Essay:
Overbevissing in de
Noordzee Kan de EU middels beleid overbevissing in de Noordzee helpen verminderen?
AUTEUR:
W. W. A. KOCKEN
DATUM:
TWEE DECEMBER TWEEDUIZENDTWAALF
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Aperçu Overbevissing tast ecosysteem en visvoorraden aan. Dit komt door de schadelijke manier waarop wordt gevist. De gebruikte middelen, maar ook de manier van management. De visies van milieuorganisaties zijn eenzijdig. De overheid heeft echter naast het ecologische belang ook economische en sociale belangen om rekening mee te houden. De visie van de overheid is daardoor per definitie breder. Voor de problemen van overbevissing worden een aantal hoofdoorzaken gevonden:
Voorspellen hoeveelheid duurzaam te vangen vis moeilijk door onzekerheden.
Good governance voor de visserijsector werkt nog niet.
De economische belangen zijn groot en huidig beleid zorgt voor inefficiënties.
De overheid heeft de sturingsinstrumenten in handen om hier iets aan te doen. Het stimuleren van good governance is daarbij nodig. Naast aanpassing van het management zullen technische oplossingen een bijdrage kunnen leveren aan het verminderen van de problemen door bevissing. Het aannemen door de EU van het amendement voor het instellen van zeereservaten in de Europese zeeën zou een duurzaamheidsvoordeel opleveren. Visvoorraden kunnen zich dan herstellen zonder productieve visserijen stil te leggen.
VIS NOOIT MEER TEVEEL ZORG VOOR EEN ZEE RESERVAAT HANDHAAF DE REGELS
© WK2012-1661
2
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Inhoudsopgave Aperçu ........................................................................................................................................ 2 Introductie .................................................................................................................................. 4 1. Definiëring ............................................................................................................................. 5 1.1 Omschrijving probleem en haar actualiteit ........................................................................ 1.2 De natuurwetenschappelijke facetten van overbevissing ................................................... 1.3 De visies op Noorzee natuur en milieu ............................................................................ 7 1.4 Het spanningsveld tussen People, Planet en Prosperity ..................................................... 2. Analyse ................................................................................................................................... 9 2.1 De hoofdoorzaken .............................................................................................................. 2.2 De economische factoren ................................................................................................... 2.3 De ingreep in de fysieke omgeving ................................................................................ 10 2.4 Het probleem voor de volksgezondheid ......................................................................... 11 3. Oplossing en preventie ......................................................................................................... 12 3.1 Mogelijkheden en beperkingen van overheidsbeleid ......................................................... 3.2 Mogelijkheden en beperkingen van good governance ....................................................... 3.3 Mogelijkheden en beperkingen van technologische oplossingen .................................. 13 3.4 De oplossing en enkele voordelen .................................................................................. 14 4. Duurzaamheidsperspectief ................................................................................................... 15 4.1 Duurzame ontwikkeling met betrekking tot de voorgestelde oplossing ............................ 4.2 De maatschappelijke en fysieke voorwaarden voor een duurzame oplossing ............... 16 4.3 Mogelijkheden voor een duurzame technologische oplossing ....................................... 17 4.4 De gewenste rol van de EU m.b.t. deze duurzame oplossing ............................................ 5. Conclusie .............................................................................................................................. 19 Bijlagen .................................................................................................................................... 20 Bijlage 1: Advies voor Kabeljauw uit ICES (2012b) ............................................................... Bijlage 2: Advies voor Schelvis uit ICES (2012c) ............................................................... 22 Bronvermelding ........................................................................................................................ 24
3
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Introductie Overbevissing is een complex probleem en heeft raakvlakken met veel disciplines binnen de milieu-natuurwetenschappen. Om het onderwerp geschikt te maken voor dit essay is het verder afgebakend tot wat de EU als bestuurlijk actor kan betekenen om het probleem van overbevissing te verminderen. Het resultaat is de centrale vraagstelling voor dit essay:
Kan de EU middels beleid overbevissing in de Noordzee helpen verminderen?
Er wordt met name gekeken naar kabeljauw en schelvis om de casus bespreekbaarder te maken. De inhoud van het essay is ingedeeld in vier hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt het probleem gedefinieerd. In hoofdstuk twee vindt een diepgaandere analyse plaats van de problemen die spelen. In hoofdstuk drie worden de mogelijkheden en beperkingen van de overheidsbeleid, good governance en technologieën besproken en tot besluit een aantal oplossingen voor de eerder geanalyseerde problemen. In het laatste hoofdstuk wordt het duurzaamheidsperspectief uiteengezet en in de laatste paragraaf wordt de gewenste rol beschreven van de EU met betrekking tot de oplossingen.
In de conclusie wordt het beknopte antwoord gegeven op de centrale vraagstelling.
4
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
1. Definiëring In dit hoofdstuk wordt ten eerste een korte omschrijving gegeven van het milieuprobleem. Daarna worden enkele natuurwetenschappelijke facetten beschreven van overbevissing, hierbij ligt de nadruk op ecologie en biologie. Vervolgens worden kort enkele visies beschreven van betrokken actoren. Er wordt afgesloten met de beschrijving van het spanningsveld tussen de drie dimensies van duurzaamheid. 1.1 Omschrijving probleem en haar actualiteit Overbevissing van de Noordzee is waarschijnlijk een van de redenen dat de voorraad kabeljauw wordt uitgeput (Pope & Macer, 1996), sterker bewijs vindt Roberts C.M. bij het schrijven van zijn rapport voor de Europese Visserij Commissie (2012b). Overbevissing tast ook het ecosysteem aan: door verstoring gaat biodiversiteit verloren (Ducrotoy, Elliot & De Jonge, 2000; SafetyNet, 2012; Wolff, 2002). Door ingreep van de mens wordt het milieu en de natuur beïnvloed. In dit geval van overbevissing is de verandering in de fysieke omgeving die daardoor ontstaat onwenselijk; namelijk uitputting en/of aantasting van voedingsbronnen. Dat het maatschappelijk onaanvaardbaar is blijkt uit de radicale hervorming van de Common Fisheries Policy (CFP) in 2002 zoals benadrukt door Griffin (2010) en in 2009 is de volgende CFP hervorming uiteengezet, omdat die uit 2002 nog niet doelmatig genoeg is gebleken (Europese Commissie, 2009). Overbevissing en het beschermen van de (Noord)zee zijn actuele milieuproblemen getuige ook de berichtgeving omtrent deze onderwerpen op cfp-reformwatch.eu (CFP-Reformwatch, 2012a-c). 1.2 De natuurwetenschappelijke facetten van overbevissing Veranderingen in de fysieke omgeving door het vissen met sleepnetten, rond Britse/Ierse eilanden komt o.a. ter sprake tijdens de vergadering van de Europese Visserij Commissie (2012a). De sleepnetten vegen over de zeebodem, waarbij ze die bodem verstoren, organismen aantasten
doden, (Ducrotoy,
leefomgeving 2000;
ICES,
2012c), en nog veel meer schade aanrichten waarvan men waarschijnlijk geen weet heeft, aldus Ballantine in Greenpeace (2010) film.
