. ••••
uw nummer uw datum
17 mei 2013
ons nummer onze datum
2013/UIT/51365 ISjuni 2013
verzonden
AAN de raadsleden de heer D. Franssen, de heer B. Achten
2 O JUNI 2013
inlichtingen bij sector/afdeling doorkiesnr.
K. van Ettinger SECR/Kabinet en Communicatie 0475 - 359 363
bijlage(n) betreffende
Overzicht vervoer gevaarlijke stoffen Artikel 43-vragen inzake treinramp in Wetteren en de veiligheid op en aan het Roermondse spoornet
Aantal uren besteed aan beantwoording brief: 6
Geachte heer Franssen, heer Achten, Ter beantwoording van de door u gestelde vragen op grond van artikel 43 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad met betrekking tot treinramp in Wetteren en de veiligheid op en aan het Roermondse spoornet delen wij u, met opneming van de inleiding, het volgende mede. In de nacht van zaterdag 4 op zondag 5 mei 2013 heeft in Wetteren een treinramp met gevaarlijke stoffen plaatsgevonden. Dit was qua omvang een flinke treinramp met slachtoffers en die mede door een samenloop van diverse omstandigheden heeft geleid tot grote onrust in de directe en nabije omgeving rampplek. De afgelopen dagen na de treinramp hebben een groot aantal media bericht over de directe, indirecte en gevolgschade van deze ramp. De WD-fractie gaat ervan uit dat uw college ongetwijfeld op de hoogte is dat er over het spoornet in en rondom Roermond een groot aantal treinpassages plaatsvindt. Niet alleen personenvervoer, maar ook vele transporten van goederentreinen. De omvang en gevolgen van de treinramp in Wetteren hebben bij de WD-fractie geleid tot een flink aantal reacties van verontruste en bezorgde Roermondse burgers die direct naast of in de nabijheid van het spoor wonen. Er zijn ook burgers die in de directe nabijheid van het spoor wonen die ons erop hebben gewezen dat er na de treinramp een toename valt te bespeuren van het aantal industriële transporten. Hoewel je aan de buitenkant van een goederentrein natuurlijk niet kunt zien welke stoffen zij bevatten is het natuurlijk heel goed mogelijk dat deze ook brandgevaarlijke en toxische stoffen bevatten. Daarnaast is opgemerkt dat de snelheid waarmee deze treinen het Roermondse spoornet berijden erg fors is. De gebeurtenissen rondom de treinramp in Wetteren, de verontruste geluiden die wij ontvangen hebben en de wetenschap dat er een groot aantal goederentransporten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden over het Roermondse spoornet met veel bebouwing direct aan
stadhuis | Marltt31 6041 EM | Postbus 900 6040 AX Roermond | T 0475 359 999 | F 0475 338 163 | Rabobank 1272.86.179
I
www.roermond.nl
j
Ons nummer SECR Pagina 2
het spoor zijn voor de WD-fractie aanleiding om onderstaande vragen aan het college te stellen. Te meer ook omdat (voor zover ons bekend) tot op heden geen enkele bestuurlijke (re)actie van het college heeft plaatsgevonden t.a.v. de ramp in Wetteren danwel de gevolgen en de aandacht hieropvolgend. Inleiding: Voordat wij ingaan op de door uw gestelde specifieke vragen willen wij u een en ander toelichten over het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het doorgaande vervoer van gevaadijke stoffen over het spoor is niet zonder nsico's. Zo heeft er in Roermond op 20 maart 2003 een ernstig treinongeluk plaatsgevonden tussen een goederentrein en een passagierstrein. Een jaar eerder, op 18 apnl 2002, heeft op hetzelfde spoorvak een bijna- ongeluk plaatsgevonden. Hierbij was een goederentrein met gevaadijke stoffen betrokken. Dit is toen gelukkig goed afgelopen. Er heeft toen op verzoek van de gemeenteraad een hoorzitting plaatsgevonden over de toedracht van het ongeluk. Vervolgens is er een onderzoek uitgevoerd naar het ongeluk. Na het ongeluk is een wijziging aangebracht in de installatie ten behoeve van de automatische trein beïnvloeding (ATB). Om de nsico's zoveel mogelijk te beperken, zijn er regels voor dit vervoer binnen de bebouwde omgeving. Die regels staan in het wetsvoorstel 'Basisnet vervoer gevaadijke stoffen'. De kans op ongelukken met het vervoer van gevaadijke stoffen is in Roermond klein, het is echter belangrijk om het risico van het vervoer van gevaadijke stoffen ook in de toekomst aanvaardbaar te houden. Omdat de meeste spoodijnen dwars door stedelijke gebieden gaan, is de spanning tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen en de bebouwde omgeving groter. De rijksoverheid en het bedrijfsleven hebben daarom samen een systeem ontwikkeld om de balans tussen vervoer en veiligheid in evenwicht te houden. Dat systeem heet het Basisnet en bestaat uit de onderdelen spoor, weg en water. Op 8 juli 2010 is landelijk het Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen