet de lezer van informatie, ontdekkingsplekken en mogelijkheden om specifieke plekken in het park ‘in te vullen’ met eigen ideeën en dromen. Daarnaast wordt bekeken of via de website een ‘interactieve’ kaart kan worden aangeboden. Voor de informatiezuil is een object ontworpen, dat tevens het startpunt voor de route door het gebied is. Dit robuuste object wordt voorzien van informatiepanelen van verschillende organisaties als het CNME, de VVV en de gemeente. De gastank die er nu staat verdwijnt op termijn. 2. Evaluatie Maastricht-LAB De rol van het Maastricht-LAB in het Frontenpark eindigt met deze evaluatiesessie. De resultaten en leermomenten uit dit proces worden vastgelegd in een LABjournaal. Resultaten uit deze evaluatiesessie worden daarin meegenomen. Deelnemers hebben de evaluatievragen voor deze sessie toegestuurd gekregen. Een aantal heeft schriftelijk reactie gegeven. De volgende vragen en stellingen zijn tijdens deze bijeenkomst besproken. 1. Wat vindt u het belangrijkste resultaat van het experiment? Stelling: het belangrijkste resultaat is dat er een proces in gang is gezet, met een vernieuwende aanpak en vanuit verschillende invalshoeken benaderd.
56
• Het oorspronkelijke idee was om een conceptvisie te ontwikkelen, de visie in inspraak te brengen en de reacties hierop vervolgens te verwerken in een definitieve visie. Dit proces gaat weliswaar sneller, maar bereikt minder mensen. In dit experiment is het proces omgedraaid. Er is niet toegewerkt naar een visie, maar naar een startbeeld waarin mensen enthousiast worden gemaakt voor de ontwikkeling van het park. Gevolg is dat een deel van de subsidies uiteindelijk wordt ingezet voor de ontsluiting van het gebied. • Deelnemers hebben het gevoel dat zij onderdeel zijn geweest van een creatief proces. Hierdoor hebben deelnemers een rijker beeld ontwikkeld over het park. De diversiteit aan kennis en achtergronden speelt hier een belangrijke rol in. • Vraag is of het doorlopen proces ook voor de bewoner van Maastricht als anders wordt er-
•
•
• •
varen. Tot nu toe is het voornamelijk een gesloten proces geweest, met een beperkt aantal deelnemers. Het is daarom belangrijk om deze open werkwijze in de realisatiefase breed toe te passen. Nu de achterban van de deelnemers in het proces wordt betrokken, zal er een veel lastigere discussie op gang komen. Hierdoor ontstaat er spanning tussen doelgroepen met verschillende belangen. Deze spanning is in de workshops grotendeels achterwege gelaten, omdat deelnemers zich ‘boven’ het vraagstuk hebben geplaatst, los van de doelgroep die zij vertegenwoordigen. Eigen belangen, kennis en achtergrond worden echter inherent in het proces meegenomen. Resultaat van het Maastricht-LAB is dat de discussie over de toekomst van het Frontenpark niet beperkt blijft tot een nieuw samengestelde ‘elitegroep’. Met het proces dat nu van start gaat wordt de dialoog met de stad juist veel breder opgezet. Het is belangrijk om deze doelgroepen mee te nemen in het proces dat gaat starten. Er is enkel een proces in gang gezet, want er is geen afgetimmerd plan. Het eindbeeld van het park zal op een organische vorm tot stand komen. De opening op 26 april is dus geen opening, maar een start van het proces. De wandelkaart is een interactiemiddel, waarbij mensen worden betrokken bij de invulling van het park.
2. Bent u tevreden over de bijdrage die u en overige deelnemers hebben kunnen leveren? Stelling: er is veel ruimte geboden om een bijdrage te leveren, maar door een gebrek aan concrete vraagstelling is dit beperkt gebleven tot brainstormen. • De openheid van de discussie werkt bij een aantal deelnemers verfrissend. Hierdoor kom je los van bestaande kaders en werk je gezamenlijk toe naar een eigen vraagstelling. • Een aantal deelnemers had juist wel behoefte aan heldere kaders. Als deze vooraf duidelijk waren gecommuniceerd en de vraagstelling scherper was gedefinieerd, dan hadden workshops mogelijk meer en concretere resultaten opgeleverd. Nu had de discussie over het algemeen een vrijblijvend karakter. Er had bijvoorbeeld meer aandacht besteed kunnen worden aan mogelijke activiteiten of pijnpunten in het park. • De traditionele werkwijze werkt toe naar planmatige kaders/ randvoorwaarden op basis van een brede inventarisatie bij verschillende doelgroepen uit de stad. Hierdoor sluiten mogelijkheden elkaar bij voorbaat al vaak uit. In dit proces is er voor gekozen om meer ruimte te bieden en na te denken wat er allemaal wel zou moeten kunnen in dit park. • Het doorlopen proces moet niet tot wantrouwen leiden bij de verschillende doelgroepen. Daarom is het van belang om juist met deze mensen het doorlopen proces toe te lichten en hen vervolgens meenemen in de gezamenlijke ontwikkeling van het park. • Dit experiment heeft de mogelijkheid geboden om buiten bestaande kaders te denken. Hier omheen bevindt zich echter wel een krachtenveld waar rekening mee moet worden gehouden. Positief is dat er in dit proces niet is gezocht naar het optimale resultaat binnen deze kaders, maar dat er ruimte wordt geboden voor verschillende partijen om bij te dragen aan de ontwikkeling van het park. Het proces wordt daarmee minder bedreigend. Deze boodschap moet in het vervolgproces goed worden uitgedragen. • De doelstelling van het Maastricht-LAB was om samen met verschillende partijen een plan te ontwikkelen. In de workshops hebben deelnemers als individu deelgenomen. Het open planproces start eigenlijk nu pas: samen met partijen het park geleidelijk vorm geven. • De gepresenteerde reader in de workshops is positief ontvangen. Dit hielp om gedurende het proces een beter gevoel te krijgen bij het park en bijbehorende vraagstukken. • Grootste winst vanuit gemeente is dat er minder aandacht is besteed aan het ontwerp en veel meer aan het programma in het park.
