Provincie Noord-Brabant
Verslag debat 22 september 2010, Juridische Hogeschool Avans/Fontys
“Over veerkracht, vitale coalities en Thorbecke voorbij”
Opening en introductie
Dagvoorzitter Bas van ’t Wout opent de debatbijeenkomst met een welkom aan de aanwezigen. Ongeveer de helft van de aanwezigen blijkt raadslid te zijn. Een kwart is wethouder of burgemeester en een kwart is afkomstig uit de ambtenarij; soms zelfs met een dubbelfunctie. Deze bijeenkomst is een vervolg op die van 8 juli 2010. Slecht een klein deel van de aanwezigen was daarbij aanwezig, zodat vandaag gelukkig weer veel nieuwe gezichten te zien zijn. Om nog eens goed aan te geven waarom deze bijeenkomst wordt georganiseerd spreekt vervolgens Han Polman, voorzitter van de VBG.
Bas van ’t Wout opent de bijeenkomst
Han Polman licht de bijeenkomst toe
Han Polman: dit debat is er een in een reeks die de VBG samen met provincie en de Vereniging Bestuurskunde (kring Brabant) organiseert over bestuurskracht. Op 26 januari 2011 vindt de derde bijeenkomst plaats. De provincie vindt het belangrijk om meer samen te werken met gemeenten op het thema bestuurskracht. Vandaag hebben we het samen over vragen als: hoe doen we dat, wat zien we in Brabant aan ontwikkelingen en hoe sluiten we coalities met gemeenten, maatschappelijke instellingen etc. Ondertussen vindt er ook discussie plaats op VNG-niveau over Thorbecke 2.0. Aan de hand van een analyse werd tijdens een ledenvergadering stilgestaan bij wat zich in bestuurlijk Nederland ontwikkelt, wat de aandachtspunten zijn en wat de weg zou kunnen zijn naar gemeenten nieuwe stijl. Daarover ontstond veel discussie en de VNG maakt even een pas op de plaats. Goed dat die discussie kans krijgt in het land gevoerd te worden. Alle geluiden van vandaag worden meegenomen en besproken in het bestuur van de VNG door Michel Marijnen (oud-burgemeester Roosendaal), die speciaal daarvoor aanwezig is. Tot slot geeft Han Polman aan heel blij te zijn met de aanwezigheid van veel raadsleden. Het zou goed zijn in de gemeenteraad een themabijeenkomst te organiseren over de gewenste en verwachte richtingen op het vlak van onontkoombare bezuinigingen en nieuwe taken.
Hein van Duivenboden: Terug naar de maatschappelijke opgave.
Prof. dr. Hein van Duivenboden (bestuurskundig adviseur en hoogleraar interbestuurlijke samenwerking aan de Universiteit van Tilburg) houdt een inleiding over het thema “Terug naar de maatschappelijke opgave; over veerkracht, vitale coalities en Thorbecke voorbij”. Hij refereert aan de afscheidsspeech van prof. dr. Arno Korsten, waarin deze aangeeft dat grotere gemeenten het niet beter doen dan kleinere. Goede gemeenten zijn méér afhankelijk van betere persoonlijke verhoudingen in gemeentehuizen. Hein van Duivenboden zet de inhoud van Thorbecke 2.0 bij de toehoorders op het netvlies. Met name het pleidooi voor verdere versterking van de rol van gemeenten als dichtstbijzijnde overheid op maatschappelijk belangrijke terreinen en de visie dat Nederland zou moeten bestaan uit een nieuw, tweelaags binnenlands bestuur. Met daarnaast Europa als grensoverstijgende, derde dimensie. Gemeenten worden, hetzij door opschaling, hetzij door versterkte regionale samenwerking, gepositioneerd op regioniveau in plaats van op lokaal niveau in de resolutie. De voorstellen van de VNG volgen de ingezette lijn door de werkgroep-Kalden. Deze werkgroep komt tot twee scenario’s: één waarin er 100 tot 150 grote gemeenten overblijven en vijf tot acht provincies, en één waarin er 25 tot 30 supergemeenten en geen provincies overblijven. Hein van Duivenboden bepleit om het debat te voeren vanuit de inhoud en maatschappelijke opgaven. Eerst de maatschappelijke