ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
ICHO vzw Interuniversitair Centrum voor HuisartsenOpleiding vzw (KU Leuven – Universiteit Gent – Universiteit Antwerpen – Vrije Universiteit Brussel)
Een informatiebundel voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders over de opleiding huisartsgeneeskunde in Vlaamse ziekenhuisdiensten
Versie 29 juli 2013
1
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
2
INHOUDSTAFEL INLEIDING
3
1. DE OPLEIDING VAN HAIO’S IN VLAANDEREN
3
1.1. DE OPLEIDING IN DE HUISARTSGENEESKUNDE 1.1.1. SITUERING VAN DE MASTER HUISARTSGENEESKUNDE 1.1.2. DIPLOMA EN ERKENNING 1.1.3. HET OPLEIDINGSPROGRAMMA VAN DE MASTER HUISARTSGENEESKUNDE 1.1.4. DE TOETSEN EN BEOORDELINGEN
3 3 4 4 5
1.2. DE OPLEIDING IN ZIEKENHUISDIENSTEN
5
1.3. VOORSTELLING VAN HET ICHOvzw
7
2. WELKE ZIEKENHUIS-PRAKTIJKOPLEIDERS KUNNEN EEN HAIO OPLEIDEN ?
7
2.1. ERKENNING DOOR DE FOD VOLKSGEZONDHEID
8
2.2. AANSTELLING DOOR HET ICHOvzw
8
2.3. DE (HER-)AANSTELLINGSCRITERIA
9
2.4. WAT DOE IK CONCREET ALS IK EEN HAIO WIL OPLEIDEN ?
9
2.5. HAIO KANDIDATEN SELECTEREN ?
10
2.6. WAT ALS MIJN WERKORGANISATIE VERANDERT ?
10
3. RANDVOORWAARDEN
11
3.1. HET STATUUT VAN DE HAIO
11
3.2. EEN STANDAARD OPLEIDINGSOVEREENKOMST
11
4. DE TAKEN VAN EEN ZIEKENHUIS-PRAKTIJKOPLEIDER
11
5. AGOGISCHE ONDERSTEUNING
12
6. NUTTIGE INFORMATIE
13
6.1. INFORMATIE, FORMULIEREN, SJABLONEN
13
6.2. BOEKEN/TIJDSCHRIFTEN
13
7. NUTTIGE CONTACTPERSONEN EN ADRESSEN
13
7.1. CONTACTPERSONEN IN HET ICHO
13
7.2. NUTTIGE ANDERE ADRESSEN
13
BIJLAGE 1: ENKELE VOORBEELDEN VAN LEERDOELEN PER TYPE ZIEKENHUISDIENST BIJLAGE 2: VOORBEELDEN OM EEN STAGE HUISARTSGENEESKUNDIG RELEVANT TE MAKEN BIJLAGE 3: ENKELE VOORBEELDEN VAN INTERESSANTE PRAKTIJKPROJECTEN
15 20 21
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
3
INLEIDING Het ICHO heeft verschillende informatiebrochures en ondersteunende teksten uitgewerkt voor de praktijkopleiders. U kan deze vinden op www.ICHO.be : bijvoorbeeld bij de startpagina onder de rubriek “kandidaat praktijkopleiders”, of onder de rubriek “brochures”. De opleidingssituatie in ziekenhuisdiensten is anders dan die in een huisartsenpraktijk. Daarom wil deze informatiebundel specifieke informatie verzamelen zodat u als ziekenhuis-praktijkopleider de meest relevante aspecten kan terugvinden op één plaats. We hebben ervoor gekozen om een relatief beknopt overzicht te geven met basisinformatie en daarin systematisch te verwijzen naar andere informatiebronnen (brochures, formulieren, de ICHO-webstek, contactpersonen, ...) waar u zich verder kan in verdiepen. Deze bundel is een “wegwijzer” voor u in het landschap van de ziekenhuis-praktijkopleider. Indien u concretere vragen heeft, neem gerust contact op met een medewerker van het ICHO. Indien u aanvullingen of suggesties heeft, wil ze graag doorgeven aan
[email protected] (016/33 27 31). Het ICHO streeft naar een permanente dynamische kwaliteitsverbetering. Ook deze informatiebundel kan gaandeweg nog verbeteren.
Guy Gielis
1. DE OPLEIDING VAN HAIO’S IN VLAANDEREN 1.1. DE OPLEIDING IN DE HUISARTSGENEESKUNDE Wie een volledig overzicht wenst van alle voorwaarden en details kan de uitgebreide brochure raadplegen “haio word ik huisarts ? via www.icho-info.be/brochures.
1.1.1. SITUERING VAN DE MASTER HUISARTSGENEESKUNDE In Vlaanderen is de opleiding huisartsgeneeskunde een voltijdse master (na master). De inhoud en de vorm van deze opleiding is volledig in overeenstemming met de Europese Richtlijn dd. 05/04/1993. De huisartsenopleiding is een driejarige opleiding: de vierde master geneeskunde afstudeerrichting huisartsgeneeskunde aangevuld met de tweejarige masteropleiding huisartsgeneeskunde. Vanaf 2018 zal de master huisartsgeneeskunde 3 jaar omvatten (na 6 jaar basisopleiding geneeskunde). Wie de afstudeerrichting huisartsgeneeskunde kiest in het vierde jaar van de tweede cyclus van de opleiding tot arts doet meteen ook het eerste jaar van de specifieke huisartsenopleiding. De universitaire huisartsencentra van de vier Vlaamse universiteiten organiseren dit eerste jaar elk afzonderlijk. Het programma bestaat uit: 1) een geïntegreerd programma huisartsgeneeskunde: a) een semester praktijkgerichte opleiding bestaande uit minstens 200 uren theoretische en klinische colleges, seminaria, practica en trainingen over huisartsgeneeskunde; b) stages in erkende huisartsenpraktijken of in een erkend centrum waar artsen eerstelijnszorg verstrekken.
ICHOvzw 2)
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
4
een praktische opleiding van zes maanden ziekenhuisstages op goed uitgeruste, klinische diensten die betekenisvol zijn voor de huisartsgeneeskunde. de
Wie tijdens het zevende jaar van de artsopleiding de optie prespecialisatie koos, kan via het deeltijds programma 4 proef het specifieke semesterprogramma huisartsgeneeskunde volgen vooraleer hij kan starten met de masteropleiding huisartsgeneeskunde.
