CZ
Overeenkomst Zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s -
2014
Inhoudsopgave Toelichting op de overeenkomst Integrale zorgprogramma’s 2014
3
DEEL II:
ALGEMEEN DEEL ZORGOVEREENKOMST – Integrale zorgprogramma’s
5
Bijlage I:
Verantwoordingsdocument 2014
17
Bijlage II:
Kwaliteitscriteria onderaannemers
21
Bijlage III:
Good Governance Integrale zorg
28
Bijlage IV:
Contactgegevens
29
2 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Toelichting op de overeenkomst Integrale zorgprogramma’s 2014 Voor u ligt de overeenkomst Integrale zorgprogramma’s 2014. In deze toelichting wordt u geïnformeerd over belangrijke aandachtspunten van de overeenkomst.
Algemeen 1. Website Op de website van CZ is onder andere informatie te vinden over ons beleid voor integrale zorg. Het inkoopbeleid, de inkoopkaders per DBC en de formats voor het aanleveren van de begroting, onderaannemers, financiële verantwoording en indicatoren voor 2014 zijn allen via de website beschikbaar. Graag verwijzen wij u daarom naar: http://www.cz.nl/zorgaanbieder/integrale-zorg/integrale-zorgprogrammas. Vanaf 17 september wordt alle informatie om zorg te vinden en te vergelijken geïntegreerd weergegeven op onze website. Zo kunnen al onze verzekerden informatie over gecontracteerde zorgverleners en kwaliteitsinformatie (indien beschikbaar) terugvinden op één plaats: www.cz.nl/zorgvinden. Wij willen u vragen om de benodigde etalage-informatie voortaan in te vullen via https://mijnzorgaanbod.cz.nl (de InvoerModule Zorg komt hiermee te vervallen). Dit kan vanaf 17 september. U hebt hiervoor uw VECOZO-certificaat nodig. Meer informatie vindt u ook vanaf 17 september op www.cz.nl/zorgaanbieders. 2. Tijdsinvestering binnen de DBC De opgenomen minuten in de inkoopkaders van de DBC’s zijn gemiddelden. Ter illustratie: de ene patiënt zal genoeg hebben aan een consult van de diëtist van 30 minuten, terwijl een andere patiënt 3 uur begeleiding van een diëtist nodig heeft of misschien helemaal geen consult. Dit geldt voor alle zorgverleners binnen de DBC. De afgesproken gemiddelde minuten binnen de DBC kunnen niet tot norm worden verheven.
Zorginhoudelijk 3. Voetzorg voor diabetespatiënten Dit omvat alle voetzorg conform het CVZ-rapport Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus. In dit rapport staat beschreven welke onderdelen van de voetzorg tot de te verzekeren zorg van de Zorgverzekeringswet behoren en dus ook welke onderdelen niet behoren tot de te verzekeren zorg (verzorging). De zorgmodule Preventie diabetische voetulcera (die door de NVvP in samenwerking met ProVoet is opgesteld) dient als uitgangspunt. Volgens de beroepsgroep en CZ is met deze voetzorgmodule (zie uitwerking in module 5 van de DBC DM2) de voetzorg conform CVZ-rapport voor de totale diabetespopulatie te leveren. Dit is dan ook het maximale dat CZ bereid is te vergoeden. Het is voor 2014 mogelijk om zowel de totale voetzorg (SIMM 1, 2, en 3) als gedeeltelijke voetzorg (SIMM 2 en 3) te contracteren via de DBC DM2. CZ gaat ervan uit dat er met de inkoop van voetzorg voor diabetespatiënten in de DBC DM2 geen losse declaraties voor voetzorg (voor de basisverzekering) worden ingediend en zal dit daarom monitoren. De zorggroep levert tijdens de jaarlijkse verantwoording tevens de kwaliteitsindicatoren op zoals beschreven in de voornoemde zorgmodule Preventie diabetische voetulcera.
3 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Organisatie 4. Aanleveren verantwoordingsdocument Graag wijzen wij u erop dat u vóór 1 mei 2015 de verantwoording, zowel inhoudelijk als financieel, over het jaar 2014 bij CZ aangeleverd dient te hebben. Indien deze gegevens niet conform het bepaalde in de overeenkomst zijn aangeleverd, volgt een sanctie van € 10,00 per verzekerde waarvoor gedeclareerd is voor de desbetreffende DBC in het laatste kwartaal van het jaar 2014. De sanctie zal verrekend worden met de nota over het laatste kwartaal van het desbetreffende jaar. Alleen in geval van overmacht kan worden besloten hiervoor uitstel te verlenen. Het gaat dan om omstandigheden die de zorgaanbieder op geen enkele wijze toe te rekenen zijn. 5. Indicatorensets voor proces- en uitkomstindicatoren Verwacht wordt dat in het najaar van 2013 de landelijk vastgestelde indicatorensets voor DM2, COPD en VRM worden opgeleverd. Dit is een gezamelijk initiatief van de LOK, NHG en ZN. Mochten de landelijke sets inderdaad beschikbaar komen, dan zal er overlegd worden met de LOK over de ingebruikname. Vooralsnog hanteert CZ voor 2014 de indicatorensets zoals weergegeven op de website: http://www.cz.nl/zorgaanbieder/integrale-zorg/integrale-zorgprogrammas. CZ wil zich in de toekomst zoveel mogelijk conformeren aan de landelijke uitvraag. Omdat deze landelijke uitvraag in 2014 nog niet geheel georganiseerd zal zijn, blijft het beleid van CZ dat de indicatorensets aan CZ worden aangeleverd. Naast de aanlevering van de inhoudelijke proces- en uitkomstindicatoren aan CZ, is de zorgaanbieder verplicht deze indicatoren tevens aan te leveren aan de LOK in het kader van de landelijke benchmark. 6. Aanleveren gegevens onderaannemers Zoals aangegeven in artikel 7A, lid 10 is de zorgaanbieder verplicht om vóór 1 april van het lopende contractjaar alle gecontracteerde onderaannemers bij de zorgverzekeraar kenbaar te maken. Er dient hierbij gebruik gemaakt te worden van het door CZ ontwikkelde format. Wanneer er gedurende de looptijd van de overeenkomst wijzigingen en/of toevoegingen zijn, dan dienen deze vóór aanvang van het nieuwe kwartaal aan CZ te worden doorgegeven middels het mutatieformulier. 7. Afstemming tussen zorgaanbieder en CZ In het voorjaar vindt een evaluatie, zowel op inhoud als financiën, plaats over het voorafgaande kalenderjaar. CZ neemt het initiatief tot het maken van de afspraak; In het najaar worden twee overlegmomenten gepland tussen de zorgaanbieder en CZ ten behoeve van de contractering voor het volgende kalenderjaar. CZ neemt het initiatief tot het maken van de afspraken. De onderhandeling dient vóór 1 november te zijn afgerond; Tussentijds is er eveneens mogelijkheid tot overleg tussen de zorgaanbieder en CZ. 8. Good Governance Integrale zorg De organisatie van de zorgaanbieder dient te handelen volgens de basisprincipes van de Good Governance Integrale zorg. In bijlage III staat hierover meer informatie en het totale document is te vinden op onze website: http://www.cz.nl/zorgaanbieder/integrale-zorg/overeenkomsten. 9. Informeren van verzekerden CZ vindt het van groot belang dat haar verzekerden op de hoogte zijn van welke zorg zij mogen verwachten binnen de integrale zorgprogramma’s. Conform de beleidsregel 'Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)' zijn beide partijen verplicht dit aan de verzekerden kenbaar te maken. De zorgaanbieder mag zelf invulling geven aan de manier waarop dit gebeurt. CZ informeert haar verzekerden via digitale informatiebronnen.
4 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
DEEL II: ALGEMEEN DEEL ZORGOVEREENKOMST – Integrale zorgprogramma’s Artikel 1. Definities In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. Medische dienst De medische adviesgroep van de Zorgverzekeraar waartoe naast de medisch adviseur tevens gerekend worden de adviserend tandarts en de zorgadviseur van de Zorgverzekeraar. b. Onderaannemer De door de Zorgaanbieder, die deze overeenkomst is aangegaan, schriftelijk gecontracteerde zorgverlener die feitelijk de zorg levert. Praktijkondersteuning en praktijkassistentie worden gezien als onderdeel van de zorg die de huisarts verleent en worden derhalve niet als onderaanneming aangemerkt. c. Partijen De partijen die deze overeenkomst zijn aangegaan. d. Praktijkgebied Een geografisch afgebakend gebied waarvoor geldt dat verzekerden die erbinnen woonachtig zijn kunnen toetreden tot de praktijkpopulatie van de bij de Zorgaanbieder aangesloten huisartsen. e. Tarief Het door partijen, met inachtneming van de wettelijke kaders, overeengekomen Tarief voor een prestatie of geheel van prestaties door de Zorgaanbieder te leveren. f. Verzekerde De persoon die een overeenkomst van zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet heeft gesloten met de Zorgverzekeraar en die op naam van een bij de Zorgaanbieder aangesloten en door de Zorgverzekeraar gecontracteerde huisarts is ingeschreven, en die recht heeft op hetzij de omschreven zorg in natura hetzij gehele of gedeeltelijke restitutie van de kosten van de omschreven zorg, waarbij de diagnose conform geldende zorgstandaard(en) is gesteld en aan wie zorg wordt verleend binnen de betreffende DBC. g. Zorg De zorg als beschreven die gebaseerd is op de meest recente versie van de betreffende zorgstandaard voor diabetes mellitus type 2, COPD en/of VRM (secundaire preventie). h. Zorgaanbieder De Zorgaanbieder als bedoeld onder B van deel I (individueel deel) van deze overeenkomst. i. Zorgverzekeraar De Zorgverzekeraar als bedoeld onder A van deel I (individueel deel) van deze overeenkomst.
5 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Artikel 2.
