Pabo 3 Heerlen Internationaliseringsproject
‘Eat it!’
Kay van Kemenade Pabo 3 Heerlen 0817392 Minor Engels en Internationalisering Periode 11
Inhoudsopgave A. Achtergrondinformatie ………………………………………………………. 4 Karakteristieken ………………………………………………………………. 5 Doelgroep en doelstellingen ….………………………………………….. 7 Aansluiting bij de kerndoelen .…………………………………………… 8 B. Voorbereidingen …………...…………………………….…………………….. 9 Contact leggen …………………………………………………….…..………. 10 Contact onderhouden ………..…………………………………………….. 11 C. Projectbeschrijving ………………………….………….………………..…… 12 De activiteiten …………………………………………………….…..………. 13 Week 1: Introductieweek ………..……………………………………..… 13 Week 2: Gezondheid! ……………………………………………….……… 15 Week 3: De enquête ………..……………………………………………… 17 Week 4: De collages …………………………………………….………….. 19 Week 5: Eetgewoonten ………..…………………………………….…… 21 Week 6: Het avondeten ……………………………………….…..……… 23 Week 7: Koken op school! ………….……….………………………….. 24 Week 8: Het ‘nagerecht’ ………….……….…………………………….. 25 D. Literatuurlijst ………………..……..……………………….………………….... 26
2
E. Relevante bijlagen ….…………………………………………………………… 28 Bijlage 1: Beschrijving eigen project ……………………………..……… 29 Bijlage 2: Format voor het paspoort …...…………………………….... 32 Bijlage 3: Format voor het placemat ….………………………..………. 33
3
A. Achtergrondinformatie
4
Karakteristieken Korte beschrijving Voor u ligt de handleiding van een door mij opgezet project. Het project zal heten ‘Eat It!’ en zal een aantal weken in beslag nemen. Het is een project waarin centraal staat welke eetgewoontes landen hebben. Er wordt hierbij een vergelijking gemaakt tussen de eetgewoontes van Nederland en die van Engeland. Eetmomenten die aan de orde komen zijn het ontbijt, de lunch, tussendoortjes en het avondeten. Kinderen zullen door simpele vergelijkingsopdrachten in aanraking komen met eetgewoonten uit het buitenland en kunnen vol trots hun eigen uitgewerkte opdrachten presenteren.
Het belang van internationalisering in het basisonderwijs In het kader van het belang van internationalisering in het basisonderwijs is dit project zo ontworpen dat het direct toe te passen is in een bovenbouwgroep van de basisschool. Om nog maar eens het belang van internationalisering in het basisonderwijs te onderstrepen, vindt u hieronder een dossier1 dat ik gevonden heb op de website van de Onderwijsraad. Ik hoop dat dit u overtuigt van het belang van internationalisering. Internationalisering Samenwerken en -leven met anderstaligen, een buitenlandse afzetmarkt verkennen, of op de hoogte blijven van trends binnen je vakgebied; steeds vaker moeten burgers over de grens kijken. Voor alle leerlingen en studenten is internationalisering van belang, of ze nu buiten Nederland de arbeidsmarkt op gaan of hier blijven. De raad is voorstander van een sterkere internationale oriëntatie in het onderwijs. Van oudsher maken de geografische ligging van Nederland en onze economische bedrijvigheid een internationale oriëntatie noodzakelijk. Kennis over andere landen en over onze positie in de wereld wás en ís van groot belang. Daar komt bij dat de samenleving internationaliseert, en Nederland in toenemende mate met andere landen concurreert op de wereldmarkt. Ook als het gaat om het aanbieden van opleidingen. De raad vindt dat internationalisering daarom een vanzelfsprekend onderdeel moet worden van het onderwijs. Internationalisering van het onderwijs komt niet gemakkelijk van de grond. Er zijn veel activiteiten op dit gebied, maar het behoort formeel nog niet tot de kernactiviteiten van het reguliere onderwijs. Instellingen doen alleen ‘iets' aan internationalisering als ze er, naast hun reguliere taken, tijd en geld voor vrij kunnen maken. Wel zijn er verschillen tussen de sectoren: het hoger onderwijs kent een langere traditie van internationalisering dan andere sectoren. De raad hanteert vier vaste uitgangspunten voor internationalisering in het onderwijs: - Europeanisering en internationalisering van de onderwijsinhoud; - internationale oriëntatie én ervaring van leerlingen en studenten; - het versterken van de Nederlandse positie op de internationale onderwijsmarkt; - de beheersing van vreemde talen. Hieronder volgt een overzicht van de standpunten van de raad op alle vier de onderdelen. 1. Europeanisering en internationalisering van de onderwijsinhoud Internationalisering begint bij Europees burgerschap. Dat houdt in dat burgers kunnen functioneren in het publieke domein van Europa en als burger in dit werelddeel kunnen participeren. Het onderwijs kan dit bevorderen door ‘Europa' steviger in de curricula te verankeren en ervoor te zorgen dat er meer fysieke uitwisseling plaatsvindt van leerlingen uit verschillende landen. Europees burgerschap vergroot niet alleen de internationale kennis van
1
http://www.onderwijsraad.nl/dossiers/internationalisering/item2823
5
burgers, maar stelt ze ook in staat een kritisch oordeel te vormen over Europese vraagstukken. Internationalisering in het onderwijs gaat verder dan de Europese grenzen. Studenten, leerlingen en docenten moeten over kennis en vaardigheden beschikken waarmee ze ook op andere continenten kunnen samenwerken en -leven met organisaties en burgers. Dat kan alleen als internationalisering een natuurlijk en integraal onderdeel van het onderwijs wordt in alle sectoren. De raad pleit allereerst voor een grotere internationale oriëntatie in de curricula. Taal- en landenkennis moeten een duidelijker en grotere plek in de programma's krijgen. Uiteindelijk kan een Europese canon, die aansluit bij Europees burgerschap, uitkomst bieden. De raad wil ook dat het internationaal baccalaureaat (een internationaal programma in het voortgezet onderwijs, alleen toegankelijk voor kinderen wier ouders in het buitenland (gaan) werken) wordt opengesteld voor alle Nederlandse leerlingen. Daarnaast kan het Nederlandse onderwijs zelf internationale leerwegen ontwikkelen. Uiteindelijk zou dit moeten leiden tot een doorlopende kosmopolitische, internationale leerlijn. Ouders die dit willen kunnen dan hun kinderen naar een internationaal georiënteerde basisschool sturen, om ze uiteindelijk aan een internationale opleiding in het hoger onderwijs af te laten studeren. De afgestudeerden zijn volledig geëquipeerd om de internationale arbeidsmarkt te betreden. 2. Virtuele en fysieke mobiliteit van leerlingen, studenten en docenten Internationalisering wordt vaak gelijkgesteld met mobiliteit van leerlingen, studenten en docenten. Uiteraard is een kennismaking met het buitenland belangrijk, maar dit hoeft niet altijd via een verblijf in het buitenland. Ook contacten via internet of met buitenlandse organisaties (bijvoorbeeld in de vorm van partnerschappen en samenwerkingsverbanden met buitenlandse instellingen) kunnen aan een internationale oriëntatie bijdragen. 