1
Inhoudsopgave
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Managementsamenvatting Inleiding Sustainabul Klimaatneutraal Milieumanagementsysteem Mobiliteit Laadpalen elektrische auto’s Actie Band op Spanning Huisvesting Duurzame Inkoop Energie Afval Bijlagen 1. Elektriciteit verbruik 2. Stadswarmte verbruik 3. Water verbruik 4. Kentallen 5. Laadpalen verbruik 6. Resultaten actie Band op Spanning 7. Afgevoerde afvalstoffen 8. Papierverbruik / papierinkoop 9. Graaddagen 10.Overzicht maatregelen energie efficiency MJA3 11.Klimaatvoetafdruk
Blz. 3 4 5 6 7 8 9 9 9 9 10 10 12 12 13 14 15 15 16 16 17 18 20 21
2
1 Management samenvatting In het milieujaarverslag 2015 van Hogeschool Leiden wordt o.a. inzicht gegeven in de milieubelasting die direct of indirect wordt veroorzaakt door de activiteiten van de hogeschool. Niet alleen het energieverbruik van de hogeschool belast het milieu maar ook bijvoorbeeld het woon-werkverkeer, (internationale) dienstreizen, afval en papierverbruik. Er zijn een aantal energiebesparende maatregelen genomen en er is wederom het project ‘Band op Spanning’ georganiseerd. Tevens is een verbinding gemaakt met de klimaatvoetafdruk van eerdere jaren. Het totale energieverbruik is in 2015 toegenomen omdat het in 2015 koeler was dan in 2014. Daardoor wordt er meer stadswarmte verbruikt en door de WKO installatie meer elektriciteit. Ook is hierop van invloed dat de luchtbehandelingsinstallatie ’s avonds langer actief is door een intensievere bezetting van het gebouw in de avonduren. Het totale elektriciteitsverbruik van alle locaties is met 1,6% toegenomen. Berekend per student en Fte bedraagt de toename 1%. Het verbruik aan stadswarmte is met 10,3% een aanzienlijke toename. Per student en Fte bedraagt de toename 10%. Er is meer water verbruikt (4,5%) en afval geproduceerd (2,9%). Papierafval is verder afgenomen met 10,3% en de inkoop van papier met 22,8%. Ten opzichte van vorig jaar is de CO2-uitstoot met 7,5% toegenomen naar 3.059,75 ton. De WKO installatie is in 2015 volledig in balans gekomen. Dat betekend dat de warmtevraag in de winter volledig in evenwicht is met de koudevraag in de zomer. Deze situatie is bereikt door goed beheer van de installatie. Het Facilitair Bedrijf heeft deelgenomen aan bijeenkomsten van het Platform Bodemenergie. In 2015 is Hogeschool Leiden uitgeroepen tot eerste klimaatneutrale hogeschool van Nederland, door de totale CO2-uitstoot te compenseren met Gold Standard Carbon Credits over 2014. In 2016 wordt de klimaatvoetafdruk van 2015 opnieuw gecompenseerd.
3
2 Inleiding Vanaf 2011 wordt door het Facilitair Bedrijf ieder jaar een milieujaarverslag opgesteld. In het milieujaarverslag wordt beschreven welke milieueffecten worden gegenereerd door de activiteiten van de hogeschool. Niet alleen het energieverbruik en bijvoorbeeld de afvalproductie hebben een effect op het milieu maar ook de mobiliteit van medewerkers en studenten (woonwerkverkeer, dienstreizen, vliegreizen) en bijvoorbeeld de inkoop van goederen en diensten. Er worden milieugegevens van verschillende jaren met elkaar vergeleken zodat zichtbaar wordt of de hogeschool al dan niet milieuvriendelijker wordt en verduurzaamd. Naast de gegevens van energieverbruik teruggerekend naar verbruik per medewerker/student of vierkante meters worden tal van milieumaatregelen beschreven die in 2015 en eerder zijn genomen. Ook is weer de klimaat voetafdruk berekend over 2015. Op het gebied van duurzame bedrijfsvoering is Hogeschool Leiden al jaren actief. Hogeschool Leiden heeft zich vanaf het begin, dat is sinds 2005, aan de Meerjarenafspraak (MJA) Energie Efficiency van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voorheen Agentschap NL) verbonden. Dit houdt in dat de hogeschool in 15 jaar tijd (2020) het energieverbruik met 30% terugdringt. Een ambitieuze doelstelling, maar door de vele maatregelen die de afgelopen jaren zijn genomen vanuit de bedrijfsvoering is de hogeschool er al in 2011 in geslaagd 20% minder energie te verbruiken.