Zorg
1. De Zorgaanbieder verbindt zich de Zorg te verlenen aan de Verzekerde die als zodanig recht heeft op de Zorg en zich hiervoor tot aangesloten Onderaannemers van de Zorgaanbieder, wendt. Deze verleent de Zorg met inachtneming van de relevante bepalingen die bij of krachtens de Zorgverzekeringswet en de verzekeringsvoorwaarden van de Zorgverzekeraar aan de Zorg worden gesteld, alsmede met hetgeen Partijen hieromtrent bij of krachtens deze overeenkomst zijn overeengekomen. 2. De Zorgaanbieder biedt de Zorg uitsluitend aan, aan de Verzekerde die bij de Zorgverzekeraar staat ingeschreven op naam (ION) van een huisarts die door de Zorgaanbieder als Onderaannemer is gecontracteerd. 3. De Zorgaanbieder verplicht zich jegens de Zorgverzekeraar om kwalitatief verantwoorde Zorg te leveren. Hieronder wordt verstaan: zorg die cliëntgericht, doeltreffend en doelmatig wordt verleend volgens de meest recente versie van de van toepassing zijnde zorgstandaard, en die naar redelijkheid is afgestemd op de behoefte van de Verzekerde. 4. De Zorg wordt met name geleverd in de eerstelijns zorgverlening. 5. De omschrijving van de Zorg, zoals genoemd in lid 3, is opgenomen in het integrale zorgprogramma (zie addenda) van de Zorgaanbieder. Dit zorgprogramma beschrijft welke zorgverlener op welk moment in het zorgproces welke taken uitvoert. 6. Mocht een zorgstandaard gedurende de looptijd van deze overeenkomst wijzigen waardoor aantoonbaar (zorginhoudelijk) afgeweken wordt van het in lid 3 genoemde en leiden tot aantoonbaar meer- of minderwerk, zullen Partijen in overleg treden om aanvullende afspraken te maken. Een gevolg hiervan kan zijn dat zowel de inhoud als het Tarief van de DBC worden aangepast. 7. Voor de start van het zorgproces is in samenspraak met de Verzekerde een individueel zorgplan opgemaakt. Dit individuele zorgplan omvat doelen en activiteiten die zowel door de zorgverlener als de Verzekerde uitgevoerd kunnen worden. 8. Indien onderzoeken naar kwaliteit van leven uitgevoerd worden bij de patiëntenpopulatie met diabetes mellitus type 2, COPD en/of VRM, zoals de CQI of PROMS, is de Zorgaanbieder verplicht hier medewerking aan te verlenen, en indien benodigd, gegevens beschikbaar te stellen. 9. De Zorgaanbieder is te allen tijde verantwoordelijk en aansprakelijk voor de Zorg verleend door de Onderaannemer. Dit impliceert onder andere dat: de Zorgaanbieder gehouden is alle verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien en de afspraken met de Onderaannemer op te nemen; de Zorgaanbieder ervoor zorgt dat de zorgverlening van de Onderaannemer het kwaliteitsniveau heeft waarvoor de Zorgaanbieder bij de Zorgverzekeraar is gecontracteerd; de Zorgaanbieder de Zorg, verleend door een Onderaannemer, bij de Zorgverzekeraar declareert; de Zorgaanbieder aansprakelijk is voor klachten, uitkomsten van inspectierapporten en achterafcontroles als bedoeld in artikel 8 van deze overeenkomst, betrekking hebbende op Verzekerden waarbij een Onderaannemer de daadwerkelijke zorg heeft verleend. 10. De Zorgaanbieder heeft verwijs- en terugverwijsafspraken gemaakt met in de regio werkzame zorgverleners en instellingen, niet zijnde Onderaannemers, die betrokken zijn bij de behandeling van Verzekerden, op basis waarvan bepaald wordt door wie en waar een Verzekerde wordt behandeld. De afgesproken verwijs- en terugverwijscriteria worden aan de Zorgverzekeraar kenbaar gemaakt. 11. De Zorgverzekeraar spreekt met de Zorgaanbieder een integrale zorgprestatie af. Dit houdt een zorgverlening in waarbij zorgverleners van diverse zorgdisciplines de zorgonderdelen in samenhang en in samenwerking met de Verzekerde aan de Verzekerde leveren. De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de coördinatie en inhoudelijke uitvoer van deze integrale multidisciplinaire zorgprogramma's.
6 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
12. De Zorgaanbieder draagt de verantwoordelijkheid dat aan de Verzekerden die bij de Onderaannemers in zorg zijn de volledige Zorg wordt geleverd volgens de procesbeschrijving van de meest recente versie van de zorgstandaard. In die gevallen dat de Zorg niet of niet volledig volgens deze zorgstandaard wordt geleverd, is de Zorgaanbieder in staat om de afwijking van de zorgstandaard mondeling aan de Verzekerde toe te lichten en wordt deze motivatie opgenomen in het medisch dossier van de Verzekerde. 13. Indien de Zorg voor de Verzekerde zoals beschreven in deze overeenkomst overgedragen wordt aan de medisch specialistische zorg, stopt (tijdelijk) de zorgverlening onder deze DBC. Het gelijktijdig declareren van een DBC in de eerste en in de tweede lijn voor dezelfde aandoening is niet toegestaan. Praktisch gezien betekent dit dat de Zorgaanbieder een declaratie kan indienen voor de Verzekerden die op de peildatum van het desbetreffende kwartaal de Zorg ontvangen. In het kwartaal van doorverwijzing naar de medisch specialistische zorg kan de Zorgaanbieder de DBC nog declareren voor de Verzekerde. Bij terugverwijzing is declaratie weer mogelijk vanaf het kwartaal na de terugverwijzing. 14. De Zorgaanbieder is verplicht een open contracteerbeleid aangaande de Onderaannemers te hanteren conform objectieve, non-discriminatoire, transparante criteria. Iedere zorgverlener die voldoet aan de gestelde criteria moet in staat worden gesteld een overeenkomst als Onderaannemer te sluiten. 15. Gedurende de looptijd van deze overeenkomst is het mogelijk dat de Zorgaanbieder nieuwe Onderaannemers contracteert. Wijzigingen met betrekking tot Onderaannemers worden per kwartaal doorgegeven aan de Zorgverzekeraar via het daarvoor bestemde mutatieformulier. 16. De huisarts, die als Onderaannemer aangesloten is bij de Zorgaanbieder, heeft een praktijkondersteuner somatiek (POH-S) in dienst die Zorg verleent in het kader van de overeengekomen zorgprogramma‘s. 17. Indien de Verzekerde bij een zorgverlener die geen Onderaannemer is, zoals genoemd in lid 12, Zorg ontvangt, declareert deze zorgverlener die Zorg rechtstreeks bij de Zorgverzekeraar. De Zorgverzekeraar biedt jaarlijks een overzicht van niet-gecontracteerde zorgverleners, die zelf bij de Zorgverzekeraar hebben gedeclareerd, aan bij de Zorgaanbieder. De Zorgaanbieder benadert hen om aan de hand van het contracteerbeleid, zoals genoemd in lid 15, te toetsen of zij voor een overeenkomst als Onderaannemer in aanmerking komen. 18. De Zorgverzekeraar behoudt zich in zwaarwegende gevallen het recht voor om gecontracteerde Onderaannemers te weigeren. Dit om te voorkomen dat Onderaannemers die op basis van het contracteerbeleid van de Zorgverzekeraar als individuele beroepsbeoefenaar zijn geweigerd, via de ketenzorg DBC alsnog Zorg leveren aan Verzekerden. 19. De door de Zorgaanbieder gecontracteerde Onderaannemers hebben met betrekking tot de beroepsinhoudelijke aspecten jegens de Zorgverzekeraar en eventuele verwijzers en voorschrijvers een eigen verantwoordelijkheid conform hetgeen bij of krachtens de (beroeps)wetgeving ten aanzien van de betrokken beroepsgroepen en de desbetreffende zorg is geregeld, alsook conform hetgeen gebruikelijk is in de kring van de vrijgevestigde beroepsgenoten. Desgewenst kunnen Zorgverzekeraar en Onderaannemers ten aanzien van voorbedoelde aspecten elkaar aanspreken. 20. Onverminderd de eigen verantwoordelijkheid van de door de Zorgaanbieder gecontracteerde Onderaannemers, is de Zorgaanbieder ten volle verantwoordelijk en aansprakelijk voor de te organiseren en te leveren Zorg die aan de Verzekerde wordt verleend. 21. De Zorgaanbieder garandeert en controleert dat de gecontracteerde Onderaannemers BIGgeregistreerd zijn of anderszins aan de gebruikelijke en wettelijke beroepsmatige verplichtingen voldoen, zoals registratie in beroepsregister en diplomering. De Onderaannemer voldoet aan de kwaliteitscriteria die gesteld zijn door de Zorgverzekeraar in bijlage II. 22. De Zorgverzekeraar stelt als voorwaarde dat een deelnemende huisarts zich als Onderaannemer maar bij één Zorgaanbieder kan aansluiten en dus niet per zorgprogramma bij een andere Zorgaanbieder aansluit.
7 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
23. De Zorg wordt verleend in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving ter zake van patiëntenrechten. 24. Wanneer de Zorgaanbieder buiten het oorspronkelijke Praktijkgebied Onderaannemers wil contracteren, is vooraf toestemming van de Zorgverzekeraar noodzakelijk. De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de regionale transmurale afspraken en dient met alle benodigde Onderaannemers afspraken te hebben gemaakt. Er wordt door de Zorgaanbieder voor iedere regio afzonderlijk een begroting, zorgplan en evaluatie aangeleverd bij de Zorgverzekeraar.
Artikel 3.
Weigering zorgverlening
De Onderaannemer kan de Zorg weigeren of de aangevangen Zorg voortijdig beëindigen indien er redenen bestaan op grond waarvan verlening van de Zorg redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd, ondanks het (voort)bestaan van een indicatie. In dat geval doet de Zorgaanbieder, zo mogelijk vooraf en schriftelijk, mededeling aan de Verzekerde van de weigering c.q. beëindiging van Zorg als ook de redenen die daaraan ten grondslag liggen. De Zorgaanbieder neemt tevens contact op met de Zorgverzekeraar teneinde gezamenlijk te trachten (de continuïteit van) de Zorgverlening te waarborgen.
Artikel 4.
Kwaliteit van de zorg
A. Privacy en dossiervorming 1. De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat hijzelf en de Onderaannemer op zorgvuldige wijze van elke Verzekerde de gegevens registreren en bewaren. De gegevens dienen te worden geregistreerd volgens de richtlijnen van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. 2. De gegevens dienen te worden beheerd conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens, waarbij geldt dat de Verzekerde inzagerecht heeft en zonodig gegevens mag aanpassen indien deze onjuistheden bevatten. 3. Het doorgeven van gegevens aan derden zonder toestemming van de Verzekerde is niet toegestaan. 4. De Zorgaanbieder beschikt over een protocol waarin is vastgelegd welke medewerkers en Onderaannemers met welk doel toegang hebben tot het patiëntendossier. 5. De Zorgaanbieder verschaft de Verzekerde desgevraagd informatie over de wijze waarop zijn privacy wordt beschermd. B. Patiëntbejegening 1.
De Zorgaanbieder neemt in diens relatie tot de Verzekerde de algemeen aanvaarde patiëntenrechten in acht en ziet er op toe dat Onderaannemers dit ook doen.