De masteropleiding huisartsgeneeskunde wordt interuniversitair georganiseerd door het ICHOvzw. De samenwerking tussen de academische huisartsencentra wordt geregeld via een contract tussen de vier Vlaamse universiteiten die artsen opleiden (KU Leuven, Universiteit Gent, Universiteit Antwerpen, Vrije Universiteit Brussel). Een interuniversitaire stuurgroep, samengesteld uit drie vertegenwoordigers per faculteit geneeskunde, is verantwoordelijk voor het tweede en derde jaar van de interuniversitaire opleiding. In dit kader functioneert ook een permanente onderwijscommissie (POC) die de stuurgroep adviseert over alle onderwijsaangelegenheden. Daarin zetelen o.m. de voorzitters van de verschillende interuniversitaire overleggroepen, vertegenwoordigers van de "studenten" via ‘t HOP, twee vertegenwoordigers van OVERSTAG (de praktijkopleiders) en een vertegenwoordiger van de stagemeester-coördinatoren.
1.1.2. DIPLOMA EN ERKENNING de
Na het 7 jaar van de opleiding in de geneeskunde ontvangt de student het diploma van arts en wordt hij voor het RIZIV een “algemeen geneeskundige” (met RIZIV-nummer 009). Iemand kan als “haio” (= huisarts-in-opleiding) starten in het eerste jaar van de specifieke masteropleiding huisartsgeneeskunde indien + hij geslaagd is in de vierde master geneeskunde, afstudeerrichting huisartsgeneeskunde + hij een geschiktheidsattest kan voorleggen door te slagen in specifieke proeven i.v.m. de huisartsgeneeskunde + hij de toelating krijgt van de decaan van de faculteit geneeskunde om het eerste jaar van de specifieke masteropleiding huisartsgeneeskunde te starten (bewaking van de wettelijke contingentering). Een haio die slaagt voor alle opleidingsonderdelen van de master huisartsgeneeskunde krijgt de academische titel van master in de huisartsgeneeskunde. Het is de Nederlandstalige kamer van de Erkenningscommissie van de FOD Volksgezondheid die de bevoegdheid heeft om de bijzondere beroepstitel van “erkende huisarts” toe te kennen nadat de haio zijn diploma behaalde.
1.1.3. HET OPLEIDINGSPROGRAMMA VAN DE MASTER HUISARTSGENEESKUNDE De specifieke master huisartsgeneeskunde bestaat uit: 1. praktijkstages: minstens twee jaar voltijdse uitoefening van de huisartsgeneeskunde bij een aangestelde praktijkopleider (zonder onderbreking) in het Nederlandstalige gedeelte van België of in Brusselhoofdstad, waarbij minimum zes maanden stage wordt gelopen bij een aangestelde huisartspraktijkopleider en maximum 12 maanden stage gedaan wordt bij een aangestelde ziekenhuispraktijkopleider of bij een huisarts in het buitenland; 2. seminaries: gedurende twee jaar deelnemen aan seminaries (50 uren per jaar waarvan 80% aanwezigheid noodzakelijk is) waarbij een aangestelde stagemeester-coördinator intervisiesessies leidt en begeleidt; 3. centraal opleidingsaanbod: het volgen van een aantal centraal georganiseerde thematische opleidingsmodules waaruit men kiest in functie van de eigen specifieke leeragenda: thematische opleidingsbijeenkomsten (TOB), thematische opleidingslijnen (TOL), internet-ondersteunde opleidingslijnen (iTOL), werkwinkels vaardighedentraining, enz.
ICHOvzw 4.
5.
6.
7.
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
5
een masterproef: een project dat uitgewerkt wordt onder begeleiding van een promotor (met scriptie en mondelinge presentatie/verdediging); aanvullende stages: in functie van de eigen specifieke leeragenda organiseert de haio, samen met zijn praktijkopleider en stagemeester-coördinator, korte aanvullende stages bij andere hulpverleners, andere diensten, andere centra; een elektronisch portfolio: een haio kan zijn leerproces structureren en archiveren via het elektronisch portfolio. Het stelt ook de opleiders/begeleiders in staat om de leeractiviteiten op te volgen, er feedback op te geven en te beoordelen. zelfstudie: opzoekwerk in de medische literatuur, reflectie op ervaringen, studie, lectuur, bijwerken van lacunes, internet ondersteunde opleidingen, het uitbouwen van zijn eigen opleidingsportfolio, ....
Indien u uw haio meer gericht wil begeleiden of evalueren, kan u een beroep doen op de teksten: “eindtermen”, “het profiel van de huisarts in de 21ste eeuw”, “een toetslijst”, enz. via www.icho-info.be/brochures
1.1.4. DE TOETSEN EN BEOORDELINGEN U vindt alle informatie i.v.m. het toetsbeleid, de examens en de deliberatie op www.ICHO.be : mijn ICHO > exameninformatie. Op het einde van jaar 8 leggen de haio’s volgende “examens” af: 1. evaluatie van de praktijkstage/seminaries (75%) en portfolio (25%) door zowel de stagemeester-coördinator als de praktijkopleider 2. een elektronische kennistoets + beoordeling van de eigen reflectie op de ontvangen feedback door de stagemeester-coördinator 3. beoordeling van twee uitgeschreven casussen door de stagemeester-coördinator 4. een stationsproef (OSCE) waarin de haio geconfronteerd wordt met een aantal gesimuleerde probleemsituaties in de huisartsgeneeskunde 5. masterproef: indiening van een verzoek tot advies aan het Ethisch Comité Op het einde van jaar 9 leggen de haio’s volgende “examens” af: 1. evaluatie van de praktijkstage/seminaries (75%) en portfolio (25%) door de stagemeester-coördinator en de praktijkopleider 2. een mondeling examen waarin twee jury’s van huisartsen de haio in de diepte ondervragen over een of meer van vijf meegebrachte casussen 3. een elektronische kennistoets waarin een 160-tal huisartsgeneeskundige probleemstellingen worden voorgelegd onder multiple choice vorm 4. beoordeling van videoconsultaties door de praktijkopleider 5. masterproef: (a) beoordeling van de scriptie door promotor en lector (60%) (b) mondelinge presentatie van het project (20%) (c) mondelinge verdediging van het project (20%). De eindproef is een slaag/niet-slaag toets: er worden geen graden toegekend.
1.2. DE OPLEIDING IN ZIEKENHUISDIENSTEN Van de 24 maanden praktijkstage bij een aangestelde praktijkopleider kan een haio minimum 6 en maximum 12 maanden stage lopen bij een aangesteld duo van ziekenhuis-praktijkopleiders. De stage in een ziekenhuisdienst is facultatief omdat elke arts in het zevende jaar van de geneeskunde-opleiding minstens al zes maanden ziekenhuisstage heeft gedaan. Deze situatie zal veranderen vanaf 2018 op het moment dat de master huisartsgeneeskunde 3 jaar zal omvatten. Vanaf dat moment zal elke haio minstens 6 maanden stage dienen te lopen in ziekenhuisdiensten.