4
3 Sustainabul Hogeschool Leiden heeft in 2013 en 2014 deelgenomen aan de Sustainabul uitreiking, een ranglijst voor de mate waarin hbo-instellingen en universiteiten in Nederland erin slagen om duurzaamheid te integreren in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. De Sustainabul wordt georganiseerd door Studenten van Morgen, studentennetwerk voor een duurzame toekomst. In 2013 leverde deelname met een 14e plaats (van 26 instellingen) een Bronzen Sustainabul op, gevolgd door een Zilveren (7e van 24 instellingen) in 2014. In september 2014 heeft de hogeschool het verzoek gekregen van Studenten voor Morgen om de uitreiking van de Sustainabul 2015 te hosten in combinatie met tal van andere activiteiten en workshops. Dit evenement, de Sustainabul Experience 2015, met landelijke uitstraling, vond plaats op 29 mei 2015 en heeft vertegenwoordigers van diverse ho-instellingen naar de hogeschool gebracht, alsmede vertegenwoordigers van bedrijven en instellingen die werkzaam zijn op het gebied van duurzaamheid in onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering. Er waren vooraanstaande sprekers aanwezig waaronder oud-ministerpresident Jan Peter Balkenende, evenals vertegenwoordigers van de pers. De hogeschool heeft nadrukkelijk ruimte gekregen om een inhoudelijke rol te spelen tijdens dit evenement. Hierbij valt te denken aan het delen van good practices en het organiseren van een Green Tour langs de duurzame highlights van het gebouw. Door de cateraar is het evenement voorzien van allerlei biologische en duurzame producten. Het assortiment bevatte bijvoorbeeld allerlei vlees vervangende producten van de vegetarische slager. Andere opvallende producten waren; biologische redbean koffie, earth tea, mini spelt cookies, ambachtelijke soepen met Europees biologisch keurmerk, tomaat burgers en biologische melkproducten, waarbij een snack met sprinkhaan wel heel opvallend was. Na afloop van het Sustainabul event zijn de overgebleven etenswaren aangeboden aan Stichting dagopvang de Binnenvest. Tot de aangeboden producten behoorden onder andere: vers fruit, broodjes, diverse kruiden en soepen. In 2015 heeft de hogeschool wederom een Zilveren Sustainabul behaald en eindigde landelijk op de 6de plaats en als 3e hogeschool van Nederland van een totaal deelnemersveld van 21 onderwijsinstellingen.
5
4 Klimaat neutraal Tijdens de Sustainabul Experience 2015, heeft de hogeschool het moment gebruikt om aan te kondigen dat zij de eerste klimaatneutrale hogeschool is van Nederland. Dit is bereikt door de totale CO2-uitstoot van 2014 volledig te compenseren door de inkoop van Gold Standard Carbon Credits. Bijbehorende certificaten komen o.a. voort uit twee projecten, in India en Zuid Afrika. Gold Standard garandeert de voordelen voor het klimaat en de lokale bevolking en dat het project ook echt iets toevoegt. Over het jaar 2015 zal de uitstoot weer volledig worden gecompenseerd.
