Paddestoelen tocht op landgoed Sandwijck te De Bilt. Op 23 oktober 2011 was het een mooie herfstdag met veel zon. Wij gingen naar landgoed Sandwijck te De Bilt waar een paddestoelentocht werd georganiseerd door het Utrechts Landschap. Landgoed Sandwijck: een korte introductie. Het ontstaan : Van oorsprong was Sandwijck een uithof van het klooster Oostbroek, op het gelijknamige landgoed in e het zuidelijkste puntje van De Bilt. In eerste instantie werd er in de 17 eeuw een boederij gebouwd, welk in 1770 werd vervangen door een buitenhuis. In 1854 kwam Sandwijck door vererving in het bezit van mevrouw Both-Hendriksen en haar man baron van Boetzelaer . Tot 1963 bleef de familie van Boetzelaer eigenaar. In dat jaar werd het huis verkocht aan de stad Utrecht, die het daarna in 1967 doorverkocht aan de Universiteit Utrecht die plannen had voor het opzettten van een botanische tuin, maar die plannen doorkruist zag door de aanleg van een rijksweg. Het huis stond vervolgens 16 jaar leeg, en werd in 1980 gekraakt, waarbij de bewoners het huis weer opknapte . Tien jaar later ater werd het huis gelegaliseerd, en in de periode 1989-1991 werd het monumentale pand professioneel gerestaureerd. Vanaf deze restauratie heeft Woonstichting De Key het landhuis voor de bewoners in erfpacht, terwijl de Stichting Het Utrechts Landschap de nieuwe eigenaar werd.
De tocht was onder begeleiding van gidsen van het Utrechts landschap die het e.e.a. uitlegde over de diverse paddestoelen en het landgoed zelf. Rechte koraalzwam: Bleke, okerkleurige tot vleeskleurige zwam. In jonge toestand zijn de topjes van de takken helder geel, later krijgen ze dezelfde kleur als de rest van de takken. Grootte: 4-10 cm hoog, 3-8 cm breed Kan vanaf de late zomer tot de winter gevonden worden op de stronken en takken van loofbomen. Komt vrij algemeen voor
De pergola van landgoed Sandwijck. Het unieke hieraan is dat het niet van hout is gemaakt maar van beton.
De melkzwam: Melkzwammen zijn te herkennen aan het melksap dat vrij komt bij beschadiging.
De melkzwam behoort tot de familie russula.
Sneeuwwitte russula Geelgerande russula
Mooie plaatjes van het landgoed.
Het landgoed Het landgoed is ca. 63 ha. groot. Het park gaat via een gesloten bos over in een weidegebied met houtsingels en enkele boomgroepen. Sandwijck onderscheidt zich van andere landgoederen in de regio door een grote verscheidenheid aan bomen. In de vorige eeuw is door de toenmalige eigenaar een aantal exotische boomsoorten uit andere werelddelen aangeplant. Op het landgoed bevinden zich onder meer een kapelletje en een unieke pergola die respectievelijk in 1998 en 1999 zijn gerestaureerd.
De mooie herfstkleuren komen langzaam tot stand, al is er voor de tijd van het jaar toch nog erg veel groen. Een paar weken later zag alles er echter heel wat kaler uit.
Deze plaatjes vormen voor heel wat schilders toch een heuse inspiratie bron.
De pijpknotszwam, als je niet beter weet dacht je dat dit alleen maar een takje was. Voorkomen : Op takjes en stammetjes van loofbomen, vooral Berk en Els Verspreiding : Vrij algemeen Vanaf september kunnen we op afgevallen takken en liggende stammetjes van Berk en Els Pijpknotszwammen aantreffen (fig.1). Ze vormen 4-20 cm lange knotsen die slechts enkele mm breed zijn. Ze zijn dus zeer slank , de toppen van jonge exemplaren zijn licht spits maar ronden wat af met te verouderen. Hun oppervlak is glad tot fijn gerimpeld. okergeel , geelbruin tot zeemleerkleurig. Hun basis is wat smaller en viltig tot wollig behaard. Op hun oppervlak vormen ze witte ovale sporen .
Korstzwam.
Amethist zwam of de rode kool zwam. Omdat het vruchtlichaam een kleurenpalet heeft dat vergelijkbaar is met de rode kool (lila tot violet), wordt de amethistzwam ook wel rodekoolzwam genoemd.[1] De hoed van een volwassen exemplaar heeft normaal een diameter tussen 1 en 4 cm alhoewel er ook specimen zijn met hoeden tot maximaal 6 cm diameter. De hoogte kan 10 cm worden. De sporen van de amethistzwam zijn 7-10 µm groot, maar hebben uitsteeksels tot twee µm lang.
parelstuifzwam. De parelstuifzwam (Lycoperdon perlatum) is een witte stuifzwam. Wanneer deze buikzwam rijp is komen de sporen vrij uit een centrale opening aan de bovenkant van het vruchtlichaam.
Rode russula.