opgave, dan de taak en dan de schaal. Dit betekent volgens hem niet automatisch een forse schaalvergroting. Zeker niet met de conclusie van Korsten in gedachte dat er geen duidelijk verband te leggen is tussen schaalgrootte enerzijds en kwaliteit van het bestuurlijk functioneren van lokale overheden anderzijds. Hij onderschrijft de conclusies van Korsten (o.a. gebaseerd op bestuurskrachtmetingen bij gemeenten) en de VNG-voorstellen Hein van Duivenboden, terug naar… niet op voorhand om een drietal redenen. Ten eerste zet hij zijn vraagtekens bij het instrument bestuurskrachtmeting, omdat deze zich concentreren op het interne functioneren van de gemeente. In bestuurskrachtmetingen zou meer aandacht moeten zijn voor samenwerking tussen gemeenten met hun maatschappelijke partners bij de realisatie van maatschappelijke opgaven. Ten tweede vraagt hij zich af of we tevreden moeten zijn met een score van een (ruim) voldoende voor het gemeentelijk bestuur. Is dit goed genoeg om zowel de vertrouwenscrisis in de verhouding tussen burger en overheid als de financieel-economische crisis het hoofd te bieden? Ten derde constateert hij dat onderzoeken naar goed bestuur nu veelal kijken naar de bedrijfsvoering i.p.v. de beleidsvoering. Wat hem betreft zouden ingrediënten van de discussie over de bestuurlijke inrichting moeten zijn: (1) een focus op de concrete maatschappelijke vraagstukken zoals op uitvoeringsniveau beleefd en doorleefd, (2) het intelligent omgaan met het onderscheid tussen organisatorische en beleidsinhoudelijke ofwel maatschappelijke opgaven en (3) de ambitie om, samen met andere organisaties en personen, tot meer dan een ruime voldoende te komen, ook of juist met het oog op de toekomst.
2
Ideeën en ervaringen van gemeenten: de praktijk aan het woord
In een viertal workshops is gesproken over de combinatie van nieuwe vormen van samenwerking tussen overheid enerzijds en burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties anderzijds. Met als afgeleide de mogelijkheden die dit biedt voor een intelligente doordenking van ons openbaar bestuur vanuit Brabants perspectief.
Coalitievorming in het Brabantse landschap
Resultaten
In Het Groene Woud komen de maatschappelijke opgaven voor landbouw, recreatie en natuur samen. Veel organisaties, initiatiefgroepen, verenigingen, ondernemers en inwoners van Het Groene Woud maken zich (samen) sterk voor dit mooie gebied. Ger van den Oetelaar, voormalig wethouder gemeente Boxtel, verzorgde de aftrap voor de discussie aan de hand van de ervaringen. Het gebied ligt in de driehoek tussen de steden Tilburg, Den Bosch en Eindhoven Alle gemeenten worstelen met de aanpak van een goede invulling van het buitengebied. Aanbevolen wordt om de kip met gouden eieren niet te slachten, maar juist te voeden. De gevormde vitale coalitie is daarop een gezamenlijk antwoord. Eén van de kritische succesfactoren is om de resultaten (output) te beleven. Zorg ervoor dat de burgers snel zien waar je mee bezig bent en wat er ten goede verandert. De landbouw zélf durft ook over te stappen op alternatieve producten en landbouwvormen. Een andere randvoorwaarde voor succes bleek het betrekken van de grote steden. Hierdoor kon gebruik gemaakt worden van de capaciteit en de netwerken van de steden en groeide hun betrokkenheid. Tot slot is ook Europa van belang door subsidiemogelijkheden, kennisuitwisseling e.d. Een door de partijen ingestelde “Streekrekening” zorgt ervoor dat de gevonden formule ook in barre economische tijden overeind blijft, omdat het effect daarvan is dat er minder afhankelijkheid van overheidsgeld is. Een belangrijke les is dat bij de start een grote dosis enthousiasme enorm van belang is.
