Nr. 2010/1574-14
DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER
Mede namens de minister van Economische Zaken en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de minister van Verkeer en Waterstaat; Gezien het verzoek d.d. 22 juli 2010 en de aanvullingen daarop d.d. 11 augustus 2010 en d.d. 17 augustus 2010 van RSB Logistic Projektspedition GmbH te Köln (Duitsland) om wijziging van een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder a, van de Kernenergiewet; Gelet op de artikelen 15-19 van de Kernenergiewet, op het bepaalde in het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, op de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG/ADR), de Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG/RID) en op het Schepenbesluit 1965 en in geval van transport met een zeeschipbak (lash barges) de Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (VBG/ADNR); Gelet op de d.d. 21 oktober 2009, onder nr. 2009/2313-05, verleende vergunning;
Overwegende, dat van bovengenoemde vergunning geen gebruik meer zal worden gemaakt; Overwegende, dat bij de aanvraag al de gegevens zijn overlegd die essentieel zijn voor de beoordeling van de toelaatbaarheid van de te vergunnen handelingen; Overwegende, dat de in de aanvraag bedoelde handelingen voorkomen in bijlage 1 (gerechtvaardigde handelingen en werkzaamheden) van de Regeling bekendmaking rechtvaardiging gebruik van ioniserende straling; Overwegende, dat het nut van het in de aanvraag aangegeven vervoer opweegt tegen de nadelige gevolgen ervan voor mensen, dieren, planten en goederen; Overwegende voorts dat de te vervoeren stoffen worden gebruikt vanwege de specifieke eigenschappen van die stoffen; Overwegende, dat het ALARA beginsel is toegepast in het kader van de beoordeling van de aanvraag en dat een aantal voorschriften aan de vergunning zijn verbonden om de blootstelling aan straling of besmetting van mensen, planten, dieren en goederen te voorkomen dan wel zo veel mogelijk te beperken; Overwegende, dat het voorgaande tot de conclusie leidt dat de in de aanvraag beschreven maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften voldoende vertrouwen bieden dat de stralingsbelasting voor werknemers en omgeving zo laag zal blijven als redelijkerwijs mogelijk is; Gelet op artikel 20.5 van de Wet milieubeheer; Overwegende dat om redenen van continuïteit van werkzaamheden in het onderhavige geval een zo spoedig mogelijke doorvoer van de bedoelde splijtstoffen naar de plaats van bestemming noodzakelijk is.
2
BESLUIT:
Aan RSB Logistic Projektspedition GmbH, Robert-Perthel-Str. 71-73 te Köln (Duitsland), wordt onder intrekking van d.d. 21 oktober 2009, onder nr. 2009/2313-05, verleende vergunning, vergunning verleend voor: het binnen Nederlands grondgebied (doen) brengen; het vervoeren over zee via de Nieuwe Waterweg; het vervoeren over de weg; het vervoeren per spoor; en het buiten Nederlands grondgebied (doen) brengen, van onbestraalde laag verrijkte splijtstoffen alsmede van lege verpakkingen met restinhoud “heels”, waarop de volgende gegevens betrekking hebben:
aantal zendingen per jaar aantal verpakking per zending hoeveelheid per jaar (product en heels) hoeveelheid per zending fysische toestand chemische formule activiteit per verpakking totale activiteit per jaar totale activiteit per zending stralingscategorie transportindex criticaliteits-veiligheidsindex beveiligingscategorie
aantal zendingen per jaar aantal verpakking per zending hoeveelheid per jaar hoeveel per verpakking gehalte U-235 fysische toestand chemische formule totale activiteit per jaar totale activiteit per zending stralingscategorie transportindex beveiligingscategorie
: : : : : : : : : : : : :
Product max. 250; max. 20 per truck, 20 per spoor en 60 per schip; max. 1.400 ton; max. 18 ton; vast; uraniumhexafluoride (UF6); max. 156 gigabecquerel; max. 60.000 gigabecquerel; max. 1.600 gigabecquerel; max. III-geel; max. 3 per verpakking; 7 per verpakking (max. 50 per transport unit); III.
P-10 en 1S Ampullen : max. 75; : max. 10 DOT17C drums; : max. 25 kg UF6; : max. 0,2 kg gram UF6 ; : Product: max. 5%; : vast; : uraniumhexafluoride UF6; : max. 5 gigabecquerel; : max. 0,1 gigabecquerel; : max. II-geel; : max. 1 per verpakking; : III (ingeval van verrijkte splijtstof).