3. Onderwijs en expertise als exportproduct De raad vindt dat de Nederlandse onderwijsinstellingen sterker een internationaal profiel moeten uitdragen op de buitenlandse markt. Nederland kan zijn onderwijsstelsel en onderwijsdiensten ook als exportproducten zien. De sector kan voor andere landen bijzonder waardevol zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor de kennis en expertise op het gebied van toetsen, examineren, accreditatie en kwaliteitszorg. 4. Beheersing vreemde talen cruciaal Nederlanders spreken hun talen minder goed dan zij zelf denken. Dit terwijl talenkennis cruciaal is om mee te kunnen doen in de internationale economie. Op basis van het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking is het aannemelijk dat driekwart van de burgers op school kennis heeft gemaakt met twee vreemde talen. Slechts de helft van de bevolking is ook in staat zo'n taal in de praktijk te gebruiken. Een kwart van de scholieren maakt op school kennis met één vreemde taal, meestal Engels. De Europese ambities om iedere scholier een minimumniveau te laten bereiken in twee vreemde talen, worden in ons land dus niet gehaald. We zouden daarom op de basisschool vroeger kunnen beginnen met de introductie van Engels, Duits of Frans. Jonge kinderen leren een vreemde taal sneller dan jongeren in de puberteit. Basisscholen moeten kiezen tussen starten met een vreemde taal in groep 1 of in groep 5 (nu is dat groep 7). Dat kan via verschillende methoden, bijvoorbeeld via een onderdompelingsmethode: een deel van de lessen wordt (maximaal één dagdeel) in het Engels, Frans of Duits gegeven. Een andere mogelijkheid is lokale taalscholen in het leven te roepen, vergelijkbaar met muziekscholen. Het voortgezet onderwijs kan aansluiten op de twee niveaus van de basisscholen. In het mbo zou ten minste één vreemde taal verplicht gesteld moeten worden - op het hoogste niveau zelfs twee. Doelgericht langetermijnbeleid is nodig om dit alles te bereiken. Dit beleid moet zich in eerste instantie richten op aanvullende scholing voor leerkrachten en docenten.
6
Doelgroep en doelstellingen Doelgroep Ik loop momenteel stage in groep 7 van basisschool Het Avontuur in Buchten. Groep 5, 6 en 7 vormen samen een cluster. Aangezien ik stagiair ben in groep 7, zal ik de focus richten op groep 7 als projectgroep, maar als de leerkrachten van beide andere groepen interesse hebben, mogen ze zeer zeker meedoen aan dit project. De leeftijdscategorie die op mijn project van toepassing is, is de groep van 9 t/m 12 jaar.
Doelstellingen Aan het einde van het project: • Hebben de kinderen uit de klas in Engeland en die uit mijn stageklas in Nederland kennis gemaakt met elkaar aan de hand van een paspoort van hun klas; • Hebben de beide groepen elkaars eetgewoonten bij het ontbijt, de lunch, de tussendoortjes en het avondeten uitgewisseld aan de hand van handgemaakte collages, powerpoint of videomateriaal; • Hebben de kinderen meer inzicht gekregen in en hebben ze geoefend met de Engelse taal. Woorden die te maken hebben met eten en drinken, gezondheid en je lichaam staan hierbij centraal; • Hebben de kinderen met plezier gewerkt aan dit project. Docenten en andere betrokkenen leren kinderen te motiveren en te stimuleren door ze in aanraking te laten komen met iets wat niet lijkt op het dagelijkse leren, maar toch bijzonder leerzaam is. Deze andere manier van lesgeven kan worden ingezet om het klassenklimaat te versterken of te stimuleren. Ook komen docenten in aanraking met andere visies op onderwijs zoals dit in andere landen wordt gegeven. Hier kunnen ze hun voordeel uit halen door deze visies met elkaar te vergelijken en de positieve punten eruit te halen en te gebruiken. Tot slot is het voor docenten erg prettig om kinderen gemotiveerd te zien werken. Aangezien een project iets anders is dan ‘normaal’ en ‘saai’ leren zullen de kinderen extra betrokken zijn. Dit is een gevoel van waardering voor het werk van docenten en dit kan ook bijdragen aan het pedagogisch klimaat in de klas.
7
Aansluiting bij de kerndoelen “Kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Kerndoelen geven aan wat leerlingen aan het eind van hun schooltijd moeten kennen en kunnen. De kerndoelen geven per vak aan wat de school uw kind moet leren. Ze garanderen een breed en gevarieerd onderwijsaanbod. In de kerndoelen staat niet beschreven hoe scholen de doelen moeten bereiken. Op basis van de kerndoelen stellen scholen zelf het onderwijsprogramma samen.2” Bron: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/wat-zijnkerndoelen-voor-het-basisonderwijs.html
Natuurlijk worden de kerndoelen nagestreefd door het onderwijsaanbod tijdens reguliere lessen, maar ook in dit project komen kerndoelen terug. Op dit project zijn een aantal kerndoelen van toepassing, namelijk 3: • 5: De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen; • 13: De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten; • 14: De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal; • 15: De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen; • 23: De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken (formuleren van hoeveelheden bij de recepten); • 33: De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur; • 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen; • 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument; • 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
2
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/wat-zijn-kerndoelen-voor-hetbasisonderwijs.html 3 Bron: http://www.slo.nl/primair/kerndoelen/
8
B. Voorbereidingen
9
Contact leggen Alvorens u kunt beginnen met dit project dient u een partnerschool te vinden die wil meewerken aan dit project. Het is handig om scholen uit het buitenland te kiezen die binnen de Euregio liggen. Dit maakt een eventueel bezoek mogelijk tussen leerlingen uit beide klassen en beide landen. Om u op weg te helpen, zijn er tal van websites waarop scholen zijn aangemeld die ook op zoek zijn naar partnerscholen voor projecten, een soort netwerk dus. Voorbeelden van websites en hun mogelijkheden: • http://www.europeesplatform.nl/ Via deze website kunt u zoeken via de zoekterm ‘partnerscholen’ en u zult een aantal links vinden naar websites waarop scholen uit diverse anderstalige landen een advertentie hebben geplaatst voor een partnerschool; • http://www.etwinning.net/ Een online community voor internationale samenwerking via internet en ict. Hier kunt u makkelijk, snel en gratis vele partnerscholen vinden; • http://www.europeanschoolnet.org/ Portaal voor leerkrachten in Europa. Informatie over partnerscholen, taalonderwijs, lesmateriaal, nascholing, et cetera; • http://www.uitwisseling.de/ Duits; scholen kunnen hier een advertentie plaatsen voor een partnerschool; • http://www.e-changes.nl/ Frans; scholen kunnen hier een advertentie plaatsen voor een partnerschool.