Grotere vissen leggen meer eieren (exponentieel verband). Bij de huidige
Figuur 1: Duurzame visserij (idealiter wordt alleen middelgroot gevangen) bron: Greenpeace, 2010
5
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
vormen van visserij is men onvoldoende in staat de grote en kleine met rust te laten en de middelgrote vissen te vangen. Door deze vorm van overbevissing raakt een populatie als kabeljauw extra in de problemen, omdat ze zich pas op latere leeftijd voortplanten (Greenpeace, 2010; Roberts & Hawkins, 2000).
Door overbevissing verdwijnen soorten en/of kunnen andere soorten gaan woekeren door een verstoorde balans in het ecosysteem. Door aantasting van de zeebodem en het verdwijnen van soorten en woekeren van anderen neemt de biodiversiteit af. Een voorbeeld wordt gegeven in de film van Greenpeace (2010): Kale rotsen met zee-egels, een gebied waarvan men dacht dat het er altijd zo uit zag. Na het instellen van het exploitatieverbod aldaar veranderde het hele gebied: Vissen werden groter, aten de zee-egels op en vervolgens kreeg de vegetatie weer kans om te groeien.
Waar het optimum ligt voor duurzame exploitatie? Dat is een vraag die moeilijk te beantwoorden is. Zoals ook blijkt uit Beverton (1998) zijn er veel onzekerheden. De “International Council for the Exploration of the Sea” (ICES) doet daar echter wel uitspraken over en past daarbij het voorzorgsbeginsel1 toe. Het advies in ICES (2012b) is daarvan een voorbeeld. Hierin worden voorspellingen gedaan voor kabeljauw in dit specifieke deel van de Noordzee. Op andere plaatsen in de Noordzee wordt geen voorspelling gedaan door het gebrek aan gegevens (ICES, 2012a). De voorspellingen hebben betrekking op o.a. maximaal duurzaam te vangen vis en verandering van de voorraad bij bepaalde hoeveelheden van dat veronderstelde maximum. Wanneer minder vis wordt gevangen stijgt de voorraad relatief. Voor schelvisvoorraad is in het verslag van ICES (2012c) meer zekerheid ten opzichte van kabeljauw. De kans op aanwas van de paaibiomassa (SSB) is echter relatief een stuk kleiner dan die voor kabeljauw. Eigenlijk is aanwas alleen realistisch als men niet vist, maar de hypothetische illustratie in paragraaf 1.4 geeft goed weer waarom dat onrealistisch en onwenselijk is.
In bijlage 1 en 2 staan tabellen uit respectievelijk ICES 2012b en 2012c met betrekking tot de voorraad status en vooruitzichten.
1
Zoals in beginsel 15 van de verklaring van Rio (UNEP, 1992): Teneinde het milieu te beschermen zullen staten naar hun vermogen op grote schaal het voorzorgsbeginsel moeten toepassen. Daar waar ernstige of onomkeerbare schade dreigt, dient het ontbreken van volledige wetenschappelijke zekerheid niet als argument te worden gebruikt voor het uitstellen van kosteneffectieve maatregelen om milieuaantasting te voorkomen.
6
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
1.3 De visies op Noorzee natuur en milieu Allereest wordt er in de literatuur onderscheid gemaakt tussen het milieu en de natuur. Met milieu wordt eigenlijk het deel van de natuur bedoeld dat een gebruiksfunctie heeft voor de mens. De natuur heeft ook nog waarde van zichzelf. Dat wordt meestal aangeduid als de intrinsieke waarde van de natuur, dit staat los van de functionaliteit voor de mens (Cörvers & De Kraker, 2004a). Het World Wide Fund for Nature (WWF) en Greenpeace zijn in hun visie meer gericht op die natuur, ze beamen de bescherming van de zee doormiddel van zeereservaten2. Dit zijn delen van de zee waar niet wordt gevist en het liefst helemaal geen exploitatie plaats vindt, zodat herstel intreedt van visvoorraad, het ecosysteem en daarmee biodiversiteit. Zij halen daarbij werk aan van biologen die op dit gebied onderzoek hebben verricht (Greenpeace, 2010; Ballantine & Longlois, 2006; Roberts et al, 2000). Deze niet-gourvenementele organisaties zijn actoren die zich deze eenzijdige visie kunnen veroorloven. De Europese Unie, en het parlement dienen echter rekening te houden met het algemeen belang en alle belanghebbenden daardoor is de visie ook meeromvattend. Enkele citaten uit de toekomstvisie voor 2020 in de laatste CFP herziening (Europese Commissie, 2009):
Mankind’s main source of high-quality animal protein and healthy fat, fish, is a growing market again...
...The continuous decline of catches by the European fleet came to an end around 2015...
...Rampant overfishing, with a large impact on coastal economies, has become a thing of the past. Nearly all of Europe’s fish stocks have been restored to their maximum sustainable yields...
...Europe’s fishing industry has become far more financially robust...
...The EU Common Fisheries Policy has become streamlined and is now considerably cheaper and simpler to manage...
