Overzicht van alle activiteiten bij Wmowerkplaats project Samenspel Formele en Informele Zorg November 2014 Ellen Witteveen Vooraf Er is van meet af aan flink geïnvesteerd om met professionals af te stemmen, hen te betrekken bij het project. Hiervoor is gericht contact gezocht met organisaties, gemeenten, belangenvereniging als ook docenten en studenten. Dit heeft geresulteerd in grote groep betrokken professionals, managers en ambtenaren. Deze professionals zijn nauw of op iets meer afstand actief in het project. Allen helpen om informatie/kennis te laten stromen. In het project worden hiertoe verschillende werkwijzen gebruikt: voorbereiden om gerichte informatie naar voren te halen; informatie verkrijgen; leerwerkplaatsen; informatie selecteren; afstemmen; praktijkbezoeken; projectplannen maken; ideeën uitproberen; effecten monitoren; projectplannen evalueren en aanpassen; breder uitzetten van de informatie; informatie doorgeven door presenteren (allen) en schrijven; etc. De vraag nu is hoe we de informatie/verkregen kennis uit (student)onderzoeken, deelprojecten en ontwikkelwerkplaatsen gaan verbinden? De onderzoekers zullen een analyse maken van de gesprekken in de leerwerkplaatsen, de gecodeerde invullijsten, de studiedagen en de interviews met informele zorgers en facilitatoren. De conclusies die hieruit voortkomen geven nog niet een totaalbeeld van het project. Hiervoor moeten ook alle andere activiteiten meegenomen worden. Overzicht van alle activiteiten Om een overzicht te krijgen zijn alle activiteiten gekoppeld aan de onderzoeksvraag waar de activiteit voornamelijk onder valt. Deze indeling is niet strikt te maken omdat het in samenhang moet worden gezien en verwerkt. De algemene doelstelling van het actieonderzoek is: Het verzamelen en ontwikkelen van kennis om de professionele ondersteuning van informele zorg effectief te laten zijn en te weten aan welke voorwaarden voldaan moet worden. Er is een literatuurstudie gedaan naar het begrippenkader en naar de netwerkgerichte werkwijzen/methoden.
De hoofdvraag wordt gedifferentieerd in de volgende deelvragen: 1. Wat is effectief bij professionele ondersteuning van informele zorg bij volwassenen met LVB, NAH en dementie? 1.1 Wat is specifiek bij professionele ondersteuning van informele zorg bij volwassenen met LVB, NAH en dementie? Onderzoeken - Onderzoek naar een van de werkwijzen van Humanitas: op welke wijze lukt het om vrijwilligers te werven en deskundig te maken voor het werken met mensen met LVB? Humanitas. Onderzoeker: Sascha van Gijzel Periode september 2013- juni 2014 Nog in de maak.
-
(student)Onderzoek bij muziekgroep de Meijblues. Op welke wijze kunnen meer mantelzorgers en vrijwilligers bij deze muziekgroep voor mensen met NAH betrokken worden? Hoe kan dat helpen bij het vergroten van de participatie van de muzikanten? Onderzoekers: Neel de Haan, Floor Verdonk en Inge van Vulpen.
-
Studentonderzoek LVB Is er sprake van mantelzorg bij LVB? Wat is kenmerkend voor de mantelzorg? Hoe verhoudt zich dat tot mantelzorg bij andere doelgroepen? Onderzoekers: Studentonderzoekers SPH studenten Michelle Kleinhoven, Esther Metselaar, Markihaysha Berginia. Periode: januari 2014- juli 2014. Afgerond met een 6,5.
-
Studentonderzoek NAH Casestudy naar best practices van vrijwilligers die gedurende langere periode (meer dan een jaar) bij mensen met NAH en hun mantelzorgers vrijwilligerswerk doen. Wat zijn de voorwaarden, factoren en motivaties om dit vol te houden? Onderzoekers: Studentonderzoekers MWD Lina van Beek, Anna Bart, Loes Folsche, Natalie Kleine. Periode : februari – juni 2014. Afgerond, beoordeeld met een 8,2.