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
6
Stageplannen met ziekenhuissstages korter dan 6 maanden worden niet goedgekeurd door de Erkenningscommissie. De 6 maanden hoeven wel niet aanéénsluitend gedaan te worden. De Europese Richtlijn 93/16/EEG, het MB van 30/04/1993, het MB van 26/11/1997, het MB van 03/05/1999 en de Richtlijn betreffende de opleiding van haio’s in ziekenhuisdiensten dd. 06/04/1999 omschrijven de stage als volgt: “ ... De kandidaat moet er persoonlijk deelnemen aan de beroepsactiviteiten en in de verantwoordelijkheden delen; de kandidaat moet er een gevariëerde morbiditeit en huisartsgeneeskundig relevante pathologie aantreffen en een aan de opleidingssituatie aangepast aantal patiënten kunnen behandelen. De stagemeester-specialist verbindt er zich toe dat de haio zal deelnemen aan de consultaties van de dienst. ...”
De maximum duur van een ziekenhuisstage is afhankelijk van het type dienst: maximum drie maanden elk: (waarbij een combinatie van deze stagediensten is toegelaten ten belope van zes maanden): cardiologie pneumonologie gastro-enterologie neurologie psychiatrie reumatologie fysische geneeskunde en revalidatie otorhinolaryngologie oftalmologie dermatologie nefrologie oncologie palliatieve zorg endocrinologie maximum zes maanden elk: (waarbij een combinatie van deze stagediensten is toegelaten ten belope van twaalf maanden): inwendige geneeskunde heelkunde urgentiegeneeskunde geriatrie verloskunde-gynaecologie kindergeneeskunde urologie orthopedie Omwille van voornoemde wettelijke bepalingen is het belangrijk dat een ziekenhuis-praktijkopleider zijn officiële documenten voor de Erkenningscommissie afstempelt met de stempel van zijn hoofdspecialiteit en niet met de functionele stempel van zijn deeldiscipline ! Indien een internist stempelt als “pneumoloog” zal de stage maar aanvaard worden voor drie maanden terwijl hij in de feiten wel een erkenning als inwendige geneeskundige bezit en dus stages van 6 maanden mag begeleiden. Het beleid van het ICHO is gebaseerd op de Richtlijn van de FOD Volksgezondheid betreffende de opleiding van haio’s in ziekenhuisdiensten dd. 06/04/1999 en bepaalt dat: + een tweede erkende geneesheer-specialist, naast de erkende stagemeester-specialist, instaat voor de begeleiding van de haio indien zulks nodig is + er best opgeleid wordt via duo’s van ziekenhuisdiensten aangezien er een samenwerkingsakkoord dient te bestaan tussen ziekenhuisdiensten waar de haio zijn stage volbrengt. Net zoals bij de huisarts-praktijkopleiders kan elke aangestelde ziekenhuis-praktijkopleider 1 haio op eenzelfde moment opleiden. In praktijk is het vaak zo dat een duo van ziekenhuis-praktijkopleiders samen 2 haio’s opleidt gedurende 12 maanden. Let wel op: indien een ziekenhuisdienst met een “hoofdspecialiteit” een duo vormt met een ziekenhuisdienst met een “deelspecialiteit” kunnen zij samen slechts maximum 9 maanden opleiding geven aan een haio.
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
7
1.3. VOORSTELLING VAN HET ICHOvzw Op 20 maart 1984 werd de vzw ICHO opgericht door de toenmalige diensthoofden van de academische centra e e voor huisartsenopleiding. Het ICHO is het interuniversitaire centrum dat de opleiding voor de haio’s (8 en 9 jaars) organiseert en vorm geeft. De inhoudelijke aansturing gebeurt door de stuurgroep van het I.S.H.O. (= het Interuniversitair Samenwerkingsverband tussen de centra voor HuisartsenOpleiding) dat in juli 1995 voor het eerst werd afgesloten. Sinds oktober 2006 is er een officiële master huisartsgeneeskunde. De missie van het ICHO bestaat erin om een kwalitatief hoogstaande academische opleiding tot huisarts aan te bieden waarbij ook de haio op een INTER-ACTIEVE manier zijn vak leert. De voornaamste onderwijskundige uitgangspunten zijn: - radicaal kiezen voor een model van Permanente Professionele OntwikkelingsPlanning, waarbij - de haio de eerste verantwoordelijke is voor zijn eigen opleiding; - we ernaar streven om de haio elke dinsdag tijd te laten vrijmaken voor opleidingsactiviteiten en (zelf)studie; - de haio zelf een maximale keuzevrijheid heeft om zijn leerproces actief te sturen en in handen te nemen als ontwikkeling van een attitude van levenslang leren. De eindtermen blijven uiteraard wel de minimum normen; - het ICHO zorgt voor een gediversifiëerde en stimulerende leeromgeving; - alle opleiders facilitatoren van het leerproces van de haio zijn en er samen geleerd wordt van elkaar via een “lerend netwerk”; - het leren mede gestuurd wordt via tussentijdse toetsen i.p.v. enkel via één summatieve eindtoets - het ICHO wil internationaal bij de koplopers zijn qua kwaliteit van het opleidingsaanbod en kiest daarom voor een verdere groei van de middelen en methoden. Meer specifieke “beleidsprioriteiten” of een overzicht van de activiteiten via een “jaarverslag” vindt u op www.ICHO.be . Het ICHO is een netwerkorganisatie waarbij de verschillende actoren INTER-ACTIEF en samen het beleid maken. De diverse betrokkenen bij het ICHO vindt u uitgebreid beschreven op www.ICHO.be > over ICHOvzw (opdracht, onderwijskundig kader, stafgroepen, bestuur- en adviesorganen). Prof. Dr. Paul De Cort is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de ziekenhuis-praktijkopleiders. Het ICHO kan samenwerken met een 650-tal aangestelde huisarts-praktijkopleiders, een 40-tal aangestelde ziekenhuis-praktijkopleiders, een 40-tal stagemeester-coördinatoren, een 30-tal losse lesgevers en andere medewerk(st)ers via ad hoc werkgroepen. Er is een traditie van open en constructief overleg: via ‘t HOP, via OVERSTAG, via de regionale overlegplatformen met de coördinatoren, en via de Permante Onderwijs Commissie. Wie is wie in het ICHO: cfr. www.ICHO.be > contact.
2. WELKE ZIEKENHUIS-PRAKTIJKOPLEIDERS KUNNEN EEN HAIO OPLEIDEN ? Om de kwaliteit van de opleiding te bewaken zijn er zowel instroomdrempels als permanente ondersteuning en bijscholing voorzien. Om een haio te kunnen opleiden dient 1) uw ziekenhuisdienst én erkend te zijn door de FOD Volksgezondheid: - werken als stagemeester-specialist in een erkende stagedienst voor het opleiden van haio’s en als zodanig voorgedragen zijn door de Hoge Raad van Geneesheer- Specialisten en Huisartsen - uw ziekenhuisdienst, als erkend stagedienst voor de opleiding van aso’s, aanvaard te zijn door de Hoge Raad van Geneesheer-Specialisten en Huisartsen om haio’s te mogen opleiden 2) én dient u aangesteld te zijn door het ICHO als een duo/trio van ziekenhuis-praktijkopleiders.