...Outside Europe, the EU continues its work to promote good maritime governance and responsible fishing worldwide....
1.4 Het spanningsveld tussen People, Planet en Prosperity De dimensies van duurzame ontwikkeling zoals weergegeven in figuur 3 worden door ICIS3 en Telos4 opgevat als vormen van maatschappelijk kapitaal. Voor een duurzame ontwikkeling Herstel gebieden of “fish recovery areas” ziet Roberts als synoniemen (Europese Visserij Commissie, 2012a) International Centre for Integrative Studies, Universiteit Maastricht 4 Brabants Centrum voor Duurzaamheidsvraagstukken, Tilburg 2 3
7
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
van de Noordzeevisserij is een evenwichtige groei nodig van deze drie kapitaalvormen (De Kraker, Van Laeken & Cörvers, 2004a). Het volgende voorbeeld dient ter illustratie: Stel dat men een algemeen verbod tot exploitatie in zou stellen voor de Noordzee. Dat zou een ecologische zegen zijn aldus Ballantine et al (2006) en Roberts et al (2000). Goed voor het
People • Gemeenschap
milieu dus, maar toch zou het niet duurzaam zijn. Want het zou een doodsteek zijn voor de visserijsector, omdat kostbare middelen niet
Planet
Prosperity
efficiënt zouden worden ingezet. Dat wordt
• Ecologie
• Economie
door de EU met de huidige overcapaciteit sowieso al als het grootste probleem gezien (Europese
Commissie,
2009;
Villasante,
Figuur 2: De drie dimensies van duurzaamheid.
2010). Veel mensen zouden werkeloos raken en tevens zouden er voedseltekorten ontstaan. Het is goed mogelijk dat het laatste probleem zou worden verplaatst van het rijke Europa naar ontwikkelingslanden zoals in het werk van Le Manach et al (2012) blijkt is er wel de intentie (Europese Commissie, 2009) om de buit eerlijk te verdelen, maar het lukt niet. De moeilijkheid om het evenwicht te bewaren blijkt ook uit de visquota die door de EU worden bepaald, maar wel afwijken van wat natuurwetenschappelijk als veilig wordt geacht door ICES (CFP-Reformwatch, 2012a).
8
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
2. Analyse In dit tweede hoofdstuk wordt een bestudering uiteengezet van overbevissing. Allereerst de voornaamste oorzaken. Vervolgens de economische factoren in het bijzonder. Daarna de ingrepen in de fysieke omgeving en tot slot een paragraaf over een relatie met de volksgezondheid. 2.1 De hoofdoorzaken Het blijkt moeizaam om te bepalen welke hoeveelheid te landen vis acceptabel is, zodat de voorraad niet uitgeput raakt. Volgens Beverton (1998) liggen hieraan twee zaken ten grondslag:
Fysieke onzekerheden door het klimaat.
Biologische onzekerheden door interacties binnen/tussen soorten.
In Beverton (1998) wordt ook Ludwig’s ratchet5 aangedragen als een voorname oorzaak: Cyclische investeringen om te concurreren met de andere vissers om steeds meer vis binnen te kunnen halen hebben gezorgd voor een overcapaciteit van de vissersvloot. Op visvoorraad gebaseerd management is daardoor niet voldoende. Een geïntegreerde aanpak op vloot gebaseerde management van visserijen geniet de voorkeur. Hierbij wordt rekening gehouden met de drie duurzaamheidsaspecten: ecologisch, economisch en sociaal aldus Gascuel et al (2012). Als paniek regeert, wordt de ruimte die de regels voor good governance, cq. co-management, bieden gebruikt om uitzonderingen te maken die de democratische normen eroderen. Dit gebeurt wanneer actoren, zoals betrokken bij de Noordzee visserij, een krachtenspel spelen. Het gevolg is dan lapwerk aan regelgeving in plaats van werkelijk samen tot overeenstemming te komen met een elegante oplossing/wet. Dit is volgens Griffin (2010) dé reden dat good governance, nog geen succes is voor Noordzeevisserijen. 2.2 De economische factoren De quota die door ICES zijn bepaald dienen als advies en op basis daarvan worden door de EU quota bepaald voor vis per soort en gebied. Die quota zijn nu alleen verhandelbaar binnen één land, maar niet vrij voor heel de EU. Andersen, Nielsen & Lindebo (2009) menen dat hierdoor middelen inefficiënt worden aangewend. Dus een versterking bovenop de inefficiëntie die al bestaat door de overcapaciteit van de vissersvloot. De grote van die vloot is niet goed afgestemd op de quota (Anderson et al, 2009; Europese Commissie, 2009) door Ludwig’s ratchet (Beverton, 1998).
5
Krachtige economische en politieke belangen drijven visserijen tot overkapitalisatie en overexploitatie, ondanks wetenschappelijk bewijs dat de voorraden afnemen.
9
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Van het advies dat door ICES wordt gegeven wordt regelmatig afgeweken door de EU het ecologische belang moet dan inboeten ten goede van het economische en/of sociale belang (CFP-Reformwatch, 2012a). Lage visopbrengst voor de primaire producent, de prijzen aan het begin van de keten stagneren terwijl (brandstof)kosten wel fluctueren met de volgende consequenties:
Het moedigt vissers aan om voor grote hoeveelheden vis te gaan.
De onmogelijkheid om verhoogde kosten door te rekenen zorgt voor lage winstgevendheid en weer prikkels om te overbevissen.
