Overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Versie december 2014
Door de hervormingen van de langdurige zorg wordt begeleiding per 1 januari 2015 gedecentraliseerd naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De overheveling van extramurale verpleging en verzorging naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) vindt ook per 1 januari 2015 plaats. Het sluitstuk de Wet langdurige zorg (Wlz) volgt de AWBZ op en is bedoeld voor zeer kwetsbare cliënten die 24 uur per dag zorg of toezicht behoeven. De Wlz is op 2 december 2014 aangenomen door de Eerste Kamer en wordt per 1 januari 2015 ingevoerd. Cliënten die in zorg zijn en nieuwe cliënten krijgen te maken met nieuwe wetgeving. Daar kunnen andere rechten en spelregels gelden. Om de hervorming van de langdurige zorg zachter te laten landen heeft de regering overgangsrecht voor AWBZ-cliënten bepaald. Daarnaast beïnvloedt het (voorgenomen) beleid de zorg, bijvoorbeeld subsidieregelingen. ActiZ heeft de hoofdlijnen van het overgangsrecht en beleid voor de cliëntgroepen die voor de branche Verpleging & Verzorging het meest relevant zijn uitgewerkt. Het gaat om cliënten die 31 december 2014 1 over een AWBZ-indicatie beschikken en cliënten die uiterlijk 31 december 2014 een AWBZ-indicatie aanvragen en ontvangen. Niet voor verblijf de geïndiceerde partners die zijn mee verhuisd naar de zorgorganisatie kunnen onder de Wlz daar blijven wonen. In tabel 1 vindt u de cliënten met verblijfsindicatie en in tabel 2 staan cliënten met een extramurale indicatie. Tabel 3 geeft een overzicht waar nieuwe cliënten vanaf 2015 voor de langdurige zorg voor in aanmerking komen. Deze notitie is bedoeld om overzicht te bieden aan ActiZ-leden. De inhoud is niet geschikt voor cliëntinformatie. Voor cliëntinformatie verwijzen we u naar de site van het ministerie van VWS Hoe verandert mijn zorg?. Deze website is op dit moment al beschikbaar voor cliënten. Over de precieze uitvoering van en communicatie naar de cliënt over het overgangsrecht/beleid vindt nog overleg plaats. Nadere informatie hierover volgt op ledennet. De inhoud van de notitie is gebaseerd op de politieke behandeling van de hervorming van de langdurige zorg tot en met 2 december 2014. Ten opzichte van de eerste versie van de notitie Overgangsrecht AWBZ cliënten en beleid, gebaseerd op de stand van zaken op 10 oktober 2014, is er één belangrijke wijziging in tabel 1. Het gaat om cliënten met een laag zzp die zelfstandig wonen: de geldigheidsduur van het indicatiebesluit is mede bepalend voor het moment dat voor de cliënt de situatie verandert. In tabel 1 staat het nader toegelicht.
Indicatiebesluiten aangevraagd tot en met 31 december 2014 12.00 uur worden behandeld op basis van de Beleidsregels Indicatiestelling 2014.
1
Tabel 1 Cliënten met een verblijfsindicatie AWBZ
Cliënten met een verblijfsindicatie AWBZ
Overgangsrecht/beleid
Cliënten met een indicatie ZZP VV 1, 2 en 3 die in een instelling verblijven
Cliënten behouden na 2015 recht op toegang tot de Wlz met verblijf. Deze cliënten met een licht ZZP kunnen geen gebruik maken van een pgb, vpt of mpt 2 op grond van de Wlz.
Cliënten met een indicatie ZZP VV 4 t/m 10 (muv ZZP 9a 3) die in een instelling verblijven
Cliënten behouden in en na 2015 recht op toegang tot de Wlz en kunnen kiezen voor opname, pgb, vpt en mpt.