6
5 Milieumanagementsysteem Het voornemen om het milieumanagement systeem van de hogeschool in 2015 te certificeren volgens de norm ISO 14001-2004 heeft vertraging opgelopen omdat er in oktober 2015 een nieuwe norm is geïntroduceerd. Hierin worden extra eisen gesteld en voorwaarden benoemd waaraan voldaan moet worden voor de certificering volgens deze nieuwe norm. De belangrijkste wijzigingen ISO 14001-2004 / 2015 zijn; Inbedding van milieumanagement in de strategie van de organisatie, o.a. door een context analyse van de organisatie. Factoren, trends en stakeholders die het milieubeleid van de organisatie kunnen beïnvloeden, moeten in kaart worden gebracht. Leiderschap en commitment. Het milieubeleid moet aansluiten bij de algehele strategie van de organisatie en milieumanagement dient te worden geïntegreerd in de normale bedrijfsvoering. Life cycle benadering. Ketengericht denken bij milieumanagement wordt versterkt. Er wordt aandacht gevraagd voor het levenscyclusperspectief en de waardeketen van de organisatie. Strengere eisen worden gesteld aan de inkoop van goederen en diensten en er moet milieu-informatie beschikbaar zijn over de gebruiks- en afvalfase van geleverde producten. Communicatie. De aanpak voor interne en externe communicatie moet worden bepaald. Daarbij moet ook aandacht worden gegeven aan de kwaliteit en betrouwbaarheid van communicatie. 7
Relatie met risicomanagement. Milieumanagement wordt gezien in het licht van organisatie breed risicomanagement. Naleving van de eisen. Het begrip “compliance obligations” wordt geïntroduceerd. Hieronder vallen alle eisen vanuit wet- en regelgeving en de overige eisen van stakeholders. Naleving moet worden geborgd in het milieumanagementsysteem en de eigenbeoordeling van de naleving van al deze eisen blijft een belangrijk component van het systeem. Daarbij is een eis dat de organisatie voortdurend inzicht moet hebben in de “compliance status”. Verandering in wet- en regelgeving moet daarom structureel worden gemonitord.
Achter de schermen is hard gewerkt aan het opstellen van de benodigde documenten en implementatie van het vernieuwde managementsysteem. Eind 2015 is het traject van certificering volgens de nieuwe norm ingezet. Verwacht wordt de certificering medio 2016 te hebben gerealiseerd. 6 Mobiliteit Met bijna 10.000 studenten en ongeveer 1.000 medewerkers genereert Hogeschool Leiden veel verkeer naar de locatie aan de Zernikedreef. Volgens de resultaten van de milieubarometer is het woon-werkverkeer en zakelijk verkeer in 2014 goed voor 92% van de totale uitstoot van CO2. De netto CO2-uitstoot is 2.845 ton. Woon-werkverkeer is goed voor 2.404 ton en zakelijk verkeer voor 214 ton. Hierbij moet opgemerkt worden dat gebruikte elektriciteit voor het grootste deel groene stroom is en dat de hogeschool al veel energiezuinige maatregelen heeft genomen om de ‘andere’ uitstoot (niet van verkeer) te verminderen. Volgens de ‘klimaatvoetafdruk’ uit 2008 is mobiliteit goed voor 61% van de totale uitstoot van CO2. Dit geeft aan dat er met het stimuleren van duurzame mobiliteit veel winst is te behalen. In oktober 2015 heeft DTV Consultants de opdracht van het Facilitair Bedrijf gekregen een mobiliteitsonderzoek uit te voeren onder studenten en medewerkers. De belangrijkste doelstelling van het onderzoek is een inzicht verkrijgen in de wijze waarop medewerkers en studenten naar de hogeschool reizen. De belangrijkste onderzoeksvragen staan hierna: • • • • •
•
Hoe reizen medewerkers en studenten naar Hogeschool Leiden en tijdens het werk (dienstreizen)? Op welke dagen zijn medewerkers en studenten normaal gesproken aanwezig? Wat is hun mening over de bereikbaarheid? Worden er tijdens de reis naar de locatie en bij de locatie zelf knelpunten ervaren? En welke zijn dat? Wat is de interesse in verschillende vormen van duurzaam vervoer oftewel slim reizen (voor automobilisten)? Wat zijn de mogelijkheden van de hogeschool om duurzaam vervoer te stimuleren en daarmee de CO2-uitstoot te reduceren? Hoe kan de hogeschool daaraan invulling geven? Hoeveel bedraagt de CO2-uitstoot ten gevolge van de mobiliteit van medewerkers en studenten?