Een andere mogelijkheid Misschien heeft u zelf wel eens een bezoek gebracht aan een basisschool in het buitenland. Dan is het een mogelijkheid om contact op te nemen en samen een website te starten om het project uit te wisselen tussen beide scholen. Uit mijn ervaring weet ik dat de The Coombes CE Primary Education-basisschool in Reading (Engeland, Verenigd Koninkrijk) een basisschool is die veel bezig is met ervaringsgericht en adaptief onderwijs. Ze leggen veel nadruk op het ervaren van dingen waardoor kinderen leren. Deze basisschool heb ik bezocht in mei 2010. De keuze van de basisschool is echter aan u en kunt u baseren op uw inzicht in wat er nodig is in uw klas. Lees ook op de website van het Europees Platform4 welke mogelijkheden u nog meer heeft om in contact te komen met scholen die een partnerschool zoeken. Heeft u eenmaal contact gelegd en bent u tot een samenwerking gekomen, dan is het handig om in het kort aan te kaarten waarover dit project zal gaan. Dit kunt u lezen in het hoofdstuk ‘Karakteristieken’. In een later stadium kunt u dieper op de zaken ingaan door een beschrijving te geven van de opdrachten die de kinderen gaan uitvoeren tijdens het project.
4
http://www.europeesplatform.nl/sf.mcgi?3767&_sfhl=partnerscholen
10
Contact onderhouden Bij veel projecten wordt contact tussen de medewerkende scholen gehouden per e-mail. Zonde is dan echter dat veel resultaten van de kinderen niet zullen worden getoond aan de partnerschool. Om toch hieraan tegemoet te komen is het een handig idee om een gezamenlijke website op te zetten. Hierop kunnen de resultaten getoond worden van de gemaakte werkjes door de kinderen van beide scholen.
Uw eigen website Via de website www.mijndomein.nl heeft u de mogelijkheid om een eigen website aan te maken. Let op! Dit kost wel een bepaald bedrag per maand afhankelijk van de services die u hieraan wilt toevoegen.
Andere opties U heeft daarnaast natuurlijk ook de mogelijkheid om alle resultaten te fotograferen en als fotoalbum door te sturen aan de partnerschool. U kunt natuurlijk ook filmpjes van de resultaten maken of laten maken en deze online publiceren via www.youtube.com of via social network sites zoals Hyves, Facebook, MySpace, Clubs, iCampus en Twitter. Op deze manier is ook alles te bereiken voor de partnerschool.
11
C. Projectbeschrijving
12
De activiteiten Het is zover! Heeft u aan alles gedacht? Het uitnodigen van een partnerschool? In het kort over de inhoud verteld? Een gezamenlijke website gemaakt voor u en uw partnerschool? Of afspraken gemaakt over hoe de resultaten worden uitgewisseld? Dan is alles gereed voor de grote start van het project. N.b.: Tijdens het project wordt er uitgegaan van een uur lestijd per week, aangezien het moet worden ingebouwd in de reguliere lestijden. U heeft natuurlijk zelf de keuze hoe u dit uur indeelt en hoe en wanneer u de opdrachten inplant.
Week 1
Introductieweek
Het kringgesprek Beginsituatie Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden Tijdsduur
Afhankelijk van de groep en hun kennis. Aan het einde van de les: • Zijn de kinderen zich bewust van hun eigen eetgewoonten; • Hebben de kinderen kennis genomen van eetgewoonten in het buitenland: Engeland; • Zijn de kinderen voorgesteld aan de partnerschool. De kinderen zitten in een kring. • Voorbeelden of plaatjes van eetgewoonten in andere landen; • Informatie over de partnerschool. Deze activiteit duurt ongeveer 20 minuten.
Ter introductie op dit project kunt u beginnen met een kringgesprek over wat de kinderen vanochtend hebben gegeten. Hierbij kunt u inhaken op wat ze altijd eten, wat hun eetgewoonten zijn. U kunt vertellen dat u wel eens naar een ander land bent geweest waarin ze heel anders aten. Wat weten de kinderen al over de eetgewoonten in bijvoorbeeld Engeland? Dit geeft u de gelegenheid om de partnerschool aan de kinderen voor te stellen. Met deze school gaan ze de komende weken samenwerken om erachter te komen wat kinderen uit bepaalde landen eten. Aansluitend op deze introductie geeft u de volgende opdracht.
Voorbereiding op volgende les: • Voor ieder kind een A4’tje met een format voor het paspoort (zie bijlage); • Voor ieder kind schrijf- en kleurgerei; • Naar keuze: per kind hun eigen pasfoto.
13
Het paspoort Beginsituatie
Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden
Tijdsduur
De kinderen zijn inmiddels bekend met de partnerschool en de opdracht, ze weten van de samenwerking en van de kinderen op de andere school. Aan het einde van de les: • Heeft ieder kind een paspoort aan de hand van het format gemaakt waarin hij zichzelf voorstelt aan de klas in de partnerschool; • Vormen alle ingevulde paspoorten een klassenpaspoort dat gefotografeerd of eventueel opgestuurd kan worden naar de partnerschool. Klassikale instructie, individuele opdracht. • Voor ieder kind een A4’tje met een format voor het paspoort (zie bijlage 2); • Voor ieder kind schrijf- en kleurgerei; • Naar keuze: een pasfoto van ieder kind om op het paspoort te plakken. Deze activiteit duurt ongeveer 40 minuten.