2.
De Zorgaanbieder draagt zorg voor goede voorlichting (tevens door de Onderaannemer) aan de Verzekerde over de te verlenen Zorg en procedures.
3.
In de situatie dat de Verzekerde, goed geïnformeerd zijnde door de Zorgaanbieder of diens Onderaannemer over de Zorg, procedures of anderszins, er desondanks voor kiest de Zorg niet via de Zorgaanbieder te willen ontvangen, wordt de desbetreffende Verzekerde niet in zorg genomen of gehouden door de Zorgaanbieder.
4.
De Zorgaanbieder beschikt over een interne klachtenprocedure en hanteert daartoe een reglement voor klachtbehandeling dat voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector. De Zorgaanbieder leeft alle verplichtingen na die deze wet oplegt en draagt er zorg voor dat alle Onderaannemers hierover geïnformeerd zijn.
8 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
C. Continuïteit 1.
De Zorgaanbieder treft voorzieningen die nodig zijn voor een continue zorgverlening, en meldt omstandigheden die de continuïteit in gevaar brengen aan de Zorgverzekeraar.
2.
In geval een Onderaannemer, krachtens een uitspraak gedaan op grond van de Wet BIG onderscheidenlijk het Wetboek van Strafrecht, is geschorst in de uitoefening van zijn bevoegdheid, dan wel hem de uitoefening van zijn beroep is ontzegd, melden zowel Zorgaanbieder als Zorgverzekeraar dit onverwijld aan elkaar. De Zorgaanbieder draagt de verantwoordelijkheid om de continuïteit van Zorg binnen het betreffende zorgprogramma te waarborgen. Indien de Zorgverzekeraar toestaat dat de Onderaannemer gedurende de schorsing c.q. ontzegging wordt waargenomen, is de Onderaannemer verantwoordelijk voor regeling van een adequate waarneming.
3.
De Zorgaanbieder is gehouden in zijn overeenkomsten met Onderaannemers te borgen dat de voorwaarden uit deze overeenkomst worden nageleefd door de Onderaannemer. De relevante vereisten uit deze overeenkomst dienen derhalve onderdeel te zijn van de overeenkomsten met de Onderaannemer.
D. Inhoudelijke professionele kwaliteit 1.
De medische eindverantwoordelijkheid van de uit te voeren Zorg binnen het integrale zorgprogramma ligt bij de behandelend huisarts, aangesloten als Onderaannemer bij de Zorgaanbieder.
2.
De Zorgaanbieder borgt een actief overleg tussen de betrokken Onderaannemers, met de huisarts als regisseur, over de status van een in Zorg zijnde Verzekerde. De verplichting tot dit overleg en de positie van de huisarts worden geborgd in de contractuele relatie tussen de Zorgaanbieder en Onderaannemers.
3.
De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat hij en de eventueel aan hem verbonden beroepsbeoefena(a)r(en) handelen volgens de standaard die binnen de kring van beroepsgenoten algemeen aanvaard is, en onder meer door deelname aan deskundigheidsbevordering blijven beschikken over de kennis en kunde, die voor verlening van de Zorg volgens deze standaard noodzakelijk is.
4.
De Zorgaanbieder en de bij de Zorgaanbieder aangesloten Onderaannemers werken volgens landelijke c.q. regionaal vastgestelde kwaliteitsstandaarden, richtlijnen en protocollen en voldoen aan de verplichtingen voortvloeiend uit de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO), de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) en overige relevante wet- en regelgeving.
Artikel 5. 1.
Praktijk- en patiëntenregistratie
De Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat de Onderaannemers een adequate patiëntenregistratie voeren. De Onderaannemers registreren de volgende patiënten- en zorgverleningsgegevens: a. naam, geboortedatum, woonplaats van de Verzekerde; b. het verzekeringsnummer van de Verzekerde; c. de naam van de huisarts of medisch specialist die de Verzekerde naar de Zorgaanbieder verwees; d. het aantal behandelingseenheden; e. de data waarop de behandelingen door de verschillende disciplines zijn gegeven; f. behandeling thuis of in praktijk; g. de nam(en) van de behandelend zorgverlener(s); h. het resultaat van het onderzoek; i. de inhoud van het behandelplan; j. het verloop van de behandeling; k. de proces- en uitkomstindicatoren zoals contractueel zijn vastgelegd; l. het evaluatieverslag t.b.v. de verwijzer.
9 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
2.
Onverlet hetgeen terzake in wetgeving is bepaald, wordt de originele patiëntenregistratie tenminste vijf jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar bewaard. Deze blijft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, voor de Medische dienst van de Zorgverzekeraar ter inzage beschikbaar voor controledoeleinden, ook nadat deze overeenkomst een einde heeft genomen.
3.
Voorafgaand aan de start van een nieuw overeengekomen DBC zorgt de Zorgaanbieder ervoor dat de de registraties van de Verzekerden in de systemen van de als Onderaannemer aangesloten huisartsen zijn opgeschoond zodat de juiste Verzekerden in de desbetreffende DBC worden geincludeerd.
Artikel 6.
Verbeterafspraken, informatie, rapportage en verantwoording
1.
Partijen zijn gehouden elkaar tijdig te informeren indien en voor zover sprake is van zodanige ontwikkelingen dat deze van wezenlijke invloed kunnen zijn op een zorgvuldige uitvoering van deze overeenkomst. De Zorgaanbieder informeert de Zorgverzekeraar altijd tijdig indien er sprake is van verandering van de juridische structuur, daaronder inbegrepen fusies, overnames en samenwerkingsverbanden met andere zorgaanbieders.
2.
De Zorgaanbieder legt in één verantwoordingsdocument verantwoording af. Dit verantwoordingsdocument (zie bijlage I) wordt voor 1 mei van het jaar volgend op het kalenderjaar waarover verantwoording wordt afgelegd aan de Zorgverzekeraar beschikbaar gesteld. De Zorgaanbieder maakt hierbij gebruik van de door de Zorgverzekeraar vastgestelde formats voor de indicatorensets en financiële verantwoording.
3.
Partijen plegen regelmatig, in ieder geval eenmaal per jaar in het voorjaar, overleg over de afspraken gemaakt in de overeenkomst, de meting, de geplande evaluaties en de voortgang van de verbeterafspraken.
4.
De Zorgaanbieder is verplicht de inhoudelijke proces- en uitkomstindicatoren in het kader van de landelijke benchmark tevens aan te leveren aan een regionaal datacentrum, gecertificeerd door de LOK.
5.
Partijen behandelen de gegevens die zij uitwisselen en onderling ter beschikking stellen vertrouwelijk en met inachtneming van de regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken Verzekerden en de zorgverleners op wie die gegevens betrekking hebben.
6.
Naar aanleiding van de inhoudelijke en financiele verantwoordingen worden door de Zorgaanbieder en de Zorgverzekeraar verbeterafspraken opgesteld, die opgenomen worden in een jaarplan van de Zorgaanbieder voor het vervolgjaar. In dit jaarplan worden de verbeterafspraken geconcretiseerd en wordt en implementatietraject vastgelegd.
7.
De organisatie van de Zorgaanbieder handelt volgens de basisprincipes van de Good Governance Integrale zorg. Indien dit door omstandigheden niet mogelijk is, dan brengt de Zorgaanbieder de Zorgverzekeraar hiervan op de hoogte.
8.
Het eenzijdig aanpassen van zorginhoud, het ophogen van het aantal afgesproken minuten Zorg geleverd binnen het Zorgprogramma of het eenzijdig aanpassen van de uurtarieven van Onderaannemers, leidt niet tot aanpassing van het Tarief. Als uit werkgebiedbrede evaluatie van praktijkgegevens blijkt dat bijstelling van de inkoopkaders van de Zorgverzekeraar nodig is, dan zal dit verwerkt worden in de inkoopkaders van het volgend kalenderjaar.
9.
Voorafgaand aan de overeenkomst moet de begroting voor overheadkosten en zorgkosten zijn goedgekeurd door de Zorgverzekeraar. Indien overgegaan wordt tot een overeenkomst, wordt de begroting vastgesteld en dient de definitieve begroting conform format aan de Zorgverzekeraar te worden verstrekt.
10 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
10. Elk kwartaal monitort de Zorgaanbieder de inclusie van voetzorg en/of dietetiek en/of fundus binnen de overeengekomen DBC's. Indien de Zorgaanbieder bemerkt dat de daadwerkelijke inclusie niet aansluit op het begrote aantal geïncludeerde Verzekerden, treden de Zorgaanbieder en Zorgverzekeraar in overleg. 11. De Zorgaanbieder levert tijdens de jaarlijkse verantwoording tevens de kwaliteitsindicatoren op zoals beschreven in de zorgmodule Preventie diabetische voetulcera. 12. De Zorgaanbieder levert voor elk nieuw jaar van overeenkomst voor 1 september de begroting aan conform het door de Zorgverzekeraar vastgestelde format. Dit format wordt door de Zorgverzekeraar digitaal in Excel aan de Zorgaanbieder beschikbaar gesteld. Indien overgegaan wordt tot een overeenkomst, wordt het ingevulde begrotingsformat aangepast aan de hand van de overeengekomen tarieven.
Artikel 7.
Declaratie en honorering
A. Declaratie 1.
De Zorgaanbieder zorgt ervoor dat de Zorg wordt verleend zonder enige (bij)betaling voor de Zorg door de Verzekerde. Uitzondering hierop vormt de situatie waarin een Verzekerde met een restitutiepolis uitdrukkelijk te kennen geeft zelf de declaratie van de Zorgaanbieder te willen ontvangen. In dat geval brengt de Zorgaanbieder de declaratie in rekening bij de Verzekerde tegen de tarieven zoals vastgelegd in deze overeenkomst.
2.
De declaraties van de overeengekomen prestaties worden door de Zorgaanbieder gedeclareerd in de tweede maand van het kwartaal waarop deze declaratie betrekking heeft. Hiervoor wordt een kwart van het overeengekomen jaartarief, zoals opgenomen in deel I van deze overeenkomst, gedeclareerd. De Zorgaanbieder dient deze declaraties als verzamelnota in, met als prestatiedatum de eerste dag van het desbetreffende kwartaal. Ingeval de Zorgaanbieder niet voldoet aan deze declaratietermijn, is de Zorgverzekeraar niet gehouden de declaratie binnen de in lid B.8 van dit artikel genoemde termijn betaalbaar te stellen.
3.