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
8
Beide instanties hebben elk hun eigen voorwaarden:
2.1. ERKENNING DOOR DE FOD VOLKSGEZONDHEID De voorwaarden waaraan uw ziekenhuisdienst dient te voldoen om erkend te worden zijn wettelijk bepaald (MB 15/12/1982, KB 21/04/1983, MB 26/11/1997, Richtlijn betreffende de opleiding van haio’s in ziekenhuisdiensten dd. 06/04/1999): + min. 7 jaar erkend zijn als specialist en in een erkende ziekenhuisdienst regelmatig medische activiteiten uitoefenen gedurende de hele duur van de stage; + bewijzen dat de pathologie relevant is voor de huisartsgeneeskunde; + een samenwerkingsakkoord hebben met minstens één andere erkende ziekenhuisdienst van dezelfde campus; + bij afwezigheid van de praktijkopleider dient een andere erkende specialist in te staan voor de begeleiding van de haio; indien een haio begeleid wordt door meerdere praktijkopleiders dient één praktijkopleider te fungeren als coördinator van de opleiding; + de haio moet kunnen deelnemen aan de consultaties van de dienst; + de opleiding en begeleiding moet stoelen op wetenschappelijk onderbouwde praktijkvoering; + beschikbaar zijn voor de haio; voldoende tijd en aandacht besteden aan de opleiding van de haio: persoonlijke contacten, rapportering, werkoverleg, begeleiding, aanleren van diagnostische, therapeutische vaardigheden voor gevalsbesprekingen, evaluatie en bijsturing; toezicht houden over het invullen van het stageboekje; + op het einde van elke stageperiode een evaluatierapport over de haio opsturen naar de bevoegde erkenningscommissie en naar de stagemeester-coördinator; + minstens twee halve dagen per jaar opleiding volgen bij het ICHO voor de functie als opleider; + zorgen voor noodzakelijke contacten met de stagemeester-coördinator die de seminaries begeleidt; + ... De FOD Volksgezondheid heeft geijkte formulieren waarmee u uw aanvraag voor de erkenning als stagemeesterspecialist kan aanvragen. U kan de aanvraag voor uw eerste erkenning slechts indienen nadat u twee halve dagen introductietraining heeft gevolgd bij het ICHO (cfr. MB 13/07/2001). De FOD erkent u voor een eerste periode van 2 jaar, en nadien voor hernieuwbare perioden van telkens 5 jaar. Een verlenging van een erkenning dient zes maanden op voorhand aangevraagd te worden en kan maar indien men in de voorbije periode minstens 1 haio heeft opgeleid en indien men jaarlijks minstens 2 halve dagen opleiding gevolgd heeft bij het ICHO over specifieke opleidingsaspecten. De FOD Volksgezondheid verleent u slechts een verlenging van uw erkenning in de toekomst indien u per jaar minstens 2 halve dagen opleiding bij het ICHO gevolgd heeft en indien u in de vorige erkenningsperiode minstens 1 haio heeft opgeleid.
2.2. AANSTELLING DOOR HET ICHOvzw Het ICHO werkt sinds 2002 met officiële aanstellingen van duo’s/trio’s ziekenhuis-praktijkopleiders + om de kwaliteit van de opleiding te kunnen bewaken + om de continuïteit bij de stageplaatsen te optimaliseren + om vraag en aanbod op elkaar te kunnen afstemmen. Een eerste basisvoorwaarde is dat de kandidaat als stagemeester-specialist werkt op een ziekenhuisdienst die aanvaard is voor het opleiden van haio’s door de Hoge Raad van Geneesheer-Specialisten en Huisartsen. Vervolgens worden de ingediende kandidaturen voor een aanstelling door het ICHO gerangschikt volgens de (her)aanstellingscriteria (cfr. 2.3.). In functie van het aantal vacatures per regio worden de eerst gerangschikte kandidaten aangesteld door de Raad van Beheer van het ICHO. Een eerste aanstelling geldt voor 2 jaar en en een heraanstelling voor telkens periodes van 4 jaar. Een aangestelde praktijkopleider kan beroep doen op alle aangeboden ondersteuning en kan 1 haio tegelijkertijd opleiden (of 2 haio’s tegelijkertijd samen met zijn collega van het aangestelde duo van ziekenhuispraktijkopleiders).
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
9
2.3. DE (HER-)AANSTELLINGSCRITERIA De (her-)aanstellingscriteria lopen voor een groot gedeelte parallel met de (her-)aanstellingscriteria voor huisartspraktijkopleiders en zijn geënt op de eindtermen voor onze opleiders. De integrale (her-)aanstellingscriteria zijn voor iedereen op voorhand te raadplegen op www.icho-info.be/brochures. Ze zijn onderverdeeld in vier grote rubrieken: organisatie van de praktijk en van de opleiding, vakinhoudelijke competenties, agogische competenties, persoonlijke ontwikkeling. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen uitsluitingscriteria, minimale criteria en groeicriteria. Een praktijkopleider die bijvoorbeeld zijn contractuele afspraken niet nakomt, zal uitgesloten worden als opleider. Een ziekenhuisdienst waar de haio op dinsdagnamiddag geen tijd beschikbaar kan krijgen voor (zelf)studieactiviteiten, voldoet niet aan de minimale criteria en zal dus niet aangesteld worden. De groeicriteria zijn eerder te hanteren als een checklist voor uzelf waarmee u uw opleidingsplaats steeds verder kan professionaliseren. Een voorbeeld van enkele criteria die gehanteerd worden als kwaliteitsbewaking en als objectieve parameters om te beslissen over kandidaturen: + de haio kan minstens 1 dag per week (of 1,5 maand van de 6 maanden) stage doen op een andere ziekenhuisdienst op dezelfde campus; + er worden aanvullende stages georganiseerd op andere diensten zodat de specifieke leeragenda van de haio zo goed mogelijk kan ingevuld worden; + de haio heeft een werkweek tussen 38 en 48 uren (inclusief studietijd, exclusief wachten); de concrete werkregeling en compensaties worden geregeld volgens de afspraken in het huishoudelijk reglement van SUivzw (cfr. de standaard opleidingsovereenkomst); + de haio is elke dinsdagnamiddag en -avond vrij voor het volgen van de seminaries of voor zelfstudie. Daarbuiten beschikt hij over een andere blok van 4u voor (zelf)studieactiviteiten; + de praktijkopleider heeft een Werk- en OpleidingsPlan (WOP) opgesteld samen met de haio met duidelijke afspraken over de geplande leer- en werkactiviteiten. Dit fungeert als “draaiboek” voor de opleiding: wie begeleidt de haio bij welke activiteiten ?, welke diensten zijn ingeschakeld op welke momenten ?, ... De ziekenhuis-praktijkopleider vermeldt ook expliciet hoe de stage op deze ziekenhuisdienst huisartsgeneeskundig relevant wordt gemaakt; + de praktijkopleider zorgt voor een dagelijkse patiëntenrapportering, een wekelijkse themabespreking en maandelijkse opvolgingsgesprekken; + de ziekenhuis-praktijkopleider neemt deel aan de opleidingsinitiatieven die het ICHO organiseert (opleidingsvergaderingen, werkwinkels, het uitwerken van persoonlijke leerplannen, het observeren van stationsproeven, ....). Eén ziekenhuis-praktijkopleider van een duo is minstens aanwezig op elke regionale opleidingsvergadering; + het opvolgen van de leeractiviteiten van de haio via diens elektronisch portfolio; + de kwaliteit van de agogische begeleiding door de ziekenhuis-praktijkopleider; + de ziekenhuis-praktijkopleider ondersteunt de haio met het (kwaliteitsverbeterend) project in het kader van zijn/haar masterproef; + het leerproces in de opleidingspraktijk en in de seminaries wordt op elkaar afgestemd in de regionale opleidingsvergaderingen en via contacten tussen ziekenhuis-praktijkopleider en coördinator; + de ziekenhuis-praktijkopleider documenteert zijn opleidingsinspanningen via zijn portfolio; + de evaluaties over de stageplaats door de haio’s; + het aantal haio’s dat men reeds opleidde in het verleden; + .............