2
pgb = persoonsgebonden budget vpt = volledig pakket thuis mpt = modulair pakket thuis/functies en klassen ZZP = zorgzwaartepakket VV (verpleging en verzorging) 3
ZZP 9a geriatrische revalidatiezorg is op 1 januari 2013 overgeheveld naar de Zvw
Cliënten met een indicatie ZZP VV 1, 2 of 3 die zelfstandig wonen met zorg in functies/klassen, vpt of pgb 4
Cliënten met een licht ZZP die zelfstandig wonen houden in 2015 zolang het indicatiebesluit doorloopt recht op dezelfde zorg vanuit de Wlz. Uiterlijk 31 december 2015, of eerder op het moment dat de geldigheid van het indicatiebesluit in 2015 afloopt, dient de cliënt te kiezen of hij zelfstandig wil blijven wonen en de zorg en ondersteuning gaat ontvangen op basis van de Wmo en Zvw, of dat hij gaat verblijven in een instelling op grond van de Wlz. Cliënten behouden wel altijd het recht om later (ongelimiteerd) alsnog op grond van de Wlz te verblijven in een instelling voor het geïndiceerde zzp. Hiervoor hoeven cliënten dan geen nieuwe indicatie meer aan te vragen. Cliënten met een licht ZZP kunnen vanaf 2016 geen gebruik maken van een pgb, vpt en functies/klassen (mpt5) op grond van de Wlz. Vanaf 2016 zijn cliënten met een licht ZZP die zelfstandig wonen aangewezen op de Zvw en Wmo. Cliënten met een lichte (en zware) ZZP-indicatie die zelfstandig wonen en op enig moment palliatief terminale zorg met verblijf nodig hebben, kunnen in aanmerking komen voor ZZP VV 10 onder de Wlz. Cliënten met een lichte (en zware) ZZP-indicatie die zelfstandig wonen kunnen om de mantelzorg te ontlasten onder de Wlz gebruik maken van logeeropvang in een zorginstelling.
Cliënten met overbruggingszorg in functies/klassen5 gebaseerd op het maximum van de klassen, zgn. ‘met een uitloop’ en de extra zorg daarboven op, zgn. ‘uitloop plus’ behouden dat tot uiterlijk 1 juli 2015. Na die datum kunnen er geen cliënten meer voor in aanmerking komen. Cliënten kunnen na die datum wel reguliere overbruggingszorg ontvangen gebaseerd op het gemiddelde van de klassen.
Cliënten met een zwaar ZZP VV 4 t/m 10 (muv ZZP 9a) die zelfstandig wonen met zorg in functies/klassen, vpt of pgb.
4
Cliënten behouden na invoering van de Wlz het recht op toegang tot de Wlz, voor verblijf, functies/klassen (mpt5), vpt en pgb op basis van de Wlz. Cliënten met een zware (en lichte) ZZP-indicatie die zelfstandig wonen en op enig moment palliatief terminale zorg met verblijf nodig hebben, kunnen in aanmerking komen voor ZZP VV 10 onder de Wlz.
Voor de bestaande budget houders gelden garantieregelingen over de omvang van het budget vanaf 2015 en later. Zie hiervoor www.persaldo.nl.
Cliënten met een zware (en lichte) ZZP-indicatie en zelfstandig wonen kunnen om de mantelzorg te ontlasten onder de Wlz gebruik maken van logeeropvang in een zorginstelling.
Cliënten met overbruggingszorg in functies/klassen5 gebaseerd op het maximum van de klassen, zgn. ‘met een uitloop’ en de extra zorg daarboven op, zgn. ‘uitloop plus’ behouden dat tot uiterlijk 1 juli 2015. Na die datum kunnen er geen cliënten meer voor in aanmerking komen. Cliënten kunnen wel reguliere overbruggingszorg ontvangen gebaseerd op het gemiddelde van de klassen.
Cliënten met een ZZP GGZ-B indicatie die in een instelling zoals verpleeghuis verblijven of op de wachtlijst staan
Cliënten stromen vanaf 2015 in, in de Wlz. Zij krijgen een indicatiebesluit voor 3 jaar in afwachting van de ontwikkeling van objectieve inhoudelijke GGZ-toetsingscriteria voor de toegang op de Wlz.