op hoofdlijnen vastgesteld. Het Basisnet houdt alleen rekening met stoffen die in grote hoeveelheden worden vervoerd (bulkvervoer) en die als zij vrijkomen levensbedreigend kunnen zijn over een groot gebied rondom het incident. Het invoeren van het Basisnet is nog voorgenomen beleid. De Tweede Kamer heeft ingestemd met het voorstel tot wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wet Basisnet). Het Wetsvoorstel ligt nu ter behandeling bij de Eerste Kamer. Waarschijnlijk wordt het Basisnet op korte termijn van kracht. De doorwerking van regels voor de ruimtelijke inrichting van gebieden in de nabijheid van basisnetroutes in ruimtelijk relevante besluiten zijn verwoord in het (ontwerp) Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt). Het ontwerpbesluit is voor advies naar de Raad van State gezonden. Het Bevt borduurt voort op de huidige regelgeving die verwoord is in de circulaire Risiconormenng vervoer gevaadijke stoffen. Uit een oogpunt van consistentie is in het Bevt rekening gehouden met de inhoud van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Door middel van het Bevt wordt beleid vastgesteld voor de ruimtelijke plannen rond infrastructuur op basis van de systematiek van het Bevi.
Ons nummer SECR Pagina 3
Het doei van liet Basisnet is: de nsico's voor omwonenden binnen wettelijke grenzen te houden langs routes waarover gevaariijke stoffen vervoerd worden; dat gevaadijke stoffen tussen de belangrijkste industriële locaties in Nederland en het buiteniand vervoerd kunnen worden, ook in de toekomst. Het Basisnet geeft per vervoerstraject de maximale risico's aan die het transport van gevaarlijke stoffen mag veroorzaken. Het Basisnet houdt rekening met de groei van het transport van gevaadijke stoffen. De 'risicoruimte' die in Basisnet is gereserveerd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen is gebaseerd op vervoersprognoses voor rond hetjaar 2020. Als onderdeel van Basisnet Spoor is een aantal concrete maatregelen genomen: Er is extra automatische treinbeveiliging geplaatst op locaties waar veel vervoer van gevaadijke stoffen plaatsvindt. Dit verkleint de kans op botsingen aanzienlijk. Er zijn zogenaamde 'hot-box-detectors' in het spoor geplaatst (onder andere bij alle grensovergangen) waarmee tijdig gesignaleerd kan worden als een wagon met 'warmgelopen as' passeert; hiermee wordt de kans op ontsporingen verkleind. Wagons met brandbare gassen mogen niet gekoppeld worden aan wagons met brandbare vloeistoffen. Dit verkleint de toch al kleine kans op explosies. De Betuweroute is geschikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en ligt grotendeels buiten bebouwde gebieden. Daarom moet deze route zoveel mogelijk worden gebruikt. In de Visie externe veiligheid Roermond die op l O j u n i 2010 door uw raad is vastgesteld is aangegeven dat er ten aanzien van het plaatsgebonden risico (PR 10"^-contour = "wettelijke grenswaarde") rond het spoor geen knelpunten zijn. IVIomenteel wordt nog steeds voldaan aan deze grenswaarde. De oriëntatiewaarde van het groepsdsico wordt op een aantal plekken rond het spoor overschreden. Het gaat dan met name om de plekken binnen dicht bebouwd gebied, zoals de stationslocatie. Door het treffen van de bovengenoemde maatregelen in het kader van het Basisnet zal er binnen Roermond geen overschrijding optreden van de onëntatiewaarde van het groepsdsico. Door de aanwezigheid van de diverse chemische bedrijven op het Chemelotterrein te Geleen, zullen er ook in de toekomst transporten met gevaarlijke stoffen per spoor door Roermond plaatsvinden. Wij zijn van plan om samen met de gemeenten Sittard-Geleen, Venlo en diverse Brabantse spoorgemeenten alsmede met een aantal Veiligheidsregio's zoals de Veiligheidsregio Limburg Noord met de rijksoverheid in gesprek te blijven over de verdere ontwikkeling van het basisnet Spoor en de uitwerking van permanente veiligheidsverbetenng. Met betrekking tot het spooremplacement Roermond is de gemeente het bevoegd gezag. ProRail beschikt over een omgevingsvergunning (voor de activiteit milieu, voorheen milieuvergunning) voor het in werking hebben van een spoorwegemplacement in Roermond. Uit meerdere uitspraken van de Raad van State blijkt dan een aantal bedrijfsprocessen zoals rangeerhandelingen binnen emplacementen die voorheen als vergunningplichtig werden aangemerkt thans niet meer vergunningplichtig zijn. De regelgeving op dit gebied dient echter nog aangepast te worden. De voorbereidingen voor de aanpassing van voornoemde regelgeving zijn inmiddels in gang gezet. Zolang de regels nog niet gewijzigd zijn valt het stationsemplacement Roermond onder de werkingsfeer van het Bevi.