3
Coalitievorming in de wijk
Resultaten
Veldhoven kent sinds jaren een fijnmazig systeem aan wijkplatforms. Daarlangs wordt heel veel participatie door burgers gekanaliseerd. Deze wijkaanpak in Veldhoven is momenteel toe aan herijking. Nieuwe vormen van samenwerking tussen gemeente en burgers zijn gewenst. Gemeensecretaris Karel Boonen en beleidsmedewerker Ad van Best gingen in discussie met de deelnemers. Kernwoorden tijdens de discussie waren “herijken”, “loslaten” en “aanspreken”. Onder de noemer herijken is gesproken over de rolverdeling tussen gemeente en burger en hoe je de burger betrekt bij de besluitvorming. Veel gemeenten worstelen daarmee. De discussie over nieuwe inhoud en vormen kwam vooral uit bij de nieuwe media. De gedachte is om de aanpak breder te trekken dan louter leefbaarheid. Betrek de burger ook bij bezuinigingen en de visievorming over wat voor gemeente je wilt zijn en wat de gemeente heeft te bieden. In de discussie vormde loslaten het meest heikele punt. In hoeverre laat je de burgers zelf beslissen en trek je je als overheid terug Tot slot een oproep om de ander aan te spreken op (ongewenst) gedrag in plaats van steeds via een extra schijf dat via de gemeente te doen.
Coalitievorming gemeenten in de subregio
Resultaten
In deze sessie ging Frank Petter, burgemeester gemeente Woudrichem, in op de noodzaak tot samenwerking tussen gemeenten bij de uitvoering van de lokale opgaven. Hij nam daarbij zijn ervaringen met de samenwerking tussen de drie gemeenten in het Land van Altena als vertrekpunt.
4
De samenwerking in het Land van Altena wordt als een evolutionair model gekenschetst. Het karakter ligt sterk bij eenheid in verscheidenheid. De huidige gemeenten handhaven en via samenwerking recht doen aan de verscheidenheid van de dorpen. Op wat “veilige” terreinen als economie, toerisme wordt samengewerkt en bedrijfsmatige processen worden samen georganiseerd. Succesfactor is dat veel is geïnvesteerd in persoonlijke verhoudingen tussen bestuurders en ambtenaren aan de top. Faalfactor is vooral hoe je raden en burgers meekrijgt. Burger en bedrijven zijn voor een groot deel aanstichter van het proces. Een andere faalfactor is het ontbreken van een stip op de horizon? Ook het gegeven dat voor een matrixmodel, en geen fysiek shared services centre, is gekozen zou nog wel eens een valkuil kunnen zijn. In 2013 en 2014 toch nog eens bekijken hoe verder en alsnog een stip aan de horizon plaatsen. Er zijn dienstopdrachten geformuleerd, maar het vergezicht bleef in het midden. Winst boeken op gezamenlijke uitvoering van bedrijfsvoering vooral doen. Voor politiek gevoelige beleidsmatige taken ligt dat complexer. Het beeld is nog te veel dat samenwerking een speeltje blijft van bestuurders. Waar blijven burgers, raadsleden? Die discussie is eigenlijk niet gevoerd. Coalitievorming gemeenten in crisissituaties
Resultaten
Herman Klitsie, burgemeester gemeente Oss, geeft een analyse van de ‘casus MSD (voorheen Organon)’. De aangekondigde massaontslagen kondigen allerlei soorten problemen aan. Dit vraagt om samenwerking op meerdere niveaus en tussen bestuurders, maatschappelijke organisaties, bedrijven, burgers, etc. Hij gaat in op gevormde coalities en wat het effect daarvan is. Conclusie: heb het niet alleen over de crisis zelf, maar óók en vooral over de kansen die een crisis biedt. Zo is in Oss het idee ontstaan van een campus. Óók als MSD wel in Oss zou blijven dan moet je toch streven naar de realisatie van dat idee. 5