57
3. Heeft u het gevoel gekregen dat u bezig bent geweest met een gezamenlijk proces van cocreatie? Stelling: door samen te werken aan een gemeenschappelijk doel wordt het gevoel van cocreatie versterkt. • Ja, maar het Maastricht-LAB had concreter kunnen zijn in verschillende fasen van het proces. Zie ook opmerkingen bij vorige vragen. 4. Welke leerpunten kunt u benoemen bij het open planproces dat is doorlopen in het MaastrichtLAB? Stelling: het is belangrijk om vooraf een duidelijke probleemstelling aan te geven en een coördinator aan te stellen voor het bundelen en verzamelen van ideeën. • Het proces heeft tot nu toe niet geheel open plaatsgevonden. Zie ook opmerkingen bij overige vragen. • Elke deelnemer zoekt naar een geschikte rol in het proces. De één neemt deel uit nieuwsgierigheid, de ander wil graag vanuit zijn of haar perspectief een actieve bijdrage leveren. • Communicatie is een belangrijk aandachtspunt voor het Maastricht-LAB. Dit geldt zowel voor het doorlopen proces in de vorm van workshops (hoeveel workshops, wanneer eindigend, etc.), als voor het toekomstige proces in het Frontenpark dat van start gaat (wanneer van start, hoe bij te dragen aan de ontwikkeling, etc.). 5. In hoeverre vindt u dat de werkwijze te kopiëren is voor overige plan- en ontwikkelingsprocessen? Stelling: deze open werkwijze is vooral nuttig in de brainstormfase, in het vervolgproces zijn concrete afspraken en voorstellen noodzakelijk om het proces verder te brengen. • Deze vraag is in dit stadium lastig te beantwoorden. De werkwijze is vernieuwend. Daarnaast is elke situatie en opgave anders. • Voor het experiment Sphinxpark is het proces vanuit dezelfde openheid vormgegeven. Dit heeft geleid tot een eigen doelstelling en een concrete bijdrage in het park: de realisatie van een Thuis (ontmoetingsplek met horeca). De deelnemers van de workshop leveren allen een bijdrage in de realisatiefase. Het Frontenpark heeft een ander karakter (permanent t.o.v. tijdelijk park) en daarmee een andere doelstelling en resultaat (start proces t.o.v. realisatie T-huis). De opzet of methodiek is echter vergelijkbaar. • Open planprocessen worden geprefereerd boven gesloten planprocessen. Deelname van meerdere partijen is democratischer en leidt tot meer draagvlak bij stakeholders. Let echter wel op verwachtingsmanagement: begin geen open planproces als er vooraf al veel kaders vaststaan. • De gemeente weet uit ervaring dat het duidelijk communiceren van kaders vooraf belangrijk is om het proces zuiver vorm te geven. Dit voorkomt frustratie en conflicten in een later stadium. • Kaders zijn soms niet nodig om hard te benoemen. De belangrijkste kaders zijn bij de deelnemers bekend en worden bewust of onbewust in het proces meegenomen. Dit kan echter niet iedereen. • Wees bewust op welke wijze het proces wordt vormgegeven. De kaders van andere partijen gaan namelijk een rol spelen in het proces. Door op een vernieuwende wijze het proces vorm te geven kunnen kaders opnieuw ter discussie worden gesteld.
58
6. Hoe wilt u betrokken blijven bij de realisatie van het toekomstige Frontenpark? Stelling: ik wil graag op de hoogte worden gehouden en daarnaast vanuit mijn eigen expertise/ werkveld een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het park. • Het ontwerp van de informatiezuil is niet uitbesteed aan één van de ontwerpers die hebben deelgenomen aan de workshop. Vraag is of deelnemers gedurende het proces een opdracht kunnen krijgen en op die wijze kunnen bijdragen aan het proces. De uitbesteding is formeel correct verlopen, maar in de openheid van het proces is het vreemd dat dit onaangekondigd heeft plaatsgevonden. Feit is dat er een integriteitvraagstuk ontstaat wanneer partijen verschillende rollen krijgen in het proces. • De Werkgroep Frontenpark heeft er bewust voor gekozen dat als er een beroep wordt gedaan op specifieke expertise van deelnemers, deze bijdrage geleverd moet kunnen worden in de vorm van een officiële opdracht. • Ter vergelijking: in het Sphinxpark hebben ontwerpers belangeloos bijdragen aan het ontwerp van het T-huis. • Daarnaast zit er een dilemma in het proces Frontenpark. Enerzijds wordt er een open proces gestart met partijen en inwoners uit de stad, anderzijds wil de politiek snel starten met de realisatie van het park. Hierdoor moeten soms keuzes worden gemaakt. 7. Welke leerpunten heeft u voor het Maastricht-LAB in het algemeen? Stelling: de open werkwijze van het Maastricht-LAB is positief, al is het wenselijk om gedurende het proces concreter te worden (vervolgstappen, uitgewerkte voorstellen). • Leo Lamberti: om mensen te blijven committeren aan het proces is het noodzakelijk om een bepaald moment concreter te worden. BIMCaseweek is een mooi voorbeeld waarin deze betrokkenheid gefaciliteerd wordt. • Alex Kunnen: benieuwd naar de resultaten van het Sphinxpark. Verzoek om deze resultaten naar de deelnemers van het Frontenpark te sturen. • Robert Hoogenboom: leuk om betrokken te zijn geweest bij dit proces. Probleem is de tijd die wordt gevraagd onder werktijd. De balans tussen betrokkenheid en werktijd is lastig en belangrijk om mee te nemen in vergelijkbare processen. • Tim Prins: het proces dat is gestart door het Maastricht-LAB is niet voorbij. Het is slechts in gang gezet en moet nog worden gerealiseerd.
Schema Frontenpark
59
A2
CENTRUM 60
OVERZICHTSPLAN Ommuurde wildernis in hartje Maastricht cultuurregio | 25 mar 2012 | reageer | redactie, dichtbij redacteur Het Eiffelgebouw op het Sphinx-terrein. MAASTRICHT - In de Amerikaanse staat Colorado bestaat er al veel langer een, maar Maastricht heeft het nu ook: een wildernis die de naam Sphinx-park draagt. Geen keurig wandelpark zoals het stadpark met de Berenkuil aan de andere kant van het centrum, maar een woest gebied dat minstens een jaar lang vrij toegankelijk is voor het publiek. Het Maastrichtse Sphinx-park in de Boschstraat en omgeving is vanaf vandaag geopend voor publiek. Het vijf hectare omvattende terrein (op het terrein van de voormalige Sphinx-fabriek) maakt deel uit van het Belvédère-gebied. Eigenlijk zouden er woningen komen, maar vanwege de crisis blijven die voorlopig achterwege. In het Sphinxpark komen verschillende vraagstukken over de ontwikkeling van de stad in relatie tot het landschap aan de orde. Hierbij moet worden gedacht aan krimp, stadslandbouw, sociale cohesie en burgerparticipatie. Centraal staat de vraag hoe het park van de toekomst eruit zou kunnen zien. De ingang van het Sphinxpark is te bereiken via de Boschstraat.
