Anouk Jacobs
Oudheid Kunst als ambacht
Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Schilderkunst: paneel, doek, miniaturen op perkament, fresco’s, mozaïek Beeldhouwkunst: brons gieten, steen, terra cotta Productie: vooral in opdracht Tussenhandel: heel weinig, onbekend Consumptie: kopen, verzamelen Gr: communis opinio o.b.v. Plato en Aristoteles Ro: neoplatonisme + Vesuvius + Plinius Mimesis, proportieleer, retorica Wetenschap: verhoudingen, relatie met kunst (Plato) Literatuur: klas. Mythologie, scheiding met goddelijke teksten, geschiedschrijving Theater: tragedies, komedies Gesamtkunst Politiek: Gr: 9e-8e VC: Stadstaten, politieke macht, 6eE dominantie v. Athene (macht via goden) RO: wereldrijk, kunst als statement Religieus: polytheïsme, heiligdommen Egypte: Echnaton introduceert monotheïsme Joodse traditie vs. Grieks/Rom. Traditie = Christelijke iconische godsdienst Kunsthistorische ontwikkelingen: Cycladische + minoïsche kunst Klassieke periode 5-4e VC Beeldhouwkunst: statisch, evenwichtig, platonisch Architectuur: klassieke regels Hellinistische periode 323 – 146 vc Beeldhouwkunst, schilderkunst, architectuur, retorica en psychologie Romeinse kunst Stilistische evolutie: portret, realisme, naturalisme Individu en context Greek Revolution: beeldhouwkunst en schilderkunst Dynamisch, emoties, interactie, mythologie, moderne leven, theoretische onderbouw
Middeleeuwen Kunst als ambacht
Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Schilderkunst: paneel, doek, miniaturen op perkament, fresco’s, mozaïek Beeldhouwkunst: brons gieten, steen, terra cotta Productie: veel in opdracht, beetje vrije markt Tussenhandel: weinig over bekend Consumptie: opdrachten kunst = anoniem Karolingische Renaissance: Libri Carolini Cluny (10e): Romaanse architectuur en symbolen Kunst = Bijbel toegankelijk maken voor ongeletterde Scholastiek (13e E): ideëel realisme, Latria, Dulia, hyperdulia
Anouk Jacobs Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Wetenschap: verhoudingen, relatie met kunst (Plato) Literatuur: klas. Mythologie, scheiding met goddelijke teksten, geschiedschrijving Theater: tragedies, komedies Gesamtkunst Politiek: Val WRR (Oost: 1453) Merovingers en Karolingers: minder interesse in politieke visuele cultuur Religie: bedelorden in stad, elite wordt katholiek Kerk en politiek: monopolie op (religieuze) kunst, kleur, licht en spektakel Byzanthijns iconoclasme (6e-7eE): iconen, statisch: exact afbeelden Iconolatria: beeldenverering iconodulia: heiligenverering: dubbele natuur van Jezus(god, mens) Iconoclasme: beeldendestructie: 1e: Leo III (726-787): mensen vereren beelden 2e: Leo V: (814 – 842) Karolingische Renaissance (9eE) Statisch, zintuiglijke wereld, materialiteit voor geloof, autonomie van de afbeelding, -+ realistisch Scholastiek (13e E): ratio, ideëel realisme, fysieke ervaring van het geloof Economie: instabiel en vrij lokaal Intellectueel: religiegebonden (kloosters), hof, universiteit vanaf 1200 Kunsthistorisch: Oost // West: weinig contact Laat Antiek/ vroeg Christelijk periode: West-EU: Merovingers, Karolingische Renaissance (9eE): stereotiep goddelijk Byzanthium: iconen en Iconoclasme (7-8e): statisch, onrealistisch Romaanse kunst: Byzanthijnse modellen: strak, massief, religieus Gotische kunst: technische vooruitgang <-> stilistisch Steden, bedelorden en intellectuelen: licht, dynamiek, kleur bredere afzet Late ME: Scholastiek: Aristoteles Religieuze kunst: ingewikkelde verhalen: associaties
Anouk Jacobs
Renaissance Kunst als ambacht
Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Experimenten, wetenschap, Procesoptimalisatie: beter maken <-> Procesinnovatie: vernieuwen Werkelijkheid (oudheid als uitgangspunt) Nieuwe inzichten: lineair persp, gevoelspersp., kleurpersp. Studie van anatomie, Antieke Architectuur Tekenkunst (perkament, papier): als voorstudie, Videmus = finaal ontwerp Later: tekening als kunst Tekening op doek: ponsen, kalkeren Schilderkunst: paneel, doek, perkament (miniat.) Verf: tempera (pigment, water, eigeel) Olieverf (pigment, solvent, olie) Waterverf (pigment, water, gom) Opbouw: drager, plamuurlaag, ondertekening, verflagen, vernis Olieverfmodello, fresco Prentkunst: hoogdruk (hout), diepdruk (gravure/ets), platdruk (lithografie) Wandtapijtkunst Beeldhouwkunst: hout, steen, ivoor, amber, klei, metaal, plaaster ME gildenstructuren tot Franse revolutie Accademia tot aan impressionisme Inventio en executio loskoppelen Vraag: individueel: plaatselijk/ internationaal, religieus/ niet-religieus Publiek: religieuze instelling, gilden, broederschappen Rome (paus), Florence (Medici), Venetië (doges en kooplui), Noorden: stad + Bourgondisch hof Miniatuurkunst, Vl. Primitieven, wandtapijten Portretopdrachten, religieuze opdrachten, overheidsopdrachten, gildeopdrachten Humanisme, neo-platonisme: Marsilio Ficino en Ciovanni PD Mirandola, Andrea Mantegna, LB Alberti, Da Vinci Focus: functie en gebruik van kunst, seculier vs. Religieus, geschiedenis, kunstkritiek Noorden: Vlaamse primitieven, geen kunstkritiek, dialoog met reële Kunst en literatuur: studie van de Kl. Oudheid: ovidius en Horatius Beschrijving schilderkunst: Ekphrasis Paragone Interactie kunst/wetenschap: Da Vinci Politiek: relatieve stabiliteit (It: stadst, N: steden, Bourgondische hertogen, Du: keizer, Fr, Eng, Sp: kon. Religie: monumentale kathedralen, rijkdom en macht, maar kritiek: devotie aan moderne religie = innerlijk
Anouk Jacobs
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Kritiek op macht van Rome Politiek en religie: gebieden kopen (De Medici) Machtige stadstaten: huurlingen Nederlanden: koning krijgt goddelijke macht Noorden v. d Alpen: Religieuze kunst: fysiek aspect met riten Volksdevotie en misbruik fysiek aspect Opstand tegen Rome = EU crisis in Christendom Italië: Girolamo Savonarola (1452 – 1498) Anti-renaissancistische boeteprediker Kritiek op moreel verval Historische ontwikkelingen: Economie: stadseconomie en wereldhandel Intellect: humanisme, univ, geleerden Kunsthistorisch: focus op oudheid en mimesis Technologische en wetenschappelijke, secularisering Italië: Van Giotto Michelangelo Realistische weergave = teleologische, stilistische visie 15e E: grote religieuze opdrachten, iconografie zuiveren, seculiere kunst (mythologie en allegorie) Benoorden v.d. alpen: Glacisschilderkunst en realisme: inhoudelijke kracht, gevoelsrealisme, detailsrealisme, symbolische realisme, associatief denken
Hoog-Renaissance/ Maniërisme (16e E) Kunst als ambacht Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Zie Renaissance Aangroei stedelijk patriciaat, einde monopolie kerk en staat Specialisatie en speculatie Productie: proces (ateliers, grafiek) en productinnovatie (genre, stijl, iconografie) Handel en tussenhandel (aanbod) Consumptie: kunstverzamelaar, kunst- und Wunderkammer (vraag) Vorst: wandtapijten, miniatuurkunst, verzamelaar Adel: kunst- und wunderkammer Clerus: godsdiensttwisten, iconoclasme Burgers: humanisme, beelddebatten Italië: kunsttheorie = kunstgeschiedenis Giorgio Vasari: canonvorming, oudheid ophemelen (Michelangelo) Stijlgeschiedenis, Romeins-Florentijnse suprematie Rederijkers in de Nederlanden (retorica, wedstrijden, kunstenaarsgilden, spelen afbeelden,…) Lucas de Heere – poëzie, sonnetten over kunst, eerste kunsttheorie in de Nederlanden
Anouk Jacobs
Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Domenicus Lampsonius – humanist, schrijver, schilder, Keek naar kunst uit het Noorden en Venetië, lijst met belangrijke kunstenaars in Nederlanden Beelddebatten: Maarten Luther, Andreas B. v. Karlstadt, Ulrich Zwingli, Johannes Calvijn Contrareformatie( Trente 1545 – 1563): beeldende kunst in theologische theorieën Focus: zintuiglijke wereld, autonomie, materialiteit Spanje en Portugal: Verzamelaar = theoreticus Francisco de Holanda – Da pintura antiga, do tirar polo natural (portretkunst) Pseudowetenschappen, Wetenschappelijke experimenten en uitvindingen: studie van alles Kunst en wetenschap Doorbraak humanisme: République des lettres Seculier + religieus humanisme, herontdekking klassieken weerspiegeld in kunst Politiek: confrontatie: - Internationaal: wereldrijk Karel V vs. Paus - Stad vs. Staat: eisen privileges Religie: Italië katholiek, Eu reformatie: weg van dogmatische kerkstructuur Contrareformatie: vastleggen van dogma’s Italië: raadzalen decoreren – politiek statement Du: Maarten Luther en ABV Karlstadt Zw: Ulrich Zwingli Fr: Calvijn: werkelijkheid afbeelden Eng: Hendrik VIII: Anglicanen, presbyterians: Calvijn Ne: Beeldenstorm 1566: hagepreken + Calvinistische opstand Stille beeldenstorm 1581 Kunst is het epicentrum van het debat: kernprobleem Italiaanse stijl: Hoogrenaissance: Da Vinci, Raphael, Michelangelo, Titiaan Maniërisme: Raphael (kleur, ornament), Michelangelo (beweging), Titiaan (techniek) Iconografie: Grote religieuze opdrachten, seculiere kunst: humanisme, koopmannen Versmelting humanisme met religie Benoorden de alpen: Stijl Nieuwe stijl: rudimentaire mengvormen, adaptaties, geslaagde synthese Iconografie: religieuze opdrachten, religieuze kunst op de vrije markt, seculiere kunst: humanisme, koopmannen, keizer (mythologie, allegorie, genre) Inhoud: iconoclasme en beelddebatten Reformatie: stijl en inhoud herdacht Contrareformatie: religie en humanisme versmelten
Anouk Jacobs
Barok Kunst als ambacht Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Zie Renaissance Productinnovatie: nieuwe genres Procesinnovatie: on spec, grote ateliers, valore di factica Vorst: opkomst schilderkunst Adel: grote verzamelingen Clerus: herinrichting, contrareformatie Burgers: privéverzamelingen, onderwerpen Handel: groeiende tussenhandel Plaatselijk: rechtstreek of met tussenhandel Internationaal: grote kunsthandelaren, firma’s: massaproductie + begin veilingswezen Italië: Accademia degli Arti del disegno: Florence Theoretische kunst, historische kunst, ateliers Disegno e retorica ontwerpers, kunst uit handen Kunstenaar/intellectueel: theorie = cruciaal Controle kunstproductie: geen vernieuwing, saai Accademia: Bologna barokkunstenaars Annibale Synthese: Vasari + Venetiaanse kunst + kleur (titiaan) Huren Nederlandse landschapsschilders in: menging Accademia di San Luca: Rome Voortbouwen op tradities Het Noorden: Karel van Mander kunsttheoreticus MAAR Noordelijke N:protestants Zuidelijke N: katholiek Karel = protestants dus Frans Floris ophemelen vs Michiel Coxie afbreken Biografen: Arnold Houbraken, Jacob Campo Weyerman, Johan van Gool, Cornelis de Bie Theoretici: Philips Angel, Samuel van Hoogstraten, Gérard de Lairesse, Franciscus Junius II, Peter Paul, Rubens Du: Joachin van Sandrart Fr: Poussinisten vs. Rubenisten Rogier de Piles, André Felibien, Charles Le Brun Eng: importkunst: herkennen en waarderen van kunst Sir Jonathan Richardson Wetenschappelijke revolutie: empirische wetenschap/filosofie = twijfelen aan het geloof Eigen taal in de literatuur: Hooft, Vondel, Huygens Lingua Franca over heel EU behalve Italië Politiek: opgang absolutisme (goddelijk recht) Religie: contrareformatie,
Anouk Jacobs
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Schikken naar de wet van Rome vs. Scheurreligies: aparte kerken Nieuwe beeldtaal, emoties versterken, mysterie: mensen fysiek betrekken Protestante schilders: Pieter Pietersz Geloof in een staatsgodsdienst Economie: wereldeconomie, midden klasse Intellectueel: wetenschap en rationalisme, verdere secularisering Kunsthistorisch: Religie = emotie Politiek = propaganda Seculiere kunst: nieuwe genres: landschappen, stillevens, versmelting Noord en Zuid Eu kunstopvattingen
Rococo (1700 – 1750) Kunst als ambacht Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming Paragone, Kunst en wetenschap