De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het voorkomen van dubbele declaraties. De Zorgaanbieder legt hierover afspraken vast in de overeenkomsten die hij heeft met de Onderaannemers. Indien Onderaannemers zorgprogrammagerelateerde consulten en verrichtingen rechtstreeks bij de Zorgverzekeraar declareren, worden deze kosten verhaald op de Zorgaanbieder.
4.
De Zorgaanbieder declareert de zorg door de declaratiegegevens via de internetapplicatie www.vecozo.nl aan te leveren en maakt hierbij gebruik van het meest recente Externe integratiemodel Huisartsenhulp dat door Vektis is vastgelegd.
5.
De Zorgaanbieder toetst welke Verzekerden bij de Onderaannemers in Zorg zijn op de eerste dag van ieder kalenderkwartaal. Is de Verzekerde op de peildatum in Zorg, dan volgt in de tweede maand van het kalenderkwartaal een declaratie. Indien de Verzekerde op de peildatum uit Zorg is, als beschreven in artikel 2 van deze overeenkomst, dan wordt het desbetreffende kwartaal niet gedeclareerd. Pas wanneer de Verzekerde in voorkomende gevallen op een peildatum weer terug in Zorg is, kan het volgende kwartaal weer gedeclareerd worden.
6.
De Zorgaanbieder controleert via de COV-check (Controle Op Verzekeringsrecht) het verzekeringsrecht van de Verzekerde in Vecozo. Als peildatum wordt de prestatiedatum gehanteerd.
7.
De Zorgaanbieder draagt zorg voor inhoudelijk kwalitatief goede declaraties. Bij een grotendeels foutief aangeleverde declaratie of hoog uitvalpercentage wordt de gehele declaratie door de Zorgverzekeraar, na overleg met de Zorgaanbieder, afgewezen. De Zorgverzekeraar stelt de Zorgaanbieder hiervan op de hoogte via de retourinformatie conform lid B.9 van dit artikel.
11 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
8.
Onverminderd zijn verplichting de (her)declaraties per kwartaal in te dienen conform lid A.2 van dit artikel, zal de Zorgaanbieder de Zorg die deze in enig kalenderjaar heeft geleverd uiterlijk twaalf maanden na de prestatiedatum declareren bij de Zorgverzekeraar. Na die datum ontvangen (her)declaraties neemt de Zorgverzekeraar niet in behandeling, behoudens in geval van overmacht aan de zijde van de Zorgaanbieder.
9.
Een voorwaarde om tot declaratieverwerking te kunnen overgaan is dat de gegevens van de Zorgaanbieder en Onderaannemers bij Vektis zijn geregistreerd voordat de declaraties worden ingezonden. De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor een correcte registratie bij Vektis.
10. De door de Zorgaanbieder gecontracteerde Onderaannemers dienen aangeleverd te worden bij de Zorgverzekeraar conform het daarvoor bestemde, door CZ vastgestelde format. De Zorgaanbieder levert eenmaal per jaar voor 1 april van het lopend contractjaar het ingevulde format aan. De Zorgaanbieder is gehouden om iedere wijziging per kwartaal door te geven aan de Zorgverzekeraar via het daarvoor bestemde mutatieformulier. 11. Indien de Zorgaanbieder lopende de periode van deze overeenkomst bemerkt dat de overeengekomen totale begroting over de overheadkosten niet aansluit op de realisatie van kosten, of dat het begrote aantal geïncludeerde Verzekerden niet overeenkomt met de begroting, neemt de Zorgaanbieder zo spoedig mogelijk contact op met de Zorgverzekeraar. De Zorgaanbieder en Zorgverzekeraar treden dan in overleg over de declaratie en honorering. Uitgangspunt is dat de variabele kostencomponent binnen de overheadkosten gecorrigeerd wordt naar het gerealiseerde aantal patiënten en dat de vaste overheadkosten ongewijzigd blijven. 12. Indien de zorgaanbieder een definitieve aanslag heeft ontvangen van de belastingdienst en er aantoonbaar sprake is van afdracht van omzetbelasting over zorggerelateerde posten, zal de zorgverzekeraar deze kosten vergoeden voor zover zij de posten waarover de afdracht bestaat vallen onder de reikwijdte van de overeenkomst en direct zorggerelateerd zijn. De Zorgaanbieder dient hiertoe inzichtelijk te maken welk bedrag er aan omzetbelasting is afgedragen door middel van een officieel document van de Belastingdienst. De Zorgverzekeraar treedt in overleg met de Zorgaanbieder over de wijze van afhandeling. 13. De Zorgaanbieder vergewist zich ervan dat geen Zorg bij de Zorgverzekeraar gedeclareerd wordt als bedoeld in artikel 15 Besluit zorgaanspraken AWBZ. B. Honorering 1.
De Zorgverzekeraar honoreert de Zorgaanbieder ter zake van aan de Verzekerde verleende Zorg op basis van de door Partijen in deel I van deze overeenkomst overeengekomen Tarief, zulks met inachtneming van de overige bepalingen in dit artikel.
2.
De Zorgverzekeraar behoudt zich het recht voor om ten onrechte gedane betalingen te vorderen of te verrekenen met nieuwe declaraties.
3.
Wanneer de inhoudelijke en financiële verantwoording niet voor de in artikel 6 lid 2 genoemde datum door de Zorgverzekeraar zijn ontvangen, volgt een sanctie van €10,00 per Verzekerde per jaar waarvoor gedeclareerd is voor de desbetreffende DBC in het laatste kwartaal van het jaar waarover gerapporteerd wordt. De sanctie zal zoveel mogelijk verrekend worden met de nota over het laatste kwartaal van het desbetreffende jaar. Alleen in geval van overmacht kan worden besloten hiervoor uitstel te verlenen. Het gaat dan om omstandigheden die de zorgaanbieder op geen enkele wijze toe te rekenen zijn.
4.
Alle Zorgkosten die door de Zorgverzekeraar aan de Zorgaanbieder uitbetaald zijn, maar die niet zijn gemaakt, dienen door de Zorgaanbieder volledig terugbetaald te worden aan de Zorgverzekeraar.
5.
Indien de Zorgaanbieder overheadgelden overhoudt, mag de Zorgaanbieder 10% van de overgebleven gelden behouden.
6.
Indien de Zorgaanbieder gelden overhoudt ten gevolge van doelmatig inkopen van de Zorg bij Onderaannemers, mag dit niet worden uitgekeerd aan Onderaannemers. 12
Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
7.
Mocht de reguliere wijze van de financiering en/of honorering en/of tarifering van Onderaannemers wijzigen, dan treden Partijen in overleg om te bezien welke consequenties dit heeft voor het dan geldende Tarief van de DBC.
8.
De Zorgverzekeraar zal de declaraties die voor betaling in aanmerking komen binnen dertig kalenderdagen na ontvangst betaalbaar stellen aan de Zorgaanbieder, conform de voorwaarden gesteld onder artikel 7.A. Onder betaalbaarstelling wordt verstaan het daadwerkelijk opdracht verstrekken aan de bank om tot betaling van de declaratie over te gaan.
9.
De Zorgverzekeraar stelt retourinformatie over de via www.vecozo.nl ingediende declaraties, waaronder de afrekenspecificatie, via www.vecozo.nl beschikbaar aan de Zorgaanbieder. De Zorgaanbieder kan de retourinformatie na afhandeling van de declaraties ophalen via www.vecozo.nl. De retourinformatie via www.vecozo.nl vervangt de papieren afrekening. De retourinformatie is tot een jaar na verwerking van de declaratie beschikbaar.
10. Declaraties worden uitbetaald op de bij de Zorgverzekeraar bekende bankrekening (IBAN). Deze bankrekening is van de Zorgaanbieder of van een servicebureau. 11. Indien de Zorgverzekeraar door een oorzaak gelegen in zijn risicosfeer er niet in slaagt de declaratie binnen de in artikel 7 lid B.8 genoemde termijn betaalbaar te stellen, stelt de Zorgverzekeraar een voorschot betaalbaar van in de regel 100% van het gedeclareerde bedrag. De Zorgverzekeraar stelt geen voorschot betaalbaar indien de oorzaak van de vertraging gelegen is in de risicosfeer van de Zorgaanbieder, bijvoorbeeld omdat de declaratie niet voldoet aan de voorwaarden die in deze overeenkomst aan de declaratie worden gesteld. 12. Indien onder de Zorgverzekeraar beslag wordt gelegd ter verzekering van de rechten van een schuldeiser van de Zorgaanbieder, komen de extra kosten die de Zorgverzekeraar hier voor moet maken volledig voor rekening van de Zorgaanbieder. 13. Zorg verleend buiten de kaders van de onderhavige overeenkomst en/of verzekeringspolissen van de Zorgverzekeraar komt niet voor vergoeding door de Zorgverzekeraar aan de Zorgaanbieder in aanmerking.
Artikel 8.
Achterafcontrole
1.
De Zorgverzekeraar controleert of de Zorgaanbieder en de Onderaannemers hun verplichtingen uit deze overeenkomst op een juiste wijze nakomen.
2.
De Zorgverzekeraar kan ter aanvulling op de financiële verantwoording de jaarrekening opvragen bij de Zorgaanbieder.
3.
De Zorgverzekeraar controleert zoveel mogelijk direct tijdens het declaratieproces. Bij resterende risico’s wordt ervoor gekozen om achteraf te controleren.
4.
In de achterafcontroles wordt onderscheid gemaakt tussen formele controles en materiële controles. In de formele controles wordt nagegaan of de door de Zorgaanbieder ingediende declaraties in overeenstemming zijn met de geldende wet- en regelgeving en de in de gesloten overeenkomst opgenomen voorwaarden. De materiële controle wordt uitgevoerd om vast te stellen of de gedeclareerde Zorg overeenkomt met de werkelijke levering en of de zorgverlening doelmatig is geweest in relatie tot de zorgvraag.
5.
De digitale en overige gegevens over de declaratieverwerking en -betaling in de bestanden van de Zorgverzekeraar, waaronder begrepen die van Vecozo, strekken Partijen tot volledig bewijs ter uitvoering van de controle, behoudens tegenbewijs door de Zorgaanbieder.
13 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
6.
De resultaten van een achterafcontrole kunnen incidenteel een bezoek aan de Zorgaanbieder noodzaken. De Zorgverzekeraar meldt een voorgenomen controle in locatie van de Zorgaanbieder tenminste veertien dagen voor het tijdstip dat de controle zal plaatsvinden. Indien ernstige vermoedens van malversaties bestaan, hebben de bevoegde medewerkers van de Zorgverzekeraar terstond na aankondiging toegang tot praktijk- en patiëntenregistratie van de Zorgaanbieder en de Onderaannemers.
7.