Ons nummer SECR Pagina 4
iVlomenteel voert de gemeente vooroverieg met ProRail om te i
Ja, de gemeente en de Veiligheidsregio vragen periodiek bij ProRail gegevens op over het vervoer van gevaarlijke stoffen via het spoor.
Vraag 2.
Hoeveel treinen met brandgevaarlijke en/of toxische rijden er op jaarbasis door Roermond, met welk volume worden deze via het Roermondse spoornet vervoerd en wat is hiervan het gevaar voor de omgeving?
Antwoord.
In het bijgevoegde overzicht vervoer gevaarlijke stoffen is opgenomen hoeveel ketelwagons met gevaarlijke stoffen er per jaar vervoerd worden over het spoor door Roermond. Uit dit overzicht blijkt dat er minder wordt vervoerd dan er volgens de landelijke afspraken (Basisnet) vervoerd zou mogen worden. De stoffen die getransporteerd worden zijn brandbaar, toxisch of explosief. In pnncipe is er dus gevaar voor de omgeving in geval van calamiteiten. Het grootste gevaar van transport van gevaariijke stoffen vindt plaats bij het rangeren, dit gebeurt niet in Roermond.
Vraag 3.
Wanneer en in welke dag periode vinden de meeste transporten plaats?
Antwoord.
ProRail geeft aan dat goederentransporten, en dus ook gevaarlijke stoffen transporten, binnen alle dagdelen kunnen plaatsvinden. Wanneer de meeste transporten plaatsvinden is afhankelijke van marktvraag en marktaanbod.
Vraag 4.
Is het toegestane aantal treinbewegingen en/of vervoersvolume in de voorbije jaren toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen?
Antwoord.
Uit het overzicht blijkt dat het vervoer van gevaarlijke stoffen op het spoor de afgelopen jaren is toegenomen. Het transport blijft overigens binnen de marge van de landelijk vastgestelde afspraken (Basisnet) over het vervoer van gevaarlijke stoffen.
Vraag 5.
Worden de chemische stoffen die in Wetteren het veiligheidsrisico hebben veroorzaakt ook door Roermond vervoerd.
Ons nummer SECR Pagina 5
Antwoord.
Ja, tiet betreft de stof Acryinitrii.
Vraag 6.
Wij verzoel<en het college om een duidelijk en actueel overzicht van de gegevens behorende bij vraag 1 t/m 5 te verstrekken.
Antwoord.
Zie de bijlage met een overzicht van de gevaadijke stoffen die per spoor door Roermond worden vervoerd.
Vraag 7.
Hoeveel treinen bedoeld bij vraag 1 t/m 5 mogen wettelijk c q . beleidsmatig jaarlijks Roermond via het Roermondse spoornet passeren?
Antwoord.
In de bijlage vindt u in tabel 2 een overzicht van het aantal ketelwagons, per stofcategorie, die volgens het Basisnet door Roermond vervoerd mogen worden.
Vraag 8.
Ontvangt de gemeente Roermond actuele informatie van welke instantie, orgaan of vervoerder dan ook met betrekking tot het vervoer van brandgevaarlijke en/of toxische stoffen via het Roermondse spoornet?