U begint met te vertellen dat we tijdens de vorige les kennis hebben gemaakt met de kinderen die meewerken aan het project. Maar deze kinderen kennen we eigenlijk nog niet zo goed en zij ons ook niet. Daar gaan we wat aan doen! Deel aan elk kind het format van het paspoort uit. Deze vindt u in de bijlage. U vertelt de kinderen dat het de bedoeling is dat ze dit paspoort voor zichzelf invullen. Ze mogen ook zichzelf tekenen (of eventueel een pasfoto erop plakken) en een tekening maken aan het einde van het paspoort. Heeft ieder kind zijn paspoort af, dan worden alle paspoorten opgehaald en verwerkt tot een boekje, een klassenpaspoort. Deze kunt u inbinden met ringbanden. U heeft dan ook de mogelijkheid om dit paspoort op te sturen naar de partnerschool of u kunt ervoor kiezen om er foto’s of een filmpje van te maken en dit op te sturen. De partnerschool kan naar aanleiding van deze opdracht ook hun eigen klassenpaspoort opsturen. Dit kunt u gebruiken als uitgangspunt voor de volgende les. Het vormt een leuke introductie. Voorbereiding op volgende les: • Bekijk op http://player.omroep.nl/?aflID=10953710 de aflevering van het Klokhuis over gezond eten; • Voor ieder groepje van drie of vier (klas hierin verdelen tijdens de les) een format van de coöperatieve werkvorm Placemat; • Het paspoort van de partnerschool.
14
Week 2
Gezondheid!
De oermens in de supermarkt Beginsituatie
Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden
Tijdsduur
De kinderen zijn inmiddels bekend met de partnerschool en de opdracht, ze weten van de samenwerking en van de kinderen op de andere school. Ook hebben ze de kinderen een paspoort ingevuld over hun eigen klas en hebben ze een paspoort ontvangen van de partnerklas. Aan het einde van de les: • Hebben de kinderen een placemat gemaakt over wat zij denken dat gezond is; • Weten de kinderen dat je een balans moet vinden tussen wat je eet en wat je lichaam nodig heeft aan voedingsstoffen; • Weten de kinderen dat mensen uit oerdrang geneigd zijn om voor vet en zoet eten te kiezen en dat groente bitter en weinig voedzaam wordt gevonden; • Weten de kinderen dat gezond zijn een combinatie is van gezond voedsel en genoeg beweging; • Hebben de kinderen allemaal een stripverhaal van minimaal zes hokjes gemaakt over een oermens in de supermarkt. Klassikale instructie, werken in drie- of viertallen, individuele opdracht. • Voor ieder groepje van drie of vier (klas hierin verdelen tijdens de les) een format van de coöperatieve werkvorm Placemat, liefst A3-formaat (zie bijlage 3); • Het paspoort van de partnerschool; • Voor ieder kind een A4’tje om een stripverhaal op te maken. Deze activiteit duurt ongeveer 60 minuten.
Ter introductie op deze les kunt u samen met de kinderen het paspoort van de partnerschool bekijken. U kunt uw kinderen vertellen wat er door wie gegeten wordt en u kunt ze laten beoordelen of dit gezond is of niet. Aan de hobby’s van de kinderen van de partnerschool kunt u ook zien of ze flink bewegen. Ga eens met uw kinderen in overleg over wat gezond is of niet. Vervolgens geeft u de kinderen een blaadje dat is verdeeld in vier vlakken met in het midden een centraal vlak, de zogenaamde placemat-werkvorm (zie bijlage). De kinderen krijgen een paar minuten de tijd om in groepjes van vier in de buitenste vakken in te vullen wat ze gezond vinden en in het centrale vak schrijven ze dingen op waarmee ze het alle vier eens zijn. Het is ook mogelijk om een groepje van drie te maken; dan zullen er logischerwijze slechts drie vlakken ingevuld worden. Vervolgens vraagt u aan de kinderen of ze hun placemat even willen laten liggen en u zet het filmpje op van het Klokhuis over gezond eten5. Dit duurt ongeveer een kwartier. Na afloop van het filmpje laat u de kinderen nog eens kijken naar hun placemat en vraagt u ze naar de overeenkomsten tussen hun ingevulde antwoorden en het filmpje. Hebben ze een goede inschatting gemaakt over wat gezond is? Wat vonden ze van de laatste sketch waarin
5
http://player.omroep.nl/?aflID=10953710
15
werd verteld dat vet eten, veel suiker, tabak enzovoorts gezond is? Zouden ze naar aanleiding van dit filmpje iets willen veranderen in hun placemats? In het filmpje werd ook gesproken over hoe de mens instinctief kiest voor vet en zoet eten. Dit heeft te maken met de drang van de oermens om te overleven. Het zit in ons systeem ingebakken dat we dit soort voedsel kiezen. De opdracht die is verbonden aan de placemat en het filmpje luidt als volgt: teken een stripverhaal met als titel ‘De oermens in de supermarkt’. Het stripverhaal moet minimaal uit zes vakken bestaan. Wat de oermens doet, moet met eten te maken hebben. De rest staat vrij. De kinderen krijgen hier een half uur de tijd voor en mogen hun tekening afmaken als ze na reguliere lessen tijd overhouden. Zijn de tekeningen klaar, dan kunt u hieruit een selectie maken, deze fotograferen en opsturen naar de partnerschool. Werkt u met een zelf aangemaakte website, dan is het ook een idee om deze foto’s te uploaden naar deze website. Het is voor de kinderen ook makkelijk om dan de tekeningen van de partnerschool te zien. Voorbereiding op volgende les: • Bekijk op http://www.gezondheidsplein.nl/testjezelf/berekenscore/12/Hoe-gezond-eetik.html hoe het afnemen van de gezondheidstest werkt; • Voor ieder kind een aantal A4-velletjes waarop ze in tweetallen vragen en antwoorden kunnen formuleren voor hun enquête; • Lees uzelf kort in over wat belangrijk is bij het opstellen van een enquête. Een goede website hiervoor is http://educatie-en-school.infonu.nl/methodiek/38809-hoe-maak-ikeen-goede-vragenlijst-of-enquete.html.
16
Week 3
De enquête
Wie eet het gezondst? Beginsituatie
Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden
Tijdsduur
De kinderen hebben een beeld van wat gezond is. Ze hebben ook de resultaten van de partnerschool van de opdracht over de oermens gezien. Aan het einde van de les: • Hebben de kinderen aan de hand van de uitslag van de test op internet een duidelijk beeld van eetgewoonten. Zijn deze gezond of niet? • Hebben de kinderen in tweetallen een enquête opgesteld over gezond eten. Klassikale instructie over het invullen van een enquête, zelfstandig de test invullen, in tweetallen een enquête opstellen. • Voor ieder kind een aantal A4-velletjes waarop ze in tweetallen vragen en antwoorden kunnen formuleren voor hun enquête; • Zoveel mogelijk computers, liefst een per kind; • Een printer. Deze activiteit duurt ongeveer 60 minuten.