Het maakt de vissers afhankelijk van publieke gelden waardoor ze een permanent kenmerk beginnen te vormen van het bedrijfsplan (Europese Commissie, 2009)
Recreatief vissen wordt in bepaalde gebieden ook steeds minder gedaan, omdat er te weinig vis wordt gevangen. De Ierse eilanden worden in dat opzicht genoemd tijdens de hoorzitting van de Europese Visserij Commissie (2012a). Alle beleidsaanpassingen in 2002 en 2009 van de EU tot nu toe hebben deze trend nog maar zeer beperkt weten te breken. CFP-Reformwatch (2012d) vindt een enkel lichtpuntje, de kabeljauwvoorraad is licht gestegen. Helaas is de voorraad nog altijd beneden de veilig geachte biologische limit. 2.3 De ingreep in de fysieke omgeving De focus in dit essay ligt op uitputting en aantasting. Overbevissing is echter ook in verband gebracht met verontreiniging (Wolff, 2000), maar dat valt buiten het bereik van dit essay. Aantasting is o.a. het gevolg van het soort vistuigen dat wordt gebruikt, zoals de sleepnetten die veelal gebruikt worden voor het vangen van kabeljauw en schelvis. De gevolgen worden al geschetst in paragraaf 1.2. En tevens vindt aantasting plaats door verandering van de ecologische balans in het ecosysteem (Ducrotoy et al, 2000). Uitputting hoeft in principe niet op te treden, omdat vis een hernieuwbare bron is, zolang de overgebleven voorraad vis maar groot genoeg blijft en van voldoende kwaliteit is. Hierbij zijn o.a. volwassenheid en plaats van belang (Roberts et al, 2000). Voor de instandhouding van een populatie vissen is het ook van belang dat de leefomgeving niet wordt aangetast. Iedere soort heeft zijn eigen niche wanneer die niche verdwijnt kan dat de ondergang betekenen van een soort. Uiteraard is er verschil in adaptief vermogen van soorten.
Bij
beperkte
verandering
kan
een
soort
wellicht
overleven.
Huidige
visserijmanagement systemen schieten te kort als het aan komt op het beschermen van kwetsbare en haast uitgeputte soorten (Europese Visserij Commissie, 2012b). Wolff (2000) noemt tal van soorten die in de loop van de 20ste eeuw zijn verdwenen uit het zuidoostelijke deel van de Noordzee veelal door verandering van het milieu. 10
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
2.4 Het probleem voor de volksgezondheid In de Richtlijnen goede voeding 2006 (2006) van de gezondheidsraad is een vis-paragraaf toegevoegd. Het advies uit 2001 van 200 mg visolievetzuren per dag is daarbij meer dan verdubbeld. De voedingsnorm is nu 450 mg visolievetzuur per dag. De reden hiervoor is dat het waarschijnlijk is dat vis het sterfterisico als gevolg van hart- en vaatziekten verminderd. Nu bevatten kabeljauw en schelvis een laag vetpercentage (0-2%), om aan deze norm te voldoen zou men ook minstens een maal per week vette vis moeten eten zoals haring of makreel met 5-25% en gemiddeld 10% vet (Voedingscentrum, n.d.). Het is mogelijk dat juist door deze norm overbevissing wordt versterkt. Door overbevissing en uitputting van vissoorten wordt het steeds moeilijker om aan de norm te voldoen en dus voor mensen om gezond te leven. Een vicieuze cirkel dus.
11
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
3. Oplossing en preventie In dit hoofdstuk zijn in de laatste paragraaf de mogelijke oplossingen geconcentreerd voor bovenstaande problemen in het bijzonder en voor overbevissing in het algemeen. Het hoofdstuk begint met een beschrijving van enkele mogelijkheden en beperkingen van achtereenvolgens; overheidsbeleid, good governance en technische oplossingen. 3.1 Mogelijkheden en beperkingen van overheidsbeleid In het rapport voor de Europese Visserij Commissie (2012b) wordt als oplossing voor de aantasting en uitputting van de zee voorgesteld om een netwerk van een soort6 zeereservaten in te stellen. De rol van de EU is om een wetswijziging door te voeren, juridische sturing dus. Tijdens de hoorzitting van het Europees parlement en de visserij commissie blijkt duidelijk dat de belangen divers zijn en alle dimensies van duurzaamheid de revue passeren (Europese Visserij Commissie, 2012a). Het instellen van de reservaten roept namelijk de vraag op hoe de industrie gecompenseerd kan worden voor het niet mogen vissen in de betreffende gebieden (economische sturing), zodat er geen burgers zonder werk komen te zitten. In het besproken rapport wordt ook nadrukkelijk uitgesproken dat het nodig is om in overleg met de industrie de reservaten in te stellen (communicatieve sturing). Het wetswijzigingsvoorstel bevat de intentie om geleidelijk naar het doel toe te werken van 10-20% zeereservaten in de Europese zeeën. Door zo’n geleidelijke invoer is de compensatie betaalbaar (vanuit reeds bestaande fondsen) en op termijn niet meer nodig zodra de zeereservaten voor de voorspelde groei van visvoorraden zorgen. In het rapport van de Europese Visserij Commissie (2012b) wordt voorspeld dat door de zeereservaten ieder jaar 4% meer opbrengst wordt gegenereerd met na 10 jaar een groeifactor van 1,0410 zelfs de langstlopende projecten met zeereservaten laten nog groei zien. Zelfs na dertig jaar is de grens nog niet bereikt. Tevens zullen de eerste successen uitbreiding van het netwerk aan zeereservaten acceptabeler maken. Zoals dat ook in andere plaatsen gebeurde (Ballantine et al, 2006; Europese Visserij Commissie, 2012b). 3.2 Mogelijkheden en beperkingen van good governance Good governance is op het gebied van visserij nog niet succesvol en Griffin (2010) geeft daarvoor een verklaring (zie paragraaf 2.1). Het blijkt echter ook uit de recente CFP reform (Europese Commissie, 2009) ondanks de intentie ligt er nog te weinig verantwoordelijkheid bij de industrie zelf en wordt de naleving van de CFP door de industrie matig genoemd. Er Een soort zeereservaat het gaat strikt genomen over “fish stock recovery areas”, In de zitting van het parlement wordt in deze gebieden alleen vissen verboden en niet iedere vorm van exploitatie zoals men zou verwachten in zeereservaten, echter zijn er ook geluiden van parlementsleden die deze wens wèl hebben. 6
12
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
wordt in die laatste CFP reform juist gezegd dat co-management nodig is om hier iets aan te doen. Met inachtneming van Griffin (2010) zou dat alleen werken als de doelstellingen en regels duidelijk zijn en dat geen paniek wordt gezaaid om eigen agenda’s te promoten van individuele actoren. Het instellen van de zeereservaten voldoet in zekere mate aan deze voorwaarden, omdat het een eenvoudige regel is. De intentie is ook om dit in samenspraak te doen met de industrie om zo ook de meest geschikte gebieden te selecteren voor een aaneengesloten netwerk van zeereservaten in de Europese zeeën. Wanneer de plannen worden gedragen door de industrie zullen ze zelf ook meer geneigd zijn de regels na te leven. Dan behoeft de overheid tevens minder controlemiddelen in te zetten (Europese Commissie, 2009; Europese Visserij Commissie, 2012b). 3.3 Mogelijkheden en beperkingen van technologische oplossingen Technologieën en technieken kan je graderen van intrinsiek tot extrinsiek. Waarbij intrinsieke technologieën, waar mogelijk, de voorkeur genieten, omdat ze schoon zijn en dus geen milieuprobleem veroorzaken dat later moet
milieutechnologie intrinsiek preventief
worden opgelost met proces-geïntegreerde of
schone
toegevoegde technologie (De Quartel, 2004).