Cliënten met een ZZP GGZ-C indicatie die in een instelling zoals verzorgingshuis verblijven of op de wachtlijst staan
Cliënten vallen vanaf 2015 onder de Wmo. Zij hebben een overgangsrecht van 5 jaar of gedurende de looptijd van het indicatiebesluit.
Tabel 2 Cliënten met een extramurale AWBZ indicatie
Cliënten met een extramurale indicatie
Overgangsrecht/beleid
Cliënten met een indicatie voor extramurale begeleiding, kortdurend verblijf of vervoer
Cliënten ontvangen gedurende de looptijd van het indicatiebesluit, maar uiterlijk tot het einde van het jaar 2015, recht op zorg vanuit de Wmo zoals onder de AWBZ.
Cliënten met een indicatie voor verpleging en/of persoonlijke verzorging
Cliënten hebben toegang tot de Zvw voor de aanspraak wijkverpleging. Voor deze cliënten geldt een overgangsregime, zie ledennet.
Cliënten met een indicatie voor kortdurend verblijf
Cliënten ontvangen vanaf 2015 kortdurend verblijf als respijtzorg onder de Wmo.
Cliënten met een indicatie voor extramurale behandeling
Cliënten behouden in 2015 recht op behandeling op basis van de subsidieregeling Extramurale behandeling die door het Zorginstituut / de zorgkantoren wordt uitgevoerd.
Cliënten met laag en hoog ZZP die met een pgb verblijven in kleinschalige wooninitiatieven
Cliënten kunnen blijven wonen in het kleinschalig wooninitiatief 5 op basis van een pgb.
Cliënten die verblijven in een ADL-clusterwoning
Cliënten behouden bij de inwerkingtreding recht op ADL-assistentie waardoor ze in de ADL-clusterwoning te kunnen blijven wonen. Vanaf 1 januari 2015 komt er een subsidieregeling ADL-assistentie voor de oproepbare ADL-assistentie die door het Zorginstituut wordt uitgevoerd. De zorg waarop zij aanvullend zijn aangewezen komt uit de Wmo en/of Zvw.
Cliënten met een extramurale indicatie en een Wlz profiel 6
Deze cliënten, waaronder de doelgroep volwassenen met thuisbeademing, hebben een brief ontvangen van het CIZ waarmee zij rechtstreeks kunnen instromen in de Wlz. In 2015 volgt een reguliere (her)indicatietraject.
5 Een woonsituatie waarbij ‘minimaal 3 en maximaal 26 bewoners een pgb ontvangen, op 1 woonadres verblijven dan wel op verschillende woonadressen binnen een straal van 100 meter met tenminste 1 gemeenschappelijk verblijfsruimte. 6
Het gaat om meerdere doelgroepen, voornamelijk om kinderen en jongvolwassenen in de gehandicaptenzorg, die extramurale zorg ontvangen maar op basis van hun zorgprofiel in aanmerking komen voor de Wlz.
Tabel 3 Nieuwe cliënten die in 2015 langdurige zorg nodig hebben Diensten en zorg
Wet/regeling
Toegang/indicatiestelling
Ondersteuning op het gebied van huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf als respijtzorg en vervoer
Wmo
Extramurale verpleging en persoonlijke verzorging
Zvw
Wijkverpleging
Extramurale behandeling
Wlz subsidieregeling
CIZ
Eerstelijns verblijf incl. palliatief terminale zorg met verblijf voor thuiswonenden
Wlz subsidieregeling
CIZ
24 uur per dag zorg of toezicht (verblijfszorg vanaf ‘ZZP4 VV’ 7)
Wlz
CIZ 8
Geestelijke gezondheidszorg met bescherming
Wmo
Gemeente
Geestelijke gezondheidszorg met behandeling
Eerste drie jaar Zvw, daarna Wlz
Specialist voor de Zvw, voor de Wlz het CIZ
Gemeente
7
ZZP Verpleging & Verzorging 1, 2 en 3 wordt voor nieuwe cliënten niet meer door het CIZ geïndiceerd.
8
In 2015 geeft het CIZ het best passend zorgprofiel af bij het (nieuwe) indicatiebesluit.