Met het sluiten van vitale coalities moet je niet wachten tot het “vijf voor twaalf” is. Zoek voortdurend in de samenleving naar coalities en kansen. Het gemeentebestuur van Oss wist al dat er wat te gebeuren stond. Er is meteen een taskforce opgericht om te kunnen inspelen op de komende problemen. Ook een strategie is van groot belang. Daar begint het eigenlijk mee. Als je een dergelijke actie tot een goed eind wilt brengen moet je weten wat de doelen zijn die je wilt bereiken op het vlak van samenwerking, communicatie en resultaten. Gewezen wordt op de kostenfactor. Vitale coalities sluiten betekent partners zoeken, resultaten behalen. En dat kost geld. Dat besef betekent dat je tijdig moet nadenken over wat jíj zelf kunt inzetten aan financiële middelen en dat je bereid moet zijn tot investeringen. Met het oog op de aankomende bezuinigingen is het advies om een stap terug te zetten en na te denken over wat je wilt bereiken, wat je eventueel kunt laten zitten en de eventueel vrijvallende middelen inzetten voor hogere belangen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Thorbecke 2.0: interview met Michel Marijnen, oud-burgemeester Roosendaal
De ontwerp-resolutie van het VNG-bestuur, waarin onder meer het voorstel was opgenomen om in Nederland te komen tot 30 regiogemeenten is bij veel leden niet in goede aard gevallen. Tijdens het VNGcongres heeft dit tot veel commotie geleid en dit was voor het bestuur aanleiding de resolutie terug te nemen. Aan zes oud-bestuurders is gevraagd in het land met de provinciale afdelingen discussie te voeren, waarna in oktober deze ervaringen met het VNG-bestuur worden uitgewisseld. Er komt geen nieuwe resolutie, wel discussie in een nieuwe algemene ledenvergadering eind 2010. De belangrijkste vraag is waar gemeentebesturen behoefte aan hebben om hun ambities waar te maken.
Interview met Michel Marijnen
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
6
Discussie over Thorbecke voorbij …
Het laatste deel was ingeruimd voor de discussie over Thorbecke 2.0. Een panel bestaande uit Marijke Vos-Kroeze (wethouder Drimmelen), Irma Woestenberg (gemeentesecretaris ‘s-Hertogenbosch) en Hans Gaillard (burgemeester Son en Breugel) én de aanwezigen in de zaal spraken hierover. 'Burgers zijn mondiger geworden, eisen meer kwaliteit en zijn meer betrokken. Er kunnen meer taken naar de burger', aldus Vos. Je kunt van de burger een “offer” vragen als je aantoont alles op alles te hebben gezet om eerst als gemeente de opgaven te vervullen. Onderzoek van het PON toont aan dat colleges en gemeentesecretarissen anders aankijken tegen wat er van burgers gevraagd kan worden dan raadsleden. Marja van Leeuwen (raadslid in Best) was er duidelijk over: ‘De burger moet weer meer aangesproken worden op zijn eigen verantwoordelijkheid’. Hans Gaillard verwijst naar de ontwikkelingen in het bank- en verzekeringswezen, die vele jaren vóór lopen op de overheid. Wijkgericht werken om de burger meer te betrekken is op zich prima, maar de praktijk leert dat directe betrokkenheid zich niet altijd vertaalt naar algemene tevredenheid, aldus Irma Woestenberg. Op de vraag wat gemeenten nodig hebben om de maatschappelijke opgaven te realiseren antwoordt Marijke Vos dat “alles zelf doen” veel gemeenten niet meer lukt. Samenwerking is onontkoombaar en erg belangrijk. Een backoffice met ondersteuning door VNG of provincie zou daarbij welkom zijn. Hans Gaillard wil niet onnodig veel tijd kwijt zijn met taken die gemeenten vanuit het rijk moeten uitvoeren. 