Russula is een geslacht van paddenstoelen met meer dan 750 soorten uit de familieRussulaceae. De soorten komen algemeen voor en zijn meestal felgekleurd. Door deze kenmerken behoren ze tot best herkenbare soorten. Ze kunnen onderscheiden worden door: • • •
een witte tot oranjekleurige sporenafdruk dito gekleurde brosse plaatjes het ontbreken van een tweede vlies (velum partiale) op de steel.
De aardappelbovist is te vinden op heide en in loofbossen. Het is een zeer algemene soort, die van de zomer tot de herfst gezien kan worden. Het vruchtlichaam heeft een doorsnede van 5-10 cm en is half bol- of knolvormig, maar vaak afgeplat aan de bovenkant. Het oppervlak is ruw door hoekige schubjes. De kleur varieert van geelachtig tot okerkleurig. Snijdt men het vruchtlichaam door, dan blijkt er een dikke, witachtige schil te zijn met vaak een roze waas. Daarbinnen zit de purper zwarte sporenmassa. Deze bovist heeft geen steel of slechts een korte, steelachtige basis.
Gele zwavelzwam:
De kleine stinkzwam en de grote stinkzwam. Duivels ei. Een duivelsei of een heksenei is het oorspronkelijk vruchtlichaam van de inktzwammen en de stinkzwammen. Uit het duivelsei komt de paddenstoel tevoorschijn. In het volksgeloof sprak men van duivelsei omdat de stinkzwam plotseling eieren legt. Door dat 'plotselinge' spreekt men van duivelseieren. De duivel zou ze hebben neergelegd.
De regenboog russula. Kenmerkend zijn de regenboog achtige kleuren.
Gevulde koek krulzoom. Gewone krulzoom (Paxillus involutus) is een in Nederland algemene paddenstoel, die van juli tot laat in de herfst volop aanwezig is in loof- en naaldbossen, maar ook daarbuiten in bijvoorbeeld stedelijk groen. De hoed haalt een diameter tot zo'n 15 centimter, is vlak of gewelfd en kenmerkt zich door een ingerolde rand. Bij vochtig weer is het oppervlak enigszins kleverig. De kleur is okerbruin tot roodbruin en langs de rand is de hoed gegroefd. De steel reikt tot circa 7 centimeter hoog en wordt meeer dan een centimeter dik. De steel is lichter van kleur dan de hoed en vaak voorzien van strepen. De aflopende, dicht op elkaar staande lamellen zijn aanvankelijk geelbruin, maar worden later bruinig. De sporen zijn bruin. De paddestoel ziet er uit als een smakelijke gevulde koek, maar schijn bedriegt. Gewone krulzoom is dodelijk giftig.
Elfenbankjes. Oesterzwam De soort komt algemeen voor op stammen van loofbomen waar ze in groepen zijn gerangschikt. Vooral op de beuk zitten ze vaak.
Roodsteelfluweel boleet. De roodsteelfluweelboleet (Boletus chrysenteron) is een eetbare paddenstoel uit de familie Boletaceae. De soort komt voor in loofbossen en naaldbossen op grazige plekken. De boleet is een algemene verschijning. De hoed heeft een doorsnede van 5-7 cm en is licht gewelfd. Hij is roodachtig bruin met een olijfkleurige waas. De hoed is in een typisch patroon gebarsten, waardoor het lichtroze vlees zichtbaar wordt. Het oppervlak is fluwelig of viltig.
De steel heeft een hoogte van 6-8 cm en een dikte van 1 cm. Deze is geelachtig met onderaan roodachtige strepen. De buisjes zijn bij jonge exemplaren geelachtig en worden later olijfgeel. Ze zijn wijd en zijn bevestigd aan de steel. Onder de cuticula is het vlees roze. Verder is het geelachtig en in de steel roodachtig. Bij het snijden wordt het iets blauwachtig.
De roestbruine kogelzwam. Vruchtlichaam kussenvormig, Ø 4-10 mm, kaneelbruin tot steenrood, later bruin tot zwart, ruw, regelmatig met papillen bezet. Stroma hard, bruinzwart tot zwart. Voorkomen Op dode, dikke beukentakken en liggende beukenstammen. Saprofiet.
Geen kerkje, maar een theehuisje met veel nepelementen. Aan de andere kant vind je een duiventil.
Kelkzwam:
Kogelzwam.
De platte tondelzwam. De platte tonderzwam (Ganoderma applanatum, synoniem: Ganoderma lipsiense) is een schimmel uit de familie Ganodermataceae. De soort leeft eerst als parasiet op een levende boom, waar hij intensieve witrot kan veroorzaken. Wanneer de boom is gestorven leeft de zwam verder als saprofyt. In vroeger tijden werd van de platte tonderzwam poeder gemaakt voor gebruik intondeldozen. Het is een houtige zwam, die niet eetbaar is.
De porselein zwam. De porseleinzwam (Oudemansiella mucida, synoniem: Collybia mucida) is een witte tot ivoorkleurige plaatjeszwam waarvan de hoed bedekt is met een slijmlaag. Meestal wordt de porseleinzwam aangetroffen van augustus tot november op takken en stammen van beuken, minder vaak op eiken. In Nederland is het een algemeen voorkomende soort.
Mooie plaatjes wederom van het landgoed.
Judas oor.
Oesterzwam
Een schitterende wandeling door een schitterend gebied