Totaal zijn er voor dit onderzoek 1.168 enquêtes verwerkt, 860 van studenten en 308 van medewerkers. De respons onder studenten is daarmee bijna 9%, die 8
onder medewerkers 31%. De resultaten van het onderzoek zijn voor beide doelgroepen representatief: voor hen kunnen betrouwbare en nauwkeurige uitspraken worden gedaan. Medewerkers reizen gemiddeld 28,5 kilometer naar het werk, studenten 23 kilometer naar de studieplek. Zowel studenten als medewerkers die met OV reizen, hebben de grootste reisafstand: respectievelijk 29,0 en 45,5 kilometer. De gemiddelde reisafstand van studenten die fietsen is 5,1 kilometer, van medewerkers 5,5 kilometer. Fietsers met een e-fiets leggen een dubbele reisafstand af. Medewerkers die de auto gebruiken, reizen gemiddeld 34,2 kilometer, studenten 22,3 kilometer. Voor de hogeschool zijn er hele goede mogelijkheden het gebruik van de auto door medewerkers in het woon-werkverkeer verder te reduceren. Dit levert een flinke bijdrage aan de doelstellingen op het gebied van energie-efficiency en maatschappelijk verantwoord ondernemen, zorgt voor minder parkeer- en verkeersdruk (en CO2-reductie) en draagt bij aan de leefbaarheid van Leiden. De relatieve bijdrage aan de totale CO2-productie is kleiner dan die van studenten. Veel studenten reizen met openbaar vervoer maar leveren daarmee toch een relatief forse bijdrage aan de productie van CO2 doorr de aantallen. De berekende CO2-uitstoot van de totale mobiliteit bedraagt 2.834 ton. Dit is 92,6% van de totale klimaatvoetafdruk over 2015. Laadpalen elektrische auto’s Door het plaatsen van twee laadstations voor de elektrische auto is de milieubelasting ten gevolge van de mobiliteit gereduceerd. Bijna 4000 km kon worden gereden met de geladen elektriciteit. Daarmee is 1,15 ton CO2-uitstoot vermeden. Er zijn in alle overdekte fietsenstallingen laadpunten geplaatst voor het opladen van de e-fiets. Daarmee beoogt de hogeschool het reizen naar het werk per fiets te stimuleren, ook als je iets verder dan 5 km moet reizen. Actie Band op Spanning Inmiddels volgens jaarlijkse traditie heeft rond de Nationale Dag van de Duurzaamheid op 10-10-2015 de actie Band op Spanning plaatsgevonden. De bandenspanning van de auto’s op het parkeerterrein worden dan op de juiste druk gebracht waardoor brandstof wordt bespaard, extra slijtage van de banden wordt voorkomen en de veiligheid verbeterd. Met deze actie is 4,1 ton aan onnodige CO2-uitstoot voorkomen. 7 Huisvesting Afgelopen jaar zijn bijna 700 bureaus, tafels, bureaustoelen en vergaderstoelen vervangen. Het oude meubilair is voor 15% hergebruikt in andere organisaties, life cycling extern genaamd, en 85% is gedoneerd aan non-profit organisaties. Zo wordt de levenscyclus verlengd met minimalle belasting voor het milieu en worden goede doelen ondersteund. 8 Duurzame Inkoop Op het gebied van duurzaamheid worden de eisen die zijn opgesteld voor de diverse productgroepen door de Rijksdienst voor ondernemend Nederland bij 9
Europese aanbestedingen opgenomen. Er zijn standaard duurzaamheidsvragen opgesteld, welke bij Europese aanbestedingen meewegen in de kwaliteitsscore. De vragen betreffen duurzame investeringen in relatie tot de opdracht, uitstoot CO2 verminderen, retourlogistiek en transportkilometers. Hogeschool Leiden werkt samen met duurzame bedrijven. Voorbeelden van duurzaamheid zijn:
de nieuwe plantenbakken zijn van de oude plantenbakken gemaakt; de drukwerkleverancier voor promotioneel drukwerk compenseert CO2uitstoot door dit gecertificeerd 100% klimaatneutraal te produceren. Hogeschool Leiden heeft hierdoor het Jaarbeeld 100% klimaatneutraal kunnen laten produceren. Daarnaast wordt er FSC-papier gebruikt.