61
lind
enk
62
ruis
poo
rt
KORTE GESCHIEDENIS 14e eeuw, stadsmuur Ter verdediging van Maastricht werd rond 1204 begonnen met de aanleg van voorlopige fortificaties in de vorm van een aarden wal voorzien van een palissade. Een kwart eeuw later werd deze palissade vervangen door een stenen stadsmuur. In de loop van diezelfde 13e eeuw bleek er een groeiend gebrek aan ruimte binnen deze stadsmuur te ontstaan. Om de nieuwe wijken buiten de eerste stadsmuur enige bescherming te bieden werd omstreeks 1300 besloten een nieuwe ruimere aarden wal aan te leggen. Deze wal zou later gebruikt worden om een stenen ommuring op te bouwen. De terreinen tussen de Landcommanderij van de Duitsche Orde en de Boschpoort behoorden de commanderij toe en stonden bekend als de Biesenboomgaard. De Boschpoort maakte deel uit van de tweede omwalling die minder dan een eeuw na de uitleg van de eerste omwalling werd opgericht. bron: Inventarisatie Bestemmingsplan Timmerfabriek Gemeente Maastricht april 2010
1375-1779, hortus, herbularius en de boomgaard tuinen van het St. Andries Klooster (Voormalige kerk en klooster van Sint Andries, gewijd 1471; rijksmonument) en het Penitenten klooster (1866 Sloop Penitentenklooster t.b.v. uitbreiding fabriek) Kadasterderkaart 1811-1832 1779-1845, boomkwekerij van het departement van oorlog en de kazernes van de militaire genie. 1863-1999, Sphinx Intern transport De Sphinx sluit op 31 december 2006 haar poorten aan de Maastrichtse Boschstraat en zo komt er een eind aan meer dan honderzeventig jaar productie van keramiek in de binnenstad. Het fabriekscomplex van Sphinx wordt een plaats van herinnering in de stad, een symbool voor Maastricht als industriestad. De Sphinx is welhaast de “personificatie” van de industrialisatie van de stad en daarmee van de identiteit van Maastricht als vroegindustriële stad. Belverdere Sphinx 1999-2008, Palmbout ‘digging the future’, binnenstedelijke interventie; van industie naar woongebied.
63
Proeftuin
Sphinxpark vlinderdijk
REcentre, NAiM/Bureau Europa en Marres Projects presenteren het Sphinxpark, een tijdelijk park in de binnenstad van Maastricht.
omgaard bo w pompoenbult ilg en b os a
m
fithe ate
r
Paviljoen Belvédère II
a k k e r
Belvédère-
Plaats #1 van herinnering
64
We cordially invite you to the festivities surrounding the opening of the Sphinxpark, a new temporary park in the inner city of Maastricht, on Saturday, May 26 at 3 p.m.
REcentre, NAiM/Bureau Europa and Marres Projects present the Sphinxpark, a temporary park in the inner city of Maastricht.
Plaats #2 van herinnering
Open
Wij nodigen u van harte uit voor de feestelijkheden rond de opening van het Sphinxpark, een nieuw tijdelijk park in de binnenstad van Maastricht, op zaterdag 26 mei om 15.00 uur.
Grafisch ontwerp: Karen Willey / Drukwerk: Lenoirschuring, Amstelveen
Bee Collective
HUIDIGE PLANNEN INFORMATIE 26 maart 2012 - 1 juli, 2013 Sphinxpark Een tijdelijk park in de binnenstad van Maastricht Op het terrein van de voormalige keramiekfabrieken van de Koninklijke Sphinx ontwikkelen REcentre, platform voor duurzaam design in de Euregio Maas-Rijn, NAiM/Bureau Europa en Marres Projects het zogeheten Sphinxpark. Tot 1 juli 2013 wordt, op dit geheel ommuurd en verwilderd terrein in hartje Maastricht door middel van verschillende projecten een aanzet gegeven tot een tijdelijk stadspark. Het Sphinxpark is een park waar de toekomstige ontwikkelingen van de stad en het landschap nu al vorm krijgen. Hierbij moet worden gedacht aan de noodzaak voor stadslandbouw, de effecten van een krimpende regio en de discussie rond de herbestemming van dit terrein. De bijdragen van de bewoners van Maastricht zijn een belangrijk onderdeel in dit publieke project. In dit tijdelijk park voor Maastricht en de Euregio worden met andere woorden de bouwstenen ontwikkeld die bijdragen aan het park van de toekomst. Ecologisch hovenier Hans Engelbrecht (De Groene Stap) heeft op basis van de aanwezige vegetatie een grondplan voor het park gerealiseerd. Binnen dit grondplan vindt gedurende de periode dat het Sphinxpark is geopend, een doorlopend programma plaats. Verschillende projecten worden ontwikkeld in samenwerking met lokale en Euregionale partijen. Een deel van de projecten is nu al gerealiseerd, andere zullen in de loop van het jaar zichtbaar worden in het Sphinxpark. Bovendien vinden in de zomer diverse activiteiten plaats zoals picknicks, natuurspeelmiddagen, theatervoorstellingen en filmavonden. Het terrein heeft een divers karakter en er zijn slechts deels verharde paden, dus een goede wandelschoen is aan te raden. Het terrein heeft nog geen voorzieningen voor minder validen. Colofon Het Sphinxpark is een project van REcentre, platform voor duurzaam design in de Euregio Maas-Rijn, NAiM/Bureau Europa en Marres Projects en is onderdeel van het project Landschap in Perspectief. Het Sphinxpark komt tot stand dankzij de genereuze ondersteuning van Stichting DOEN, Gemeente Maastricht, Provincie Limburg en Wijkontwikkelingsmaatschappij Belvédère. Het Sphinxpark ondersteunt de kandidatuur van Maastricht & Euregio Culturele Hoofdstad van Europa 2018. 65
66 Peter Visser