technologie
van
proces-geïntegreerde
toegevoegde proces-
technologie
technologie
technieken voorgesteld om het vissen met
voorbeelden
curatief
geïntegreerde
In de SafetyNet (2012) film worden een aantal
sleepnetten minder milieubelastend te maken,
extrinsiek
d
Figuur 3 Soorten milieutechnologie (bron: De Quartel, 2004).
en
toegevoegde technologieën: 1. Lichtgevende ringen die de mazen in het net openhouden en een duidelijk zichtbare uitgang vormen voor de kleine vissen. 2. Ringen met batterij of ringen met turbine/zelflader. 3. Het sleepnet wordt niet in zijn geheel over het zeebodem gesleept. Door het op 1 meter erboven te houden door pilaren. Alleen de voeten van die pilaren slepen over de bodem waardoor een kleiner oppervlak van de zeebodem wordt verstoord en minder energie nodig is om het net voort te trekken. 4. Scheidingspaneel in het horizontale vlak midden in het net om vissoorten te kunnen onderscheiden en dus selectiever te vissen. Omdat kabeljauw bij stress naar beneden zwemt en de mazen hier groter gelaten worden kan deze vis toch nog ontsnappen.
13
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Terwijl de schelvis wel wordt gevangen doordat die juist naar boven zwemt, het fijnmazigere deel in. Met deze technologie worden dus enkele voordelen behaald, maar het is nog niet ideaal, want grote vis (en dus ook de grootste) worden wel gevangen terwijl het juist interessant is om die in leven te laten, omdat ze voor veel nakomelingen kunnen zorgen. Het onderscheidend vermogen van een sleepnet is zelfs met punt 4 hierboven beperkt (Roberts et al, 2000; Greenpeace, 2010). 3.4 De oplossing en enkele voordelen Zoals Roberts het tijdens de zitting van de visserij commissie verwoord is het instellen van zeereservaten een goed begin voor het herstel van de visvoorraden en ecosystemen. Volgens Greenpeace (2010) is het een noodzaak en de Europese unie wil het (Europese Commissie, 2008). Getuige de hoorzitting van de Europese Visserij Commissie (2012a) blijkt ook dat ze tevens een goed idee hebben over hoe het aangepakt zou moeten worden. De prognose van de voorgestelde zeereservaten beoogd de volgende voordelen:
Snel en langdurig herstel van commercieel belangrijke soorten;
Omliggende visserijen profiteren op basis van spill-over en export van nakomelingen uit de reservaten;
De reservaten kunnen een grote bijdrage leveren aan de verbetering van de status en productiviteit van visserijen;
Evenals het beschermen van de biodiversiteit (Europese Visserij Commissie, 2012b).
Het instellen van zeereservaten levert daarnaast een aantal voordelen op die niet worden bereikt met huidig “gereedschappen” zoals het limiteren van; visserij-inspanningen, visquota en tuigage (Europese Visserij Commissie, 2012b). Namelijk het herstel van uitgeputte, kwetsbare soorten en leefgebieden zonder dat productieve visserijen moeten worden stopgezet. Tevens zou deze oplossing een belangrijke bijdrage leveren aan ecosysteemgebaseerd visserij management waarbij het voorzorgsbeginsel centraal staat. Een netwerk van marine reservaten zal nodig zijn inclusief de voorgestelde “fish stock recovery areas” om te voldoen aan een goede milieustatus m.b.t. de “Marine Strategy Framework Directive” (Roberts et al, 2000; Europese Visserij Commissie, 2012b).
Het probleem van vlootovercapaciteit zal ook aangepakt kunnen worden. Bijvoorbeeld door liberalisering van de visserij-quota’s (Andersen et al, 2009). En/of door een betere afstemming van de capaciteit op datgene wat duurzaam gevangen kan worden. Dat wordt door Gascuel et al (2012) getypeerd als: “An integrated ecosystem fleet-based management”. Hier en in de vorige paragraaf dikgedrukt om aan te geven dat deze laatste toevoeging 14
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
wellicht een minimale aanpassing behoeft van het reeds bestaande wetswijzigingsvoorstel van de Europese Commissie (2012b).