'Zorg voor duidelijke regels bij de uitvoering, zodat gemeenten als autonome V.l.n.r. de panelleden Hans Gaillard, Marijke Vos-Kroeze overheid ruimte hebben om met de inwoners en Irma Woestenberg dingen te doen die voor hen belangrijk zijn'. Regionale samenwerking blijft belangrijk, maar bekijk vooral per taak wat je als gemeente zelf doet of in samenwerking met andere gemeenten en/of partijen. 'En doe er niet te moeilijk over dat alle gemeenten even groot zouden moeten zijn’, aldus Woestenberg. Veel problemen zitten alleen bij de steden, dus daarvoor hoef je de schaal niet te vergroten. Bekijk per vraagstuk de schaal van de eerste overheid, daarbij in aanmerking nemend dat het voor de burger de meest nabije overheid is en dat het een bestuurslaag van betekenis is. De noodzaak van opschaling wordt op zichzelf niet bestreden, maar houd daarbij wel de (menselijke) maat in het oog. Opschalen zou gepaard kunnen (en moeten) gaan met afschalen, door bevoegdheden laag weg te leggen bij de burger. Te groot is niet goed en te klein is ook niet goed, aldus Woestenberg. Kijk naar een goede balans tussen grote gemeenten en de inliggende kleine kernen, waarvan de gemeente Oss een goed voorbeeld is. Marijke Vos hoopt niet op een verplichte herindeling, maar waar nodig alleen van onderaf. Dit met de steun van VNG en provincie.
7
Wat neemt Michel Marijnen mee naar de VNG?
Marijnen vatte de discussie samen. Hij proefde uit de zaal de urgentie om te zoeken naar een nieuwe manier van besturen. Hierbij was iedereen het erover eens dat structuren niet van bovenaf opgelegd moeten worden. Taken erbij is prima, maar bepaal dit vanuit de maatschappelijke opgaven die er liggen. Tegelijkertijd kunnen er taken af door meer bevoegdheden bij de burger neer te leggen. Zoals een van de aanwezigen zei: 'Opschalen op maat moet gepaard gaan met afschalen'. En vooral: hou de menselijke maat én de burger in de gaten.
Slotwoord door gedeputeerde Thoon Essed
In zijn slotwoord geeft Thoon Essed aan het plezierig te vinden dat zo velen gevolg hebben gegeven aan de uitnodiging voor het tweede debat in een reeks over de kwaliteit van het openbaar bestuur in Noord-Brabant. De debatreeks is tot stand is gekomen in samenwerking tussen de Vereniging van Brabantse Gemeenten, de Vereniging Bestuurskunde (kring Brabant) en de provincie Noord-Brabant. Dat we het in Brabant vooral samen doen bleek ook deze ochtend maar weer eens toen VBG, provincie, vertegenwoordigers van Brabantstad en de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging deelnamen aan het Prinsjesdagontbijt. Rode draad in die bijeenkomst met Brabantse kamerleden en fractiewoordvoerders was niet het vragen om geld, maar het vragen om ruimte. Ruimte om de dingen op een eigen Brabantse manier te doen. Het ging vanavond over inhoud en cultuur. “Een houding van zoeken naar oplossingen om pragmatisch te werk te gaan spreekt mij erg aan”, aldus Thoon Essed. Immers, Nederland is niet één grote eenvormige massa! Refererend aan Hein van Duivenboden, die de bijeenkomst opende met een inleiding over nut en noodzaak van vitale coalities en wat de relatie is met de herorganisatie van het openbaar bestuur, sluit ik me graag aan bij zijn oproep om onszelf steeds de vraag te stellen “hoe en met wie we bij onze opgaven zoveel mogelijk maatschappelijk rendement realiseren”. Tot slot bedankt hij de organisatoren van dit debat en de mensen die op de achtergrond zeer actief bezig zijn om dit tot een geslaagde bijeenkomst te maken.
8
Tussendoor en na afloop was er ruimte voor informele contacten
9
Tot slot nog enkele beschouwingen door de cartoonist
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Cartoons: Maarten Wolterink, www.mwcartoons.nl Foto’s: Eric van den Bogaard, provincie Noord-Brabant Definitieve versie 14-10-2010
10