2.4. WAT DOE IK CONCREET ALS IK EEN HAIO WIL OPLEIDEN ? Indien u in het verleden nog niet was aangesteld als ziekenhuis-praktijkopleider: 1. u maakt afspraken met een collega-specialist om samen als duo/trio ziekenhuis-praktijkopleiders een haio op te leiden (we stellen liefst de effectieve opleiders aan en niet per se de officiële diensthoofden); 2. u meldt zich aan bij het ICHO-secretariaat waardoor u automatisch zal uitgenodigd worden voor twee halve dagen introductietraining waarop u alle nodige informatie krijgt; 3. indien u uw aanwezigheidsattest van deze twee halve dagen introductie voorlegt (MB 13/07/2001), kan u uw erkenning als stagedienst voor haio’s aanvragen bij de FOD Volksgezondheid;
ICHOvzw 4. 5. 6.
7.
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
10
u stelt zich kandidaat voor een aanstelling als duo/trio ziekenhuis-praktijkopleiders bij het ICHO indien er vacatures zijn voor het komende academiejaar; het kan zijn dat het regionale staflid u contacteert om u bijkomende informatie te geven of om uw stagedienst te visiteren; indien u aangesteld wordt in december van jaar X kunnen de haio’s u vanaf 1 maart jaar X+1 contacteren, het moment dat de beschikbare opleidingsplaatsen online worden gepubliceerd via www.icho.be; u krijgt de nodige agogische ondersteuning/opleiding (cfr. 5. agogische ondersteuning).
Indien u in het verleden reeds aangesteld was als ziekenhuis-praktijkopleider: 1. controleren of uw ziekenhuisdienst nog altijd erkend is als stageplaats voor haio’s door de FOD Volksgezondheid 2. u stelt zich kandidaat voor een heraanstelling als duo/trio ziekenhuis-praktijkopleiders voor een periode van 4 jaar indien er vacatures zijn voor het komende academiejaar 3. in de loop van januari krijgt u schriftelijk bericht over de beslissing van de Raad van Beheer van het ICHO over het feit of u al dan niet aangesteld bent.
2.5. KANDIDAAT-HAIO’S SELECTEREN ? Het ICHO vraagt u elk jaar of u het volgende academiejaar al dan niet beschikbaar bent om haio’s op te leiden. U dient ook op uw online ziekenhuisdienstvoorstelling aan te geven of kandidaat-haio’s u al dan niet mogen contacteren om te solliciteren, wanneer en op welke manier best: www.ICHO.be > mijn ICHO > mijn gegevens > verwachtingen > solliciteren. De beschikbare stageplaatsen zijn vanaf 1 maart online consulteerbaar voor de studenten. Vanaf dat moment kunnen zij contact met u opnemen en kandidaat zijn om stage te lopen in uw duo van ziekenhuisdiensten. Via uw elektronische studiestek (www.ICHO.be >mijn ICHO > algemene informatie > wegwijzers > organisatie van de opleidingspraktijk) vindt u enkele tips bij het recruteren en bij het selecteren van kandidaat-haio’s: 1) Is een haio opleiden het juiste antwoord op mijn echte vraag ? 2) Welke zijn vijf heel concrete profielcriteria waarop ik mijn volgende haio zal selecteren ? 3) Op welke manier ga ik best te werk qua recruteren en selecteren ? 4) Haio voer ik best mijn selectiegesprekken ? 5) Hoe stel ik mijn opleidingspraktijk voor ? 6) Maak ik voldoende duidelijke afspraken met mijn haio ? SUivzw heeft een standaard opleidingsovereenkomst uitgewerkt die u moet gebruiken. U vindt deze samen met het huishoudelijk reglement op www.icho.be > brochures. Zie hiervoor ook 3.2. een standaard opleidingsovereenkomst.
2.6. WAT ALS MIJN WERKORGANISATIE VERANDERT ? De FOD van Volksgezondheid erkent stagediensten, maar de universiteiten stellen praktijkopleiders hoofdelijk aan. Daarom is het noodzakelijk om het akkoord te vragen over aanpassingen/veranderingen van de concrete werkorganisatie. Bijvoorbeeld een ziekenhuis-praktijkopleider gaat op pensioen en wordt vervangen door een collega; een ziekenhuis-praktijkopleider verandert van ziekenhuis en wordt vervangen; diensten worden samengevoegd omwille van een fusie of samenwerkingsverband; een dienst verhuist naar een andere campus; enz. U krijgt een schriftelijke reactie vanuit het ICHO op de doorgegeven wijzigingen. Indien er zich knelpunten zouden voordoen, zal het regionale staflid contact opnemen met de verantwoordelijke praktijkopleider en vragen om de opleidingssituatie in het ziekenhuis in orde te brengen.
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
11
3. RANDVOORWAARDEN 3.1. HET STATUUT VAN DE HAIO Alle haio’s werken in een sui generis statuut. Alle informatie hierover is terug te vinden op onze website www.icho-info.be/brochures : + standaard contracten (met financiële voorwaarden) + het huishoudelijk reglement + informatie over dit specifieke sui generis sociaal statuut. Ziekenhuisdiensten betalen een financiële bijdrage aan SUivzw die verder alle vergoedingen betaalt aan de haio’s en alle sociaal-rechtelijke administratie regelt. Een haio is verzekerd voor alle activiteiten die hij/zij verricht in het kader van zijn/haar stage via de polis beroepsaansprakelijkheid van de SUivzw.