4. Duurzaamheidsperspectief Naast een oplossing voor het milieuprobleem in de voorgaande paragraaf staat men in dit hoofdstuk stil bij het duurzaamheidsperspectief met betrekking tot de oplossing. Ten eerste over de duurzame ontwikkeling. Dan de nodige maatschappelijke en fysieke voorwaarden voor een duurzame oplossing. In paragraaf 4.3 een korte beschrijving van duurzaamheid en technische oplossingen. In de laatste paragraaf staat de gewenste rol van de EU voor een succesvolle duurzame oplossing. 4.1 Duurzame ontwikkeling met betrekking tot de voorgestelde oplossing In De Kraker et al (2004b) wordt de visserijsector als voorbeeld gegeven van een sector met duurzaamheidspretenties, De visserijsector houd er een ander beeld van de fysieke werkelijkheid op na dan de visserijbiologen, zo wordt gezegd. Je zou kunnen zeggen dat het maatschappelijk kapitaal niet eerlijk verdeeld is. Een algeheel verbod op exploitatie van de Noordzee is geen oplossing, omdat dan het maatschappelijk kapitaal evenmin evenwichtig verdeeld zou zijn zoals in paragraaf 1.4 is geïllustreerd. De aangedragen oplossing voor het instellen van een netwerk aan reservaten in de Europese zeeën is wèl duurzaam te noemen. Enkele redenen waarom dit wel een duurzame oplossing is blijkt uit de betrekking van alle drie de dimensies:
Het betreft uiteindelijk 10-20% van de Noordzee (planet)
Op de rest van de zee is het business as usual (people/prosperity)
Het percentage reservaten wordt langzaamaan vergroot (planet)
Er
vindt
subsidiaire
compensatie
plaats
voor
gemiste
opbrengsten/loon
(prosperity/people)
Overvloed aan vis in de reservaten drijft de vis er ook buiten, zodat de voorraden op plaatsen waar wel gevist mag worden toenemen (planet/prosperity)
Op termijn neemt de visvoorraad toe (planet/prosperity)
Andere sectoren zoals recreatieduikbedrijven profiteren doordat hele ecosystemen zich herstellen. Er is immers wat te zien (people/prosperity/planet)
Door het herstel van ecosystemen neemt ook de biodiversiteit toe (planet)
Kwetsbare soorten en omgevingen herstellen zich (planet) (Europese Visserij Commissie, 2012b).
Wolff (2000) beschrijft werkelijk kwetsbare vissoorten die helemaal of gedeeltelijk uit de Noordzee zijn verdwenen zoals Scyliorhinus 15
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
canicula en Raja batis. De kabeljauw is nog wel te vinden, maar wordt ernstig bedreigd door overbevissing, omdat de voorraad (SSB) zo laag is (CFP-Reformwatch, 2012d; ICES, 2012a-b).
Bij de kwetsbare omgevingen kan je denken aan paringsgebieden van bepaalde vissoorten, maar ook gebieden waar de voedingsbronnen van bijvoorbeeld
schelvissen
opgroeien,
voornamelijk
benthische
ongewervelde prooidieren, zandspiering en haringeieren (Roberts et al, 2000; ICES, 2012c). 4.2 De maatschappelijke en fysieke voorwaarden voor een duurzame oplossing Indien door duurzame visserij in de Noordzee elders extra vis moet worden gevangen om te voldoen aan de vraag in de EU is men nog niet duurzaam bezig. Dit dreigt het geval te zijn gezien de overexploitatie van de zee en de bevolking in Madagaskar (Le Manach et al, 2012). Als duurzaamheid het doel is mag men het probleem niet verplaatsen naar elders en/of later. Zeereservaten bieden het perspectief tot lang na instelling verbetering te blijven vertonen (Europese Visserij Commissie, 2012b). Zelfs de langstlopende projecten doen dat nog (Ballantine et al, 2006; Roberts et al, 2000). De problematiek wordt dan dus niet verplaatst naar later. Het tegendeel is zelfs waar, omdat de verwachte groei zo lang voortduurt zullen toekomstige generaties zelfs meer voordeel halen uit het instellen van de reservaten dan huidige generaties. Om ervoor te zorgen dat de problematiek ook niet wordt verplaatst naar elders worden door Le Manach et al (2012) de volgende kaders voorgesteld:
Prioriteren duurzame visserij en billijke batenverdeling;
Waarbij redelijke quota zijn ingesteld;
Vergoedingen worden geïndexeerd aan de gelande waarde van vangsten;
Alle kosten van overeenkomsten worden direct ten laste gelegd van de begunstigde industrieën;
EU-ontwikkelingshulp moet worden losgekoppeld van deze overeenkomsten, en moet zich richten op het verbeteren van toezicht en handhaving van capaciteiten in de gastlanden.
Deze kaders zouden de voordelen voor Madagaskar vergroten en tegelijkertijd de kosten verminderen voor de belastingbetalers in de EU.
Heel specifiek worden door het rapport van de EU Visserij Commissie (2012b) ook de volgende zaken nog genoemd als noodzakelijk voor het succesvol implementeren van zeereservaten: 16
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Vissers moeten volledig betrokken worden bij het selecteren van de gebieden. Het proces zelf zal verschillen per regio en in dat opzicht kunnen de reeds bestaande “Regional Advisory Council’s” (RAC) een rol spelen.
Hoewel in dit co-management verband compromissen nodig zullen zijn, zou geen concessie moeten worden gedaan aan de mate van bescherming aangezien zelfs een klein beetje visserij in een regio de voordelen rap reduceert.
Het proces voor het instellen van zeereservaten zal kostbaar zijn. Het zal voor de visserijen transitiekosten met zich meebrengen terwijl ze zich aanpassen aan het nieuwe managementsysteem. Ter compensatie is financieel support uit het Europese Maritieme & Visserij Fonds voorgesteld.
4.3 Mogelijkheden voor een duurzame technologische oplossing De oplossing die aan het einde van het vorige hoofdstuk is aangedragen is vooral gericht op aanpassing van het management van visserijen. In de zitting van de Europese Visserij Commissie (2012a) wordt door de onderzoeker echter expliciet aangegeven dat dit niet de enige oplossing is om het milieu te verbeteren. Een voorbeeld van technische oplossingen worden gegeven door de film van SafetyNet (2012). Het betreft hier product- en procesinnovaties die de milieudruk pogen te verminderen ten opzichte van huidige visserijtechnieken. Buiten de reservaten zou met toepassing van deze technieken dan ook minder schade aan het milieu optreden. Kabeljauw zou daarmee in het bijzonder worden beschermd. 4.4 De gewenste rol van de EU m.b.t. deze duurzame oplossing De EU heeft instrumenten in handen om iets te doen aan overbevissing in de Noordzee. Hiertoe zal het de eerder beschreven machtsmiddelen in moeten zetten.