GRONDPLAN SPHINXPARK Project: Grondplan Sphinxpark Partner: Hans Engelbrecht Het Sphinxpark kent een vliegende start als in oktober 2011 ecologisch hovenier Hans Engelbrecht (De Groene Stap), op verzoek van REcentre, NAiM/Bureau Europa en Marres, een maaibeleid in het park uitvoert, waarmee het grondplan voor het park wordt gevormd. Engelbrecht ontwikkelt een maaiplan waarbij hij zich laat leiden door de aanwezige vegetatie en hij creëert hiermee niet alleen paden, maar ook een basis voor de langere termijn voor de infrastructuur van het park. De kwaliteit van de aanpak van Engelbrecht uit zich in een basisplan dat met minimale ingrepen de potentie van het park optimaal benut, waarbij alle ruimte blijft bestaan voor de presentaties en uitkomsten van de verschillende opdrachten. Engelbrecht zal gedurende het jaar op geijkte momenten maai- en snoeiactiviteiten blijven uitvoeren. PROEFTUIN Project: Proeftuin Partner: Het Landhuis De verhouding tussen stad en platteland is sterk aan verandering onderhevig. Met name in grote steden groeit een hernieuwde waardering voor het omliggende landschap. In het verlengde daarvan is er meer en meer aandacht voor lokale landbouw, die soms letterlijk de stad in komt. Het platteland wordt als het ware opnieuw uitgevonden in de stad. Initiatieven zoals het Landgoederenzone project rondom Maastricht of de Prinzessinnengarten in Berljin stimuleren nieuwe relaties tussen stad en platteland, waardoor niet alleen het historische onderscheid vervaagt maar ook traditionele waarden veranderen. Illustratief is dat met de verschuivende verhouding tussen stad en platteland ook de verhouding tussen consument en producent verandert op het gebied van voedselvoorziening. Binnen het Sphinxpark is het Landhuis, een platform voor burgerparticipatie, uitwisseling en experiment, gevraagd een kleinschalige stadslandbouwpraktijk op te zetten. Waar het Landhuis zich onder andere richt op voedselconsumptie kan de Proeftuin in het Sphinxpark worden benut voor voedselproductie en -distributie waardoor een lokale voedselketen ontstaat. In de Proeftuin worden op duurzame wijze groenten en kruiden verbouwd. Deze community garden wordt ontwikkeld en onderhouden in samenwerking met een grote groep vrijwilligers. Naast tuinieren worden er diverse activiteiten georganiseerd. Iedereen is welkom mee te werken aan deze Proeftuin. www.hetlandhuis.org
67
SKY HIVE Project: Sky Hive Partner: Bee Collective De bijenpopulatie wordt over de hele wereld ernstig bedreigd. Op het platteland, waar de bij nodig is voor de bestuiving van groenten en fruit, zorgen verschillende factoren zoals de toename van monocultuur en het gebruik van pesticiden voor een drastische afname van het aantal bijen. De landbouw en daarmee onze voedselproductie is voor een belangrijk deel aangewezen op bestuivers als honingbijen en hommels. Een manier om de bijenpopulatie te versterken is het houden van bijen in een stedelijke omgeving waar tegenwoordig meer biodiversiteit aanwezig is dan op het platteland. Een aantal ontwerpbureaus uit de Euregio (Studio Kernland, Meier+Moor, Robin van Hontem Productdesign en Werkmannen) is gestart met het project Bee Collective, een initiatief dat het houden van bijen in een stedelijke omgeving wil stimuleren. Daarnaast probeert Bee Collective het imkeren voor een bredere doelgroep aantrekkelijk te maken. Een van de plekken waar dit initiatief gestalte krijgt is het Sphinxpark, waarbij het interessant is dat de bijen niet door één imker, maar door een collectief van startende imkers uit Maastricht worden onderhouden. Het Sphinxpark biedt de ideale omgeving als casestudy voor het gezamenlijk houden van bijen in de binnenstad. De Sky Hive, een ontwerp dat onmiskenbaar een stedelijke uitstraling heeft, maakt bijenhouden in de stad letterlijk zichtbaar en is een prototype dat in de toekomst op andere plekken in steden kan worden toegepast. Mensen die bijen willen leren houden zijn van harte uitgenodigd zich aan te sluiten bij de stadsimkers van de Bee Collective. www.beecollective.eu SPHINX TANK Project: Sphinx Tank Partner: Studenten 3DKOMM Fachhochchule Düsseldorf Tijdens The Great Indoors in november 2011 hebben studenten 3DKOMM van de Fachhochschule Düsseldorf een tijdelijk ontwerp gemaakt voor het Sphinxpark; een toen nog onbegaanbare wildernis. Dit ontwerp bestond uit een uitkijktoren met daarop een tentoonstelling van gevonden voorwerpen in het park. Als vervolg hierop heeft een nieuw team van studenten de opdracht gekregen het idee van ‘wonen en werken in een tijdelijk park’ verder te ontwikkelen. De studenten hebben hiervoor onder andere trailerparken, gemeenschappelijke tuinen en kampementen van de Occupy-beweging bezocht en voorbeelden van downsizing bestudeerd, een vorm van wonen waarbij men bewust voor een klei-
68
nere behuizing kiest. Daarnaast hebben de studenten onderzoek gedaan naar tijdelijke behuizing, zoals grotten, tenten en andere flexibele woonvormen, veelal uitdrukking van de meest oorspronkelijke manier van tijdelijk wonen: het nomadische leven. De studenten hebben als uitkomst hiervan containers in het Sphinxpark geplaatst die dienen als woon-werkmodules. De container staat voor hen symbool voor een geglobaliseerde wereld en een nomadische manier van leven. De studenten hebben niet teveel inbreuk willen doen op het Sphinxpark, wat heeft geleid tot een ontwerp waarbij de containers zijn ingegraven en zo als heuvels zijn opgenomen in de omgeving. Hierdoor transformeren de containers tot grotten en vormen zij een mooie verwijzing naar de vroegste vormen van bewoning. In het najaar van 2012 wordt één van de containers ingericht met een tentoonstelling over ‘wonen en werken in de wildernis van een tijdelijk park’, waarin de studenten hun vooronderzoek presenteren. De tentoonstelling gaat in op alternatieve vormen van wonen, met behoud van de kwaliteiten van het landschap. De andere container wordt benut als werkplaats, waar workshops, think tanks, debatten en ontmoetingen kunnen plaatsvinden. De studenten worden begeleid door Herman Verkerk (architect), Ernst van der Hoeven (landschapsarchitect) en Frank Bruggeman (kunstenaar/ontwerper). www.temporary-park.tumblr.com PLAATSEN VAN HERINNERING Project: Plaatsen van Herinnering Partner: Karin Peulen e.a. Karin Peulen, kunstenaar en woonachtig in Maastricht, realiseert op onderzoekende wijze en in samenwerking met andere kunstenaars, archeologen, filosofen en studenten beeldende kunst, vijf interventies in het Sphinxpark die ingaan op landschap, erfgoed en herinnering. Peulen is gestart vanuit de vragen “Wat is landschap?” en “Hoe herinneren wij?”. Ze neemt het werk Les Lieux de Mémoire van de Franse historicus Pierre Nora als uitgangspunt voor de interventies in het Sphinxpark. In dit werk betoogt Nora dat er zoveel over het geheugen wordt gesproken omdat er nog maar zo weinig wordt herinnerd. In Les Lieux de Mémoire introduceert hij zogeheten herinneringsplaatsen, waar de mens in verbinding staat met het verleden. Plaatsen van herinnering I: Het bepaalde landschap Tonn Prins