Nu de kinderen een goed beeld hebben van wat gezond is en waarom wij vaak voor ongezond kiezen, is het aan de kinderen om erachter te komen of zij wel gezond eten. Hiervoor gaan ze een test maken. Aan de hand van een zestiental vragen op de website van het Gezondheidsplein6 kunnen ze nagaan wat hun score is en deze pagina kunnen ze printen. Voordat ze hiermee aan de slag gaan vertelt u de kinderen dat ze naar aanleiding van deze test in tweetallen een enquête gaan opstellen. Die enquête nemen ze bij zoveel mogelijk familieleden af. Om het maken van een enquête uit te leggen aan de kinderen, neemt u even de belangrijke punten met ze door. Deze noteert u op het bord zodat de kinderen straks snel aan de slag kunnen. De belangrijkste punten zijn: duidelijke vragen en voor iedereen zou er een keuze moeten zijn uit de antwoorden. Eventuele overige criteria laat u uit de kinderen komen. Vervolgens mogen de kinderen aan de computer om de test te maken. BELANGRIJK: heeft u niet genoeg computers, dan moet u goed letten op de organisatie: steeds twee kinderen naar de gang, steeds een kind, of u print van tevoren de test uit, maakt zelf een puntentelling en laat de kinderen zelf de score berekenen. De kinderen die klaar zijn, halen hun geprinte score op uit de printer en gaan aan de slag met het opstellen van de enquête. De enquête bestaat uit minimaal tien vragen. Het mogen er ook meer zijn. Ze werken hierbij in tweetallen en stellen samen vragen op die zij denken belangrijk te vinden. Ook verzinnen ze antwoordmogelijkheden. Als iedereen klaar is met het invullen van de enquête worden alle blaadjes opgehaald en wordt er een klassikale enquête opgesteld. Welke vragen er worden geselecteerd is afhankelijk van de keuze van de kinderen en de leerkracht. Achteraf werkt de leerkracht deze enquête uit in een vijftiental vragen en deelt deze aan elk kind in vijfvoud uit. Heeft u dus bijvoorbeeld 20 kinderen in de klas en elk kind krijgt vijf enquêtes ingevuld terug, dan kunt u uitgaan van 100 respondenten. De kinderen mogen door 6
Deze test is te vinden op en in te vullen via: http://www.gezondheidsplein.nl/testjezelf/12/Hoe-gezond-eetik.html
17
familieleden de enquête laten invullen. Ze leveren deze enquête na een week ingevuld bij u in. De uitslagen worden door u op een formulier (lees: Word-document) verwerkt tot percentages en aan de klas uitgedeeld. Dit doet de partnerschool ook naar aanleiding van hun enquête. De resultaten heeft u nodig voor de volgende les.
Vraag de kinderen om voor de volgende les een aantal boekjes of tijdschriften mee te nemen waar allerlei etenswaren instaan! Voorbereiding op volgende les: • De uitslagen van de enquête. Let op: Pas beginnen met de volgende lesweek op het moment dat u deze uitslagen heeft verwerkt!! • Een aantal boekjes met plaatjes van etenswaren daarin. Denk aan de Allerhande van de Albert Heijn of aan gelijksoortige bladen uit andere supermarkten of groothandels; • Pritt-stiften voor ieder kind; • Voor ieder kind twee A5-formaat velletjes (een A5’je is een helft van een A4’tje); • Drie A2-formaat vellen, elk bestaande uit een groen A3-vel en een rood A3-vel die vastgeplakt zijn langs hun lengten.
18
Week 4
De collages
Hoe het werkelijk zit: klassencollages met keiharde percentages Beginsituatie
Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden
Tijdsduur
De kinderen hebben een beeld van wat gezond is. Ze hebben de enquête laten invullen en de leerkracht heeft deze verwerkt tot percentages. Aan het einde van de les: • Hebben de kinderen een formulier bestudeerd met daarop de percentages van de uitslagen van de enquête; • Heeft ieder kind aan de hand van deze uitslagen twee kleine collages gemaakt op A5-velletjes, een gezonde en ongezonde collage; • Ontstaan er drie klassikale collages over gezonde en ongezonde eetgewoonten van de respondenten van de enquête. Klassikale instructie, individueel werken aan de kleine collages, de klas in drieën splitsen en elk groepje maakt een klassikale collage. • Voor ieder kind een uitslagenformulier met daarop de percentages die u berekend heeft naar aanleiding van de ingevulde enquêtes; • Een aantal boekjes met plaatjes van etenswaren daarin. Denk aan de Allerhande van de Albert Heijn of aan gelijksoortige bladen uit andere supermarkten of groothandels; • Pritt-stiften voor ieder kind; • Voor ieder kind twee A5-formaat velletjes (een A5’je is een helft van een A4’tje); • Drie A2-formaat vellen, elk bestaande uit een groen A3-vel en een rood A3-vel die vastgeplakt zijn langs hun lengten. Deze activiteit duurt ongeveer 60 minuten. Als introductie op deze les kunt u de uitslagen van de enquête aan de kinderen presenteren. U kiest een aantal opvallende percentages en schrijft deze op het bord, bijvoorbeeld ‘70% van de ondervraagden eet elke dag een appel’. Ook deelt u aan elk kind het gehele formulier met uitslagen uit. Dit formulier hebben ze nodig tijdens de opdracht. U vraagt de kinderen vervolgens wat hen opvalt aan de uitslagen. Vervolgens legt u ze de opdracht uit: ze krijgen allemaal twee velletjes en per groepje een aantal boekjes met plaatjes van etenswaren. Ze mogen de boekjes van zichzelf ook gebruiken. U vertelt de kinderen dat ze twee verschillende collages gaan maken: 19
een met gezonde eetgewoonten en een met ongezonde eetgewoonten. Ze kijken op hun formulier naar opvallende uitslagen en maken aan de hand hiervan de collages. Ze mogen de collages versieren met gekleurde tekst die bij hun uitgeknipte plaatjes past, bijvoorbeeld ‘Slechts 10% van de ondervraagden eet ’s ochtends ontbijt’ met een plaatje van besmeerde boterhammen en een glas melk. Het is ook een leuk idee om de randen van hun A5-velletjes gekarteld uit te knippen. Voor deze twee collages krijgen ze een half uur de tijd. Vervolgens verzamelt u alle collages. U bespreekt met de kinderen de resultaten. Dan verdeelt u de klas in drie groepen en iedere groep mag een klassikale collage verzorgen aan de hand van hun eigen collages. Ieder groepslid mag ook in zijn eigen kleine collages knippen om mooie vormen te krijgen voor de klassikale collage. Logischerwijze komen de gezonde dingen aan de groene kant en de ongezonde dingen aan de rode kant van de klassikale collages. Tot slot hangt u de drie klassikale collages op in de klas, maakt u er foto’s van en uploadt u deze naar de website. De partnerschool doet hetzelfde. Samen met de kinderen kunt u vervolgens de resultaten bespreken. Voorbereiding op volgende les: • Een computer per tweetal; • Bekijk op http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20071126_gewoontes01 het filmpje over gezonde en ongezonde eetgewoonten.