Wettelijk: Het aannemen van het voorgestelde wetswijzigingsvoorstel (Amendment 68, Proposal for a regulation, part 3 – article 7a). Hiermee is men bezig. Er wordt op dit moment gesproken over een wetswijziging die het instellen van reservaten op Zee voor de hele EU beoogd (Europese Visserij Commissie, 2012a).
Overbevissing is een probleem, omdat daardoor soorten verdwijnen (Wolff, 2000). Door het instellen van plaatsen waar helemaal niet gevist mag worden kunnen soorten zich daar in ieder geval herstellen. Vervolgens treed spill-over en export van nakomelingen op naar nevenliggende gebieden in de zee.
Daarnaast treden allerhande ecologische veranderingen/herstel op die zeer beperkt/niet te voorspellen zijn aldus Ballantine et al (2006). 17
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Het voordeel zal niet alleen voor schelvis en kabeljauw optreden maar voor alle soorten/organismen in de betreffende reservaten.
Communicatie: De EU kan met de wetenschappers, RAC’s en de visserijen om tafel gaan zitten. Allereerst kan gezamenlijk bepaald worden welke gebieden het beste kunnen worden geselecteerd. Na de eerste successen van deze reservaten zal hierover gecommuniceerd moeten worden. Die verantwoordelijkheid ligt bij de EU. Door deze samenwerking plus de communicatie van successen zal het draagvlak worden gecreëerd en vergroot.
Economisch: Bestaande fondsen kunnen worden ingezet om visserijen te compenseren in de transitieperiode. Het uiteindelijke doel is 10-20% van de Europese zeeën als reservaat in te stellen. Voor de betaalbaarheid is het een voordeel dat in stappen wordt toegewerkt naar (Europese Visserij Commissie, 2012a).
De EU moet er tevens voor waken dat in dit co-management verband randvoorwaarden geschapen worden die de problemen7 voorkomen die Griffin (2010) beschrijft. De volgende zaken worden genoemd door de Europese Visserij Commissie (2012b) als onderdelen die extra eenduidigheid behoeven:
Het uitgangspunt is om een eenmaal ingesteld reservaat tot in lengte van dagen zo aan te merken, omdat hervatten van visserij in het gebied het voordeel snel teniet zal doen.
De huidige uitzondering daarop in het wetswijzigingsvoorstel is geldig indien een gebied geen tekenen van herstel laat zien na 5 jaar. Men zou minstens 10 jaar moeten wachten om zo’n oordeel te kunnen vellen.
Voordat het wetswijzigingsvoorstel wordt aangenomen zouden bovenstaande punten aangepast moeten worden in het voorstel. Ballantine et al (2006) schrijven tevens dat het instellen van reservaten sowieso al een stuk duidelijker/eenduidiger is dan de alternatieve manieren om de beoogde doelen te bereiken.
7
Zoals beschreven in de laatste alinea van paragraaf 2.1
18
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
5. Conclusie Kan de EU middels beleid overbevissing in de Noordzee helpen verminderen?
Ja, de EU kan een rol spelen door het wetswijzigingsvoorstel aan te nemen voor het instellen van reservaten in de Europese zeeën. Amendment 68, Proposal for a regulation, Part 3 – article 7a (new). In dat geval worden de volgende voordelen verwacht:
Snel en langdurig herstel van commercieel belangrijke soorten;
Omliggende visserijen profiteren op basis van spill-over en export van nakomelingen uit de reservaten;
De reservaten kunnen een grote bijdrage leveren aan de verbetering van de status en productiviteit van visserijen;
Evenals het beschermen van de biodiversiteit.
Naast voordelen die op geen andere wijze worden bereikt (Europese Visserij Commissie, 2012b).
Door co-management en communicatie kan draagvlak worden gecreëerd en versterkt voor de daadwerkelijke uitvoer van dit voorstel (Ballantine et al, 2006; Roberts et al, 2000; Europese Commissie, 2009). Alle drie de dimensies van duurzaamheid worden beschouwd bij het instellen van het netwerk van zeereservaten. Er zal voordeel optreden voor veel soorten/organismen in de betreffende reservaten waarbij zelfs zeer ernstig bedreigde soorten weer een kans krijgen. Tevens wordt dat bereikt zonder productieve visserijen stil te leggen en dat is uniek ten opzichte van de bestaande middelen (Europese Visserij Commissie, 2012b).