69
Jamais deux homes ne jugerent pareillement de mesme chose Voor de tijdelijke openstelling van het Sphinxpark is het meest risicovolle gedeelte afgesloten voor het publiek. Deze verborgen vallei heeft in weerwil van het vervuilde karakter een oogstrelende kwaliteit. De vervuiling wordt door Tonn Prins doelbewust niet aan het oog onttrokken, maar juist geaccentueerd en verder verfraaid door giftige, kleurrijke planten, die soms geneeskrachtig en soms noodlottig kunnen zijn. Plaatsen van herinnering II: Het landschap als herinnering Levend Landschap In het verleden werd de locatie van een belangrijk gebouw, zoals een tempel of een kerk, vaak bepaald door zogeheten leylijnen, energiebanen die door het landschap lopen. Op basis van deze leylijnen – en dan met name waar deze lijnen elkaar kruisten – werd de optimale plek gekozen, omdat deze plek betekenis had en niet werd gezien als een willekeurige keuze. Het initiatief Levend Landschap in Maastricht refereert aan dit verleden en heeft als doel deze niet zichtbare lijnen in het landschap inzichtelijk te maken, met name bij ruimtelijke ordeningsvraagstukken. Levend Landschap is door Karin Peulen gevraagd deze werkwijze toe te passen in het Sphinxpark. Op deze manier wordt als het ware de herinnering benaderd als een alternatieve vorm van archeologie, waarbij de gebeurtenissen in het verleden belangrijk zijn voor de huidige plekken. Op basis van hun onderzoek maakt Levend Landschap twee plattegronden, waarbij ze energieën in het Sphinxpark zichtbaar maken door onder andere het weergeven van leylijnen. De eerste plattegrond heeft de situatie in het Sphinxpark in het voorjaar van 2012 weergegeven. De tweede plattegrond zal volgend jaar in dezelfde periode worden gemaakt. Deze zal inzage geven in de veranderingen en ingrepen die tot het voorjaar van 2013 zullen plaatsvinden. Plaatsen van herinnering III: Lieu et La ‘Folly’ / Regouts ’richesse’ Karin Peulen I.s.m. studenten van de Academie Beeldende Kunsten Maastricht Op basis van het onderzoek van het initiatief Levend Landschap (zie Plaatsen van herinnering II), heeft Karin Peulen hen de vraag gesteld wat dé meest geschikte plek is binnen het Sphinxpark voor een reconstructie van het vermeende, geheime liefdesnest van grondlegger van de voormalige Sphinxfabriek, Petrus Regout, en zijn goede vriend Willem II, die bekend stond om zijn buitenechtelijke relaties. Samen met studenten van de Academie Beeldende Kunsten Maastricht, Vera Gulikers, Astrid Mingels, Sanne Vaassen, Sanne Gilissen, Nuria Junghans, Charlotte
70
Koenen, Thomas Hütten en Linda van Kerkhof, wordt deze liefdesruïne herbouwd met gevonden materiaal in het park. De ruïne wordt omgeven met de in de Guide du Botaniste (1868) vermeldde flora uit de omstreken van Maastricht, die tijdens guerrilla-acties uit de natuur van Maastricht worden gehaald om het park weer een oorspronkelijke betekenis toe te kennen. (Met dank aan Fokeline Dingemans, bioloog en Flora werkgroep IVN-Maastricht) Plaatsen van herinnering IV: Nymphaeum - Oh tu, severi religio loci i.s.m. filosoof/historicus Guido Goossens en kunsthistoricus Mique Eggermont In een meditatieve klaagzang, gecomponeerd met citaten uit historische bronnen, filosofische traktaten en klassieke literaire teksten, wordt de geest van de plek opgeroepen. Studenten van de toneelacademie, de kunstacademie en Universiteit Maastricht, onder regie van Jelle Stiphout en Anna Salden, vertolken – al dolende door het park – de rol van Mneme, de Grieks mythologische muze van de herinnering, tijdens de opening van het Sphinxpark. Plaatsen van herinnering V Amber Bus Kunstenaar Amber Bus is verantwoordelijk voor het vijfde onderdeel van het project ‘Plaatsen van herinnering’. Waarneming is een belangrijk onderdeel van het werkproces van Amber Bus. Door uiterst zorgvuldig te kijken naar een fysieke locatie en deze bijna letterlijk af te tasten, onderzoekt zij de verschillende aspecten van een plek en eigent ze zich een locatie toe. Deze genuanceerde en intensieve werkwijze heeft zij ook in het Sphinxpark toegepast en op basis van de opgedane kennis voert Bus enkele ingrepen uit. Het Sphinxpark wordt door Amber Bus opgevat als een artefact, als een door tijd en mensenhanden gevormd product. Tegelijkertijd ziet zij de onmiskenbare invloed van de natuur op deze historische plek en ervaart zij het Sphinxpark als een zogeheten ecofact. Op basis van dit tweeledige perspectief plaatst Amber Bus een drietal vitrines in het park, die als het ware haar tijdelijke werkplaats vormen. In en rondom deze vitrines vinden vervolgens verschillende acties plaats, waar zowel de flora, de fauna als de mens de aanleiding voor vormen en waardoor de plek zelf in zichtbaarheid wint. Op basis van dit werkproces verandert de inhoud van de vitrines voortdurend. Deze transformatie is te volgen via www.amber-bus.blogspot.nl/. 71
72
Referenties