Antwoord.
Ja, periodiek vanuit de Veiligheidsregio en op aanvraag verstrekt ProRail de informatie aan de gemeente.
Vraag 9.
Zo ja, wat doet de gemeente hiermee en informeert de gemeente ook zelf proactief naar actuele gegevens van deze aard?
Antwoord. Vraag 10.
De gemeente monitoort de gegevens. Zie verder het antwoord bij vraag 8. Is er naar aanleiding van het treinongeval in Wetteren vanwege "omleidingen" sprake van verhoogde intensiteiten van soortgelijke stoffen via het Roermondse spoornet?
Antwoord.
ProRail geeft aan dat het niet aannemelijk is dat er sprake is van een verhoogde intensiteit Naar aanleiding van Wetteren is volgens ProRail ovengens geen sprake van een omleiding via de Roermondse baanvakken.
Vraag 11
Zo ja, in welke mate bent u hierover geïnformeerd en waarom heeft u hierover dan niet actief en transparant gecommuniceerd?
Antwoord.
Zie antwoord op vraag 10
Vraag 12.
Veel gemeenten in Nederland hebben de afgelopen dagen publiekelijk en ook bij de Tweede Kamer gepleit voor maatregelen, bijvoorbeeld voor aparte sporen. Heeft uw college vanwege de gevaarzetting voor de vele Roermondse burgers die direct of in de nabijheid van het spoor wonen in deze ook actie ondernomen?
Antwoord.
Wij hebben naar aanleiding van het ongeval in Wetteren tot op heden geen publieke actie dan wel actie richting de Tweede Kamer ondernomen. Echter wij gaan op
Ons nummer SECR Pagina 6
l
Zo ja, welke acties heeft u ondernomen en zo nee, waarom heeft u geen actie ondernomen?
Antwoord.
We hebben zoals hierboven geschetst tot op heden geen actie ondernomen. Hier speelt in mee dat er op het emplacement geen rangeerbewegingen meer uitgevoerd en er is alleen sprake van doorgaand transport met beperkte nsico's.
Vraag 14.
Afgelopen week zijn er in diverse media deskundigen geciteerd die onder andere oproepen tot bijvoorbeeld het zorgen voor gescheiden rioolsystemen rondom stations en overwegen die gevolgschades naar aanleiding van de bluswerkzaamheden moeten voorkomen. Heeft uw college dit soort situaties in beeld?
Antwoord.
In Roermond is in de nabijheid van het spoor ovenwegend een gemengd noolstelsel aanwezig. Het is dus mogelijk dat bij een calamiteit afstromend (blus)water en andere vloeistoffen terecht komen in dit dool. De aanleg van een gescheiden rioolstelsel is zeer kostbaar. Bovendien is het huidige riool nog niet afgeschreven en zou aanleg van een nieuw riool kapitaalvernietiging zijn. Dit in relatie tot het gennge nsico.
Vraag 15.
Zo, ja wat betekend dit voor de Roermondse spoorsituaties en zo nee, wat is uw college voornemens in deze te doen om dit in beeld te brengen?
Antwoord.
Zie antwoord op vraag 14.
Vraag 16.
Op welke wijze controleert de gemeente Roermond of op het spoornet binnen Roermond de maximaal toegestane snelheden van betreffende goederentransporten wordt overschreden?
Antwoord.
De controle op het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor valt onder de bevoegdheid van de Minister van Infrastructuur en Milieu. De gemeente is derhalve niet het bevoegde controlerend orgaan. Van ProRail hebben we onderstaande informatie ontvangen over de snelheid waarmee de goederentreinen Roermond mogen passeren. Voor doorgaand verkeer Weert-Sittard v.v. •
baanvaksnelheid 130 km/h
•
passage van station Roermond, tot circa 1 km ten zuiden van de brug over de Roer: 100 km/h
Bij afwijkende omstandigheden kan beveiliging via de seinen een lagere snelheid voorschrijven.