19
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Bijlagen Bijlage 1: Advies voor Kabeljauw uit ICES (2012b)
20
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
21
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Bijlage 2: Advies voor Schelvis uit ICES (2012c)
22
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
23
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
Bronvermelding Andersen, J.L., Nielsen, M. & Lindebo, E (2009). Economic gains of liberalising access to fishing quotas within the European Union. Marine Policy 33, 497-503. Ballantine, W.J. & Langlois, T.J (2006). Marine Reserves: The need for systems. geraadpleegd 28-10-2012 op http://www.marinereserves.org.nz/papers/EMBSpaperJan07.pdf Beverton, R (1998). The Larkin Lecture - Fish, fact and fantasy: a long view. Reviews in Fish Biology and Fisheries 8, 229-249. CFP-Reformwatch (2012a). Baltic fish quotas: salmon catches twice the scientific advice. geraadpleegd 28-10-2012 op http://cfp-reformwatch.eu/2012/10/baltic-fish-quotassalmon-catches-twice-the-scientific-advice/ CFP-Reformwatch (2012b). The case for fish stock recovery areas. geraadpleegd 30-10-2012 op http://cfp-reformwatch.eu/2012/10/the-case-for-fish-stock-recovery-areas/ CFP-Reformwatch (2012c). UN expert calls for a halt to “ocean grabbing”. geraadpleegd 3010-2012 op http://cfp-reformwatch.eu/2012/10/un-expert-calls-for-a-halt-to-oceangrabbing/ CFP-Reformwatch (2012d). EU fish stocks: signs of progress but still long way to go. Geraadpleegd 7-11-2012 http://cfp-reformwatch.eu/2012/09/eu-fish-stocks-signs-ofprogress-but-still-long-way-to-go/ Cörvers, R.J.M. & De Kraker, J (2004a). Milieuproblemen en milieuwetenschap. In R.J.M. Cörvers & J. de Kraker (cursusteamleiders). Milieuproblemen en duurzame ontwikkeling. Cursus (deel 1, p 22), Heerlen: Open Universiteit Nederland Cörvers, R.J.M. & De Kraker, J (2004b). Milieuproblemen en milieuwetenschap. In R.J.M. Cörvers & J. de Kraker (cursusteamleiders). Milieuproblemen en duurzame ontwikkeling. Cursus (deel 1, pp 29-31), Heerlen: Open Universiteit Nederland De Kraker, J., Van Laeken, M. & Cörvers, R.J.M (2004a). Over de mogelijkheid en noodzakelijkheid van een concept. In R.J.M. Cörvers & J. de Kraker (cursusteamleiders). Milieuproblemen en duurzame ontwikkeling. Cursus (deel 4, p 135), Heerlen: Open Universiteit Nederland De Kraker, J., Van Laeken, M. & Cörvers, R.J.M (2004b). Over de mogelijkheid en noodzakelijkheid van een concept. In R.J.M. Cörvers & J. de Kraker (cursusteamleiders). Milieuproblemen en duurzame ontwikkeling. Cursus (deel 4, p 152), Heerlen: Open Universiteit Nederland De Quartel, D.F.H (2004). Milieutechnologie. In R.J.M. Cörvers & J. de Kraker (cursusteamleiders). Milieuproblemen en duurzame ontwikkeling. Cursus (deel 3, p 181), Heerlen: Open Universiteit Nederland Ducrotoy, J.P., Elliot, M. & De Jonge, V.N (2000). The North Sea. Marine Pollution Bulletin 41, 5-23. Europese Commissie (2008). Establishing a framework for community action in the field of marine environmental policy (Marine Strategy Framework Directive). Directive 2008/56/EC. Official Journal of the European Union L 164/19 Europese Commissie (2009) Green Paper: reform of the common fisheries policy (CFP). Geraadpleegd 31-10-2012 op http://eurlex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2009:0163:FIN:EN:PDF Europese Visserij Commissie (2012a). 4.0 Presentation of a briefing note on "Establishment of fish stock recovery areas". Geraadpleegd 30-10-2012 op http://www.europarl.europa.eu/ep-live/en/committees/video?event=20121008-1500COMMITTEE-PECH&category=COMMITTEE&format=wmv Europese Visserij Commissie (2012b). Establishment of fish stock recovery areas. Beleidsdepartement voor structureel en cohesief beleid. Geraadpleegd 30-10-2012 op 24
Overbevissing in de Noordzee - Milieuproblemen & duurzame ontwikkeling door Werner Kocken – december 2012
http://www.europarl.europa.eu/committees/en/studiesdownload.html?languageDocume nt=EN&file=76399 Froese, R. & Quaas, M (2012). Mismanagement of the North Sea cod by the European Council. Ocean & Coastal Management, doi:10.1016/j.ocecoaman.2012.04.005 Gascuel D., Merino G., Döring, R., Druon, J.N., Goti, L. , Guénette, S., et al (2012). Towards the implementation of an integrated ecosystem fleet-based management of European fisheries. Marine Policy 36, 1022-1032 Gezondheidsraad (2006). Richtlijnen goede voeding 2006 (publicatie nr 2006/21) Den Haag: Gezondheidsraad Greenpeace (2010). Video: Zeereservaten nu! Geraadpleegd 28-10-2012 op http://www.greenpeace.nl/photosvideos/Video1/Video-Zeereservaten-nu-/ Griffin, L (2010). The limites to good governance and the state of exception: A case studie of North Sea fisheries. Geoforum 41, 282-292 ICES (2012a). Cod in Division IIIa East (Kattegat). Geraadpleegd 6-11-2012 op http://www.ices.dk/committe/acom/comwork/report/2012/2012/cod-kat.pdf ICES (2012b). Cod in Subarea IV (North Sea) and Divisions VIId (Eastern Channel) and IIIa West (Skagerrak). Geraadpleegd 6-11-2012 op http://www.ices.dk/committe/acom/comwork/report/2012/2012/cod-347.pdf ICES (2012c). Haddock in Subarea IV (North Sea) and Division IIIa West (Skagerrak). Geraadpleegd 6-11-2012 op http://www.ices.dk/committe/acom/comwork/report/2012/2012/had-34.pdf Le Manach, F., Andriamahefazafy, M., Harper, S., Harris, A., Hosch, G., Lange, G., et al (2012) Who gets what? Developing a more equitable framework for EU fishing agreements. Marine Policy, http://dx.doi.org/10.1016/j.marpol.2012.06.001 Pope, J.G. & Macer, C.T (1996). An evaluation of the stock structure of North Sea cod, haddock, and whiting since 1920, together with a consideration of the impacts of fisheries and predation effects on their biomass and recruitment. ICES Journal of Marine Science 53, 1157-1169. Roberts, C.M. & Hawkins, J.P (2000). Fully-protected marine reserves: a guide. WWF Endangered Seas Campaign, 1250 24th Street, NW, Washington, DC 20037, USA and Environment Department, University of York, York, YO10 5DD, UK. SafetyNet (2012) SafetyNet explanatory video. Geraadpleegd 28-10-2012 op http://www.youtube.com/watch?v=Thov5k7fWlg& UNEP (1992). Rio Declaration on Environment and Development. Geraadpleegd 10-11-2012 op http://www.unep.org/Documents.Multilingual/Default.asp?documentid=78&articleid=1 163 Villasante, B (2010). Global assessment of the European Union fishing fleet: An update, Marine Policy 34, 663-670 Voedingscentrum. Vis. Geraadpleegd 9-11-2012 op http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vis.aspx Wired.com (2012) Fish-saving SafetyNet design wins UK James Dyson award. geraadpleegd op 28-10-2012 op http://www.wired.co.uk/news/archive/2012-08/30/dyson-awardwinner Wolff, W.J (2000). The south-eastern North Sea: losses of vertebrate fauna during the past 2000 years. Biological Conservation 95, 209-217
25