De Zorgaanbieder en de Onderaannemers verlenen de bevoegde medewerkers van de Zorgverzekeraar op werkdagen (overdag) toegang tot de praktijk voor de tijd die nodig is om het praktijkbezoek uit te voeren. Voorts verplichten de Zorgaanbieder en de Onderaannemers zich de bevoegde medewerkers behulpzaam te zijn als redelijkerwijs mag worden verwacht, waartoe uitdrukkelijk wordt gerekend dat deze desgevraagd actieve medewerking verlenen aan het daadwerkelijk toegankelijk stellen van de praktijk- en patiëntenregistratie.
8.
Indien de Zorgverzekeraar bij het uitvoeren van een controle informatie opvraagt bij de Zorgaanbieder zal deze de informatie binnen de in het schriftelijk verzoek gestelde termijn (3 á 4 weken) aanleveren bij de Zorgverzekeraar, tenzij anders is overeengekomen. De gevraagde informatie wordt zodanig aangeleverd dat controle op eenvoudige wijze mogelijk is.
9.
De Zorgverzekeraar zal de Zorgaanbieder schriftelijk in kennis stellen van zijn controlebevindingen die mogelijk leiden tot een terug te vorderen bedrag. De Zorgaanbieder wordt altijd in de gelegenheid gesteld te reageren op de door de Zorgverzekeraar geconstateerde bevindingen.
10. Indien en voor zover de controle betrekking heeft op de rechtmatigheid van de aanspraken van Verzekerde zijn de Zorgaanbieder en de Onderaannemers gehouden de Medische dienst van de Zorgverzekeraar inzage te geven in de medische dossiers van de Verzekerde. 11. Alle bescheiden en digitale gegevensbestanden die ten grondslag liggen aan de declaraties blijven vijf jaar voor de bevoegde medewerkers van de Zorgverzekeraar beschikbaar voor controledoeleinden, ook nadat deze overeenkomst een einde heeft genomen. 12. Voor zover Partijen niet anders zijn overeengekomen, neemt de Zorgverzekeraar bij de uitoefening van de controle de bij of krachtens wet gestelde voorschriften ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in acht, alsmede de (nadere) regelen die worden gesteld in artikel 87 Zorgverzekeringswet, hoofdstuk 7 van de Regeling zorgverzekering en het Protocol materiële controle. 13. De controle zal niet onnodig belastend zijn en zich niet verder uitstrekken dan voor het doel van de controle noodzakelijk is. 14. De Zorgverzekeraar is gerechtigd ten onrechte uitbetaalde declaraties en overige opeisbare vorderingen terug te vorderen of te verrekenen met nog af te wikkelen declaraties van de Zorgaanbieder (inclusief doorberekeningen van de wettelijke rente). De Zorgverzekeraar zal de resultaten van de achterafcontrole schriftelijk kenbaar maken aan de Zorgaanbieder. Tevens geeft de Zorgverzekeraar aan op welke wijze de financiële afhandeling zal plaatsvinden. 15. Indien de Zorgaanbieder niet, niet volledig of niet tijdig voldoet aan de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen, bestaat de mogelijkheid als gevolg hiervan ontstane vordering te verrekenen met toekomstige declaraties. Indien de Zorgverzekeraar voornemens is een bedrag te verrekenen, dan stelt de Zorgverzekeraar de Zorgaanbieder hiervan vooraf in kennis en geeft hem de gelegenheid hierop te reageren. 16. De Zorgverzekeraar verricht jaarlijks formele en materiële controles. Deze controle zijn gericht op declaraties van de Zorgaanbieder en de Onderaannemers rechtstreeks aan de Zorgverzekeraar of Verzekerde voor Zorg die onderdeel is van deze overeenkomst. De Zorgverlener is verantwoordelijk voor de afstemming met de Onderaannemers en wordt derhalve ook verantwoordelijk gesteld voor de eventuele vordering die uit een controle naar voren komt.
14 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Artikel 9.
PR en marketing
1.
Indien de Zorgaanbieder benaderd wordt voor publiciteit, wordt de Zorgverzekeraar hierbij betrokken waarbij de boodschap onderling wordt afgestemd.
2.
De Zorgverzekeraar wordt genoemd als mede-initiatiefnemer en financier van projecten in het kader van de doorontwikkeling van integrale zorg.
3.
Partijen dragen een transparante informatievoorziening uit, conform de Nza-beleidsregel ‘Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)’. De informatie over het zorgprogramma dient voor de Verzekerde doeltreffend, juist, inzichtelijk en vergelijkbaar te worden aangeboden.
4.
De Zorgaanbieder is verantwoordelijk voor het vullen en daarna het actueel, correct en volledig houden van zijn eigen persoons- en praktijkgegevens via https://mijnzorgaanbod.cz.nl/. De gegevens worden gepresenteerd op de websites van de Zorgverzekeraar. De presentatie van het zorgaanbod is te zien vanaf 17 september 2013 op www.cz.nl/zorgvinden.
Artikel 10.
Fraude
1.
Onder fraude wordt verstaan het onder valse voorwendselen of op oneigenlijke grond en/of wijze verkrijgen van een vergoeding van de Zorgverzekeraar. Dit omvat in ieder geval het opzettelijk geven van een verkeerde voorstelling van zaken of het doen van een onware opgave met betrekking tot een ingediende declaratie of verleende Zorg, en het verzwijgen van feiten die voor de Zorgverzekeraar van belang kunnen zijn (geweest) bij de beoordeling van de vergoeding van Zorg.
2.
De Zorgaanbieder verliest bij fraude het recht op vergoeding uit hoofde van deze overeenkomst.
3.
In geval van fraude kan de Zorgverzekeraar naar eigen keuze in ieder geval één of meerdere van de hierna beschreven maatregelen treffen: a. de ten onrechte uitgekeerde betalingen en gemaakte onderzoekskosten terugvorderen; b. deze overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen; c. registratie van fraude doen in de tussen verzekeringsmaatschappijen erkende signaleringssystemen; d. een klacht indienen bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg; e. melding c.q. aangifte doen bij de FIOD-ECD en/of het Openbaar Ministerie.
4.
De in lid 3 van dit artikel beschreven sancties laten het recht van de Zorgverzekeraar om nakoming, beëindiging en/of schadevergoeding te vorderen onverlet.
Artikel 11.
Duur en einde van de overeenkomst
1.
De overeenkomst treedt in werking en eindigt op de in deel I onder D van de overeenkomst genoemde data.
2.
De overeenkomst neemt eerder een einde: a. met wederzijds goedvinden; b. indien bij gerechtelijke tussenkomst de overeenkomst wordt ontbonden; c. door faillissement of ontbinding van de Zorgaanbieder; d. door faillissement of ontbinding van de Zorgverzekeraar.
15 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
3.
De overeenkomst kan verder al dan niet met onmiddellijke ingang, zonder rechterlijke tussenkomst, geheel of gedeeltelijk worden opgezegd: a. door één der Partijen indien de wederpartij (voorlopige) surseance van betaling verkrijgt; b. door één der Partijen indien de wederpartij zich in staat van kennelijk onvermogen bevindt of het voorwerp uitmaakt van een procedure tot faillissement, gerechtelijk akkoord, vereffening, beslaglegging of van elke andere soortgelijke procedure; c. door de Zorgverzekeraar indien bij een meerjarige overeenkomst geen overeenstemming wordt bereikt over het Tarief voor het volgende kalenderjaar; d. door de Zorgverzekeraar indien de door Partijen vastgelegde verbeterafspraken over het voorafgaande kalenderjaar niet zijn gehaald door de Zorgaanbieder; e. door de Zorgverzekeraar indien de kwalitatieve en financiële formats over twee voorafgaande kalenderjaren niet tijdig per 1 mei en/of volledig zijn aangeleverd door de Zorgaanbieder; f. door de Zorgverzekeraar indien het verantwoordingsdocument (inclusief de bestuursverklaring) niet volledig en/of niet tijdig per 1 mei wordt aangeleverd door de Zorgaanbieder; g. door de Zorgverzekeraar als de Zorgaanbieder opgeheven wordt of aan een derde wordt overgedragen; h. door één der Partijen als de wederpartij haar verplichtingen uit deze overeenkomst na een deugdelijke ingebrekestelling voor zover vereist, niet, niet behoorlijk of niet tijdig nakomt; i. door één der Partijen indien voor deze Partij sinds het sluiten van de overeenkomst zich onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, die van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten; j. door één der Partijen wanneer de wederpartij in een situatie van overmacht verkeert en aan te nemen is dat deze langer zal duren dan dertig kalenderdagen; k. als één der Partijen zich tegenover de wederpartij schuldig maakt aan (een poging tot) misdrijf, overtreding, fraude, dwang of bedreiging; l. door één der Partijen wanneer de wederpartij niet meer voldoet aan de definities in artikel 1 van de overeenkomst.
4.
Als wettelijke wijzigingen aanpassing van deze overeenkomst noodzakelijk maken, treden Partijen zo snel mogelijk met elkaar in overleg om de bepalingen die gewijzigd moeten worden aan te passen. Dit met inachtneming van de oorspronkelijke bedoeling van Partijen. Indien er geen overeenstemming wordt bereikt, kan elk der Partijen de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden opzeggen. Tussenkomst van de rechter is hier niet noodzakelijk.
Artikel 12.
Geschillen
1.
Partijen zullen zich tot het uiterste inspannen om de uit deze overeenkomst voortvloeiende geschillen in gezamenlijk overleg tot een oplossing te brengen. Voor zover dit onmogelijk blijkt te zijn, worden geschillen berecht en beslist door de Nederlandse burgerlijke rechter.
2.
Op deze overeenkomst is het Nederlandse recht van toepassing.
Artikel 13.
Slotbepalingen
1.
De Zorgverzekeraar behoudt zich het recht voor om een overeenkomst die is voorzien van doorhalingen en/of mededelingen van de Zorgaanbieder van welke aard dan ook, als ongeldig te beschouwen. Indien de Zorgverzekeraar van dit recht gebruikt maakt, zal zij de Zorgaanbieder daarvan schriftelijk in kennis stellen. In dat geval zal de Zorgverzekeraar de Zorgaanbieder eenmalig de overeenkomst alsnog toezenden en in de gelegenheid stellen binnen een termijn van drie weken door ondertekening en terugzending aan de Zorgverzekeraar de overeenkomst alsnog tot stand te brengen.
2.