Op het vervoer hebben de volgende gegevens betrekking:
3 afkomstig van
bestemd voor
vervoerder(s) over de weg
vervoerder per spoor vervoerder(s) per schip
type verpakking kenmerk goedkeuringscertificaat
stralingscategorie
: Advanced Nuclear Fuels/Areva (Duitsland) Areva NP (USA), Belgo Nucleaire (België), Cameco Fuel Services (Canada), CE Nuclear Power (USA), Cogema (Frankrijk), Comhurex (Frankrijk), Coverdyn International (USA), ETC (D) (Duitsland), FBFC (Frankrijk), Fragema (Frankrijk), Global Nuclear /Fuels-Americas (USA), Honeywell International (USA), INB (Brazilië), IRMM (België), Ledoux & Company (USA), Nyköking (Zweden), Socratri (Frankrijk), Studsvik Nuclear AB, Urenco Nederland B.V., Urenco Capenhurst (Verenigd Koninkrijk), Urenco Deutschland GmbH (Duitsland), Westinghouse BNFL Springfields Ltd. (Verenigd Koninkrijk), Westinghouse Electric Company (USA), Westinghouse Electric Sweden AB (Zweden) en Westinghouse UAM Company Ltd. (Verenigd Koninkrijk); : Advanced Nuclear Fuels/Areva (Duitsland) Areva NP (USA), Belgo Nucleaire (België), Cameco Fuel Services (Canada), CE Nuclear Power (USA), Cogema (Frankrijk), Comhurex (Frankrijk), Coverdyn International (USA), ETC (D) (Duitsland), FBFC (Frankrijk), Fragema (Frankrijk), Global Nuclear /Fuels-Americas (USA), Honeywell International (USA), INB (Brazilië), IRMM (België), Ledoux & Company (USA), Nyköking (Zweden), Socratri (Frankrijk), Studsvik Nuclear AB, Urenco Nederland B.V., Urenco Capenhurst (Verenigd Koninkrijk), Urenco Deutschland GmbH (Duitsland), Westinghouse BNFL Springfields Ltd. (Verenigd Koninkrijk), Westinghouse Electric Company (USA), Westinghouse Electric Sweden AB (Zweden) en Westinghouse UAM Company Ltd. (Verenigd Koninkrijk); : Nuclear Cargo + Service GmbH (Duitsland), NCT (Frankrijk), RSB Logistic Projektspedition GmbH (Duitsland), Dekker (Nederland), W.H. Bowker Ltd. en Ainsworth & Martin Ltd. (Verenigd Koninkrijk); Transrad (België), Transnubel (België), Transkem Spedition GmbH (Duitsland), Looms (Nederland), Kieserling Spedition + Logistik GmbH (Duitsland), Ingmartransport (Zweden), DGM Schiphol (Nederland), Frütel Kurierdienste (Duitsland); : DB Schenker Rail Nederland N.V.; : ACL (Zweden), Hapag Lloyd (Duitsland), Forest Line (USA), J. Poulsen Shipping (Denemarken), OOCL (Canada), Wagenborg (Nederland), Stena Line (Zweden) en BBC Chartering & Logistic GmbH & Co. KG (Duitsland) (schepen varend onder de vlag van een land dat partij is bij het verdrag inzake fysieke beveiliging); : AF, B(U)F, IF, H(M), H(U) en vrijgestelde verpakking of A verpakking (P-10-ampullen); : USA/9196/B(U)F-96, Rev. 27 en NL/0238/B(U)F-96, Rev. 0 of USA/0411/AF, Rev.9 en NL/0039/AF, Rev.8 of F/358/IF-96 (Ci) en NL/0199/IF-96 (Ci) (Rev. 2) of J/2008/IF96 en NL/0220/IF-96 (Rev. 1) of J/159/AF-96 en NL/0216/AF-96 (Rev. 2) (tenzij er voor genoemde certificaten een recentere certificering en/of validatie is, die dan gebruikt dient te worden) of USA/0575/H(U)-96, Rev. 1 of GB/3570/H(U)-96, issue 3 of GB/3571/H(U)-96, issue 4 of GB/3572/H(U)-96, issue. 3; : III-geel;
4 transportindex beveiligingscategorie
: max. 3 per cilinder; : III (ingeval van verrijkte splijtstof).