Ons nummer SECR Pagina 7
Verreweg de meeste goederenwagens liebben in beiaden toestand een maximaai toegestane sneltieid van 100 l<m/ti; wel mogen sommige van die 100 l<m/h-wagens in onbeladen toestand 120 km/h rijden. Er bestaan relatief kleine vloten van goederenwagens die ook in beladen toestand 120 km/h mogen rijden, met name de modernere containerdraagwagens. De snelheid wordt bepaald per baanvak maar is ook afhankelijk van het mateneel dat er rijdt. Op ons verzoek heeft ProRail aangegeven dat het reguliere Automatische Trein Beïnvloeding Eerste Generatie (ATB - EG) systeem of indien aanwezig het ATBvv (vv = verbeterde versie) systeem de snelheid controleert. Tot het inrijden van Roermond uit de richting Venlo geldt in ieder geval een ATB-NG (ATB- Nieuwe Generatie). Aangezien dit systeem de snelheid controleert en beïnvloed, wordt er verder niet gecontroleerd door het bevoegd gezag (het ministene). Vraag 17.
Hoe vaak en wanneer is in de afgelopen jaren de maximum snelheid van deze goederentreinen overschreden.
Antwoord. Vraag 18.
Zie vraag 16. Is de Veiligheidsregio voldoende toegerust op mogelijke ongevallen met giftreinen?
Antwoord.
Ja, recentelijk is het iVlultidisciplinair Coördinatie Plan Ongeval Gevaarlijke Stoffen (MCP OGS) herzien en vastgesteld in de directie van de Veiligheidsregio en zijn alle operationele functionanssen bijgeschoold in de multidisciplinaire trainingsdagen. In dit generieke plan wordt de eenduidige werkwijze beschreven voor het veilig optreden van alle hulpdiensten bij ongevallen met gevaariijke stoffen in de Veiligheidsregio Limburg- Noord. Hieronder valt ook het transport van gevaariijke stoffen over het spoor.
Vraag 19.
Wordt door de Veiligheidsregio het ongeval in Wetteren gevolgd en wordt er lering getrokken uit de situaties die daar hebben plaatsgevonden.
Antwoord.
Vanuit de Veiligheidsregio worden de ontwikkelingen rondom het ongeval in OostVlaanderen op de voet gevolgd. Indien uit de evaluatie en rapportage van dit incident nieuwe inzichten in rampenbestrijding ontstaan dan worden deze overwogen en eventueel verwerkt in de regionale plannen en procedures.
Vraag 20.
Op welke wijze bent u voornemens om de vele Roermondse burgers die aan of rondom het spoor wonen te informeren over de gevaren met giftreinen?
Antwoord.
Roermond participeert in de regionale communicatie vanuit de Veiligheidsregio. Er wordt niet op lokaal niveau extra geïnvesteerd in communicatie naar bewoners/omwonenden.
Vraag 21.
Recent nog zijn in de media deskundigen geciteerd die aangeven dat de gevolgen bij gifwolken anders zijn dan dat jaren is toegenomen. Wat doet de
Ons nummer SECR Pagina 8
gemeente Roermond al dan niet in samenwerking met de Veiligheidsregio en andere partners om goed voorbereid te zijn op een eventuele ramp op het Roermondse spoornet? Antwoord.
Gemeentelijke functionarissen zijn betrokken bij de opstelling van het iVlCP en worden ook meegenomen in de muitidiscipiinaire oefeningen. Verder verwijzen wij naar het antwoord op vraag 18.
Vraag 22.
Helaas wordt door de treinramp in Wetteren weer eens duidelijk wat de mogelijke gevaren van een treinramp zijn. Wat is het college voornemens te doen met om met andere overheden, Prorail, vervoerders en andere instanties in overleg te treden om in gezamenlijkheid de gevaren op het Roermondse maar ook op het omliggende spoornet die mogelijk nog niet bekend zijn in kaart te brengen?
Antwoord.
Op 8 juii 2010 is landelijk het Basisnet vervoer gevaadijke stoffen op hoofdiijnen vastgesteld. De rijksoverheid is al meer dan zes jaar in samenspraak met de industne en de vervoerders in ovedeg over de vorming van het Basisnet. Via dat Basisnet zijn alle knelpunten met externe veiligheidsnsico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen in beeld gebracht en zijn er concrete maatregelen genomen om de nsico's te minimaliseren. Hiervoor zijn bijvoorbeeld op nsicovoiie plaatsen wissels verwijderd en zijn extra maatregelen genomen om te voorkomen dat treinen door een rood sein rijden. Binnen de grenzen van het Basisnet, kan het vervoer van gevaariijke stoffen per spoor, weg en water plaatsvinden. Verder verwijzen wij naar eerder genoemd overleg.
Een kopie van deze brief is aan de overige leden van de raad gezonden.