Als wettelijke wijzigingen dan wel andere relevante regelgeving dan wel beleidsregels aanpassing van deze overeenkomst noodzakelijk maken, treden Partijen zo snel mogelijk met elkaar in overleg om de bepalingen die gewijzigd moeten worden aan te passen. Dit met inachtneming van de oorspronkelijke bedoeling van Partijen. Indien er geen overeenstemming wordt bereikt, kan elk der Partijen de overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden beëindigen. Tussenkomst van de rechter is hier niet noodzakelijk. 16
Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
3.
Indien één of meerdere bepalingen van deze overeenkomst nietig zijn of niet rechtsgeldig worden verklaard, zullen de overige bepalingen van de overeenkomst van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen welke nietig zijn of niet rechtsgeldig worden verklaard, overleg plegen teneinde een vervangende regeling te treffen, zodanig dat in zijn geheel de strekking van deze overeenkomst behouden blijft.
4.
Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van de Zorgaanbieder, onder welke naam of in de welke vorm dan ook, uitdrukkelijk niet van toepassing.
17 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Bijlage I
Verantwoordingsdocument 2014
Verantwoordingsdocument Overeenkomst Integrale zorgprogramma's
18 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Inleiding De zorgaanbieder is verplicht om jaarlijks een verantwoordingsdocument aan te leveren aan CZ. Dit document bestaat uit verschillende onderdelen: 1.
De bestuursverklaring
2.
Ingevulde en geparafeerde indicatorenset DM2 en/of ingevulde en geparafeerde indicatorenset COPD en/of ingevulde en geparafeerde indicatorenset VRM zoals deze door CZ vastgesteld zijn.
3.
Het CZ-format voor de financiële verantwoording volledig en juist ingevuld overeenkomstig de daadwerkelijke besteding van de financiële middelen
4.
De accountantsverklaring -
Voor de Zorgaanbieder met een omzet groter of gelijk aan twee miljoen euro wordt een controle verklaring verplicht gesteld van een externe accountant.
-
Voor de Zorgaanbieder met een omzet kleiner dan twee miljoen euro wordt een rapportage verplicht gesteld, opgesteld door een externe accountant, waarin een oordeel wordt gegeven over de juistheid van de in het verantwoordingsdocument opgenomen kwantitatieve informatie.
De formats voor het aanleveren van de indicatorensets en financiële verantwoording zijn door de zorgaanbieder op te vragen bij de regionale zorginkoper en tevens te vinden op onze website: http://www.cz.nl/zorgaanbieder/integrale-zorg/integrale-zorgprogrammas. Op de volgende 2 pagina’s treft u de bestuursverklaring aan die, samen met de indicatorensets, financiële verantwoording en accountantsverklaring, dient te worden aangeleverd vóór 1 mei 2015. Het verantwoordingsdocument kan worden toegestuurd naar de regionale zorginkoper.
19 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Bestuursverklaring ten behoeve van de overeenkomst Integrale zorgprogramma’s 2014 De bestuurder van de zorgaanbieder …………………………………………………………… Gevestigd te………………………………………………………………………………………. AGB-code ……………………………………………………………………………………….
Correspondentieadres van zorgaanbieder: Straat en huisnummer ………………………………………………………………………… Postcode en plaats …………………………………………………………………………….
Verklaart dat deze bestuursverklaring ten behoeve van de overeenkomst Integrale zorgprogramma's 2014 van toepassing is op de hierna volgende zorgprogramma's: o
DM2
o
COPD
o
VRM
1)
Verklaart hierbij dat over 2014 voldaan wordt aan de vereisten zoals gesteld in de Nza-beleidregel "Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type 2, VRM, COPD)" (BR/CU-7073).
2)
Verklaart hierbij dat over 2014 voldaan wordt aan de vereisten zoals gesteld in de overeenkomst Integrale zorgprogramma’s 2014.
3)
Verklaart hierbij dat over 2014 de proces- en uitkomstindicatoren volledig en juist worden ingevuld overeenkomstig de daadwerkelijk geleverde zorg.
4)
Verklaart hierbij dat over 2014 het financiële format volledig en juist wordt ingevuld overeenkomstig de daadwerkelijke besteding van de financiële middelen (conform format).
20 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
1
DE BESTUURDER VERKLAART DE BESTUURSVERKLARING NAAR WAARHEID TE HEBBEN INGEVULD:
Naam bestuurder
Functie bestuurder
Datum
Handtekening bestuurder
1
De bestuurder dan wel de gemachtigde namens de bestuurder (bewijs van machtiging om voor de rechtspersoon te
mogen tekenen bijvoegen).
21 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Bijlage II
Kwaliteitscriteria onderaannemers
Kwaliteitscriteria Huisarts Privacy en dossiervorming 1. De huisarts registreert en bewaart op zorgvuldige wijze van elke Verzekerde de gegevens. De gegevens dienen te worden geregistreerd volgens de richtlijnen van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. 2. De gegevens dienen te worden beheerd conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens, waarbij geldt dat de Verzekerde inzagerecht heeft en zonodig gegevens mag aanpassen indien deze onjuistheden bevatten. 3. Het doorgeven van gegevens aan derden zonder toestemming van de Verzekerde is verboden. 4. De Zorgverzekeraar, de Zorgaanbieder en de huisarts beschikken over een protocol waarin is vastgelegd welke medewerkers met welk doel toegang hebben tot gegevens. 5. De huisarts verschaft de Verzekerde desgevraagd informatie over de wijze waarop de privacy van de verzekerde wordt beschermd. Patiëntbejegening 1. De huisarts neemt in zijn relatie tot de Verzekerde de algemeen aanvaarde patiëntenrechten in acht. 2. De huisarts draagt zorg voor goede voorlichting aan de Verzekerde over de aan hem te verlenen zorg. 3. De huisarts dient te beschikken over een interne klachtenprocedure en hanteert daartoe een reglement voor klachtbehandeling dat voldoet aan de eisen welke daaraan gesteld worden in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector. Opleiding/nascholing, inhoudelijke professionele kwaliteit 1. De huisarts draagt er zorg voor dat hij en de eventueel aan hem verbonden beroepsbeoefena(a)r(en) onder meer door deelname aan deskundigheidsbevordering blijven beschikken over de kennis en kunde, die voor een goede verlening van de zorg noodzakelijk is. Voor diabetes mellitus type 2 wordt een basiscursus insulinetherapie in de eerste lijn verplicht gesteld (Langerhans). Voor COPD wordt de Caspir cursus op het gebied van COPD en spirometrie verplicht gesteld. 2. De Zorgverzekeraar hecht er waarde aan dat de uitvoering en beoordeling van de spirometrie voldoet aan de gestelde eisen. De uitvoering en beoordeling moet voldoen aan de NHG-standaard en de zorgstandaard COPD. De huisarts dient daarnaast bijgeschoold te zijn in spirometrie-beoordelingen. 3. De huisarts levert de Zorg op doelmatige en professioneel verantwoorde wijze en past daartoe de voor zijn beroepsgroep geldende protocollen, richtlijnen en standaarden toe. De huisarts zal zich daarbij laten leiden door een afweging tussen de effectiviteit van de zorg, de belangen van de patiënt en de kosten. 4. De huisarts is ingeschreven in het register van erkende huisartsen van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG). 5. De zorg wordt verleend in overeenstemming met de daarvoor geldende wet- en regelgeving zoals de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) en de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector. Continuïteit 1. De huisarts is verantwoordelijk voor de continuïteit van de 24-uurs zorg van de bij hem ingeschreven Verzekerden. Omdat de huisarts niet zelf onafgebroken deze zorg kan leveren is hij lid van een waarneemgroep en/of neemt hij deel aan de diensten van een huisartsenpost waarin bij toerbeurt door de deelnemende huisartsen avond-, nacht- en weekenddiensten worden verricht. Tarieven met betrekking tot prestaties in avond, nacht en weekend kunnen alleen in rekening worden gebracht indien het spoedeisende zorg betreft. Indien er omstandigheden zijn die de continuïteit in gevaar brengen, meldt de huisarts dit aan de zorgverzekeraar. 2. Ingeval de huisarts of een aan hem verbonden beroepsbeoefenaar in loondienst, krachtens een uitspraak gedaan op grond van de Wet BIG onderscheidenlijk het Wetboek van Strafrecht is geschorst in de uitoefening van zijn bevoegdheid, dan wel hem de uitoefening van zijn beroep is ontzegd, meldt hij dit onverwijld aan de Zorgverzekeraar. Indien de Zorgverzekeraar toestaat dat de huisarts gedurende de schorsing c.q. ontzegging wordt waargenomen, is de huisarts verantwoordelijk voor regeling van een adequate waarneming.
22 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
3. De huisarts neemt, voor zover nodig vanwege de directe patiëntenzorg, actief deel aan samenwerkingsen overlegstructuren met collega huisartsen en overige (eerstelijns) hulpverleners. Dit met de bedoeling om de kwaliteit van de geleverde zorg te waarborgen en te verbeteren en het functioneren van de huisartsgeneeskundige zorg binnen de totale zorg te optimaliseren. 4. Tenzij de huisarts en de Zorgverzekeraar daarover andere afspraken maken, neemt de huisarts deel aan farmacotherapeutisch overleg. Waarneming 1. De huisarts draagt er zorg voor dat waarneming plaatsvindt bij afwezigheid wegens ziekte, vakantie, beroepsgerichte na- of bijscholing en daarmee vergelijkbare omstandigheden. 2. Indien de waarneming langer zal duren dan twee maanden, doet de huisarts hiervan schriftelijk mededeling aan de zorgverzekeraar onder vermelding van de vermoedelijke duur van de waarneming en de naam (namen) en adres(sen) van de waarnemer(s). Hernieuwde mededeling is vereist indien de waarneming langer duurt dan aanvankelijk was opgegeven. Slechts indien de zorgverzekeraar zijn akkoord wenst te onthouden aan de gemelde waarneming, zal dit binnen drie weken aan de huisarts worden bericht, onder opgave van redenen. 3. De waarneming kan in beginsel niet langer duren dan twaalf aaneengesloten maanden. Daarna volgt een moment van evaluatie door Partijen. Verlenging van de waarneming is slechts mogelijk indien daarover overeenstemming bestaat tussen Partijen. 4. Voor de toepassing van deze overeenkomst is de huisarts, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de waarnemer, ten volle tegenover de zorgverzekeraar verantwoordelijk en aansprakelijk voor de te verlenen zorg. Praktijkvoering en praktijkruimte 1. De huisarts draagt zorg voor een goede organisatie van zijn praktijk. 2. De huisarts verleent de zorg in een adequaat ingerichte en geoutilleerde praktijkruimte, die voor de Verzekerde goed bereikbaar en toegankelijk is. De praktijk dient minimaal te voldoen aan de inrichtingseisen zoals omschreven in het basistakenpakket van de huisarts.