9 Energie Er is de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan het terugdringen van het energieverbruik. Er wordt o.a. bij verbouwingen succes geboekt met het vervangen van de tl-armaturen en spaarlampen door ledverlichting. Er wordt daardoor een energiebesparing behaald van 30 tot 50%. De gangen van de Bvleugel 1ste en 2de etage, de gang en de kantoren van de F-vleugel 1ste etage en de praktijklokalen van fysiotherapie in de D-vleugel zijn thans voorzien van ledverlichting. De WKO installatie, die bouwdeel G volledig verwarmt en koelt en ook bouwdeel D koelt, is volledig in balans gekomen. Dat betekend dat de warmte levering in de winter volledig in balans is met de koude levering in de zomer. Dit is een vrij unieke situatie in vergelijking met de meeste WKO installaties in Nederland conform het Platform Bodemenergie. Het verbruik aan elektriciteit en stadswarmte is in 2015 iets toegenomen. Zo is er 1,6% meer verbruikt aan elektriciteit en 10,3% meer verbruikt aan stadswarmte. Als gekeken wordt naar de gemiddelde temperaturen van 2015 ten opzichte van 2014 blijkt dat het in 2015 gedurende negen maanden van het jaar tussen de 0,5 en 3,9 graden kouder was. Dit betekend 295,8 graaddagen meer voor verwarming dan in 2014. Naar verwachting zou dan 11,2% meer warmte worden verbruikt. Qua koelgraaddagen had 2015 1,6 dagen minder voor koeling. Naar verwachting zou dit een besparing opleveren van 0,2%. Het geringe meerverbruik aan elektriciteit kan verklaard worden door een zichtbare toename aan laadactiviteiten van telefoons, laptops en andere devices door medewerkers en studenten. Omdat de (les)activiteiten in de avonduren in 2015 zijn toegenomen zijn de kloktijden van de luchtbehandelingsinstallatie verruimd. In plaats van het uitschakelen van de installatie om 19.30 uur is deze uitschakeling verschoven naar 22.30 uur. Dit betekend meer verbruik aan elektriciteit en stadswarmte. Ook de WKO installatie heeft daardoor meer elektriciteit verbruikt. Door de toepassing van ledverlichting is de toename van het elektriciteitsverbruik weer deels gecompenseerd. 10 Afval In totaal is in 2015 148 ton afval geproduceerd door de hogeschool. Dit is een toename van 4,39 ton. Door de verschillende afvalstromen van 2015 te vergelijken met die van 2014 is de toename voornamelijk te verklaren door 10
afvoer van 4,19 ton bouw- en sloopmateriaal t.g.v. diverse verbouwingen in 2015.
11
11 Bijlagen 11.1 Elektriciteit Verbruik Elektriciteit (kWh) hoofdgebouw 2015
2013 2014 2015
Jan 223.546 213.731 235.852
Febr 197.246 187.608 206.421
Mrt 197.246 216.252 230.964
April 210.347 208.923 211.702
Mei 200.558 216.007 201.588
Juni 219.626 234.493 245.465
Juli 215.787 228.883 231.450
Aug 214.494 200.179 221.304
Sept 233.462 253.525 232.421