fysieke beveiliging:
1.
de colli dienen verzegeld te worden vervoerd dan wel in afgesloten en verzegelde laadruimten, vrachtverpakkingen en/of verpakkingseenheden;
2.
de vergunninghouder is verplicht het transport zodanig te organiseren dat onvermijdelijke overslag en/of tijdelijke opslag in verband met vervoer nooit langer duurt dan 2 x 24 uur (exclusief zon- en feestdagen) en aanvangt op het moment dat het schip afmeert in Rotterdam havengebied. In geval van transport met een zeeschipbak (lash barges) vangt deze periode van 2 x 24 uur aan op het moment van afmeren aan de kade van de eerste zeeschipbak (lash barge);
3.
De overslag en/of tijdelijke opslag in verband met vervoer dient plaats te vinden op een terrein, dat duidelijk afgescheiden is van zijn omgeving en permanent kan worden geobserveerd;
4.
de vergunninghouder draagt er zorg voor dat er permanent ten minste één persoon op of bij het terrein aanwezig is om de bewaking van het materiaal uit te voeren. Deze functionaris dient te beschikken over een telecommunicatievoorziening, die goedgekeurd is door het Ministerie van Economische Zaken of te beschikken over een mobiele en/of satelliettelefoon waarmee binnen enkele seconden contact te leggen is met een centraal communicatiepunt. De bewaking dient uitgevoerd te worden door een persoon, die voldoet aan de eisen die gelden voor de bemanning van het vervoermiddel of aan de eisen die gelden voor het personeel van erkende particuliere beveiligingsorganisaties, zoals omschreven in de geldende Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De vergunninghouder ziet er op toe dat de betreffende functionaris kennis draagt van de inhoud van de instructie, hoe te handelen met het oog op de fysieke beveiliging. De verantwoordelijke voor de bewaking draagt zijn verantwoordelijkheid over bij het vervolg van het transport;
5.
de vergunninghouder dient het team Stralingsbescherming van Agentschap NL (faxnummer 0886029023), aan de VROM-Inspectie Kernfysische Dienst te Den Haag (fax 070-339 1887) en de Inspectie Verkeer en Waterstaat, sector Handhavening (e-mail
[email protected]) minimaal 2 x 24 uur vóór de aankomst van de zending op Nederlands grondgebied te informeren over plaats en tijd van aankomst, naam, identificatie en telefoonnummer van transportleider en vervoermiddel door een transportmelding. Mutaties in deze gegevens dienen onmiddellijk doorgegeven te worden. Indien een transport waarvoor een vergunning verleend is niet plaatsvindt, dient dit eveneens gemeld te worden. Indien het materiaal zich in de Rotterdamse haven bevindt en/of verblijft dan dienen eveneens minimaal 2 x 24 uur van te voren per fax: − de Zeehavenpolitie, zijnde district XII van de Regiopolitie Rotterdam Rijnmond (faxnummer 010-2750122) ter attentie van bureau Milieuzaken, en − het Havenbedrijf Rotterdam, (e-mail
[email protected]), (Centrale Meldkamer Havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. faxnummer 010-2521600), geïnformeerd te worden, onder opgave van vergunningnummer, plaats van aanlanding en plaats en duur van de tijdelijke opslag en/of overslag. De werkelijke aankomst in en het vertrek uit het Rotterdamse havengebied dient eveneens per fax gemeld te worden aan voornoemd bureau, dat optreedt als centraal communicatiepunt, zolang het materiaal in de haven is;
6
de vergunninghouder dient erop toe te zien dat de gegevens over beveiligingsmaatregelen van het transport, voorzover dat binnen zijn vermogen ligt, slechts bekend zijn bij degenen, die rechtstreeks bij het vervoer betrokken zijn. Met inachtneming van het voorgaande is actieve of passieve
5 bekendmaking van of voorlichting over het transport toegestaan; 7.
vergunninghouder dient de aankomst van de zending op de uiteindelijke plaats van bestemming zo spoedig mogelijk, doch binnen kantooruren, te melden aan het vergunningverlenend gezag en aan de VROM-Inspectie Kernfysische Dienst te Den Haag (tel. 070-339 3888 of fax 070-339 1887, tel.nr. buiten kantooruren 070- 3832425);
8.