Kwaliteitscriteria Praktijkondersteuner Somatiek De praktijkondersteuner voldoet aan het competentieprofiel en eindtermen, beschreven door de LHV, 2010. 1.
2.
3. 4. 5.
De praktijkondersteuner verleent gedelegeerde medisch-inhoudelijke huisartsgeneeskundige zorg, in het bijzonder aan patiënten met een chronische ziekte. Het accent ligt op die medisch-inhoudelijke activiteiten die zich lenen voor taakdelegatie en protocollering. De praktijkondersteuner heeft, net als de huisarts, een beroepsgeheim. De praktijkondersteuner is in dienst of gedetacheerd bij een samenwerkingsverband van huisartsen. De taken van een praktijkondersteuner kunnen op diverse manieren zijn ingevuld, afhankelijk van de specifieke praktijksituatie. De praktijkondersteuner werkt volgens voor de beroepsgroep gebruikelijke richtlijnen (Zorgstandaarden, NHG-Standaarden en andere richtlijnen). De praktijkondersteuner is werkzaam als één van de professionals binnen het team dat huisartsenzorg verleent en werkt vanuit een eigen spreekuur. De praktijkondersteuner werkt op één of meerdere van de volgende deskundigheidsgebieden: • diabetes mellitus, • COPD, • cardiovasculair risicomanagement Mogelijk werkt de praktijkondersteuner ook op een ander deskundigheidsgebied, zoals vastgelegd in de individuele huisartsenovereenkomst.
Opleidingsniveau De praktijkondersteuner is in het bezit van het HBO-diploma Praktijkondersteuner. Voor diabeteszorg is de cursus Langerhans verplicht gesteld. Voor COPD is de cursus Caspir verplicht gesteld. De praktijkondersteuner die werkzaam is op het gebied van de Geestelijke Gezondheidszorg valt buiten dit profiel.
23 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Kwaliteitscriteria Diabetesverpleegkundige De diabetesverpleegkundige dient in het bezit te zijn van een titelregistratie Diabetesverpleegkundige in het Kwaliteitsregister EADV. Om in aanmerking te komen voor inschrijving in het EADV-register, wordt van een aanvrager verlangd dat hij onder andere voldoende werkervaring heeft. Men dient voorafgaande aan het inschrijven in het Kwaliteitsregister minimaal 1360 uur aan werkzaamheden te hebben verricht als diabetesverpleegkundige. Daarvan moet minimaal 51% (700 uur) besteed zijn aan de directe patiëntenzorg. Naast de werkervaring dient men 840 registratiepunten te behalen door scholing, of scholing gecombineerd met het uitvoeren van beroepsactiviteiten.
Kwaliteitscriteria Longverpleegkundige De Longverpleegkundige verleent en begeleidt in de directe patiëntenzorg hoog-complexe zorg in situaties, waarbij voor het analyseren en oplossen van verpleegproblemen specifieke kennis en vaardigheden op het gebied van longziekten vereist zijn (NVCV, 1996). Naast de directe patiëntenzorg verricht hij professiegebonden taken: deskundigheidsbevordering, kwaliteit van zorg, consultatie, innovatie en onderzoek. Deze taken hebben als doel de zorg- en behandelmethoden voor de zorgvragers met longaandoeningen in de toekomst te verbeteren. De longverpleegkundige is autonoom voor wat betreft het geven van instructie, educatie, informatie, (psychosociale) begeleiding, mantelzorgondersteuning en bevordering van het zelfmanagement van de zorgvrager. De Longverpleegkundige dient te zijn geschoold in de verpleging van zorgvragers met longziekten. Met deze bagage start de beginnende longverpleegkundige. Tijdens werkervaring ontstaat een voortdurende professionele ontwikkeling, waardoor de expertise op een steeds hoger niveau wordt gebracht. De Longverpleegkundige is ervoor verantwoordelijk de eigen deskundigheid op peil te houden. Hierdoor kan hij de kwaliteit van de beroepsuitoefening garanderen en een bijdrage leveren aan de professionalisering van het verpleegkundig beroep. Zij participeert in een netwerk en de beroepsvereniging (NVL), en draagt mede zorg voor relevante literatuur. De longverpleegkundige met specialisatie astma en/of specialisatie astma en COPD: 1. Werkt minimaal 14,4 uur per week op het gebied van astma en/of COPD; 2. Werkt extramuraal, transmuraal en/of intramuraal; 3. Werkt in de eerste-, tweede- of derdelijnszorg; 4. Heeft taken op het gebied van: directe patiëntenzorg, deskundigheidsbevordering, consultatie, innovatie en zorgbeleid, (wetenschappelijk) onderzoek. Taken op het gebied van innovatie en onderzoek horen meer binnen de specialistenopleiding. Bij de gespecialiseerde verpleegkundige astma en COPD gaat het meer om de beroepsontwikkeling binnen het dagelijkse kader: het actief toepassen van elders ontwikkelde innovaties en onderzoeksresultaten in de eigen werkpraktijk; 5. Werkt samen met collega verpleegkundigen en andere disciplines binnen en buiten de eigen instelling, zoals longartsen, kinderartsen, fysiotherapeuten, diëtisten, KNO-artsen, allergologen, dermatologen, (gezondheids)psychologen, ergotherapeuten, huisartsen, apothekers, maatschappelijk werkers en met instanties als gemeenten, WVG-consulenten en sociale dienst; 6. Bepaalt aan de hand van standaarden en diagnostische categorieën, de zorgbehoefte van de astma- en COPD-patiënt en naasten; 7. Begeleidt (groepen) astma- en COPD-patiënt(en) en naasten in het educatieproces; 8. Kan de volledige zorg rond een astma- en COPD-patiënt coördineren; 9. Kan zorg verlenen aan astma- en COPD-patiënten bij acute klachten; 10. Adviseert en begeleidt andere zorgdisciplines bij het opstellen en uitvoeren van een sanatieplan; 11. Voert een verpleegkundig spreekuur; 12. Kan over astma en COPD en de daarbij behorende zorg adviseren aan collega longverpleegkundigen specialisatie astma en COPD en aan andere disciplines; 13. Draagt kennis en vaardigheden met betrekking tot astma en COPD over; 14. Kan beleidsprocedures en protocollen mede opstellen en mede implementeren; 15. Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het beroep.
24 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Kwaliteitscriteria Dieetadvisering Kwaliteit van de dieetadvisering is in eerste instantie de primaire verantwoordelijkheid van de diëtist zelf. De Zorgverzekeraar speelt een rol ten aanzien van het stimuleren van kwaliteit van zorg en het mede toezien op de levering hiervan. De Zorgverzekeraar streeft ernaar om door middel van het sluiten van zorgovereenkomsten voldoende en kwalitatief goede dieetadvisering beschikbaar te hebben voor haar Verzekerden. Het diëtistisch handelen dient inhoudelijk kwalitatief verantwoord en transparant te zijn. In deze kwaliteitsparagraaf zijn hiertoe nadere voorwaarden opgenomen. De kwaliteitsparagraaf maakt integraal onderdeel uit van de overeenkomst. Getracht is om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de kwaliteitsnormen die door de beroepsgroep NVD zelf worden nagestreefd. Privacy en dossiervorming 1. De diëtist registreert en bewaart op zorgvuldige wijze van elke Verzekerde de gegevens. De gegevens dienen te worden geregistreerd volgens de richtlijnen van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). 2. De gegevens dienen te worden beheerd conform de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), waarbij onder andere geldt dat de Verzekerde inzagerecht heeft en zonodig gegevens mag aanpassen indien deze onjuistheden bevatten. 3. Het doorgeven van gegevens aan derden zonder toestemming van de Verzekerde is verboden. 4. De diëtist beschikt over een protocol waarin is vastgelegd welke medewerkers met welk doel toegang hebben tot het dossier. 5. De diëtist verschaft de Verzekerde desgevraagd informatie over de wijze waarop de privacy van de verzekerde wordt beschermd. Praktijk- en patiëntenregistratie 1. De diëtist draagt zorg voor een adequate praktijk- en patiëntenregistratie. 2. De diëtist registreert de patiënten- en zorgverleningsgegevens, zoals opgenomen in de richtlijn verslaglegging (ProbleemgeOriënteerd Registreren, POR) met aanvulling van onderstaande gegevens: burgerservicenummer van de verzekerde; de data van alle contactmomenten met de verzekerde en of dit Directe of Indirecte contacttijd is; de verhouding directe en Indirecte contacttijd; behandeling thuis of in praktijk; het behandelniveau (conform indeling NVD). 3.
Onverlet hetgeen ter zake in de wetgeving is bepaald, wordt de originele patiëntenregistratie ten minste vijf jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar bewaard.
Patiëntbejegening 1. De diëtist treedt de verzekerde met respect tegemoet en neemt hierbij de algemeen aanvaarde en thans geldende patiëntenrechten in acht. 2. De diëtist draagt zorg voor goede voorlichting aan de Verzekerde of diens wettelijke vertegenwoordiger(s) over alle relevante aspecten van de aan hem te verlenen Dieetadvisering. Hiertoe worden uitdrukkelijk ook de financiële aspecten van dieetadvisering gerekend. Verzekerden vinden met name de volgende informatie van belang: het behandelplan, behandelmethoden, inhoud van de eindrapportage aan de verwijzer, nazorg en vergoedingen. De Verzekerde geeft, bij voorkeur schriftelijk, duidelijke informatie over directe en indirecte contacttijd en de gevolgen hiervan op de aanspraak voor vergoeding door de Zorgverzekeraar. 3. De diëtist betrekt de Verzekerde of diens wettelijke vertegenwoordiger(s) bij het opstellen van het behandelplan en geeft de Verzekerde desgewenst inzicht in de eindrapportage.