3.2. EEN STANDAARD OPLEIDINGSOVEREENKOMST U vindt op de webstek www.icho-info.be/brochures een standaard opleidingsovereenkomst die algemeen aanvaard is omdat ze tot stand kwam in overleg met de Nationale Orde der Geneesheren, de Erkenningscommissie, het Haio-Overleg-Platform, en het vertegenwoordigingsorgaan van de praktijkopleiders OVERSTAG. Deze standaard opleidingsovereenkomst wordt regelmatig aangepast aan de veranderende wetgeving en tarieven. Kijk dus na of u de meest recente versie gebruikt. Het is de gewoonte dat elk contract tussen artsen (in drievoud) wordt voorgelegd aan de Provinciale Kamer van de Orde der Geneesheren. Het visum van de Orde der Geneesheren is echter niet nodig om de opleidingsovereenkomst te kunnen opsturen naar de Erkenningscommissie van de FOD Volksgezondheid (ten laatste binnen de 3 maanden na de start van de stage).
4. DE TAKEN VAN EEN ZIEKENHUIS-PRAKTIJKOPLEIDER U vindt een eerste aanzet van een minimale functieomschrijving voor een ziekenhuis-praktijkopleider in de aangehaalde wetteksten (cfr. 2.1). Het ICHO heeft deze inhoudelijke functieomschrijving geconcretiseerd via de opsomming van een aantal eindtermen en educatieve taken. Cruciaal is uiteraard het bevorderen van het INTER-ACTIEF leren, het onderwijskundig leermodel van het ICHO. De praktijkopleider schept een klimaat om actief te leren en creëert mogelijkheden om kritisch te reflecteren: + de begeleiding van werken en leren + een geleidelijke opbouw van het leerproces tijdens de praktijkstage aangepast aan de kennis/ervaring/vaardigheden/zelfvertrouwen van de haio + een gestructureerde benadering van het agogisch proces: - een dagelijkse patiëntenrapportering - een wekelijkse casus- of themabespreking - een maandelijks opvolgingsgesprek; het bespreken van de individuele leeragenda van de haio en het bespreken in hoeverre de eindtermen zullen bereikt worden (via de algemene toetslijst of via een specifieke toetslijst voor uw eigen ziekenhuisdienst) - het demonstreren van vaardigheden - het geven van feedback aan de haio: mondeling feedback-gesprek, gepersonaliseerde video-feedback, ... - het maken van een evaluatieverslag voor het ICHO en voor de Erkenningscommissie (www.icho.be > feedback > evaluaties)
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
12
het begeleiden van de haio bij het uitwerken van de masterproef (cf www.icho.be > brochures > masterproef) - het afspreken van eventuele aanvullende stages - duidelijke afspraken via een Werk- en OpleidingsPlan (WOP) waaruit ook blijkt hoe de ziekenhuisstage huisartsgeneeskundig relevant wordt gemaakt (cfr. bijlage 2) - het bijhouden van het stageboekje voor de Erkenningscommissie: continue registratie, ... - het helpen opsporen van opleidingslacunes en blinde vlekken (registratie van patients unmet needs, analyse van een betekenisvolle gebeurtenis, visgraatdiagram, zelfbeschrijvingen, ...) afstemming van het leren in de opleidingspraktijk en in de seminaries: - bespreking van het leerproces van de haio op de drie regionale opleidingsvergaderingen - contact houden met de stagemeester-coördinator van de haio - een eventuele intensievere begeleiding tijdig initiëren (cfr. 4600 van de brochure “haio word ik huisarts”) de coaching van de haio als arts, als wetenschapper, als actor in het hulpverleningsveld en als mens aandacht geven aan de eigen bijscholing als opleider: (cfr. 5. agogische ondersteuning). -
+
+ +
5. AGOGISCHE ONDERSTEUNING Het ICHO probeert u zoveel mogelijk te ondersteunen bij het uitoefenen van uw taak als praktijkopleider. Alle ondersteuningsmomenten en besprekingen worden in principe gepland op donderdagnamiddag en zaterdagvoormiddag. In de praktijk komt het hierop neer: 1) voor de periode tussen uw aanstelling en het opleiden van de eerste haio: - informatie en begeleiding door een regionaal staflid - basis agogische training 2) gedurende de twee eerste jaren van uw eerste aanstelling: - basis agogische training (vervolg) - minimum 2 halve opleidingsdagen per jaar waarvoor in aanmerking kan komen: - intervisie, specifiek voor ziekenhuis-praktijkopleiders - regionale opleidingsvergaderingen - werkwinkels - haio’s observeren en beoordelen op hun stationstoetsen 3) elk jaar van uw heraanstelling: - minimum 2 halve opleidingsdagen per jaar waarvoor in aanmerking kan komen: - intervisie, specifiek voor ziekenhuis-praktijkopleiders - regionale opleidingsvergaderingen per jaar - werkwinkels - haio’s observeren en beoordelen op hun stationstoetsen - uzelf ontwikkelen als opleider via het werken aan persoonlijke leerplannen. Voor diegenen die nieuw starten als praktijkopleider van haio’s wordt dus een gestructureerde basistraining voorzien. We hebben expliciet gekozen voor deze flexibele benadering omdat we congruentie nastreven met het opleidingsproces van de haio’s die ook maximaal hun eigen opleiding aansturen en zich dienen voor te bereiden op een vorm van levenslang leren en bijscholen. Elke aangestelde praktijkopleider ontvangt een unieke identificatiecode en wachtwoord waarmee hij toegang heeft tot zijn persoonlijke studiestek (elektronische formulieren, informatiebrochures, elektronische wegwijzers, het opstellen van persoonlijke leerplannen, het op één plaats stockeren van alle documenten i.v.m. de opleiding, discussieforum, het uitwisselen van informatie, ...). De regionale opleidingsvergaderingen hebben plaats in kleinere groepen en zijn essentiëel in het opleidingsproces:
ICHOvzw + + +
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
13
afstemming tussen het handelen en leren van de haio op de stageplaats en tijdens de seminaries; intervisie; opleiding van de praktijkopleiders.
6. NUTTIGE INFORMATIE 6.1. INFORMATIE, FORMULIEREN, SJABLONEN In de bovenstaande tekst werd zoveel mogelijk verwezen naar bestaande informatiebrochures of plaatsen op de webstek, ... (cfr. de blauwe aanduidingen) waar u meer uitgebreide informatie en elektronische documenten kan vinden. Op de ICHO-webstek kan u op twee verschillende plaatsen informatie vinden: 1) zonder wachtwoord: www.ICHO.be: home: brochures, formulieren, vaak gestelde vragen, ... 2) met wachtwoord: mijn ICHO: portfolio.