Estaçion de Atocha, Madrdid Het Estaçion de Atocha is zonder twijfel één van de mooiste stations ter wereld. Naast de enorme ronde gietijzeren overkapping is er natuurlijk de gigantische tropische tuin in de wachthal: er staan 4.000 m2 palmbomen en andere exoten. Vanaf de balustrade heb je daar een prachtig zicht op. Er is voor elk wat wils in dit station: er zijn ook boetieks, restaurants, terrasjes en zelfs is er een nightclub. http://www.elsentoine.com/madrid2011/bijzonderheden/ atocha.htm Over Guerrilla Gardening Guerrilla Gardening is het aanleggen van een tuin op een plek waar het officieel niet mag. Bijvoorbeeld een stuk land dat al lang braak ligt en waar maar geen nieuwbouw op komt, een boomsingel of een lege bloembak. Iedereen kan een Guerrilla Gardener worden. Het is simpelweg een kwestie van de schep oppakken en je eerste plant neerzetten. Het fenomeen Guerrilla Gardening bestaat al zo’n 30 jaar. Over heel de wereld leuken buurtbewoners rommelige plekken op met ‘illegale’ beplanting. http://www.guerrillagardeners.nl/ High Line, New York The High Line is a public park built on an historic freight rail line elevated above the streets on Manhattan’s West Side. It is owned by the City of New York, and maintained and operated by Friends of the High Line. Founded in 1999 by community residents, Friends of the High Line fought for the High Line’s preservation and transformation at a time when the historic structure was under the threat of demolition. It is now the non-profit conservancy working with the New York City Department of Parks & Recreation to make sure the High Line is maintained as an extraordinary public space for all visitors to enjoy. Jeugdland, Arnhem Jeugdland wil een bijdrage leveren aan de ontplooiing van een kind. Gestreefd wordt naar een pakket van activiteiten waarin naast recreatieve ook creatieve, educatieve, sportieve, culturele en sociale elementen voorkomen. In alle activiteiten staan ‘samen werken, spelen en ervaren’ centraal. We hechten veel waarde aan goede sociale omgangsvormen, respect voor elkaar en een gevoel van gezamenlijkheid. www.jeugdland.nl
73
The MFO-Park is a public park in Neu-Oerlikon, Zurich, built on the former area of the engine factory “Maschinenfabrik Oerlikon”, which gave the park its name. The project drafted by the planning Burckhardt + Partner and Raderschall Landschaftsarchitekten AG was selected in an international competition. The park, which covers an area of 96,875 ft², is characterized by its modern and unusual design. The large “ParkHaus” is a double-walled construction covered by a trellis, a “Treillage” open on 3 sides in a manner reminiscent of ancient garden design and covered with plants. The large hall space is broken up by four plant-covered wire chalices. The water basin planted with irises is located in a sunken area. The spaces between the double walls are dotted with staircases, covered walls, and projecting loggias. The sun deck high up on the roof offers a view over northern Zurich. http://en.wikipedia.org/wiki/MFO-Park Park Spoor Noord, Antwerpen Het verlaten spoorwegterrein moest een nieuwe bestemming krijgen. Een bewonersenquête toonde de drang aan naar groen, licht en ruimte. De omliggende wijken zijn immers extreem dicht bebouwd, slechts 1 op 8 woningen beschikt over buitenruimte. De stad koos voor een stedelijk landschapspark na een grondig onderzoek, een intern debat en onderhandeling met NMBS. Een domein van achttien hectare (het huidige stadspark is 11 ha) werd ingericht als een duurzaam park met ruimte voor sport, spel, fiets- en wandelroutes, veel bomen, ruime grasvlakten, Kempische zand(speel)tuinen, avontuurlijke speeltuinen en een strak watervlak. De klemtoon in het nieuwe landschapspark ligt op licht en ruimte. http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/23/212.html Pocketparks, Heerlen Door vier pocketparken aan te leggen in een sloopwijk in Heerlen hoopt de gemeente de leefbaarheid in de wijk verbeteren. “Mensen activeren en met elkaar verbinden. De sociale winst is het allerbelangrijkst van de aanleg van deze miniparkjes”, aldus de Heerlense wethouder Smeets. Het voornaamste doel dat de gemeente nastreeft met deze parkjes is om de levenskwaliteit in de wijk op korte termijn al te verbeteren. new.pph.nl/Media/download/.../leaflet_groenestad%20 award.pdf
74
Prinzessinengärten, Berlin Nomadisch Grün (Nomadic Green) launched Prinzessinnengärten (Princess gardens) as a pilot project in the summer of 2009 at Moritzplatz in Berlin Kreuzberg, a site which had been a wasteland for over half a century. Along with friends, fans, activists and neighbours, the group cleared away rubbish, built transportable organic vegetable plots and reaped the first fruits of their labour. http://prinzessinnengarten.net/ Stadslandbouw Local food systems build place-based, self-reliant food economies in which sustainable food production, processing, distribution and consumption come together to enhance the economic, environmental and social health of a particular place. They provide employment, generate income and support social equity. http://farmingthecity.net/ Stadsverwaldung statt Stadsverwaltung 7000 Eichen – Stadtverwaldung statt Stadtverwaltung ist ein Landschaftskunstwerk des Künstlers Joseph Beuys, das 1982 auf der documenta 7 der Öffentlichkeit vorgestellt wurde. Beuys pflanzte mit der Hilfe von freiwilligen Helfern im Verlauf mehrerer Jahre 7000 Bäume zusammen mit jeweils einem begleitenden Basaltstein an unterschiedlichen Standorten in Kassel. Das Projekt war im Hinblick auf die allgemeine Verstädterung eine umfangreiche künstlerische und ökologische Intervention mit dem Ziel, den urbanen Lebensraum nachhaltig zu verändern. Das anfangs umstrittene Projekt hat sich zu einem stadtbildprägenden Bestandteil des öffentlichen Raums der Stadt Kassel entwickelt. Im Jahr 1987 konnte das umfangreiche Projekt zur documenta 8 abgeschlossen werden. http://de.wikipedia.org/wiki/7000_Eichen