20
Week 5
Eetgewoonten
Wat eet jij tussendoor? Beginsituatie Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden
Tijdsduur
De kinderen hebben een beeld van wat gezond is. Ze weten van zichzelf wat ze tussendoor eten. Aan het einde van de les: • Hebben de kinderen een genuanceerd beeld van wat de gevolgen zijn van grote hoeveelheden ongezonde tussendoortjes; • Weten de kinderen dat er gezonde maar ook ongezonde eetgewoonten bestaan; • Weten de kinderen dat je tussendoortjes met mate moet eten; • Hebben de kinderen een powerpoint gemaakt over tussendoortjes. In tweetallen een powerpoint maken. • Het filmpje op SchoolTV Beeldbank over gewoontes7; • Naslagwerken over voedsel en eetgewoontes; • Een computer per tweetal. Deze activiteit duurt ongeveer 60 minuten.
In deze les krijgen de kinderen een duidelijk beeld van wat gezonde en wat ongezonde eetgewoonten zijn. De nadruk legt u in deze les vooral op de tussendoortjes. U begint met het filmpje op SchoolTV Beeldbank. Dit gaat over eetgewoontes: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20071126_gewoontes01.
7
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20071126_gewoontes01
21
Herinner de kinderen er aan dat niet ontbijten dus erg ongezond is, zoals ze in dit filmpje zagen. Laat de kinderen ook zelf even aan het woord over ontbijten en wat ze normaal eten voordat ze naar school komen. Vandaag ligt echter de nadruk op de tussendoortjes. Laat de kinderen ook hier even over aan het woord. Veel kinderen zijn tegenwoordig te zwaar. Er zijn allerlei programma’s op tv waaronder ‘Help, ons kind is te dik!’. Deze kinderen krijgen thuis weinig gezonde voeding. Ze eten te veel en te vettig, ze bewegen te weinig. Voor je lichaam is dit niet goed. Het kan leiden tot hart- en vaatziekten en ziekten als diabetes. Niet ontbijten kan betekenen dat je ongezonde tussendoortjes gaat eten. Ongezonde tussendoortjes dragen ook bij aan extra gewicht. Zoals in het filmpje werd gezegd: het mag wel, maar met mate! Het is natuurlijk beter als je een appel tussendoor neemt in plaats van een koekje. Vandaag gaan de kinderen in tweetallen onderzoek doen naar wat gezonde en ongezonde tussendoortjes zijn. Ze stellen zichzelf de vragen: • • • • •
Hoeveel tussendoortjes eten jullie per dag? Wat eten jullie het liefst tussendoor? Maak een top vijf! Welke van die dingen zijn gezond en welke niet? Wat zorgt ervoor dat jullie top vijf tussendoortjes gezond of ongezond is? Wat eet je nog meer op een dag?
Geef de kinderen de vrijheid om zelf in tweetallen aan de slag te gaan. De presentaties kunnen tussendoor worden gepresenteerd of u kunt hier een moment voor inplannen. Geef iedere groep een minuut of tien. Tijdens de presentaties kunt u foto’s maken die op de website kunnen worden geplaatst. Geef de kinderen aan het einde van de les al de volgende opdracht: maak thuis een verslag van een kookles van je moeder of vader. Ik wil foto’s zien waarop je bezig bent met koken en ik wil het recept zien van wat je aan het maken bent. Voorbereiding op volgende les: • Gekleurde vellen voor ieder kind om uit te kiezen; • Plakstiften en kleurgerei; • Een smartboard waarop foto’s kunnen worden gepresenteerd.
22
Week 6
Het avondeten
Kookles van je ouders Beginsituatie
Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden
Tijdsduur
De kinderen hebben een beeld van wat gezond is. Ze weten van zichzelf wat ze tussendoor eten en of het gezond of ongezond is. Ook weten ze dat niet ontbijten ongezond is. Aan het einde van de les: • Hebben de kinderen een recept van thuis op een gekleurd vel geplakt en versierd; • Heeft de klas een klassikaal receptenboek gemaakt. Laat de kinderen individueel werken. • Een fotoverslag van wat de kinderen thuis gekookt hebben; • Het recept dat bij dit gerecht hoort; • Gekleurde vellen waaruit ieder kind kan kiezen; • Kleurgerei en plakstiften. Deze activiteit duurt ongeveer 60 minuten.
De kinderen weten nu al een heleboel over gezond eten en ongezonde gewoontes. Ze hebben tijdens de vorige les geleerd dat niet ontbijten ongezond is en dat er zowel gezonde als ongezonde tussendoortjes bestaan. In deze les gaan ze de praktijk gebruiken. Thuis hebben de kinderen al een kookles gehad van hun ouders. Vraag na aan de kinderen hoe dit gegaan was. Ook hebben ze hier een fotoverslag van. Geef enkele kinderen de kans om hun foto’s te laten zien. Is er ergens verderop in de week nog tijd, dan kunt u de andere kinderen deze kans ook geven. De kinderen hebben tevens een recept meegebracht dat hoort bij het gerecht dat ze thuis gemaakt hebben. Vandaag is het de bedoeling dat ze deze recepten uitknippen en op een gekleurd vel plakken met plaatjes of foto’s erbij. We gaan een klassikaal receptenboek maken. Geef de kinderen hier de vrijheid in. Laat ze tekenen en plakken totdat ze vinden dat ze klaar zijn. De kinderen die klaar zijn, mogen zelf een recept verzinnen dat eventueel ook kan worden toegevoegd aan het receptenboek. Vertel de kinderen na de les ook dat we in de volgende les een recept gaan uitproberen. U kunt de kinderen laten stemmen of kiezen of u kiest zelf wat ze gaan koken met de klas. Zorg ervoor dat de taakverdeling duidelijk is zodat ieder kind iets te doen heeft. Zorg ook voor ouders die willen helpen. Voorbereiding op volgende les: • Zorg voor een keuze uit de recepten. Kies een recept dat u met de klas kunt maken; • Zorg vul de nodige ingrediënten. Laat deze eventueel door de kinderen van thuis meenemen; • Zorg voor hulpouders die kunnen bijspringen op de dag dat er gekookt wordt; • Zorg voor plastic bordjes en bestek.
23
Week 7
Koken op school!