Okt Nov Dec 220.021 209.704 189.213 237.662 217.593 216.459 216.222 221.827 204.709 Ontsparing t.o.v. 2014
Totaal 2.531.250 2.631.315 2.659.925 28.610
Verbruik overige locaties 2013 2014 2015
Z- gebouw (vanaf juli)
28.798 86.201 97.891
Alle locaties 2013 2014 2015 Verbruik oplaadpalen Netto verbruik Ontsparend t.o.v. 2014 is 1,6%
H-gebouw 18.669 18.160 20.249
J-gebouw (vanaf juli ) 6.107 13.436 14.886
Totaal verbruik elektriciteit 2.584.824 2.749.112 2.792.951 492 2.792.459 43.347
Verbruik per student + FTE 267,2 260,4 263,0
12
11.2 Stadswarmte Verbruik stadswarmte (GJ) 2015
Hoofdgebouw 2013
Jan
Feb
Mrt
April
Mei
Juni
Juli
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
1124,0
1050,0
957,0
574,0
367,0
142,0
21,0
16,0
153
422
835,0
877,0
Totaal 6.538,0
2014
967,3
788,8
610,4
347,1
263,7
100,5
58,8
92,7
82
294,8
716,2
1009,4
5.332,0
2015
1111
956
847
565
298,2
151
73,4
70
214,7
463,1
543
696
5.988,5
Ontsparing t.o.v. 2014
656,5
Verbruik overige locaties: Z-gebouw 2013
(vanaf juli)
H-gebouw
J-gebouw
210
265
( vanaf juli) 67
2014
398
186
139
2015
524,1
72,2
169,2
Alle locaties 2013
7.080
Verbruik per student + FTE 0,732
2014
6.055
0,573
2015
6.754
0,636
Ontsparend t.o.v. 2014 is 10,3%
Totaal verbruik stadswarmte
699
13
11.3 Water Verbruik water (m3) hoofdgebouw 2015
2013 2014 2015
Jam 991 935 1312
Feb 912 799 891
Mrt 985 1236 1342
Apr 940 828 1052
Mei 966 1007 995
Jun 1066 1155 1272
Jul 570 811 654
Aug 478 700 653
Sept Okt 1267 973 1616 1125 1482 1088 Meer verbruikt in
Nov dec 1073 859 1343 854 1266 936 totaal is 4,1%
tot 11080 12409 12944 535
Verbruik overige locaties: Z-gebouw
H-gebouw
J-gebouw
2013
(vanaf juli) 219
100
( vanaf juli) 37
2014
614
139
90
2015
753
158
88
Alle locaties 2013
Totaal verbruik water 11.436
Verbruik per student + FTE 1,182
2014
13.252
1,256
2015
13.943
1,313
14
11.4 Kentallen Meerjaren kentallen Verbruik elektriciteit per student + Fte in kWh Verbruik stadswarmte per student + Fte in Gj Verbruik drinkwater per student + Fte in m3 Afval totaal per student + Fte in kg Papierafval totaal in kg Papierverbruik totaal in kg Klimaat voetafdruk totaal in ton CO2-uitstoot Klimaatvoetafdruk per student + Fte in ton CO2-uitstoot
2011 325,0 0,611 1,192 11,18 109.186 109.196 3.115,90 0,344
2012 290,3 0,674 1,173 13,11 42.015 42.435 2.975,00 0,327
2013 267,2 0,732 1,182 12,14 34.470 35.554 2.943,50 0,304
2014 260,4 0,573 1,256 13,61 31.615 32.027 2.845,65 0,270
2015 263,0 0,636 1,313 14,01 28.347 24.718 3.059,75 0,288
11.5 Laadpalen verbruik 2015 Maand September Oktober November December Totaal 2015
Aantal kWh 82,13 97,32 183,55 128,70 491,70
Gemiddeld kWh / 100 km
13
Totaal km
Totaal liter brandstof (1 : 12)
3.782
315,2
Vermeden CO2 uitstoot (ton)
1,15
15
11.6 Resultaten actie Band op spanning Onderwerp
2015 HL
2014 HL
2013 HL
Gemiddeld landelijk