De hangende tuinen van Babylon waren volgens de overlevering een serie terrassen, omringd door muren met torens, in wat vandaag de dag Bagdad in Irak is. Op die muren waren bomen, struiken en bloemen geplant. De tuinen ‘hingen’ als het ware boven de oevers van de rivier de Eufraat. Bijzonder was de irrigatiemethode: onderaardse kanalen zorgden voor de aanvoer van water. De tuinen werden in de oudheid als een van de zeven klassieke wereldwonderen aangeduid. http://nl.wikipedia.org/wiki/Hangende_tuinen_van_Babylon
75
Garfield Conservatory, Chicago, Illinois, USA. Tijdens een recente studiereis naar de ‘Sustainable City” Chicago bezocht ik het Garfield Conservatory. In dit indrukwekkende museum, gelegen in het gelijknamige park aan de westzijde van de stad, zijn de verschillende klimaten van het Noord-Amerikaanse continent nagebootst, inclusief voorkomende vegetatie. Het Garfield Conservatory is dan ook het beste te omschrijven als een biodiversiteits-museum, waar naast verscheidene educatieve programma’s, ook evenementen en activiteiten plaatsvinden. Het tussen 1905 en 1907 gerealiseerde gebouw, ontworpen door landschapsarchitect Jens Jensen, bestaat uit een grote en meerdere kleine hallen, met licht-doorlatende koepels die wellicht nog het meest aan een 19e eeuwse stationshal doen denken, en waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van natuurlijke zonnewarmte. Meer recent, in 2011 en 2012, is er aan de achterkant van het gebouw een stads-tuin gerealiseerd, die ook als beeldentuin dienst doet. De tuin loopt geleidelijk omhoog, waardoor de (voornamelijk lage) bebouwing van de stad in de horizon geïntegreerd lijkt. Tevens dempt deze verhoging het stadsgeluid aanzienlijk, waardoor het er heerlijk rustig is. Daarnaast bevindt zich in de tuin een ‘urban learning garden’, die verschillende manieren laat zien hoe ‘city farming’ kan worden bedreven, vergelijkbaar met het Maastrichtse proefpark. De combinatie van historische architectuur, bio-diversiteitsmuseum en stadstuin, met een keur van sociale en culturele functies - evenementen en (educatieve) activiteiten - maakt het Garfield Conservatory tot een hele bijzondere plek, waar gebouw, park, (stads) omgeving en verschillende sociaal-culturele functies met elkaar verbindingen aangaan. Armand Wachelder www.garfield-conservatory.org
76
Bureau SLA en Overtreders W - Noorderparkbar Sinds maart 2012 staat er een kleine koffiebar in het Amsterdamse Noorderpark. Het bouwwerk is een donatie van architectenbureau SLA en Overtreders W die het met behulp van woningcorporatie Ymere, crowdfunding en vrijwilligers hebben ontwikkeld. De Noorderparkbar is een nieuwe publieke voorziening in het park en flankeert het al aanwezige cultuurpodium, de Noorderparkkamer. Bureau SLA en Overtreders W stelden zichzelf ten doel om alle bouwmaterialen te kopen via Marktplaats. Stad en land werd afgereden om de benodigde kozijnen, hout en tegels te verzamelen. Ontwerp noch gebouwd resultaat is echter te typeren als een collage van tweedehands materialen. Het ging de ontwerpers om de verhalen achter de materialen, die in hun ogen de fysieke aanwezigheid van de bar een instant betekenis zouden geven. Deze verhalen werden dan ook zorgvuldig gedocumenteerd. De Noorderparkbar is opgebouwd uit drie containers. Twee daarvan zijn op elkaar gestapeld om het paviljoen een voorportaal en een duidelijke presentie te geven. Het derde volume bevat de bar en de sanitaire voorzieningen. Er is gekozen voor de kleuren zwart (voor de buitenkant) en wit (voor de binnenkant). Het zwarte volume kan op de begane grond, als een sieraden doosje, worden geopend waardoor het witte interieur zichtbaar wordt. Voor de houten buitenbekleding is gekozen voor de Japanse techniek Shou Sugi Ban. Door de buitenzijde van het hout te verkolen, ontstaat een waterkerende laag. Alle houten delen zijn onder verschillende hoeken op het frame geschroefd, waardoor het geveloppervlak de kwaliteiten van een weefsel krijgt. Ondanks de bescheiden afmetingen van de bar verloopt de overgang van buiten naar binnen in drie stappen. Vanuit het park biedt het terras de bezoeker beschutting en schaduw, waarna men in de bar belandt. Deze ruimte wordt volledig omhuld door de allerhande raamkozijnen, die wit zijn geverfd en haar in alle richtingen verbinden met het park. Dutch Design Jaarboek 2012, RJdK http://www.bureausla.nl/#/project/noorderparkbar
77
De Noorderparkkamer De Noorderparkkamer is de culturele huiskamer van het Noorderpark in Amsterdam Noord, een plek om elkaar te ontmoeten. Dit houten paviljoen heeft een schuifwand die open kan, waardoor het verandert in een podium. Het gebouw is ontworpen door de Zwitserse architecten Meili & Peter. Kijk hier waar het gebouw staat. In en rondom de Noorderparkkamer worden verrassende culturele activiteiten georganiseerd door professionele creatieve ondernemers uit Amsterdam Noord: musici, beeldend kunstenaars, theatermakers, schrijvers etc. Zij ontwikkelen projecten en gaan daarmee een verbinding aan met elkaar, met de buurtbewoners en met de stad. Zo ontstaat een netwerk van creatieven waaruit een uiteenlopende programmering voortkomt. Kamers De Noorderparkkamer verandert mee met de activiteiten die er plaatsvinden. Soms is de NPK een huiskamer (vertonen en vertellen), soms een eetkamer (eten en ontmoeten) of een kinderkamer (fantaseren en spelen), soms een tuinkamer (wroeten, klimmen en proeven), een atelierkamer (verbeelden en creëren) of een muziekkamer (luisteren en muziek maken). Er komen ook steeds nieuwe kamers bij, zoals de generatiekamer (ontmoetingen op leeftijd) of een peuterkamer. Bij elk project binnen de Noorderparkkamer is het publiek actief betrokken en staat het thema ontmoeten centraal. Stichting Noorderparkkamer Het team rond de Noorderparkkamer heeft zich georganiseerd in de Stichting Noorderparkkamer. Het bestuur van de stichting bestaat uit Voorzitter: Egbert Kreiken; Penningmeester: Diemer Kransen; Secretaris: Sigrid van Essel. De initiatiefnemer die ervoor zorgde dat het paviljoen naar het Noorderpark kwam is Floor Ziegler. Zij is artistiek leider van de Noorderparkkamer. Zakelijk leider is Jan van Liebergen. http://www.noorderparkkamer.nl