het vervoermiddel dat het materiaal transporteert dient te beschikken over een telecommunicatievoorziening, die goedgekeurd is door het Ministerie van Economische Zaken of te beschikken over een mobiele en/of satelliettelefoon waarmee binnen enkele seconden contact te leggen is met een centraal communicatiepunt. Indien het transport bestaat uit meerdere vervoermiddelen is het voldoende dat één van de vervoermiddelen beschikt over de bedoelde telecommunicatievoorziening, mits het voorste en het laatste vervoermiddel onderling contact kunnen onderhouden; Het vervoermiddel dat het materiaal transporteert dient een voorziening te hebben die in de bestuurderscabine pogingen signaleert het materiaal te verwijderen of een voorziening die in de bestuurderscabine een loskoppeling van het laadgedeelte van het vervoermiddel signaleert indien de verpakking inclusief het materiaal respectievelijk het laadgedeelte minder weegt dan 1/4 ton;
9.
de vergunninghouder dient erop toe te zien dat er tijdens het vervoer ten minste twee personen aanwezig zijn. De vergunninghouder dient zich er van te verzekeren dat de bemanning van het vervoermiddel dat het materiaal transporteert voldoet aan de eisen van vakbekwaamheid die in de vervoerstak gelden voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. De bemanning moet in staat zijn de voorgeschreven voorzieningen te gebruiken c.q. adequaat te reageren op misbruik. Voorzover het Nederlandse functionarissen betreft dienen deze een verklaring van goed gedrag te kunnen overleggen. Voorzover het gaat om buitenlandse functionarissen dienen ze te voldoen aan de eisen, die gelden in het land van vestiging van de transporteur;
10. in het geval van een transport over de weg dient er bij aankomst van de zending in Nederland en bij het vervoer door Nederland een Nederlands sprekende functionaris aanwezig te zijn die gemachtigd is te handelen namens de vergunninghouder. Deze persoon, aan te duiden als transportleider, dient zich er van te overtuigen dat alle vereiste transportdocumenten en een schriftelijke instructie hoe te handelen met het oog op de fysieke beveiliging aanwezig zijn. De transportleider dient kennis te dragen van de inhoud van de instructie. De transportleider draagt zorg voor het opvolgen van de instructie en voor een eventuele overdracht van zijn verantwoordelijkheid; 11. het vervoer over de weg dient te geschieden langs de route: in geval van vervoer over de weg: - Urenco Nederland B.V., Nijreessingel, N743, A1, A50, A15, Rotterdamse haven en vice versa, of - Urenco Nederland B.V., Nijreessingel, N743, A1, A50, A15, A27, A59, A16, Breda Hazeldonk/Meer grensovergang en vice versa, of - Urenco Nederland B.V., Nijreessingel, N743, A1, A50, A2, A67, Eersel (Postel) en vice versa - Urenco Nederland B.V., Nijreessingel, N743, A1, De Lutte grensovergang en vice versa, of - Urenco Nederland B.V., Nijreessingel, N743, A35, N35, Glanerbrug grensovergang en vice versa, of - de grensovergangen De Lutte en Glanerburg tot Rotterdam havengebied, tot grensovergang Hazeldonk/Meer, tot grensovergang Eersel/Postel via dezelfde reiswegen en vice-versa. In geval van onvoorzienbare omstandigheden (zoals problemen met het verkeer of openbare orde) kan aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat verzocht worden een alternatieve route aan te geven. in geval van vervoer per spoor: - via Roosendaal naar Almelo en vice versa, of - via Oldenzaal naar Almelo en vice versa;
6 - via Rotterdam havengebied naar Almelo en vice versa, of - via Venlo naar Almelo en vice versa; 12. de vergunninghouder dient een instructie Transportleider samen te stellen, in overleg met het Korps Landelijke Politiediensten (tel. 0343-535332, kwaliteitscoördinator meldkamer) en door tussenkomst en naar genoegen van de afdeling Nucleaire Beveiliging & Safeguards (e-mail:
[email protected]); 13. het krachtvoertuig dat de wagons met het materiaal trekt, dient te beschikken over een telecommunicatievoorziening die is goedgekeurd door het Ministerie van Economische Zaken en waarmee direct contact te leggen is met de centrale meldkamer van de divisie Spoorwegpolitie van de KLPD (tel. 0343-528888); 14. het laten staan van de wagons met het materiaal is uitsluitend toegestaan, indien deze wagons onder voortdurend toezicht staan. Indien het oponthoud langer duurt dan 8 uur dient de vervoerder het Korps Landelijke Politiediensten te Driebergen daarvan in kennis te stellen (faxnummer 0343 - 514620); 15. de vergunninghouder dient alle betrokken spoorwegmaatschappijen te informeren over het transport e.e.a. conform het gestelde in 5.4.1.2.5.1 van het VSG/RID;