25 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
4. De diëtist zorgt ervoor dat de zorg steeds door dezelfde diëtist wordt verleend, behoudens overmacht, hulpvraaggerelateerde redenen en specifieke wensen van de Verzekerde. 5. Voor het geval de Verzekerde een keuzemogelijkheid heeft en zijn voorkeur voor een bepaalde diëtist heeft uitgesproken, voorziet de diëtist erin dat de Verzekerde zoveel mogelijk de dieetadvisering van deze diëtist ontvangt. 6. De diëtist beschikt over een interne klachtenprocedure, en hanteert daartoe een reglement voor klachtbehandeling dat voldoet aan de eisen welke daaraan worden gesteld in de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ). De diëtist leeft overigens ook de verplichtingen na die deze wet aan zorgverleners oplegt. Opleiding/ nascholing, inhoudelijke professionele kwaliteit 1. De diëtist draagt er zorg voor dat hij en de eventueel aan hem verbonden praktijkmedewerker(s) handelen volgens de standaard die binnen de kring van beroepsgenoten algemeen aanvaard is, en onder meer door deelname aan deskundigheidsbevordering blijven beschikken over de kennis en kunde, die voor een goede verlening van de dieetadvisering volgens deze standaard noodzakelijk is. 2. De diëtist heeft de status kwaliteitsgeregistreerd in het KP. Voor herintreders wordt de regeling zoals het KP die hanteert, door de Zorgverzekeraar geaccepteerd. 3. De diëtist levert de dieetadvisering op doelmatige en professioneel verantwoorde wijze en past daartoe de voor zijn beroepsgroep geldende protocollen, richtlijnen en standaarden toe. 4. De diëtist betrekt de verzekerde actief bij de behandeling en stimuleert de therapietrouw en de eigen verantwoordelijkheid van de Verzekerde. 5. De diëtist bespreekt regelmatig het behandelplan met de Verzekerde. Van belang zijn bijvoorbeeld de hulpvraag van de Verzekerde en de effectiviteit van de behandeling. 6. De diëtist werkt op basis van het methodisch handelen en kan dat ook inzichtelijk maken. Kwaliteitsverbetering en -controle zijn voor elke diëtist onderdeel van zijn beroepsuitoefening en takenpakket. 7. De dieetadvisering wordt verleend in overeenstemming met het bepaalde bij en krachtens de Wet BIG, de WKCZ, de WGBO en overige relevante wet- en regelgeving. Continuïteit 1. De diëtist treft voorzieningen die nodig zijn voor een continue zorgverlening en meldt omstandigheden die de continuïteit in gevaar brengen aan de Zorgaanbieder. 2. Ingeval de diëtist of een aan hem verbonden praktijkmedewerker, krachtens een uitspraak gedaan op grond van de Wet BIG onderscheidenlijk het Wetboek van Strafrecht is geschorst in de uitoefening van zijn bevoegdheid, dan wel hem de uitoefening van zijn beroep is ontzegd, meldt hij dit onverwijld aan de Zorgaanbieder. Waarneming en studentstagiair 1. De dietist draagt er zorg voor dat waarneming plaatsvindt bij afwezigheid wegens ziekte, vakantie, beroepsgerichte na- of bijscholing en daarmee vergelijkbare omstandigheden. Bij waarneming dient de waarnemer gekwalificeerd te zijn en te handelen overeenkomstig de bepalingen uit deze overeenkomst. 2. De diëtist kan studenten die een opleiding tot diëtist aan een daarvoor erkend opleidingsinstituut volgen stage laten lopen, waarbij behandeling van Verzekerden plaatsvindt. De behandeling van Verzekerden door de student vindt plaats met instemming van de verzekerde en onder supervisie van een diëtist.
26 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
De praktijkinrichting van de diëtist voldoet aan de hieronder gestelde inrichtingseisen. Algemene eisen 1. De praktijk is optimaal toegankelijk en bereikbaar voor minder validen. 2. De praktijk is duidelijk herkenbaar als eerstelijns praktijk voor dieetadvisering. Als de praktijk in een instelling is gevestigd, is er een duidelijke bewegwijzering naar de praktijkruimte(n). 3. De praktijk bestaat tenminste uit een wachtkamer en één behandelruimte. 4. Tussen de verschillende ruimten wordt geluidsoverdracht voorkomen. 5. De behandelruimte(n) en wachtkamer zijn gescheiden door gesloten vaste wanden en deuren. 6. De praktijk voldoet aan de geldende algemene bouweisen. 7. De praktijk wordt volgens normale standaarden verwarmd. 8. In de praktijk is voldoende licht en voldoende ventilatie. 9. De praktijk is tijdens kantooruren telefonisch goed bereikbaar. Bij afwezigheid of tijdens behandeling wordt gebruik gemaakt van een antwoordapparaat met opnamemogelijkheid of voicemail. 10. De praktijk beschikt over adequaat instructiemateriaal ter ondersteuning van onderzoek en behandeling. 11. De prijslijst, de klachtenregeling en de betalingsvoorwaarden zijn duidelijk zichtbaar voor de patiënt. Hygiëne 1. De praktijk beschikt over een toilet en gelegenheid om de handen te wassen. 2. Het toilet en de handenwasgelegenheid zijn vanuit de wachtruimte toegankelijk (niet enkel via een behandelkamer). 3. De praktijk en inventaris worden op verantwoorde wijze schoon gehouden. 4. De behandelruimte(n) heeft (hebben) een goed te reinigen, egaal en vlak vloeroppervlak. Privacy 1. De praktijk beschikt over (een) behandelruimte(n) die de privacy van de patiënt waarborgt. 2. De praktijk beschikt over administratieve voorzieningen die de privacy van de patiënt waarborgt. Veiligheid 1. De praktijk beschikt over een goedgekeurd elektriciteits- en energievoorziening. 2. De praktijk voldoet aan de geldende brandveiligheidseisen. 3. In de praktijk is een EHBO-doos en een brandblusapparaat aanwezig. 4. De verlichting, verwarming en ventilatie voldoen aan algemeen te stellen eisen van hygiëne en veiligheid. 5. De ruimtelijke voorziening en inventaris zijn van zodanige kwaliteit en constructie, dat zij bij gebruik overeenkomstig hun bestemming geen gevaren voor personen opleveren. Behandelruimte 1. De behandelruimte(n) is (zijn) geschikt voor het geven van dieetadvisering in volle omvang. 2. Indien meerdere diëtisten van dezelfde praktijkruimte gebruik maken, kunnen de werkzaamheden even adequaat uitgevoerd worden als ware iedere diëtist als solist werkzaam.
27 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Kwaliteitscriteria Voetzorg Podotherapeuten: lid van de NVvP (koepelorganisatie). Pedicures: als gespecialiseerd pedicure geregistreerd bij ProCert (Medisch Pedicure of Pedicure met aantekening Diabetische Voet). De voetzorg voldoet aan de kwaliteitscriteria die beschreven staan in de landelijke zorgmodule Preventie diabetische voetulcera. Deze criteria zijn onderverdeeld in: 1. Percentage risicoclassificatie; 2. Percentage amputaties na ulcera; 3. Geprotocolleerde zorg in zorggroep. De betrokken zorgverleners in de eerste lijn, als het gaat om voetzorg van mensen met diabetes, zijn: huisarts/praktijkondersteuner somatiek/diabetesverpleegkundige werkzaam in de eerste lijn; podotherapeut; gespecialiseerd pedicure (medisch pedicure of pedicure met aantekening diabetische voet). Kwaliteitscriteria Stoppen met roken Om te garanderen dat zorgverleners kwalitatieve en effectieve zorg bij stoppen met roken aanbieden, dienen zorgverleners aan bepaalde kwaliteitscriteria te voldoen. De kwaliteitscriteria die de zorgverzekeraar hanteert, zijn gelijk aan de kwaliteitscriteria die van toepassing zijn voor inschrijving in het kwaliteitsregister stoppen met roken (http://www.kwaliteitsregisterstopmetroken.nl).
28 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Bijlage III
Good Governance Integrale zorg
Om kwalitatief goede zorg te kunnen leveren als zorgaanbieder is een goede organisatie van groot belang. CZ heeft zich daarom ingespannen om criteria op te stellen waaraan een goede organisatie zou moeten voldoen. Dit is specifiek gedaan voor integrale zorg aangezien de organisatie van een zorggroep met hoofden onderaannemers typerend is voor dit type zorgverlening. Uitgangspunt bij de totstandkoming van de Good Governance Integrale zorg zijn de kritische kwaliteitskenmerken (KKK’s) van de LOK geweest. Deze kenmerken zijn in samenwerking met de veldpartijen opgesteld waardoor er een breed draagvlak voor is. Naast de kritische kwaliteitskenmerken van de LOK stelt CZ aanvullende eisen. Deze eisen zijn in de Good Governance Integrale zorg ingedeeld aan de hand van drie hoofdthema’s: verantwoording, bestuur en toezichthoudend orgaan. Deze drie thema’s worden ook gehanteerd in de Zorgbrede Governance Code. Tot slot zijn er enkele regels door CZ toegevoegd, die betrekking hebben op de organisatie van zorggroepen. De zorgaanbieder dient te handelen volgens de basisprincipes van de Good Governance Integrale zorg. Wanneer dit door omstandigheden niet mogelijk blijkt te zijn, dan dient de zorgaanbieder de zorgverzekeraar hiervan direct op de hoogte te stellen. Voor de precieze inhoud van de Good Governance Intergrale zorg verwijzen we u graag naar onze website: http://www.cz.nl/zorgaanbieder/integrale-zorg/overeenkomsten.
29 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II
Bijlage IV
Contactgegevens
Afdeling Relatiebeheer Zorgverleners Voor vragen met betrekking tot de overeenkomst of het aanvragen van formulieren: E-mail
[email protected] Telefoonnummer Tel. (076) 524 32 58 Adresgegevens CZ Relatiebeheer Zorgverleners Postbus 5130 5004 EC TILBURG Zorginkopers Regio West Brabant en Den Haag e.o.
Mw. Gaby Prins-Siemons
[email protected]
Mw. Nathalie van Schoonhoven
[email protected]
Dhr. Paul Raaijmaakers
[email protected]
Regio Midden Brabant, Noordoost Brabant, NoordLimburg en Nijmegen e.o.
Dhr. Michel Rouss
[email protected]
Regio Zuidoost Brabant en Midden Limburg
Dhr. Rob Dokter
[email protected]
Regio Zuid Limburg
Dhr. Martin Wijnen
[email protected]
Regio Zuid Hollandse eilanden en Zeeland
Afdeling declaraties Voor vragen met betrekking tot declaraties E-mail Informatielijn declaraties
[email protected] Tel. 046-45 95 740
Contactgegevens ondersteuning eerstelijns gezondheidszorg Website www.rosrobuust.nl Telefoonnummer Tel. 040- 294 9977 E-mail
[email protected] Website Telefoonnummer E-mail
www.stichtingkoel.nl Tel. 078-6193068
[email protected]
Website
www.lijn1haaglanden.nl
Telefoonnummer
Tel. 070-3008777
E-mail
[email protected]
Website Telefoonnummer
www.sgzros.nl Tel. 079- 320 8686
E-mail
[email protected]
Voor formulieren en toelichtingen zie: http://www.cz.nl/zorgaanbieder/integrale-zorg/inkoopbeleid
30 Overeenkomst zorgverzekeraar - Integrale zorgprogramma’s 2014: Deel II