78
the ‘fresh start’ house by martin house-to-go is a mobile home fit on a standard trailer. the home has a kitchen, bathroom, sleeping loft and lots of windows. the home was originally designed by julie martin, a new orleans resident, who lost her home in hurricane Katrina. http://martinhousetogo.com
“Holiday shoppers milling about the Time Warner Center in New York will have a fabulous chance to experience one of these soon. Between November 28 and December 29, 2007, they can rest, relax and sip a perfect cup of illy espresso in one of Kalkin’s creations, the temporary Push Button House cafe that the Trieste, Italy-based illycaffè will install there. The European premier of this concept by Alan Kalkin and illy took place at the 52nd Venice Biennale where illy continues to partner with the Fondazione La Biennale di Venezia by providing the visitors each year a space to relax and enjoy their complimentary espresso.” Adam Kalkin has an impressive portfolio of living/lounging spaces created from shipping containers as well ~ more images of those as well as an animation of the Push Button House opening below!”
79
80
Essays
ESSAY 1 ‘Van top-down naar edge-in Biologen omschrijven het edge-effect (randeffect) als de tendens die een divers en compact geheel van organismen ertoe brengt zich te bundelen op de grenzen van gemeenschappen. Ook in de complexiteitstheorie bestaat er een edge of chaos- oftewel ‘rand van de chaos’model waarin een systeem zich het snelst - in de woorden van Edward O. Wilson- ‘op de rand van de chaos’ ontwikkelt, ‘waar nog een zeker orde heerst, maar waar de onderdelen onderling los genoeg verbonden zijn om gemakkelijk te kunnen veranderen , hetzij afzonderlijk hetzij in kleine groepen. Zoals in de biologie is het ook in de netwerkeconomie: diversiteit, dichtheid en interactie zijn succesfactoren. Maar met de manier waarop we de dingen tegenwoordig organiseren, sluiten we de voordelen van randeffecten buiten in plaats van ervan te profiteren. De meesten van ons wonen en werken in een afgebakende omgeving: een bedrijf, een universiteit, een beroep. We werken binnen gemeenschappen, niet tussen verschillende gemeenschappen in. Onze organisaties houden de afgebakende omgevingen in stand en isoleren kennis ironisch genoeg van de concrete context waarvoor die bestemd is. Het idee van edge effects is niet nieuw; de afbakening van disciplines werd al door Aristoteles bekritiseerd. Maar het probleem is nu acuut geworden: specialisatie is als grind in de tandwielen van de duurzame samenleving waaraan we bouwen... Als mensen, ideeën en organisatie die zich ‘langs de rand’ bevinden, worden samengebracht, gebeurt er meestal iets interessants en waardevols. Wat management-consultants beschrijven als het creëren van een strategie’, en wat ik ‘ontwerpen’ noem, gaat om het creëren van nieuwe combinaties van kennis, middelen en vaardigheden, waarvan een groot deel of misschien zelfs het overgrote deel al bestaat. Het toepassen van oude kennis in een nieuwe context creëert nieuwe kennis.’1
1
John Thackara, PLAN B, ontwerpen in een complexe wereld, 2010, p.190-192
81
82
ESSAY 2 The contemporary enclosed garden: ten questions.’1
1 Adriaan van der Staay, The Enclosed Garden, The Public Garden, NAI Publishers 2002, p.25-28
83
84
85
86
87
88
Govert Derix, Utrecht: InnovatieNetwerk, 2012
ESSAY 3
89
90
91
92
93
94
ESSAY 4 Snack 14: Time ‘Design is concerned with conscious distortion of time, distance and size. If it achieves none of these distortions it is unlikely to be more than the elaboration of the status quo. The apparant but unreal onevitability of the design of the safety pin is my definition of ‘good’ design. It is the recognition, in time, of the usefullness and delight of the object (or system) that really establishes a consensus on the quality of the design. It does not matter who designed the safety pin - we should just be delighted that they did.
The value of permanence must be proven, not merely assumed. Why don’t umbrellas disintegrate in sunshine - or at least grow in rain?
“How little need be done?” should be the designer’s first question. Then perhaps we would no longer have to pay people to paint TURN LEFT underneath arrows on the road way. The second question might well be “For how long is this usefull?” The acceptance of the redundancy of design by the designer is essential. At present it is left to the rest of the community to do this. However, until the designer becomes concerned with determining the rate of redundancy of his design - not merely the life of the product - we will continue to electrify the grandfather clock rather than the hand out wrist watches. No longer can “Western civilization” pass on to the rest of the world its artifactual cast-offs. The so-called “developing countries” have the opportunity and capacity to “leap-frog” various steps in development. Not only can they become the frot line in experimenters in socio/ economic planning but - and thi may be the more important in the last decade - the major demand impetus to improve design attitudes. Shortage of time is likely to become an increasingly large element in the conscious design process: not merely in achieving a particular means but even in deciding whether there is time to bother designing such a means.’1
1
Cedric Price, RE:CP, 2003, p.105
95
Sphinxpark 2012
96
Sphinxpark 2013
contact: www.maastrichtlab.nl Tima van der Linden
[email protected] 06 15309651 Tim Prins
[email protected] 06 48471263 Tim van Wanroij
[email protected] Loes van Oort NaiM/ Bureau Europa
[email protected] Linde Dorenbosch Recentre
97
98
OPLEGGERS
99
100
LAB