stralenbescherming: 16. de vergunninghouder dient ervoor zorg te dragen dat blootstelling van personen aan straling, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, wordt voorkomen en geen stralingsdosis kan worden ontvangen die meer dan de maximaal toegestane dosis per jaar tot gevolg heeft; 17. de vergunninghouder draagt er zorg voor dat personen die met betrekking tot het vervoer of opslag in verband met vervoer van colli van categorie II-geel en III-geel namens de vergunninghouder handelingen verrichten waarbij stralingsdosis kan worden ontvangen persoonlijke controlemiddelen dragen van een door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid erkende instelling, of indien het een buitenlandse vervoerder betreft, van een in het betreffende land erkende instelling, en dat gegevens betreffende de ontvangen straling worden geregistreerd; 18. het vervoer dient onderworpen te zijn aan een stralingsbeschermingsprogramma dat systematische voorzorgen bevat die voorzien in een adequate beschouwing van beschermingsmaatregelen tegen straling. De aard en omvang van de maatregelen moet in verhouding staan met de grootte en waarschijnlijkheid van blootstelling aan straling. Bescherming en veiligheid moeten worden geoptimaliseerd teneinde de grootte van individuele doses, het aantal blootgestelde personen en de waarschijnlijkheid van blootstelling zo laag wordt gehouden als redelijkerwijs mogelijk is, waarbij economische en sociale factoren in aanmerking worden genomen.
algemeen: 19. de vergunninghouder is verplicht het materiaal via: - Rotterdam havengebied, indien het vervoer per schip plaatsvindt; - grensovergang Breda (Hazeldonk/Meer) of Eersel (Postel) of De Lutte of Glanerbrug, indien het vervoer over de weg plaatsvindt; en - grensovergang Roosendaal of Oldenzaal of Rotterdam havengebied of Venlo, indien het vervoer per spoor plaatsvindt, binnen en buiten Nederlands grondgebied te (doen) brengen;
7 20. het vervoermiddel, het voor het vervoer benodigde materieel en de technische voorzieningen dienen te allen tijde in goede staat van onderhoud te verkeren; 21. alle betrokken bepalingen van de IMDG-code, de VLG/ADR, de VSG/RID en de VBG/ADNR. In geval van transport met lash barges, dienen in acht genomen te worden; 22. de betreffende kapiteins dienen te worden geïnformeerd over de lading die zij vervoeren 23. de vergunninghouder is verplicht de zending te doen vergezellen van een kopie van deze vergunning; 24. het vervoer dient plaats te vinden in de periode vóór 31 december 2010; 25. de vergunninghouder en de namens hem optredende personen volgen de instructies op van en namens het vergunningverlenend gezag; 26. uiterlijk twee maanden na de expiratiedatum van de vergunning, danwel gelijktijdig met het indienen van een aanvraag om verlenging van de vergunning, dient bij het team Stralingsbescherming van Agentschap NL, Postbus 93144, 2509 AC ‘s-Gravenhage een overzicht te worden ingediend van alle daadwerkelijk plaatsgevonden transporten, onder vermelding van; − datum van aankomst / vertrek; − vervoerde hoeveelheid; − activiteit(en); − uiteindelijke plaats van bestemming; − feitelijke vervoerder(s); 27. bij vermissing van c.q. een ongeval met colli die splijtstoffen bevatten dienen onmiddellijk te worden gewaarschuwd: − de VROM Inspectie Kernfysische Dienst (tel.nr. 070 – 339 3888 of fax 070-339 1887); − de Arbeidsinspectie te Utrecht (tel.nr. 0800 – 27 00 00 0); − buiten kantooruren het alarmincidentennummer (tel.nr. 070-383 2425).
Deze beschikking wordt terstond van kracht. ‘s-Gravenhage, 19 augustus 2010 de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mede namens de minister van Economische Zaken, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in overeenstemming met de minister van Verkeer en Waterstaat, voor deze: de Algemeen Directeur van Agentschap NL,, o.l. de Opdrachtmanager Stralingsbescherming en Samenleving,
drs. M.A. Verzandvoort