Zie Renaissance Absolutisme en verlichting A) contemporaine kunst = macht B) Bourgeoiskunst Handel: pan-Europese handel, rol van agenten Consumptie: 2ehandsmarkt van Old Master Paintings Verandering van productie: nieuwe smaak, boost van veilingswezen Vorst, adel, burgerij: competitie (enorme collecties, publiek toegankelijk) Belang van clerus neemt af Handel: stagnerende tussenhandel, 2ehands - Plaatselijk veiling, kunstmakelaars, kunsthandelaars - Internationaal: idem + agenten Frankrijk: academie- en saloncultuur Jury 1674: salon carré Louvre: Academia de peinture et de sculpture 1752: Tentoonstelling Academie des beaux arts Tot 1863: Salons des Refusés: <-> grote economische macht <-> macht van academie <-> macht van hof/elite <-> immobilisme en academische kunst Zie barok (academies) Verlichting (weinig impact op kunst) Wetenschap: academie (ambacht + intellect) Systematische wetenschap: in tijdschriften Encyclopedieën: kennis van alles Allesomvattende filosofie Literatuur: salon-en discourscultuur: samenkomen en discussiëren
Anouk Jacobs
Kunst, Politiek en Religie
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Dilettantisme = weinig weten van alles Grand tour: reizen bestuderen van klassieken The Sublime: het overstijgende Politiek Lodewijk XIV: absolutisme Conflict met Rome, Verlichting, adel en bestuur, expansiedrang (kolonies) Religie: triomf van contrareformatie Kunst, politiek en religie valt samen. De Goblins: fabriek om alle decoratie in Versaille te voorzien. Hofidee = allesoverheersende kunst Kunst als fundamenteel onderdeel van regimes: macht, gezag d.m.v. rite Kunst = leven <-> levensomstandigheden gewone volk Economie: staatseconomie en protectionisme (Fr, Du) en kapitalisme (GB en NL) Intellectueel: verlichting Kunsthistorisch: Late barok: Fr, Du, Rus,… Ornament = architectuur van Borromini Kleur = schilderkunst van Rubens Dynamiek = sculpturen van Bernini
Neoclassicisme (1750 – 1830) Kunst als ambacht Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Iconoclasme – kunst als interactie
Zie Renaissance Napoleons kunstpolitiek = kunstroof + nationale musea Verlichting Saloncultuur gestuurd door staat/academie Johan Joachim Winckelman (archeoloog en kunsthistoricus) – Gescchichte der Kunst des Alterthums 1764 = compleet overzicht v. kunst uit de oudheid Obsessie met schoonheid Verlichting Inspiratie uit Raphael Politieke uitvoering van verlichtingsideaal en desillusie Wetenschap: weinig ontwikkeling Literatuur: VS onafhankelijk, mensenrechten, scheiding kerk en staat (mens is vrij) Kunst = propaganda Oude verhalen in nieuw kleedje Politiek: Franse Revolutie en Napoleon: geen democratie (neergang verlichting) Religie: einde macht van Rome: desacralisering Napoleon: laat zich afbeelden als democraat, God: Religieus en politiek leider Franse Revolutie Politiek iconoclasme: ancien Regime vernielen, beelden vervangen door Franse vlag
Anouk Jacobs Kunstroof van Napoleon: culturen verplaatsen naar Parijs Politiek: Franse Revolutie + Napoleon Intellect: Opkomst + neerslaan Verlichtingsdenken Religie: secularisering door Verlichte regimes Economie: middentand Kunsthistorisch: Terug naar de oudheid (o.i.v. Winckelmann) Stijl als reflectie van normen en waarden Esthetica <-> ethica (absolutisme vs democratie) Mens als rationeel wezen
Stijl
Romantiek en Realisme (1830 -1870) Kunst als ambacht Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Idem Renaissance Na 1814: nationale musea en explicitering van de canon Nieuwe industrie-adel: consumptie, Biedermeier (anachronisme van academische kunst) Grote kunstfilosofieën: Kant (smaak rationeel onderzoeken), Hegel (stijl: gekoppeld aan normbesef en inhoud) wordt losgekoppeld van kunst Ratio wordt overbodig, emotie belangrijker Wetenschap: Industriële revolutie Industrie en wetenschap werken samen: ontwikkeling en productie. Exacte wet. <-> menswetenschappen Resultaat: bijbel klopt niet Escapisme (romantiek) en realisme Literatuur en kunst werken samen Geen vaste onderwerpen , extremen opzoeken in de afgebeelde wereld Paradox: onttovering van de wereld <-> vlucht voor onttovering Politiek: revoluties, nationalisme: op zoek naar eigen land. Democratisering Bourgeois-maatschappij: proletariaatadel, industrie Schilders geven reactie op saloncultuur Religie: kerk van Rome werkt terug: nieuwe piëteit Nieuw decorum Na revolutie: Romantiek( vrij braaf, escapisme), realisme (hard en confronterend) Experimenten met decorum: voor privéondernemers of zichzelf Economie: industrialisatie (nieuwe elite + proletariaat) + kolonisatie Afrika Intellectueel: onttovering wereldbeeld: nieuwe filosofie Mens = niet rationeel Kunsthistorisch:
Anouk Jacobs Vlucht of confrontatie van/met de werkelijkheid Romantiek: sublieme, buitenland, nostalgie Realisme: sociaal realisme
Impressionisme (1870 – nu) Kunst als ambacht
Kunst en economie
Kunsttheorie en canonvorming
Paragone, Kunst en wetenschap
Kunst, Politiek en Religie
Zie Renaissance En plein air schilderen Papierproductie Nieuwe media en mixed media Productie: salons = economische vrijheid Handel: galerie als machtig medium Consumptie: nieuw publiek Paradox van de eerste verzamelaars Paradox van het cliënteel (bv. Manet) Hedendaagse kunst: kunst en commerce Vragen over het commerciële karakter van kunst Manipulatie van de markt Einde van academische kunst Nieuwe inzichten (Marx, Darwin, Freud, Nietzsche) = einde maakbare mens, nieuw kunsthistorisch inzicht Kunstkritiek als medium (kunstenaars <-> schrijvers) manifesten, traktaten: propaganda van eigen opvattingen) L’art pour l’art: kunst krijgt eigen theorie Kunstkritiek eind 19e E: verantwoorden van nieuwe kunst (saloncultuur en recensies) Legitimeren van nieuwe kunst via manifesten, tijdschriften, etc. Aanvaarding onttovering en vlucht vooruit Wetenschap: Darwin, Freud, Nietzsche, Marx: nieuw mensbeeld: individu Maatschappijbeeld: volgens Marx Wereldbeeld: god valt weg Kunst staat los van (exacte) wetenschap <-> poëtisch over wetenschap Literatuur en kunst= stellen elkaar in vraag Psycholie: Freud: mens is een irrationeel wezen Symbolisme, surrealisme Gustave Moreau: dans van Salomé Literatuur en theater: intense verstrengeling Bewegingen overstijgen genres discours belangrijk Wetenschap en industrie Politiek: nationalisme en ultranationalisme Democratie in de kunst: heersende elite kan niet meer beslissen, nieuwe beeldtaal, media, kunstenaar kan kritiek geven, is vrijer Religie: secularisering Politiek activisme: directe maatschappijkritiek/ propaganda Bv. Charlie Chaplin: afzetten tegen fascisme
Anouk Jacobs
Iconoclasme – kunst als interactie
Stijl
Fauvisme Expressionisme symbolisme kubisme dada Art deco
Kunst van Hitler: realisme + klassieke oudheid Opblazen van genres in de kunst Voordien: onderhevig aan regels, duidelijk decorum Opblazen van academische regels: stilistisch, vormelijk en inhoudelijk Entartete kunst: strookt niet met beeld v.d. ideale mens En nationalistisch iconoclasme: Hitler wou academische kunst Kunst als interactie na impressionisme: uitdagen van het publiek Kunsthistorische ontwikkelingen: Fotografie = einde belangrijkheid van mimesis Confrontatie met niet-Westerse kunst, technologische ontwikkelingen, vermenging van media Einde academische dogma’s Het bevragen van kunst door kunst (techniek, betekenis, materiaal, productie, interpretatie,…) Discours (idee) bepaald de inhoud, stijl Historische ontwikkelingen: Moderne leven Economisch: Industrie: sociale ongelijkheid en vooruitgangsdenken Kolonisatie: confrontatie Aziatische en Afrikaanse kunst Intellectueel: Darwin, Freud, Marx, Nietzsche Vernieuwingen: Kleur, lijn Lijn en kleur in de beeldhouwkunst vorm, kleur color field painting Emotie, gevoel overbrengen Tot abstract expressionisme Symbolische betekenis Tot surrealisme Geen mimesis, grenzen van perspectief verkennen Bv. Malevich Wat is kunst? Conceptuele kunst Welke media’s kunnen kunst maken Kamerwereld in kunst Pop art