6.2. BOEKEN/TIJDSCHRIFTEN Enkele interessante boeken en tijdschriften i.v.m. huisartsgeneeskunde vindt u in rubriek “6000 boeken en tijdschriften” in de brochure “haio word ik huisarts” op www.icho.be > brochures. Via www.ICHO.be/docu treft u een interessante webpagina aan die u en de haio navigeert tussen de verschillende literatuurbronnen die er bestaan.
7. NUTTIGE CONTACTPERSONEN EN ADRESSEN 7.1. CONTACTPERSONEN IN HET ICHO Zie www.icho.be > contact.
7.2. NUTTIGE ANDERE ADRESSEN Het secretariaat van het ICHO: Kapucijnenvoer 33 – Blok J – bus 7001 3000 Leuven 016/37 68 52 fax: 016/33 74 80
[email protected] Secretariaten van de vier academische centra voor huisartsenopleiding: K.U.Leuven: 016/37 66 21; Universiteit Antwerpen: 03/265 25 29; Universiteit Gent: 09/332 35 42; Vrije Universiteit Brussel: 02/477 43 11; De Erkenningscommissie: FOD Volksgezondheid Dienst Huisartsgeneeskunde, 2D08E Victor Hortaplein 40 bus 10, 1060 Brussel 02 /524.98.23 secretariaat: Mevrouw Carine Dirickx (
[email protected])
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
R.I.Z.IV.: Dhr. Smith Tervurenlaan 211 1150 – Brussel 02/739.78.96
[email protected]
(juli ’13)
14
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
15
BIJLAGE 1: ENKELE VOORBEELDEN VAN LEERDOELEN PER TYPE ZIEKENHUISDIENST U vindt hier ter illustratie enkele leerdoelen voor enkele specialismen. Indien we deze lijsten gaandeweg aanvullen en differentiëren kunnen ze inspirerend werken voor de ziekenhuis-praktijkopleiders en kunnen de haio’s ze hanteren als specifieke toetslijst.
Algemene interne ziekten Algemene kennis betreffende: Prevalentie Klinisch onderzoek Differentiële diagnose Behandelingsstrategieën Opstarten en beheren van medisch dossier Pluis- niet pluis gevoel en indicaties voor verwijzing 2e lijn Auscultatie, diagnostiek hartfalen, anger, longfunctiebepaling, CARA, ... Confrontatie met acute ziektetoestanden: status astmaticus, acuut longoedeem, coma,... Palliatieve zorg Brede kennis van geneesmiddelen, leren werken met formularium Organisatie en deelname teamwerk Interpretatie van ECG, echografie, labo, RX, CT-scan e.a. Reanimatietechnieken: indicatiestelling (mogelijkheden en beperkingen) , openhouden van ademhalingswegen. Intra-dermo reactie (Mantoux) Aërosol-therapie Maagsonde - blaassonde - blaaspunktie Punkties: IV, IA Behandeling doorligwonden en atone ulcera Anus- en rectoscopie + proctologische vaardigheden therapeutisch Op punt stelling diabetes type I en II, hypertensie, schildklier... Doppler bloedvaten onderste ledematen (enkel/arm index en auditieve interpretatie) Longfunctie: bepalen en interpreteren in kader van COPD en Astma Comaschaal, onderzoek bewustzijnstoestand Vaststelling dood Indicatie en instellen zuurstof therapie Ritmestoomissen Bloed in stoelgang Bloed in fluimen Chronische vermoeidheid
Spoedgevallen Eerste opvang van zowel medische (acuut myocardinfarct, hartfalen...), chirurgische (acuut abdomen.. .), orthopedische (polytrauma) als neurologische urgenties (meningitis, CVA. 00) Het opstarten van het medisch dossier, organisatie van eventuele multidisciplinaire aanpak Desinfectatie en kleine heelkunde Spalken en gipsen Basic life support en advanced life support
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
Plaatsen infuus Ballonage, intubatie Onderscheid maken: urgenties met vitaal bedreigend karakter of niet Comaschaal en algemene inschatting van bet bewustzijn Vaststelling dood Stelpen veneuze en arteriële bloeding Blaassonderen, (blaaspunktie) Verwijderen vreemde lichamen neus, farynx en gehoorgang Stelpen neusbloeding Reanimatie, hartmassage en beademing Zuurstof toediening Behandelen van shock (ook allergische) Cyanose Epilepsie Verwardheid Agressief gedrag Kennis maken met extern interventieteam.
Geriatrie Het typische ziektebeeld van de geriatrische patiënt zoals: Vallen, verwardheid, delier, depressie, hartfalen, decubitus, incontinentie, dementie, preventie, Maligne aandoeningen, vertigo, chronische ziekten, osteoporose... Polypathologie en dossierbeheer. Preventie en behandelen van decubitus. Geriatrische spoedgevallen. De specieke geriatrische anamnese en hetere-anamnese. Het inschatten van de 'zorglast' Inschatten ADL – functies , zelfstandigheid evalueren Herkennen kritische en niet-kritische patiënt Gerichte observatie en deelname aan bet multidisciplinaire team Het leiden van dit multidisciplinair team Het in de hand houden van bet aantal voorgeschreven geneesmiddelen Rekening houden met compliantie van geneesmiddelen Revalidatie technieken Relaties en samenwerking met thuiszorg, rusthuizen, RVT's, senioren flats... Opstellen zorgenplan Palliatieve zorg
Orthopedie Diagnose en behandeling van courante orthopedische aandoeningen bij volwassenen, kinderen en bejaarden Sporttraumata Vaardigheden klinisch onderzoek van de verschillende gewrichten en de wervelzuil Indicatie voor RX en CT-scan Criteria voor heelkunde-conservatieve behandeling Puncties, infiltraties van de verschillende gewrichten Steunverbanden, gipsen, spalken, tapen Indicaties verschillende orthopedische hulpmiddelen: steunzolen, lumbostaat... Fysiotherapie, revalidatie en kinesitherapie: indicaties en principes Administratieve aspecten: verzekeringen, invaliditeit... Operatieve assistentie (met bet oog op inzicht in moderne operatietechnieken) Invaliditeit Wondhechtingen
16
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
17
Fysiotherapie Onderzoek van gewrichten en wervelzuil Infiltraties Technische onderzoeken (indicatie en aantonende of ontkennende kracht) Principes en indicaties van fysiotherapeutische behandelingen
Kindergeneeskunde en neonatologie Algemene pediatrische ziektenleer Bepaling Agpar-score Onderzoek pasgeborene op congenitale afwijkingen Neurologisch onderzoek en ontwikkelingsonderzoek pasgeborene, zuigeling en kind Voeding van de zuigeling Vaccinaties Acute infecties Allergie: behandeling van astma Begeleiding ongeruste ouders Stuipen