Deelprojecten -‘Heel het leven’. Het ontwerken van een tool voor cliënten en mantelzorgers zelf. Het is een (visuele) boek waarin zij een overzicht hebben/ maken van de naasten en vrijwilligers. De onderzoeksgegevens worden in deze tool verwerkt en toegankelijk gemaakt via concrete vragen. De bedoeling is om mensen te helpen bij het nemen van de regie in het behouden of samenstellen van hun netwerk. Daarbij wordt bij deze tool duidelijk wanneer er grote gaten in de informele zorg zijn. De professional kan dit met hen oppakken. Ook is het mogelijke om in insteekmapjes informele zorgers in te voegen, met naam en het gebied waarop zij het contact vorm geven. Hierdoor wordt het tevens een soort adressenboekje. Voor alle OWP’s te gebruiken en niet specifiek voor een doelgroep. Periode september 2014- september 2015. -Profiel professionals en informele zorg: wat is generiek en wat is specifiek? Een competentieprofiel voor SW professionals gericht op het samenwerken met informele zorgers. Bij elke OWP wordt geïnventariseerd wat generieke competenties zijn en welke competenties overstijgend (specialist) zijn bij NAH. Dementie en LVB. 1.2 Wat is overstijgend bij professionele ondersteuning van informele zorg bij volwassenen met LVB, NAH en dementie? Onderzoek en deelproject
-
Studentenonderzoek in samenwerking met organisaties die actief in het project zijn, om vrijwilligers een extra deskundigheidsbevordering te geven in de richting van zinvolle activiteiten. Het onderzoek richt zich met name op die vrijwilligers die al gekoppeld zijn. De scholing wordt geschreven als product na het onderzoek. Studentonderzoekers: Soesja van den Hoven, Jeroen Ward en Esther Gooij. Periode januari 2014- juni 2014. Afgerond en beoordeeld met een gemiddelde 8,4 Product wordt in periode augustus 2014 en voorjaar 2015 nogmaals als pilot uitgezet bij Handje helpen, Ravelijn, Mee UGV en Verpleeghuis Hilverzorg.
Vervolg onderzoek SPH studenten 2014-2015. Gericht specifiek op LVB en op implementatie in de organisaties Ravelijn, Handje Helpen en Humanitas.
-
Studiedag oktober 2014 over netwerkstrategieën en welke effectief blijken te zijn. Professionals uit het project geven een voordracht/ inleiding. Voor deze studiedag is een reader samengesteld.
2. Wat heeft de professional nodig om effectieve ondersteuning aan de informele zorg te geven? Onderzoek -
Studentonderzoek NAH (minor disability studies van de FG) Inzicht krijgen in hoe de fysiotherapeut tijdens de overgang van revalidatiefase naar de thuis situatie kan zorgen voor betere begeleiding voor de mantelzorger. (de mantelzorger goed informeren en betrekken bij de behandelingen zodat deze het belang weet en thuis voort kan zetten zorgt voor beter en sneller herstel Onderzoeker: Helen van Bakel Periode: april – juli 2014. Nog in de maak, onvoldoende beoordeling.
-
Studentonderzoek dementie Onderzoek naar de professionele ondersteuning van vrijwilligers binnen de context van dagbesteding voor mensen met dementie . Wat moeten professionals in huis hebben (competenties) om te werven, voorlichten, kennis vergroten evt deskundigheidsbevordering, begeleiden naar cliënten, klikgesprekken en duurzaam maken van de ondersteuning? Studentonderzoekers deeltijd SPH Mary van Straten, Roy Sonderen, Henk-Jan Hovius. Periode januari 2014 – juli 2014. Afgerond en beoordeeld met een 7,3. Er volgt een gesprek met de dagbesteding om dit onderzoek een vervolg te geven. Juni 2014 EW
Deelprojecten - ‘Voorbij de spilzorger’ De spilzorger is de belangrijkste persoon in het bestaan van de persoon met dementie of hersenletsel. Deze persoon levert niet alleen de zorg en ondersteuning maar is ook de poort naar de sociale omgeving en naar (maatschappelijke en/of zingevende) activiteiten. Wanneer deze persoon kortdurend, langdurend of helemaal wegvalt, staat het bestaan van degene met de beperking op losse schroeven. In samenspraak met professionals en in het licht van een zorgplan zou daarover gesproken moeten worden. De ervaring leert dat er, door ongemak van de spilzorger, door onmacht van degene met de beperking en door handelingsverlegenheid van de professional, onvoldoende op doorgevraagd wordt. Doelstelling Het ontwerpen van een handvat als ‘onderlegger’ in het gesprek van de professional en de spilzorger bij het bespreken van de keuzes en oplossingen(ethisch, practisch en financieel) in het geval de spilzorger (tijdelijk) wegvalt. Juni 2014 EW -
Informeer je buur(t) Enkele voorgeprogrammeerde brieven om de mensen in de eigen straat te informeren over de eigen situatie (LVB, NAH of dementie) en de spilzorger/ mantelzorgers voor (meer) begrip. Ook om diensten te vragen en/of aan te bieden. De brieven kunnen in samenspel met de professional aangepast worden op de eigen situatie.
Een aangepaste brief wordt gemaakt ism de Hoogstraat. Professionals gaan het in de periode november tm april uitproberen, daarna wordt de brief bijgesteld. Oktober 2014 EW 3. Wat is in de organisatie nodig om effectieve ondersteuning aan de informele zorg te geven? -
Studiedagen oktober 2013 (Samenwerkende organisaties) en maart 2014 (in dialoog met managers). Voor beide studiedagen is een reader samengesteld die goed is ontvangen en ook wordt gelezen/gebruikt. Er zijn inleidingen gegeven door beleidmakers en door transitiemanagers. De dialoog leverde veel data op. Er is een uitgebreid verslag gemaakt evenals een samenvatting.