Smakelijk eten! Beginsituatie
Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden
Tijdsduur
De kinderen hebben een beeld van wat gezond is. Ze weten van zichzelf wat ze tussendoor eten en of het gezond of ongezond is. Ook weten ze dat niet ontbijten ongezond is. Ze hebben zelf een kookles van thuis meegemaakt. Aan het einde van de les: • Hebben de kinderen een recept van thuis op school gemaakt; • Hebben de kinderen hiervan geproefd. Zorg voor groepjes die zorgen voor bepaalde ingrediënten. Verdeel de taken. Verdeel de hulpouders over de groepjes. • Een recept dat u met de klas kunt maken; • De benodigde ingrediënten. Laat deze eventueel door de kinderen van thuis meenemen; • Hulpouders die kunnen bijspringen op de dag dat er gekookt wordt; • Zorg voor plastic bordjes en bestek. Deze activiteit duurt ongeveer 60 minuten.
Als afsluiting op dit project gaat u met de kinderen koken. U heeft van tevoren een recept uitgekozen en de kinderen hebben een aantal ingrediënten meegebracht die nodig zijn voor dit gerecht. U begint met het verdelen van de taken. Afhankelijk van het gerecht verdeelt u de taken onder de kinderen en kiest u welke ouders welk groepje helpen. U licht de kinderen in over de gevaren van vuur en scherpe messen en zorgt ervoor dat de veiligheid gewaarborgd blijft. Tussendoor kunt u foto’s maken en deze verwerken tot een presentatie die gestuurd kan worden naar de meewerkende school. Na het koken laat u de kinderen die dat willen, proeven van het recept dat ze hebben gemaakt. Natuurlijk laat u de kinderen ook hun spullen opruimen. Tijdens het eten kunt u ervoor kiezen om mondeling het project na te bespreken. U kunt er ook voor kiezen om dit op een apart tijdstip te doen. Voorbereiding op volgende les: • Alle resultaten worden verwerkt tot een museum waar ouders mogen binnenlopen. Dit kan in de klas zijn; • Zorg dat de ouders op de hoogte zijn van het museum en zorg voor een moment dat ze kunnen binnenlopen.
24
Week 8
Het ‘nagerecht’
Het eetmuseum Beginsituatie
Lesdoelen
Organisatie Benodigdheden Tijdsduur
De kinderen hebben het project afgerond en met plezier gewerkt aan dit project. Ze hebben veel dingen geleerd en hun resultaten besproken. Ook hebben ze de resultaten gezien van de partnerschool. Aan het einde van de les: • Hebben de kinderen een museum ingericht; • Hebben de kinderen vol trots hun werk aan hun ouders of familie gepresenteerd. Dit geldt meteen als evaluatie en afsluiting van het project. Laat de kinderen zelf de klas indelen. Laat ze tafels verschuiven en hun resultaten neerleggen zoals zij het willen presenteren aan hun ouders. • De resultaten van het project; • Het klaslokaal dat kan worden ingedeeld als museum. Dit is door u zelf in te delen.
Tijdens deze algehele afsluitende activiteit krijgen de kinderen de kans om hun werk aan hun ouders te presenteren. Geef de kinderen ruim de tijd om hun kraampjes met resultaten voor te bereiden. Ze mogen dit zelf indelen. Licht de ouders in van het eetmuseum en spreek een tijd af waarop ze mogen komen kijken naar de resultaten van het project. Leg ook nog eens extra de nadruk op hoe goed de kinderen hebben gewerkt. Ook is het verstandig om de resultaten van de Engelse school erbij te verwerken, zodat de kinderen kunnen vertellen over internationalisering.
25
D. Literatuurlijst
26
Literatuurlijst Internet • http://www.onderwijsraad.nl/dossiers/internationalisering/item2823 • http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/vragen-en-antwoorden/watzijn-kerndoelen-voor-het-basisonderwijs.html • http://www.slo.nl/primair/kerndoelen/ • http://www.europeesplatform.nl/sf.mcgi?3767&_sfhl=partnerscholen • http://player.omroep.nl/?aflID=10953710 • http://www.gezondheidsplein.nl/testjezelf/berekenscore/12/Hoe-gezond-eet-ik.html • http://educatie-en-school.infonu.nl/methodiek/38809-hoe-maak-ik-een-goedevragenlijst-of-enquete.html • http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20071126_gewoontes01 • http://www.thecoombes.com/ • http://www.skype.com/intl/nl/home/
Overige bronnen Mijn ervaring met het zogenaamde Vliegerproject dat we in periode 3 van Pabo 1 hebben uitgevoerd. Dit heb ik uitgevoerd bij de kleuters van groep 1 op basisschool De Schacht in Heerlen.
27
E. Relevante bijlagen
28
Bijlage 1: Beschrijving eigen project Minor Engels en Internationalisering Naam: Datum:
Kay van Kemenade 16-2-‘11 Mijn project zal heten ‘Eat it!’. Het is een project waarin centraal staat welke eetgewoontes landen hebben. Er wordt hierin een vergelijking gemaakt tussen de eetgewoontes van Nederland en die van Engeland. Eetmomenten die aan de orde komen zijn het ontbijt, de lunch, tussendoortjes en het avondeten.
Korte samenvatting project
Ik loop stage in groep 7 van basisschool Het Avontuur in Buchten. Groep 5, 6 en 7 vormen samen een cluster. Aangezien ik stagiair ben in groep 7, zal ik de focus richten op groep 7 als projectgroep, maar als de leerkrachten van beide andere groepen interesse hebben, mogen ze zeer zeker meedoen aan dit project. De contactschool is The Coombes CE Primary Education in Reading, Engeland.8 Ik heb voor deze school gekozen, omdat ik er al contact mee heb gehad in mei en juni 2010. Tijdens de week buitenlandse stage gedurende een week in mei 2010 ben ik met een aantal studiegenoten naar Reading University geweest om het onderwijs daar mee te maken. Een van de bezoeken was aan de Coombes Primary Education in Reading. Daar kwam ik in contact met groepsleerkracht Hannah May van groep 4. Ik heb in de klas verteld wie ik was en wat het Nederlandse onderwijs inhield. Ook hebben Hannah en ik e-mailadressen uitgewisseld om contact te houden en de kinderen van haar klas te laten kennismaken met de kinderen uit mijn toenmalige stageklas. Ik heb het e-mailadres nog steeds. De bedoeling van mijn project is om de kinderen te leren dat andere landen andere eetgewoontes kunnen hebben. Dit is een stukje wereldoriëntatie, de wereld is groter dan je eigen omgeving, en een stukje verrijking voor de kinderen, misschien kunnen ze eens een aantal recepten uitproberen.