Urologie Algemene kennis van urologische aandoeningen en onderzoek. Blaassondage en blaaspunktie Evaluatie prostaatvergroting via klinisch, technisch en biochemisch onderzoek Microscopisch onderzoek van urine (operatieve assistentie)
Verloskunde en Gynaecologie Gynaecologisch onderzoek, incluis borstonderzoek en afname cervix uitstrijkje Diagnose en behandeling van courante gynaecologische pathologie Principes van familieplanning en seksuele problemen Grondige kennis van de orale anticonceptiva. Volgen van de zwangerschap Kennis van acute obstetrische problemen (eclampsie, Help-syndroom...) en indicaties voor verwijzing (Bevallingen leiden en episiotomie hechten) Maken van een fluorpreparaat, kennis kweekbodems, microscopisch onderzoek (clue cells, candida, trichomonas, atrofisch slijmvlies) Verwijderen vreemde lichamen vagina Onderzoek en indeling volgens stadia colpo- en lof cystocoele Plaatsen van IUCD en pessarium Diagnose en behandeling stress- en lof urge incontinentie (operatieve assistentie) Menopauzale problemen Organische aspecten coitale problemen
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
18
Algemene Heelkunde Symptomen, onderzoek en diagnose van chirurgische gevallen Indicaties voor heelkunde in de eerste lijn Evaluatie en beleid van wondverzorging Principes van en antisepsis en kennis van ontsmettingsmiddelen Hechten van (eenvoudige) wonden (subcutaan, cutaan, afbinden bloedvat) Kleine heelkunde: lokale anesthesie voor heelkunde, ringanesthesie, verwijderen sebumcysten, andere oppervlakkige tumoren en vreemd lichaam subcutaan, nagelfenestratie, abscesdrainage en plaatsen van wiek , scleroseren varices en incisie van hemorrhoidale knobbel, nagelpastie, biopsie, ... Drainage van vochtcollecties Parenterale voeding Plaatsen van veneuze catheter Behandeling van shock en hartfalen (Intubatie) Beleid van acuut abdomen Uitgebreide debridatie van decubitus Preventie en behandeling diepe veneuze trombose Invaliditeit Revalidatie operatieve assistentie (met bet oog op het leren kennen van modeme operatietechnieken)
Dermatologie Beschrijven, herkennen van lesies Biopsie Demeo Dennatologische receptuur Behandeling wratten en molluscae Verwijderen oppervlakkige tumoren Atone ulcera, decubituswonden
Neurologie Grondig inoefenen van bet neurologisch onderzoek, incluis reflexen, nekstijfheid, pijn - en tastzin. . . Vertigo en duizeligheid Hoofdpijn Onderzoek van bet bewustzijn Slaaponderzoek: algemene principes en interpretatie van de resultaten Chirurgische indicaties Epilepsie Nystagmus
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
Neus-keel-oor Otoscopie Rhinoscopie Laryngoscopie indirecta Alarmsymptomen hoofd- en halstumoren Neusbloedingen stelpen Verwijderen vreemde voorwerpen neus-keel-oren. (tympanometrie) (audiometrie) (assistentie heelkundige ingrepen) stemvorkproeven oorloop jeukend oor oorsuizen duizeligheid
Oftalmologie Visusbepaling Gezichtsveldbepaling Drukmeting Funduscopie Diagnose en therapie van rode oog, jeuk, tranend en pijnlijk oog Vaardigheden: fluoresceine Omklappen ooglid Indruppelen collyre Verwijderen vreemd voorwerp
(juli ’13)
19
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
20
BIJLAGE 2: VOORBEELDEN OM EEN STAGE HUISARTSGENEESKUNDIG RELEVANT TE MAKEN
Het is erg belangrijk dat elke ziekenhuisdienst die haio’s opleidt een uitgewerkte beleidsvisie heeft over het opleidingsproces dat zij willen aanbieden aan haio’s. Ter inspiratie vindt u hier alvast enkele voorbeelden van opleidingsinitiatieven van collega’s die ziekenhuisstages van haio’s duidelijk huisartsgeneeskundig relevant hebben gemaakt:
-
-
-
alle verwijsbrieven naar de betreffende huisarts worden bekeken of geschreven door de haio een analyse maken van het verwijsgedrag van de huisartsen: welke verwijzingen waren relevant, welke niet, welke fouten had de huisarts kunnen vermijden, welke informatie ontbrak, .... ? een vergelijking maken tussen een huisartsgeneeskundige standaard en een protocol dat in een ziekenhuis gehanteerd wordt de vertaalslag maken naar de eigen huisartsenpraktijk van hetgeen men in een ziekenhuis leert: wondzorg, technische onderzoeken, .... een analyse maken van technische onderzoeken: wat is de meerwaarde t.o.v. mijn klinisch onderzoek als huisarts, wat leer ik hieruit ? de haio een beperkt aantal patiënten laten volgen bij alle consultaties/onderzoeken/behandelingen doorheen de andere diensten in het ziekenhuis zijn er in dit domein zorgpaden uit te tekenen ? wat kan ik als huisarts leren van de multidisciplinaire aanpak in een ziekenhuis ? is er een vast stramien uit te werken voor de nazorg door de huisarts van een behanding x in het ziekenhuis ? wat heb ik geleerd bij deze ziekenhuisstages van ernstige pathologie die ik als huisarts niet mag missen ? courante pathologie (vanuit de polyklinische consultaties) toetsen aan de standaarden het toetsen van het ziekenhuisformularium .......
ICHOvzw
informatiebrochure voor kandidaat ziekenhuis-praktijkopleiders
(juli ’13)
21
BIJLAGE 3: ENKELE VOORBEELDEN VAN INTERESSANTE PRAKTIJKPROJECTEN
Via www.icho.be > masterproeven kan u de abstracts en in heel wat gevallen de fulltext van de masterproeven die tot op heden werden afgelegd, consulteren. Op de ICHO-website vindt u ook een inspiratielijst met thema’s de lijst van thema’s die gekozen werden door de huidige haio’s.
Enkele voorbeelden, specifiek voor de ziekenhuis-sector: - de kwaliteit van de voorlopige ontslagbrief - de kwaliteit van de ontslagbrief - de polyklinische diagnostiek en behandeling van ... vergelijken met de standaarden voor huisartsen - kwaliteitsaudit van de pre-operatieve onderzoeken in het ziekenhuis - de kwaliteit van de verwijsbrief van de huisartsen - de kwaliteit van de verwijsbrief van huisartsen bij urgenties - het gezamenlijke opvolgbeleid huisarts – specialist bij aandoening ...... - een voorbeeld van een vooruitstrevende en intensievere samenwerkingsvorm tussen huisartsen en specialisten bij aandoening/behandeling ..... - ......