-
Belangrijke naasten van meet af aan betrekken De gedachte is om een klein project op te zetten in de revalidatiekliniek (met name de Hoogstraat) om bij 3 -5 nieuwe cliënten van meet af aan , naast de mantelzorger, minimaal 5 belangrijke naasten direct te betrekken. Niet alleen in de gesprekken met maatschappelijk werk maar in de revalidatietherapie zelf. De gedachte is dat het een voorwaarde is om het traject te doorlopen. De naasten worden direct bij de therapie betrokken in de vorm van informatie, oefenobject, stimulator, ideeën aanreiker en vooral ook als persoon in de voorhoede van de naasten die niet direct betrokken zijn. Dit wordt besproken met Marie Cathrien van Oudheusden, in de OWP NAH en met Anne Visser. Juni 2014 EW Resultaat: onderzoek door hoogleraren UMCU is aangevraagd bij en toegekend ZonMW. Wmo werkplaats wordt betrokken.
-
In de OWP’s van februari worden de managers van de uitvoerende professionals uitgenodigd om te spreken over implemantatietrajecten.
-
Te plannen studiedag in maart 2015 over implementatie in de organisatie. Er worden verschillende tools ontwikkeld en nieuwe kennis verkregen. Op welke wijze kan dit landen, geïmplementeerd worden in de (eigen) organisaties?
4. Welke voorwaarden zijn vanuit de gemeente nodig om professionals in staat te stellen effectieve ondersteuning aan informele zorg te geven? -
Studiedagen 25 juni als vervolg op 18 maart is een verdiepend gesprek met geselecteerde professionals en 5 ambtenaren. Ter voorbereiding is een tekst samengesteld, casuïstiek vanuit 6 verschillende perspectieven beschreven en vragen aan de casuïstiek gekoppeld. De dialoog is vastgelegd en voor onderzoek te gebruiken maar tevens in compacte versie bewerkt voor alle betrokkenen bij dit project en evt andere betrokkenen.
-
Ambtenaar ontmoet mantelzorger(s) Op welke manier kunnen informele zorgers (spilzorger, mantelzorgers, naasten, vrijwilligers) gebruik maken van inspraakmogelijkheid? Waar en wanneer hebben zij zeggenschap? De mantelzorgadviesraad (MAR) is een werwijze die door Mezzo en het LSR wordt gebruikt. Hierbij krijgen mantelzorgers de kans te reageren op beleidstukken. In ons project willen we juist de ambtenaren in beweging zetten om naar de situaties te komen en het verhaal van de informele zorgers te horen. Informatie ophalen dus. In een document is relevante kennis beschreven en diverse werkwijzen
voorgesteld . De professionals reiken ook ideeën aan en geven advies. In diverse gemeenten gaat geëxperimenteerd worden met een of meerdere van deze werkwijzen. Juni 2014 EW November 2014 : Er is een aansluiting gevonden met ‘De Proeverij’ georganiseerd door MEE. Het gaat om speeddates in een 6-tal gemeenten. Het project Samenspel verzorgt een Quickscan gericht op gemeenteambtenaren. Zie Survey Monkey.
Naast deze onderzoeken en deelprojecten gericht op het project, zijn er ook onderzoeken die gericht zijn op het onderzoek zelf, in deze het actieonderzoek, en gebruik makend van de systematiek van ontwikkelwerkplaatsen en projectleiding vanuit de ontwikkelingsbenadering. Onderzoek -
Onderzoek naar het belang van een facilitator bij de OWP, diens functioneren in het aansturen, laten stromen van kennis, laten stromen van inspiratie en betrokkenheid bij deelnemers, het ophalen van kennis (ook vaardigheden/ attitude) en het teruggeven aan de praktijk. Op welke wijze wordt er in dit actieonderzoek gewerkt? Wat is kenmerkend voor de werkwijze met facilitatoren? Welke begeleiding (van facilitatoren) is daarbij nodig? Onderzoeker: Frank van der Velde, masterstudie begeleidingskunde. Periode januari 2014- augustus 2014 November 2014: Frank heeft zich teruggetrokken ivm beoordelingscriteria van masteropleiders.
Artikelen -
Artikel op website Sociale Vraagstukken Werken met leerwerkplaatsen. Kernthema: een verkenning van de perspectieven onderzoek, ondernemen en onderwijs rond leerwerkplaatsen. Augustus 2014 Ellen Witteveen
-
Hoofdstuk in het boekje Leren in Transitie Werken en leren in leerwerkplaatsen. Najaar 2014 Ellen Witteveen
Lezingen De website www.hersenletselenmantelzorg.nl is goed bezocht. Met grote regelmaat komen er vragen binnen van gemeenten, organisaties en belangenverenigingen voor centrale lezingen en workshops. Op de website staat een overzicht van deze gegeven en toekomstige lezingen inclusief de Powerpoints of Prezi’s.