Gecontroleerd aantal auto’s Auto’s met minimaal 1 band met onderspanning Auto’s met (vermoedelijke) lekke band Bespaarde hoeveelheid brandstof Vermeden CO2 uitstoot Voorkomen aantal vroegtijdig versleten banden Besparing aan brandstof en banden Gemiddeld bespaard bedrag per auto
310 223 (71,9&) 21 (6,8%) 1.126,1 liter 4,1 ton 33,5 € 4.742,46 € 15,30
318 212 (69,5%) 22 (6,9%) 1.333,6 liter 4,8 ton 40,5 € 5.788,68 € 18,20
338 240 (71%) 33 (9,8%) 1.846,4 liter 7,98 ton 103 € 12.569,49 € 37,19
63% 7%
11.7 Afgevoerde afvalstoffen 2015 Afvalsoort 10.00 - BOUW- EN SLOOPAFVAL (ONGESORTEERD) 13.01 - AFVALHOUT B-KWALITEIT 30.00 - BEDRIJFSAFVAL (BRANDBAAR) 33.01 - PAPIER/KARTON 33.10 - ARCHIEF/CONFIDENTIEEL 71.00 - ANORGANISCHE ZUREN, GEMENGD 71.47 - AFVALWATER VERONTREINIGD MET ZWARE METALEN 71.48 - WATERIGE VLOEISTOFFEN, GEMENGD, VERONTREINIGD 74.00 - OPLOSMIDDELEN, GEMENGD, HALOGEENARM 74.20 - OPLOSMIDDELEN, GEMENGD, HALOGEENHOUDEND 75.01 - VERFRESTEN IN KUNSTSTOF/STALEN VERPAKKINGEN 77.01 - KGA UIT KANTOREN 79.00 - LOODACCU'S 79.03 - KWIK, METALLISCH 79.11 - VERLICHTINGSAPPARATUUR DAT GEVAARLIJKE STOFFEN BEVAT 80.01 - SPECFIEK ZIEKENHUISAFVAL, ONGESPECIFICEERD, CAT 1 UITSLUITEND VOOR VERWIJDERING 80.32 - DIERLIJK AFVAL CAT 1. UITSLUITEND GESCHIKT VOOR VERWIJDERING 81.03 - LABORATORIUMAFVAL, GEMENGD Alle afvalsoorten
Jan
Feb
Mrt
Apr
0,860 10,960 2,220 0,485 0,096 0,114 0,038 0,358 0,010
8,460 0,140 0,790 0,102 0,080 0,084 0,310 0,020 0,038
5,820 4,075 0,685 0,206 0,442 0,158 0,294 0,012
Mei
Jun
Jul
0,800 7,460 2,500 0,330 0,126 0,814 0,094 0,240 0,010
6,240 6,780 8,140 2,880 3,080 0,640 1,090 1,460 0,108 0,182 0,102 0,570 0,030
Aug
Sep
0,600 0,560 3,520 12,540 9,520 0,425 1,035 0,192 0,112 0,102 0,304 0,012
0,010
0,098
Hele jaar 4,160 1,220 94,380 32,455 8,040 1,046 2,302 0,842 2,580 0,206 0,056 0,022 0,040 0,008 0,098
0,008 0,022
0,260
Okt
Nov
0,880 1,020 0,660 6,160 11,640 6,660 3,700 4,340 0,415 0,425 0,260 0,124 0,092 0,394 0,164 0,192 0,072 0,294 0,210 0,090 0,022 0,018 0,012 0,040
0,008 0,040
0,004
0,036
0,066
0,066
0,018
Dec
0,016 0,016 0,010 0,034 0,044 0,024 0,038 0,110 0,024 0,018 0,302 14,331 10,062 12,642 11,664 9,760 9,782 12,680 4,505 24,553 8,679 17,455 11,920 148,
16
Ingezamelde plastics en glas (niet in bovenstaand overzicht meegenomen omdat de containers niet meer worden gewogen)
Kunststof PET: 4 ledigingen van de 1100 liter rolcontainer, 4,4 m3 Glas: 44 ledigingen van de 240 liter rolcontainer, 10,56 m3,
Afval Afval per medewerker Gevaarlijk afval per medewerker Afvalscheiding Ongesorteerd afval per medewerker Papierafval per medewerker
kg/fte kg/fte % kg/fte kg/fte
2012 206 5,81 37,9 128 66,7
2013 189 7,19 32,5 127 41,3
2014 180 9,85 36,3 114 39,8
2015 207 4,94 37,1 131 39,4
11.8 Papierverbruik /papier inkoop Papier Inkoop Inkoop Inkoop Inkoop Afval Afval Afval Afval