Type (zie A4tje Opdracht project)
Doelstellingen
8
1. Uitvoering van een project 2. Planning van een project 3. Onderzoek voor project op andere school/scholen Aan het einde van het project: • Hebben de kinderen uit de klas in Engeland en die uit mijn stageklas in Nederland kennis gemaakt met elkaar aan de hand van een paspoort van hun klas; • Hebben de beide groepen elkaars eetgewoonten bij het ontbijt, de
Homepage: http://www.thecoombes.com/
29
Aansluiting bij doelstellingen primair onderwijs
Doelgroep
Activiteiten die je gaat uitvoeren
9
lunch, de tussendoortjes en het avondeten uitgewisseld aan de hand van handgemaakte collages, powerpoint of videomateriaal; • Hebben de kinderen meer inzicht gekregen in de Engelse taal. Woorden die te maken hebben met eten en drinken en gezondheid komen aan de orde bij het uitwisselen van resultaten; • Hebben de kinderen met plezier gewerkt aan dit project. Kerndoelen9 die van toepassing zijn: • 5: De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen; • 13: De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten; • 14: De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal; • 15: De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen; • 23: De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken (formuleren van hoeveelheden bij de recepten); • 33: De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur; • 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen; • 35: De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument; • 55: De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. De doelgroep die ik wil benaderen is in eerste instantie groep 7, maar aangezien wij in een cluster 5-6-7 werken, mogen de leerlingen en leerkrachten uit de andere twee groepen net zo goed meedoen aan dit project. Ik ga hierbij uit van een leeftijd tussen de 8 en 12 jaar, dus doelgroep Oudere Kind. Allereerst ga ik opnieuw contact leggen met de school en met Hannah May. Ik moet natuurlijk eerst weten of zij wel geïnteresseerd is in het project. Ervan uitgaande dat ze wil meewerken, vertaal ik vervolgens de blue print van het project naar het Engels zodat ze mijn voorstellen en ideeën kan lezen en becommentariëren. Zodra ik de feedback terug heb, pas ik dingen al dan niet aan en stuur ik haar de uiteindelijke versie van het project. In de weken die erop volgen wordt het project door beide scholen uitgevoerd. De leerkrachten van de groep houden elkaar op de hoogte per e-mail en sturen door de kinderen gemaakt materiaal door zodat de klassen elkaars werk zien en gemotiveerd raken. Ook de reacties op het werk van de kinderen worden heen en weer gestuurd om betrokkenheid te wekken en waardering voor het werk te bieden. Verder ben ik als leerkracht veel bezig om het Nederlands van de
Bron: http://www.slo.nl/primair/kerndoelen/
30
Activiteiten die de leerlingen gaan uitvoeren
Plaats van het project in de school/het programma Contact met school over de grens
Extra talenonderwijs
Type presentatie op 23 april Geschatte omvang van verslag 10
kinderen te vertalen naar het Engels en het Engels van de andere klas te vertalen naar het Nederlands. Tot slot ga ik met de kinderen een recept uitproberen zodat ze zelf ook ervaren hoe het is om te koken. Hiervoor heb ik hulpouders nodig. Van alle resultaten wordt een museum gemaakt dat open is voor ouders. De leerlingen maken tijdens dit project: • Een paspoort van zichzelf en hun klas ter introductie aan de medewerkende klas met als informatie wat kinderen bij hun ontbijt, lunch en diner eten; • Een striptekening over wat gezond is met als titel ‘De oermens in de supermarkt; • Een enquête over gezond eten die ze bij zoveel mogelijk mensen in hun familie uitvoeren en analyseren; • Drie klassikale collages waarin aan de hand van de uitslagen van de enquête een vergelijking wordt gemaakt tussen voedingspatronen in Nederland en Engeland; • Een powerpoint over tussendoortjes met als hoofdvraag: wat eet jij het liefst tussendoor? Deelvragen: is het gezond? Eet je nog iets anders? Hoeveel tussendoortjes per dag?; • Een fotoverslag van een thuiskookles door mama of papa; • Een recept van een gerecht dat thuis wordt gemaakt door de ouders/verzorgers, verwerkt in een klassikaal receptenboek. Alle resultaten worden bij voorkeur op een website gezet. Contact en uitwisselen kan ook per e-mail. Aangezien wij op onze school met clusters werken is het tussenlokaal niet altijd gevuld. Als ik dit zorgvuldig van tevoren inplan, kan het tussenlokaal dus gebruikt worden als werkruimte voor de kinderen. Dit geldt ook voor de gang waar de computers staan. Beide plaatsen zijn prima geschikt als ruimte om te werken en om dingen te versturen of op te zoeken. Ook maak ik gebruik van de keuken die op school aanwezig is. Het contact met de school in Engeland vindt plaats per e-mail en eventueel via Skype10, een soort online telefoonservice waarbij je goedkoop kunt bellen naar andere landen en waarbij video-interactie mogelijk is. Centraal staan de eetgewoontes van Engelse kinderen vergeleken met die van Nederlandse kinderen. Het taalonderwijs zal hierin terugkomen in de vorm van woorden die te maken hebben met eten en drinken, gezondheid en woorden die te maken hebben met het menselijk lichaam. Ook zal ik de kinderen laten zien wat de resultaten zijn van de Engelse kinderen en worden alle resultaten van de kinderen verwerkt in een ‘eetmuseum’. Ouders mogen op bezoek komen om te kijken naar de resultaten. Dit zorgt ervoor dat de kinderen trots hun werk kunnen presenteren. Afhankelijk van de resultaten van de leerlingen presenteer ik videomateriaal, collages en/of foto’s. Ik zal dit echter allemaal verwerken in een powerpoint. Gezien mijn ongekende talent om altijd veel te veel op te schrijven gok ik dat mijn verslag al heel snel tegen de 20 tot 30 pagina’s kan omvatten. Dit is gelukkig inclusief bijlagen.
http://www.skype.com/intl/nl/home/
31
Bijlage 2: Format voor het paspoort Mijn voornaam is:
………………………………………
Mijn achternaam is:
………………………………………
Zo oud ben ik:
………………………………………
Ik woon in:
………………………………………
Dat ligt in:
………………………………………
Dit ben ik:
Mijn ogen zijn: ……………………………………… Mijn haar is:
………………………………………
Mijn hobby’s zijn: …………………………………………………………………………………………………………… Aan het ontbijt eet ik vaak: …………………………………………………………………………………………………………… Tussen de middag eet ik: …………………………………………………………………………………………………………… Mijn lievelingseten is: ……………………………………………………………………………………………………………
Hier heb ik een tekening gemaakt over iets naar keuze:
32
Bijlage 3: Format voor het placemat
33