Gewicht in kg 2015 2014 2013 2012
2015 2014 2013 2012
24.718 32.027 35.554 42.435
Besparing t.o.v. vorig jaar in kg 7.309 3.527 6.887 66.761
Besparing t.o.v. vorig jaar in % 22,8 10,0 16,2 61,1
32.455 31.615 34.470 42.015
- 840 2.855 7.545 67.171
- 2,7 8,3 18 61,5
17
11.9 Graaddagen
18
19
11.10 Overzicht maatregelen energie efficiency MJA3 en jaar van geplande uitvoering; Maatregelen
Jaar
Investering
procesefficiëntie 1
Optimaliseren WKO
2014
€ 10.000
Maatregelen Jaar Investering ketenefficiëntie 2 Verminderen transport van 2015 € 8660 medewerkers en studenten 3 Dubbelzijdig printen/ 2013 €0 kopieren 4 Good housekeeping 2014 €0 catering 5 Compensatie vliegreizen 2013 € 1200 6 Autobanden op spanning 2013 € 1864 7 Vuilpers 2013 € 4500 8 Papierpers 2013 € 4500 Totaal € 20.724 Geschatte besparing behaald in 2015
Efficiëntie verbetering (%) 1,16%
Efficiëntie verbetering (%) 3,09%
Status
Energiebesparing (GJ) 354
Uitgevoerd In 2014/2015
Zeker
Energiebesparing (GJ) 947
1,20%
Status
Ja
Zeker
Uitgevoerd In 2015 Deels (zie motivatie onder*) Ja
Zeker
Ja
Zeker Zeker Zeker Zeker
Ja Ja Ja Ja
Zeker
368 1,40% 0,33% 0,13% 0,01% 0,00% 6,86% 4,01%
429 100 39 2 0 1.883 1.238
*Met het verminderen van transport van medewerkers en studenten is in 2014 al een start gemaakt door o.a. weblecturing. Er is een database carpoolen gebouwd welke is geïmplementeerd eind 2015. Met de gegevens uit het mobiliteitsonderzoek zullen gegevens worden gebruikt om verdere maatregelen te implementeren om de mobiliteit terug te dringen.
20
11.11 Klimaatvoetafdruk 2015 Milieuaspect
Hoeveelheid
Elektriciteit Ingekochte elektriciteit Waarvan groene stroom uit waterkracht Brandstoffen Stadswarmte Aardgas t.b.v. onderwijs Water & afvalwater Drinkwater Emissies Koudemiddel - R410a Woon-werkverkeer Openbaar vervoer Auto Scooter/bromfiets Vliegreizen Dienstreizen auto Kantoorpapier Papier totaal Vermeden uitstoot Elektrisch rijden Band op Spanning
CO2 parameter
2.792.951kWh 2.660.000kWh
0,526 kg CO2 / kWh -0,526 kg CO2 / kWh
1.469 ton CO2 -1.399 ton CO2
6.754 Gj 593 m3
20,0 kg CO2 / GJ 1,88 kg CO2 / m3
135 ton CO2 1,12 ton CO2
13.943m3
0,298 kg CO2 / m3
4,16 ton CO2
0
2.090 kg CO2 / kg
0 ton CO2
26.459.957 km 4.314.182 km 898.331 km 813.862km 440.090km
0,0610 kg CO2 / km 0,220 kg CO2 / km
24.718 kg
2012 2013 2014 2015
0,0528 kg CO2 / km 0,147 kg CO2 / km 0,220 CO2 / km 1,46 kg CO2 / kg
Netto Totaal footprint in ton CO2
1.614 947 47,4 120 96,6
ton ton ton ton ton
CO2 CO2 CO2 CO2 CO2
29,9 ton CO2 -1,15 ton CO2 -4,1 ton CO2
totaal Jaar
CO2 equivalent
9.100
38.560
Footprint per student + FTE in ton CO2 0,327
2.943,50
9.675
40.907
0,304
0,0720
2.845,65
10.558
40.907
0,270
0,0696
3.059,75
10.619
40.907
0,288
0,0748
2.975,00
Aantal studenten+ FTE
Aantal m2
3.059,75 ton CO2 Footprint per m2 in ton CO2 0,0772
21
22